TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS ABDumom Tusschen Ven en Maas. Het Kasteel Geijsteren. FEUILLETON. Geluksdroom Bedrog en verduis tering in ontstel lende mate. Krakelingen. Benauwd? Zaterdag 25 Juli 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 30 Dit bouwwerk, waarvan wij niet weten in welken tijd de grondvesten zijn gelegd, maar, dat in de 13de eeuw reeds be kend was, ligt op den linker oever der Geijsterensche beek, niet ver van hare monding in de Maas. Volgens traditie heeft de Maas vroeger meer westelijk geloopen, vlak langs het kasteel. Wellicht is de Maas toen ook breeder geweest. Een feit is, dat het weiland tusschen kasteel en Maas op alluvialen grond van jongeren datum is aangelegd, die door kribwerken en indijkingen ter bevordering der aanslibbing, op den linker Maasoever zijn aan gewonnen. Dergelijke dijken zijn nog aan wezig en nog in de vorige eeuw zijn vergunningen verleend tot het maken van kribwerken' ter bevordering der aanslibbing. In de eerste helft der vorige eeuw heeft de beek, die zich bij de kerk in twee armen splitste, het kasteel en zijn aarhoorig- heden geheel ingesloten; thans loopt de beek nog maar alleen aan de noord- en oostzijde; het beekwater wordt hoogerop opge stuwd en ondergronds naar de nog bestaande binnengrachten geleid en verlaat deze weer op dezelfde wijze. Op enkele honderden meters afstand van het kasteel is de grens tusschen Limburg en Noord- Brabant. Vooral in den tijd, toen deze twee gewesten niet tot hetzelfde land behoorden, was deze schei ding van beteekenis en was de plaats waar het kasteel lag een voornaam punt. Deze grens bereikt de Maas in het middenpunt van den grooten bocht ten noorden van het kas teel. Deze plaats heet van ouds de tempelplaats; men heeft van daar een bijzonder mooi uitzicht. Hier in de buurt, waar zich nog rivierduinen bevinden en waar de grond dus ouder is dan de Maaswaarden, zijn Romeinsche munten uit het jaar 300 na Chr. gevonden. Hier liggen ook nog oude wallen en slooten, de Laadweer genoemd. Misschien hebben de genen wel gelijk, die Geijsteren van „Castrum" afleiden en zijn oorsprong terugvoeren tot den tijd voor de volksverhuizing. In de 13de eeuw was Geijsteren eigendom van een geslacht, dat zich van Geijsteren noemde. In de 14de eeuw waren de Heeren van Geijsteren, voogden van Straelen. In het jaar 1400 was Geijsteren eigendom der familie van Broek huizen, die ook het kasteel Spra- land onder Oostrum bij Venray bezat. Door erfdeeling kwam in 1465 door JAMES OLIVER CURWOOD. 11. Boven aan de trap fluisterde zij, terwijl haar mond heel dicht bij zijn schouder was U heeft zich schitterend ge dragen. Dank u wel, mijnheer Holt. Deze woorden, die gepaard gin gen met een duidelijk merkbaar los laten van zijn arm, werkten op hem als een koude douche. Rossland kon hen niet langer zien, tenzij hij hen gevolgd was. Het meisje had haar doel bereikt, want voor den tweeden keer had hij de rol van een hersenloozen dwaas ge speeld. Maar dit maakte hem niet boos. Er was iets grappigs in de heele situatie en Mary Standish hoorde hem zachtjes voor zich uit lachen, toen ze aan dek kwamen. Verwijtend sloten haar vinger zich vaster om zijn arm. Het is heusch niet grappig, zei ze terechtwijzend. Het is allesbehalve pleizierig om door zoo n man lastig gevallen te worden. Hij wist, dat ze een beleefde leugen verzon, om de vraag, die hij haar eventueel zou kunnen doen. te voor komen, en hij vroeg zich af, hoe een gedeelte in het bezit der familie van Eyl. Het aandeel der familie van Broekhuizen ging in 1484 op dezelfde wijze over in het bezit der familie Schellart van Obben- dorf, Heeren van Schinnen, die in 1592 het aandeel der familie van Eyl door koop verkregen. In 1768 stierf de eenigste dochter van den graaf van Schel lart te Schinnen, tengevolge van een ongeluk. De graaf van Schel lart stelde toen een dochter van zijn vrouws broeder, den graaf van Hoensbroek, in tot erfge name zijner goederen in Limburg Marie-Anna van Hoensbroek. Deze was te Hillenraadt ge boren en een zuster van Damiaan van Hoensbroek, laatste prins bisschop van Roermond, wiens ballingschap te Venlo zij tijdens de Fransche revolutie deelde. Zij trouwde na zijn overlijden met Caspar Karei de Weichs deWenne in 1806 en vestigde zich met hem te Geysteren. Door de tijdelijke tweeheerlijk heid waren te Geysteren twee kasteelen ontstaan, vlak naast elkaar gelegen en alleen door een gracht gescheiden. Op het einde der 16e eeuw zijn deze, nadat zij door Staatsche troepen gedeeltelijk waren gesloopt, door Spaansche troepen verbrand. In de eerste helft der 17e eeuw hebben de graven van Schellart op de bouwvallen het oostelijk kasteel hersteld en de daarbij behoorende voorburcht aangelegd op de plaats, waar voorheen het andere heerenhuis had gelegen. Het thans bestaande gebouw is ontstaan, doordat aan het oudste gedeelte, dat naar de Maas toe- gelegen was en geflankeerd werd door de nog bestaande vierkanten toren en den ronden traptoren, een ridderzaal aangebouwd was, die geleidelijk verbonden werd met de oude inrijpoort op de zuidzijde. Later werd deze weder om verbonden met den grooten vierkanten toren, zoodat er een door gebouwen ingesloten binnen hof ontstond. Opmerkelijk is, dat het peil deze gebouwen in den loop der tijden herhaaldelijk is ver hoogd in verband met de hoogere waterstanden der Maas als gevolg der vernauwing van het rivierbed. In 1666 werden op het binnen hof naar Florentijnsch voorbeeld de colonaden aangelegd en daarop nieuwe buitenmuren opgetrokken, waardoor ook in de verdiepingen een rondloopende gang werd verkregen. Door de uitbreiding van het kasteel werden de torens bijna geheel ingebouwd. in 1918 is het kasteel uitge brand. Bij de herstelwerkzaam heden werd het oudste gedeelte aan de noordzijde en het jongste gedeelte aan de westzijde afge broken, waardoor alhier de ter rassen zijn ontstaan. De twee torens kwamen hier door vrij te liggen. De binnen plaats is bijna onveranderd gebleven, alleen is de muur boven de colonade belangrijk verlaagd, hetgeen noodig was om de torens beter tot hun recht te doen komen. haar houding zijn zou, als hij haar liet bemerken, dat hij haar alleen met Rossland na middernacht op het dek had gezien. Hij keek haar aan en onbevreesd blikte zij hem in de oogen. Ze glimlachte zelfs tegen hem hij moest zichzelf bekennen, dat hij nimmer in mooiere, leugenachtiger oogen had gekeken. Een eigenaardig gevoel maakte zich van hem meester, soort van trots en hij besloot niets te zeggen over Rossland. Hij had nog steeds de overtuiging, dat hij - niet het minste belang stelde in zaken, die hem niet aangingen. Mary Standish scheen blijkbaar te denken, dat hij blind was en hij wilde geen enkele poging doen om haar van het tegenovergestelde te overtuigen. Dit zou op den duur de verstandigste manier blijken te zijn. Zelfs nu scheen ze het voorval aan den voet van de trap vergeten te zijn. Er lag een zachtere glans in haar oogen, toen zij bij den voor steven van het schip aankwamen, en Alan verbeeldde zich een onderdruk ten uitroep van bewondering te hooren, toen ze naar de prachtige baai van Taiya keek. Recht voor ben kronkelde zich als een lila lint de nauwe waterweg naar Skagway, terwijl aan beide zijden hooge bergen verrezen, tot aan hun besneeuwde toppen, die aan witte lakens deden denken, bedekt mét groene bosschen. Het werd al voorjaar in de bergen boven het kalme stampen der raderen uit hoorden zij de zacht vloeiende muziek van de ontelbare Het is merkwaardig hoe het geheel ondanks de vele toeval ligheden, die bij de herhaalde verbouwingen een rol gespeeld hebben, ten slotte toch een voor het oog zeer symetrisch geheel vormt. Ook de bouwtrant is gelijkvormig doorgevoerd. De stijl kan genoemd worden Neder- landsche Renaissance in den meest eenvoudigen vorm, ietwat geïnspireerd door de gothiek. De voorburg heeft door den brand niet geleden en is onveranderd gebleven. De linden der oprijlaan zijn in 1797 geplant, evenals de iepen en beuken, die helaas afsterven. Merkwaardig is behalve de eiken aan het begin der laan, nog een ceder v. d. Libanon en een Wel- lingtonia in den tuin en de kastanje voor het kasteel. Ten zuiden van de kerk ligt onder oeroude eiken de groote hoeve „de Boogaard", voor de Fransche revolutie een leengoed van het klooster St. Agatha, thans eigendom der familie Geurts, op volgster der families Kersten en en Peeters. Een merkwaardig gebouw in het dorp is „de Spijkert", het eerste huis links, wanneer men van het oosten het dorp inkomt. Door erfdeeling is deze hoeve een tijdlang in het bezit der families von Hatzfeld-Wevelink- hoven en Folleville-Vitrolles ge weest, maar werd in 1819 terug gekocht. Op eenigen afstand ligt in het noorden de „Oude Pastorie" als bouwwerk niet onbelangrijk, evenals het daarachter gelegen „Bazenhuis." Nog verder in deze richting ligt de Geystersche molen en twee afzonderlijk liggende oude boerderijen, die niettegen staande hun namen „Nieuwenhof" en „Jonkhof" reeds in de oudste stukken voorkomen. In het dorp zelf zijn verschil lende oude huizen, die zich goed bij de omgeving aanpassen. Midden door het dorp loopt de scheiding van twee der ver schillende terrassen, die ook voor deze streek karakteristiek zijn en die een hoogte verschil van 3i/s meter aanwijzen. Ten westen van het dorp ligt een groot ven, het „rozendal" genaamd. Dit is een der vennen, die zich uitstrekken van de Geystersche tot de Wans- sumsche beek, over een lengte van 3 K.M., waarvan echter de meest noordelijke en zuidelijke zijn drooggelegd. Men zegt dat hier in den ijstijd bijzonder groote ijsschotsen hebben gelegen, die later dan het aangrenzende terrein zijn ontdooid. Ten noord-westen van het dorp ligt op de grens der gemeente Wanssum en der gemeente Venray aan den rand van thans beboschte binnenduinen de „St. Willibror- duskapel." De gevelsteen boven de deur vertoont hetzelfde wapen en hetzelfde jaartal als de gevel steen boven de inrijpoort van het kasteel, n 1. Schellart-Witten- horst 1658. De kapel is echter, wat hare fundamenten betreft, van veel ouderen datum. Ofschoon niet in dezelfde ge meenten gelegen, zijn de „Ros molen" en het „Spraland" door geschiedenis en gewoonte zeer nauw met Geysteren verbonden. Van het kasteel Spraland hooger op aan de beek gelegen bestaat niets meer dan den heuvel, waar op het eens, het laatst inde 17e eeuw, heeft gelegen en twee oude boerderijenGroot en Klein 1 Spraland. Stroomafwaarts ligt de Ros molen, zonder twijfel een der mooiste plekjes van Noord- Limburg. Hier begint dat gedeelte van het beekdal, dat zooveel mogelijk ais natuurschoon bij de bekennormalisatie is gespaard gebleven en dat zich uitstrekt tot de reeds genoemde molen te Geysteren. als het ware vlak bij hun hoofden kwam het water van een hoogte van meer dan duizend voet afstroo- men, zich bruisend en schuimend in zee stortend. En toen vertoonde zich voor hun oogen het groote wonder, waarover zelfs Alan zich verbaasde, want het leek, alsof het schip stil lag en de bergen zich langzaam be gonnen te bewegen, waardoor het den indruk maakte alsof een onzicht bare, grootsche macht een tot nu toe gesloten deur opende en plotse ling werden groene heuvelhellingen waartegen glanzend-witte huisjes lagen, zichtbaar. Dit was Skagway, het middelpunt van romantiek, het monument van dappere mannen en moedige daden, dat langzaam uit zijn schuilplaats te voorschijn kwam. Alan wilde spreken, doch er was iets in het gezicht van het meisje, dat hem zwijgen deed. Haar lippen waren half geopend het was, alsof voor haar oogen een onverwacht iets oprees, iets, wat haar overweldigde en haar ook bijna verschrikte. En toen, alsof ze in zichzelf sprak en niet tot Alan Holt, zei ze fluiste rend Ik heb deze plaats vroeger ge zien..heel lang geleden. Het kan misschien wel honderd of duizend jaar terug zijn, maar ik ben er ge weest. Ik heb onder dien berg ge woond, waarover de waterval zich neerstort. Plotseling herinnerde zij zich, dat Alan naast haar stond. Ze keek naar hem op, doch hij begreep haar niet watervallen, en vanaf een berg, die op dat oogenblik, want er lag een EEN EPIDEMIE? Schier dag aan dag worden we opgeschrikt worden we nog op geschrikt door berichten dat personen van standing en aanzien zich hebben vergrepen aan ander mans goed, zoo merkt de „Volks krant" op. Notarissen, burgemeesters, direc teuren van instellingen passeeren de steeds langer wordende revue. Het zijn niet meer alleen en vooral steuntrekkers, die geen aangifie hebben gedaan van een stuiver, die een kleinigheid hebben weggenomen welke de aandracht vragen. Het is het bedrog uit de „betere" en hoogere kringen, sluw en listig overlegd bedrog veelal, dat aan de orde van den dag is. En men vraagt zich af hoeveel huizen van bewaring we zouden noodig hebben, indien op één oogen blik alle „onregelmatigheden" kwa men bloot te liggen, welke in ons land zijn of worden begaan. In een vroegere periode, die ook niet louter uit „transcendentale" wezens bestond om een woord te bezigen dat minister v. Schaik in de Eerste Kamer in verband met de naturalisatie van dr. Fritz Mannheimer heeft gebruikt was men op dit stuk aan een epidemie als waarvan we thans getuige zijn niet gewoon en men was oprech ter. Men heeft toen beleefd, dat een aanzienlijk Rotterdammer, lid van de Staten-Generaal, de wijk naar Amerika nam, maar hoe was heel het land daarvan vervuld; heerschte wat men zou noemen verslagenheid. Maar men noemde ook een kat een kat; men sprak van bankroet en bankroetier en men ging zoo iemand uit den weg. Thans kent men nog enkel het veel zachter klinkende woord fail lissement en wie failliet is geweest één of twee keeren, is altijd nog evenals Brutus in het beroemde treurspel, een honorabel man. Een ziekte van dezen tijd mag wel de eindelooze reeks verduis teringen en bedriegerijen van al lerlei aard worden genoemd, die de kolommen van de kranten ont sieren. Gisteren was het een collectan ten-college voor den crisisnood, dat en bloc werd vastgezet; van daag is het een notaris, die on regelmatigheden heeft gepleegd; morgen een algemeen geacht en door iedereen vertrouwd ambtenaar die zich aan verduistering heeft schuldig gemaakt. Aan de droevige litanie komt geen eind. Een enkele maal moge onver slordigheid de oorzaak eigenaardige, mysterieuze uitdrukking in haar oogen. Ik moet hier aan land gaan, zei ze. Ik wist niet, dat ik het al zoo gauw vinden zou. Wilt u.... Terwijl ze zijn arm aanraakte, wendde zij zich om. Toen hij naar haar keek, zag hij, hoe het eigen aardige licht uit haar oogen vei- dween, en, haar blik volgende be merkte hij hoe Rossland op korten afstand achter hen stond Het vol gende oogenblik keek Mary Standish weer naar de zee en wederom legde ze haar hand vertrouwelijk in de holte van zijn arm. Heeft u ooit het gevoel gehad, alsof u een man zou willen dooden, mijnheer Holt vroeg ze met een killen lach. Ja, antwoordde hij eenigszins onverwacht. En ik geef u ook de verzekering, wanneer te avond of morgen zich de gelegenheid voordoet, dat ik een zekeren man zal dooden, den man, die mijn vader vermoordde. Ze liet een kreet van afgrijzen hoorenHebben ze uw vader vermoord Jaindirect, maar n:et met een mes of een geweer, juffrouw Standish... Geld was het wapen., het geld van een ander. En John Graham was de man, die den slag toebracht. Als er nog eenige recht vaardigheid op aarde is, dan zal ééns de dag voor me aanbreken, waarop ik hem zal kunnen vermoorden. Wilt u me toestaan een verklaring van Rossland te eischen? Neen. Haar vingers sloten zich van wanbeheer zijn, in den regel heeft het boven z'n stand leven of en de zucht om door specu leeren een gat te stoppen tot be driegerijen geleid. Voor wie eenmaal, op het ver keerde pad is, is het verder afglij den zoo gemakkelijkmen ziet geen andêren uitweg en men heeft geen rem meer om de vaart naar beneden te stuiten. Men leeft er maar op los, voor het oog der wereld geacht en ge respecteerd, maar voor zich zelf, door onrust gefolterd, in de pijn lijke vrees, de kwellende angst dat vandaag of morgen het bedrog aan het licht zal komen. Zelfverwijt en naberouw zijn wellicht nog grooter straf dan die de rechter straks zal uitspreken het zal voorkomen dat het open baar worden van het vergrijp, waarmee een einde wordt gemaakt aan de tweeslachtige positie, het dubbele leven als men het zoo Doemen mag, als een verlossing wordt beschouwd. Dat het verschijnsel op zoo uit gebreide schaal voorkomt wijstop een moreel defect in onze samen leving. Wij zyn zooveel meer beschaafd dan vroeger, wij hebben ten aan zien van de cultuur reusachtige vorderingen gemaaktmaar de oude degelijkheid, de als het ware ingeschapen eerlijkheid zijn er bij ingeboet. Het blad trekt de volgende moraal uit de lessen van den dag Blijf eenvoudig, spring niet verder dan uw stok lang is, laat u niet meesleepen door de zucht naar groot doen. En vooralvoed uw kinderen op naar het beproefde recept van den godsdienst. Leer ze onthouding en soberheid, zich iets ontzeggenwillig niet alle wenschen in ook al zijt ge financieel daartoe in staat. Maak van de kinderen geen slap pelingen, maar vorm ze tot een sterk geslacht, staal ze voor den levensstrijd, te meer noodig naar- nate die strijd zwaarder is en zwaar der wordt. Het gebodgij zult niet stelen, waarbij stelen elke toeëigening is van hetgeen u niet toebehoort, is een goddelijk gebod. In onze ten deele ontkerstende maatschappij wordt dit te vaak uit het oog verloren. DE DOODSTRAF. Nog maar kort geleden schreef ik deze rubriek een scherp protest tegen het doodschieten door den eersten den besten kommies van een medemensch, ergens in de buurt van den St. Pietersberg bij Maastricht. De dood om wat gesmokkelde boter. Ik neem het niet voor de smokke laars op. Laat men alles doen om die menschen in handen te krijgen te straffen, allééngeef niet een kommies het recht om 'n smokkelaar dood te schieten, als-ie niet krijgen kan. Smokkelen is geen halsmisdaad smokkelaars zijn óók menschen smokkelaars smokke len wellicht alleen, omdat onze maatschappy onvoldoende geordend om aan allen, die werken willen, een bestaan te verschaffen. Er worden zoovele andere middelen ongebruikt gelaten om het smokkelen per auto te beletten of tegen te gaan, als daar zijn: Slagboomen, barricades, sprjkerplanken, het schie ten op banden. Is de trefkans op banden misschien te gering Als onze kommiezen dat beweren, doen ze hun eigen capaciteiten te kort. De man, die bij den St. Pieters berg werd doodgeschoten, was in het hoofd getroffen. Toeval Van de week hebben de kommiezen in de stad Maastricht wéér een smokke lenden autobestuurder doodgeschoten En wéér was ook deze man in het hoofd getroffen De ongelukkige gaf een gil en ze deze weer langzaam terug. Ik heb liever niet, dat u dat. doet. Als hij die zou geven, dan zou u mij haten... Vertel me iets van Skagway, mijnheer Holt, dat zal veel prettiger zijn. VI. Niet voordat de schemering viel, de Westelijke bergen diepe, donkere schaduwen afwierpen, en de „Nome" langzaam haar koers door den nau- wen waterweg naar de open zee richtte, drong de volle beteekenis van hetgeen dien middag gebeurd was tot Alan door. Urenlang had hij zich overgegeven aan een gevoel, dat hij niet verklaren kon, en dat hij onder gewone omstandigheden zich zelf nooit zou hebben vergeven Hij was met Mary Standish aan land gegaan. Twee uur lang had zij aan zijn zijde gewandeid, hem vragen stellend, en naar hem luisterend, zoo- als nog nimmer iemand tevoren dit jedaan had. Hij had haar Skagway aten zien. Hij wees haar de door den wind geteisterde bergkloven waar Skagway zich dagelijks uit, breidde hij vertelde haar van die oude dagen van romantiek, avon turen en moorden, van Soapy Smith met zijn bende vogelvrij verklaarden en zij aan zij stonden ze aan Soapy's graf, toen de zon lager begon te zinken. Maar boven alles had ze gewild, dat hij haar van zichzelf vertellen zou. En dat had hij dan ook ge daan. Tot nu toe begreep hij nog iïSXmmmfw Als Gij 's nachts niet slapen kunt door de benauwdheid op Uw borst. Als Uw ademhaling moeilijker en pijn lijker wordt door de verstopping van Uw luchtpijptakken, neem dan Akker's Abdijsiroop. Gij zult Uw benauwdheid overmeesteren, want de slijm zal zon der moeite loskomen. Vanaf den eersten lepel begint de verlichting. Dat opgeblazen, benauwde gevoel zal verdwijnen en na korten tijd zult Gij geen spoor meer van die borst- benauwdheid bemerken. Neem dus bij Hoest-Griep-Bronchitis-Asthma VértwogdëwéSmq Verlaaqdepnjzenj Door een NIEUWE toevoeging v/erkt NU Abdijsiroop 2x zoo snel als veorheen I daarna reed zyn auto te pletter. Het slachtoffer lag met doorschoten hoofd door de voorruit van de cabine. En nóg stoof 'n kommies met ge trokken revolver op dit hoofd af.... Alsof het om 'n verscheurend beest gaat, dat zelfs in z'n doodstrijd nog niet te vertrouwen is. Vorige week Donderdag is op den Scharnerweg bij Maastricht nóg 'n smokkelaar geraakt. In den schouder. De man leeft gelukkig nog. Drie gevallen in enkele weken. Alleen te Maastricht. We spannen ons in Nederland zoo veel mogelijk in om den wereldvrede te bevorderen. Laten we bedenken, dat de oorlogs gruwel niet als een gruwel zal worden aangezien, als het volk niet de hooge waarde van een menschen- leven wordt ingeprent. Zal echter de massa op den duur de waarde van een menschenleven wel hoog taxeeren, wanneer de over heid eiken kommies het recht blijft toekennen om den smokkelaar van boter of suiker neer te schieten Een smokkelaar is geen dief. Hij betaalt de waren, die hij koopt. Alleen hij is een belastingontduiker. Als elke Nederlander, die in eeni- gerlei vorm zyn verschuldigde be lasting ontduikt, moest worden neergeschoten, dan zou ons land gedrenkt worden in 't bloed. VINDERSLOON. In de pers loopt het historisch verhaal van een laat-eerlyken vinder, die in plaats van de toegezegde be looning van f 100, een proces-verbaal kreeg. Een bediende vaneen derGroning- sche prov. bedrijven verloor een actetasch met f 1600. De eerlijke vinder kwam niet opdagen. Na een paar dagen plaatste de verliezer een advertentie, waarin hij voor de terug bezorging f 100 uitloofde. Toen werd hem de tasch door een melkventer teruggebracht. Maar deze kreeg in plaats van de belooning, een proces-verbaal van de politie, omdat hij niet had voldaan aan de bepaling der politieverordening, welke tot aangifte binnen 2 x 24 u. verplicht. Wettelijk is de zaak van de zijde der politie volkomen in orde. Maar het optreden ook practisch en tactisch Ook laat-optredende eerlijkheid be hoord m.i. niet te worden gestraft. Duizenden menschen hebben door het uitloven van een belooning din gen teruggekregen, welke van zeer groote waarde voor hen waren, materieel of geestelijk. Na de circulatie in de pers van het bovenbedoelde bericht zal zoo goed als niemand het meer wagen om in te gaan op advertentiën, waarin belooningen worden aange boden voor de terugbezorging van verloren gegane zaken. krampachtig om zijn arm. Toen trok niet ten volle, hoeveel hij haar eigen- lijk al had toevertrouwd. Het kwam hem voor, alsof er iets van dit slanke, mooie meisje uitging, wat hem er als het ware toe ge dwongen had haar de meest intieme dingen te vertellen. Het leek hem, alsof ze een met hem was, toen hij vertelde van zijn geliefd land aan den voet van de Endicottbergen, de uitgestrekte steppen, zijn kudden en zijn menschen. Het was ook daar. dat hij haar sprak over de nieuwe wereld, die hij bezig was op te bouwen en de gloed in haar oogen en de trilling van haar stem hadden hem zoo mee gesleept, dat hij vergat, dat Rossland op de loopplank van het schip stond te wachten, totdat zij zouden terug- keeren. Hij had luchtkasteelen ge bouwd en het eigenaardige van alles was, dat zij hem daarbij geholpen had. Hij beschreef haar de verandering, die langzamerhand over Alaska kwam de vervanging van de bergpaden door moderne, breede wegen, het aanleggen der spoorwegen, het ont» staan van steden, waar weinige jaren geleden slechts tenten geweest waren. Toen hij haar sprak over den voor uitgang der beschaving en hoe alles moest wijken voor de wetenschap en de uitvindingen, had hij een blik van twijfel in de grijze oogen ge zien. i Wordt vervolgd,

Peel en Maas | 1936 | | pagina 5