TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
ABDumom
Tusschen Ven
en Maas.
Het Kasteel
Geijsteren.
FEUILLETON.
Geluksdroom
Bedrog en verduis
tering in ontstel
lende mate.
Krakelingen.
Benauwd?
Zaterdag 25 Juli 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 30
Dit bouwwerk, waarvan wij
niet weten in welken tijd de
grondvesten zijn gelegd, maar,
dat in de 13de eeuw reeds be
kend was, ligt op den linker
oever der Geijsterensche beek,
niet ver van hare monding in de
Maas.
Volgens traditie heeft de Maas
vroeger meer westelijk geloopen,
vlak langs het kasteel. Wellicht
is de Maas toen ook breeder
geweest. Een feit is, dat het
weiland tusschen kasteel en Maas
op alluvialen grond van jongeren
datum is aangelegd, die door
kribwerken en indijkingen ter
bevordering der aanslibbing, op
den linker Maasoever zijn aan
gewonnen.
Dergelijke dijken zijn nog aan
wezig en nog in de vorige eeuw
zijn vergunningen verleend tot
het maken van kribwerken' ter
bevordering der aanslibbing.
In de eerste helft der vorige
eeuw heeft de beek, die zich bij
de kerk in twee armen splitste,
het kasteel en zijn aarhoorig-
heden geheel ingesloten; thans
loopt de beek nog maar alleen
aan de noord- en oostzijde; het
beekwater wordt hoogerop opge
stuwd en ondergronds naar de
nog bestaande binnengrachten
geleid en verlaat deze weer op
dezelfde wijze.
Op enkele honderden meters
afstand van het kasteel is de grens
tusschen Limburg en Noord-
Brabant.
Vooral in den tijd, toen deze
twee gewesten niet tot hetzelfde
land behoorden, was deze schei
ding van beteekenis en was de
plaats waar het kasteel lag een
voornaam punt.
Deze grens bereikt de Maas in
het middenpunt van den grooten
bocht ten noorden van het kas
teel. Deze plaats heet van ouds
de tempelplaats; men heeft van
daar een bijzonder mooi uitzicht.
Hier in de buurt, waar zich nog
rivierduinen bevinden en waar
de grond dus ouder is dan de
Maaswaarden, zijn Romeinsche
munten uit het jaar 300 na Chr.
gevonden.
Hier liggen ook nog oude
wallen en slooten, de Laadweer
genoemd. Misschien hebben de
genen wel gelijk, die Geijsteren
van „Castrum" afleiden en zijn
oorsprong terugvoeren tot den
tijd voor de volksverhuizing.
In de 13de eeuw was Geijsteren
eigendom van een geslacht, dat
zich van Geijsteren noemde. In
de 14de eeuw waren de Heeren
van Geijsteren, voogden van
Straelen.
In het jaar 1400 was Geijsteren
eigendom der familie van Broek
huizen, die ook het kasteel Spra-
land onder Oostrum bij Venray
bezat.
Door erfdeeling kwam in 1465
door
JAMES OLIVER CURWOOD.
11.
Boven aan de trap fluisterde zij,
terwijl haar mond heel dicht bij zijn
schouder was
U heeft zich schitterend ge
dragen. Dank u wel, mijnheer Holt.
Deze woorden, die gepaard gin
gen met een duidelijk merkbaar los
laten van zijn arm, werkten op hem
als een koude douche.
Rossland kon hen niet langer zien,
tenzij hij hen gevolgd was. Het
meisje had haar doel bereikt, want
voor den tweeden keer had hij de
rol van een hersenloozen dwaas ge
speeld. Maar dit maakte hem niet
boos. Er was iets grappigs in de
heele situatie en Mary Standish
hoorde hem zachtjes voor zich uit
lachen, toen ze aan dek kwamen.
Verwijtend sloten haar vinger zich
vaster om zijn arm.
Het is heusch niet grappig, zei
ze terechtwijzend. Het is allesbehalve
pleizierig om door zoo n man lastig
gevallen te worden.
Hij wist, dat ze een beleefde leugen
verzon, om de vraag, die hij haar
eventueel zou kunnen doen. te voor
komen, en hij vroeg zich af, hoe
een gedeelte in het bezit der
familie van Eyl.
Het aandeel der familie van
Broekhuizen ging in 1484 op
dezelfde wijze over in het bezit
der familie Schellart van Obben-
dorf, Heeren van Schinnen, die
in 1592 het aandeel der familie
van Eyl door koop verkregen.
In 1768 stierf de eenigste
dochter van den graaf van Schel
lart te Schinnen, tengevolge van
een ongeluk. De graaf van Schel
lart stelde toen een dochter van
zijn vrouws broeder, den graaf
van Hoensbroek, in tot erfge
name zijner goederen in Limburg
Marie-Anna van Hoensbroek.
Deze was te Hillenraadt ge
boren en een zuster van Damiaan
van Hoensbroek, laatste prins
bisschop van Roermond, wiens
ballingschap te Venlo zij tijdens
de Fransche revolutie deelde. Zij
trouwde na zijn overlijden met
Caspar Karei de Weichs deWenne
in 1806 en vestigde zich met
hem te Geysteren.
Door de tijdelijke tweeheerlijk
heid waren te Geysteren twee
kasteelen ontstaan, vlak naast
elkaar gelegen en alleen door
een gracht gescheiden. Op het
einde der 16e eeuw zijn deze,
nadat zij door Staatsche troepen
gedeeltelijk waren gesloopt, door
Spaansche troepen verbrand.
In de eerste helft der 17e eeuw
hebben de graven van Schellart
op de bouwvallen het oostelijk
kasteel hersteld en de daarbij
behoorende voorburcht aangelegd
op de plaats, waar voorheen het
andere heerenhuis had gelegen.
Het thans bestaande gebouw is
ontstaan, doordat aan het oudste
gedeelte, dat naar de Maas toe-
gelegen was en geflankeerd werd
door de nog bestaande vierkanten
toren en den ronden traptoren,
een ridderzaal aangebouwd was,
die geleidelijk verbonden werd
met de oude inrijpoort op de
zuidzijde. Later werd deze weder
om verbonden met den grooten
vierkanten toren, zoodat er een
door gebouwen ingesloten binnen
hof ontstond.
Opmerkelijk is, dat het peil
deze gebouwen in den loop
der tijden herhaaldelijk is ver
hoogd in verband met de hoogere
waterstanden der Maas als gevolg
der vernauwing van het rivierbed.
In 1666 werden op het binnen
hof naar Florentijnsch voorbeeld
de colonaden aangelegd en daarop
nieuwe buitenmuren opgetrokken,
waardoor ook in de verdiepingen
een rondloopende gang werd
verkregen. Door de uitbreiding
van het kasteel werden de torens
bijna geheel ingebouwd.
in 1918 is het kasteel uitge
brand. Bij de herstelwerkzaam
heden werd het oudste gedeelte
aan de noordzijde en het jongste
gedeelte aan de westzijde afge
broken, waardoor alhier de ter
rassen zijn ontstaan.
De twee torens kwamen hier
door vrij te liggen. De binnen
plaats is bijna onveranderd
gebleven, alleen is de muur
boven de colonade belangrijk
verlaagd, hetgeen noodig was
om de torens beter tot hun recht
te doen komen.
haar houding zijn zou, als hij haar
liet bemerken, dat hij haar alleen met
Rossland na middernacht op het dek
had gezien. Hij keek haar aan en
onbevreesd blikte zij hem in de
oogen. Ze glimlachte zelfs tegen hem
hij moest zichzelf bekennen, dat
hij nimmer in mooiere, leugenachtiger
oogen had gekeken. Een eigenaardig
gevoel maakte zich van hem meester,
soort van trots en hij besloot
niets te zeggen over Rossland. Hij
had nog steeds de overtuiging, dat
hij - niet het minste belang stelde in
zaken, die hem niet aangingen.
Mary Standish scheen blijkbaar te
denken, dat hij blind was en hij
wilde geen enkele poging doen om
haar van het tegenovergestelde te
overtuigen. Dit zou op den duur de
verstandigste manier blijken te zijn.
Zelfs nu scheen ze het voorval
aan den voet van de trap vergeten
te zijn. Er lag een zachtere glans in
haar oogen, toen zij bij den voor
steven van het schip aankwamen, en
Alan verbeeldde zich een onderdruk
ten uitroep van bewondering te
hooren, toen ze naar de prachtige
baai van Taiya keek.
Recht voor ben kronkelde zich als
een lila lint de nauwe waterweg naar
Skagway, terwijl aan beide zijden
hooge bergen verrezen, tot aan hun
besneeuwde toppen, die aan witte
lakens deden denken, bedekt mét
groene bosschen.
Het werd al voorjaar in de bergen
boven het kalme stampen der
raderen uit hoorden zij de zacht
vloeiende muziek van de ontelbare
Het is merkwaardig hoe het
geheel ondanks de vele toeval
ligheden, die bij de herhaalde
verbouwingen een rol gespeeld
hebben, ten slotte toch een voor
het oog zeer symetrisch geheel
vormt. Ook de bouwtrant is
gelijkvormig doorgevoerd. De stijl
kan genoemd worden Neder-
landsche Renaissance in den
meest eenvoudigen vorm, ietwat
geïnspireerd door de gothiek. De
voorburg heeft door den brand
niet geleden en is onveranderd
gebleven.
De linden der oprijlaan zijn in
1797 geplant, evenals de iepen
en beuken, die helaas afsterven.
Merkwaardig is behalve de eiken
aan het begin der laan, nog een
ceder v. d. Libanon en een Wel-
lingtonia in den tuin en de
kastanje voor het kasteel.
Ten zuiden van de kerk ligt
onder oeroude eiken de groote
hoeve „de Boogaard", voor de
Fransche revolutie een leengoed
van het klooster St. Agatha, thans
eigendom der familie Geurts, op
volgster der families Kersten en
en Peeters.
Een merkwaardig gebouw in
het dorp is „de Spijkert", het
eerste huis links, wanneer men
van het oosten het dorp inkomt.
Door erfdeeling is deze hoeve
een tijdlang in het bezit der
families von Hatzfeld-Wevelink-
hoven en Folleville-Vitrolles ge
weest, maar werd in 1819 terug
gekocht. Op eenigen afstand ligt
in het noorden de „Oude Pastorie"
als bouwwerk niet onbelangrijk,
evenals het daarachter gelegen
„Bazenhuis." Nog verder in deze
richting ligt de Geystersche molen
en twee afzonderlijk liggende
oude boerderijen, die niettegen
staande hun namen „Nieuwenhof"
en „Jonkhof" reeds in de oudste
stukken voorkomen.
In het dorp zelf zijn verschil
lende oude huizen, die zich goed
bij de omgeving aanpassen.
Midden door het dorp loopt
de scheiding van twee der ver
schillende terrassen, die ook voor
deze streek karakteristiek zijn en
die een hoogte verschil van 3i/s
meter aanwijzen. Ten westen van
het dorp ligt een groot ven, het
„rozendal" genaamd. Dit is een
der vennen, die zich uitstrekken
van de Geystersche tot de Wans-
sumsche beek, over een lengte
van 3 K.M., waarvan echter de
meest noordelijke en zuidelijke
zijn drooggelegd. Men zegt dat
hier in den ijstijd bijzonder groote
ijsschotsen hebben gelegen, die
later dan het aangrenzende terrein
zijn ontdooid.
Ten noord-westen van het dorp
ligt op de grens der gemeente
Wanssum en der gemeente Venray
aan den rand van thans beboschte
binnenduinen de „St. Willibror-
duskapel." De gevelsteen boven
de deur vertoont hetzelfde wapen
en hetzelfde jaartal als de gevel
steen boven de inrijpoort van
het kasteel, n 1. Schellart-Witten-
horst 1658. De kapel is echter,
wat hare fundamenten betreft,
van veel ouderen datum.
Ofschoon niet in dezelfde ge
meenten gelegen, zijn de „Ros
molen" en het „Spraland" door
geschiedenis en gewoonte zeer
nauw met Geysteren verbonden.
Van het kasteel Spraland hooger
op aan de beek gelegen bestaat
niets meer dan den heuvel, waar
op het eens, het laatst inde 17e
eeuw, heeft gelegen en twee oude
boerderijenGroot en Klein 1
Spraland.
Stroomafwaarts ligt de Ros
molen, zonder twijfel een der
mooiste plekjes van Noord-
Limburg. Hier begint dat gedeelte
van het beekdal, dat zooveel
mogelijk ais natuurschoon bij de
bekennormalisatie is gespaard
gebleven en dat zich uitstrekt tot
de reeds genoemde molen te
Geysteren.
als het ware vlak bij hun hoofden
kwam het water van een hoogte
van meer dan duizend voet afstroo-
men, zich bruisend en schuimend in
zee stortend. En toen vertoonde zich
voor hun oogen het groote wonder,
waarover zelfs Alan zich verbaasde,
want het leek, alsof het schip stil
lag en de bergen zich langzaam be
gonnen te bewegen, waardoor het
den indruk maakte alsof een onzicht
bare, grootsche macht een tot nu
toe gesloten deur opende en plotse
ling werden groene heuvelhellingen
waartegen glanzend-witte huisjes
lagen, zichtbaar. Dit was Skagway,
het middelpunt van romantiek, het
monument van dappere mannen en
moedige daden, dat langzaam uit zijn
schuilplaats te voorschijn kwam.
Alan wilde spreken, doch er was
iets in het gezicht van het meisje,
dat hem zwijgen deed.
Haar lippen waren half geopend
het was, alsof voor haar oogen
een onverwacht iets oprees, iets, wat
haar overweldigde en haar ook bijna
verschrikte.
En toen, alsof ze in zichzelf sprak
en niet tot Alan Holt, zei ze fluiste
rend
Ik heb deze plaats vroeger ge
zien..heel lang geleden. Het kan
misschien wel honderd of duizend
jaar terug zijn, maar ik ben er ge
weest. Ik heb onder dien berg ge
woond, waarover de waterval zich
neerstort.
Plotseling herinnerde zij zich, dat
Alan naast haar stond. Ze keek naar
hem op, doch hij begreep haar niet
watervallen, en vanaf een berg, die op dat oogenblik, want er lag een
EEN EPIDEMIE?
Schier dag aan dag worden we
opgeschrikt worden we nog op
geschrikt door berichten dat
personen van standing en aanzien
zich hebben vergrepen aan ander
mans goed, zoo merkt de „Volks
krant" op.
Notarissen, burgemeesters, direc
teuren van instellingen passeeren de
steeds langer wordende revue.
Het zijn niet meer alleen en vooral
steuntrekkers, die geen aangifie
hebben gedaan van een stuiver, die
een kleinigheid hebben weggenomen
welke de aandracht vragen.
Het is het bedrog uit de „betere"
en hoogere kringen, sluw en listig
overlegd bedrog veelal, dat aan de
orde van den dag is.
En men vraagt zich af hoeveel
huizen van bewaring we zouden
noodig hebben, indien op één oogen
blik alle „onregelmatigheden" kwa
men bloot te liggen, welke in ons
land zijn of worden begaan.
In een vroegere periode, die ook
niet louter uit „transcendentale"
wezens bestond om een woord
te bezigen dat minister v. Schaik
in de Eerste Kamer in verband
met de naturalisatie van dr. Fritz
Mannheimer heeft gebruikt was
men op dit stuk aan een epidemie
als waarvan we thans getuige zijn
niet gewoon en men was oprech
ter.
Men heeft toen beleefd, dat een
aanzienlijk Rotterdammer, lid van
de Staten-Generaal, de wijk naar
Amerika nam, maar hoe was heel
het land daarvan vervuld;
heerschte wat men zou noemen
verslagenheid.
Maar men noemde ook een kat
een kat; men sprak van bankroet
en bankroetier en men ging zoo
iemand uit den weg.
Thans kent men nog enkel het
veel zachter klinkende woord fail
lissement en wie failliet is geweest
één of twee keeren, is altijd nog
evenals Brutus in het beroemde
treurspel, een honorabel man.
Een ziekte van dezen tijd mag
wel de eindelooze reeks verduis
teringen en bedriegerijen van al
lerlei aard worden genoemd, die de
kolommen van de kranten ont
sieren.
Gisteren was het een collectan
ten-college voor den crisisnood,
dat en bloc werd vastgezet; van
daag is het een notaris, die on
regelmatigheden heeft gepleegd;
morgen een algemeen geacht en
door iedereen vertrouwd ambtenaar
die zich aan verduistering heeft
schuldig gemaakt.
Aan de droevige litanie komt
geen eind.
Een enkele maal moge onver
slordigheid de oorzaak
eigenaardige, mysterieuze uitdrukking
in haar oogen.
Ik moet hier aan land gaan,
zei ze. Ik wist niet, dat ik het al
zoo gauw vinden zou. Wilt u....
Terwijl ze zijn arm aanraakte,
wendde zij zich om. Toen hij naar
haar keek, zag hij, hoe het eigen
aardige licht uit haar oogen vei-
dween, en, haar blik volgende be
merkte hij hoe Rossland op korten
afstand achter hen stond Het vol
gende oogenblik keek Mary Standish
weer naar de zee en wederom legde
ze haar hand vertrouwelijk in de
holte van zijn arm.
Heeft u ooit het gevoel gehad,
alsof u een man zou willen dooden,
mijnheer Holt vroeg ze met een
killen lach.
Ja, antwoordde hij eenigszins
onverwacht. En ik geef u ook de
verzekering, wanneer te avond of
morgen zich de gelegenheid voordoet,
dat ik een zekeren man zal dooden,
den man, die mijn vader vermoordde.
Ze liet een kreet van afgrijzen
hoorenHebben ze uw vader
vermoord
Jaindirect, maar n:et met
een mes of een geweer, juffrouw
Standish... Geld was het wapen.,
het geld van een ander. En John
Graham was de man, die den slag
toebracht. Als er nog eenige recht
vaardigheid op aarde is, dan zal ééns
de dag voor me aanbreken, waarop
ik hem zal kunnen vermoorden.
Wilt u me toestaan een verklaring
van Rossland te eischen?
Neen. Haar vingers sloten zich
van wanbeheer zijn, in den regel
heeft het boven z'n stand leven of
en de zucht om door specu
leeren een gat te stoppen tot be
driegerijen geleid.
Voor wie eenmaal, op het ver
keerde pad is, is het verder afglij
den zoo gemakkelijkmen ziet
geen andêren uitweg en men heeft
geen rem meer om de vaart naar
beneden te stuiten.
Men leeft er maar op los, voor
het oog der wereld geacht en ge
respecteerd, maar voor zich zelf,
door onrust gefolterd, in de pijn
lijke vrees, de kwellende angst dat
vandaag of morgen het bedrog
aan het licht zal komen.
Zelfverwijt en naberouw zijn
wellicht nog grooter straf dan die
de rechter straks zal uitspreken
het zal voorkomen dat het open
baar worden van het vergrijp,
waarmee een einde wordt gemaakt
aan de tweeslachtige positie, het
dubbele leven als men het zoo
Doemen mag, als een verlossing
wordt beschouwd.
Dat het verschijnsel op zoo uit
gebreide schaal voorkomt wijstop
een moreel defect in onze samen
leving.
Wij zyn zooveel meer beschaafd
dan vroeger, wij hebben ten aan
zien van de cultuur reusachtige
vorderingen gemaaktmaar de
oude degelijkheid, de als het ware
ingeschapen eerlijkheid zijn er bij
ingeboet.
Het blad trekt de volgende moraal
uit de lessen van den dag
Blijf eenvoudig, spring niet verder
dan uw stok lang is, laat u niet
meesleepen door de zucht naar groot
doen.
En vooralvoed uw kinderen op
naar het beproefde recept van den
godsdienst.
Leer ze onthouding en soberheid,
zich iets ontzeggenwillig niet alle
wenschen in ook al zijt ge financieel
daartoe in staat.
Maak van de kinderen geen slap
pelingen, maar vorm ze tot een
sterk geslacht, staal ze voor den
levensstrijd, te meer noodig naar-
nate die strijd zwaarder is en zwaar
der wordt.
Het gebodgij zult niet stelen,
waarbij stelen elke toeëigening is
van hetgeen u niet toebehoort, is
een goddelijk gebod.
In onze ten deele ontkerstende
maatschappij wordt dit te vaak uit
het oog verloren.
DE DOODSTRAF.
Nog maar kort geleden schreef ik
deze rubriek een scherp protest
tegen het doodschieten door den
eersten den besten kommies van een
medemensch, ergens in de buurt van
den St. Pietersberg bij Maastricht.
De dood om wat gesmokkelde boter.
Ik neem het niet voor de smokke
laars op. Laat men alles doen om
die menschen in handen te krijgen
te straffen, allééngeef niet
een kommies het recht om 'n
smokkelaar dood te schieten, als-ie
niet krijgen kan. Smokkelen is
geen halsmisdaad smokkelaars zijn
óók menschen smokkelaars smokke
len wellicht alleen, omdat onze
maatschappy onvoldoende geordend
om aan allen, die werken willen,
een bestaan te verschaffen.
Er worden zoovele andere middelen
ongebruikt gelaten om het smokkelen
per auto te beletten of tegen te
gaan, als daar zijn: Slagboomen,
barricades, sprjkerplanken, het schie
ten op banden.
Is de trefkans op banden misschien
te gering
Als onze kommiezen dat beweren,
doen ze hun eigen capaciteiten te
kort. De man, die bij den St. Pieters
berg werd doodgeschoten, was in
het hoofd getroffen. Toeval Van
de week hebben de kommiezen in de
stad Maastricht wéér een smokke
lenden autobestuurder doodgeschoten
En wéér was ook deze man in het
hoofd getroffen
De ongelukkige gaf een gil en
ze deze weer langzaam terug. Ik heb
liever niet, dat u dat. doet. Als hij
die zou geven, dan zou u mij
haten... Vertel me iets van Skagway,
mijnheer Holt, dat zal veel prettiger
zijn.
VI.
Niet voordat de schemering viel,
de Westelijke bergen diepe, donkere
schaduwen afwierpen, en de „Nome"
langzaam haar koers door den nau-
wen waterweg naar de open zee
richtte, drong de volle beteekenis
van hetgeen dien middag gebeurd
was tot Alan door. Urenlang had
hij zich overgegeven aan een gevoel,
dat hij niet verklaren kon, en dat hij
onder gewone omstandigheden zich
zelf nooit zou hebben vergeven Hij
was met Mary Standish aan land
gegaan. Twee uur lang had zij aan
zijn zijde gewandeid, hem vragen
stellend, en naar hem luisterend, zoo-
als nog nimmer iemand tevoren dit
jedaan had. Hij had haar Skagway
aten zien. Hij wees haar de door
den wind geteisterde bergkloven
waar Skagway zich dagelijks uit,
breidde hij vertelde haar van die
oude dagen van romantiek, avon
turen en moorden, van Soapy Smith
met zijn bende vogelvrij verklaarden
en zij aan zij stonden ze aan Soapy's
graf, toen de zon lager begon te
zinken.
Maar boven alles had ze gewild,
dat hij haar van zichzelf vertellen
zou. En dat had hij dan ook ge
daan. Tot nu toe begreep hij nog
iïSXmmmfw
Als Gij 's nachts niet slapen kunt
door de benauwdheid op Uw borst.
Als Uw ademhaling moeilijker en pijn
lijker wordt door de verstopping van
Uw luchtpijptakken, neem dan Akker's
Abdijsiroop. Gij zult Uw benauwdheid
overmeesteren, want de slijm zal zon
der moeite loskomen. Vanaf den
eersten lepel begint de verlichting.
Dat opgeblazen, benauwde gevoel
zal verdwijnen en na korten tijd zult
Gij geen spoor meer van die borst-
benauwdheid bemerken. Neem dus bij
Hoest-Griep-Bronchitis-Asthma
VértwogdëwéSmq
Verlaaqdepnjzenj
Door een NIEUWE toevoeging v/erkt NU
Abdijsiroop 2x zoo snel als veorheen I
daarna reed zyn auto te pletter. Het
slachtoffer lag met doorschoten
hoofd door de voorruit van de cabine.
En nóg stoof 'n kommies met ge
trokken revolver op dit hoofd af....
Alsof het om 'n verscheurend beest
gaat, dat zelfs in z'n doodstrijd nog
niet te vertrouwen is.
Vorige week Donderdag is op den
Scharnerweg bij Maastricht nóg 'n
smokkelaar geraakt. In den schouder.
De man leeft gelukkig nog.
Drie gevallen in enkele weken.
Alleen te Maastricht.
We spannen ons in Nederland zoo
veel mogelijk in om den wereldvrede
te bevorderen.
Laten we bedenken, dat de oorlogs
gruwel niet als een gruwel zal
worden aangezien, als het volk niet
de hooge waarde van een menschen-
leven wordt ingeprent.
Zal echter de massa op den duur
de waarde van een menschenleven
wel hoog taxeeren, wanneer de over
heid eiken kommies het recht blijft
toekennen om den smokkelaar van
boter of suiker neer te schieten
Een smokkelaar is geen dief. Hij
betaalt de waren, die hij koopt.
Alleen hij is een belastingontduiker.
Als elke Nederlander, die in eeni-
gerlei vorm zyn verschuldigde be
lasting ontduikt, moest worden
neergeschoten, dan zou ons land
gedrenkt worden in 't bloed.
VINDERSLOON.
In de pers loopt het historisch
verhaal van een laat-eerlyken vinder,
die in plaats van de toegezegde be
looning van f 100, een proces-verbaal
kreeg.
Een bediende vaneen derGroning-
sche prov. bedrijven verloor een
actetasch met f 1600. De eerlijke
vinder kwam niet opdagen. Na een
paar dagen plaatste de verliezer een
advertentie, waarin hij voor de terug
bezorging f 100 uitloofde.
Toen werd hem de tasch door een
melkventer teruggebracht. Maar deze
kreeg in plaats van de belooning,
een proces-verbaal van de politie,
omdat hij niet had voldaan aan de
bepaling der politieverordening,
welke tot aangifte binnen 2 x 24 u.
verplicht.
Wettelijk is de zaak van de zijde
der politie volkomen in orde. Maar
het optreden ook practisch en
tactisch
Ook laat-optredende eerlijkheid be
hoord m.i. niet te worden gestraft.
Duizenden menschen hebben door
het uitloven van een belooning din
gen teruggekregen, welke van zeer
groote waarde voor hen waren,
materieel of geestelijk.
Na de circulatie in de pers van
het bovenbedoelde bericht zal zoo
goed als niemand het meer wagen
om in te gaan op advertentiën,
waarin belooningen worden aange
boden voor de terugbezorging van
verloren gegane zaken.
krampachtig om zijn arm. Toen trok niet ten volle, hoeveel hij haar eigen-
lijk al had toevertrouwd.
Het kwam hem voor, alsof er iets
van dit slanke, mooie meisje uitging,
wat hem er als het ware toe ge
dwongen had haar de meest intieme
dingen te vertellen. Het leek hem,
alsof ze een met hem was, toen hij
vertelde van zijn geliefd land aan
den voet van de Endicottbergen, de
uitgestrekte steppen, zijn kudden en
zijn menschen.
Het was ook daar. dat hij haar
sprak over de nieuwe wereld, die
hij bezig was op te bouwen en de
gloed in haar oogen en de trilling
van haar stem hadden hem zoo mee
gesleept, dat hij vergat, dat Rossland
op de loopplank van het schip stond
te wachten, totdat zij zouden terug-
keeren. Hij had luchtkasteelen ge
bouwd en het eigenaardige van alles
was, dat zij hem daarbij geholpen
had.
Hij beschreef haar de verandering,
die langzamerhand over Alaska kwam
de vervanging van de bergpaden
door moderne, breede wegen, het
aanleggen der spoorwegen, het ont»
staan van steden, waar weinige jaren
geleden slechts tenten geweest waren.
Toen hij haar sprak over den voor
uitgang der beschaving en hoe alles
moest wijken voor de wetenschap
en de uitvindingen, had hij een blik
van twijfel in de grijze oogen ge
zien.
i Wordt vervolgd,