TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Het twee- op stelsel een- FEUILLETON. Geluksdroom Overdenkingen i£r; 'n Barstende Hoofdpijn AKKERTJES Veilig verkeer! Zaterdag 6 Juni 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 23 Een schrede naar de oplossing van het vraag stuk der ieugdwerkloos- heid? In het vorige jaar heeft de Minister van Sociale Zaken aan de gemeentebesturen verzocht om de instelling te bevorderen van plaatselijke commissies, welke het opnemen van jongeren in 't bedrijfsleven zouden bevorderen. Het is niet hard geloopen met de oprichting van deze commis sies. Ze misten trouwens een be hoorlijke mogelijkheid van actie voeren. De weg. dien de minister ze wees, kwam velen onbegaan baar voor. We hebben ook onze groote bezwaren tegen dien weg aan stonds genoemd. De minister wilde door de voorgestelde com missies de plaatsing bevorderd zien van jeugdige werkkrachten zonder of tegen zeer geringe vergoeding in bedrijven, waar ze dan, om maar aan den gang te komen, aan onnutter, onpro- ductieven, dus onnoodigen arbeid gezet konden worden. Wanneer in de vacature van een productieve werkkracht moest worden voorzien, zouden deze „vrijwilligers" voorkeur krijgen De mensch is tenslotte een redelijk wezen en hij laat zich niet graag aan onnutten arbeid plaatsen. Dien kan hij trouwens thuis ook wel vinden. Voor de ontwikkeling van spieren en het behoud van de lichaamskracht zou het misschien wel nuttig kunnen zijn voorden jeugdigen werklooze als hij in den tuin van zijn woning eiken dag een put van een paar ku bieke meters graaft en dien ten besluite van zijn dagtaak weer dicht werpt, maar we stellen ons voor, dat een groot deel der jeugdige werkloozen aldus op hun 20ste jaar weer tot hun kindsheid van geest zouden zijn teruggekeerd. Een ander groot practisch be zwaar tegen de voorgestelde regeling was het te vreezen mis bruik door sommige werkgevers. Wie zal precies bepalen, wat in een bedrijf „onnutte arbeid" is? De geesel der werkloosheid is als zoodanig al erg en schade lijk genoeg hij behoeft niet te worden verzwaard met de plaag van nietbetaalden jeugd- arbeid. In een nieuwe circulaire aan de gemeentebesturen heeft de minister thans erkend, dat het moeilijk is gebleken om te be palen, wat onder onnutten arbeid moet worden verstaan; hij geeft een zestal voorbeelden van bezig heden, welke ontwijfelbaar als „onnut" kunnen worden geken door JAMES OLIVER CURWOOD. 4. Ik ben hier geheel alleen, zei Mary Standish, zonder vrienden. Ik wilde graag het een en ander zien en eenige vragen stellen. Wilt u me een weinig helpen U bedoelt, dat ik u vergezel len zal Ja, graag... ik zou me dan veel meer op mijn gemak gevoelen. Alhoewel het hem aanvankelijk minder aanstond, drong 't grappige Van de situatie toch tot hem door én hij verbaasde zich over den Qrooten ernst van het meisje. Er was geen spoor van een glimlach te bespeuren. In haar oogen lag een rustige, zakelijke blik, doch de uitdrukking was tegelijkertijd liefeüjk, Zooals u het voorstelt, kan ik het slecht weigeren, zeide Alan. Wat echter de vragen aangaat, kan waarschijnlijk kapitein Rifle u beter antwoorden dan ik. Ik wil hem niet lastig vallen, antwoordde zij. Hij heeft toch al zooveel aan zijn hoofd en u is alleen. Ja, geheel alleen, En ik heb bitter weinig om over na te denken. U weet heel goed wat ik be doel, mijnheer Holt. Maar misschien kunt u of wilt u me niet begrijpen. merkt, maar practisch komt de boodschap van het departement toch neer op de erkenning, dat het systeem verkeerd gekozen was en geen uitkomst kan bieden in den nood der jeugdige werk loozen. Maar nu komt de minister met een nieuw plan, dat o.i. veel beter is en bij uitvoering een eerste schrede op den weg naar de oplossing van het moeilijke vraagstuk der jeugdwerkloosheid kan beteekenen. Het is een stelsel van „twee op één." De minister vraagt aan de leiders van overheids- en parti culiere bedrijven om betrekkin gen, welke door jongelui van 14 tot 21 jaar plegen te worden vervuld, voortaan te splitsen en twee jongens te werk te stellen aan de normale taak van één. Afwisselend zouden de jongens een week ochtend- en middag- dienst kunnen vervullen. Het is ïi.l. de bedoeling, dat ze halve dagen werken en na tuurlijktesamen één loon ver dienen. De verhoogde kosten voor sociale voorzieningen (zegeltjes enz.) zou de minister voor reke ning gebracht willen zien van rijk en gemeente, half om half. In deze richting zien we wei perspectieven. Natuurlijk, er zijn bezwaren. De jongens komen b.v. slechts op half geld. Daar tegenover staat dan echter, dat hun kans op werk sterk wordt verhoogd en dat duizenden aan de moreele schade van den lediggang wordt onttrokken. Er is op de voorge stelde manier ook weer een ge legenheid voor zeer velen om een vak te leeren. De uitvoering van het „twee op één-stelsel" wil de minister ook weer aan de „plaatselijke commissies" zien opgedragen. Men bevordere daarom in alle gemeenten de oprichting dezer commissies zooveel mogelijk, want wil het merkwaardige plan slagen, dan moeten voorbereiding en het toezicht op de uitvoering degelijk zijn. Immers, naast de bezwaren, welke we boven reeds noemden, zullen er zich in de practijk nog meerdere voordoen. Men zal rekening moeten hou den met bestaande verhoudingen, het gaat b.v. niet aan om een jongen, die reeds „vol" werk had, ten gunste van een werk loozen knaap halve dagen naar huis te sturen. „Werkloosheidsbestrijding, zoo zegt de minister, mag geen werkloosheidsverplaatsing betee kenen". De leden van de plaatselijke commissie zullen de jougelui, die aan half werk worden geholpen, ook goed moeten doordringen van hun moreele verplichtingen tegenover den werkgever. Er moet eenige continuïteit in de personeelsbezetting van een bedrijf zijn en deze continuïteit zou zoek raken als de jongens Ik begeef me naar een nieuw land en ik zou graag zooveel mogelijk van dit land willen weten, voordat ik daar aankom. Ik ben nieuwsgierig naar heel veel dingen... Bijvoor beeld... Ja... Waarom zei u dat zooeven van John Graham Wat bedoelde die andere man er mee, toen hij zei, dat hij opgehangen moest wor den Deze vraag werd zoo regelrecht tot hem gericht, dat hij voor een oogenblik sprakeloos was. Haar hand lag niet meer op zijn arm en het leek, alsof heel haar slank figuurtje in spanning zijn ant woord verbeide. Ze hadden zich beiden een weinig omgewend en de stralen der maan deden de blankheid van haar ge zichtje nog meer uitkomen. Zooals ze daar stond, met haar rijk, glanzend haar, haar groote, heldere oogen, maakte ze hem voor een oogenblik sprakeloos, terwijl hij zichzelf afvroeg, wat er toch van haar uitging, waardoor hij, tegen zijn wil in, zich tot haar aangetrok ken gevoelde. Toen glimlachte hij en plotseling kwam «*r een harde uitdrukking in zijn oogen. Heeft u ooit een hondenge vecht gezien vroeg hij Even bleef ze peinzend voor zich uitstaren, toen antwoordde ze Ja, eens in mijn leven. Wat gebeurde er toen Het was mijn hond, een klein hondje maar. Zijn keel werd open gereten. Hij knikte bevestigend. Juist. En dat is het, wat John Graham bezig is te doen met Alas- elk oogenblik wegliepen, wan neer ze ergens anders voor kor ten tijd „vol" aan het werk kunnen komen. Daarnaast moeten evenzeer de levensbelangen der jeugdige te- werkgestelden worden ontzien. Zoo ze ergens een volledigen werkkring kunnen krijgen met perspectieven voor de toekomst, dan mogen den jongens op geen enkele wijze moeilijkheden in den weg worden gelegd. Het tewerkstellen van twee jongens aan één taak zal o.i. ook voor de werkgevers dikwijls verassende gevolgen hebben. Waar er gelegenheid is voor méér productie, zal het werk soms ook als 't ware komen toegevallen; als de interesse voor méér werk wordt verhoogd, zal de prikkel worden versterkt om het te zoeken. We voorzien de mogelijkheid, dat hier en daar uit de aanwe zigheid van twee werkkrachten voor één taak, geleidelijk de verdubbeling van de taak wordt geboren. De wacht is thans allereerst op de oprichting van plaatselijke commissies Md. der problemen van crisis en middenstand. Vrijwel op denzelfden t\jd wordt de mooie lente onderbroken door dagen van onwennige kou, kou die die onaangenamer aandoet, omdat de schoonmaak gezorgd heeft voor het totaal ontbreken van kachels en kachelwarmte. Het gaan naar buiten werd door deze koude onmogelijk. Wie immers wil genieten van de natuur, wanneer hij zich moet hullen in zijn winter jas en wanneer de zon schittert door afwezigheid De zon, die juist in de lente nog zooveel verkwikking geeft. Ik was genoodzaakt thuis te blijven. Wat ik om verschillende reden betreurde. Ik wilde juist eens flink genieten van de enkele dagen vol „zalig nietsdoen". Eens niet te denken aan de problemen van crisis, landbouw en van middenstand. Pro blemen, die ons vervolgen als nacht merries en die ons niet willen los laten. Daarom ging ik aan het raam zitten met de stellige bedoeling om geen enkel boek in te zien, geen pen op het papier te zetten. Eens mij los te maken van zorgen over de nationale en internationale econo mie. Maar jawel Mijn aandacht werd in de eenza me straat, waar ik woon, getrokken door series melkwagens. De een bel de hier aan, de ander had weer een andere klant. Nauwelijks was het eene karretje verdwenen of ver schillende anderen kwamen aanbel len. De meeste voorzien van de be kende kleine motor; slechts een enkele gebruikte zijn eigen beenen als trapmiddel. Waarom al die versnippering, flit ste door mij heen en toen zat ik weer midden in het middenstands- vraagstuk, met zijn distributie-chaos en zijn kosten-verhoogende onlogica. Want al die menschen moeten be taald worden Nauwelijks was het leger melk boeren verdwenen, of er kwamen ka, juffrouw Standisk. Hij is de groote hond, het monster. Stel u voor een man met de reusachtige macht van een billioen dollars ach ter zich, die er op uit is een opko mend land al zijn rijkdommen te ontnemen en het dienstbaar te maken aan zijn eigen verlangens en poli tieke eerzucht. Dat is het werk, wat John Graham doet vanaf zijn geld- troon in de Vereenigde Staten. Hij is als het ware de verpersoonlijking van de geldduivel. Geld, niets dan geld en een man zonder eenig ge weten. Een man, die duizenden en millioenen zou laten verhongeren om zijn doel te bereiken. Een man in de volle beteekenis van 't woord een moordenaar... Een scherpe kreet ontsnapte haar, waardoor hij z<veeg. Zoo mogelijk was ze nog bleeker geworden en hij zag, hoe ze haar handen kramp achtig tegen haar borst drukte. En die blik in haar oogen bracht de de oude cynische glimlach weer om zijn lippen. Nu heb ik voor de tweede maal uw gevoel gekwetst, juffrouw Standish, zei hij, ücht buigend. Ten einde mijn fout te herstellen, moet ik u mijn verontschuldigingen aan bieden, gescholden en een anderen man een moordenaar te hebben ge noemd. Dat doe ik dan ook En nu als u graag een wandeling over het schip wilt maken.,. Op een eerbiedigen afstand sloe gen de drie jonge ingenieurs het jonge meisje en "Alan gade. Dat is een allemachtig knap meisje, zei een van hen diepzuchtend Ik heb nog nooit in mijn leven zulke oogen en zulk mooi haar ge zien. tal van andere kooplieden. Wagens vol planten en bloemen. Niet één, maar een stroom. De be geleiders zongen en schreeuwden hun aanprijzingslied en hooren en zien verging. Verkoopen... ja dat was zoo goed als het eenige wat niet geschiedde, tenminste niet in de eenzame straat waar ik domicilie heb gekozen. Achter de bloemenkarren rukten een paar haringverkoopers aan, elk roepende zooals hij „gebekt" is. Zoo ging het den geheele ochtend door. De bel stond niet stil. Het eene moment een pinda-chineesch met zgn ondoorgrondelijke oogen en zijn quasi-lachend gezicht... den aanbie ders van closetrollen, van garen en band, van gedichten. Groenteboeren, liedjeszangers, bakkers, alles krioelde dooreen. Oostersche vrouwen met namaak-Perzen, verkoopers van sinaasappelen, bananen en karren met asperges, die voor een koopje te krijgen waren! Toen hokte mijn economische mid denstands-theorie Want bij al dat verkoopgedaver in de eenzame straat dacht ik aan de duizenden winkeliers, die rustig hebben af te wachten op de klanten, die zich verwaardigen in hun winkels te komen en dan mis schien weggaan zonder iets te heb ben gekocht, denkende op straat koop ik het toch goedkooper Men hoeft niet meer uit te gaan. De menschen komen als drommen op je aan. Ten minste zg, die iets aan te bieden hebben voor het aller noodzakelijkste dagelij ksche leven. Moeder de vrouw heeft daaraan echter nog niet genoeg. Af en toe gaan zij naar de markt, waar zulke koopjes te halen zgn. Dan komt ze terug, begraven onder de ingeslagen vracht en wanneer men dan naar prijzen vraagt, dan hoort men de ongelooflijkste dingen, Hoe kan de middenstand nog leven vroeg ik me aan het raam af. Waar heen moet dat alles gaan? Waar blijven de kleinere winkeliers, waar van leven al die venters Na zoo'n dag moet men met de economie weer opnieuw beginnen. Opnieuw gaan studeeren en zich ergeren om de theorie, waarmede de practijk zoo danig spot. Hoe moet men dat alles oplossen. Dat chaotische, onberedeneerde door- eenkrioelen van al die menschen, die hun kost moeten verdienen en elkaar het brood uit den mond nemen. Dan voelt men, dat het zoo niet veel die U kweli en belei ie werken? Neem een "AKKERTJE" en binnen een kwartier voel! Ge de hoofdpijn wegtrekken als misl voor de zon. Heb steeds AKKER-CACHETS in huis. Vannacht kunnen ze te pas komen bij Hoofdpijn. Kiespijn, Ze nuwpijn, Spierpijn of gevatte koul NedeHandsch Smaakloos ouwel-omhulsel. Product Ge proeft daardoor niets. Ze glijden zoo naar binnen. 12 st. 52 cl. Zakdoosje 20 ct. Volgens recept van Apotheker Dumont Op elk "AKKERTJE" komt de naam AKKER voor in "ruil"-vorm. Let hierop en weiger elke namaak I Ik zit aan dezelfde tafel als zij, viel de andere hem in de rede. Ik zit links van haar, maar ze heeft nog geen drie woorden tegen me gezegd. En die man, met wien ze loopt, is precies een ijsberg. Op hetzelfde oogenblik zei Mary Standish Wilt u wel gelooven, mijnheer Holt, dat ik die jonge ingenieurs benijd Ik wou dat ik een man was. Dat zou ik ook voor u willen, bevestigde Holt beminnelijk. Bij deze woorden was het, alsof de zachte uitdrukking om Mary's mond verdween, maar dit was iets, wat Alan niet opviel. Hij genoot van zijn sigaar en de heerlijke avondlucht. III Alan Holt was man, waar andere mannen twee maal naar keken. Van vrouwen kon men dit echter niet zeggen, daar hij voor haar weinig attractie had. Het was niet de kwestie, dat hij ze niet bewonderde, want dit was wel het geval, maar hij deed dit op zijn eigenaardige manier. Hij was ten allen tijde bereid voor de vrouwen te vechten en voor ze te sterven, wanneer dit noodig zou blijken, doch in den omgang met hen was het zijn verstand, dat steeds meer sprak dan zijn gevoel. Zijn ridderlijkheid was die, welke ontluikt en zich ontwikkelt temidden der bergen en open ruimten en deze had niets gemeen met de onoprech te soort, welke men ontmoet in de verfijnde en meer luxueuze plaatsen der beschaving. Lange jaren van eenzaamheid had den hun stempel op hem gedrukt. langer zal kunnen gaan en dat er ten slotte niets anders opzit dan het doorvoeren van een regeling, van een ordening of hoe men het tegen gaan van deze bandelooze vrfjheid ook moge noemen. Dat zijn koude gedachten. Usheiligenoverdenkingen Men krijgt er tenminste een rare rilling van, wanneer men zich indenkt, welk vreugdeloos bestaan dit dage- lijksch vergaren van de menigmaal ontoereikende „kost" aan duizenden van ons verschaft EEN WOORD TOT U, VOET GANGERS In verband met de Verkeersdagen die Donderdag, Vrijdag en heden plaats hadden, richt het Verbond van Vereenigingen voor Veilig Verkeer een woord tot u, voetgangers. De rijweg is een gevaren-zóne geworden, daarvan moet u zich wel bewust zijn. Moet u zich in deze gevaren-zóne begeven, kiest dan den kortst mogelrjken weg steekt den weg recht over. Niet schuin, want op die manier z\jt ge gedwongen langer in gevaar te vertoeven dan noodig is. Kijkt eerst naar links en op de tweede helft van den weg naar rechts. Nadert toch een voertuig met snelle vaart aarzel vooral niet, want dan ontstaat onzekerheid en de chauffeur weet niet hoe hg moet rijden. Loopt stevig door de be. stuurder rekent daarop. Voetgangers, gebruikt alle energie bij het oversteken van een rijweg. Indien een chauffeur u overrijdt, geeft hij u nog bovendien de schuld, en zegt, dat u niet goed heeft uit gekeken of zijn signaal niet heeft gehoord. U is dan soms niet eens meer in de gelegenheid uw onschuld te be wijzen, dus kiest het zekere voor het onzekere en wacht liever drie minuten te lang dan één tekort. Maakt vooral zooveel mogelijk gebruik van het trottoir. Op deze speciaal voor u aange legde weggedeelte is u veilig. Indien u, waarde voetganger, ouder of op voeder is, dan heeft u een dubbele taak. Wees niet alleen voor u zelf een goed weggebruiker, maar wees ook een goed voorbeeld voor uw kinderen. Voed ze tijdig op voor het modern verkéer, zoodat zij opgewassen zijn tegen de gevaren van den weg. Laat kinderen aan de hand nooit aan de zijde van den rijweg loopen. Misschien moet u plots op zgdegaan en het kind komt dan op den rg- weg terecht. De leuze „Veilig Verkeer" geldt ook voor u, voetgangers. Ook aan u is de taak in eigen en anderer belang mede te helpen onze wegen veilig te maken. Ingekomea en vertrokken personen van 22 tot 29 Mei INGEKOMEN A. M. C. Berbers dienstb. Veltum L 2 van Maasbree. W. A. M. J. Clabbers en vrouw onderwijzer Smakterweg 1 van Cuyk. M. L. J. P- Janssen z.b. Pater straat 35 van Grubbenvorst. M. A. C. Michels z.b. Oirlo F 35a van Sevenum. M. A. v. Goor z.b. Oirlo van Sevenum. J. M. Strgbosch diensb. Veltum L 73 van Horst. H. Schuurmans en vrouw landb. Veulen H. 44 van Horst. G. L. W. Zanders z.b. Oirlo E75a van Maesseyck. P. T. Bos dienstb. L 59 van Maas hees. J. Bloemen idem Oostrum D 34 van Maashees. Mannen van het Noorden konden deze lijnen ontcijferen en hun be teekenis begrijpen, maar slechts zei den kon een vrouw deze doorgron den. Toch, wanneer op een gegeven oogenblik er een groote lichamelijke crisis zou hebben plaats gevonden, zouden vrouwen zich in hun hulpe loosheid instinctmatig tot een man als Alan Holt gewend hebben. Hij bezat gevoel voor humor, maar weinigen hadden slechts 't voorrecht gehad dit te ontdekken. De bergen hadden hem geleerd zwijgend te lachen. Hij schuwde altijd elke uiterlijke vertooning en bij hem was een glim lach hetzelfde als een luidruchtige uitbarsting bij een ander. Maar toch was zijn glimlach niet altijd een weerspiegeüng van prettige over peinzing. Er waren tijden, dat deze een gedachte verraadde sterker dan veel gesproken woorden. Omdat hij zichzelf vrij goed kende vermaakte deze situatie hem. In zijn oogen had juffrouw Standish een groote vergissing begaan door hem uit te kiezen voor haar avondwan delingen, in plaats van zich te wen den tot een der jonge ingenieurs, die zeer zek«*r een aangenamer ge zelschap voor haar zou geweest zijn dan hij. Zachtjes grinnikte hij en toen Mary Standish dit onderdrukte ge lach hoorde, maakte ze- die eigen aardige beweging met haar hoofdje, die denken deed aan een jong vo geltje, een beweging, welke hij al had opgemerkt, toen ze met ka pitein Rifle stond te praten. Ze sprak echter niet, maar legde bedaard haar hand op zijn arm. H. Th. Eibers idem Oostrum C 2 van Maashees. J. H. Ewals idem Leunschew. 22 van Wanssum. F. A, H. Kleeven en gez. landb. Oirlo E 73 van Horst. H. M. van Gerven dienstk. Oirlo van Horst. Chr. A. H. Hermkens schilder Mer- seloscheweg 8 van Broekhuizen. H. W. de Hoog dienskn. Oirlo D 58 van Maashees. B. A. Jacobs idem Smakt B 14a van Maashees. M. W. Jacobs idem C 51a van Wanssum. W. J. P. Kleuskens dienstb. Veulen H 39 van Sevenum. H. A. J. Kerkhoff smid Oirlo van Uden. J. M, Koenen dienstkn. Merselo M 97 van Bergen (L.) J. A. de Koning bakker Eindstraat 16 van Venlo. F. W. v. Leuven dienstkn. K 87 van Horst. P. L. Maassen dienstb. Draalstr. 32 van Horst. Ch. M, Peters diensb. Castenray F 11 van Meerlo. P. A. Peeters dienstkn. Steeg K102 van Maashees. P. P. Radt dienstkn. Leunen K 13 van Maashees. A. M. Sanders dienstb. Merselo M 30 van Grubbenvorst. M. C. F. Schraven dienstb. Eind- straat 16 van Meerlo. J. A. Vaus verpleger stationsweg 32 van Meerlo. J, M. M. Derks dienstb. St. Annal. van Sambeek. M. J. Haagens verpleegster St. Anna van Bocholtz. Vrije opmerkingen. HET ONTBREKEN VAN EEN PACHTWET. Hoe de werkende boer er onder lijdt. De landbouw- crisissteun komt aan de landheeren. De heer G. Brouwer betoogt in de Econ. Stat. Berichten nog eens opnieuw hoe door het ontbreken van een goede pachtwet, een zeer groot deel van den landbouw-crisissteun, welke bestemd is voor den werken den boer, in de zakken komt van de landheeren, die dezen steun heusch niet noodig hebben. „De in exploitatie zijnde grond in Nederland, aldus betoogt de heer Brouwer, bedraagt 2.2 millioen h.a., de landbouwsteun ongeveer 225 mil lioen gulden. De steun per h.a. bedraagt dus pl.m. f 100. Men zal niet ver van de waarheid zijn, wanneer men aanneemt dat dit bedrag voor driekwart weg gaat aan pacht en hypotheeklasten. Ruw schatten wij de som dezer las ten voor den pachtboer dus op ge middeld ongeveer f 75 per h.a. De bouwboer blijft daarbij behoor lijk in leven, de veeboer nauwelijks. Wil men de consequentie aanvaar den, dat wij vermoedelijk nog heel wat jaren ten koste van de absoluut noodzakelijke aanpassing van ons kostenpeil een inkomen doen toe vloeien aan hen, die daarop, strikt genomen, in de tegenwoordige, zoo zeer gewijzigde omstandigheden, geen recht kunnen uitoefenen Het lib. Vaderland meent dat dit betoog volkomen juist is en adstru eert dit als volgt „Over de juistheid van de cijfers kan men natuurlijk twisten. Deze lijken ons voor den boer nog iets te gunstig. Bij gelijkblijvende richt prijzen en gelijkblijvende productie kosten immers moeten de pachten, onder invloed van het om den grond concurreerend bevolkingsoverschot, de tendenz hebben op den duur alles op te slokken, wat de boer voor 't bestaan voor zich zelf en zijn fami lie verdient, De ijzeren loonwet, die volkomen valsch is in de industrie, moet in Voordat ze het halve dek hadden afgewandeld, begon Alan te voelen, dat er in den geheelen toestand een besliste aantrekkelijkheid lag. Haar vingers beroerden niet slechts zijn arm, doch haar geheele hand rustte daar vertrouwelijk op en dien tengevolge was ze zoo dicht bij hem dat, wanneer hij op haar neerkeek, haar glanzende haar vlak bij hem was. Nu zij zoo nabij was en hij den zachten druk van haar hand op zijn arm voelde, werd hij weeker gestemd. Het is verre van onaangenaam zei hij openhartig tot haar. Ik geloof werkelijk, dat ik 't prettig zal vin den om al uw vragen te beant woorden, juffrouw Standish. OEven kwam het hem voor, alsof zij zich eenigszins terugtrok. U dacht misschien, dat ik ge vaarlijk zou kunnen zijn Een beetje. Ik begrijp de vrouwen niet. Allen tezamen vind ik ze een van Gods mooiste scheppin gen, doch voor ieder afzonderlijk voel ik niet veel. Maar u Ze knikte goedkeurend. Dat is heel vriendelijk van u U moet echter niet zeggen, dat ik verschil van de anderen, want dit is niet het geval. Alle vrouwen zijn gelijk. Misschien, behalve in de manier waarop zij hun haar opmaken. Bevalt mijn haar u Ja, buitengewoon. Ze waren nu weer bij de rook kamer aangekomen. Deze kamer was een van de aantrekkelijke nieuwig heden aan boord van de „Nome". Er was misschien geen tweede te vinden, die zoo mooi was. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1936 | | pagina 5