TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Het
twee- op
stelsel
een-
FEUILLETON.
Geluksdroom
Overdenkingen
i£r;
'n Barstende Hoofdpijn
AKKERTJES
Veilig verkeer!
Zaterdag 6 Juni 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 23
Een schrede naar de
oplossing van het vraag
stuk der ieugdwerkloos-
heid?
In het vorige jaar heeft de
Minister van Sociale Zaken aan
de gemeentebesturen verzocht om
de instelling te bevorderen van
plaatselijke commissies, welke
het opnemen van jongeren in 't
bedrijfsleven zouden bevorderen.
Het is niet hard geloopen met
de oprichting van deze commis
sies.
Ze misten trouwens een be
hoorlijke mogelijkheid van actie
voeren. De weg. dien de minister
ze wees, kwam velen onbegaan
baar voor.
We hebben ook onze groote
bezwaren tegen dien weg aan
stonds genoemd. De minister
wilde door de voorgestelde com
missies de plaatsing bevorderd
zien van jeugdige werkkrachten
zonder of tegen zeer geringe
vergoeding in bedrijven, waar
ze dan, om maar aan den gang
te komen, aan onnutter, onpro-
ductieven, dus onnoodigen arbeid
gezet konden worden.
Wanneer in de vacature van
een productieve werkkracht moest
worden voorzien, zouden deze
„vrijwilligers" voorkeur krijgen
De mensch is tenslotte een
redelijk wezen en hij laat zich
niet graag aan onnutten arbeid
plaatsen. Dien kan hij trouwens
thuis ook wel vinden.
Voor de ontwikkeling van
spieren en het behoud van de
lichaamskracht zou het misschien
wel nuttig kunnen zijn voorden
jeugdigen werklooze als hij in
den tuin van zijn woning eiken
dag een put van een paar ku
bieke meters graaft en dien ten
besluite van zijn dagtaak weer
dicht werpt, maar we stellen ons
voor, dat een groot deel der
jeugdige werkloozen aldus op
hun 20ste jaar weer tot hun
kindsheid van geest zouden zijn
teruggekeerd.
Een ander groot practisch be
zwaar tegen de voorgestelde
regeling was het te vreezen mis
bruik door sommige werkgevers.
Wie zal precies bepalen, wat in
een bedrijf „onnutte arbeid" is?
De geesel der werkloosheid is
als zoodanig al erg en schade
lijk genoeg hij behoeft niet
te worden verzwaard met de
plaag van nietbetaalden jeugd-
arbeid.
In een nieuwe circulaire aan
de gemeentebesturen heeft de
minister thans erkend, dat het
moeilijk is gebleken om te be
palen, wat onder onnutten arbeid
moet worden verstaan; hij geeft
een zestal voorbeelden van bezig
heden, welke ontwijfelbaar als
„onnut" kunnen worden geken
door
JAMES OLIVER CURWOOD.
4.
Ik ben hier geheel alleen, zei
Mary Standish, zonder vrienden. Ik
wilde graag het een en ander zien
en eenige vragen stellen. Wilt u me
een weinig helpen
U bedoelt, dat ik u vergezel
len zal
Ja, graag... ik zou me dan veel
meer op mijn gemak gevoelen.
Alhoewel het hem aanvankelijk
minder aanstond, drong 't grappige
Van de situatie toch tot hem door
én hij verbaasde zich over den
Qrooten ernst van het meisje.
Er was geen spoor van een
glimlach te bespeuren. In haar oogen
lag een rustige, zakelijke blik, doch
de uitdrukking was tegelijkertijd
liefeüjk,
Zooals u het voorstelt, kan ik
het slecht weigeren, zeide Alan.
Wat echter de vragen aangaat, kan
waarschijnlijk kapitein Rifle u beter
antwoorden dan ik.
Ik wil hem niet lastig vallen,
antwoordde zij. Hij heeft toch al
zooveel aan zijn hoofd en u is
alleen.
Ja, geheel alleen, En ik heb
bitter weinig om over na te denken.
U weet heel goed wat ik be
doel, mijnheer Holt. Maar misschien
kunt u of wilt u me niet begrijpen.
merkt, maar practisch komt de
boodschap van het departement
toch neer op de erkenning, dat
het systeem verkeerd gekozen
was en geen uitkomst kan bieden
in den nood der jeugdige werk
loozen.
Maar nu komt de minister met
een nieuw plan, dat o.i. veel
beter is en bij uitvoering een
eerste schrede op den weg naar
de oplossing van het moeilijke
vraagstuk der jeugdwerkloosheid
kan beteekenen.
Het is een stelsel van „twee
op één."
De minister vraagt aan de
leiders van overheids- en parti
culiere bedrijven om betrekkin
gen, welke door jongelui van
14 tot 21 jaar plegen te worden
vervuld, voortaan te splitsen en
twee jongens te werk te stellen
aan de normale taak van één.
Afwisselend zouden de jongens
een week ochtend- en middag-
dienst kunnen vervullen.
Het is ïi.l. de bedoeling, dat
ze halve dagen werken en na
tuurlijktesamen één loon ver
dienen. De verhoogde kosten voor
sociale voorzieningen (zegeltjes
enz.) zou de minister voor reke
ning gebracht willen zien van
rijk en gemeente, half om half.
In deze richting zien we wei
perspectieven.
Natuurlijk, er zijn bezwaren.
De jongens komen b.v. slechts
op half geld. Daar tegenover staat
dan echter, dat hun kans op
werk sterk wordt verhoogd en
dat duizenden aan de moreele
schade van den lediggang wordt
onttrokken. Er is op de voorge
stelde manier ook weer een ge
legenheid voor zeer velen om
een vak te leeren.
De uitvoering van het „twee
op één-stelsel" wil de minister
ook weer aan de „plaatselijke
commissies" zien opgedragen.
Men bevordere daarom in alle
gemeenten de oprichting dezer
commissies zooveel mogelijk,
want wil het merkwaardige plan
slagen, dan moeten voorbereiding
en het toezicht op de uitvoering
degelijk zijn.
Immers, naast de bezwaren,
welke we boven reeds noemden,
zullen er zich in de practijk nog
meerdere voordoen.
Men zal rekening moeten hou
den met bestaande verhoudingen,
het gaat b.v. niet aan om een
jongen, die reeds „vol" werk
had, ten gunste van een werk
loozen knaap halve dagen naar
huis te sturen.
„Werkloosheidsbestrijding, zoo
zegt de minister, mag geen
werkloosheidsverplaatsing betee
kenen".
De leden van de plaatselijke
commissie zullen de jougelui, die
aan half werk worden geholpen,
ook goed moeten doordringen
van hun moreele verplichtingen
tegenover den werkgever.
Er moet eenige continuïteit
in de personeelsbezetting van een
bedrijf zijn en deze continuïteit
zou zoek raken als de jongens
Ik begeef me naar een nieuw land
en ik zou graag zooveel mogelijk
van dit land willen weten, voordat
ik daar aankom. Ik ben nieuwsgierig
naar heel veel dingen... Bijvoor
beeld...
Ja...
Waarom zei u dat zooeven
van John Graham Wat bedoelde
die andere man er mee, toen hij
zei, dat hij opgehangen moest wor
den
Deze vraag werd zoo regelrecht
tot hem gericht, dat hij voor een
oogenblik sprakeloos was.
Haar hand lag niet meer op zijn
arm en het leek, alsof heel haar
slank figuurtje in spanning zijn ant
woord verbeide.
Ze hadden zich beiden een weinig
omgewend en de stralen der maan
deden de blankheid van haar ge
zichtje nog meer uitkomen.
Zooals ze daar stond, met haar
rijk, glanzend haar, haar groote,
heldere oogen, maakte ze hem voor
een oogenblik sprakeloos, terwijl hij
zichzelf afvroeg, wat er toch van
haar uitging, waardoor hij, tegen
zijn wil in, zich tot haar aangetrok
ken gevoelde. Toen glimlachte hij
en plotseling kwam «*r een harde
uitdrukking in zijn oogen.
Heeft u ooit een hondenge
vecht gezien vroeg hij
Even bleef ze peinzend voor zich
uitstaren, toen antwoordde ze
Ja, eens in mijn leven.
Wat gebeurde er toen
Het was mijn hond, een klein
hondje maar. Zijn keel werd open
gereten.
Hij knikte bevestigend.
Juist. En dat is het, wat John
Graham bezig is te doen met Alas-
elk oogenblik wegliepen, wan
neer ze ergens anders voor kor
ten tijd „vol" aan het werk
kunnen komen.
Daarnaast moeten evenzeer de
levensbelangen der jeugdige te-
werkgestelden worden ontzien.
Zoo ze ergens een volledigen
werkkring kunnen krijgen met
perspectieven voor de toekomst,
dan mogen den jongens op geen
enkele wijze moeilijkheden in den
weg worden gelegd.
Het tewerkstellen van twee
jongens aan één taak zal o.i.
ook voor de werkgevers dikwijls
verassende gevolgen hebben.
Waar er gelegenheid is voor
méér productie, zal het werk
soms ook als 't ware komen
toegevallen; als de interesse voor
méér werk wordt verhoogd, zal
de prikkel worden versterkt om
het te zoeken.
We voorzien de mogelijkheid,
dat hier en daar uit de aanwe
zigheid van twee werkkrachten
voor één taak, geleidelijk de
verdubbeling van de taak wordt
geboren.
De wacht is thans allereerst
op de oprichting van plaatselijke
commissies
Md.
der problemen van crisis
en middenstand.
Vrijwel op denzelfden t\jd wordt
de mooie lente onderbroken door
dagen van onwennige kou, kou die
die onaangenamer aandoet, omdat
de schoonmaak gezorgd heeft voor
het totaal ontbreken van kachels
en kachelwarmte.
Het gaan naar buiten werd door
deze koude onmogelijk. Wie immers
wil genieten van de natuur, wanneer
hij zich moet hullen in zijn winter
jas en wanneer de zon schittert door
afwezigheid De zon, die juist in
de lente nog zooveel verkwikking
geeft.
Ik was genoodzaakt thuis te
blijven. Wat ik om verschillende
reden betreurde. Ik wilde juist eens
flink genieten van de enkele dagen
vol „zalig nietsdoen". Eens niet te
denken aan de problemen van crisis,
landbouw en van middenstand. Pro
blemen, die ons vervolgen als nacht
merries en die ons niet willen los
laten.
Daarom ging ik aan het raam
zitten met de stellige bedoeling om
geen enkel boek in te zien, geen pen
op het papier te zetten. Eens mij
los te maken van zorgen over de
nationale en internationale econo
mie.
Maar jawel
Mijn aandacht werd in de eenza
me straat, waar ik woon, getrokken
door series melkwagens. De een bel
de hier aan, de ander had weer een
andere klant. Nauwelijks was het
eene karretje verdwenen of ver
schillende anderen kwamen aanbel
len. De meeste voorzien van de be
kende kleine motor; slechts een
enkele gebruikte zijn eigen beenen
als trapmiddel.
Waarom al die versnippering, flit
ste door mij heen en toen zat ik
weer midden in het middenstands-
vraagstuk, met zijn distributie-chaos
en zijn kosten-verhoogende onlogica.
Want al die menschen moeten be
taald worden
Nauwelijks was het leger melk
boeren verdwenen, of er kwamen
ka, juffrouw Standisk. Hij is de
groote hond, het monster. Stel u
voor een man met de reusachtige
macht van een billioen dollars ach
ter zich, die er op uit is een opko
mend land al zijn rijkdommen te
ontnemen en het dienstbaar te maken
aan zijn eigen verlangens en poli
tieke eerzucht. Dat is het werk, wat
John Graham doet vanaf zijn geld-
troon in de Vereenigde Staten. Hij
is als het ware de verpersoonlijking
van de geldduivel. Geld, niets dan
geld en een man zonder eenig ge
weten. Een man, die duizenden en
millioenen zou laten verhongeren om
zijn doel te bereiken. Een man in
de volle beteekenis van 't woord
een moordenaar...
Een scherpe kreet ontsnapte haar,
waardoor hij z<veeg. Zoo mogelijk
was ze nog bleeker geworden en
hij zag, hoe ze haar handen kramp
achtig tegen haar borst drukte. En
die blik in haar oogen bracht de
de oude cynische glimlach weer om
zijn lippen.
Nu heb ik voor de tweede
maal uw gevoel gekwetst, juffrouw
Standish, zei hij, ücht buigend. Ten
einde mijn fout te herstellen, moet
ik u mijn verontschuldigingen aan
bieden, gescholden en een anderen
man een moordenaar te hebben ge
noemd. Dat doe ik dan ook En nu
als u graag een wandeling over
het schip wilt maken.,.
Op een eerbiedigen afstand sloe
gen de drie jonge ingenieurs het
jonge meisje en "Alan gade.
Dat is een allemachtig knap
meisje, zei een van hen diepzuchtend
Ik heb nog nooit in mijn leven
zulke oogen en zulk mooi haar ge
zien.
tal van andere kooplieden.
Wagens vol planten en bloemen.
Niet één, maar een stroom. De be
geleiders zongen en schreeuwden
hun aanprijzingslied en hooren en
zien verging.
Verkoopen... ja dat was zoo goed
als het eenige wat niet geschiedde,
tenminste niet in de eenzame straat
waar ik domicilie heb gekozen.
Achter de bloemenkarren rukten
een paar haringverkoopers aan, elk
roepende zooals hij „gebekt" is. Zoo
ging het den geheele ochtend door.
De bel stond niet stil. Het eene
moment een pinda-chineesch met
zgn ondoorgrondelijke oogen en zijn
quasi-lachend gezicht... den aanbie
ders van closetrollen, van garen en
band, van gedichten. Groenteboeren,
liedjeszangers, bakkers, alles krioelde
dooreen. Oostersche vrouwen met
namaak-Perzen, verkoopers van
sinaasappelen, bananen en karren
met asperges, die voor een koopje
te krijgen waren!
Toen hokte mijn economische mid
denstands-theorie Want bij al dat
verkoopgedaver in de eenzame straat
dacht ik aan de duizenden winkeliers,
die rustig hebben af te wachten op
de klanten, die zich verwaardigen in
hun winkels te komen en dan mis
schien weggaan zonder iets te heb
ben gekocht, denkende op straat
koop ik het toch goedkooper
Men hoeft niet meer uit te gaan.
De menschen komen als drommen
op je aan. Ten minste zg, die iets
aan te bieden hebben voor het aller
noodzakelijkste dagelij ksche leven.
Moeder de vrouw heeft daaraan
echter nog niet genoeg. Af en toe
gaan zij naar de markt, waar zulke
koopjes te halen zgn. Dan komt ze
terug, begraven onder de ingeslagen
vracht en wanneer men dan naar
prijzen vraagt, dan hoort men de
ongelooflijkste dingen,
Hoe kan de middenstand nog leven
vroeg ik me aan het raam af. Waar
heen moet dat alles gaan? Waar
blijven de kleinere winkeliers, waar
van leven al die venters
Na zoo'n dag moet men met de
economie weer opnieuw beginnen.
Opnieuw gaan studeeren en zich
ergeren om de theorie, waarmede de
practijk zoo danig spot.
Hoe moet men dat alles oplossen.
Dat chaotische, onberedeneerde door-
eenkrioelen van al die menschen, die
hun kost moeten verdienen en elkaar
het brood uit den mond nemen. Dan
voelt men, dat het zoo niet veel
die U kweli en belei ie werken?
Neem een "AKKERTJE" en binnen
een kwartier voel! Ge de hoofdpijn
wegtrekken als misl voor de zon.
Heb steeds AKKER-CACHETS in
huis. Vannacht kunnen ze te pas
komen bij Hoofdpijn. Kiespijn, Ze
nuwpijn, Spierpijn of gevatte koul
NedeHandsch Smaakloos ouwel-omhulsel.
Product Ge proeft daardoor niets.
Ze glijden zoo naar binnen.
12 st. 52 cl. Zakdoosje 20 ct.
Volgens recept van Apotheker Dumont
Op elk "AKKERTJE" komt de naam
AKKER voor in "ruil"-vorm. Let
hierop en weiger elke namaak I
Ik zit aan dezelfde tafel als
zij, viel de andere hem in de rede.
Ik zit links van haar, maar ze heeft
nog geen drie woorden tegen me
gezegd. En die man, met wien ze
loopt, is precies een ijsberg.
Op hetzelfde oogenblik zei Mary
Standish
Wilt u wel gelooven, mijnheer
Holt, dat ik die jonge ingenieurs
benijd Ik wou dat ik een man
was.
Dat zou ik ook voor u willen,
bevestigde Holt beminnelijk.
Bij deze woorden was het, alsof
de zachte uitdrukking om Mary's
mond verdween, maar dit was iets,
wat Alan niet opviel. Hij genoot
van zijn sigaar en de heerlijke
avondlucht.
III
Alan Holt was man, waar andere
mannen twee maal naar keken. Van
vrouwen kon men dit echter niet
zeggen, daar hij voor haar weinig
attractie had.
Het was niet de kwestie, dat hij
ze niet bewonderde, want dit was
wel het geval, maar hij deed dit op
zijn eigenaardige manier.
Hij was ten allen tijde bereid voor
de vrouwen te vechten en voor ze
te sterven, wanneer dit noodig zou
blijken, doch in den omgang met
hen was het zijn verstand, dat steeds
meer sprak dan zijn gevoel.
Zijn ridderlijkheid was die, welke
ontluikt en zich ontwikkelt temidden
der bergen en open ruimten en deze
had niets gemeen met de onoprech
te soort, welke men ontmoet in de
verfijnde en meer luxueuze plaatsen
der beschaving.
Lange jaren van eenzaamheid had
den hun stempel op hem gedrukt.
langer zal kunnen gaan en dat er
ten slotte niets anders opzit dan het
doorvoeren van een regeling, van
een ordening of hoe men het tegen
gaan van deze bandelooze vrfjheid
ook moge noemen. Dat zijn koude
gedachten. Usheiligenoverdenkingen
Men krijgt er tenminste een rare
rilling van, wanneer men zich indenkt,
welk vreugdeloos bestaan dit dage-
lijksch vergaren van de menigmaal
ontoereikende „kost" aan duizenden
van ons verschaft
EEN WOORD TOT U, VOET
GANGERS
In verband met de Verkeersdagen
die Donderdag, Vrijdag en heden
plaats hadden, richt het Verbond van
Vereenigingen voor Veilig Verkeer
een woord tot u, voetgangers.
De rijweg is een gevaren-zóne
geworden, daarvan moet u zich wel
bewust zijn. Moet u zich in deze
gevaren-zóne begeven, kiest dan den
kortst mogelrjken weg steekt den
weg recht over. Niet schuin, want
op die manier z\jt ge gedwongen
langer in gevaar te vertoeven dan
noodig is.
Kijkt eerst naar links en op
de tweede helft van den weg naar
rechts. Nadert toch een voertuig met
snelle vaart aarzel vooral niet,
want dan ontstaat onzekerheid en de
chauffeur weet niet hoe hg moet
rijden. Loopt stevig door de be.
stuurder rekent daarop.
Voetgangers, gebruikt alle energie
bij het oversteken van een rijweg.
Indien een chauffeur u overrijdt,
geeft hij u nog bovendien de schuld,
en zegt, dat u niet goed heeft uit
gekeken of zijn signaal niet heeft
gehoord.
U is dan soms niet eens meer in
de gelegenheid uw onschuld te be
wijzen, dus kiest het zekere voor
het onzekere en wacht liever drie
minuten te lang dan één tekort.
Maakt vooral zooveel mogelijk
gebruik van het trottoir.
Op deze speciaal voor u aange
legde weggedeelte is u veilig. Indien
u, waarde voetganger, ouder of op
voeder is, dan heeft u een dubbele
taak. Wees niet alleen voor u zelf
een goed weggebruiker, maar wees
ook een goed voorbeeld voor uw
kinderen.
Voed ze tijdig op voor het modern
verkéer, zoodat zij opgewassen zijn
tegen de gevaren van den weg.
Laat kinderen aan de hand nooit
aan de zijde van den rijweg loopen.
Misschien moet u plots op zgdegaan
en het kind komt dan op den rg-
weg terecht.
De leuze „Veilig Verkeer" geldt
ook voor u, voetgangers.
Ook aan u is de taak in eigen en
anderer belang mede te helpen onze
wegen veilig te maken.
Ingekomea en vertrokken
personen
van 22 tot 29 Mei
INGEKOMEN
A. M. C. Berbers dienstb. Veltum
L 2 van Maasbree.
W. A. M. J. Clabbers en vrouw
onderwijzer Smakterweg 1 van Cuyk.
M. L. J. P- Janssen z.b. Pater
straat 35 van Grubbenvorst.
M. A. C. Michels z.b. Oirlo F 35a
van Sevenum.
M. A. v. Goor z.b. Oirlo van
Sevenum.
J. M. Strgbosch diensb. Veltum L 73
van Horst.
H. Schuurmans en vrouw landb.
Veulen H. 44 van Horst.
G. L. W. Zanders z.b. Oirlo E75a
van Maesseyck.
P. T. Bos dienstb. L 59 van Maas
hees.
J. Bloemen idem Oostrum D 34
van Maashees.
Mannen van het Noorden konden
deze lijnen ontcijferen en hun be
teekenis begrijpen, maar slechts zei
den kon een vrouw deze doorgron
den. Toch, wanneer op een gegeven
oogenblik er een groote lichamelijke
crisis zou hebben plaats gevonden,
zouden vrouwen zich in hun hulpe
loosheid instinctmatig tot een man
als Alan Holt gewend hebben.
Hij bezat gevoel voor humor, maar
weinigen hadden slechts 't voorrecht
gehad dit te ontdekken. De bergen
hadden hem geleerd zwijgend te
lachen.
Hij schuwde altijd elke uiterlijke
vertooning en bij hem was een glim
lach hetzelfde als een luidruchtige
uitbarsting bij een ander. Maar toch
was zijn glimlach niet altijd een
weerspiegeüng van prettige over
peinzing.
Er waren tijden, dat deze een
gedachte verraadde sterker dan veel
gesproken woorden.
Omdat hij zichzelf vrij goed kende
vermaakte deze situatie hem. In zijn
oogen had juffrouw Standish een
groote vergissing begaan door hem
uit te kiezen voor haar avondwan
delingen, in plaats van zich te wen
den tot een der jonge ingenieurs,
die zeer zek«*r een aangenamer ge
zelschap voor haar zou geweest zijn
dan hij.
Zachtjes grinnikte hij en toen
Mary Standish dit onderdrukte ge
lach hoorde, maakte ze- die eigen
aardige beweging met haar hoofdje,
die denken deed aan een jong vo
geltje, een beweging, welke hij
al had opgemerkt, toen ze met ka
pitein Rifle stond te praten. Ze
sprak echter niet, maar legde bedaard
haar hand op zijn arm.
H. Th. Eibers idem Oostrum C 2
van Maashees.
J. H. Ewals idem Leunschew. 22
van Wanssum.
F. A, H. Kleeven en gez. landb.
Oirlo E 73 van Horst.
H. M. van Gerven dienstk. Oirlo
van Horst.
Chr. A. H. Hermkens schilder Mer-
seloscheweg 8 van Broekhuizen.
H. W. de Hoog dienskn. Oirlo D 58
van Maashees.
B. A. Jacobs idem Smakt B 14a
van Maashees.
M. W. Jacobs idem C 51a van
Wanssum.
W. J. P. Kleuskens dienstb. Veulen
H 39 van Sevenum.
H. A. J. Kerkhoff smid Oirlo van
Uden.
J. M, Koenen dienstkn. Merselo
M 97 van Bergen (L.)
J. A. de Koning bakker Eindstraat
16 van Venlo.
F. W. v. Leuven dienstkn. K 87
van Horst.
P. L. Maassen dienstb. Draalstr.
32 van Horst.
Ch. M, Peters diensb. Castenray
F 11 van Meerlo.
P. A. Peeters dienstkn. Steeg K102
van Maashees.
P. P. Radt dienstkn. Leunen K 13
van Maashees.
A. M. Sanders dienstb. Merselo
M 30 van Grubbenvorst.
M. C. F. Schraven dienstb. Eind-
straat 16 van Meerlo.
J. A. Vaus verpleger stationsweg
32 van Meerlo.
J, M. M. Derks dienstb. St. Annal.
van Sambeek.
M. J. Haagens verpleegster St.
Anna van Bocholtz.
Vrije opmerkingen.
HET ONTBREKEN VAN EEN
PACHTWET.
Hoe de werkende boer er
onder lijdt. De landbouw-
crisissteun komt aan de
landheeren.
De heer G. Brouwer betoogt in
de Econ. Stat. Berichten nog eens
opnieuw hoe door het ontbreken van
een goede pachtwet, een zeer groot
deel van den landbouw-crisissteun,
welke bestemd is voor den werken
den boer, in de zakken komt van de
landheeren, die dezen steun heusch
niet noodig hebben.
„De in exploitatie zijnde grond in
Nederland, aldus betoogt de heer
Brouwer, bedraagt 2.2 millioen h.a.,
de landbouwsteun ongeveer 225 mil
lioen gulden.
De steun per h.a. bedraagt dus
pl.m. f 100. Men zal niet ver van de
waarheid zijn, wanneer men aanneemt
dat dit bedrag voor driekwart weg
gaat aan pacht en hypotheeklasten.
Ruw schatten wij de som dezer las
ten voor den pachtboer dus op ge
middeld ongeveer f 75 per h.a.
De bouwboer blijft daarbij behoor
lijk in leven, de veeboer nauwelijks.
Wil men de consequentie aanvaar
den, dat wij vermoedelijk nog heel
wat jaren ten koste van de absoluut
noodzakelijke aanpassing van ons
kostenpeil een inkomen doen toe
vloeien aan hen, die daarop, strikt
genomen, in de tegenwoordige, zoo
zeer gewijzigde omstandigheden, geen
recht kunnen uitoefenen
Het lib. Vaderland meent dat dit
betoog volkomen juist is en adstru
eert dit als volgt
„Over de juistheid van de cijfers
kan men natuurlijk twisten. Deze
lijken ons voor den boer nog iets te
gunstig. Bij gelijkblijvende richt
prijzen en gelijkblijvende productie
kosten immers moeten de pachten,
onder invloed van het om den grond
concurreerend bevolkingsoverschot,
de tendenz hebben op den duur alles
op te slokken, wat de boer voor 't
bestaan voor zich zelf en zijn fami
lie verdient,
De ijzeren loonwet, die volkomen
valsch is in de industrie, moet in
Voordat ze het halve dek hadden
afgewandeld, begon Alan te voelen,
dat er in den geheelen toestand een
besliste aantrekkelijkheid lag.
Haar vingers beroerden niet slechts
zijn arm, doch haar geheele hand
rustte daar vertrouwelijk op en dien
tengevolge was ze zoo dicht bij hem
dat, wanneer hij op haar neerkeek,
haar glanzende haar vlak bij hem
was. Nu zij zoo nabij was en hij
den zachten druk van haar hand op
zijn arm voelde, werd hij weeker
gestemd.
Het is verre van onaangenaam
zei hij openhartig tot haar. Ik geloof
werkelijk, dat ik 't prettig zal vin
den om al uw vragen te beant
woorden, juffrouw Standish.
OEven kwam het hem voor,
alsof zij zich eenigszins terugtrok.
U dacht misschien, dat ik ge
vaarlijk zou kunnen zijn
Een beetje. Ik begrijp de
vrouwen niet. Allen tezamen vind ik
ze een van Gods mooiste scheppin
gen, doch voor ieder afzonderlijk
voel ik niet veel. Maar u
Ze knikte goedkeurend.
Dat is heel vriendelijk van u
U moet echter niet zeggen, dat ik
verschil van de anderen, want dit is
niet het geval. Alle vrouwen zijn
gelijk.
Misschien, behalve in de manier
waarop zij hun haar opmaken.
Bevalt mijn haar u
Ja, buitengewoon.
Ze waren nu weer bij de rook
kamer aangekomen. Deze kamer was
een van de aantrekkelijke nieuwig
heden aan boord van de „Nome".
Er was misschien geen tweede te
vinden, die zoo mooi was.
Wordt vervolgd.