DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Vraagt dit mooie theeschepje!
Is bedrijfsordening
zegen op sociale
ongerechtigheid
Zorg voor geeste
lijke volksgezond
heid.
ZOO ZET U EEN GOED KOP
Moederdag.
Ons weekpraatje.
Zaterdag 9 Nel 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 19
WAT DE STRIJD BIJ
KWATTA LEERT. DE
OVERHEID WASCHT
HAAR HANDEN IN ON
SCHULD.
Geruimen tijd geleden hebben
we aan de hand van cijfers, ont
leend aan een artikel in een dag
blad, gewezen op de bedreiging
van de arbeidsgelegenheid voor
volwassenen door het meer en
meer laten verrichten van allerlei
arbeid door jeugdige jongens en
meisjes.
Als voorbeeld werd toen ge
wezen op een sinds vele jaren
bestaande fabriek, waar het mee-
rendeel van het personeel vol
wassen arbeiders bevat. Daar
tegenover werden de bedrijfs-
methoden gesteld van nieuwe
concurreerende ondernemingen,
die hetzelfde werk laten verrich
ten dcor groote kinderen. De
directie der eerste fabriek wist,
óf haar bestaan bedreigd, óf ze
achtte zich geplaatst voor de
noodzakelijkheid om eveneens
jeugdige arbeidskrachten te gaan
exploiteeren.
Immers, hield ze de volwassen
arbeiders in dienst, dan kon de
fabriek zelfs niet produceeren
tegen den prijs, waarvoor de
nieuwe ondernemingen konden
verkoopen.
We bepleiten toen bescherming
van de arbeidsgelegenheid van
volwassenen door de overheid.
Deze bescherming is inmiddels
nog geen feit geworden, wÈl
dreigt op het oogenblik't bedrijf
te bezwijken, welks directie zich
in dezen tijd nog de luxe per
mitteert van rekening te houden
met sociale wenscheiijkheden.
Het bedrijf, waarover we het
onbewust daarvan in ons
vroegere artikel hadden, bleek de
Kwatta-fabriek te zijn, welke nu
in een loonconflict met haar
personeel raakt verwikkeld, om
dat ze of den eenen kant
jongens- en meisjes-exploitatie
uit moet, of den anderen
kant: loonsverlaging.
Als oorzaak van den strijd
geeft de directie der Kwatta-
fabriek de volgende uiteenzet
ting:
in October 1935 ontbood de
Kwatta-Directie de besturen der
drie werkliedenorganisaties en
wees hèn op den onhoudbaren
toestand dat een groote en
nog eenige kleine harer con
currenten prijzen noteerden, die
alleen mogelijk waren, doordat
die concurrenten een perso
neelsformatie hebben ingevoerd
die hierop neerkomt, dat zij
met 70 pet. jongens en meisjes
arbeiden op een loon van f4-
f 6 per week, terwijl in de
meeste andere bedrijven van de
chocolade- en biscuitsbranche
met ca. 70 pet. volwassenen
gewerkt wordt.
Bij Kwatta bedroegen die cij
fers: 70 pet. boven de 20 jaar,
mannen en meisjes;
30 pet. beneden de 20 jaar,
mannen en meisjes;
of alleen over het mannelijk
fabriekspersoneel berekend, dus
zonder verpaksters:
85 pet. boven 20 jaar en
15 pet. beneden de 20 jaar.
Daar dit voor Kwatta een
loonverschil bedroeg van circa
f 180.000 per jaar en de con
currenten het onderling maar
eens moeten zien te worden, met
een verwijzing naar de verbin
dend-verklaring van ondernemers
overeenkomsten.
Dat wil dus zeggen, dat de
regeering zich niet met het sociale
gehalte van een overeenkomst
tusschen concurrenten bemoeit.
A!s die het met elkaar eens zijn
geworden op welken moreeien
of immoreelen grondslag dan ook
dan geeft de regeering haar
zegen en stelt ze de overeen
komst ook verbindend voor de
eventueele nieuwe ondernemin
gen in hetzelfde bedrijf.
Denk eens aan, welke gevaar
lijke kanten er aldus aan onder
nemersovereenkomsten komen te
zitten
In het onderhavige geval is het
duidelijk, dat de chocolade-fa
brieken met haar kinderexploi
tatie nooit vrijwillig afstand zul
len doen van haar voornaamste
concurrentiemogeiijkheid.
Andere bedrijfsvoerders worden
dus eerst gedwongen om hun
volwassen personeel te ontslaan
en óók jongens (meisjes) in dienst
te nemen, waarna de weg is
gebaand voor een ondernemers
overeenkomst waarin de kinder
exploitatie zelfs verplicht kan
worden gesteld.
Technische bedrijfs- en ver-
koops-aangelegenheden kan de
regeering inderdaad het beste aan
de ondernemers zelve te regelen
overlaten, maar wèi dient ze
goede economische en sociale
verhoudingen te bevorderen en
te beschermen, o.m. door te wa
ken voor het behoud van een
rationeele arbeidsverdeeling tus
schen jeugdige en volwassen
krachten.
Een ongebreidelde vrijheid ten
deze voert tot den economischen
chaos, want de voortschrijdende
techniek maakt liet met den dag
méér mogelijk om velerlei arbeid
door jongens en meisjes te laten
verrichten.
Voor een oplossing van het
geschil aan de Kwatta-fabriek is
inmiddels de tusschenkomst van
den Rijksbemiddelaar ingeroepen.
Het is te hopen, dat hij de
regeering zal kunnen bewegen
tot ingrijpen, want het gaat hier
om een kwaad, dat onze heele
maatschappij bedreigt.
Als volk hebben we geen of
weinig belang bij het voortbe
staan van de Kwattafabriek, maar
we hebben alle mogelijke belang
bij een doelmatige bescherming
in het algemeen, van de arbeids
gelegenheid voor volwassenen.
Md.
in samenwerking met de directies
der psychiatrische inrichting te Ven-
ray in het St. Elisabeth-Ziekenhuis
aldaar een consultatie-bureau voor
geestelijke volksgezondheid geopend.
Wanneeer men nagaat, dat door
provincie en gemeenten jaarlijks
honderd duizenden voor de verpleging
van ziels- of geesteszieken moeten
worden uitgegeven, wanneer men
weet, dat in de laatste decennia steeds
weer nieuwe inrichtingen moesten
worden bijgebouwd, wanneer men
zich realiseert, dat het getal de ze
nuwpatiënten in deze abnormale
tijden sterk is toegenomen en nog
steeds blijft toenemen met alle ge
volgen, die daar in sociaal opzicht
uit voortvloeien, dan is het wel dui
delijk, dat de vereeniging „Het Lim
burgsche Groene Kruis" met dezen
eersten stap op het gebied der gees
telijke volksgezondheid een terrein
heeft betreden, dat dringend om in
tensieve bewerking vraagt.
De overheidsbemoeiing heeft zich
tot dusver vrijwel uitsluitend beperkt
tot de wettelijk opgelegde zorg voor
verplegingsmogelijkheden van krank-
zingen en het dragen der financieele
lasten daarvan, lasten, welke voor
vele gemeenten uitermate zwaar zijn
geworden. Maar eeniga daadwerke-
lijke poging om zielsziekten te voor
komen of door advies en voorlichting
ten aanzien van geesteszieken hun
toestand te verbeteren en gestichts-
opname te vermijden of door rege
ling van millieu en omstandigheden,
door moreeien steun en hulp drei
gende invaliditeit van zoovele zenuw
patiënten af te weren, heeft van
overheidswege ontbroken.
Dit tekort wil „Het Limburgsche
Groene Kruis" thans aanvullen en in
de eerste plaats tracht zij dit doel
te bereiken door het oprichten van
een consultatie-bureau.
HET BUREAU EN
ZIJN TAAK.
beoogt nu dit consultatie-
GOED INIATIEF VAN HET LIM
BURGSCHE GROENE KRUIS.
EEN CONSULTATIEBUREAU TE
VENRAY.
Voor den gemiddelden mensch is
de gezondheid een voorwaarde tot
j zijn geluk, een voorwaarde tot uiting
zijner begaafdheden en tot ontplooiing
van zijn bovennatuurlijk leven.
De gezondheid van een voIk is de
basis voor de stoffelijke en geeste
lijke welvaart van dat volk.
De zorg voor de volksgezondheid
is dan ook van het grootste belang.
Door instelling van een afdeeling
„volksgezondheid" aan het departe
ment van Sociale ZakeD, door het in
stellen van functies als die van di
recteur-generaal, hoofdinspecteur en
inspecteur voor de volksgezondheid,
Current met zijn joilgensexploi- hebben de besturende instanties blijk
tatie daardoor slechts 45 pet. van 1 gegeven dit groote belang te begrij-
de loonen betaalde van Kwatta, Pen-
Naast deze overheidsbemoeiingen
en in volkomen harmonie daarmede
Wat
.bureau
Dit vereischt nadere toelichting.
De sociale hygiëne, dat is de weten
schap, die de zorg voor de volskge-
zondheid bestudeert, heeft tot adagi
um het bekende gezegde: .voorkomen
beter dan genezen". Het voorko
men van ziekten wordt dan ook
.voorzorg" genoemd, de bestrijding
der ziekte, de zorg voor den zieke
in den ruimsten zin van het woord
is de „nazorg". Beide behooren nu
tot de taak van het consultatie-bu
reau, maar het ligt voor de hand,
dat waar eenmaal de ziekte is uit
gebroken, veel eerder de noodzake
lijkheid van hulp en voorlichting ge
voeld wordt dan waar slechts een
vage vrees bestaat voor wat komen
kan. Nazorg zal dus de eerste taak
zijn van het nieuw opgerichte bureau
en naar mate dit door zijn werk
zaamheid het vertrouwen van velen
heeft weten te winnen en de belang
stelling voor zijn taak heeft weten
te wekken, zal zijn be teekenis ten
aanzien van de geestelijke voorzorg
meer en meer worden begrepen.
De leider van het consultatie-bu
reau heeft dus de volgende taak:
1. Hij geeft advies, welke behan
deling in een bepaald geval moet
worden verleend.
2. Hij verleent alle medewerking,
opdat die behandeling tot s^and lcome.
3. Hij blijft desgewenscht controle
houden over de patiënten, die het
Consultatie-bureau hebben bezocht.
Behandeling in engeren zin wordt
echter vanwege het consultatiebureau
niet verricht er geheel overgelaten
aan den behandelenden huisarts, spe
cialist of polikliniek. De leider van
het bureau schrijft dus geen recepten
voor, past geen hydro- of electro-
therapie toe en onthoudt zich van
dieper gaande psychotherapie. Zijn
taak is het echter den weg te wij
zen naar de verbetering of beter
schap, den huisarts advies te ver
strekken, de familie der patiënten
voor te lichten, op welke wijze ab
normale reacties kunnen worden
voorkomen, gunstiger genezingsvoor-
waarden kunnen worden geschapen,
hernieuwde instorting van een reeds
doorgemaakte geestesziekte kan wor
den vermeden of ten slotte begonnen
herstel kan worden bevorderd.
Het is duidelijk dat op deze wijze
heel veel leed kan worden gelenigd,
heel veel ellende kan worden voor
komen, maar dit kan ook alleen
wanneer voldoende medewerking be
staat. Medewerking in de eerste plaats
van de huisartsen die hun patiënten
moeten verwijzen naar het bureau,
(hoewel dit voor iedereen, ook zon
der die verwijzing, kosteloos toegan
kelijk is). Nauwe samenwerking tus
schen huisarts en leider van het
j bureau is van groot belang voor den
alsmede door het oprichten van ge-
I meentelijke geneeskundige dienstenpatiënt.
hohhan Ho hoatnrön/lo inofonfiAi. Kllfl.
Medewerking van gemeente-bestu-
is het duidelijk, dat die concur
rent zelfs nog met winst kan
verkoopen op prijzen, waarop
hebben een aantal vereenigingen
door particulier iniatief ontstaan -
Kwatta geld verliest. Wij hebben een groote activiteit ontplooid op het
toen de organisaties erop geWe- pbi°d .f r,,volks®ezoIldliei.<( en d00r
j, 'hun heilvolle werkzaamheid is overal
zen, dat dit met houdbaar IS en ten plattelande reeds zeer veel tot
tevens op het funeste van dat stand gebracht,
systeem in zijn gevolgen gewezen. I In onze provincie heeft de veremi-
De organisaties kenden de ge- j fing "Het Limburgsche Groene Krui,"
j door haar organisatie van de tuber-
vallen, doch waren machteloos culose-bestrijding en zuigelingenzorg
daartegen Op te treden, omdat uitermate verdienstvol werk verricht
in die bedrijven geen werklieden
organisaties toegelaten werden.
Om kort te gaan: Kwatta èn
de organisaties hebben al het
mogelijke gedaan om de regeering
tot ingrijpen te bewegen, maar
het mocht alles niets baten; na
maanden kwam van de regeering
als antwoord de dooddoener, die
hierop neerkwam, dat de con-
en zich daarmede een algemeene be
kendheid verworven.
Thans wordt door deze vereeniging
een nieuw terrein ontgonnen, name
lijk dat der geestelijke volksgezond
heid. Voorbereid door een daartoe
ingestelde „Commissie voor geeste
lijke volksgezondheid", bestaande uit
de heeren: inspecteur voor de volks
gezondheid dr. Veeger; prof. dr. Rut
ten; dr. Schim van der Loeff; prof.
dr. Féron; mr. B. Berger en als se
cretaris drs. van Oppen, onder voor
zitterschap van dr. v. d. Meerendonk,
is heden door genoemde vereeniging
ren, die hun armlastige patiënten
door reisvergoeding in de gelegen
heid moeten stellen om het consul
tatie-bureau te bezoeken Medewer
king in de geneesheeren der psychi
atrische inrichtingen en gestichten,
die bij ontslag der patiënten uit de
nrichting deze ter verdere controle
naar het consultatie-bureau moeten
verwijzen en den leider van het bu
reau alle gewenschte gegevens moe
ten verschaffen. Medewerking ten
slotte van overheid en particulieren
den ruimsten zin, omdat alleen
door steun van allen, die het inzicht
hebben gekregen in de verstrekken
de beteekenis, welke aan deze eerste
poging van,,Het Limburgsche Groene
Kruis" op het gebied der psychische
hygiëne moet worden toegekend, op
daadwerkelijke wijze de gezondheid
van het volk van Limburg zal kun
nen worden bevorderd en daardoor
de basis voor zijn stoffelijke en gees
telijke welvaart verstrekt.
Een handig, onmisbaar hulpmiddel voor het zetten van lekkere thee! Vraagt dit
practische en fraai-uitgevoerde theemaatschepje! Verkrijgbaar bij het Theebureau,
Koloniaal Inst., Afd. i Amsterdam, tegen inzending van 10 cent aan postzegels
of door overschrijving tan 10 ct. op postgiro No. 262910. BESTELT HET NU!
1 VERZENDT DEZB COUPON NOG HEDEN.
Aan Thiilureau. Koloniaal nsti
Amsterdam.
I Ondtrgitukt«<l< sluit 'hiervoor
1 theemaatschepje(s)
I postzegels in.
Adres
Woonplaats
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
J
Doe per persoon 1 maatschep-
je thee in den trekpot.
Versch kokend water opgieten.
3 tot 5 minuten laten trekken.
Voor het inschenken even om-
De speciaaldagen vangen weer aan.
Vandaag Reclasseeringsdag, morgen
Moederdag. Dan krijgen we nog
Dierendag, Vredesdag, Wereldspaar-
dag enz. Het lijkt een nieuw lied te
worden, naar oude wijze. Weleer
bij de katholieken nóg was
elke dag aan een heilige gewijd en
degenen, die zich in 't bijzonder tot
den heiligen van den dag voelde
aangetrokken, placht dan diens
speciale deugden te overwegen en
voornemens ter va volging te maken.
Aldus werd elke Mariadag in wezen
'n Moederdag. Op den feestdag van
Sint Franciscus van Assisië, werd
mede diens liefde tot de dieren over
dacht, Sint Franciscus wordt bij
voorkeur uitgebeeld, predikend tot
de visschen en vogelen.
Kerstmis is vanouds de Vredesdag
der Christenheid. Wat weleer litur
gisch werd aangeduid wil men tegen
woordig alleen wat meer „modern"
nuchter benamen, maar in feite
werd aan de menschheid met de
instelling van een Moeder-, Vredes-
of Dierendag en zelfs niet met een
Reclasseeringsdag geenszins iets
nieuws gebracht. De gewijde kaars
echter is veelal naar den achtergrond
verdrongen en in de plaats kwamen
bloemen en „moedertaarten"; het
verdoken ofïerbusje werd vervangen
door de collecteschaal.
Veel is echter gebleven van oude
en schoone intenties. Speciaal de
gedachte, welke aan den Moederdag
te vieren op den tweeden Zondag
van de maand Mei ten grondslag
ligt, is waarlijk te prijzen en te
waardeeren.
Moederdag wordt dan ook van jaar
op jaar met grooter interesse ge
vierd. Tot heil niet alleen van koe
kenbakkers en bloemisten, maar ook
tot voordeel van ons geestelijk „ik.
Het gejaagde karakter van den
modernen tijd doet zelfs de beste en
diepste indrukken uit het verleden
snel vervagen en daarom is het goed,
dat we ten minste ééns in het jaar
extra-gedwongen worden te denken
aan de liefde, waaraan we lichamelijk
ontsprotenaan de zorgen, welke
onze koestering aan ééne heeft ge
kost aan den schoot, waarin ons
moede hoofd zoo vaak de rust en
vrede hervond.
Terug te denken aan moeder
of in liefde en blijheid weer tot haar
te gaan, als dit geluk nog ons deel
kan zijn is niet alleen een plicht
van dankbaarheid jegens jaar, maar
ook een weldaad voor ons zelve.
Want elke gedachte, aan moeder ge
wijd, maakt ons als mensch goeden
beter.
RECLASSEERINGSDAG.
ALS WE ZATERDAG ALLEN
EENS VRIJWILLIG EEN GELD
BOETE BETAALDEN...
Wanneer een begrafenisstoet me
passeert, denk ik devootHodie tibi,
gras mihiOf, om 't op z'n Neder-
landsch te zeggen Heden gij, morgen
ik. En als 'n celwagen me voorbij
rijdt, denk ik een heel klein beetje
in denzelfden geest. Let wel, ik behoef
me tegenover den lezer niet slechter
voor te doen dan ik ben. Zoo lang
ik de beschikking mag houden over
de geestelijke kracht, welke op het
oogenblik mijn deel is en zoolang de
economische omstandigheden mijn
"betrekkelijke sociale welvaart niet
vernietigen, zal ik waarschijnlijk wel
braaf genoeg blijven om 'n direct
contact met den strafrechter te ont
gaan. Ik ben gelukkig nog bezield
van meerdere maatschappelijke
deugden, welke het sieraad plegen
te zijn van de goede staatsburgers,
wien hst aan niet al te veel van het
goede der aarde mankeert.
Materieele omstandigheden echter
blijken vaak aan verandering onder
hevig te zijn en als de nood aan den
man is gekomen, dan moeten het
sterke beenen wezen, als ze armoe
en ontbering onvervaard weten te
torsen. Ik wensch geen enkele poging
te ondernemen om de misdaad goed
te praten, maar wel is het mijn
bedoeling om op heden te trachten
eenig welwilllend begrip te wekken
voor den „meDsch" in den misdadiger.
Het zijn lang niet allen verstokte
boosdoeners, die in gevangenissen
zitten opgesloten. Velen hunner
zouden misschien betere menschen
zijn geworden dan wij, als zs onder
gelijke omstandigheden waren groot
gebracht en met evenveel liefde
waren omringd geweest. Wat weten
we tenslotte van den innerlijken
strijd om behoud van het goede,
gestreden door medemenschen, die
[bg de geboorte wellicht reeds een
neiging tot het kwaie mee kregen,
in een a-sociaal milieu werden groot
gebracht en door de „geordende"
maatschappij werden afgestooten
Wat weten we van de moeilijkheid
om een verzoeking te weerstaan, als
driften bruischen, of de nood de keel
prangt Wie zou er braaf blijven in
een omgeving, waarde ondeugd een
woest jn zonder oasen is
Het zijn dikwijls slechts de om
standigheden, welke den dief en,
meer in het algemeen gesproken,
welke den misdadiger maken,
terwijl het veelal evenzeer slechts
de omstandigheden zijn, welke ocs
deugdelijk houden en ons tot „ge
achte burgers" stempelen, steun
pilaren van de maatschappij.
En daarom zoo deze maatschappij
al tot taak en plicht heeft om „mis
dadigers" te straffen, laten we be
denken, dat zjj evenzeer geroepen is
om de gevallenen te helpen en op
te richten. En hun sociale levens
voorwaarden zoodanig te verbeteren,
dat ze de kans krggen om voortaan,
als wij, zoo eerlgk mogelijk door het
leven te gaan.
We hebben tenslotte zoo weinig
reien om ons te verhoovaardigen
over ons zelf. „Misdadigers", d.w.z,
menschen die van tijd tot tijd plegen
mis te doen, zijn we allemaal. Straf
baar echter voor den aardschen
rechter zgn slechts degenen, die
misdoen jegens de maatschappelijke
orde. Er zijn veel grooter misdrijven,
welke straffeloos kunnen worden ge
pleegd. Iemand, die in drift, een
medemensch doodt, belandt in de
gevangenis. Maar hoevelen loopen er
niet rond als gewaardeerde burgers,
die door hun huiselijk wangedrag,
door dronkenschap, zedeloosheid, door
wreedheid van karakter vrouw of
kinderen den dood injagen
Wie steelt, wordt opgepakt. Maar
geen politie noch justitie vermag iets
tegen hen, die onmeedoogend woeke
ren of met sluwe middelen hun bezit
vergrooten ten koste van het bestaan
van anderen.
Sommige zedenmisdrijven worden
terecht overigenszwaar ge
straft, maar de onverlaat, die vrouw
en kinderen, en mogelijk meerdere
geslachtsgeneraties, besmet met den
vreeselijksten lichaamskanker, gaat
„vrg uit."
Ik wil maar zeggen, dat misdadigers
niet alleen in de gevangenissen wonen.
Daarin komen slechts diegenen terecht
die tegen onze overigens zeer
onvolmaakte maatschappelijke