TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS ZIJN STIJVE NEK IN 8 UUR GENEZEN KLOOSTERBALSEM Openbare vergadering van den Raad der Gemeente Venray, FEUILLETON. Mesalliance Paascheieren. DOOR KL00STERBALSEN Zaterdag 18 April 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 16 op 28 Februari 1936, des namiddags 4 uur. VOORZITTERde heer O. L. P. van de Loo, Burgemeester. SECRETARIS de heer A. F. M. van Haaren. Tegenwoordig alle leden. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed, waarna hij spreekt als volgt: Mgne Heeren. Door de geheele Provincie is een schok gegaan bij het vernemen van het droevige bericht van het onverwacht overlijden van onzen zoo hoog vereerden en beminden Gouverneur. Nog in de volle kracht van zijn leven heeft de Heer hem weggerukt uit zijn werk en uit zrjn gezin, dat hem zoo lief was en waarvoor hij zich geheel gaf met al zijn rijke gaven van verstand en hart. Edel van geboorte, muntte hij tevens uit door adeldom van ziel en van karakter. Eldeis is en wordt met groote dankbaarheid herdacht het vele, wat hij voor de Provincie heeft gedaan. Maar ook hier past een woord van eerbiedige hulde en warmen dank aan den edelen Gouverneur, den voor- beeldigen katholiek, die ook zoo" warm voelde voor de gemeenten, ook voor onze gemeente, zooals de meesten Uwer weten, die hem hebben leeren kennen bij zijn administratieve bezoeken, waarbij hij zooveel blijk gaf mede te leven met alles en ieder. De Provincie verliest in hem een voortreffelijk bestuurder, ja meer dan dat, de burgemeesters een wijzen raadgever, die hun in hun moeilijk ambt, vooral in deze zoo verwarde tijden, een groote steun was. Moge God hem, die een lichtend voorbeeld was in alles, reeds in de eeuwigheid beloond hebben en zijn dierbare gade en kinderen de kracht geven om te berusten in dezen onherstelbaar zwaren slag. Voor zijne zielerust hebt gij reeds allen den plechtigen zieledienst in onze parochie kerk bijgewoond. Wij allen zullen onzen goeden Gouverneur blijven her denken met groote dankbaarheid en aan hem de herinnering bewaren van een edelman, wiens devies wasnoblesse oblige. Moge hij rusten in vrede. Tijdens de rede van den Voorzitter hadden de aanwezigen zich van hunne zetels verheven. Dan is aan de orde: notulen der vergadering van 27 December 1935. De heer STEEGHS merkt op, dat in deze notulen een zin ontbreekt. Hij heeft, zooals in de notulen staat, gezegd te hopen, dat er langs anderen weg een verandering ten goede moge komen. Hieraan heeft hij echter toegevoegd, dat hij betreurde, dat door de Kerkelijke Overheid een groot gedeelte werd afgebroken van wat in 1921 is opgebouwd en menschen, wie toen om een aalmoes gevraagd werd, thans uit de deur worden gestuurd. De VOORZITTER herinnert zich niet dat zoo iets gezegd is. In geen geval is het zóó gezegd. De heer Steeghs kan het minstens wel zoo be doeld hebben, doch de notulen zijn juist. De notulen der vergaderingen van 27 December 1935 en 10 Januari 1936 worden vervolgens ongewijzigd vastgesteld. Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 6 getrokken is, zoodat bij stemmingen in deze vergadering no. 6 der presentielijst, i.e. de heer Odenhoven, hetjeerst zijn stem moet uitbrengen. Dan is aan de ordevaststelling der voorloopige vergoedingen der bijzondere lagere scholen overeenkomstig artikel 101 der Lager Onder wijswet 1920. Op voorstel van B. en W. worden de voorschotbedragen naar even redigheid van het aantal leerlingen vastgesteld als volgtJongensschool Venray-Kom f 2458.60Meisjesscholen A. en B. van het klooster Jeru salem f 2572.47; School St. Josephsgesticht f 791.92; School Oostrum f 681.93School Castenray f 538.30Jongensschool Oirlo f 408.90Meis jesschool Oirlo f 439.96; Jongensschool Leunen f 406.31; Meisjesschool Leunen f 415.37School Veulen f 407.61School Ysselsteyn f 574.53 Schóól Merselo f 590.06School Heide f 458.95. Vervolgens wordt op zijn verzoek, wegens vertrek uit de gemeente, aan den Zeereerw. Heer Pastoor Strijkers eervol ontslag verleend als lid der Commissie van plaatselijk Toezicht op het Lager Onderwijs, onder dankbetuiging voor de diensten als zoodanig bewezen. Dan is aan de ordebenoeming van een lid in de Commissie van plaatselijk toezicht op het L.O. Op voorstel van den VOORZITTER wordt bij acclamatie benoemd de ZeerEerw. Heer H. H. A. Reulen, pastoor te Leunen. Nog wordt algemeen goedgevonden met ingang van 1 Januari 1936, wegens opheffing der Schattingscommissiën, eervol ontslag te verleenen aan de vier niet-ambtelrjke leden van de Schattingscommissie voor de inkomstenbelasting, de heeren J. H. Geurts, H. B. Odenhoven, P. M. H. Pubben en J. C. H. Vermeulen, zulks onder dankbetuiging voor de door hen in die functie bewezen diensten. Dan wordt op voorstel van B. en W. algemeen goedgevonden tot het onderhands verpachten van circa 2.25 H.A. weiland aan het Roozendaal tot 1 November 1942 voor den prijs van f 78 per jaar aan J. Kersten te Venray. In verband met het voorstel tot het onderhands verpachten tot 1 November 1942 van twee perceelen resp. groot 1.05 H.A. en 0.98 H.A., gelegen langs den Maasheescheweg, aan G. P. Martens te Venray voor f 100 per jaar, zegt de VOORZITTER, dat de pachtprijs thans f 157 bedraagt, doch hierop de laatste jaren 'n reductie van 15 pCt. werd toegestaan. De heer VAN BOVEN meent, dat een prgs van f 100 nog aan den hoogen kant is, hoewel Martens er genoegen mee genomen heeft. Dat heeft hg echter gedaan, omdat de Burgemeester niet lager wilde gaan, maar deskundigen zeggen, dat f 80 meer dan genoeg is. Martens heeft eigen jongens om den grond te bewerken, maar anders had hij het per ceel laten liggen. De VOORZITTER zegt, dat deze prjjs niet te hoog isals de grond publiek kwam, bracht hij meer op dan f 50 per H.A. Wethouder HOUBEN vindt het een flinken prijs, maar de grond is ook goed en gunstig gelegen. Bij publieke verpachting kwamen wg zeker tot dien prijs en daarom achten B. en W zich niet verantwoord lager te gaan. De heer VAN BOVEN vraagt, of deze grond f 100 per jaar voor den pachter kan opbrengen. (Een ongelijk Huwelijk) Roman door Cor de Blij. 34 Maar Bob, het is toch ook een riant huis... Maar niet te betalen, Je zou dus, afgezien van het feit, dat je van je burgemeesters inkomen amper zou kunnen leven, een zeer beschei" den woning moeten zoeken Bob, dat zou toch Natuurlijk, dat kan niet. Daar om moet je, oogenblikkelijk, je ont slag nemen, Goed en dan Wij, ik bedoel: Max, je broer Joost, je zuster Gonnie en ik, zullen je in staat stellen, zoolang je niet over eenige middelen beschikt, om eenvoudig in een dorp te gaan wo* nen. Mijn hemel., hoe buitengewoon Wij hadden gedacht in Oegst- geest. Daar kan bij julüe inwonen en zijn studies voleindigen... Onmogelijk! Hoe kan dat nou. Hij is voorzitter van de senaat... Bijzaken. Daar is natuurlijk geen sprake meer van. Het is al mooi, dat hij zijn studies kan af maken. MaerBob Zijn jaergenooten... zijn positie, hij is reusachtig getapt- zijn verloofde... Kaerel, besef toch ten zeer gefortuneerde familie... de Verhoevens wat is een menscb zonder fortuin zeg. Wat wil je dan Een ban kroet Dacht je, dat wij ons, voor je zouden uitkleeden Maer Bob, je overdrijft... denk eens aan EmilieHoe kan zij nu in Oegstgeest Juist, omdat wij aan haar dachten. Ik moet je werkelijk de illusie ontnemen, dat we uit pure sympathie voor jou de „helpende hand" toesteken. Jij bent nog steeds niet doordrongen van het feit, dat je onverantwoordelijk gehandeld hebt op zijn zachtst uitgedrukt, Je schoon zuster, de vrouw van den generaal had er een gepeperde uitdrukking voor. Interesseert me niet. En als ik... weiger.op dit ultimatum in gaan. Fel stonden de twee zagers tegen over elkaar De oud-resident was aan het einde van zijn kalmte... Die man... was... misdadig arrogant., spookte 't in hem, Dan bestaat er nog één moge lijkheid, die we je dolgraag hadden willen besparen: Curateele Schandelijk... op welken grond? Verkwisting desnoods zwakte van geestvermogens... De deur ging open... Ah Emilie... Dag beste Bob. Oh, wat ben ik ontzettend blij, dat je er bent... maar wat staan jullie furieus... het speet me zoo, dat ik juist naar een jour moest... ik kon er niet van buitenKom, laten we gezellig gaan tafelen, natuurlijk, dood en doodeenvoudig.... gaan jullie mee We spreken straks verder Alex, ja, Emilie, wij komen.,.. Dat moet U den pachter vragen, antwoordt Wethouder HOÜBEN, I verwachting zijn gebleven. Desondanks is de tentoonstelling goed ge- doch blijkbaar wel, want anders gaf deze het er niet voor. De heer MILLEN vraagt, of deze prgs uitgaat boven de normale pach ten van dergelijke gronden, want het zou ook kunnen, dat Martens te veel wil geven, omdat hij den grond niet kan missen. En de gemeente moet in deze toch een voorbeeld geven aan andere grondeigenaars. De VOORZITTER antwoordt, dat ieder moet zeggen, dat de prijs niet te hoog is en B. en W. wel degelijk rekening hebben gehouden met de tijdsomstandigheden. Van den anderen kant zijn wij er toch ook niet voor de liefdadigheid. Een pachter tracht altgd zoo goedkoop mogelijk te pachten, doch waar wg overtuigd zijn, dat deze grond bij publieke verpachting meer zou opbrengen, mogen wij niet lager gaan en vindt Spreker, dat het een zeer redelijk voorstel is. De heer REINTJES is het absoluut niet met den heer van Boven eens. Hij vindt den prijs voor dezen grond, die gunstig is gelegen, zeker niet te hoog en wij mogen toch niet lager gaan dan de prijs, dien hij bij publieke verpachting zou opbrengen. De heer ODENHOVEN vraagt, of Martens niet liever voor 3 jaren wil pachten. Neen, antwoordt de VOORZITTER, juist op zijn verzoek is de termijn bepaald op 6 jaren. De heer ODENHOVEN zou ook nog gaarne eens de meening van den heer Goumans hooren. De heer GOUMANS zegt, den prijs schappelijk te vinden en meent, dat wij er Martens geen dienst mee bewgzen zouden als wij den grond aan een ander verpachten of publiek brengen. De grond is goed. Spreker heeft hem zelf 6 a 7 jaar bebouwd. De heer VAN BOVEN zegt, dat Martens den grond gedwongen neemt, omdat hij zit met zijn kinderen. Hij stelt voor den pachtprijs te bepalen op f 90. In stemming gebracht wordt het voorstel van B. en W. met 13 tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren VAN BOVEN en ARTS. Het voorstel van B. en W. tot het onderhands verpachten van een perceeltje grond te Leunen, groot 11 aren, aan A. H. Loonen te Venray, tot 1 November 1942 voor f 6 per jaar, wordt hierna algemeen goed gevonden. Na toelichting door den VOORZITTER, wordt vervolgens algemeen goedgevonden, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, te verkoopen 1. aan P. Verstappen te Venray—Overbroek een perceel ontginnings- grond, gelegen te Ysselsteyn, groot 10.03 H.A. tegen den prijs van f225 per H.A., met verplichting daarop vóór 1 Januari 1940 een boerderij te stichten; 2. aan P. J. M. H. A rts te VenrayLeunen een perceel ontginnings grond, gelegen te Ysselsteyn, groot 10.03 H.A., tegen den prijs van f 225 per H.A., met verplichting daarop vóór 1 Januari 1940 een boerderij te stichten 3. aan H. J. H. van Ass te VenrayYsselsteyn twee perceelen ont- ginningsgrond, gelegen te Ysselsteyn, groot resp. 3.04 H.A. en 10.75 H.A., tegen den prgs van f 200 per H.A., met verplichting daarop vóór 1 Juli 1938 een boerderij te stichten. Dan is aan de orde voorstel van B. en W. tot verkoop van circa 20 H.A. ontginningsgrond, gelegen te Venray, onder Merselo aan den Hazen- hutschendijk, aan P. J. H. van Dijck, landbouwer te VenrayYsselsteyn, voor f 250 per H.A. De heer VAN DIJCK verlaat in verband hiermede de vergadering. De VOORZITTER zegt, dat aanvrager dezen grond wenscht te koopen en te ontginnen met het oog op zijn kinderen om daar later een boerderij te kunnen stichten. De grond, die ver buiten de bebouwing is gelegen, heelemaal tusschen de bosschen, is indertijd buiten het bebosschingsplan gehouden, omdat hij zeer geschikt is voor ontginning. Waar de heer van Dijck lid van den Gemeenteraad is, moet hij ook nog vrijstelling vragen aan de Koningin van het verbod in art. 1506 van het Burgerlgk Wetboek. De heer PUBBEN vindt, dat de gemeente alleszins verantwoord is met dezen grond aldus te verkoopenhet is een goede prijs en de grond wordt ontgonnen door een degelijk landbouwer. Wordt algemeen goedgevonden. De heer VAN DIJCK komt dan weer ter vergadering. Vervolgens wordt algemeen goedgevonden ingaande 1 Januari 1936 ten behoeve van werkloozen gedurende den tijd, dat zij a. uitkeering ontvangen uit de werkloozenkas b. uitkeering ontvangen uit de steunregeling; c. tewerkgesteld zijn bij de gemeentelijke of door het Rgk gesub sidieerde centrale werkverschaffing: eene bijdrage te verleenen tot gelijk bedrag van het percentage, dat het fonds voor zijne rekening neemt, en ten hoogste een derde gedeelte in de te betalen premie voor dé kosten van geneeskundige behandeling, medicamenten en ziekenhuis- verpleging, mits zij verzekerd zijn bij een der ziekenfondsen en zieken- huisfondsen, welke door Burgemeester en Wethouders zijn toegelaten of goedgekeurd. Hoofstuk IX 2 der begrooting wordt in verband hiermede aange vuld met een post, bijdrage in de te betalen ziekte- en ziekenhuis verzekering voor werkloozen, van f 300. Dan wordt, na toelichting door den Voorzitter, algemeen goedgevonden aan het Plaatselijk Crisis-Comité, zoogenaamd B-Comité,^voor 1936 eene bgdrage te verleenen van ten hoogste 265 x f 2 of f 530, onder voor waarde, dat vanwege het Departement van Sociale Zaken een bedrag wordt beschikbaar gesteld van 265 x f 2.20 of f 583, zulks tot het ver leenen van een extra steun in de eerste plaats aau de grootste gezinnen, waar tengevolge van langdurige werkloosheid met betrekking tot het aanschaffen van kleeding, dekking en schoeisel zoodanige achterstand is ontstaan, dat verstrekking van extra hulp noodzakelijk is, en die overigens daardoor in de termen vallen, onder bepaling, dat de bijdrage in twee halfjaarlijksche termijnen zal worden verstrekt. Aangezien bij het opmaken der begrooting slechts gerekend is op een bgdrage van f 500, dient deze post met f 30 te worden aangevuld, waartoe de Raad zonder hoofdelijke stemming besluit. Daarna is aan de ordevoorstel van B. en W. om hen, ingevolge een daartoe gedaan verzoek van het Bestuur der Landbouwtentoonstelling, te machtigen een bedrag van 30 pCt. van de verleende garantie ad maximaal f 800, dus f 240, aan dit Bestuur doen uitkeeren, als aandeel in het tekort. De VOORZITTER zegt, dat tengevolge van de ongunstige weersom standigheden, speciaal den laatsten dag, de ontvangsten beneden de Als een gebroken man, zat Gijs. Verpletterd door het gebeuren van Marie. Zijn jongste zuster... de hond. Maar, waarom ben ik daarvan onwetend gebleven.mijn kind.. bijna verbonden aan dien fielt Waarom mij niet gewaarschuwd. Gijs, wie heeft ons gevraagd.... bevolen. de familierelatie te ver zwijgen en hoe konden wij het je meedeelen Ja, Jan, ik weet dat ik gefaald heb.. ontzettend gefaald weet.... de aanstaande schoonvader van Frans, Beukers, ervan Neen Gijs, ook die niet, alleen wij hier. De oude Van Beers Waarschijnlijk niet. Waar is die ploertdie.... Waarschijnlijk niet op „Duive- cate". Ik ga er heen. Nu direct Ik ben verplicht de verloving voor mijn dochter te verbreken. Daarbij.... ik zal die schurkenbende. Herr Von Beers, Besuch für Sie. Maar, Hertha.... Wij zitten aan tafel. Ein gewisser Herr Verhoeven aus Amsterdamer ist im salon. VerhoevenIk kom.... Ah bonjour Amice..onver wachts.... heb je al gegeten kerel... wij zitten Mijnheer van Beers, is uw zoon thuis Nee zeg.... Er is toch niets bij vragen. Man. slaagd. Er zrjn veel vreemden hier geweest eD allen hebben duidelgk kunnen zien, wat de landbouw in Noord-Limburg ondanks de crisis nog kan. Overigens was het natuurlijk aangenaam geweest als ook dit ge deelte der toegezegde garantie niet noodig was geweest. Wordt algemeen goedgevonden en besloten de begrooting dienover eenkomstig té wijzigen. De heer MILLEN zegt in herhaling te moeten vallen. De vorige ver gadering werd toegezegd, dat de groote gaten in den Langeweg gedicht zouden worden; dit is echter tot heden niet gebeurd. De VOORZITTER meende, dat dit reeds gebeurd was, en althans de grootste gaten waren dichtgemaakt. Voorzoover dit echter nog niet heeft plaats gehad, zal er nu onmiddellijk voor gezorgd worden. Verder kan Spreker in verband hiermede mededeelen, dat weer nieuwe belang hebbenden hunne medewerking hebben toegezegd. De heer ODENHOVEN meent, dat er nog meer gronden zijn, waar van de pacht dit jaar eindigt, met name aan den kant van Overloon. Deze menschen zouden graag weten of de pacht kan doorloopen. De VOORZITTER antwoordt, dat deze kwestie momenteel in onder zoek is en B. en W. de volgende vergadering met een voorstel dienaan gaande zullen komen. De heer VAN DIJCK zegt, dat te Veltum op den draai in den weg een mooi hekje is geplaatst en vraagt een dergelijk hekje te plaatsen in Ysselsteyn, ter aanduiding dat daar de weg naar Ysselsteyn afslaat. De VOORZITTER zal hierover denken. Waar hier echter geen draai in den hoofdweg is, kan waarschijnlijk beter met een handwijzertje worden volstaan, zooals b.v. aan de Smakt. Een aanduiding zooals te Veltum zou misleidend kunnen werken voor het doorgaand verkeer. De heer VAN HAREN vraagt nogmaals de aandacht voor verbetering van dén Stationsweg. De VOORZITTER antwoordt, dat de door den heer van Haren be doelde verbeteringen reeds zijn aangebracht. De heer VAN HAREN zegt, dezen weg daar den laatsten tijd niet meer gepasseerd te zijn, zoodat deze nog niet door hem zijn opgemerkt. De heer PUBBEN adviseert den weg aan het Veulen langs de te ver koopen gronden te verbeteren, voordat de openbare verkooping dezer gronden plaats heeft. Zij zullen allicht daardoor nog meer opbrengen. Als er een weg productief te spitten was, is het z.i. deze. De VOORZITTER zegt, dat het besluit tot verkoop dezer gronden nog niet door Ged. Staten is goedgekeurd; B. en W. zullen zien of in deze nog wat te doen is. De heer STEEGHS vraagt nog een gedeelte weg te Castenray in werkverschaffing om te spitten. De VOORZITTER antwoordt, dat dit niet gemakkelijk meer gaat. De laatste aanvrage om subsidie is reeds lang in onderzoek. Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord ver langende, sluit de Voorzitter de vergadering met gebed. Ofschoon deze schets een week te laat verschijnt, meenen we er in de Paaschweek toch nog voldoende be langstelling voor te mogen verwach ten. We verplaatsen ons naar Zaterdag voor Paschenhet jubelende Gloria, orgelmuziek en bellen en verder het blijde klokkengelui hebben dien morgen alom de glorievolle opstan ding des Heeren, het naderende Paaschfeest aangekondigd. Paschenoverheerlijk feest als kerkelijke herdenking van 's Heeren Verrijzenis en Overwinning van den doodheerlijk feest óók voor den mensch, die in navolging van den Heiland de veertigdaagsche Vasten heeft onderhouden en dien boetetijd nu beëindigd weet. Want vasten, dat is het derven van bepaalde spijzen, dat is slechts éénmaal daags een goeden maaltijd nuttigen, dat maakt indruk op den materialistische n, eetgragen mensch. De Vastenwet is thans veel minder streng dan vroeger, talrijk zijn degenen die om een of andere reden zijn gedispenseerden niettemin, welk een blij gevoel maakt zich van ieder meester nu hij den boetetijd ten einde weet. Hoeveel grooter moet deze vreugde geweest zijn, toen het vasten nog zooveel zwaarder offers vergde. Het einde der Vastenals zoodanig ziet men in volksdicht en volks gebruiken het Paaschfeest dan ook het meeste voortleven. „De Gloria is gezongen en de Vasten is gesprongen", zoo voegen ook Ven- rayers elkaar met blijden lach toe na de Mis van Zaterdagmorgen. En reeds holt de jeugd den hof in, waai de klokken op hun terugtocht van Rome de gekleurde eieren hebben laten vallen. Vol vreugde worden ze bijeengegaard en zelden verorbert men eieren zoo smakelijk als de zoo verzamelde. Ze vormen de voorproef van den Paascheieren-maaltijd, die daags daarna zal plaats hebben. Het gebruik van het eieren kleuren met Paschen is ver verbreid. Niet Een stijve nek behoeft Ge ^dus niet langer te hebben fc/A had den geheelen dag door regen' achtig weer geloopen met een sner' penden wind. Toen ik s'avonds thuis I 'kwam, kon ik mijn hoofd niet meer 11bewegenzoo stijf waren de spieren 11van mijn nek. Ik ging vroeg naar bed 1 maar liet mg tevoren eens stevig wrij- 'ten met Kloosterbalsem, 's Morgens was ik verrast te bemerkendat er van mijn stijve nek niets meer te be- speuren was. De Kloosterbalsem had m(j In een enkelen nachtof in 8 uur van m'n hevige stijve nek af geholpen. S. Sch. te den H. AKIfFD'C ORIGINEEL TER INZAGE „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bU brand-en snywonden Ook ongeëvenaard als wrijfraiddel bij Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren Schroefdoos 35 ct. Potten 622 ct en 1 04 zonders Dat durft U te Waar is bij Eh bien.... je ben geweldig op gewonden. Werkelijk, Jan is in Leiden hij.... Een geluk voor hem. Dan zal ik hem daar wel vinden Apropos, Mijnheer van Beers, wij hebben nog een bagatel te vereffenen Twee mille leende U van me.. Ssssttt. Ik heb bezoek zeg, niet zoo luid Gunst, beste Verhoeven, werkelijk, het was me absoluut door mijn hoofd gegaan ik zal het je natuurlijk remitteeren.... Geen sprake van. Oogenblik kelijk zeg ik je. Op de tafel die twee mille. In de aangrenzende eetkamer was het rumoer doorgedrongen. Wel trachtte Mevrouw van Beers, hoogst zenuwachtig haar broer af te leiden, doch ook zij, hield de spanning niet uit Daar was iets bijzonders, een catastrophe Robert... Wat is dat... Hoor eens... Verhoeven schreeuwt als een dolle O... ze hebben ruzie... Bob, ga er heen. Alex doet de laatste tijd zoo... Pardon, stoor ik de heeren. Wij hebben elkander ontmoet bij de receptie, bij U thuis Mijnheer Van Segwaert, ik heb absoluut geen bezwaar, dat U bij dit ondeihoud aanwezig bent. Het gaat om een schuld. Twee mille, die Uw zwager van mij... Alex? Hemel ja, maar ik begrijp de houding van onzen besten vriend Verhoeven absoluut niet.Had me even een lettertje geschreven, zeg je vergeet, ik ben geen zakenman. zooals jij, en een kleine conchalance kun je me inderdaad verwijten. Mijnheer Van Beers. Uitvluch ten. Ik herhaalde twee mille komen nu op tafel,.. Mag ik mij nogmaals mengen in deze onverkwikkelijke affaire, en dit., eh. misverstand Geen sprake van misverstand. Wel... misleiding, mijnheer Van Seg waert. Ah, zoo. Is dat Uw standpunt Wilt U mijn garantie accepteeren, dat deze eereschuld, morgen, door mijn bankiers aan U wordt overge maakt Uitstekend, mijnheer Van Seg waert. Uw garantie is voldoende. Dan gaan we verder. Het is U zeker duidelijk, dat ik niet alleen daarom hier ben gekomen. Ware het uit sluitend U funeste finantieele toestand, mijnheer Van Beers, dan... had zulks niet eenig verschil gemaakt in de verhouding der jongelui. U ziet, ben goed geïnformeerd. Ik ben van morgen naar Veldhoven gekomen, met het doel U, zoo mogelijk te helpen. Misschien niet alleen ware mij dat mogelijk geweest, dan, met de hulp van Uw familie. Ik was in Deventer, bij het kadaster nam, hoort U, nam de onbescheidenheid, Uw bezittingen te onderzoeken. Nog bleef ik bij mijn plan. Ter wille van de jongelui. Er is echter iets... een verandering in gekomen. Uw zoon, Mijnheer Van Beers, is een schurk. Zwijg... Van Beers verbleekte, vermeenend, dat Verhoeven iets te weten gekomen was, van het onverkwikkelijke proces. Neen, neen, laat Mijnheer Ver hoeven verder gaan, ik luister met aandacht. BON voor Inzenden in open couvert. G R A Tl S als drukwerk (l'/2 ct.) aan MONSTER Handelmij. L. 1. Akker, R'dam slechts in geheel Zuid- en ook Noord- Nederland is het bekend, doch in het grootste deel van Europa. En Tsjecho-Slowakije is wel het land waar aan het eieren kleuren en ver sieren het meeste zorg wordt besteed. Over den oorsprong van dit gebruik bestaan meerdere legenden en gissin gen. In Rusland meent men dat het afkomstig is van Maria Magdalena, die de Paaschboodschap aan keizer Tiberius verkondigde en hem als zinnebeeld van Christus' Opstanding een gekleurd ei overhandigde. Elders ziet men in de rood-gekleurde eieren een herinnering aan de „gloeiende eieren", de eiervormige roosters n.l., waarop de martelaren werden ver brand. Doch in elk geval heeft men ook en reeds vanaf oude tijden, aan het ei, dat uiterlijk levenloos is doch de kiem tot nieuw leven in zich bevat, een bijzondere symbolische beteexe- nis toegekend, waarom men zelfs wel eieren in sommige martelaars graven vindt. Een- verklaring voor het eten van eieren met Paschen wordt voldoende gegeven door een vroegere bepaling van de vastenwet. waarbij het ge bruik van eieren gedurende de ge heele Vasten verboden was. Wellicht was het de samenwerking van ver schillende factoren, die reeds van ouds bij de geloovigen de gewoonte deed ontstaan om de eerste eieren die met Paschen weer gegeten moch ten worden, door de Kerk te laten zegenen. Hiermee zal dan de eieren- rondgang omstreeks Paschen voor pastoor en koster samenhangen. Want wie eieren wilde laten zegenen moest er natuurlijk ook enkele aan de kerk-bedienaren schenken. Meestal had de eierzegening op Zaterdagmorgen plaats, waardoor. Dat zal ik, Mijnheer Van Seg waert. Met of zonder Uw toestem ming. Ik herhaalUw zoon, Uw neef, is een eervergeten ellendeling. Mevrouw Van Beers trad met waardigheid de kamer binnen. Emilie, het is beter, dat je ons even alleen laat. Neen Robert. Neen. Ik hoorde Mijnheer Verhoeven een beleediging uiten, ik wensch te hooren, hoe die durft... Mevrouw Van Beers, Uw broer heeft gelijk, Ia3t ons mannen even alleen, doet U mij dat genoegen. Ik zie niet in, dat ik verplicht ben U dat genoegen te do;n. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1936 | | pagina 5