TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
ZIJN STIJVE NEK
IN 8 UUR GENEZEN
KLOOSTERBALSEM
Openbare vergadering van den
Raad der Gemeente Venray,
FEUILLETON.
Mesalliance
Paascheieren.
DOOR KL00STERBALSEN
Zaterdag 18 April 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 16
op 28 Februari 1936, des namiddags 4 uur.
VOORZITTERde heer O. L. P. van de Loo, Burgemeester.
SECRETARIS de heer A. F. M. van Haaren.
Tegenwoordig alle leden.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed, waarna hij spreekt
als volgt:
Mgne Heeren. Door de geheele Provincie is een schok gegaan bij het
vernemen van het droevige bericht van het onverwacht overlijden van
onzen zoo hoog vereerden en beminden Gouverneur. Nog in de volle
kracht van zijn leven heeft de Heer hem weggerukt uit zijn werk en
uit zrjn gezin, dat hem zoo lief was en waarvoor hij zich geheel gaf
met al zijn rijke gaven van verstand en hart. Edel van geboorte, muntte
hij tevens uit door adeldom van ziel en van karakter.
Eldeis is en wordt met groote dankbaarheid herdacht het vele, wat
hij voor de Provincie heeft gedaan. Maar ook hier past een woord van
eerbiedige hulde en warmen dank aan den edelen Gouverneur, den voor-
beeldigen katholiek, die ook zoo" warm voelde voor de gemeenten, ook
voor onze gemeente, zooals de meesten Uwer weten, die hem hebben
leeren kennen bij zijn administratieve bezoeken, waarbij hij zooveel blijk
gaf mede te leven met alles en ieder.
De Provincie verliest in hem een voortreffelijk bestuurder, ja meer
dan dat, de burgemeesters een wijzen raadgever, die hun in hun moeilijk
ambt, vooral in deze zoo verwarde tijden, een groote steun was.
Moge God hem, die een lichtend voorbeeld was in alles, reeds in de
eeuwigheid beloond hebben en zijn dierbare gade en kinderen de kracht
geven om te berusten in dezen onherstelbaar zwaren slag. Voor zijne
zielerust hebt gij reeds allen den plechtigen zieledienst in onze parochie
kerk bijgewoond. Wij allen zullen onzen goeden Gouverneur blijven her
denken met groote dankbaarheid en aan hem de herinnering bewaren
van een edelman, wiens devies wasnoblesse oblige.
Moge hij rusten in vrede.
Tijdens de rede van den Voorzitter hadden de aanwezigen zich van
hunne zetels verheven.
Dan is aan de orde: notulen der vergadering van 27 December 1935.
De heer STEEGHS merkt op, dat in deze notulen een zin ontbreekt.
Hij heeft, zooals in de notulen staat, gezegd te hopen, dat er langs
anderen weg een verandering ten goede moge komen. Hieraan heeft hij
echter toegevoegd, dat hij betreurde, dat door de Kerkelijke Overheid
een groot gedeelte werd afgebroken van wat in 1921 is opgebouwd en
menschen, wie toen om een aalmoes gevraagd werd, thans uit de deur
worden gestuurd.
De VOORZITTER herinnert zich niet dat zoo iets gezegd is. In geen
geval is het zóó gezegd. De heer Steeghs kan het minstens wel zoo be
doeld hebben, doch de notulen zijn juist.
De notulen der vergaderingen van 27 December 1935 en 10 Januari
1936 worden vervolgens ongewijzigd vastgesteld.
Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 6 getrokken is, zoodat
bij stemmingen in deze vergadering no. 6 der presentielijst, i.e. de heer
Odenhoven, hetjeerst zijn stem moet uitbrengen.
Dan is aan de ordevaststelling der voorloopige vergoedingen der
bijzondere lagere scholen overeenkomstig artikel 101 der Lager Onder
wijswet 1920.
Op voorstel van B. en W. worden de voorschotbedragen naar even
redigheid van het aantal leerlingen vastgesteld als volgtJongensschool
Venray-Kom f 2458.60Meisjesscholen A. en B. van het klooster Jeru
salem f 2572.47; School St. Josephsgesticht f 791.92; School Oostrum
f 681.93School Castenray f 538.30Jongensschool Oirlo f 408.90Meis
jesschool Oirlo f 439.96; Jongensschool Leunen f 406.31; Meisjesschool
Leunen f 415.37School Veulen f 407.61School Ysselsteyn f 574.53
Schóól Merselo f 590.06School Heide f 458.95.
Vervolgens wordt op zijn verzoek, wegens vertrek uit de gemeente,
aan den Zeereerw. Heer Pastoor Strijkers eervol ontslag verleend als
lid der Commissie van plaatselijk Toezicht op het Lager Onderwijs,
onder dankbetuiging voor de diensten als zoodanig bewezen.
Dan is aan de ordebenoeming van een lid in de Commissie van
plaatselijk toezicht op het L.O.
Op voorstel van den VOORZITTER wordt bij acclamatie benoemd de
ZeerEerw. Heer H. H. A. Reulen, pastoor te Leunen.
Nog wordt algemeen goedgevonden met ingang van 1 Januari 1936,
wegens opheffing der Schattingscommissiën, eervol ontslag te verleenen
aan de vier niet-ambtelrjke leden van de Schattingscommissie voor de
inkomstenbelasting, de heeren J. H. Geurts, H. B. Odenhoven, P. M. H.
Pubben en J. C. H. Vermeulen, zulks onder dankbetuiging voor de door
hen in die functie bewezen diensten.
Dan wordt op voorstel van B. en W. algemeen goedgevonden tot het
onderhands verpachten van circa 2.25 H.A. weiland aan het Roozendaal
tot 1 November 1942 voor den prijs van f 78 per jaar aan J. Kersten te
Venray.
In verband met het voorstel tot het onderhands verpachten tot 1
November 1942 van twee perceelen resp. groot 1.05 H.A. en 0.98 H.A.,
gelegen langs den Maasheescheweg, aan G. P. Martens te Venray voor
f 100 per jaar, zegt de VOORZITTER, dat de pachtprijs thans f 157
bedraagt, doch hierop de laatste jaren 'n reductie van 15 pCt. werd
toegestaan.
De heer VAN BOVEN meent, dat een prgs van f 100 nog aan den
hoogen kant is, hoewel Martens er genoegen mee genomen heeft. Dat
heeft hg echter gedaan, omdat de Burgemeester niet lager wilde gaan,
maar deskundigen zeggen, dat f 80 meer dan genoeg is. Martens heeft
eigen jongens om den grond te bewerken, maar anders had hij het per
ceel laten liggen.
De VOORZITTER zegt, dat deze prjjs niet te hoog isals de grond
publiek kwam, bracht hij meer op dan f 50 per H.A.
Wethouder HOUBEN vindt het een flinken prijs, maar de grond is
ook goed en gunstig gelegen. Bij publieke verpachting kwamen wg zeker
tot dien prijs en daarom achten B. en W zich niet verantwoord lager
te gaan.
De heer VAN BOVEN vraagt, of deze grond f 100 per jaar voor den
pachter kan opbrengen.
(Een ongelijk Huwelijk)
Roman door Cor de Blij.
34
Maar Bob, het is toch ook een
riant huis...
Maar niet te betalen, Je zou
dus, afgezien van het feit, dat je
van je burgemeesters inkomen amper
zou kunnen leven, een zeer beschei"
den woning moeten zoeken
Bob, dat zou toch
Natuurlijk, dat kan niet. Daar
om moet je, oogenblikkelijk, je ont
slag nemen,
Goed en dan
Wij, ik bedoel: Max, je broer
Joost, je zuster Gonnie en ik, zullen
je in staat stellen, zoolang je niet
over eenige middelen beschikt, om
eenvoudig in een dorp te gaan wo*
nen.
Mijn hemel., hoe buitengewoon
Wij hadden gedacht in Oegst-
geest. Daar kan bij julüe inwonen
en zijn studies voleindigen...
Onmogelijk! Hoe kan dat nou.
Hij is voorzitter van de senaat...
Bijzaken. Daar is natuurlijk
geen sprake meer van. Het is al
mooi, dat hij zijn studies kan af
maken.
MaerBob Zijn jaergenooten...
zijn positie, hij is reusachtig getapt-
zijn verloofde... Kaerel, besef toch
ten zeer gefortuneerde familie... de
Verhoevens wat is een menscb
zonder fortuin zeg.
Wat wil je dan Een ban
kroet Dacht je, dat wij ons, voor
je zouden uitkleeden
Maer Bob, je overdrijft... denk
eens aan EmilieHoe kan zij nu in
Oegstgeest
Juist, omdat wij aan haar
dachten. Ik moet je werkelijk de
illusie ontnemen, dat we uit pure
sympathie voor jou de „helpende
hand" toesteken. Jij bent nog steeds
niet doordrongen van het feit, dat
je onverantwoordelijk gehandeld hebt
op zijn zachtst uitgedrukt, Je schoon
zuster, de vrouw van den generaal
had er een gepeperde uitdrukking
voor.
Interesseert me niet. En als
ik... weiger.op dit ultimatum in
gaan.
Fel stonden de twee zagers tegen
over elkaar De oud-resident was
aan het einde van zijn kalmte... Die
man... was... misdadig arrogant.,
spookte 't in hem,
Dan bestaat er nog één moge
lijkheid, die we je dolgraag hadden
willen besparen: Curateele
Schandelijk... op welken grond?
Verkwisting desnoods zwakte
van geestvermogens...
De deur ging open...
Ah Emilie...
Dag beste Bob. Oh, wat ben
ik ontzettend blij, dat je er bent...
maar wat staan jullie furieus... het
speet me zoo, dat ik juist naar een
jour moest... ik kon er niet van
buitenKom, laten we gezellig
gaan tafelen, natuurlijk, dood en
doodeenvoudig.... gaan jullie mee
We spreken straks verder Alex,
ja, Emilie, wij komen.,..
Dat moet U den pachter vragen, antwoordt Wethouder HOÜBEN, I verwachting zijn gebleven. Desondanks is de tentoonstelling goed ge-
doch blijkbaar wel, want anders gaf deze het er niet voor.
De heer MILLEN vraagt, of deze prgs uitgaat boven de normale pach
ten van dergelijke gronden, want het zou ook kunnen, dat Martens te
veel wil geven, omdat hij den grond niet kan missen. En de gemeente
moet in deze toch een voorbeeld geven aan andere grondeigenaars.
De VOORZITTER antwoordt, dat ieder moet zeggen, dat de prijs niet
te hoog is en B. en W. wel degelijk rekening hebben gehouden met de
tijdsomstandigheden. Van den anderen kant zijn wij er toch ook niet
voor de liefdadigheid. Een pachter tracht altgd zoo goedkoop mogelijk
te pachten, doch waar wg overtuigd zijn, dat deze grond bij publieke
verpachting meer zou opbrengen, mogen wij niet lager gaan en vindt
Spreker, dat het een zeer redelijk voorstel is.
De heer REINTJES is het absoluut niet met den heer van Boven eens.
Hij vindt den prijs voor dezen grond, die gunstig is gelegen, zeker niet
te hoog en wij mogen toch niet lager gaan dan de prijs, dien hij bij
publieke verpachting zou opbrengen.
De heer ODENHOVEN vraagt, of Martens niet liever voor 3 jaren
wil pachten.
Neen, antwoordt de VOORZITTER, juist op zijn verzoek is de termijn
bepaald op 6 jaren.
De heer ODENHOVEN zou ook nog gaarne eens de meening van den
heer Goumans hooren.
De heer GOUMANS zegt, den prijs schappelijk te vinden en meent,
dat wij er Martens geen dienst mee bewgzen zouden als wij den grond
aan een ander verpachten of publiek brengen. De grond is goed. Spreker
heeft hem zelf 6 a 7 jaar bebouwd.
De heer VAN BOVEN zegt, dat Martens den grond gedwongen neemt,
omdat hij zit met zijn kinderen. Hij stelt voor den pachtprijs te bepalen
op f 90.
In stemming gebracht wordt het voorstel van B. en W. met 13 tegen
2 stemmen aangenomen.
Tegen stemden de heeren VAN BOVEN en ARTS.
Het voorstel van B. en W. tot het onderhands verpachten van een
perceeltje grond te Leunen, groot 11 aren, aan A. H. Loonen te Venray,
tot 1 November 1942 voor f 6 per jaar, wordt hierna algemeen goed
gevonden.
Na toelichting door den VOORZITTER, wordt vervolgens algemeen
goedgevonden, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, te
verkoopen
1. aan P. Verstappen te Venray—Overbroek een perceel ontginnings-
grond, gelegen te Ysselsteyn, groot 10.03 H.A. tegen den prijs van f225
per H.A., met verplichting daarop vóór 1 Januari 1940 een boerderij
te stichten;
2. aan P. J. M. H. A rts te VenrayLeunen een perceel ontginnings
grond, gelegen te Ysselsteyn, groot 10.03 H.A., tegen den prijs van
f 225 per H.A., met verplichting daarop vóór 1 Januari 1940 een
boerderij te stichten
3. aan H. J. H. van Ass te VenrayYsselsteyn twee perceelen ont-
ginningsgrond, gelegen te Ysselsteyn, groot resp. 3.04 H.A. en 10.75
H.A., tegen den prgs van f 200 per H.A., met verplichting daarop vóór
1 Juli 1938 een boerderij te stichten.
Dan is aan de orde voorstel van B. en W. tot verkoop van circa 20
H.A. ontginningsgrond, gelegen te Venray, onder Merselo aan den Hazen-
hutschendijk, aan P. J. H. van Dijck, landbouwer te VenrayYsselsteyn,
voor f 250 per H.A.
De heer VAN DIJCK verlaat in verband hiermede de vergadering.
De VOORZITTER zegt, dat aanvrager dezen grond wenscht te koopen
en te ontginnen met het oog op zijn kinderen om daar later een boerderij
te kunnen stichten. De grond, die ver buiten de bebouwing is gelegen,
heelemaal tusschen de bosschen, is indertijd buiten het bebosschingsplan
gehouden, omdat hij zeer geschikt is voor ontginning. Waar de heer
van Dijck lid van den Gemeenteraad is, moet hij ook nog vrijstelling
vragen aan de Koningin van het verbod in art. 1506 van het Burgerlgk
Wetboek.
De heer PUBBEN vindt, dat de gemeente alleszins verantwoord is
met dezen grond aldus te verkoopenhet is een goede prijs en de grond
wordt ontgonnen door een degelijk landbouwer.
Wordt algemeen goedgevonden.
De heer VAN DIJCK komt dan weer ter vergadering.
Vervolgens wordt algemeen goedgevonden ingaande 1 Januari 1936
ten behoeve van werkloozen gedurende den tijd, dat zij
a. uitkeering ontvangen uit de werkloozenkas
b. uitkeering ontvangen uit de steunregeling;
c. tewerkgesteld zijn bij de gemeentelijke of door het Rgk gesub
sidieerde centrale werkverschaffing: eene bijdrage te verleenen tot gelijk
bedrag van het percentage, dat het fonds voor zijne rekening neemt,
en ten hoogste een derde gedeelte in de te betalen premie voor dé
kosten van geneeskundige behandeling, medicamenten en ziekenhuis-
verpleging, mits zij verzekerd zijn bij een der ziekenfondsen en zieken-
huisfondsen, welke door Burgemeester en Wethouders zijn toegelaten of
goedgekeurd.
Hoofstuk IX 2 der begrooting wordt in verband hiermede aange
vuld met een post, bijdrage in de te betalen ziekte- en ziekenhuis
verzekering voor werkloozen, van f 300.
Dan wordt, na toelichting door den Voorzitter, algemeen goedgevonden
aan het Plaatselijk Crisis-Comité, zoogenaamd B-Comité,^voor 1936 eene
bgdrage te verleenen van ten hoogste 265 x f 2 of f 530, onder voor
waarde, dat vanwege het Departement van Sociale Zaken een bedrag
wordt beschikbaar gesteld van 265 x f 2.20 of f 583, zulks tot het ver
leenen van een extra steun in de eerste plaats aau de grootste gezinnen,
waar tengevolge van langdurige werkloosheid met betrekking tot het
aanschaffen van kleeding, dekking en schoeisel zoodanige achterstand
is ontstaan, dat verstrekking van extra hulp noodzakelijk is, en die
overigens daardoor in de termen vallen, onder bepaling, dat de bijdrage
in twee halfjaarlijksche termijnen zal worden verstrekt.
Aangezien bij het opmaken der begrooting slechts gerekend is op een
bgdrage van f 500, dient deze post met f 30 te worden aangevuld,
waartoe de Raad zonder hoofdelijke stemming besluit.
Daarna is aan de ordevoorstel van B. en W. om hen, ingevolge een
daartoe gedaan verzoek van het Bestuur der Landbouwtentoonstelling,
te machtigen een bedrag van 30 pCt. van de verleende garantie ad
maximaal f 800, dus f 240, aan dit Bestuur doen uitkeeren, als aandeel
in het tekort.
De VOORZITTER zegt, dat tengevolge van de ongunstige weersom
standigheden, speciaal den laatsten dag, de ontvangsten beneden de
Als een gebroken man, zat Gijs.
Verpletterd door het gebeuren van
Marie. Zijn jongste zuster... de hond.
Maar, waarom ben ik daarvan
onwetend gebleven.mijn kind..
bijna verbonden aan dien fielt
Waarom mij niet gewaarschuwd.
Gijs, wie heeft ons gevraagd....
bevolen. de familierelatie te ver
zwijgen en hoe konden wij het je
meedeelen
Ja, Jan, ik weet dat ik gefaald
heb.. ontzettend gefaald weet....
de aanstaande schoonvader van Frans,
Beukers, ervan
Neen Gijs, ook die niet, alleen
wij hier.
De oude Van Beers
Waarschijnlijk niet.
Waar is die ploertdie....
Waarschijnlijk niet op „Duive-
cate".
Ik ga er heen. Nu direct Ik
ben verplicht de verloving voor mijn
dochter te verbreken. Daarbij.... ik
zal die schurkenbende.
Herr Von Beers, Besuch für
Sie.
Maar, Hertha.... Wij zitten aan
tafel.
Ein gewisser Herr Verhoeven
aus Amsterdamer ist im salon.
VerhoevenIk kom....
Ah bonjour Amice..onver
wachts.... heb je al gegeten kerel...
wij zitten
Mijnheer van Beers, is uw zoon
thuis
Nee zeg.... Er is toch niets bij
vragen.
Man.
slaagd. Er zrjn veel vreemden hier geweest eD allen hebben duidelgk
kunnen zien, wat de landbouw in Noord-Limburg ondanks de crisis nog
kan. Overigens was het natuurlijk aangenaam geweest als ook dit ge
deelte der toegezegde garantie niet noodig was geweest.
Wordt algemeen goedgevonden en besloten de begrooting dienover
eenkomstig té wijzigen.
De heer MILLEN zegt in herhaling te moeten vallen. De vorige ver
gadering werd toegezegd, dat de groote gaten in den Langeweg gedicht
zouden worden; dit is echter tot heden niet gebeurd.
De VOORZITTER meende, dat dit reeds gebeurd was, en althans de
grootste gaten waren dichtgemaakt. Voorzoover dit echter nog niet
heeft plaats gehad, zal er nu onmiddellijk voor gezorgd worden. Verder
kan Spreker in verband hiermede mededeelen, dat weer nieuwe belang
hebbenden hunne medewerking hebben toegezegd.
De heer ODENHOVEN meent, dat er nog meer gronden zijn, waar
van de pacht dit jaar eindigt, met name aan den kant van Overloon.
Deze menschen zouden graag weten of de pacht kan doorloopen.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze kwestie momenteel in onder
zoek is en B. en W. de volgende vergadering met een voorstel dienaan
gaande zullen komen.
De heer VAN DIJCK zegt, dat te Veltum op den draai in den weg
een mooi hekje is geplaatst en vraagt een dergelijk hekje te plaatsen
in Ysselsteyn, ter aanduiding dat daar de weg naar Ysselsteyn afslaat.
De VOORZITTER zal hierover denken. Waar hier echter geen draai
in den hoofdweg is, kan waarschijnlijk beter met een handwijzertje
worden volstaan, zooals b.v. aan de Smakt. Een aanduiding zooals te
Veltum zou misleidend kunnen werken voor het doorgaand verkeer.
De heer VAN HAREN vraagt nogmaals de aandacht voor verbetering
van dén Stationsweg.
De VOORZITTER antwoordt, dat de door den heer van Haren be
doelde verbeteringen reeds zijn aangebracht.
De heer VAN HAREN zegt, dezen weg daar den laatsten tijd niet meer
gepasseerd te zijn, zoodat deze nog niet door hem zijn opgemerkt.
De heer PUBBEN adviseert den weg aan het Veulen langs de te ver
koopen gronden te verbeteren, voordat de openbare verkooping dezer
gronden plaats heeft. Zij zullen allicht daardoor nog meer opbrengen.
Als er een weg productief te spitten was, is het z.i. deze.
De VOORZITTER zegt, dat het besluit tot verkoop dezer gronden nog
niet door Ged. Staten is goedgekeurd; B. en W. zullen zien of in deze
nog wat te doen is.
De heer STEEGHS vraagt nog een gedeelte weg te Castenray in
werkverschaffing om te spitten.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit niet gemakkelijk meer gaat. De
laatste aanvrage om subsidie is reeds lang in onderzoek.
Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord ver
langende, sluit de Voorzitter de vergadering met gebed.
Ofschoon deze schets een week te
laat verschijnt, meenen we er in de
Paaschweek toch nog voldoende be
langstelling voor te mogen verwach
ten.
We verplaatsen ons naar Zaterdag
voor Paschenhet jubelende Gloria,
orgelmuziek en bellen en verder het
blijde klokkengelui hebben dien
morgen alom de glorievolle opstan
ding des Heeren, het naderende
Paaschfeest aangekondigd.
Paschenoverheerlijk feest als
kerkelijke herdenking van 's Heeren
Verrijzenis en Overwinning van den
doodheerlijk feest óók voor den
mensch, die in navolging van den
Heiland de veertigdaagsche Vasten
heeft onderhouden en dien boetetijd
nu beëindigd weet. Want vasten, dat
is het derven van bepaalde spijzen,
dat is slechts éénmaal daags een
goeden maaltijd nuttigen, dat maakt
indruk op den materialistische n,
eetgragen mensch. De Vastenwet is
thans veel minder streng dan vroeger,
talrijk zijn degenen die om een of
andere reden zijn gedispenseerden
niettemin, welk een blij gevoel maakt
zich van ieder meester nu hij den
boetetijd ten einde weet. Hoeveel
grooter moet deze vreugde geweest
zijn, toen het vasten nog zooveel
zwaarder offers vergde.
Het einde der Vastenals zoodanig
ziet men in volksdicht en volks
gebruiken het Paaschfeest dan ook
het meeste voortleven.
„De Gloria is gezongen en de Vasten
is gesprongen", zoo voegen ook Ven-
rayers elkaar met blijden lach toe
na de Mis van Zaterdagmorgen. En
reeds holt de jeugd den hof in, waai
de klokken op hun terugtocht van
Rome de gekleurde eieren hebben
laten vallen. Vol vreugde worden ze
bijeengegaard en zelden verorbert
men eieren zoo smakelijk als de zoo
verzamelde. Ze vormen de voorproef
van den Paascheieren-maaltijd, die
daags daarna zal plaats hebben.
Het gebruik van het eieren kleuren
met Paschen is ver verbreid. Niet
Een stijve nek behoeft Ge
^dus niet langer te hebben
fc/A had den geheelen dag door regen'
achtig weer geloopen met een sner'
penden wind. Toen ik s'avonds thuis
I 'kwam, kon ik mijn hoofd niet meer
11bewegenzoo stijf waren de spieren
11van mijn nek. Ik ging vroeg naar bed
1 maar liet mg tevoren eens stevig wrij-
'ten met Kloosterbalsem, 's Morgens
was ik verrast te bemerkendat er
van mijn stijve nek niets meer te be-
speuren was. De Kloosterbalsem had
m(j In een enkelen nachtof in 8 uur
van m'n hevige stijve nek af geholpen.
S. Sch. te den H.
AKIfFD'C ORIGINEEL TER INZAGE
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bU brand-en snywonden
Ook ongeëvenaard als wrijfraiddel bij
Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten 622 ct en 1 04
zonders
Dat durft U te
Waar is bij
Eh bien.... je ben geweldig op
gewonden. Werkelijk, Jan is in
Leiden hij....
Een geluk voor hem. Dan zal
ik hem daar wel vinden Apropos,
Mijnheer van Beers, wij hebben nog
een bagatel te vereffenen Twee mille
leende U van me..
Ssssttt. Ik heb bezoek zeg, niet
zoo luid Gunst, beste Verhoeven,
werkelijk, het was me absoluut door
mijn hoofd gegaan ik zal het je
natuurlijk remitteeren....
Geen sprake van. Oogenblik
kelijk zeg ik je. Op de tafel die twee
mille.
In de aangrenzende eetkamer was
het rumoer doorgedrongen. Wel
trachtte Mevrouw van Beers, hoogst
zenuwachtig haar broer af te leiden,
doch ook zij, hield de spanning niet
uit Daar was iets bijzonders, een
catastrophe
Robert... Wat is dat... Hoor
eens... Verhoeven schreeuwt als een
dolle O... ze hebben ruzie... Bob,
ga er heen. Alex doet de laatste tijd
zoo...
Pardon, stoor ik de heeren.
Wij hebben elkander ontmoet bij de
receptie, bij U thuis
Mijnheer Van Segwaert, ik heb
absoluut geen bezwaar, dat U bij
dit ondeihoud aanwezig bent. Het
gaat om een schuld. Twee mille, die
Uw zwager van mij...
Alex?
Hemel ja, maar ik begrijp de
houding van onzen besten vriend
Verhoeven absoluut niet.Had me
even een lettertje geschreven, zeg
je vergeet, ik ben geen zakenman.
zooals jij, en een kleine conchalance
kun je me inderdaad verwijten.
Mijnheer Van Beers. Uitvluch
ten. Ik herhaalde twee mille komen
nu op tafel,..
Mag ik mij nogmaals mengen
in deze onverkwikkelijke affaire, en
dit., eh. misverstand
Geen sprake van misverstand.
Wel... misleiding, mijnheer Van Seg
waert.
Ah, zoo. Is dat Uw standpunt
Wilt U mijn garantie accepteeren,
dat deze eereschuld, morgen, door
mijn bankiers aan U wordt overge
maakt
Uitstekend, mijnheer Van Seg
waert. Uw garantie is voldoende.
Dan gaan we verder. Het is U zeker
duidelijk, dat ik niet alleen daarom
hier ben gekomen. Ware het uit
sluitend U funeste finantieele toestand,
mijnheer Van Beers, dan... had zulks
niet eenig verschil gemaakt in de
verhouding der jongelui. U ziet,
ben goed geïnformeerd. Ik ben van
morgen naar Veldhoven gekomen,
met het doel U, zoo mogelijk te
helpen. Misschien niet alleen ware
mij dat mogelijk geweest, dan, met
de hulp van Uw familie. Ik was in
Deventer, bij het kadaster nam,
hoort U, nam de onbescheidenheid,
Uw bezittingen te onderzoeken. Nog
bleef ik bij mijn plan. Ter wille van
de jongelui. Er is echter iets... een
verandering in gekomen. Uw zoon,
Mijnheer Van Beers, is een schurk.
Zwijg...
Van Beers verbleekte, vermeenend,
dat Verhoeven iets te weten gekomen
was, van het onverkwikkelijke proces.
Neen, neen, laat Mijnheer Ver
hoeven verder gaan, ik luister met
aandacht.
BON voor Inzenden in open couvert.
G R A Tl S als drukwerk (l'/2 ct.) aan
MONSTER Handelmij. L. 1. Akker, R'dam
slechts in geheel Zuid- en ook Noord-
Nederland is het bekend, doch in
het grootste deel van Europa. En
Tsjecho-Slowakije is wel het land
waar aan het eieren kleuren en ver
sieren het meeste zorg wordt besteed.
Over den oorsprong van dit gebruik
bestaan meerdere legenden en gissin
gen. In Rusland meent men dat het
afkomstig is van Maria Magdalena,
die de Paaschboodschap aan keizer
Tiberius verkondigde en hem als
zinnebeeld van Christus' Opstanding
een gekleurd ei overhandigde. Elders
ziet men in de rood-gekleurde eieren
een herinnering aan de „gloeiende
eieren", de eiervormige roosters n.l.,
waarop de martelaren werden ver
brand.
Doch in elk geval heeft men ook
en reeds vanaf oude tijden, aan het
ei, dat uiterlijk levenloos is doch de
kiem tot nieuw leven in zich bevat,
een bijzondere symbolische beteexe-
nis toegekend, waarom men zelfs
wel eieren in sommige martelaars
graven vindt.
Een- verklaring voor het eten van
eieren met Paschen wordt voldoende
gegeven door een vroegere bepaling
van de vastenwet. waarbij het ge
bruik van eieren gedurende de ge
heele Vasten verboden was. Wellicht
was het de samenwerking van ver
schillende factoren, die reeds van
ouds bij de geloovigen de gewoonte
deed ontstaan om de eerste eieren
die met Paschen weer gegeten moch
ten worden, door de Kerk te laten
zegenen. Hiermee zal dan de eieren-
rondgang omstreeks Paschen voor
pastoor en koster samenhangen.
Want wie eieren wilde laten zegenen
moest er natuurlijk ook enkele aan
de kerk-bedienaren schenken.
Meestal had de eierzegening op
Zaterdagmorgen plaats, waardoor.
Dat zal ik, Mijnheer Van Seg
waert. Met of zonder Uw toestem
ming. Ik herhaalUw zoon, Uw
neef, is een eervergeten ellendeling.
Mevrouw Van Beers trad met
waardigheid de kamer binnen.
Emilie, het is beter, dat je ons
even alleen laat.
Neen Robert. Neen. Ik hoorde
Mijnheer Verhoeven een beleediging
uiten, ik wensch te hooren, hoe die
durft...
Mevrouw Van Beers, Uw broer
heeft gelijk, Ia3t ons mannen even
alleen, doet U mij dat genoegen.
Ik zie niet in, dat ik verplicht
ben U dat genoegen te do;n.
Wordt vervolgd.