TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Samenwerking.
FEUILLETON.
Mesalliance
Zoo n droge Kuch
JDUS/MOL
Zaterdag SS Maart 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 13
VERBOD LATEN LIGGEN
IEPENHOUT.
Burgemeester en Wethouders van
VENRAY brengen ter openbare
kennis, dat het ingevolge de Bosch-
wet verboden is van 1 April tot 1
October iepenhout te laten liggen,
opgestapeld te houden of te ver
voeren.
Het verbod geldt niet voor geheel
ontschorst hout, hout met een door
snede kleiner dan 7 c.M., hout dat
onder water ligt en hout, waarvan
de schors in haar geheel met timmer-
manscarbolineum is bestreken.
Venray, 10 Maart 1936.
Burgemeester en Wethouders vnd.
O. VAN DE LOO.
De Secretaris,
VAN HAAREN.
HOOFDKEURING VAN
SPRINGSTIEREN.
De Burgemeester van VENRAY
brengt ter algemeene kennis, dat de
houders van springstieren, die hunne
stieren aan de op 27 April a.s. te
houden hoofdkeuring wenschen te
onderwerpen, hiervan ter Secretarie
aangifte moeten doen vóór den 16
April a.s.
Na genoemden datum zullen ter
Secretarie geen aangiften meer
worden aangenomen.
Venray, 19 Maart 1936.
De Burgemeester van Venray,
O. VAN DE LOO.
Hoe men ook over het woord
„ordening" moge spreken, of dit
begrip vaag is of niet, of het
wenschelijk is of ten strengste
af te keuren, het feit kan niet
over het hoofd worden gezien,
dat de neiging om te gaan or
denen hoe langer hoe ^rooter
wordt.
Ons land verzet zich in het
algemeen tegen nieuwe dingen.
Wij gaan niet over één nacht
ijs, wij zijn taai en wij houden
vast aan hetgeen ons decennia
lang, om niet te zeggen, een
eeuw voorspoed en welvaart
heeft gebracht, absolute vrijheid
voor het handeldrijvende en wer
kende individu.
En toch doen wij mede.
Wanneer wij daartoe door den
loop der omstandigheden ge
dwongen worden, dan verzetten
wij ons niet meer, doch werpen
de schuld van die veranderde
richting op de andere, liefst op
het buitenland.
Dan zijn wij dikwijls plus
royaliste que Ie roi, hetgeen wij
kunnen bemerken aan de enorme
hoeveelheden boter, die wij nu
naar Engeland spuien voor een
uiterst lagen prijs, niettegenstaan
de wij wars zijn van dumpen en
daaraan niet gaarne mede doen.
Zoo is het ook met de orde
ning.
In de meeste kringen bestaat
hiertegen een vijandschap. An
deren halen de schouders ervoor
op. Verstarring zeggen zij, teeke
nen van zwakte, het bevoor-
deelen van bedrijven, die het
anders niet meer kunnen houden.
Het in het leven houden van
dat zwakke ten koste der ster
keren.
En niettegenstaande deze cri-
tiek gaan we er hoe langer hoe
(Een ongelijk Huwelijk)
Roman door Cor de Blij.
31
Het was een innerlijke strijd tus-
schen zijn zuster en den vreemde,
schande of onrecht. Juist onrecht is
voor een groot karakter niet te
dragen... zeer zeker niet, wanneer
het zelf daartoe medewerkt, om het
een en ander aan te doen..
Doch de veldwachter was niet de
eenige, die de ware toedracht wist.
Nog een ander voerde strijd Trijn.
Wie zeg je, veldwachtereen
juffrouw Drost Ken ik niet, ver
wacht ik ook niet. Ik heb het zeer
druk, dus...
Goed, Edelachtbare
De veldwachter sloot met eerbied
de deur van het heiligdom. De
rechter-commissaris was in een kwaje
bui.
Nee juffrouw, 't zal niet gaan.
Geen tijd.
Zal niet gaan, zal niet gaan
Man, toe nou Kijk niet zoo ge
wichtig, as een glimwurmpie in
maneschijn. Nee baas, as je dacht,
mij zoo gemakkeüjk weg te krijgen,
dan ken je Trijn Drost niet. Ik ben
gewend hoor met de deftigheid om
te gaan. Zal niet gaan. Toe nou...
Pa krijgt tandjes 1 Zeg Meneer, 'k
kan wel effies wachten, tot ie wat
meer toe over.
Wij zien, dat ons bedrijfsleven
een steeds pooverder figuur gaat
maken in vergelijking met het
buitenland.
Wij zien de prijzen dalen en
de verliessaldi grooter worden.
Wij zoeken een oplossing, maar
wij vinden die niet. Het buiten
land belet ons dit, wordt opnieuw
gezegd.
De concurrentie wordt feller;
men maakt elkander dood.
Men zoekt naar middelen om
dit tegen te gaan, maar men kan
het niet. In een wijk komen
nieuwe winkels, een filiaal van
het een of andere grootwinkel
bedrijf met allerlei extra aanbie
dingen, hetzij om er in te komen
hetzij omdat ze werkelijk die
artikelen goedkooper kunnen aan
bieden.
Dan beginnen plotseling alle
bestaande zaken in die branche
te kwijnen. Dan trekt het publiek
om een nieuwtje te savoueeren,
naar de jongste collega toe en
en het debiet der anderen slinkt
angstwekkend. Deze willen er
iets tegen doen. Zij kunnen niet
wachten. Ook zij verlagen de
prijzen, maar het is dan van den
wal in den sloot.
Zoo wordt de tijd rijp voor
ordening.
Toen de wet op het verbin
dend en onbindend verklaren van
ondernemers-overeenkomsten het
licht zag, lachtten vele kringen
erom. Weer een aanslag op onze
vrijheid, werd er gezegd. Weer
staatsbemoeiing op een terrein,
dat niet zijn terrein is.
Slechts een poging tot ordening
werd gewaagd, nl. in de schoen
en Iederbranche. Men was al
aardig op weg om succes te
bereiken, doch plotseling ging
het geheel weer als een kaars
uit. Het was een te zwaar pro
bleem, de tegenstellingen waren
er te groot.
Maar langzamerhand komen er
meer. De -Regeering heeft al ad
vies gevraagd aan de vaste com
missie uit den Economischen
Raad over het nemen van een
algemeenen maatregel van bestuur
ten aanzien van een door de
Vereeniging van Nederlandsche
kalk- en steenfabrieken ter al
gemeen bindendverklaring voor
gedragen ondernemersovereen
komst.
De Amsterdamsche en de Rot-
terdamsche bakkers doen een tot
dusver succesvolle poging tot
samenwerking, teneinde op de
beslissingen ook die wet te kun
nen toepassen. Dan worden de
outsiders gebonden, terwijl deze
anders de geheele regeling te
niet zouden kunnen doen.
De werven werken al samen.
Zij hebben een bureau voor het
maken van projecten, opdat niet
elke maatschappij de vrij hooge
kosten van het projecteeren van
nieuwe schepen zal hebben te
maken.
Zij doen dit voor gezamenlijke
rekening. Nu hebben zij weer 'n
bewijs van saamhoorigheid ge
geven. Zeven groote scheepsbou-
op z'n gemak is, hoor. Vertel es.
Vindt je 't hier nou zelf niet ijselijk...
met al die tralies voor de ruiten
'k Heb es, bij een Mefrouw in
Amsterdam gediend. Daar was de
keuken in een sousterrein. Hadden ze
ook van die pookkies voor de ramen.
Nou, juffrouwik geloof het
allemaal wel... maar U moet nou
gaan.
Hij gelooft het allemaal wel I
Wat een goeie kerel ben jij. En dat
hier 1 'k Docht, dat ze je hier heele-
maal nooit gelooven 1 Maar Meneer,
wees nou es niet zoo n dooie diender,
en ga nog es naar binnen en zeg an
je baasdat ik heelemaal van Veld
hoven gekommen bin. Vooruit naar
heid, sta niet zoo te sjanse met me.
an mijn hei je toch niks, 'k bin al
over de vijftig I Ga je of ga je niet.
Zeg maar, dat ik kom voor d;e zaak
van Arie Swievers.
Edelachtbare. Die juffrouw Drost
zegt, te komen voor die zaak Swie
vers... Ze is niet zoo gemakkelijk
weg te krijgen, voegde hij er schuch
ter aan toe.
Hm... Swievers... eh...
Pardon, Mijnheer, die stukken
zijn reeds naar den Officier
-Inderdaad, Mijnheer Peulings,
inderdaad... hm. de zaak Swievers...
laat die juffrouw binnen, veldwachter.
De griffier Peulings haalde onge
merkt de schouders op...
j Goeien dag, Heeren Edelacht-
baren.
j Zoo, juffrouw Drost. U wilde
me even spreken Naar ik vermeen
over dien jongen Swievers. Het is
wel eenigszins laat de instructie is
gesloten... maar vertelt U eens.
Ik wist niet edele heer, dat 't
gesloten was, anders was ik morrege
wers hebben een vennootschap
opgericht met het voorloopige
doel om het aantal hellingen in
Nederland terug te brengen tot
een bescheidener getal, opdat de
onderlinge felle concurrentie wat
meer aan banden wordt gelegd.
De werven die verkocht moeten
worden of geliquideerd kunnen
de hulp van de nieuwe maat
schappij inroepen teneinde deze
liquidatie zoodanig te doen plaats
vinden, dat de verkooper zelf,
maar ook de andere werven er
het minste last van hebben. De
Telg verneemt, dat c^e Regeering
in deze plannen is gekend en dat
zij principieel sympathiek er
tegenover staat om op deze wijze
een geheele bedrijfstak te saneeren
De maatschappij wil bepaalde
lijk het steunen van de scheeps-
bouwindustrie door het verwerven
van overtollige of verouderde
scheepswerven, het sloopen en
vervreemden van opstallen en
werktuigen, het te gelde maken
van voorradige goederen en in
ventaris, het vervreemden van de
terreinen onder voorwaarde, welke
een verder gebruik voor scheeps
werven uitsluiten
Met botersmokkelaars
naar de grens.
Een redacteur van de „Telegraaf"
heeft een smokkeltocht meegemaakt
van enkele Eindhovensche margarine
smokkelaars. Hij verstelt er 't vol
gende van
Een café in Eindhoven, Guirlandes
van gekleurd papier langs de muren.
Roode en witte lichtjes, die zichzelf
in het vele spiegelglas achter het
buffet verdubbelen. Een gramofoon,
die het lied van de malende molens
speelt. Op het buffet een paar leege
bierglazen en daarvoor de petten in
de oogen en dassen om, een paar
stevige kerels,
„Om half drie komen de smokke
laars, mijnheer. Zij moeten eerst
stempelen."
Dus wachten wij. In het kleurige
café, dat midden in Eindhoven,
twintig kilometer van de grens, ligt
en waar Eindhovensche stempelaars
smokkelaars bij elkaar komen. Ook
in het Brabantsche land is de werk
loosheid groot en.... de grens vlakbij,
De grens oversteken, met vijftig
pond margarine op den rug, beteekent
goed geld verdienen.
„Maar niet gemakkelijk, mijnheer."
De drie smokkelaars zijn gekomen.
Wij zitten samen aan een tafeltje,
over de glazen bier heen de koppen
bij elkaar. Strakke, harde en ver
weerde gezichten hebben zij. Ver
trouwen doen ze de twee vreemden
maar half. „Der waren nog eens
twee, die zeiden, dat ze van de krant
kwamen en het waren vreemde kom
miezen".
„En ziet u... over ons schrijven
de kranten bijna altijd verkeerd. De
smokkelaars verdienen zoo gemak
kelijk hun geldja, ja,... als je dat
beweert, weet je er niets van. Per
man kunnen wij vannacht acht gul
den verdienen. Daarvoor moeten wij
eerst twintig kilometer fietsendan,
met vijftig pond margarine op den
rug twintig kilometer terugloopen.
Over heide, door slooten, over prikkel
draad.... en aldoor in gevaar Want
niet alleen het over de grens bren
gen van boter is strafbaar, maar
ook het vervoer. Dan moeten wij de
zaak nog afleveren. Gemakkelijk is
het niet, lang niet. Als wij den boel
weg moeten smijten, omdat de kom
miezen achter ons aanzitten, zyn
wij alles kwyt. En toch.... wij smok-
wel gekommen. Maar ziet U, Me
vrouw en Meneer binnen vandaag
een daggie voor der plezier naar de
femilie, en toen dacht ik zoo Trijn,
vandaag ga je naar de heeren...
De griffier zat uiterst verveeld.
Dat kon gezellig worden... Ijs»
club open, een afspraak met die
charmante freule Van Eyck... br.,
wat een bêtise... om dat mensch te
ontvangen.
Jawel, juffrouw Drost. Treedt
U niet veel in detailsWat is het
doel...
-Ja, kijk es Edele Heer, dat is
niet in zoo maar effetjes te vertellen
En dan had ik U graag alleenig ge
sproken. Het is een geheim, ziet U.
As die andere Meneer misschien even
om wil gaan, danne.
De griffier was nu werkelijk ge-
chokkeerd. Hij had wel allerlei
vreemde types in zijn nog vrij korte
Juridische loopbaan gezien, maar zoo
iets... affreus
Dat hoeft niet, juffrouw Drost.
Die Heer is de griffier... die schrijft
alles op.
Oh, Nee Meneer de rechter, dat
zal heelemaal niet gaan. D'r valt niks
van me op te schrijvenik mot U
alleen hebben.
Op zooveel halstarrigheid niet
voorbereid, toch ook geinteresseerd,
zei de rechtercommissaris
Meneer Peulings, U heeft mis
schien nog wel iets voor de griffie.
We zullen de juffrouw haar zin geven.
I Zoo, nou is 't goed. Kijk es
Meneer de rechter. U kent Arie wel,
ik bedoel Swievers. U denkt mis-
schien, dat ie slecht is. Maar. dat is
hij niet. Ja, natuurlijk, volgens recht,
had hij de jonge Meneer niet motten
steken, Dat weet ik wel. Maar ziet
kelen nu eenmaal, omdat je aan dat
meerdere geld gewend bent."
Wie zijn „wij"
Wij... dat zijn al die duizenden, die
hier smokkelen.
Duizenden
„U wilt zelf meegaan u zult
het zien. U zult ook zien, dat het
moeilijk is... Alleen, als je er eenmaal
mee begonnen bent, kun je er niet
meer van afblijven. Is het niet, dikke
De „dikke" knikt. De gramofoon
speelt het schoone lied van de regen
druppels, die aan het venster klop
pen de struische buffetjuffrouw
lacht eens en schenkt klaterend bier
in. Wij spreken om half vgf af om
met de auto te zijn op den weg naar
Valkenswaard, daar waar het asfalt
bagint, Ziedaar de prélude van onze
grensavonturen.
NAAR DE „KLUIS".
Eindhoven ligt achter ons en
Valkenswaard. Over hobbelige wegen
gaat het door Borkel en Schaft naar
de „Achelsche kluis", naar de grens.
Het landschap gaat er steeds een
zamer uitzien. In heidevelden,
moerassen met kale rietsprieten en
donkere boschjes eindigt hier Neder
land. Op een wegsplitsing, grootsch,
het beeld van den Gekruisigde. Hier
en daar een rij boomen, welker ont
bladerde takken ten hemel wijzen.
Stil is het hiér de dag sterft uit.
Van een immense verlatenheid spreekt
dit droefgeestige land, Wij rijden
over een brugje, waaronder klokkend
een beek stroomt. Rechts van ons
doemt een groot gebouw op. Een
lange muur en een kerkspits, die in
dit land domineeren. Het is de
Achelsche kluis, het klooster van de
Trappisten. „Cisterciënser Abdg
kloosterlijk slot" staat op een bordje.
Wij gaan een kar voorbij, die be
stuurd wordt door een broeder, in
blauwe pij met blauwe kap op. Ach
ter het klooster, met zijn altijd
zwijgende paters en broeders, deint
zich het land van heide, vennen en
donkere bosschen weer verder uit.
Dit is België. Het Achelsche kloos
ter staat half op Nederlandsch, half
op Belgisch gebied. Doch voor wg
de donkere bosschen aan het einde
van een langen weg hebben bereikt,
wordt de verlatenheid van het land
schap onderbroken door een paar
roode huisjes.
Het zijn alle winkelsWinkels in
deze streek, waar geen andere men-
schen wonen dan de kloosterlingen,
die in hun eigen behoeften voorzien
Vijf winkels, met voor de ramen een
bord
MARGARINE.
Winkels in dit land zonder men-
schen. En toch winkels, die meer
zaken doen dan menige in de stad.
Met onze drie smokkelaars stappen
wij er binnen links en rechts
staan groote, ronde doozen marga
rine opgestapeld. En ontelbare „vloei-
kes", pakjes, sigarettenpapier, waarin
eveneens hevig wordt gesmokkeld.
En potten jam en suiker....
EEN WONDERLIJKE AANBLIK.
Wij krijgen, om de heete kachel
gezeten, koffie. De auto laten wij
staan. Te voet gaan wij verder naar
de keet, waar onze smokkelaars
zich met margarine zullen bepakken.
Wij loopen nu door de eenzame
heide. De avond komt aangeslopen
en vei vaagt de contouren reeds. Een
vogel schreeuwt. Wij springen over
een sloot boven een paar denne-
boomen stijgt rook op. Daarachter
in de verlatenheid van dit sombere
land, staat de keet. Een eenvoudig
betonnen gebouwtje, met een paar
fietsen er voor, Als wij de deur
openstooten krijgen wij een wonder
lijken aanblik.
In het vage schijnsel van een lamp
zit een twintigtal gestalten. De
gloed van het licht schijnt over hun
gezichten. Zij lachen en praten. Een
man is bezig groote doozen marga
rine in gele zakken te pakken. Een
jongetje komt binnen. Een aardig
knaapje dat zegt
„Voor de kluis lagen net kommie-
Li, Arie was verliefd op dat meissie.
Maar, zeg, Meneer de rechter, het
blijft toch zeker onder ons Ik vertel
U dat nou allemaal, omdat ik het
zonde van den jongen vind, en die
andere slampamper, want dat is ie
toch, wa zegt U nou zelf, die kan
maar vrij rond loopen.
U bedoelt.
De rechter was een en al oor.
Daar zou je 't hebben
Nou ja, dat snapt U wel, Kijk,
hij was natuurlijk razend jaloersch.
Marie zit ervan in 't gekkenhuis... en
hij... wascht zijn handen in onschuld
Zeker, juffrouw Drost, zeker,
U meent...
Ja, wat zegt U, en wat meent
U... maar U bent toch zeker ook
niet van gister... Voor een vrouw is
het niet zoo makkelijk om over die
dingen te praten.
Dat begrijp ik volkomen, juf
frouw Drost Maar laat ik op den
voorgrond stellen, dat de jonge
Swievers op mij in het geheel geen
slechten indruk gemaakt heeft. U
spreekt met een oud man, die heel
wat ellende hier in deze kamer gezien
heeft... spreek dus vrij uit. U doet
er hoogstwaarschijnlijk onzen vriend
j Swievers een dienst mee, en... U
ontlast Uw eigen geweten, naar ik
I' veronders el.
Ja, daar kom ik juist voor.
Trijn begon zenuwach'ig te huilen,
onder den indruk van den gemoede
lijken toon van den menschenkenner.
j Kijk. Arie, die ging met een
meisje, die bij ons in betrekking was.
Of eigenlijk „gaan" niet. Maar die
jongen was gek op d'r. Nou is zij
ongelukkig geworden, Meneer begrijpt
me wel, en toen ze hoorde, dat de
jonge mijnheer bij ons met een meissie
zen vader".
Dan nemen wij het rechtsche
pad."
„Ja, dat is goed".
Het jongetje deelt koffie rond. De
mannen trekken hun schoenen uit,
stoppen ze in hun zak en trekken
gymnastiekschoenen aan.
Als ik naar buiten treed, op het
pad, zie ik tal van gestalten. Het
zijn andere smokkelaars, die naar
andere keten gaan. Tallooze kleine
betonnen gebouwtjes staan op het
Belgische gedeelte van de heide. De
gestalten, een leegen zak op den
rug, doemen op en verdwijnen.
Op deze eene kleine plek zie ik
zeker honderd smokkelaars binnen
komen, die als het donker is, elk
vijftig pond margarine op hun
schouders zullen nemen. Op dit eene
pad bij de Achelsche Kluis zal men
dus op dezen eenen avond vijfduizend
pond margarine gaan smokkelen.
Hoelang is onze grens niet De
gestalten glijden voorbij, steeds
komen weer nieuwe.
In de keet klinkt gerinkel van
geld. De smokkelaars rekenen af.
Hun vriend, het avondlijk duister,
heeft zich reeds over de heide ge
legd. Zij bevoelen de pakken marga
rine. De verkooper zegt
„Voor de kinderen
Alle smokkelaars krijgen een pakje
anijstabletten mee. Een enkele stopt,
voor huishoudelijk gebruik, een paar
potten jam in zgn zak. Nu is het
zoover. De pakken margarine, de
.pungels" gaan over den schouder.
Buiten is het donker dit verlaten
land dekt de duisternis toe. De
smokkelaars gaan op weg. Dertien
mannen achter elkaar, verdwijnen
in de duisternis. Wij sluiten ons aan.
Over wat wij verder beleefden een
volgend artikel.
Ik dacht maar zoo....
Voor een goede oogst en een voor-
deelige bedrijfsvoering is het beste
nog maar nauwelijks goed genoeg.
Daarom dient men bij vee voede
ring, bij bemesting, bij zaaizaad
aankoop nooit in de eerste plaats op
goedkoopte te letten.
Maar wel op de grootste kaDs, die
men kan maken op de beste resul
taten. Pas als dat overwogen is kan
de prijs een factor worden. Als men
deze maar niet alleen rekent als
een post van uitgaaf, doch ook be
denkt, dat naast deze post ook een
post van inkomsten komt te staan.
En het verschil tusschen deze twee
is van beteekenis voor onze bedrijfs
voering.
Boeren en tuinen is nog niet zoo
eenvoudig als buitenstaanders wel
eens denken. Er komt veel overleg
en nadenken bij te pas. Zoo zalmen
bijv. dat wat uit verre of van ons
land verschillende landen komt hier
niet goed zal gedijen. Bodem, klimaat,
aard van het bedrgf en meerandere
invloeden zijn zeer belangrijke fac
toren voorden groei. Dat is licht te
begrgpen.
Als dan ook een land een ras, dat
daar goed voldoet, heeft, dan kan
het heel goed zijn, dat het elders
niet goed is. Indien wg een goed
eigen ras hebben, dat door jarenlange
selectie het beste uit het beste is
geworden, dat geheel aan klimaat
en bodem is gewend, dat geheel past
bij onze bedrijven (wij denken bijv.
Kuhn's suikerbietenzaad, aan meer
dere rassen onzer tuinbouwgewassen)
waarom zouden wij dan van elders
betrekken Want het feit, dat het
hier een jaar groeit om zaad te
geven, doet niets tot verbetering van
het ras. Een halve eeuw selectie, een
halve eeuw studie, zooals bij Kuhn
geschiedde, is een zekere waarborg,
dat men de meest zekere kans heeft
op een goede oogst.
Zooals wg opmerkten, is ditzelfde
het geval bij vele rassen van tuin
gewassen, die ook in ons land ge
boren en getogen zijn en dus de
meeste waarborgen voor een goede
oogst geven.
Zoo'n blaffende, doffe, pijnlijke hoest,
die Uw borst verscheurt en U niet al
leen overdag, maar vooral 's nachts
zoo kwelt, wordt veroorzaakt door
slijm, die zich heeft vastgezet en niet
wil loskomen. Die raakt Ge binnen
24 uur kwijt, als Ge Akker's Abdijsi
roop neemt. Abdijsiroop woelt die
slijm los en bevrijdt Uw luchtpijpen
van ziektekiemen. De Abdijsiroop be
strijdt met kracht de gevolgen van ge
vatte koude, voorkomt ernstiger aan
doeningen. Neem vandaag nog bijt
Hoest-Oriep-Bronchitis-Asthma
I Verhoogde werking 75centl
Verlaagde prijzen
Door een NIEUWE toevoeging werkt NU
Abdgsiroop 2x zoo snel als voorheen!
Het beste zaaizaad is nauwelijks
goed genoeg beweerden wij. Ieder
weldenkende zal dit onderschrijven.
Als men dan weet, dat in ons land
alles gedaan wordt om van een ge
was een zoo goed mogelijk ras te
krijgen en na een halve eeuw moei
zaam en kostbaar streven een succes
is bereikt, waar men trots op kan
zijn, waarom zou men dan het bui-
tenlandsche zaad gebruiken
Daar is geen enkele reden voor.
Eer het tegendeel.
Vergadering
Handboog schutterijen
kring Venray.
In het café Claessens aan de Lang
straat was voor de Handboogschut
tergen een propaganda-avond belegd,
waarop het bestuur van den R.K.
Bond van Handboogschuttergen in
het bisdom 's-Hertogenbosch, St.
Sebastiaan.
De drukbezochte vergadering werd
geopend door den heer Gooren, met
den Chr. groet en een woord van
welkom, speciaal aan Kapelaan Vo-
ïls, adv. van voorn. bond.
Vervolgens deelde de heer Gooren
mede, dat men geslaagd is, mede in
verband met het besprokene op een
drietal bestuursvergaderingen, con
tact te krijgen met gemelden bond
om meer klaarheid te krijgen ten
opzichte van de verhouding van ge
zelschappen buiten 't bisdom Den
Bosch tot deD bond, de baanlengte,
waarop geschoten zal worden en 't
belang van de mooie handboogsport
bij den opgerichten bond St. Sebas
tiaan. Gaarne gaf hij in deze dan
ook het woord aan Kap. Vogels, die
de ideëele zijde en den heer Wijn
hoven, secretaris van den bond, die
de meer technische zijde zou be
lichten.
Kapelaan Vogels hield een mooie
propaganda-rede, waarin hij deed
uitkomen, dat de handboogsport een
heel stuk folklore omvat en vooral
voor de katholieken in Limburg en
Brabant een waardevolle cultureele
erfenis is van onze voorvaderen.
Uit dien hoofde zou het dan ook een
ramp zijn, Indien deze mooie sport,
zooals voetbal, tennis en meerdere
sport, zou verdeeld worden in kam
pioenschappen, professionals etc.,
waardoor een maniakken-indeeling
ontstaat, die niet past in de aloude
van zijn stand ging trouwen, werd
ze malend. Nu zit zij met de gebak
ken peren, in het gekkenhuis. Arie is
te weten gekomen, hoe 't in elkaar
zit. dat zijn meisje bedrogen was, en
heeft toen gestoken Het is van
Meneer Jan ook een fieltenstreek.
Ja zeker, juffrouw Drost. U is
in betrekking bij.
Nou, bij de Burgemeester
natuurlijk, edele heer, bij Mijnheer
van Beers.
Juist, ja, dus die jonge Mijnheer
Jan van Beers, heeft dat andere
dienstmeisje, dat bij jullie diende, en
waarop Arie Swievers verliefd was,
ongelukkig gemaakt. Juist, juist. Apro
pos, juffrouw Drost, die Jan van
Beers is meen ik sinds eenigen tijd
verloofd, met een meisje uit Amster
dam
Ja, die is 't Meneer de rechter.
Ah zoo..met een fijn lachje.
Nu, U hebt er dien armen drommel
een weldaad mee bewezen door hier
te komen. Mocht ik U nog noodig
hebben, dan reken ik op U Goeden
dag, juffrouw Drost.
Moet ik soms nog zweren.
Mijnheer de rechter
Nee, nee, gaat U maar. Veld
wachter, laat de juffrouw uit.
Alleen gebleven zat hij even in
gedachten
Zoo, zoo, Jan van Beers, de
vriend uit Leiden van mijn jongens-
zoo, zoo, ik zal dat heertje eens hier
laten komen
En hep 'k 'm fijn effe gesproke.
Waar blijf je nou? 't Is wat een
nette man hoor. Nou Meneer de
glimdienaar... man, wat hei je toch
een mooi pakkie, la me d'r es uit.
'k Zal blij zijn, as ik hier weg ben.
Man... hoe hou je 't uit. Al had je
honderd duizend guide en 'k zou hier
met je motte wone, dan moet ik je
nog nietHè, hè, geef mij maar een
poleneize met slagroom. Maar 't is
een nette man Da's waar. Zeg.
Meneer... zit Arie... nou in een hok-
kie hier?... Och 't is toch wat...
Afijn 't zal de langste tijd wel geleë
hebbe. Maar ik zeg niks. Ik zwijg in
zeven tale. Dag veldwachter. Ajuu.
HOOFDSTUK XXI.
Gijs Verhoeven zat inééngedoken
in een hoekje van een eerste klasse
compariiment Amersfoort... Vervelend
vreemde passagiers... hé, dat die man
met dat kind, die Indische jongen nu
juist bij hem kwamenHij had
waarachtig wel behoefte om alleen
te zijn... Het Handelsblad schijnbaar
lezend, in ieder geval, er achter
verscholen, zat hij te peinzen, 't Was
een zware gang, maar hij moest nu
k'aarheid hebben. Hij zou dien van
Beers eens a faire nemen, maar eerst
met zijn beide broers spreken, haar
fijnweten, wat er allemaal gepasseerd
was... Vader... beroerd hoe zouden
ze hem ontvangen... Janook al de
dupe van de verwikkelingen. Frans-
beste hartelijke kerelenfin, die ging
z'n geluk tegemoet. maar dan Marie.
Wat had Kitty ook al weer gezegd/
Malende... Zou toch zeker over
dreven zijn. Dat hem tenslotte de
oogen geopend mcesten worden door
dien Beukers. Eigenlijk een diepe
moreele vernedering maar ja, voor
het geluk van zijn dochter, voor
Kitty, zou hij grondig onderzoeken.
Wordt vervolgd.