TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Samenwerking. FEUILLETON. Mesalliance Zoo n droge Kuch JDUS/MOL Zaterdag SS Maart 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 13 VERBOD LATEN LIGGEN IEPENHOUT. Burgemeester en Wethouders van VENRAY brengen ter openbare kennis, dat het ingevolge de Bosch- wet verboden is van 1 April tot 1 October iepenhout te laten liggen, opgestapeld te houden of te ver voeren. Het verbod geldt niet voor geheel ontschorst hout, hout met een door snede kleiner dan 7 c.M., hout dat onder water ligt en hout, waarvan de schors in haar geheel met timmer- manscarbolineum is bestreken. Venray, 10 Maart 1936. Burgemeester en Wethouders vnd. O. VAN DE LOO. De Secretaris, VAN HAAREN. HOOFDKEURING VAN SPRINGSTIEREN. De Burgemeester van VENRAY brengt ter algemeene kennis, dat de houders van springstieren, die hunne stieren aan de op 27 April a.s. te houden hoofdkeuring wenschen te onderwerpen, hiervan ter Secretarie aangifte moeten doen vóór den 16 April a.s. Na genoemden datum zullen ter Secretarie geen aangiften meer worden aangenomen. Venray, 19 Maart 1936. De Burgemeester van Venray, O. VAN DE LOO. Hoe men ook over het woord „ordening" moge spreken, of dit begrip vaag is of niet, of het wenschelijk is of ten strengste af te keuren, het feit kan niet over het hoofd worden gezien, dat de neiging om te gaan or denen hoe langer hoe ^rooter wordt. Ons land verzet zich in het algemeen tegen nieuwe dingen. Wij gaan niet over één nacht ijs, wij zijn taai en wij houden vast aan hetgeen ons decennia lang, om niet te zeggen, een eeuw voorspoed en welvaart heeft gebracht, absolute vrijheid voor het handeldrijvende en wer kende individu. En toch doen wij mede. Wanneer wij daartoe door den loop der omstandigheden ge dwongen worden, dan verzetten wij ons niet meer, doch werpen de schuld van die veranderde richting op de andere, liefst op het buitenland. Dan zijn wij dikwijls plus royaliste que Ie roi, hetgeen wij kunnen bemerken aan de enorme hoeveelheden boter, die wij nu naar Engeland spuien voor een uiterst lagen prijs, niettegenstaan de wij wars zijn van dumpen en daaraan niet gaarne mede doen. Zoo is het ook met de orde ning. In de meeste kringen bestaat hiertegen een vijandschap. An deren halen de schouders ervoor op. Verstarring zeggen zij, teeke nen van zwakte, het bevoor- deelen van bedrijven, die het anders niet meer kunnen houden. Het in het leven houden van dat zwakke ten koste der ster keren. En niettegenstaande deze cri- tiek gaan we er hoe langer hoe (Een ongelijk Huwelijk) Roman door Cor de Blij. 31 Het was een innerlijke strijd tus- schen zijn zuster en den vreemde, schande of onrecht. Juist onrecht is voor een groot karakter niet te dragen... zeer zeker niet, wanneer het zelf daartoe medewerkt, om het een en ander aan te doen.. Doch de veldwachter was niet de eenige, die de ware toedracht wist. Nog een ander voerde strijd Trijn. Wie zeg je, veldwachtereen juffrouw Drost Ken ik niet, ver wacht ik ook niet. Ik heb het zeer druk, dus... Goed, Edelachtbare De veldwachter sloot met eerbied de deur van het heiligdom. De rechter-commissaris was in een kwaje bui. Nee juffrouw, 't zal niet gaan. Geen tijd. Zal niet gaan, zal niet gaan Man, toe nou Kijk niet zoo ge wichtig, as een glimwurmpie in maneschijn. Nee baas, as je dacht, mij zoo gemakkeüjk weg te krijgen, dan ken je Trijn Drost niet. Ik ben gewend hoor met de deftigheid om te gaan. Zal niet gaan. Toe nou... Pa krijgt tandjes 1 Zeg Meneer, 'k kan wel effies wachten, tot ie wat meer toe over. Wij zien, dat ons bedrijfsleven een steeds pooverder figuur gaat maken in vergelijking met het buitenland. Wij zien de prijzen dalen en de verliessaldi grooter worden. Wij zoeken een oplossing, maar wij vinden die niet. Het buiten land belet ons dit, wordt opnieuw gezegd. De concurrentie wordt feller; men maakt elkander dood. Men zoekt naar middelen om dit tegen te gaan, maar men kan het niet. In een wijk komen nieuwe winkels, een filiaal van het een of andere grootwinkel bedrijf met allerlei extra aanbie dingen, hetzij om er in te komen hetzij omdat ze werkelijk die artikelen goedkooper kunnen aan bieden. Dan beginnen plotseling alle bestaande zaken in die branche te kwijnen. Dan trekt het publiek om een nieuwtje te savoueeren, naar de jongste collega toe en en het debiet der anderen slinkt angstwekkend. Deze willen er iets tegen doen. Zij kunnen niet wachten. Ook zij verlagen de prijzen, maar het is dan van den wal in den sloot. Zoo wordt de tijd rijp voor ordening. Toen de wet op het verbin dend en onbindend verklaren van ondernemers-overeenkomsten het licht zag, lachtten vele kringen erom. Weer een aanslag op onze vrijheid, werd er gezegd. Weer staatsbemoeiing op een terrein, dat niet zijn terrein is. Slechts een poging tot ordening werd gewaagd, nl. in de schoen en Iederbranche. Men was al aardig op weg om succes te bereiken, doch plotseling ging het geheel weer als een kaars uit. Het was een te zwaar pro bleem, de tegenstellingen waren er te groot. Maar langzamerhand komen er meer. De -Regeering heeft al ad vies gevraagd aan de vaste com missie uit den Economischen Raad over het nemen van een algemeenen maatregel van bestuur ten aanzien van een door de Vereeniging van Nederlandsche kalk- en steenfabrieken ter al gemeen bindendverklaring voor gedragen ondernemersovereen komst. De Amsterdamsche en de Rot- terdamsche bakkers doen een tot dusver succesvolle poging tot samenwerking, teneinde op de beslissingen ook die wet te kun nen toepassen. Dan worden de outsiders gebonden, terwijl deze anders de geheele regeling te niet zouden kunnen doen. De werven werken al samen. Zij hebben een bureau voor het maken van projecten, opdat niet elke maatschappij de vrij hooge kosten van het projecteeren van nieuwe schepen zal hebben te maken. Zij doen dit voor gezamenlijke rekening. Nu hebben zij weer 'n bewijs van saamhoorigheid ge geven. Zeven groote scheepsbou- op z'n gemak is, hoor. Vertel es. Vindt je 't hier nou zelf niet ijselijk... met al die tralies voor de ruiten 'k Heb es, bij een Mefrouw in Amsterdam gediend. Daar was de keuken in een sousterrein. Hadden ze ook van die pookkies voor de ramen. Nou, juffrouwik geloof het allemaal wel... maar U moet nou gaan. Hij gelooft het allemaal wel I Wat een goeie kerel ben jij. En dat hier 1 'k Docht, dat ze je hier heele- maal nooit gelooven 1 Maar Meneer, wees nou es niet zoo n dooie diender, en ga nog es naar binnen en zeg an je baasdat ik heelemaal van Veld hoven gekommen bin. Vooruit naar heid, sta niet zoo te sjanse met me. an mijn hei je toch niks, 'k bin al over de vijftig I Ga je of ga je niet. Zeg maar, dat ik kom voor d;e zaak van Arie Swievers. Edelachtbare. Die juffrouw Drost zegt, te komen voor die zaak Swie vers... Ze is niet zoo gemakkelijk weg te krijgen, voegde hij er schuch ter aan toe. Hm... Swievers... eh... Pardon, Mijnheer, die stukken zijn reeds naar den Officier -Inderdaad, Mijnheer Peulings, inderdaad... hm. de zaak Swievers... laat die juffrouw binnen, veldwachter. De griffier Peulings haalde onge merkt de schouders op... j Goeien dag, Heeren Edelacht- baren. j Zoo, juffrouw Drost. U wilde me even spreken Naar ik vermeen over dien jongen Swievers. Het is wel eenigszins laat de instructie is gesloten... maar vertelt U eens. Ik wist niet edele heer, dat 't gesloten was, anders was ik morrege wers hebben een vennootschap opgericht met het voorloopige doel om het aantal hellingen in Nederland terug te brengen tot een bescheidener getal, opdat de onderlinge felle concurrentie wat meer aan banden wordt gelegd. De werven die verkocht moeten worden of geliquideerd kunnen de hulp van de nieuwe maat schappij inroepen teneinde deze liquidatie zoodanig te doen plaats vinden, dat de verkooper zelf, maar ook de andere werven er het minste last van hebben. De Telg verneemt, dat c^e Regeering in deze plannen is gekend en dat zij principieel sympathiek er tegenover staat om op deze wijze een geheele bedrijfstak te saneeren De maatschappij wil bepaalde lijk het steunen van de scheeps- bouwindustrie door het verwerven van overtollige of verouderde scheepswerven, het sloopen en vervreemden van opstallen en werktuigen, het te gelde maken van voorradige goederen en in ventaris, het vervreemden van de terreinen onder voorwaarde, welke een verder gebruik voor scheeps werven uitsluiten Met botersmokkelaars naar de grens. Een redacteur van de „Telegraaf" heeft een smokkeltocht meegemaakt van enkele Eindhovensche margarine smokkelaars. Hij verstelt er 't vol gende van Een café in Eindhoven, Guirlandes van gekleurd papier langs de muren. Roode en witte lichtjes, die zichzelf in het vele spiegelglas achter het buffet verdubbelen. Een gramofoon, die het lied van de malende molens speelt. Op het buffet een paar leege bierglazen en daarvoor de petten in de oogen en dassen om, een paar stevige kerels, „Om half drie komen de smokke laars, mijnheer. Zij moeten eerst stempelen." Dus wachten wij. In het kleurige café, dat midden in Eindhoven, twintig kilometer van de grens, ligt en waar Eindhovensche stempelaars smokkelaars bij elkaar komen. Ook in het Brabantsche land is de werk loosheid groot en.... de grens vlakbij, De grens oversteken, met vijftig pond margarine op den rug, beteekent goed geld verdienen. „Maar niet gemakkelijk, mijnheer." De drie smokkelaars zijn gekomen. Wij zitten samen aan een tafeltje, over de glazen bier heen de koppen bij elkaar. Strakke, harde en ver weerde gezichten hebben zij. Ver trouwen doen ze de twee vreemden maar half. „Der waren nog eens twee, die zeiden, dat ze van de krant kwamen en het waren vreemde kom miezen". „En ziet u... over ons schrijven de kranten bijna altijd verkeerd. De smokkelaars verdienen zoo gemak kelijk hun geldja, ja,... als je dat beweert, weet je er niets van. Per man kunnen wij vannacht acht gul den verdienen. Daarvoor moeten wij eerst twintig kilometer fietsendan, met vijftig pond margarine op den rug twintig kilometer terugloopen. Over heide, door slooten, over prikkel draad.... en aldoor in gevaar Want niet alleen het over de grens bren gen van boter is strafbaar, maar ook het vervoer. Dan moeten wij de zaak nog afleveren. Gemakkelijk is het niet, lang niet. Als wij den boel weg moeten smijten, omdat de kom miezen achter ons aanzitten, zyn wij alles kwyt. En toch.... wij smok- wel gekommen. Maar ziet U, Me vrouw en Meneer binnen vandaag een daggie voor der plezier naar de femilie, en toen dacht ik zoo Trijn, vandaag ga je naar de heeren... De griffier zat uiterst verveeld. Dat kon gezellig worden... Ijs» club open, een afspraak met die charmante freule Van Eyck... br., wat een bêtise... om dat mensch te ontvangen. Jawel, juffrouw Drost. Treedt U niet veel in detailsWat is het doel... -Ja, kijk es Edele Heer, dat is niet in zoo maar effetjes te vertellen En dan had ik U graag alleenig ge sproken. Het is een geheim, ziet U. As die andere Meneer misschien even om wil gaan, danne. De griffier was nu werkelijk ge- chokkeerd. Hij had wel allerlei vreemde types in zijn nog vrij korte Juridische loopbaan gezien, maar zoo iets... affreus Dat hoeft niet, juffrouw Drost. Die Heer is de griffier... die schrijft alles op. Oh, Nee Meneer de rechter, dat zal heelemaal niet gaan. D'r valt niks van me op te schrijvenik mot U alleen hebben. Op zooveel halstarrigheid niet voorbereid, toch ook geinteresseerd, zei de rechtercommissaris Meneer Peulings, U heeft mis schien nog wel iets voor de griffie. We zullen de juffrouw haar zin geven. I Zoo, nou is 't goed. Kijk es Meneer de rechter. U kent Arie wel, ik bedoel Swievers. U denkt mis- schien, dat ie slecht is. Maar. dat is hij niet. Ja, natuurlijk, volgens recht, had hij de jonge Meneer niet motten steken, Dat weet ik wel. Maar ziet kelen nu eenmaal, omdat je aan dat meerdere geld gewend bent." Wie zijn „wij" Wij... dat zijn al die duizenden, die hier smokkelen. Duizenden „U wilt zelf meegaan u zult het zien. U zult ook zien, dat het moeilijk is... Alleen, als je er eenmaal mee begonnen bent, kun je er niet meer van afblijven. Is het niet, dikke De „dikke" knikt. De gramofoon speelt het schoone lied van de regen druppels, die aan het venster klop pen de struische buffetjuffrouw lacht eens en schenkt klaterend bier in. Wij spreken om half vgf af om met de auto te zijn op den weg naar Valkenswaard, daar waar het asfalt bagint, Ziedaar de prélude van onze grensavonturen. NAAR DE „KLUIS". Eindhoven ligt achter ons en Valkenswaard. Over hobbelige wegen gaat het door Borkel en Schaft naar de „Achelsche kluis", naar de grens. Het landschap gaat er steeds een zamer uitzien. In heidevelden, moerassen met kale rietsprieten en donkere boschjes eindigt hier Neder land. Op een wegsplitsing, grootsch, het beeld van den Gekruisigde. Hier en daar een rij boomen, welker ont bladerde takken ten hemel wijzen. Stil is het hiér de dag sterft uit. Van een immense verlatenheid spreekt dit droefgeestige land, Wij rijden over een brugje, waaronder klokkend een beek stroomt. Rechts van ons doemt een groot gebouw op. Een lange muur en een kerkspits, die in dit land domineeren. Het is de Achelsche kluis, het klooster van de Trappisten. „Cisterciënser Abdg kloosterlijk slot" staat op een bordje. Wij gaan een kar voorbij, die be stuurd wordt door een broeder, in blauwe pij met blauwe kap op. Ach ter het klooster, met zijn altijd zwijgende paters en broeders, deint zich het land van heide, vennen en donkere bosschen weer verder uit. Dit is België. Het Achelsche kloos ter staat half op Nederlandsch, half op Belgisch gebied. Doch voor wg de donkere bosschen aan het einde van een langen weg hebben bereikt, wordt de verlatenheid van het land schap onderbroken door een paar roode huisjes. Het zijn alle winkelsWinkels in deze streek, waar geen andere men- schen wonen dan de kloosterlingen, die in hun eigen behoeften voorzien Vijf winkels, met voor de ramen een bord MARGARINE. Winkels in dit land zonder men- schen. En toch winkels, die meer zaken doen dan menige in de stad. Met onze drie smokkelaars stappen wij er binnen links en rechts staan groote, ronde doozen marga rine opgestapeld. En ontelbare „vloei- kes", pakjes, sigarettenpapier, waarin eveneens hevig wordt gesmokkeld. En potten jam en suiker.... EEN WONDERLIJKE AANBLIK. Wij krijgen, om de heete kachel gezeten, koffie. De auto laten wij staan. Te voet gaan wij verder naar de keet, waar onze smokkelaars zich met margarine zullen bepakken. Wij loopen nu door de eenzame heide. De avond komt aangeslopen en vei vaagt de contouren reeds. Een vogel schreeuwt. Wij springen over een sloot boven een paar denne- boomen stijgt rook op. Daarachter in de verlatenheid van dit sombere land, staat de keet. Een eenvoudig betonnen gebouwtje, met een paar fietsen er voor, Als wij de deur openstooten krijgen wij een wonder lijken aanblik. In het vage schijnsel van een lamp zit een twintigtal gestalten. De gloed van het licht schijnt over hun gezichten. Zij lachen en praten. Een man is bezig groote doozen marga rine in gele zakken te pakken. Een jongetje komt binnen. Een aardig knaapje dat zegt „Voor de kluis lagen net kommie- Li, Arie was verliefd op dat meissie. Maar, zeg, Meneer de rechter, het blijft toch zeker onder ons Ik vertel U dat nou allemaal, omdat ik het zonde van den jongen vind, en die andere slampamper, want dat is ie toch, wa zegt U nou zelf, die kan maar vrij rond loopen. U bedoelt. De rechter was een en al oor. Daar zou je 't hebben Nou ja, dat snapt U wel, Kijk, hij was natuurlijk razend jaloersch. Marie zit ervan in 't gekkenhuis... en hij... wascht zijn handen in onschuld Zeker, juffrouw Drost, zeker, U meent... Ja, wat zegt U, en wat meent U... maar U bent toch zeker ook niet van gister... Voor een vrouw is het niet zoo makkelijk om over die dingen te praten. Dat begrijp ik volkomen, juf frouw Drost Maar laat ik op den voorgrond stellen, dat de jonge Swievers op mij in het geheel geen slechten indruk gemaakt heeft. U spreekt met een oud man, die heel wat ellende hier in deze kamer gezien heeft... spreek dus vrij uit. U doet er hoogstwaarschijnlijk onzen vriend j Swievers een dienst mee, en... U ontlast Uw eigen geweten, naar ik I' veronders el. Ja, daar kom ik juist voor. Trijn begon zenuwach'ig te huilen, onder den indruk van den gemoede lijken toon van den menschenkenner. j Kijk. Arie, die ging met een meisje, die bij ons in betrekking was. Of eigenlijk „gaan" niet. Maar die jongen was gek op d'r. Nou is zij ongelukkig geworden, Meneer begrijpt me wel, en toen ze hoorde, dat de jonge mijnheer bij ons met een meissie zen vader". Dan nemen wij het rechtsche pad." „Ja, dat is goed". Het jongetje deelt koffie rond. De mannen trekken hun schoenen uit, stoppen ze in hun zak en trekken gymnastiekschoenen aan. Als ik naar buiten treed, op het pad, zie ik tal van gestalten. Het zijn andere smokkelaars, die naar andere keten gaan. Tallooze kleine betonnen gebouwtjes staan op het Belgische gedeelte van de heide. De gestalten, een leegen zak op den rug, doemen op en verdwijnen. Op deze eene kleine plek zie ik zeker honderd smokkelaars binnen komen, die als het donker is, elk vijftig pond margarine op hun schouders zullen nemen. Op dit eene pad bij de Achelsche Kluis zal men dus op dezen eenen avond vijfduizend pond margarine gaan smokkelen. Hoelang is onze grens niet De gestalten glijden voorbij, steeds komen weer nieuwe. In de keet klinkt gerinkel van geld. De smokkelaars rekenen af. Hun vriend, het avondlijk duister, heeft zich reeds over de heide ge legd. Zij bevoelen de pakken marga rine. De verkooper zegt „Voor de kinderen Alle smokkelaars krijgen een pakje anijstabletten mee. Een enkele stopt, voor huishoudelijk gebruik, een paar potten jam in zgn zak. Nu is het zoover. De pakken margarine, de .pungels" gaan over den schouder. Buiten is het donker dit verlaten land dekt de duisternis toe. De smokkelaars gaan op weg. Dertien mannen achter elkaar, verdwijnen in de duisternis. Wij sluiten ons aan. Over wat wij verder beleefden een volgend artikel. Ik dacht maar zoo.... Voor een goede oogst en een voor- deelige bedrijfsvoering is het beste nog maar nauwelijks goed genoeg. Daarom dient men bij vee voede ring, bij bemesting, bij zaaizaad aankoop nooit in de eerste plaats op goedkoopte te letten. Maar wel op de grootste kaDs, die men kan maken op de beste resul taten. Pas als dat overwogen is kan de prijs een factor worden. Als men deze maar niet alleen rekent als een post van uitgaaf, doch ook be denkt, dat naast deze post ook een post van inkomsten komt te staan. En het verschil tusschen deze twee is van beteekenis voor onze bedrijfs voering. Boeren en tuinen is nog niet zoo eenvoudig als buitenstaanders wel eens denken. Er komt veel overleg en nadenken bij te pas. Zoo zalmen bijv. dat wat uit verre of van ons land verschillende landen komt hier niet goed zal gedijen. Bodem, klimaat, aard van het bedrgf en meerandere invloeden zijn zeer belangrijke fac toren voorden groei. Dat is licht te begrgpen. Als dan ook een land een ras, dat daar goed voldoet, heeft, dan kan het heel goed zijn, dat het elders niet goed is. Indien wg een goed eigen ras hebben, dat door jarenlange selectie het beste uit het beste is geworden, dat geheel aan klimaat en bodem is gewend, dat geheel past bij onze bedrijven (wij denken bijv. Kuhn's suikerbietenzaad, aan meer dere rassen onzer tuinbouwgewassen) waarom zouden wij dan van elders betrekken Want het feit, dat het hier een jaar groeit om zaad te geven, doet niets tot verbetering van het ras. Een halve eeuw selectie, een halve eeuw studie, zooals bij Kuhn geschiedde, is een zekere waarborg, dat men de meest zekere kans heeft op een goede oogst. Zooals wg opmerkten, is ditzelfde het geval bij vele rassen van tuin gewassen, die ook in ons land ge boren en getogen zijn en dus de meeste waarborgen voor een goede oogst geven. Zoo'n blaffende, doffe, pijnlijke hoest, die Uw borst verscheurt en U niet al leen overdag, maar vooral 's nachts zoo kwelt, wordt veroorzaakt door slijm, die zich heeft vastgezet en niet wil loskomen. Die raakt Ge binnen 24 uur kwijt, als Ge Akker's Abdijsi roop neemt. Abdijsiroop woelt die slijm los en bevrijdt Uw luchtpijpen van ziektekiemen. De Abdijsiroop be strijdt met kracht de gevolgen van ge vatte koude, voorkomt ernstiger aan doeningen. Neem vandaag nog bijt Hoest-Oriep-Bronchitis-Asthma I Verhoogde werking 75centl Verlaagde prijzen Door een NIEUWE toevoeging werkt NU Abdgsiroop 2x zoo snel als voorheen! Het beste zaaizaad is nauwelijks goed genoeg beweerden wij. Ieder weldenkende zal dit onderschrijven. Als men dan weet, dat in ons land alles gedaan wordt om van een ge was een zoo goed mogelijk ras te krijgen en na een halve eeuw moei zaam en kostbaar streven een succes is bereikt, waar men trots op kan zijn, waarom zou men dan het bui- tenlandsche zaad gebruiken Daar is geen enkele reden voor. Eer het tegendeel. Vergadering Handboog schutterijen kring Venray. In het café Claessens aan de Lang straat was voor de Handboogschut tergen een propaganda-avond belegd, waarop het bestuur van den R.K. Bond van Handboogschuttergen in het bisdom 's-Hertogenbosch, St. Sebastiaan. De drukbezochte vergadering werd geopend door den heer Gooren, met den Chr. groet en een woord van welkom, speciaal aan Kapelaan Vo- ïls, adv. van voorn. bond. Vervolgens deelde de heer Gooren mede, dat men geslaagd is, mede in verband met het besprokene op een drietal bestuursvergaderingen, con tact te krijgen met gemelden bond om meer klaarheid te krijgen ten opzichte van de verhouding van ge zelschappen buiten 't bisdom Den Bosch tot deD bond, de baanlengte, waarop geschoten zal worden en 't belang van de mooie handboogsport bij den opgerichten bond St. Sebas tiaan. Gaarne gaf hij in deze dan ook het woord aan Kap. Vogels, die de ideëele zijde en den heer Wijn hoven, secretaris van den bond, die de meer technische zijde zou be lichten. Kapelaan Vogels hield een mooie propaganda-rede, waarin hij deed uitkomen, dat de handboogsport een heel stuk folklore omvat en vooral voor de katholieken in Limburg en Brabant een waardevolle cultureele erfenis is van onze voorvaderen. Uit dien hoofde zou het dan ook een ramp zijn, Indien deze mooie sport, zooals voetbal, tennis en meerdere sport, zou verdeeld worden in kam pioenschappen, professionals etc., waardoor een maniakken-indeeling ontstaat, die niet past in de aloude van zijn stand ging trouwen, werd ze malend. Nu zit zij met de gebak ken peren, in het gekkenhuis. Arie is te weten gekomen, hoe 't in elkaar zit. dat zijn meisje bedrogen was, en heeft toen gestoken Het is van Meneer Jan ook een fieltenstreek. Ja zeker, juffrouw Drost. U is in betrekking bij. Nou, bij de Burgemeester natuurlijk, edele heer, bij Mijnheer van Beers. Juist, ja, dus die jonge Mijnheer Jan van Beers, heeft dat andere dienstmeisje, dat bij jullie diende, en waarop Arie Swievers verliefd was, ongelukkig gemaakt. Juist, juist. Apro pos, juffrouw Drost, die Jan van Beers is meen ik sinds eenigen tijd verloofd, met een meisje uit Amster dam Ja, die is 't Meneer de rechter. Ah zoo..met een fijn lachje. Nu, U hebt er dien armen drommel een weldaad mee bewezen door hier te komen. Mocht ik U nog noodig hebben, dan reken ik op U Goeden dag, juffrouw Drost. Moet ik soms nog zweren. Mijnheer de rechter Nee, nee, gaat U maar. Veld wachter, laat de juffrouw uit. Alleen gebleven zat hij even in gedachten Zoo, zoo, Jan van Beers, de vriend uit Leiden van mijn jongens- zoo, zoo, ik zal dat heertje eens hier laten komen En hep 'k 'm fijn effe gesproke. Waar blijf je nou? 't Is wat een nette man hoor. Nou Meneer de glimdienaar... man, wat hei je toch een mooi pakkie, la me d'r es uit. 'k Zal blij zijn, as ik hier weg ben. Man... hoe hou je 't uit. Al had je honderd duizend guide en 'k zou hier met je motte wone, dan moet ik je nog nietHè, hè, geef mij maar een poleneize met slagroom. Maar 't is een nette man Da's waar. Zeg. Meneer... zit Arie... nou in een hok- kie hier?... Och 't is toch wat... Afijn 't zal de langste tijd wel geleë hebbe. Maar ik zeg niks. Ik zwijg in zeven tale. Dag veldwachter. Ajuu. HOOFDSTUK XXI. Gijs Verhoeven zat inééngedoken in een hoekje van een eerste klasse compariiment Amersfoort... Vervelend vreemde passagiers... hé, dat die man met dat kind, die Indische jongen nu juist bij hem kwamenHij had waarachtig wel behoefte om alleen te zijn... Het Handelsblad schijnbaar lezend, in ieder geval, er achter verscholen, zat hij te peinzen, 't Was een zware gang, maar hij moest nu k'aarheid hebben. Hij zou dien van Beers eens a faire nemen, maar eerst met zijn beide broers spreken, haar fijnweten, wat er allemaal gepasseerd was... Vader... beroerd hoe zouden ze hem ontvangen... Janook al de dupe van de verwikkelingen. Frans- beste hartelijke kerelenfin, die ging z'n geluk tegemoet. maar dan Marie. Wat had Kitty ook al weer gezegd/ Malende... Zou toch zeker over dreven zijn. Dat hem tenslotte de oogen geopend mcesten worden door dien Beukers. Eigenlijk een diepe moreele vernedering maar ja, voor het geluk van zijn dochter, voor Kitty, zou hij grondig onderzoeken. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1936 | | pagina 5