DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS GRUYTER VOOR JA ARS STOFFEN PRACHTCOLLECTIE ftex&ountL Stille kracht! Ons weekpraatje. Zuivelpolitiek. schrijven ons Stoffen koopen in DE ZON brengt belangrijke voordeelen. In DE ZON vindt men prachtkeuze in nieuwste kleuren en dessins DE ZON brengt als steeds de beste kwaliteiten aan de voordee- ligste prijzen: Dit zijn gewichtige reden om uw stoffen in DE ZON te koopen. Mooie wollen Stoffen v. Communiekleedjes 8752,58 Pracht Wollen Japonstoffen 1 62, ,.55,120, i.os,78, 65 Mantelstoffen nieuwste weefsels en kleuren f4So, 142 Crêpe Sorento Cloque Laine I Georgette Madina Nieuwe collectie CLIPS, KNOOPEN, KRAAGJES, SHAWLS. Zaterdag 21 Maart 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 12 Voor de 55ste maal is, sedert het herstel van het eeuwenoude gebruik, de Stille Omgang ge houden. Een goede 20.000 Katholieke mannen hebben stil biddend voor zichzelf en voor anderen door de straten van oud-Amster dam den weg afgelegd, welke honderden jaren terug werd ge volgd door priesters en geioovi- gen. De algemeene intentie van de bedetocht van dit jaar was: Voor Rechtvaardigheid en Vrede ónder de Volken. Reeds enkele maanden geleden werd zij bepaald, maar recente internationale gebeurte nissen zullen de mannen tot vuriger en dringender gebed aan gespoord hebben. Uit alle hoeken des lands waren zij gekomen, z:it Friesland, Zeeland, uit Brabant en Amstel- land, uit Salland en Kennemer- land en uit deDrentsche venen, uit den Achterhoek en Zuid- Holland, uit Twénte en Gooi-en Eemland, uit Limburg en Gro ningen. Den niet-geloovige moet dit stille vertrouwen van deze men- schen toch wel wat zeggen. We „betoogen"' allemaal op zijn tijd wel eens. Soms zelfs gaarne. Met vele duizenden tesamen op komen voor eenzelfde zaak, geeft voldoening. Vooral eigenlijk alleen dan wanneer nog meer dere duizenden andersdenkenden langs den weg staan en de be- toogers met ingenomenheid de verbazing op de gezichten dier buitenstaanders kunnen aflezen over hun „sterkte." 't Is wel prettig om te weten, dat je flinke biceps hebt, maar 'n mensch toont toch ook wel eens graag z'n spierenbundels aan zijn medemenschen en nog liever laat hij die zamelkracht zich ook 'n keer ontspannen. Van dergelijke gevoelens zijn de deelnemers aan den Stillen Omgang niet bezield. Ze komen in den laten avond, kruipen bid dend en ongezien door den nacht en verdwijnen weer met het ochtendgloren. Hier wordt niets ondernomen voor de wereld, niets voor het oog der medemenschen. Hier drijft alleen het geloof en de overtuiging. Enkele tienduizenden kwamen alzoo j.l. Zondag in Amsterdam en vertrokken weer vandaar. A.s. Zondag zullen het enkele tien duizenden anderen zijn. Tezamen meerdere tienduizen den met ieder 'n stel geweldige geestelijke biceps. Die niet wor den gebruikt voor vertoon. Maar waarop kerk en wereld lijke overheid kunnen vertrouwen als hetnoodigis. Tienduizenden strijders in den nacht van gees telijke donkerte. Stille kracht! Veilige reserve OP ONS PAASCHBEST. EEN OUD-NEDERLANDSCHE TROTS. Ze zeggen, dat we het gebruik om met Paschen te willen stralen met iets nieuws, althans te pronken met het opgepoetste oude, van onze heidensche voorouders hebben over genomen. Die zouden, in de plaats van de Herrijzenis van Christus, het feest van vuur, licht en liefde hebben gekend, welke schoone zaken alle te danken werden geheten aan de godin Freya. De verjonging van de natuur, de herwekking van het leven, de weder keer van levenskracht, ze begees terden onze voorouders en zij plachten zich met Paschen in iets nieuws te steken, opdat het uiterlijke met het innerlijke in overeenstemming zou zijn. Het gebruik van den „Paaschpronk" is door het christendom overgenomen. Omdat de idee van den Paaschpronk zooveel logisch over zich heeft. Wat is onze eerste gedachte na een nacht slapen? We verlangen om ons eens frisch te wasschen Wanneer de natuur zijn winter slaap uit heeft, een slaap, welke ook de menschen tot doezelen verleidde wanneer dus de zon op haar hooge, warme plaats aan het uitspansel is teruggekeerd en we de levenslust in ons voelen terugkomen, ook dan hebben we behoefte aan 'n bad, aan vernieuwing, aan 'n geestelijke onder dompeling en... aan het zoodanige oppoetsen van ons uiterlijklichaam, kleeding, woning en omgeving dat dit van onze innerlijke gevoelens een afspiegeling wordt. Om dezen tijd van het jaar zien we de Hollandsche huisvrouwen haar edelste driften met dweil, bezem, spons en zeemelap bot vieren. Ze kan het heusch niet helpen, dat ze zoo is. Het is Paschen in haar, het bloed stroomt 'r verjongd en dus bruischend door de aderende zon beschijnt haar lijf en... haar gordijnen. En ze ziet, dat üeze laatste bruin zijn geworden. Van kachelrook en tabakswalm. Ze weet, dat ook de buren deze ontdekking zullen doen en ze haast zich dus om die gordijnen è.f te nemen en te wasschen. Of te vernieuwen. En te vermooien. De een dóet dit en de ander dat, en onbe wust houden ze een wedstrijd met elkaar, wie het schoonste resultaat zal bereiken. De zon en de bij den mensch weer gekeerde levensdrift werken samen om in huis spinnewebben te laten opvallen en „dus" regeert de ragebol tegen Paschen. Als de spinnewebben zijn opgeruimd, blijkt het afgeveegde behang te zijn „verschoten," Het stalenboek moet komen De tuin wordt aangeharkt en terwijl papa even rust en zich het zweet van het hoofd veegt, „ontdekt" hij plots, hoe hoog noodig een nieuw verfje op het huis moet... 't Is of de voorjaarszon er schik in heeft om te laten zien, hoe goor de winter ons en onze omgeving heeft gemaakt. Op 'n mooien dag laten we de winterjas uit en juist als we op de stoep zijn gekomen, valt een zonne straal op ons colbertje en we stellen met schrik vast, hoe dat glimt en verschoten is. We keeren terug in de gang, schieten weer in onze winterjas en verzekeren moeder-de- vrouw, dat het zóó niet langer meer kan, maar dat we een goedkoop confectiepakje noodig hebben. Dat brengt ook de vrouw weer op 'n bepaalde gedachte. Ze gaat op de kleerenkasten af, waar ze haar japonnen één voor één uithaalt en critisch bekijkt. De eene is „uit de mode" geraakt, de andere verkleurd, een derde gekrompen en in 'n vierde huist de mot. Als de man terugkomt van zijn werk, puffend in zijn winter jas, vindt hij zijn vrouw, tranen huilend met tuiten, naast een stapel jurken zitten, ijselijk lamenteerendr dat ze straks „niks heeft om aan te trekken." Natuurlijk is de man geen barbaar. Hij geeft de noodige volmachten, opdat de vrouw haar naaktheid voor het oog der wereld zal kunnen ver bergen en hij ziet voor zich zelf af van het nieuwe confectiepakje. Zijn colbertje gaat naar de stoomerij. Tegenwoordig is een rem aangezet tegen de hierboven weergegeven voorjaarsdriften van den Nederland- schen mensch, de crisisrem. En die werkt straf, maar gelukkig toch niet volkomen bedrijfszeker. Zoo nu en dan zien we kans om het voorjaarswiel even te laten vooruit schieten. En de menschelijke geest is vin dingrijk. Als het moet, dan weten we van oud tóch nieuw te maken. Een nieuw boorseltje of een ander beleg- stukje, een uitgelegde zoom en een heet strijkijzer, onze vrouwen doen er wonderen mee. Evenals 'n man toovert met een verfpot en een kwast kale plekken „bijstrijkend." Neen, niet algeheel willende vernieuwen, want dan wordt het beunhazerij En voorts: poetsen, wasschen, schrobben en dweilen Je ziet onder je handen, dat de boel opknapt. Als het straks Paschen is, zullen we „schoon" zijn en met die schoon heid althans, zullen we pronken. Zóó weerstreven we de crisis. En ieder van ons zal ten minste „iets" nieuws aan zich hebbenwat het verste „weg" was, zullen we vervangen. Ge kocht zal er dus worden. De een zal „dit" noodig hebben en de ander „dat." En dat nieuwe zal stralen in de voorjaarszon. Onze Paaschtrots zal het zijn. En de Paaschtrots van den nering doende zal de behoorlijk gevulde winkellade wezen. Tenminste... als ook de winkelier zich door het nieuwe leven en de nieuwe kansen heeft laten wekken uit zijn droeven sluimer. De winkelier, die pas na Paschen wakker wordt, doet beter met te blijven doorslapen, want de waker zal hem slechts teleurstelling bren gen. Een zakenman, die zijn tijd niet beidt, is geen zakenman. In de komende weken heeft de mensch van alles noodig. Veel om te „verschoonen" en óók het een en ander om te vernieuwen. Ziet in de komende nummers van de krant eens na, welke nering doenden.... wakker zijn en u naar uw eischen en behoeften kunnen bedienen. „NOODZAKELIJKE KRANK ZINNIGHEID" Een Engelsche staatsman heeft eens gezegd, dat men bij een reis door Europa het gevoel krijgt, in een gekkenhuis te vertoeven. Een even harde als ware beoor deeling van den onmogelijken toe stand, waarin de „wijzen" der wereld ons gebracht hebben. We behoeven dan nog niet eens te denken aan de enorme bewapening bij de hopelooze armoede van de meeste staten, maar behoeven ons oog slechts te richt en op 't feit, dat vrijwel elke regeering zuchtend zit voor het probleem dei- volksvoeding, niet vanwege een tekort aan levensmiddelen, maar vanwege een teveel, waarmee men geen weg weet. Ons land is daarop geenszins een uitzondering. Onze veestapel groeit, zoowel in quantiteit als qualiteit en het ge volg daarvan is, dat ondanks allerlei be perkingen, de boter en de melk ons tot over de ooren groeit. Nooit was onze veeteelt zoo vrucht baar, maar onze krankzinnige wereld weet met dezen zegen geen raad, terwijl de behoefte bij honderd duizenden nooit zoo groot was als op dit oogenblik. We exporteeren 60 millioen kilo kostbare Ned. boter tegen een fooi van 30 ct. het Kilo aan Engeland en de goedkoopste margarine voor onze werkeloozen kost minstens het dubbele. In de winkels in Londen betalen ze voor onze boter en kaas prijzen, waarvan wij Naderlanders zouden watertanden. Wij leveren aan onze landgenooten de Ned. Natuur boter tegen den prijs van f 1.00 het kilo, maar den Engelschman leveren we dezelfde boter voor 30 ct. het Kilo. We werken ijverig mee om in Engeland, België en Duitschland de lasten van het levensonderhoud te verlichten en terwille van de groote offers, die ons deze hulp kost, moeten we onze eigen menschen, die ook snakken naar eenige verlichting, extra /zwaar belasten. We hebben volgens de cijfers van Minister Steenberghe 5 jaar lang 150.000 koeien te veel gehad, die we vooreen belang rijk deel hebben gevoed met buiten- De Gruyter's kwaliteiten blijven aan de Spits De Gruyter's Appelmoes van fijnste Hollandsche Goud-Reinetten Prima kwaliteit per blik 26 Extra kwaliteit 35 De Gruyter's Vruchten op Sap Kersen per groot blik 48 Kwetsen 35 Reines Claude 54 De Gruyter's fijne Jam Huishoudjam per pot 26 Voordeelige K.G.-emmer 48 Edeljamper pot 38 Oranje marmelade per pot 38 Voordeelige K.G.-emmer 65 (voor potten'2 cent statiegeld) De Gruyter's Appelstroop Appelstroop. per bus 20 Appelstroop. groote bus 35 Perenstroop. per bus 25 1 diverse kleuren 95, gQ 1 1 52, 1.40, 138, 1.20, J J5 1 '•72- 140' 1.20 MAGflZUn K zon Me straat s

Peel en Maas | 1936 | | pagina 9