TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Handeldrijvende middenstand en aanpassing. FEUILLETON. Mesalliance Ons weekpraatje. 'n Vastenavond grap. Zaterdag 29 Februari 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 9 We leven in de na crisisperi ode der aanpassing. De crisis heeft ons neergeworpen op een lager niveau. Maar ons doen en laten, aangeleerd in een tijd van hoogere conjunctuur, heeft tijd noodig, om daarmee in overeen stemming te komen. Zoo zijn er nog allerlei dingen, welke zich moeten aanpassen of moeten worden'aangepast. Een daarvan is het loon of salaris. De crisis bracht zekere verlaging mede van allerlei kos ten. Een verlaging van Ioonen, die normaal mochten worden ge acht, was dus redelijk. Maar hier wordt gemakkelijk de grens overschreden, waar men niet beneden mag gaan om het gezinsonderhoud nog mogelijk te maken. Er zijn liberale econo misten, die steeds verdere ver laging niet onmogelijk schijnen te achten, zoolang er nog loon gegeven wordt. Zoo beweerde de N.RCt., toen van de mijnwerkers een nieuwe loonsverlaging werd gevraagd, dit als onmogelijk werd afge wezen, dat het wel lager kon. Die aanpassing brengt tallooze loontrekkenden, die nog werk hebben en meer nog de werk- loozen, in bittere verlegenheid. Maar niet minder wordt de middenstand er door getroffen. Prof. H. A. Kaag, van Tilburg schrijft in de Fe'oruari-aflevering van het maandschrift „Economie" (uitgave van H. Gianotten, Til burg), dat zich op geen terrein het conflict tusschen den eisch naar verdere prijsdaling nood zakelijk om tot een aanpassing van het Nederlandsche kosten niveau aan dat van het buiten land te komen en de moreele en economische belangen van een bepaalden bedrijfstak sterker doet gevoelen dan op dat van den handeldrijvende!! middenstand. Naarmate de deflatie zich scherp doorzette en de koopkracht van het publiek verder werd aange tast, zag ook deze middenstand zijn in doorsnede toch reeds be scheiden inkomen dalen en werd het hem steeds moeilijker, het hoofd boven water te houden. In 1931 nog waren- de klein handelsprijzen niet verder gedaald dan overeenkwam met de ver laagde groothandelsprijzen, maar het onderzoek, dat het vorig jaar door het Economisch Instituut van den Middenstand werd ver richt, toonde aan, dat de daling der kleinhandelsprijzen veel ver der was gegaan en de bruto winstmarge had aangetast. Dus behalve minder omzet ook een vermindering van de winst. Prof. Kaag constateert, dat de lasten voor den Middenstand geen neiging tot verlaging toonden: belastingen, gas en electriciteit, rente, huren, Ioonen. Wat dezen laatsten factor, de (Een ongelijk Huwelijk) Roman door Cor de Blij. 27 Ah, daar zullen we 't hebben. Goeie dag, Burgemeester. Ik loop d'r al op U te wachten. De aan nemer mot U ook hebben Dat stoort elkaar zoo niet, wel Tegelijk liepen de drie mannen naar binnen. Van Beers inwendig korzelig... Weer dat gezeur van dien kerel... 'k Zal d'r maar bij gaan zit ten Neem ook een stoel. Van 't Hof. Maak jij eerst je zaekjes af. 't Kan wel even wachten.Als wethouder verneem ik wel es graag, hoe 't met 't nieuwe werk staat. O, U derangeert in 't geheel niet, Wethouders Beukers.Ehem.... Da doet me genoegen te ver nemen, Burgemeester, 't Is altijd pret tig as 'n mensch zoo welkom is. Jao, dat is 't. Inpertinente kaerel 11 En Aannemer van 't Hof? Wat is er van Uw dienst? Burgemeester, dat zult U wel weten... De termijn... De termijn Welke termijn Nou de eerste termijn... Heb ik je dien dan nog niet uitbetaald Parbleu, mijn beste man Absoluut door mijn hoofd gegaan, zeg. Alsjeblieft kerel. Ioonen, betreft, kunnen we met het betoog van prof. Kaag niet volkomen meegaan. Streeksgewij ze tenminste, voor zoover onze horizon reikt, zijn die Ioonen op schromelijke wijze „aangepast". In onze omgeving zijn de Ioonen van het middenstandskantoor- en winkelpersoneel onrustbarend naar beneden gegaan. Sommige kosten, zoo gaat prof. Kaag verder, namen bovendien toe door de merkwaardige ser- vice-concurrentie, de bediening van den klant, waarvoor het Ne derlandsche publiek zeer gevoelig is: luxueus uitziende étalages, thuisbezorging, uitsnijden van vleesch en zelfs van brood, dure verpakking enz. Vele winkeliers gingen daarom tijdens de crisis tot verbouwing van hun winkels over en kwamen daardoor op hoogere lasten te zitten. Dit verschijnsel is ook in onze omgeving opvallend. Die verbouwingen zijn dus lang niet altijd een bewijs van voorspoed. Hier werden de middenstan ders zwaarder getroffen dan de groot-industrie en naamlooze ven nootschappen, omdat de crisis hier rechtstreeks den persoon, het gezin raakt. Veelzeggend is de uitspraak van den schrijver „Bestond hier niet dikwijls een zoo hooge opvatting van zaken eer, nauw verbonden aan familie eer, veel leed, dat nu verborgen blijft, ware aan de oppervlakte gekomen, veel deconfitures, die thans, door het bijspriugen van familieleden zijn voorkomen, waren een feit geworden. „De meening, welke onder som mige groepen heerscht, dat in deze tijden de middenstand goede zaken maakt, ten koste van de consumenten, is zeker onjuist en van harte onderschrijven wij de verklaring van den voorzitter van den Middenstandraad, mr. A. baron van Wijnbergen „Ook de middenstand beleeft zware tijden." Naar aanleiding van het boven omschreven conflict zegt prof. Kaag „Wil men geen wijziging bren gen in de huidige monetaire po litiek, dan eischen levensbelangen van het land, dat de kleinhan delsprijzen nog belangrijk verder dalen en de rentabiliteit van den handeldrijvenden middenstand nog verder wordt aangetast Persoon lijk acht ik een zoodanige daling economisch mogelijk, doch soci aal onhoudbaar en moreel onge oorloofd." Prof. Kaag is een voorstander van devaluatie en verwacht daar van blijkbaar, dat ook het aan passingsconflict voor den midden stand zijn scherpte zal verliezen. Het verlaten van den gouden standaard door bijna alle landen rondom ons, maakt het leven inderdaad voor ons volk buiten gewoon lastig. Het monetaire vraagstuk dankt zijn ontstaan aan de ongelijkheid in dit opzicht tusschen de verschillende landen. Maar wanneer we daartegen over weer vernemen, dat België Van Beers haalde zijn portefeuille voor den dag, nam er twee briefjes van duizend gulden uit, met een eenigszins triumfantelijken bl k naar den wethouder, die onverstoord met vriendelijk gezicht aan zijn pijp trok. De aannemer vertrok. Draagt Burgemeester tegens- woorig de brandkast van de ge meente in zien portefeuille Beukers lachtte nog welwillender. Van Beers beet zich op de lippen, zag te laat in, zijn grove fout. Jao, misschien het Burgemees ter geliek in, zoolang as onze veld wachter buten functie is... Je weet toch maor nooit, wat voor geboefte, „meurdenaers en zoo Hm.amice Beukers U wilde me spreken... ik ben nogal geoccu peerd. Goed gezien We hadden 't gister over t koopen van de hoef, die an die van mij grenst. Da ha k wel zinnigheid in, as... de pries, hé? Jae. jae. Kijk eens. Uit prin cipe ben ik tegen verkoopen... maar je bent natuurlijk vrij. me een bod te doen 1 Zoo, zoo, as ik goed gezien heb, is 't zoowat zes bunder Goed gezien? Wat bedoelt U? Och, wat zou 'k daar zoo met bedoelen. Gister was ik in Deventer, ik most op 't kadaster wezen. Ze zochten zoo veur me bie de „B" „Beukers" hé uut „Veldhoven1', De B is zoo'n lange letter... en temet kwam d'r weer een andere vent binnen en most die klerk effen wat zoeken. Nou en toen wachtte ik al es... 't Duurde wat lang en he'k zelf maor es gekeken. Zoo bie die „B". En opeens, ja, zoo bie 't bladeren ik bin zoo vlug niet, Burgemees- in 1934, dus vóór de devaluatie, een passief saldo op zijn han delsbalans had van 227 millioen francs en dat dit passief over 1935, dus na de devaluatie, 1178 millioen bedroeg, dan begint er weer onzekerheid omtrent de doeltreffendheid te rijzen. Wat onzen handeldrijvenden Middenstand aangaat, wenschen wij nog op het volgende de aan dacht te vestigen. De werklooze arbeiders worden gesteund met het belastinggeld der burgerij. Hun wordt werk verschaft en zij ontvangen daar voor loon, of zij ontvangen gel- delijken steun. Ook buiten de overheidskassen wordt nog veel hulp verleend. Laten wij onzen eigen Midden stand, de middenstanders, die we sinds jaren in hun zakenleven gekend hebben en waarvan zeer velen nu moeilijkheden ondervin den, evenmin onzen steun ont houden. Dit doen wij het best, door bij onzen eigen handeldrijvenden middenstand te koopen. Bij velen is de nood zeer hoog. Onze Middenstand werkt flink om door goede bediening, mid- cozegels enz. zijn klanten te ge rieven. Het is voor ons aller welzijn van beteekenis, voor onze geheele streek, dat het onzen Middenstand redelijk wel gaat. Dat onze middenstand bestaan kan, zijn personeel voldoende kan betalen, belastingen kan opbren gen, kan bijdragen voor de werk- loozen, is in ons aller belang. Dat is duidelijk 1 DE REGEERING ALS KOOP- VROUWE. EEN KAT IN DEN ZAK. WAT EEN VUUR MOND 'VERROOKT. Mr. van Vessem, lid der Eerste Kamer, heeft onlangs vragen gesteld aan de regeering betreffende het in 1913 ten behoeve van de kustver dediging bestelde geschut, dat nim mer voor 's lands verdediging is opgesteld. Uit het antwoord van minister Colijn blijkt, dat de in 1913 bestel de kanonnen pas in 1919 door de fa. Krupp werden geleverd; de to tale kosten hebben bedragen ruim l1millioen gulden. Ér was munitie bij besteld, maar die werd geleverd. Dat is per saldo een bijkomstigheid. Als een onzer den bouw van een huis laat aan nemen, nietwaar, en de aannemer komt na een zeker aantal jaren ons melden: mijnheer, het huis is klaar, maar de pannen voor het dak en het glas voor de vensters kan ik tot mijn spijt niet leveren, dan zeggen we: dat geeft niks. vriend, hier heb je de centen. Enfin, uit de verdere mededeelin- gen van de regeering hlijkt, dat ze niet al te lang met dat koopje heeft vastgezeten. Het model van de kanonnen was al verouderd, toen ze in ons bezit kwamen en bovendien had de oorlogservaring geleerd, dat het aanvankelijk gekozen kustver dediging sstelsel niets waard was. Gelukkig vond de regeering een opkooper, die een halve ton voor 't zaakje over had. De uitgave van ruim iy3 millioen werd alzoo een strop van ,,b ij n a" iys millioen. Het vreeselijkste van de gescliie- ter kwam ik zoo an de „Be" en toen an de „Bee" en ik wilde zoo ommeslaen... daar zag ik: van Beers. Ja, da was komiek hé Nou en toe zag ik, dat 't goed waar Verhoeven op zit zoo te met zes bunder was. U schijnt er de laatste dagen een gewoonte van te maken om mij te bespionneeren. Daer ben ik abso luut niet op gesteld. Begrijpt U dat goed Met een onschuldig gezicht ver volgde Beukers: Nou. Burgemeester mot niet zoo kwaad worden Onze dokter zegt: een kwaad humeur is niet goed voor de lever. Dat heb ik gister ook bie onzen veldwachter verteld: toen ik 'm zei, asdat ie vandaag d'r op rekenen kon, dat die schorsing opgeheven wier. Och, och wat was die man in zien schik. Beukers... je tergt me, je ta- quineert mij. Je bent aan de grens van onbeschoftheid Nou Burgemeester. Dan zal ik die grens maar niet overschrijden Maar blij dat die man was Da was ie. Als ik Burgemeester nou es duizend gulden betaalde boven de hypotheken VlegelJudas De wethouder stond op. Weg was de gemoedelijke glimlach.. Daar stond de Wreker. Dat durft mij te schelden vcor Judas Zoo, van Beers, ik zal nu heel duidelijk zijn. U beschuldig ik: van knoeierij in de gemeentefinan- ciën.. U beschuldig ik: om persoon lijke redenen, een gemeente ambte naar te hebben geschorst... U be schuldig ik: niet meer geschikt te zijn voor het ambt van burgemees ter... omdat U een speculant is... denis is, dat we er in waarheid nog verheugd over moeten zijn, dat de regeering het kanon-avontuur op zoo... gelukkige wijze liquideerde. Thans betaalt de opkooper. die natuurlijk ook geen raad met die dingen weet, tenminste nog de som ma van 50 gulden per week aan terreinhuur en hij zal dit bedrag moeten blijven betalen, totdat de gevaarten van de Marinewerf in Amsterdam zijn verwijderd. Verbeeld u, dat de regeering het zaakje eens niet had verkocht, maar de kanonnen ergens had doen opstel len om er onze veldbonken mee te laten oefenen. Weet u, lezer, wat die kanonnen „per schot" uitademen Gesteld dat we er achteraf nog in geslaagd zouden zijn om munitie van Krupp te betrekken of projectielen voor deze monsters op de Hembrug te laten aanmaken, dan zouden de kosten „per schot" drie duizend gulden hebben bedragen. En dan te bedenken, dat er zuinige huisvrouwen zijn, die het zonde en jammer ver klaren, dat sommige mannen „dure" sigaren van zes centen in rook ver paffen Kanonnen koopen, moge in som mige gevallen een luxueuse uitspat ting zijn, met kanonnen schieten is nog veel duurder. Er bleken voor den verkoop der kanonnen intusschen méér redenen te zijn dan alleen een gevoel van zuinigheid en oDgeloof aan hun nut tig effect. De levering van ruim l1/^ millioen was namelijk niet... óf. De kanonnen waren niet klaar De regeering zegt „Geleverd zijn 8 kanonnen kaliber 28 c.M., waarvan 2 met een complete wieg, 2 met gedeeltelijk complete wieg, en 4 met een wieg in voorbe werkten toestand." De boel is dus slechts half-klaar afgeleverd en... toch betaald Het komt ons een coulance onzer zijds voor, welke aan waanzin grenst. De fa. Krupp, zoo zegt de regee ring, kon er niets aan doen zij be riep zich terecht op overmacht. Eerst was de wereldoorlog tusschenbeide gekomen en tenslotte het Vredes verdrag van Versailles, waarin de liquidatie van Krupp's kanonnen- fabricage werd gelast. Alles goed en wel, maar verplicht dat tot aanvaarding van onafge werkte producten Zou een aannemer genoegen nemen met de levering van een paar wagons leem, als hij metselsteen heeft be steld, omdat b.v. de fabriek in middels afbrandde en de autoriteiten geen verlof tot herbouw gaven Het is onbegrijpelijk, dat de over heid zich bij haar handel vaak een andere maatstaf laat aanleunen, dan die welke in particuliere verhoudin gen tot de normale usance behooren. Er wordt wel eens smalend ge- spoken over kruidenierspolitiek. Dat is een onrechtmatig honen, dunkt ons, van het gezond verstand en de juiste zakeninstincten van een eerzaam suiker- en gruttersgilde. Want geen kruidenier zou zich ten slotte zoo laten „nemen", als onze regeering dat heeft gedaan met het koopje van Krupp. 't Is te hopen, dat men in Den Haag aan het gebeurde althans een lesje, zij het dan een duur lesje heeft gehad, opdat de 521 millioen, welke de Tweede Kamer dezer dagen toestond voor een verbeterde tech nische uitrusting van onze weer macht, althans niet even onnut worden besteed. 't( Was in de tijd, dat de slagers met de handen in 't haar zaten te peinzen op middelen om hun klanten, die allen 'n varkensblaas wilden hebben, tevreden te stellen. Varkens- omdat U een geruineerd man bint. Loochen het maarDe Commissaris van de Koningin zal mien morregen op bezoek hebben. Gegroet. De Burgemeester viel achter in zijn stoel. Nog had de wethouder de deur niet bereikt, of hij kreunde Beukers... luister Wat valt er nog te luisteren Je hebt 't pleit gewonnen, Beukers... Glansrijk gewonnen Zoo mag ik 't hooren. Burge meester. Ik heb maar vast 'n voor- loopig contractje opgemaakt.en man... maak je niet zoo overstuur Duzend gulden extra... is altijd aar dig voor de bruloft. Da kost een hoop geld, mien dochter gaat ook gauw trouwen, dus kan ik er van meepraten. Zondag een week hebben we zooveel as ontvangdag. Dan mot U vast ook kommen... "k was ommers ook op de receptie van de jonge meneer Dat zien we nog wel. En dan he'k hier nog een pampier voor den veldwachter... Ja, dat is wel in orde... Dag Burgemeester, 'k Ben best tevreden., ja, da bin ik De schorsing van veldwachter Verhoeven behoorde wederom tot het verleden. Eenige dagen daarna vierde de Heer Robert van Segwaert tot Seg- waert zijn vijf en vijftigste verjaar dag. Hij had de laatste dagen talrijke besprekingen gevoerd met de bankiers firma Heeremans, als absoluut ge volmachtigde van zijn zwager. Het had hem geduizeld. Hoe iemand zoo in de knoei kon raken., 't was hem een raadsel. Een vermogen, neen twee vermo- blazen, die al weken waren bespro ken en telkens weer opnieuw beloofd aan anderen. 't Was in de rommelspottentijd. 't Was Vastenavond! Wie 't geluk had zo 'n ding machtig worden, had 't in minder dan geen tijd omge toverd in een rommelspot. Een blik ken bus, de blaas er over gespannen, in 't midden 'n rietstokje er door heen en klaar was kees. De lieflijke mollige zacht klinkende tonen ont lokt aan 't fijnbesnaarde instrument, opstijgend uit de diepe conservebus en aangroeiend tot 'n jammerlijke hoogtrillende klaagtoon, klonk je overal tegen. Over 't dorp hing een rommelpotten-manie. Iedereen werd aangezongen en moest in z'n porte- monaie tasten, wilde hij vrij zijn van 't „Jan 't is Vastenavond"-lied. De onderwijzer, die plezier had in 't geval, had om de mensen voor 'n herhalingen afpersing te beschermen, 'n kaartsysteem ingericht. In hun vrge tijd hadden de jongens kaartjes geschreven, waarop stond „aange zongen". Deze werden als 'n bewijs afgegeven aan hen, die op een of andere wijze, de muziek beloond hadden. Zo liepen de meeste dorps bewoners met op hun jas 'n kaartje vanwaar 'n groote kracht uitging. Zelfs de meest halsstarrige kwam er op deze manier niet langs en greep om er af te zijn tenslotte met 'n wijds gebaar naar z'n beurs. 't Was gezellig druk in 't cafétje, dat onder de veelzeggende naam „Bacchus", de trots was van 't dorp. De boeren strekten hun begerige voeten uit naar de kachel, die mid den in 't zaaltje stond en dronken grote potten bier. Anderen pruufden met spitse lippen aan 'n borreltje, en voelden met gesloten ogen 't brandend dure vocht wegglijden. Ze likten de lippen zuinig op 'n drup peltje, zogen aan de tabakspijpen, die een eigenaardig geluid maakte eu praatten wat of zaten in gedach ten thuis, waar moeder de vrouw struif bakte. Lange Janus, 'n opgeschoten jon gen, die schraal in de dubbeltjes zat eh toch graag 'n glaasje dronk, deed z'n best met de rommelspot en vormde met Jan en Toor^ geestver wanten, niet alleen doorde beoefe ning van dezelfde kunst, 'n schoon trio. En zo gebeurde 't, dat ze getrac- teerd werden en elkaar tracteerden en in de gaten hebbende, dat er voor hen hier tenslotte niets meer te verdienen was, gooiden ze 't op 'n akkoord en gingen hun geluk elders beproeven. Zo trok ons drietal, de Lange Janus, die schoon zingen kon en 't liedje helemaal van buiten kende, in 't midden, den boer op. Kefhonden rukten venijnig aan de ketting. Wantrouwige boeren, die niets goed verwachtten maakten schuw de deur *open en 't drietal midden in de hert begon. Lange Janus spiertste in z'n eeltige hand, streek 'n paar keer langs 't trillend rietje (stemmen noemde hg 't) en begon met schorre stem Jan 't is vastenaovond We kommen nie thuus veur 't aovond 't Aovond ien de moaneschijn As voader en moeder naar bed toe zien. Zo zong Janus. De twee anderen mochten zacht meeneuriën en bege leiden op hun pimpelende, brobbe- lende rommelspot. De boerin lachten om de gekke gezichten, die de muzikanten trokken. Dan ging de boerin naar de goei kamer en haalde voor elk 'n paar centen en verder ging 't weer. Soms kregen ze 'n borrel, soms 'n stuk struif, overal wat Toen kwamen ze bij de gezusters Knijp. Twee oude tantes, beestig rijk, bar pinnig, die beiden, de maag delijke staat verkozen hebbende met 'n boerenknecht (voor kost en in woning) de boerderij deden en in hun welvarendheid armoede leden. Overigens waren ze kwezelachtig goed. Mieke zat in de türfhoek vlak Verdrijf dien Hoest Stop vlug dien okeligen hoest, neem Akker s Abdijsiroop. Op slag zult Gij ondervinden, dat Gij hiereen hulp hebt om den meest weerspannigen hoest te verdrijven. Vanaf den eersten lepel openbaart zich haar kalmeerende, verzachtende, slijmoplossende wer king. De vastzittende slijm komt los en Gij zult weer gemakkelijk kunnen ademhalen. Abdijsiroop verschaft U reeds vannacht een rustigen slaap en binnen 24 uurzijt Gij dan dien benauw den hoest finaal vergeten. Neem bij tioest-Griep-Bronchitis-Aslhma WerhoogiJëwêSin? 75cent| II \fcrbanrie prijzen Door een NIEUWE toevoeging werkt NU Abdijsiroop 2 x zoo snel als voorheen I gens, waren verloren gegaan. Suc- cessielijk... steeds dieper zinkend tot een algeheelen ondergang. Hij zelf, Indisch ambtenaar, voor zichtig belegger, kon het niet reali- seeren, dat iemand een dergelijk misdadig optimisme kon bezitten. Voor hem, op zijn bureau, lagen afrekeningen.,, staten... beursnoteer- gen... verder opgaven van den notaris en alles even hopeloos. Maar beste Bob, ik zoek je overal. Wat is dat nou, om op je feestdag hier te zitten, met die ver velende documenten van Alex. Kom mee. Een kopje koffie Ga je mee Daar was de huisknecht.., de bel had door het huis geklonken. Mijnheer ten Horst tot Peursel. Heb je meneer in de salon gelaten Dat is aardig van je neef. Dan uit het bereik van het luis terend knechten oor: Gunst, wat 'n bezoeking., als hij in 's Hemelsnaam maar niet lang blijft. Maar HettyToch vriendelijk om even te komen... Och ik heb altijd meelij met den man nu ja, een mesalliance wreekt zich altijd... Kom, we zullen een oogenblikje praten. Morgen, Edward,. Och, hoe buitengewoon aardig van je... hier is de jubilaris. Van harte. Neef. Ook namens mijn vrouw. Wij hadden vanmiddag wel gekomen, maar... Natuurlijk, natuurlijk. Natuur lijk. Ga zitten. Drink je een kopje koffie mee. Of liever een glas Ver mouth of Sherry Zacht drankje- kan geen kwaad... Liefst koffie, ik moet nog een paar bezoeken afleggen, je? weet bij de kachel onder de schouw. Dina ridderde deur de hert. ,,'t Is nou vastenaovent en mergen begint de vaosten Mieke knikke bolde. „We zullen 't er mer 'ns van nemen Mieke" zei Dina. Wederom knikkebolde de grijze rimpelkopvan zuster Mieke. Dina maakte timper en zette de pan verrig om struif te bakken. Ze goot de deeg in de vettige koekepan, dat 't siste. Toen klonken voetstappen en ging de deurklink omhoog, maar de deur ging niet verder open als de ijzeren ketting toeliet, juist ver genoeg om de zalig klinkende rommelpot- muziek binnen te laten. Mieke schoot wakker „wa zalle we nou krijgen Dina slofte naar de deur en met 'n „mak dó, ge weg komt, wej géven nikstrachtte ze dedeur dicht te stoten, maar de Lange er op berekend had z'n klomp er tussen geplaatst. Een pannekoekengeur trok door de kier van de deur, recht in de ueus van 't trio. „Elk 'nen struif Dina, dan bende van ons af." Dina werd woedend. Zo'n slam pampers zei ze en giftig duwde ze tegen de deur, dat de klomp kraakte. Toen gingen ze, maar struif zouden ze hebben. Zo'n schooiers bromde Mieke uit d'r" turfhóek. Ge zoudt ze. Toen was alles weer stil in de hert. Mieke dommelde, Dina sneed brood, de klok tikte weldadig gelijkmatig en op de kachel bakte struif. Plotseling... uit de open schouw viel 'n steentje midden in de struif en nog een en nog een. 'n Klontje deeg spetterde precies op slapende Mieke's neus. Verschikt sprong ze op. 't Was 't werk van Jan, die boven op 't dak geklommen was. Lange Janus had 'n ander plan. Hij zou die kwezels wel 'ns leren Door de stal was hij binnen ge komen en vond daar 'n wit laken, dat hij om zich heen sloeg. De koeien op de veurstal begon nen onrustig met de kettingen te rammelen en loeiden. Dina rilde er van. Mieke's stijve knoken bibberden. "'t Spookt" zei Mieke en ze maakte 'n groot kruio. ,,'t Spookt" zei Dina en ze liet de koek verbranden. Janus begon met 'n grafstem, deftig langzaam de nadruk leggend op ieder woord, terwijl de zwaar tonende rommelpot begeleide „Een geest waart hier rond, Mieke en Dina KnypVele klachten van armen, die gij hebt weggestuurd zijn mij ter oore gekomen. Ik moet u daarvoor straffen. Even is 't stil. Dina heeft doods bleek alle kaarsen, die in huis zijn aangemaakt, roept alle heiligen aan. Dan vervolgde de stem, steeds har der en dringender„Ik kom om u rekenschap te vragen van uw daden" Mieke en Dina KnijpToen ging de deur van de veurstal open en stond 't spook in al z'n witheid midden in de hert. Gillend vlogen de kwezels de deur uit, de straat op in de armen van Toon en Jan. „Help, help schreeuwde Dina, 'n spook Mieke was op, zei niets en rilde. „Wat zegde, zei Toon, 'n spook? We zullen 'ns zien Even later zat 't spook met z'n twee gezellen zich te goed te doen aan vastenavondspekpannekoeken. wel O ja, zaken. Hoe gaan die. Wat te doen Och dunnetjes neef... de con currentie is tegen... Natuurlijk, natuurlijk mijn beste Ah, daar hebben we de kleine Queen schat van een beest, héPracht- stamboom Geweldige rij voorouders allemaal puik hé Queen geen basterd... eh... En de gezondheid vertel eens... ik ben maar aan het woord Enfin, als je jubilaris bent hé Goed gezond Niet al te best, neef... mijn hart is niet meer „je datdokter heeft me een vruchtendieet voorge schreven och, daar komt zoo weinig van... Op den verwonderden blik van van Segwaert Erg kostbaar, neef... dan in dezen tijd Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1936 | | pagina 5