TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Krakelingen
FEUILLETON.
Mesalliance
Op zoek naar
oorlog.
Etn nieuwe pijnstiller
in een nieuwen vorm
MOCSHTJÊS
Onze omroep
viert feest.
Zaterdag 5 October (935
Zes en vijftigste Jaargang No 40
van JAN DE BAKKER.
UIT DE KARL
MARXSTRAAT.
We meenen goed te doen met
hier een advertentie over te ne
men gratis natuurlijk welke
we aantroffen in „de Zaaniander":
„Wie helpt Oosterbaan, Karl
Marxstraat 32, Zaandijk, aan
een in nog goeden staat
zijnde kachel
Een ingezonden-stukken-schrij
ver zou er aan hebben toege
voegd: Bij voorbaat dankend
voor de moeite... enz.
Deze mijnheer Oosterbaan ech
ter betracht de „nieuwe zakelijk
heid" en bedenkende blijkbaar
dat hij in tegenstelling met den
ingezonden-stukken-schrijver zijn
copie per regel moet betalen aan
den uitgever, laat hij alle on-
noodige franje weg.
Als we verbreiding geven aan
den wenscli van den heer Oos
terbaan, dan doen we dat na
tuurlijk in de eerste plaats om de
mogelijkheid te vergrooten, dat
die wensch in vervulling gaat.
De lezer, die nog 'n afdanker
heeft staan, kan thans weten
waar hij het instrument kwijt
kan, als het tenminste heer
Oosterbaan neemt zoo maar niet
alles aan nog „in goeden
staat" is.
We kennen kameraad Ooster
baan niet persoonlijk, maar er is
niet veel fantasie voor noodig
om hem de functie van werke-
looze toe te kennen, die als
zoodanig vooral in de Zaan
een behoorlijke rechtspositie
heeft en deswege geen „dank u"
behoeft te zeggen voor iets on
volwaardigs, dat men hem even
tueel zou durven presenteeren.
Gesteld dat een werklooze über
haupt tot eenige dankbetuiging
voor hetgeen de maatschappij
hem van haar overdaad afstaat,
verplicht kan worden geacht.
Kameraad Oosterbaan woont
in de Karl Marxstraat te Zaan
dijk en al ben je nou nog nooit
in die gemeente geweest, dan
proef je uit den naam de wel
verzorgde, door de gemeenschap
gebouwde, arbeidersbuurt, waar
de geest zweeft van den grooten
rooden ideoloog, die in zoovele
arbeiders het bewustzijn van
klasse en persoonlijkheid wekte,
de valsche ouderwetsche schaam
te onderdrukkende, welke de
menschen vroeger 't maatschap
pelijk tekort in verborgen en stil
leed deed lijden. In den ergsten
nood pas werd toen eenschroom
vallig beroep gedaan op een
charitatieve instelling ol op een
filantropische persoonlijkheid, op
dat zonder opzien en ruchtbaar
heid uitkomst zou worden ver
kregen.
Ja, toen waren de arbeiders
zich hun persoonlijkheid en hun
rechten in de maatschappij nog
niet bewust.
Dat is nou anders.
Oosterbaan, vermoedelijk geen
(Een ongeli)k Huwelijk)
Roman door Cor de Blij.
Zalig 'n heele dag op 'n jol...
bruinbranden in de zonzoo naast
elkaar aan 't dek.,, Nou en dit is
een studentenjool. Weet je wat n
jool is Zijn we an 't fuiven, pro-
motiediner en zoo. Leuke kiek hé
Ongemerkt had hij zijn hand op
haar schouder gelegd, dichter tegen
haar aangedrongen...
Marie keek in bewondering naar
de foto's. Wat leuk, wat een
chique lui.... toch maar heerlijk als
je geld hebt...
Hou je van lezen, Marie Ik
heb hier genoeg voor je. Wil je
lachen Moet je dit lezen van Hans
Martin „Malle Gevallen", wordt
verfilmd... gaat ook over studenten.
Misschien is 't eigenlijk niet goed
voor je.
Waarom niet
Enfin, lees 't maar zeg ook
aan Trijn dat je 't op mijn kamer
zag liggen, nou kind, ik ga wat
wandelen... dag Rietje...
Dag mijnheer.
Wees nou niet flauw, zeg dag
Jan. Hij legde beide handen op haar
schouders, keek haar diep in de
blauwe oogen, die lachten, onbe
wust schitterden.
Je zin zal je hebben... Dag...
Jan,.,.
werk en wel uitkeering van rijk van gewerd, is uitgeschreven te
en gemeente, klopt zich fier op Aken op 25 Juni 1935 en hem
de borst en roept uit in de te Heerlen op den 26 d.a.v.
advertentierubriek van de krantdoor den Duitschen consul uit-
ik, Oosterbaan, wonende in de gereikt.
Karl Marxstraat, kom nog een j Als iemand, die óók Duitscher
kachel tekort. De maatschappij is, burgemeester kan zijn van
levere mij dezen. Mits in goeden een Nederlandsche gemeente, lid
staat. Voor de kolen zal ik zelf kan worden van de Provinciale
wel zorgen. Dat is te zeggenik Staten en misschien zelfs van de
heb straks „recht" op kolen-
bonnen.
Zóó gaat het toe in de Kar]
Marxstraat. Tot hoelang nog?
Meent u niet, lieve lezer, dat
we Oosterbaan uit de Karl Marx
straat zijn kachel niet gunnen en
dat ons gemoed zoo verhard zou
zijn, dat we dien arrebeier straks
in den barren winter zouden
willen laten „krepeeren", zooals
dat in Karl Marx-jargon heet.
Zulke gedachte is verre van ons.
We meenden alleen, dat, zelfs
voor iemand, die in een Karl
Marxstraat woont, het bezit van
een kachel een kwestie van per
soonlijke zorg en voorzorg dient
te wezen en als deze om de een
of andere reden heeft moeten
falen, dat er dan discreter ma
nieren zijn om in het tekort te
voorzien dan per openlijken op
roep daartoe in de krant.
Ging het hier om een per
soonlijk gemis aan tact en in
zicht bij den heer Oosterbaan,
dan zouden we deze regelen
geenszins hebben geschreven,
maar het gaat om het symptoon
van een gekweekten en thans
meer en meer verbreiden geest.
EEN DUITSCHER ALS
NEDERL. BURGEMEESTER.
Zooals men weet wcrdt door
de Eerste Kamer onderzocht, of
Graaf d'Ansembourg, die door
den Leider der N.S.B. werd aan
gewezen om in de Eerste Kamer
zitting te nemen, de vereischte
Nederlandsche nationaliteit heeft
of niet. Op zichzelf is de nood
zakelijkheid van een dergelijk
onderzoek al een veeg teeken
voor de werkelijke gevoelens
van een „nationalistischen" volks
vertegenwoordiger, die als
Nederlander geboren in elk
geval slechts uit vrijen wil, n.l.
door een nationaliteits-aanvrage
in Duitschland en dienstname in
een vreemd leger, zijn Neder
landerschap kan hebben verlo
ren.
We willen overigens op de
strijdvraag van het Nederlander
schap van den Graaf d'Ansem
bourg niet ingaan, doch vast
stellen, dat deze, zoo hij dan al
Nederlander is, toch in elk geval
naar eigen begeeren ook het
Duitsche rijksburgerschap heeft
verworven.
Deze Duitscher is eenige jaren
achtereen burgemeester van de
Limburgsche gemeente Amsten-
rade geweest en de graaf was
óók nog Duitscher, toen hij van
den zomer als lid van de Prov.
Staten in Limburg werd gekozen
Pas onlangs heeft hij aan de
Duitsche regeering ontheffing van
zijn Duitsch rijksburgerschap ver
zocht en de Entlassungsurkunde,
welke hem naar aanleiding daar-
Schat... hij snelde de kamer
uit.
HOOFDSTUK VI.
Arie Swievers had met misnoegen
gehoord, dat Marie in betrekking
was gegaan, 't Was een rare, die
Arie. Zij, die hem niet kenden
slechts enkelen kenden hem werke
lijk, dachten dat Arie bot en suffig
was.
Zooals hij daar 's avonds zat, op
de bank voor moeders huisje, lijzig
trekkend aan de harmonica, geen
glimlach, ernstig voorover gebukt,
trekkend de liedekens eruit, melo-
diën, welke niemand kende, doch uit
zijn zie! kwamen, totdat 't weer
verstomde, Arie zitten bleef in ge
peinsde houding,.. Bot.. Stroef...
Dan kwamen ze weer, soms na
diepen zucht, de bassen wel har
monisch volgend de melodie, doch
jeen vroolijk dansende muziek, geen
oruischende spattende, geen zange
rige, neen niets van dat al, 't drong
klaaglijk, onwezenlijk.
Zoo was Arie... Zelf onwezenlijk
bang voor een gluur te openen van
zijn hart, gesloten.
Hij had het in het dorp gehoord,
al twee weken had ie Marie niet
gesproken, ontloopen was ze hem.
Tevoren hadden ze vaak samen
gegaan, nooit was er 'n liefdewoord
over z'n lippen gekomen, had hij
haar hand gedrukt, haar getracht te
kussen, zooals andere jongens in 't
dorp de meisjes.
Daar had niemand wat mee te
maken, niemand niet. Want wat was
hij Doodgewone klompenmaker.
Moeder moest hij onderhouden, va
der was in 't gevang gestorven.
Eerste Kamer, dan zijn we toch
waarlijk „des buurmans gekken."
Wat heeft men te wachten van
zulken ambtsdrager, als hij b.v,
in oorlogstijd geheime uiteen
zettingen van de regeering krijgt
te aanhooren of met de uitvoe
ring van geheime instructies wordt
belast?
VERZACHTENDE
OMSTANDIGHEID.
In het rapport—Beumer is
vastgesteld, dat de baconfabri-
kanten alléén reeds in het eerste
jaar van het geloopen hebbend
slachtcontract boven hun normale
winst een„te veel" aan verdienste
hebben getoucheerd van f837.000,
verhoogd met de „veel te hooge
afschrijvingen", te samen begroot
op ruim 1 millioen.
Het „Handelsblad" taxeert het
totale „te veel" sedert het begin
der Varkenswet en tesamen met
bijkomstige extra-winsten op
„eenige millioenen."
Dat alles is door de bacon-
fabrikanten „extra" genoten,
zonder dat ze eenig risico hadden
te dragen en zonder dat ze bij
ontstentenis vanoverheidsbemoei-
ing kans op zulk een winst
zouden hebben gehad, integen
deel 1
Door die millioenen onrecht
matige woekerwinst is ii\ het
Landbouwcrisisfonds waaruit
arme, ploeterende werkers ge
holpen moeten worden een
tekort ontstaan en dit tekort
moet thans worden aangevuld...
door de baconfabrikanten
neen, docr de Nederlandsche
consumenten in den vorm van
hoogere brood- en boterprijzen
en door de boeren in den vorm
van hoogere veevoederprijzen.
Want de regeering heeft op
vragen van het Kamerlid Van
der Sluis geantwoord, dat de
baconfabrikanten niet gerechtelijk
tot terugbetaling van het te veel
genotene kunnen worden gedwon
gen. Contract is contract.
Het „Handelsblad" had dit
antwoord van de regeering ver
wacht, want inderdaad, zoo zegt
haar redactie, „contract is con
tract".
Maar, zoo oppert ze, nu de
baconheeren het toch zelf moeten
erkennen, dat ze woekerwinsten
hebben opgestreken (laten we
het ter eere van de Hbld.-redac-
tie vaststellen, dat ze het alles
in veel gekuischter termen uit
drukt) en het onschuldige con
sumenten en arme boeren zijn,
die de ontstane tekorten moeten
aanzuiveren, zouden de bacon-
millionnairs nu niet eigener be
weging, bij wijze van „gewetens-
geld" de overdreven winsten in
de publieke kas willen restituee-
ren?
Vroeger, ja heel vroeger, was hij
anders geweest, tot op den dag dat
jongens het hem sarrend verklapten.
Jouw vader... is 'n boef, die
zit in de kast.
-Gelogen, had ie ze teruggebitst.
Vader is ziek, zit in een gesticht.
Thuis had hij het zijn moeder
voorgeworpen:
Is 't waar, zit vader in 't ge
vang
De aanval kwam te onverwachts
overrompelend, de door 't harde
leven getrapte vrouw, had ze haar
geheim, dat ze als een brooze vaas
verborgen, beschut had, bloot ge
geven...
In scherven gevallen, verdoezeld
tranen, welke ze gedacht had
verschreid te hebben, toen haar man
die geen misdadiger was, doch in
dolle drift 'n eeuwig tergenden jacht
opziener had doodgeschoten... in
boeien werd weggevoerd.
Ar e was toen een jongske ge
weest... oogappel van den smach-
tenden man ergens voor de samen
leving verborgen... Stervend in z'n
laatste woning: de cel
Vanaf dien dag was Arie gesloten,
vergrendeld zijn innerlijk voor de
spottende wereld.
De wereld was een winkel met
maskers.,, bijtende, grijnzende, schijn
heilige.,. de laatste het meestZelfs
de dood rukte het mom niet af.
Hoe zouden de menschen er uit
zien. ontdaan van die bescherming.
Haat afgunst hartstocht waren
de driekleur... schijnheiligheid de
wimpel.
Slechts Marietje Verhoeven was
zn trouwe kameraadje gebleven.
Later, veel later had Arie 't eerst
beseft, hoe zij zijn leven vermooid
Wat een gedachte
Gewetensgeld onderstelt.... 'n
'geweten. Niét al wat leeft, heeft
'n geweten, 'n Aasgier b.v. heeft
in zijn binnenste geen plaats
voor zoo iets. En een varken
schijnt óók geen geweten te
hebben. En we hebben wel eens
gehoord, dat 'n mensch sterk
wordt beïnvloed door z'n om
geving. De mensch derhalve, die
er een beroep van heeft gemaakt
om zijn leven lang gewetenlooze
varkens af te slachten, die kan
op den duur zelf....
Laten we liever geen conclusie
trekken.
We wilden slechts wijzen op
een verzachtende omstandigheid
voor de baconfabrikanten bij de
beoordeeling van het niet-stellen
van een daad, welke men wel
licht redelijkerwijze van menschen
zou verwachten.
Want voor ons staat het vast,
dat de wenk van het „Handels
blad" niet zal worden opge
volgd.
Voor wat de houding van de
regeering in deze zaak betreft,
zouden we nog op het volgende
willen wijzen. Het gebeurt ook
in het particuliere leven wel eens,
dat de wet ons geen recht toe
laat in een zaak van gelijk. Dan
belooft de gelijkhebber den
ongelijkhebber soms, dat hij hem
wel „op een andere manier" zal
krijgen. Inderdaad komt daartoe
dan nog wel eens de kans.
Ons dunkt, dat de regeering
in een tijd, waarin de industrie
zoozeer van de overheid afhan
kelijk is, gelegenheid genoeg
krijgt om de baconfabrikanten
„op een andere manier" tot het
nakomen van zedelijke verplich
tingen te dwingen.
Maar misschien zijn zulke
practische oplossingen alleen
geschikt voor het dagelijksche
leven en te eenvoudig voor een
regeering.
Het garnizoen Venlo heeft aan de
legeroefeningen meegedaan. Sinds
twee weken is de Frederik-Hendrik-
kazerne het „home, sweet home'
voor de lichtingen 1929 en '31 (in
totaal 2000 man) van het Tweede en
zeventiende Regiment der Ve Infan
teriebrigade.
Door deze regimenten zijn in de
laatste dagen der vorige week oefe
ningen gehouden, waarbij een Blauwe
en een Roode partij elkaar geduren
de twee maal 24 uur met meer of
minder heftigheid bestookten.
Een verslaggever van de Zuidw.
noteert zijne ervaringen als volgt
Wij hadden déveine, dat we juist
den laatsten gevechtsdag hadden
uitgezocht om het puik van onze
weermacht in volle charge te gaan
bewonderen. Ons werd verteld dat
de legers op dezen laatsten dag in
de stellingen WanssumVenray en
BroekhuizenHorst tegen elkaar
zouden opereeren. We namen dus
welgemoed de stoomfiets tusschen
de beenen en klosten naar Venray
van daaruit zou het kanonnen-
gebulder ons zeker den weg wel
verder wijzen...
Maar in Venray wist men van
had als een herfstige bloem in som
beren ne veltijd.
En nu ontliep zij hem... z'n har
monica had het uitgeweend... dan
dwaalde hij door de velden, stond
bij de heg om „Duivecate" waar zij
achter een der vensters nu hem ver
gat... De vuisten gebald... de lippen
droog geperst.
Daar ging ze... 't tuinpad af 't
hek kn'erde. Hij volgde lummelend,
dan met groote passen.
Gnavend Marie.
Hé, foei, je laat me schrikken,
wat doe jij hier, Arie.
'k Wachtte op jou
D"r uit was het. Woorden,
welke hij terug dringen wilde, berst
ten uit z'n verkropt gemoed. Zoo
anders had hij het haar eenmaal
willen zeggen... Zijn geheele ziel
wachtte toch op haar.
Op mij? 'k Kan best alleen
gaan Arie en 'k ga alleen ook.
Dat zal je niet. Nou ben ik bij
je. Lang genogt heb je-roe ont
loopen.
Je bent mal, Arie, waarom zou
ik je ontloopen, dan huiverend voor
zijn vreemden blik met een golf van
meegevoel... Arie, doe niet zoo, ik
i even naar huis, loop dan mee.
Je hoeft niet zoo bang te kij
ken, meid. Zeg me alleen: waarom
ontloop je me..., dan haar bruusk
naar zich toetrekkend: Marie je
weet immers waarom ik houd
van je je bent van mijn van
mijn alleenig.
Laat me los -Ga weg
Schei uit Arie. Juist rukte ze zich
los, dan werden ze in een helder
wit licht getooverd... de auto van
Jan van Beers herkend de
demon achter 't stuur... Ah, 't kind
niets. Legeroefeningen Die moesten
1 daar ergens in de buurt van Blerick
zijn. Maar achter Horst wist een
j eerzaam landman ons te vertellen,
dat de soldaten per sé nog niet naar
Blerick warenhij wist 't categoriek,
want hun eigen pèèrden hadden den
geschutswagen getrokken
En wij terug naar Horst, vanwaar
ze ons naar Broekhuizen verwezen
en in Broekhuizen stuurden ze ons
naar Castenray en de Castenrayers
zeiden weer dat we naar Swolgen
moesten...
En zoo hebben we snuivend naar
kruitdamp en spiedend naar wapen
feiten al de geel-geleemde binnen
wegen van 't Noord-Limburgsche
land afgestrooptvan Swolgen naar
Tienray, van Tienray naar Wanssum
en van Wanssum naar Oirlo.
Tenslotte zijn we weer in Horst-
Schadrjk beland. Maar in de Horster
uitspanning ,,De Oude Lindt'
waar het blijkens een aanplakbiljet
„streng verboden was te dansen of
te hossen" daar heeft men ons
eindelijk op het goede pad gebracht
we moesten in de buurt van Sevenum
zijn
Met bekwamen spoed zijn we op
den hakkepoffer gestapt en waar
achtig vooraan op den weg naar
Sevenum, daar hadden we het eerste
contact met onze weermacht. We
boften, want het was meteen la
nerf de la guerre die we daar ont
moetten twee keukenwagens waar
achter de welgedane gezichten van
twee menagemeesters fietsten.
Waar kunnen we den oorlog
vinden
In Abessinië, was het antwoord.
We hebben toen den menagemees
ter geïnterpelleerd, die ons wist te
vertellen, dat er hier en daar over
tien tot vijftien kilometers verspreid
nog wel trosjes soldaten lagen van
tien tot twaalf man, maar anders
geen nieuws.
Is de slag dan al geslagen
Ik geloof 't wel. Wij gaan ten
minste naar Frederik Hendrik terug
geloof maar dat de troep dan
gauw genoeg komtde keuken
wagens laten ze nooit alleen-
Tot welke groep hooren jullie
eigenlijk, Rood of Blauw
Daar zou ik even voor op m'n
veldbriefje moeten kijken...
Hard gevochten
Weet ik niet; ik hoefde alleen
maar te zorgen, dat er geen „rats"
te kort was
Wij hebben de keukenwagens ver
laten om nogmaals het binnenland
te snorren, waar de „trosjes"
soldaten verborgen waren.
We vonden een cavallerist van het
Derde, die ons wist te vertellen, dat
de „oorlog" elk oogenblik gedaan
kon zijner waren geen ongelukken
gebeurd alleen was er één van
z'n knol getuimeld en verschillenden
hadden zich leelijk rauw gezeten.
Wat verderop stond een groepje
artilleristen geschaard rond een 6
centimeterskanon, waarvan de be
dienaars ons met den strijdkreet
„Haile Selassie" ontvingen.
Vlak daarop klonk heel in de verte
de laatste mitrailleurroffel en daar
mee was blijkbaar de oorlog ten
einde-
In Blerick vernamen we, dat de
groote groep langzaamaan op huis-
aan gevochten was en dat de mees
ten al om goed een uur binnen
waren...
Van de vijftig krijgslieden die we
in totaal gezien hebben was er geen
zoo hoog van rang, dat hij ons diets
kon maken wie er nu eigenlijk den
oorlog gewonnen had. Rood ofwel
Blauw—
Vinding van Apoth«k«r lament
die geneeskrachtige stoffen op zoo
danige wijze samenvoegde, dat daar
uit ontstond een uiterst veelzijdig
werkend middel, dal snel pijnen stilt,
koorts verdrijft en onschadelijk is.
Bovendien zijn het géén harde tablet
ten, aoch fijn en daardoor dadelijk
oplossend poeder dat omgeven is door
een smaakloos omhulsel van ouwel.
Ge proGfl niets! Geen maagpijnen!
1.10 feilen onder water houden
2. den achter op de tong leggen
3. doorslikken met "n teug weter
52 cent per buisje van 12 stuks!
AKKERTJES" werken zeer snel bij:
Pï". Spisr-
pijn, Zenuwpijn, Vrouwen-
pijn, Rheumatische pijnen,
gevatte kou, Griep, enz.
13 October viert de Katholieke
Radio Omroep zijn tienjarig bestaan.
De moeizame jaren, de jaren van strijd
heeft afspraakjes... De auto scheerde
langs.
De jonge mijnher.
En wat dan nog "t Moet nu
maar wezen Marie. Wil je
'k Weet het niet Arie, laat me
gaan, ik zie je later wel.
Pijlsnel vlood ze.... in de armen
loopend van den surveilleerenden
veldwachter, haar broeder Jan.
Wat is dat meid Waar mot
dat heen daar stond Arie.
Arie Swievers... Wat beteekent
dat, Marie
Och niks, Jan... zeg maar niks
aan vader en moeder, ik ga maar
terug, g'navond.
Op een ren naar de keuken, nie
mand was ze tegengekomen, 'n Blik
in 't spiegeltje neen zoo kon ze
niet naar binnen. Ze wilde naar
haar kamertje... denken... Dat nu
juist de jonge mijnheer haar zoo had
moeten zien. Wat zou die wel van
haar denken. Neen Arie wilde ze
niet] Nou wist ze 't... ze wilde gaan
slapen.,.
i Half uur had ze daar gestaan,
gekalmeerd tikte ze aan de kamer
van de familie.
Mevrouw mag iknaar bed
gaan, ik heb zoo'n hoofdpijn.
Zeker Marie. Heb je daar veel
last van? Slaap maar goed uit, dan
ben je morgen weer frisch.
Jan van Beers had achter de cou
rant spottend gekeken zonde, dat
zoo'n kind met een boerenvlerk zou
vrijen de deur sloot zich.
- Pretentie, mompelde Mevrouw,
enfin 't is in haar eigen tijd
Een half uur later stond Jan, licht
bevend in 't donker boven aan de
zoldertrap, 't Verraderlijk gekraak
angstvallig vermijdend. Hoorde hij
zijn voorbij en de Katholieken van
Nederland zijn in 't rustig bezit van
een eigen omroep, een omroep wel
ke ons andere landen benijden.
Is het wonder, dat degenen, die
aan den opbouw van deze emancipa
tie van Nederland medewerken, die
weten bij dagelijksche ervaring wat
er voor de goede zaak moet gestre
den worden, die ook weten hoeveel
ds uit dien strijd geboren werd
en nog belooft voort te komen. Is 't
wonder, dat zij dat 2de lustrum niet
hebben willen laten voorbijgaan zon
der aan alle Katholieken var^Neder-
land de gelegenheid te geven een
prachtige daad van dankbaarheid
jegens God en de leiders van die be
weging te stellen. Inderdaad van
dankbaarheid jegens GodHet werk
van onze omroep wordt maar al te
weinig gezien in 't licht van 't ge
loof maar te zeer beschouwd als
amusementsfactor. En dat is onze
Radio-opzet allerminst. Quod auditis,
praedicate super tecta. Wat gij ge
hoord hebt de waarheden van ons
H. Geloof verkondigt ze van de
daken.
We moeten O.L.H. danken, dat Hij
ons dat middel, die onschatbare gave
heeft gegeven om te kunnen mede
werken tot verbreiding van ons H.
Geloof over de wereld.
Dat heeft 't bestuur der Stichting
zoo juist aangevoeld, als 't de jubi
leum-actie inzet met op 6 October
in alle parochiekerken van Nederland
een H. Mis van dankbaarheid te laten
lezen tot intentie van den Kath.
Radio-Omroep.
Die gelegenheid zullen wij Katho
lieken van Nederland, wij Katholieken
van 't Zuiden "vooral, niet voorbij
laten gaan zonder aan de leiders van
de Beweging een blijk te geven van
onze sympathie wij zullen hen mede
in de gelegenheid stellen de gedachte
van het jubileum-comité te ver
wezenlijken en den „jubileumstudio"
mede helpen opbouwen.
6 October 's morgens vereenigen
we ons gebed met dat van den
offeraar, die de belangen van onzen
omroep aan Hem, die door dien om
roep nu meer dan ooit kan verkon
digd worden, zal aanbevelen.
6 October 's middags wordt heel
Kath. Nederland, groot en klein, arm
en rijk, eenvoudigen en geleerden
allen, ook onze pensionaten, kloosters,
ziekenhuizen, gestichten enz. niet
uitgezonderd in de gelegenheid
gesteld hun bijdrage hoe klein zij
ook moge zgn, te storten in het
jubileum-zakje.
huilen Voorzichtig, sluip-luisterend
omknelde hij de deurkruk,draaide
en gaf mee...
Ssst Marie, wat is er kind
Huil je Vertel 't mij maar...
Wat doe je hier? Ga weg...
Ga weg.,.
De maan schoot achter de wolken,
in schaamte zich verdoezelend....
Droef de klok sloeg 12 in de
hall. 't Was alom nacht 't Mot-
terde buiten tranen...
Dof was Arie Swievers doorge-
loopen, nagetuurd door den veld
wachter zijn zuster Arie, zoon
van dien gevangenisboef. Wat most
dat
Hij herinnerde zich die geheele
geschiedenis; de verslagene was wel
een gekaat mensch geweest, maar
't bleef een moord. Wat moest ie
doen Vader, moeder. Neen, dat
niet direct. Eerst moest hij met
Marie spreken. Direct den volgen
den dag.
HOOFDSTUK VII,
Goeden morgen Burgemeester.
A, goedenmorgen Verhoeven.
Zoo. zoo, frisch vanmorge. Geen
moordenaars, misdadigers, dieven of
stroopers in je nieuwe standplaats
ontdekt. Ha, ha, maar apropos.
Verhoeven, je moet 's avonds eens
patrouilleeren Bij „Duivecate". Die
jongen van Swievers, je zult je hem
wel herinneren, woont daar ginds
op de hei met z'n moeder, heb ik
al een paar avonden bij mijn villa
getroffen. Niet, dat er iets onguns
tigs omtrent dat jongmensch bekend
is, maar 't is zoo'n stille, nou ja,
dan ken je de geschiedenis van z'n
vader. Wordt vervolgd.