gekookte metworst slagerij chr. goumans Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. m Duurte-ordening. Buitenland. Binnenland. Zo verkouden1. Gij draagt Uw REGENJAS niet JOH. JEUKEN-POUWELS. die hele fijne 25 cent per half pond Provinciaal Nieuws Zaterdag 28 September 1935 Zes en vijftigste Jaargang No 39 WEET wat U EET Sneeuwklokje Machinaal bereid Hygiënisch verpakt! PEEL EN MAAS ADVERTENTIEPRIJS 1 tot 8 regels 60 ct. per regel 7Va ct. Bij contract groote reductie Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 51 Giro 150652 ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct. Buiten Venray p. kwartaal 75 ct. Afz. nummers 5 cent. Room-IJs Chocolade-IJs CItroen-IJs Sneeuwklokje' V, Liter thans 50 ct. V4 25 ct. nog problemen en men kan er dus wel van op aan, dat. er héél wat van deze 2 millioen benoodigd zal zijn om die problemen op te heffen. Het doel der belasting zal dan ock wel meer zijn om de menscben te WC niOCtCn aanpassen bewegen, hun vacantie zooveel moge- aan een lagerenlevens- lijk in het eigen land door te bren- standaard, maar niets gen. Steun dus aan het hotel-, wordt aedaatl om deze restaurant- en pensionbedrijf. WUIUt «CUddu uui Echteri middels een belasting op goedkooper te manen, den (itrek» naar het goedkoope integendeel buitenland bereikt men niet, dat de c«5S vacantiegangers zich in het binnen- Vail Sigaretten, snij- land als schapen laten scheren in bOOneneil buiteil- veelte dure restauratie-gelegenheden, laildsche reizen. noch animeert men buitenlanders door kunstmatige handhaving van hooge logies- en consumptieprijzen Ziezoo de sigarettenfabrikanten om hun oogen te richten op onze uit groot- en middenbedrijf zijn het kust. De overheid dient het café- en met elkaar eens geworden. Ze heb- hotelbedrijf te ontlasten van den ben in een gezamenlijke drijfjachtzwaren fiscalen druk, waardoor de den consument geschoten en hebben j prijzen naar beneden kunnen. Dat is diens huid thans onder elkaar ver deeld. Toen het zoover was, zijn ze naar de ministers van Economische Zaken en van Financiën gegaan en van beiden hebben de jagers den regeeringszegen ontvangen met de toezegging, dat de regeering den buit der heeren zou beschermen. Dat verstaat men in Nederland onder „ordening" Het is uit met de vrije concurrentie. De sigarettenfabrikanten zijn het eens geworden onder elkaar om geen reclame meer te maken voor de goedkoope 3/.i cents-sigarettende productie derzelve zal geleidelijk worden ingekrompen en de sigaret- tenrooker zal méér moeten gaan betalen voor zijn piraatje. Dat aldus de beteekenis van aan passing aan een lageren levens standaard weer een aanfluiting werd, omdat „aanpassing" hier den een- zijdigen uitleg kreeg van ontzegging van wéér een beetje levensvreugde aan velen, in plaats van te zijn het streven naar een goedkooperen levensstandaard, ontgaat blijkbaar dengenen, die deze trustvorming hebben gesanctionneerd. Het risico der ondernemers is veilig gesteld, dus in zooverre kwam er „ordening," maar het gevolg is, dat de comsumptie (door duurderen verkoop) zal terug- loopen en de arbeidsgelegenheid derhalve zal dalen. De ordening ten behoeve van ondernemingswinst wekt eengrootere algemeene maatschappelijke disorde. De ondernemers zijn het keurig met elkaar eens geworden en ze behoeven nauwelijks reclame meer voor hun producten, want wat de een boven zijn quotum (toegewezen verkoop) kwijtraakt, moet hij aan winst toe- deelen aan den ander, wiens verkoop beneden het quotum is gebleven. Maar wie dacht bij deze „ordening" aan schadeloosstelling voor den ge dupeerden consument en aan het bestaan van de arbeiders, die door deze producenten-regeling het enorme werkloozen-leger komen vergrooten? Er is op zich zelf niets tegen en alles vóór, dat er ordeningen worden geschapen, welke de ondernemers risico's verkleinen, maar in dezen tijd is ordening en bevordering van de arbeidsgelegenheid en opvoering van de consumptie primair en tot nog toe worden deze laatste, alge meene belangen meer geschaad dan gebaat bij het ordeningsstreven der overheid. Een ander merkwaardig voorbeeld van de wijze, waarop de overheid in haar zorg om bedrijfsuitkomsten te steunen het algemeen maatschappe lijk doel voorbijschiet, vormen som mige richtprijzen voor tuinbouw producten. Snijboonen waren 'n tijd lang onverkoopbaar op de veilingen en groote hoeveelheden verdwenen naar de mestvaalt. En hoe kwam dat Omdat de richtprijs van f 4 te hoog was gesteld, hooger dan de normale marktprijs in normale jaren. Door dien hoogen richtprijs is er dit jaar niets of weinig gekocht op speculatie voor winkelbedrijf, export of inmakerij. Er heeft dus vernietiging van werk gelegenheid plaats gehad, terwijl de kweeker een abnormaal groot voor deel in de schoot kreeg toegeworpen. In de jaren 1912 tot 1930, jaren met open export, varieerde de snij- boonenprijs van f 2.50 tot f 4 per 100 K.Gnormale prijs was in die jaren f 3 per 100 K.G. Thans ontvangt de kweeker een hoogeren prijs (voor doorgedraaide producten) uit de schatkist, dus op te brengen door den belastingbetaler, terwijl de snijboonen te rotten wor den gelegd op het land, omdat de richtprijs te hoog is voor de inmake- rrjen. In dezen tijd, nu er geen export naar het buitenland mogelijk is, moest de afname voor inmakerij in de hand worden gewerkt, maar het tegendeel heeft plaats. .aanpassing. En dan dienen de exploitanten van zaken, die op het verkeer en tourisme zijn ingesteld, ook zelf nog wat te doen om het verblijf in hun gelegenheden voor een breederen kring van reizigers en toeristen mogelijk te maken. Daar mankeert soms wel wat aan. Het lijkt soms een Hollandsch streven om de bestaansmogelijk meer te bouwen op de grootte van het winstpercentage, dan op de uitbrei ding van den omzet m.a.w. velen verdienen liever in één keer een dubbeltje dan in zes keer twee cent. En toch is die laatste winstmogelijk heid niet alleen voordeeliger voor den bedrijfsvoerder, maar ook van gunstigen invloed op de arbeidsmarkt, dus op het algemeene welvaartspeil. Belasting op plezierreizen naar het buitenland gaat de „aanpassing" van ons economisch leven aan lagere prijsverhoudingen dus tegen. En ze lokt bovendien repressailles uit, welke het vreemdelingenverkeer naar ons land tegengaan en nieuwe economi sche schade verwekken. Een aanwijzing daartoe vinden we in een bericht uit Parijs, waarin wordt meegedeeld, dat de Fransche ministerraad een voor het toeristen verkeer belangrijk wetsvoorstel heeft aangenomen wat de Fransche regeering middels de verkregen vol machten kan doen waarbij maat regelen zijn vastgelegd betreffende reizen naar landen, welker regeering het medenemen van geld door haar onderdanen naar Frankrijk beperken of buitengewone hooge kosten van paspoorten berekenen, Het Nederlandsche buitenlandsche paspoort kost op zich zelf reeds f 7. Als we dus bovendien hier nog belasting gaan heffen van een zeker bedrag per eventueel in Frankryk doorgebrachten dag, dan stellen we ons zeker aan repressailles bloot. In het Fransche stelsel van toe passing van bet wederkeerigheids- beginsel zit iets gezonds en gedurfds, wij hadden zóó b.v. al lang tegen over de Duitsche deviezenbepalingen moeten handelen. In de enghartige bevoogding ech ter van Nederlanders door haar eigen overheid, ten doel hebbende om een vreemde concurrentie tegen te gaan, welke overigens slechts de aanpassing van ons eigen prrjzenpeil aan het internationale niveau zou kunnen bevorderen, schuilt weer de beschermende ordeningsgedachte, die meer het heil van den gulden en de guldensbezitters op het oog heeft dan de verlevendiging van handel en verkeer, verruiming van de werk gelegenheid. Aanpassing aan een lageren levens standaard be teekent vermindering van de consumptie, dus méér werk loosheid; aanpassing aan een goed kooperen levensstandaard leidt tot aanmerkelijke vermindering van de werkloosheid. In het eerste geval voert loons verlaging naar de gezinsruïne, maar het andere geval gaat ze niet met vermindering van de welvaart gepaard. Wil men geen devaluatie Goed, maar dan ook consequente deflatie. Verschillende overheidsmaatregelen, waarvan we er enkele noemden, zijn daarmee echter in strijd. Md. Vergelyking met 1914,.. Overeenkomst met het ramp jaar. Ook gunstige verschillen. Als de kopstuKken naar 't front moesten ALS IN 1914... De ernstige oorlogsdreiging, welke op 't oogenblik is waar te nemen en de toebereidselen, die men allerwege treft voor een nieuwe botsing der volkeren, heeft menigeen al vaak den uitroep in den mond gegeven: net als in 1914 Inderdaad, de huidige politieke toestand heeft veel weg van dien in Juni en Juli van dat rampzalige 1914. We zullen dat in 't kort eens wat nader bekijken en doen dat aan de hand van een beschouwing in de Nieuwe Eeuw. Ook in den zomer van 1914 kon men in den beginne niet gelooven, dat het conflict, hetwelk tusschen Servië en Oostenryk dreigde naar uitgedacht, want de wijze van heffing, aanleiding van den moord op kroon- zoowel als de mogelijkheden vanprins Ferdinand, werkelijk tot een controle, vormen op het oogenblik oorlog zou leiden. Al die omwegen, welke de regeering kiest om te „saneeren", zijn duur en omslachtig, steunen veelal een hand having van te hooge prijzen of drijven lage prijzen omhoog, waar door de arbeidsgelegenheid allerminst wordt bevorderd. Zoo krijgen we nu weer een belas ting op plezierreizen naar het buiten land. Om de baten begroot op 2 millioen zal deze wel niet zijn Aanvankelijk was de algemeene verwachting, dat Servië zoover mo gelijk zou toegeven en dat ten aan zien van een enkel punt, waarmede de Servische souvereiniteit was ge moeid, een overeenstemming zou worden bereikt. Alle diplomaten waren ijverig in de weer, zooals nu de Volkenbond in de weer is, om te .trachten de in conflict geraakte partijen te verzoenen; en welhaast tot het laatste oogenblik werd in een groot deel der Europeesehe pers aangenomen, dat oorlog zou kunnen I worden voorkomen. Langzamerhand werd 't duidelijk, dat Duitschland onvoorwaardelijk aan Oostenrijksche zyde stond en Rus land even onvoorwaardelijk aan Servischen kant. Aangezien Frankrijk en Rusland verbonden waren en Engeland een entente cordiale met Frankrijk had aangegaan, bestond de vrees, dat 't Oostenrijksch-Servisch conflict tot een oorlog zou leiden. Nauwelijks stond bet vast, dat een gewapend conflict tusschen Oostenrijk en Ser vië niet te vermijden was, of kramp achtige pogingen werden aangewend om dit conflict te localiseeren. Men weet hoe dit alles op een grandiose mislukking is uitgeloopen en binnen korten tijd de halve wereld in een gewapend conflict was ge wikkeld. Het verschil tusschen den huidigen toestand en den toenmalige, zit op de eerste plaats hierin, dat thans een Volkenbond bestaat en 't voor spel van den thans waarschijnlijk geworden Italiaansch-Abessynischen oorlog in openlijke debatten te Ge- nève wordt afgespeeld, zoodat de geheele wereld getuige kan zijn van de standpunten der verschillende mogendheden. Een ander verschil is hierin ge legen, dat 't dreigende conflict tus schen twee in den Volkenbond ver- eenigde staten, welke ieder voor zich hebben beloofd bij eventueele geschillen den oorlog niet als een middel tot oplossing daarvan te zullen aanwenden. Voor het overige is er echter een nogal frappante gelijkenis, al is er ook in de bond genootschappen eenig verschil. Ook nu is het langzamerhand gaan blijken, dat bij een aanval op Abessinië door Italië, Engeland aan Abessynische zijde zal staan, waaruit onmiddellijk volgt, dat een localisatie van het conflict zeer moeilijk zal wezen. Het essentieele verschil ten aan zien van de kwestie der bondgenoot schappen is, dat thans Italië tot voor zeer korten tijd, tengevolge van de overeenkomst van Stresa, nauw verbonden scheen met Engeland en Frankryk, terwijl het thans met de eerstgenoemde mogendheid in con flict dreigt te geraken. Ook is het duidelijk geworden, dat als Italië den oorlog tegen Abessy. nië wil doordrijven, Frankrijk liever de Engelscbe dan de Italiaansche zijde zal kiezen. Bij alle verschil is hier niettemin ook een zekere over eenkomst met de positie van Italië in 1914. Toen ook behoorde Italië tot het Drievoudig Verbond, dat Duitsch land, Oostenrijk en Italië omvatte: het achtte zich echter gerechtigd en in de bewoordingen van de bonds- overeenkomst kon het daarvoor steun vinden niet aan de zijde van zijn bondgenooten te gaan staan, toen de oorlog tusschen Oostenrijk Servië en de daarop volgende oorlogen uitbraken. Het is weer een merkwaardige speling der historie, dat Italië thans evenzeer van zijne bond genooten dreigt verlaten te worden als het in 1914 zijne bondgenooten verliet. De vraag is nu, of de vergelijking zoover zal doorgaan, dat ook Italië tenslotte toch nog bondgenooten zal vinden. Op het oogenblik ziet het daarnaar zeker niet uit. Veeleer schijnt verwacht te moeten worden, dat Italië geïsoleerd zal blijven staan. Evenwel kan niet worden ontkend, dat zich op dit gebied nog allerlei verrassingen kunnen voordoen. Duitschland heeft reeds te kennen gegeven, dat het op gelegenheidsvriendschappen niet ge steld is en bij een eventueel Itali- aansch-Abessynisch conflict neutraal zal blijven. Intusschen dreigt Duitschland tegen Litauen en wie zegt, of Hitlerland niet in troebel water zal gaan vis- schen, als de oorlog op gang is En wat zullen Rusland, Oostenrijk, Hongarije en de landen der Kleine Entente doen Neen, het is volstrekt niet zeker i zelfs niet te verwachten, dat Italië in een oorlog geheel geïsoleerd zal staan. Er zitten dus in het dreigende conflict nog allerlei mogelijkheden verborgen, welke tot een soortge lijken toestand kunnen leiden als de wereld in 1914 heeft beleefd. Het is wel zeer merkwaardig, dat Mussolini altijd het jaar 1935 als het kritieke jaar heeft genoemd, waaruit men moet opmaken, dat hij reeds vroeger van oordeel was in dit jaar zijn voorbereidingen te zullen hebben voltooid. Mussolini verklaart, dat hij aan alle gebeurlijkheden het hoofd kan bieden en dat hij voor geen enkele' bedreiging op zij gaat. Deze houding van Italië doet sterk denken aan die van Duitschland in het laatste stadium van de onder handelingen, welke in 1914 het uit breken van den oorlog voorafgingen. Ook Duitschland was toen voor geen rede vatbaar en wilde ten koste van alles den oorlog door drijven, sterk als het zich voelde in het bezit van een leger en een vloot, welke in staat scheen alle tegen standers te weerstaan. Ook Mussolini doet thans zooals Wilhelm H in 1914hg geeft blijk van een onbe perkt vertrouwen in de Italiaansche rriacht en wil op grond daarvan van géén concessies weten. Het is weer dezelfde zwijmelgeest als die, welke in 1914 over de wereld vaardig werd, welke zich thans openbaart. Gelukkig kunnen we ook op een paar gunstige verschillen wijzen met 1914. Toen waren alle mogendheden klaar voor den strijd, zoowel militair als economisch en financieel. Thans is dat met de meeste mogendheden zeker niet het geval en vooral in financieel opzicht kan men eerder van totale uitputting spreken en reeds nu weten de meeste landen geen raad, om hun militair apparaat te bekostigen. Verder kan geen enkel land met zekerheid zeggen, welke zijn bond genooten zullen zijn, al teekent zich dat ook al hoe langer hoe meer af. En ten slotte achten we het nog van groot belang, dat in aller ge heugen nog de herinnering leeft aan de verschrikkingen van 19141918. Als de kopstukken, die over bet leven van millioenen menschen be slissen, die verschrikkingen ook maar aan den lijve ondervonden hadden. Of als ze maar wisten, dat ze bij een nieuwen oorlog ook als gewoon soldaat aan die gevaren en die ellende werden blootgesteld. Dan zouden ze niet over een oorlog spreken als over over een onschuldig partijtje voetbal of bridge! Duurder brood Het brood wordt duurder En de oorzaak daarvan schuilt hoofdzakelijk in 't feit, dat de tarwe oogst zoo is meegevallen. Het publiek moet dus éen extra offertje gaan brengen, omdat de hemel onze tarwe-boeren met een goeden oogst gezegend heeft. Minister Deckers heeft dit erkend in de volgende bewoordingen: „Tot een verlaging van de mono poliewinst op tarwe... kon in verband met den terugloopenden import niet worden overgegaan, en moest kort geleden verhooging plaats hebben... De groote oogsten van de laatste twee jaren, vooral die van 1934, hebben ongetwijfeld zware offers aan het Landbouw-Crisisfonds gesteld ook hierdoor kan thans aan verlaging der heffingen niet worden gedacht." Dus: hoe beter de oogst hoe meer offers er geëischt worden. En die offers moet de consument brengen. Wat we toch in een economisch gekkenhuis leven! Economische zegen is een vloek ge worden. Overproductie veroorzaakt armoede Of de vernuftige mensch het in onzen tijd ook ver gebracht heeft Dit houdt natuurlijk geen verwijt in aan onze regeering! Nog minder een afkeuring van den steun aan de producten van land bouw en veeteelt. Neen, want dr. Posthuma heeft dezer dagen er nog op gewezen, dat de boer slechts 70 pCt. krijgt van de productenprijzen van vóór den oorlog en het algemeen indexcijfer is nog ongeveer 1.4 Voor veilig verkeer. Behalve het onderwijs is ook de fiets een voorwerp van aanhoudende zorg der Overheid. Alvorens de Nederlander dit zijn geliefde vehikel bestijgt, dient hij zich te vergewissen of er de volgende ingrediënten niet aan ontbreken: 1. Een rem. 2. Een bel. 3. Een lantaarn. 4. Een reflector. 5. Een belastingplaatje. 6. Een hel derwit achterspatbord. Als er maar aan één van deze dingen iets hapert, dan classeert de fietser zich reeds in het gilde der misdadigers, wien de straffende hand der Gerechtigheid wacht. Het achter spatbord in de kleur der onschuld is het allernieuwste en het zal me be nieuwen, hoe deze stand kan houden tegenover het opspatten der modder van de vaderlandsche wegen. Maar daar heeft de Gerechtigheid niets mee te maken. Die schryft voor en constateert overtredingen. Me dunkt, dat het bij de genoemde zes dingen niet kan blijven, aldus spot Quaeritur in De Morgen. Een paar bumpers vóór en achter aan hooren toch niet te ontbreken. Een richtingaanwijzer en een spiegel om het achteraankomende verkeer te bespieden, zijn onmisbaar. Een valhelm en een paar beenbescher mers voor den fietser zijnook eigen lijk noodzakelijk. Bovendien is het me een raadsel, waarom de voetganger nog altijd aan de veiligheidseischen ontsnapt. Een rem heeft hij zelf wel, maar een verplichte waarschuwingstoeter, een lantaarn vóór en een reflector achter alsmede helderwit geverfde schoenen en sokken (c.q. kousen) moesten Misschien nog wel koorts ookl Aspirin is de onovertroffen bestrijder van verkoudheid. Na Uw verkoudheid zult U met zo velen zeggen: ZO N ASPIRIENTJE HELPT TOCH MAAR Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbulsjes v. 30 tabl. 70 ets. en oranjezakjes v. 2 tabL lOctj. alleen als het regent Ook bij droog weer wilt U er plezier van hebben, b.v. Regenjas en Demi-Saison tegelijk. Neem dan een GABARDINE JAS NAAR MAAT van Duur zegt U O neen, dat zal U heusch wel meevallen. Als U de kwaliteit en prijs vergelykt, zijn ze goedkooper dan een con fectie-jaè. Mag ik 't U eens laten zien Het is er nu nog de tijd voorDAMES, ook voor UW REGENMANTELS Langstraat la JOH. JEUKEN-Pouwels Telefoon 162 Dames- en Heeren-Tailleur. „Het huis met de trapjes". kost voordeelig gesneden slechts bij toch op z'n minst gevergd worden. Gezwegen nog van het feit, dat zijn staat van voetgangerschap best een aparte belasting met een penning als kwitantie lijden kan. De politie heeft nog lang geen controlemogelijk heden genoeg! INGEZONDEN. Geachte Redactie. Ik dank „het Comité" voor zijn antwoord. Nu weten we tenminste hoe 't zit, al zijn er dan ook, die de afspraak blijkbaar willen ver draaien. Het comité zal 't echter met me eens zijn, dat na de stemming een vergadering had gehouden moeten worden, ter bespreking van den uit slag. Ik ben er zeker van, dat de heer Poels dan ook 't raadslidmaat schap had aangenomen en was Steeghs ER UIT GEBLEVEN. Waarom liet de heer Poels zich anders op de lijst plaatsen Op wat Steeghs in zijn schrijven wazelt, zal 'ik niet ingaan. Ik heb in mijn vorigen brief alléén gezegd, dat ik niet wilde mede werken aan de verkiezing van Steeghs dat is toch mijn goed recht. En om nu verder met Steeghs, over een en ander den raad betreffende, de krant te gaan krakeelen, daarvoor, al ben ik klein, acht ik me veel te hoog. Mijn hartelijken dank aan de redactie voor de plaatsruimte. KIEZER. Geachte Redactie. Hoewel ik krantengeschrijf wel niet altijd noodig vindt, daar de Raadsverkiezing al te lang achter den rug is, gevoel ik mij nu toch verplicht, om mijne meening daar over bekend te maken. Wat het schrijven van den heer Steeghs betreft in dit blad van de vorige week het volgende: Zeker, heb ik met hem gesproken, doch over het al of niet gekozen zijn, kon ik mij niet uitlaten, want ik had de vergadering, die gehouden is vóór de verkiezing, niet bijgewoond. Maar Steeghs, u stoorde zich toch niet aan het contract, dat u hadt geteekend, want u verklaarde, „dat het toch maar een vodje papier was van geen waarde." Toen heb ik verklaard; U bent Raadslid als 't in Merselo wordt goedgevonden- Wat het schrijven van het Comité van Actie betreft, verklaar ik op Woensdag 3 Juli bericht ontvangen te hebben, dat niet Steeghs maar Poels gekozen was. Waarom dan toch gewacht en mij daar niet eerder van in kennis ge steld, de verkiezing had toch reeds op 26 Juni plaats Waarom hield het Comité van Actie niet even een vergadering Dan was al dat ge schrijf overbodig geweest. Dankend voor plaatsruimte, L. POELS, Merselo. VENRAY, 28 Sept. 1935 Op de hier gehouden veemarkt was de aanvoer in totaal 224 stuks t.w. Dragend vee 56, Vet vee 14, Gust vee 10, Kalveren 2, Biggen 142. Handel tamelijk levendig, prijzen, iets hooger. Dragend vee van f 115 tot f 160. Gust vee van f 60 tot f 100. Biggen van f 8 tot f 12.50. Luxor-Bioscoop. De Luxor-Bioscoop biedt U weder om een programma, dat wel zeer veel bezoek zal trekken, daar als hoofdschotel wordt opgediend „Het Congres danst", een buitengewoon goedgeslaagde schlager der Ufa, vol vrolijkheid, met bekende schlager- muziek van het oude Weenen. Sillian Harvey, Willy Fritsch, Con rad Veidt en andere acteurs van naam, passen zich in dit luchtige millieu uitstekend aan. 't Verhaal zelf heeft een goede basis om heel wat verwikkelingen op te bouwen, vooral de hoofdper sonen doen daar duchtig aan mee, om hen alleen is de film al de moeite waard te gaan zien. Maar het filmwerk „Het Congres danst" ontleent zijn aantrekkelyk- heid niet alleen aan het spel der

Peel en Maas | 1935 | | pagina 1