gekookte metworst
slagerij chr. goumans
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
m
Duurte-ordening.
Buitenland.
Binnenland.
Zo verkouden1.
Gij draagt Uw REGENJAS niet
JOH. JEUKEN-POUWELS.
die hele fijne
25 cent per half pond
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 28 September 1935
Zes en vijftigste Jaargang No 39
WEET
wat U EET
Sneeuwklokje
Machinaal bereid
Hygiënisch verpakt!
PEEL EN MAAS
ADVERTENTIEPRIJS 1 tot 8 regels 60 ct.
per regel 7Va ct. Bij contract groote reductie
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY
Telefoon 51 Giro 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct.
Buiten Venray p. kwartaal 75 ct. Afz. nummers 5 cent.
Room-IJs
Chocolade-IJs
CItroen-IJs
Sneeuwklokje'
V, Liter thans 50 ct.
V4 25 ct.
nog problemen en men kan er dus
wel van op aan, dat. er héél wat van
deze 2 millioen benoodigd zal zijn
om die problemen op te heffen.
Het doel der belasting zal dan ock
wel meer zijn om de menscben te
WC niOCtCn aanpassen bewegen, hun vacantie zooveel moge-
aan een lagerenlevens- lijk in het eigen land door te bren-
standaard, maar niets gen. Steun dus aan het hotel-,
wordt aedaatl om deze restaurant- en pensionbedrijf.
WUIUt «CUddu uui Echteri middels een belasting op
goedkooper te manen, den (itrek» naar het goedkoope
integendeel buitenland bereikt men niet, dat de
c«5S vacantiegangers zich in het binnen-
Vail Sigaretten, snij- land als schapen laten scheren in
bOOneneil buiteil- veelte dure restauratie-gelegenheden,
laildsche reizen. noch animeert men buitenlanders
door kunstmatige handhaving van
hooge logies- en consumptieprijzen
Ziezoo de sigarettenfabrikanten om hun oogen te richten op onze
uit groot- en middenbedrijf zijn het kust. De overheid dient het café- en
met elkaar eens geworden. Ze heb- hotelbedrijf te ontlasten van den
ben in een gezamenlijke drijfjachtzwaren fiscalen druk, waardoor de
den consument geschoten en hebben j prijzen naar beneden kunnen. Dat is
diens huid thans onder elkaar ver
deeld. Toen het zoover was, zijn ze
naar de ministers van Economische
Zaken en van Financiën gegaan en
van beiden hebben de jagers den
regeeringszegen ontvangen met de
toezegging, dat de regeering den
buit der heeren zou beschermen.
Dat verstaat men in Nederland
onder „ordening"
Het is uit met de vrije concurrentie.
De sigarettenfabrikanten zijn het eens
geworden onder elkaar om geen
reclame meer te maken voor de
goedkoope 3/.i cents-sigarettende
productie derzelve zal geleidelijk
worden ingekrompen en de sigaret-
tenrooker zal méér moeten gaan
betalen voor zijn piraatje.
Dat aldus de beteekenis van aan
passing aan een lageren levens
standaard weer een aanfluiting werd,
omdat „aanpassing" hier den een-
zijdigen uitleg kreeg van ontzegging
van wéér een beetje levensvreugde
aan velen, in plaats van te zijn het
streven naar een goedkooperen
levensstandaard, ontgaat blijkbaar
dengenen, die deze trustvorming
hebben gesanctionneerd. Het risico
der ondernemers is veilig gesteld,
dus in zooverre kwam er „ordening,"
maar het gevolg is, dat de comsumptie
(door duurderen verkoop) zal terug-
loopen en de arbeidsgelegenheid
derhalve zal dalen.
De ordening ten behoeve van
ondernemingswinst wekt eengrootere
algemeene maatschappelijke disorde.
De ondernemers zijn het keurig met
elkaar eens geworden en ze behoeven
nauwelijks reclame meer voor hun
producten, want wat de een boven
zijn quotum (toegewezen verkoop)
kwijtraakt, moet hij aan winst toe-
deelen aan den ander, wiens verkoop
beneden het quotum is gebleven.
Maar wie dacht bij deze „ordening"
aan schadeloosstelling voor den ge
dupeerden consument en aan het
bestaan van de arbeiders, die door
deze producenten-regeling het enorme
werkloozen-leger komen vergrooten?
Er is op zich zelf niets tegen en
alles vóór, dat er ordeningen worden
geschapen, welke de ondernemers
risico's verkleinen, maar in dezen
tijd is ordening en bevordering van
de arbeidsgelegenheid en opvoering
van de consumptie primair en tot
nog toe worden deze laatste, alge
meene belangen meer geschaad dan
gebaat bij het ordeningsstreven der
overheid.
Een ander merkwaardig voorbeeld
van de wijze, waarop de overheid in
haar zorg om bedrijfsuitkomsten te
steunen het algemeen maatschappe
lijk doel voorbijschiet, vormen som
mige richtprijzen voor tuinbouw
producten. Snijboonen waren 'n tijd
lang onverkoopbaar op de veilingen
en groote hoeveelheden verdwenen
naar de mestvaalt.
En hoe kwam dat Omdat de
richtprijs van f 4 te hoog was gesteld,
hooger dan de normale marktprijs
in normale jaren. Door dien hoogen
richtprijs is er dit jaar niets of
weinig gekocht op speculatie voor
winkelbedrijf, export of inmakerij.
Er heeft dus vernietiging van werk
gelegenheid plaats gehad, terwijl de
kweeker een abnormaal groot voor
deel in de schoot kreeg toegeworpen.
In de jaren 1912 tot 1930, jaren
met open export, varieerde de snij-
boonenprijs van f 2.50 tot f 4 per
100 K.Gnormale prijs was in die
jaren f 3 per 100 K.G.
Thans ontvangt de kweeker een
hoogeren prijs (voor doorgedraaide
producten) uit de schatkist, dus op
te brengen door den belastingbetaler,
terwijl de snijboonen te rotten wor
den gelegd op het land, omdat de
richtprijs te hoog is voor de inmake-
rrjen.
In dezen tijd, nu er geen export
naar het buitenland mogelijk is,
moest de afname voor inmakerij in
de hand worden gewerkt, maar het
tegendeel heeft plaats.
.aanpassing.
En dan dienen de exploitanten
van zaken, die op het verkeer en
tourisme zijn ingesteld, ook zelf nog
wat te doen om het verblijf in hun
gelegenheden voor een breederen
kring van reizigers en toeristen
mogelijk te maken. Daar mankeert
soms wel wat aan.
Het lijkt soms een Hollandsch
streven om de bestaansmogelijk meer
te bouwen op de grootte van het
winstpercentage, dan op de uitbrei
ding van den omzet m.a.w. velen
verdienen liever in één keer een
dubbeltje dan in zes keer twee cent.
En toch is die laatste winstmogelijk
heid niet alleen voordeeliger voor
den bedrijfsvoerder, maar ook van
gunstigen invloed op de arbeidsmarkt,
dus op het algemeene welvaartspeil.
Belasting op plezierreizen naar het
buitenland gaat de „aanpassing" van
ons economisch leven aan lagere
prijsverhoudingen dus tegen. En ze
lokt bovendien repressailles uit, welke
het vreemdelingenverkeer naar ons
land tegengaan en nieuwe economi
sche schade verwekken.
Een aanwijzing daartoe vinden we
in een bericht uit Parijs, waarin
wordt meegedeeld, dat de Fransche
ministerraad een voor het toeristen
verkeer belangrijk wetsvoorstel heeft
aangenomen wat de Fransche
regeering middels de verkregen vol
machten kan doen waarbij maat
regelen zijn vastgelegd betreffende
reizen naar landen, welker regeering
het medenemen van geld door haar
onderdanen naar Frankrijk beperken
of buitengewone hooge kosten van
paspoorten berekenen,
Het Nederlandsche buitenlandsche
paspoort kost op zich zelf reeds f 7.
Als we dus bovendien hier nog
belasting gaan heffen van een zeker
bedrag per eventueel in Frankryk
doorgebrachten dag, dan stellen we
ons zeker aan repressailles bloot.
In het Fransche stelsel van toe
passing van bet wederkeerigheids-
beginsel zit iets gezonds en gedurfds,
wij hadden zóó b.v. al lang tegen
over de Duitsche deviezenbepalingen
moeten handelen.
In de enghartige bevoogding ech
ter van Nederlanders door haar
eigen overheid, ten doel hebbende
om een vreemde concurrentie tegen
te gaan, welke overigens slechts de
aanpassing van ons eigen prrjzenpeil
aan het internationale niveau zou
kunnen bevorderen, schuilt weer de
beschermende ordeningsgedachte, die
meer het heil van den gulden en de
guldensbezitters op het oog heeft
dan de verlevendiging van handel en
verkeer, verruiming van de werk
gelegenheid.
Aanpassing aan een lageren levens
standaard be teekent vermindering
van de consumptie, dus méér werk
loosheid; aanpassing aan een goed
kooperen levensstandaard leidt tot
aanmerkelijke vermindering van de
werkloosheid.
In het eerste geval voert loons
verlaging naar de gezinsruïne, maar
het andere geval gaat ze niet
met vermindering van de welvaart
gepaard.
Wil men geen devaluatie Goed,
maar dan ook consequente deflatie.
Verschillende overheidsmaatregelen,
waarvan we er enkele noemden, zijn
daarmee echter in strijd. Md.
Vergelyking met 1914,..
Overeenkomst met het ramp
jaar. Ook gunstige verschillen.
Als de kopstuKken naar 't
front moesten
ALS IN 1914...
De ernstige oorlogsdreiging, welke
op 't oogenblik is waar te nemen en
de toebereidselen, die men allerwege
treft voor een nieuwe botsing der
volkeren, heeft menigeen al vaak den
uitroep in den mond gegeven: net
als in 1914
Inderdaad, de huidige politieke
toestand heeft veel weg van dien in
Juni en Juli van dat rampzalige
1914.
We zullen dat in 't kort eens wat
nader bekijken en doen dat aan de
hand van een beschouwing in de
Nieuwe Eeuw.
Ook in den zomer van 1914 kon
men in den beginne niet gelooven,
dat het conflict, hetwelk tusschen
Servië en Oostenryk dreigde naar
uitgedacht, want de wijze van heffing, aanleiding van den moord op kroon-
zoowel als de mogelijkheden vanprins Ferdinand, werkelijk tot een
controle, vormen op het oogenblik oorlog zou leiden.
Al die omwegen, welke de regeering
kiest om te „saneeren", zijn duur en
omslachtig, steunen veelal een hand
having van te hooge prijzen of
drijven lage prijzen omhoog, waar
door de arbeidsgelegenheid allerminst
wordt bevorderd.
Zoo krijgen we nu weer een belas
ting op plezierreizen naar het buiten
land. Om de baten begroot op 2
millioen zal deze wel niet zijn
Aanvankelijk was de algemeene
verwachting, dat Servië zoover mo
gelijk zou toegeven en dat ten aan
zien van een enkel punt, waarmede
de Servische souvereiniteit was ge
moeid, een overeenstemming zou
worden bereikt. Alle diplomaten
waren ijverig in de weer, zooals nu
de Volkenbond in de weer is, om te
.trachten de in conflict geraakte
partijen te verzoenen; en welhaast
tot het laatste oogenblik werd in
een groot deel der Europeesehe pers
aangenomen, dat oorlog zou kunnen
I worden voorkomen.
Langzamerhand werd 't duidelijk,
dat Duitschland onvoorwaardelijk aan
Oostenrijksche zyde stond en Rus
land even onvoorwaardelijk aan
Servischen kant.
Aangezien Frankrijk en Rusland
verbonden waren en Engeland een
entente cordiale met Frankrijk had
aangegaan, bestond de vrees, dat 't
Oostenrijksch-Servisch conflict tot
een oorlog zou leiden. Nauwelijks
stond bet vast, dat een gewapend
conflict tusschen Oostenrijk en Ser
vië niet te vermijden was, of kramp
achtige pogingen werden aangewend
om dit conflict te localiseeren.
Men weet hoe dit alles op een
grandiose mislukking is uitgeloopen
en binnen korten tijd de halve wereld
in een gewapend conflict was ge
wikkeld.
Het verschil tusschen den huidigen
toestand en den toenmalige, zit op
de eerste plaats hierin, dat thans
een Volkenbond bestaat en 't voor
spel van den thans waarschijnlijk
geworden Italiaansch-Abessynischen
oorlog in openlijke debatten te Ge-
nève wordt afgespeeld, zoodat de
geheele wereld getuige kan zijn van
de standpunten der verschillende
mogendheden.
Een ander verschil is hierin ge
legen, dat 't dreigende conflict tus
schen twee in den Volkenbond ver-
eenigde staten, welke ieder voor
zich hebben beloofd bij eventueele
geschillen den oorlog niet als een
middel tot oplossing daarvan te
zullen aanwenden. Voor het overige
is er echter een nogal frappante
gelijkenis, al is er ook in de bond
genootschappen eenig verschil.
Ook nu is het langzamerhand
gaan blijken, dat bij een aanval
op Abessinië door Italië, Engeland
aan Abessynische zijde zal staan,
waaruit onmiddellijk volgt, dat een
localisatie van het conflict zeer
moeilijk zal wezen.
Het essentieele verschil ten aan
zien van de kwestie der bondgenoot
schappen is, dat thans Italië tot
voor zeer korten tijd, tengevolge van
de overeenkomst van Stresa, nauw
verbonden scheen met Engeland en
Frankryk, terwijl het thans met de
eerstgenoemde mogendheid in con
flict dreigt te geraken.
Ook is het duidelijk geworden, dat
als Italië den oorlog tegen Abessy.
nië wil doordrijven, Frankrijk liever
de Engelscbe dan de Italiaansche
zijde zal kiezen. Bij alle verschil is
hier niettemin ook een zekere over
eenkomst met de positie van Italië
in 1914.
Toen ook behoorde Italië tot het
Drievoudig Verbond, dat Duitsch
land, Oostenrijk en Italië omvatte:
het achtte zich echter gerechtigd
en in de bewoordingen van de bonds-
overeenkomst kon het daarvoor
steun vinden niet aan de zijde
van zijn bondgenooten te gaan staan,
toen de oorlog tusschen Oostenrijk
Servië en de daarop volgende
oorlogen uitbraken.
Het is weer een merkwaardige
speling der historie, dat Italië
thans evenzeer van zijne bond
genooten dreigt verlaten te worden
als het in 1914 zijne bondgenooten
verliet.
De vraag is nu, of de vergelijking
zoover zal doorgaan, dat ook Italië
tenslotte toch nog bondgenooten zal
vinden. Op het oogenblik ziet het
daarnaar zeker niet uit.
Veeleer schijnt verwacht te moeten
worden, dat Italië geïsoleerd zal
blijven staan. Evenwel kan niet
worden ontkend, dat zich op dit
gebied nog allerlei verrassingen
kunnen voordoen. Duitschland heeft
reeds te kennen gegeven, dat het op
gelegenheidsvriendschappen niet ge
steld is en bij een eventueel Itali-
aansch-Abessynisch conflict neutraal
zal blijven.
Intusschen dreigt Duitschland tegen
Litauen en wie zegt, of Hitlerland
niet in troebel water zal gaan vis-
schen, als de oorlog op gang is
En wat zullen Rusland, Oostenrijk,
Hongarije en de landen der Kleine
Entente doen
Neen, het is volstrekt niet zeker
i zelfs niet te verwachten, dat
Italië in een oorlog geheel geïsoleerd
zal staan.
Er zitten dus in het dreigende
conflict nog allerlei mogelijkheden
verborgen, welke tot een soortge
lijken toestand kunnen leiden als de
wereld in 1914 heeft beleefd.
Het is wel zeer merkwaardig,
dat Mussolini altijd het jaar 1935
als het kritieke jaar heeft genoemd,
waaruit men moet opmaken, dat
hij reeds vroeger van oordeel was
in dit jaar zijn voorbereidingen te
zullen hebben voltooid.
Mussolini verklaart, dat hij aan
alle gebeurlijkheden het hoofd kan
bieden en dat hij voor geen enkele'
bedreiging op zij gaat.
Deze houding van Italië doet sterk
denken aan die van Duitschland in
het laatste stadium van de onder
handelingen, welke in 1914 het uit
breken van den oorlog voorafgingen.
Ook Duitschland was toen voor
geen rede vatbaar en wilde ten
koste van alles den oorlog door
drijven, sterk als het zich voelde in
het bezit van een leger en een vloot,
welke in staat scheen alle tegen
standers te weerstaan. Ook Mussolini
doet thans zooals Wilhelm H in
1914hg geeft blijk van een onbe
perkt vertrouwen in de Italiaansche
rriacht en wil op grond daarvan van
géén concessies weten. Het is weer
dezelfde zwijmelgeest als die, welke
in 1914 over de wereld vaardig werd,
welke zich thans openbaart.
Gelukkig kunnen we ook op een
paar gunstige verschillen wijzen met
1914.
Toen waren alle mogendheden
klaar voor den strijd, zoowel militair
als economisch en financieel.
Thans is dat met de meeste
mogendheden zeker niet het geval en
vooral in financieel opzicht kan men
eerder van totale uitputting spreken
en reeds nu weten de meeste landen
geen raad, om hun militair apparaat
te bekostigen.
Verder kan geen enkel land met
zekerheid zeggen, welke zijn bond
genooten zullen zijn, al teekent zich
dat ook al hoe langer hoe meer af.
En ten slotte achten we het nog
van groot belang, dat in aller ge
heugen nog de herinnering leeft aan
de verschrikkingen van 19141918.
Als de kopstukken, die over bet
leven van millioenen menschen be
slissen, die verschrikkingen ook maar
aan den lijve ondervonden hadden.
Of als ze maar wisten, dat ze bij
een nieuwen oorlog ook als gewoon
soldaat aan die gevaren en die ellende
werden blootgesteld.
Dan zouden ze niet over een oorlog
spreken als over over een onschuldig
partijtje voetbal of bridge!
Duurder brood
Het brood wordt duurder
En de oorzaak daarvan schuilt
hoofdzakelijk in 't feit, dat de tarwe
oogst zoo is meegevallen.
Het publiek moet dus éen extra
offertje gaan brengen, omdat de
hemel onze tarwe-boeren met een
goeden oogst gezegend heeft.
Minister Deckers heeft dit erkend
in de volgende bewoordingen:
„Tot een verlaging van de mono
poliewinst op tarwe... kon in verband
met den terugloopenden import niet
worden overgegaan, en moest kort
geleden verhooging plaats hebben...
De groote oogsten van de laatste
twee jaren, vooral die van 1934,
hebben ongetwijfeld zware offers aan
het Landbouw-Crisisfonds gesteld
ook hierdoor kan thans aan verlaging
der heffingen niet worden gedacht."
Dus: hoe beter de oogst hoe meer
offers er geëischt worden.
En die offers moet de consument
brengen.
Wat we toch in een economisch
gekkenhuis leven!
Economische zegen is een vloek ge
worden.
Overproductie veroorzaakt armoede
Of de vernuftige mensch het in
onzen tijd ook ver gebracht heeft
Dit houdt natuurlijk geen verwijt
in aan onze regeering!
Nog minder een afkeuring van den
steun aan de producten van land
bouw en veeteelt.
Neen, want dr. Posthuma heeft
dezer dagen er nog op gewezen, dat
de boer slechts 70 pCt. krijgt van de
productenprijzen van vóór den oorlog
en het algemeen indexcijfer is nog
ongeveer 1.4
Voor veilig verkeer.
Behalve het onderwijs is ook de
fiets een voorwerp van aanhoudende
zorg der Overheid. Alvorens de
Nederlander dit zijn geliefde vehikel
bestijgt, dient hij zich te vergewissen
of er de volgende ingrediënten niet
aan ontbreken: 1. Een rem. 2. Een
bel. 3. Een lantaarn. 4. Een reflector.
5. Een belastingplaatje. 6. Een hel
derwit achterspatbord.
Als er maar aan één van deze
dingen iets hapert, dan classeert de
fietser zich reeds in het gilde der
misdadigers, wien de straffende hand
der Gerechtigheid wacht. Het achter
spatbord in de kleur der onschuld is
het allernieuwste en het zal me be
nieuwen, hoe deze stand kan houden
tegenover het opspatten der modder
van de vaderlandsche wegen. Maar
daar heeft de Gerechtigheid niets
mee te maken. Die schryft voor en
constateert overtredingen.
Me dunkt, dat het bij de genoemde
zes dingen niet kan blijven, aldus
spot Quaeritur in De Morgen.
Een paar bumpers vóór en achter
aan hooren toch niet te ontbreken.
Een richtingaanwijzer en een spiegel
om het achteraankomende verkeer
te bespieden, zijn onmisbaar. Een
valhelm en een paar beenbescher
mers voor den fietser zijnook eigen
lijk noodzakelijk.
Bovendien is het me een raadsel,
waarom de voetganger nog altijd aan
de veiligheidseischen ontsnapt. Een
rem heeft hij zelf wel, maar een
verplichte waarschuwingstoeter, een
lantaarn vóór en een reflector achter
alsmede helderwit geverfde schoenen
en sokken (c.q. kousen) moesten
Misschien nog wel koorts ookl
Aspirin is de onovertroffen bestrijder van verkoudheid.
Na Uw verkoudheid zult U met zo velen zeggen:
ZO N ASPIRIENTJE HELPT TOCH MAAR
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbulsjes v. 30 tabl. 70 ets. en oranjezakjes v. 2 tabL lOctj.
alleen als het regent
Ook bij droog weer wilt U er plezier van hebben, b.v. Regenjas
en Demi-Saison tegelijk.
Neem dan een GABARDINE JAS NAAR MAAT van
Duur zegt U O neen, dat zal U heusch wel meevallen. Als U
de kwaliteit en prijs vergelykt, zijn ze goedkooper dan een con
fectie-jaè. Mag ik 't U eens laten zien Het is er nu nog de
tijd voorDAMES, ook voor UW REGENMANTELS
Langstraat la JOH. JEUKEN-Pouwels Telefoon 162
Dames- en Heeren-Tailleur. „Het huis met de trapjes".
kost voordeelig gesneden slechts
bij
toch op z'n minst gevergd worden.
Gezwegen nog van het feit, dat
zijn staat van voetgangerschap best
een aparte belasting met een penning
als kwitantie lijden kan. De politie
heeft nog lang geen controlemogelijk
heden genoeg!
INGEZONDEN.
Geachte Redactie.
Ik dank „het Comité" voor zijn
antwoord. Nu weten we tenminste
hoe 't zit, al zijn er dan ook, die
de afspraak blijkbaar willen ver
draaien.
Het comité zal 't echter met me
eens zijn, dat na de stemming een
vergadering had gehouden moeten
worden, ter bespreking van den uit
slag. Ik ben er zeker van, dat de
heer Poels dan ook 't raadslidmaat
schap had aangenomen en was
Steeghs ER UIT GEBLEVEN.
Waarom liet de heer Poels zich
anders op de lijst plaatsen
Op wat Steeghs in zijn schrijven
wazelt, zal 'ik niet ingaan.
Ik heb in mijn vorigen brief alléén
gezegd, dat ik niet wilde mede
werken aan de verkiezing van Steeghs
dat is toch mijn goed recht. En
om nu verder met Steeghs, over
een en ander den raad betreffende,
de krant te gaan krakeelen,
daarvoor, al ben ik klein, acht ik
me veel te hoog.
Mijn hartelijken dank aan de
redactie voor de plaatsruimte.
KIEZER.
Geachte Redactie.
Hoewel ik krantengeschrijf wel
niet altijd noodig vindt, daar de
Raadsverkiezing al te lang achter
den rug is, gevoel ik mij nu toch
verplicht, om mijne meening daar
over bekend te maken.
Wat het schrijven van den heer
Steeghs betreft in dit blad van de
vorige week het volgende: Zeker,
heb ik met hem gesproken, doch
over het al of niet gekozen zijn,
kon ik mij niet uitlaten, want ik
had de vergadering, die gehouden is
vóór de verkiezing, niet bijgewoond.
Maar Steeghs, u stoorde zich toch
niet aan het contract, dat u hadt
geteekend, want u verklaarde, „dat
het toch maar een vodje papier was
van geen waarde."
Toen heb ik verklaard; U bent
Raadslid als 't in Merselo wordt
goedgevonden-
Wat het schrijven van het Comité
van Actie betreft, verklaar ik op
Woensdag 3 Juli bericht ontvangen
te hebben, dat niet Steeghs maar
Poels gekozen was.
Waarom dan toch gewacht en mij
daar niet eerder van in kennis ge
steld, de verkiezing had toch reeds
op 26 Juni plaats Waarom hield
het Comité van Actie niet even een
vergadering Dan was al dat ge
schrijf overbodig geweest.
Dankend voor plaatsruimte,
L. POELS, Merselo.
VENRAY, 28 Sept. 1935
Op de hier gehouden veemarkt
was de aanvoer in totaal 224 stuks
t.w.
Dragend vee 56, Vet vee 14, Gust
vee 10, Kalveren 2, Biggen 142.
Handel tamelijk levendig, prijzen,
iets hooger. Dragend vee van f 115
tot f 160. Gust vee van f 60 tot
f 100. Biggen van f 8 tot f 12.50.
Luxor-Bioscoop.
De Luxor-Bioscoop biedt U weder
om een programma, dat wel zeer
veel bezoek zal trekken, daar als
hoofdschotel wordt opgediend „Het
Congres danst", een buitengewoon
goedgeslaagde schlager der Ufa, vol
vrolijkheid, met bekende schlager-
muziek van het oude Weenen.
Sillian Harvey, Willy Fritsch, Con
rad Veidt en andere acteurs van
naam, passen zich in dit luchtige
millieu uitstekend aan.
't Verhaal zelf heeft een goede
basis om heel wat verwikkelingen
op te bouwen, vooral de hoofdper
sonen doen daar duchtig aan mee,
om hen alleen is de film al de
moeite waard te gaan zien.
Maar het filmwerk „Het Congres
danst" ontleent zijn aantrekkelyk-
heid niet alleen aan het spel der