•4 BAKKERIJ - TENTOONSTELLING EXTRA-BLAD van „PEEL EN MAAS" bij gelegenheid van de te VENRAY 15, 16, 17 September 1935 en De aanstaande Landbouwtentoonstelling. Zaterdag 14 September 1935 Zes en vijftigste Jaargang No 37 2e n.Limb. Land -en Tuinhouuitentoonstelling Het is juist tien jaren geleden, dat onder Voor zitterschap van onzen onvergeteiijken boeren-emancipator Jan Poels, en onder Onder-Voorzitterschap van Hubert Janssen, die zooveel voor de verbetering van den vee stapel deed, met zoo groot succes de Eerste Noord Limburgsche Land- en tuinbouwtentoonstelling te Venray werd gehouden. Weemoedig en dankbaar, wil ik deze mannen, wier gemis thans zoo bijzonder wordt gevoeld, herdenken. In deze tien jaren zijn de tijden, ook voor onze landbouwers, wel heel wat veranderdzware slagen hebben ook onzen boerenstand getroffen. Wie had tien jaren geleden durven denken, dat slechts met diep ingrijpende regeeringsmaatregelen, het mogelijk zoude zijn, den landbouwers voor algeheelen ondergang te behoeden? Gelukkig is de Noord-Limburgsche landbou wer eenvoudig gebleven, hij stelt zich tevreden meteen sober bestaan, is een hard werker, een trouw organisatie man, door en door Godsdienstig en heeft een onbeperkt Godsvertrouwen. Dank zij de prachtige samenwerking, die er in Noord-Limburg is, kon het Bestuurj trots de moeilijke tijdsomstandigheden, zijn plannen, om na tien jaar wederom een tweede Noord-Limburgsche Tentoonstelling te houden, verwezenlijken. De jaarlijksche fokdag voor paarden en rundvee en de Kringtentoonstelling van Jonge Boeren en Boerinnen, zullen allen te Venray worden gehouden. Ongetwijfeld zal het Bestuur er in slagen om zijn hoofddoel, een demonstratie te geven van den vooruitgang op het ge bied van landbouw, veeteelt en organisatie, te bereiken. Moge het Bestuur zijn hard werken beloond zien, in een groote belangstelling en moge de band en de samenwerking der Noord-Limburgsche organisaties door de tentoonstelling nog worden versterkt. Venray, 7 Sept. 1935. O. L. P. VAN DE LOO, Burgemeester. Vooral werd hier het werk van de tentoonstelling sterk ge- propagandeerd, daar deze tot een goede samenwerking zooveel bijdragen. Werkten de afd. aanvankelijk ieder afzonderlijk, dank zij deze bijeenkomsten kwam men er hier al spoedig toe om gezamenlijk dergelijke tentoonstellingen op te richten. Toen dan ook van onze hoofdleiding in Roermond dewensch naar voren kwam om dit nog verder uit te bouwen en invoerde de kringtentoonstelling, vond dit hier goede bijval. Op de eerste Kringtentoonstelling, die in 1933 in Horst werd gehouden, kwamen onze afdeelingen van Venray als groep ge zamenlijk uit. Nu wacht hun een nog zwaardere taak, de ver zorging van onze 2e Kringtentoonstelling als onderdeel van de groote N. L. L. T. T. In hoeverre ze hierin slagen zullen Kom 15, 16 en 17 September a.s. naar Venray. De Jonge Boeren-groep Venray noodigt U. J. WIJNHOVEN. Techn. adv. Jonge Boeren. Toen ons gevraagd werd ook een bijdrage te geven in ver band met de extra bijlage van Uw blad gewijd aan onze ten toonstelling, meenden we goed te doen een en ander over de Jonge Boeren en de Landbouwschool mede te deelen. In 1922 opgericht begonnen we met 3 klassen, waarvan 2e en 3e klasse hoofdzakelijk leerlingen waren die reeds landbouw- cursus hadden gevolgd. Op het gebied van organisatie der jongeren bestonden toen enkel de Vereenigingen van Oud-Leerlingen. De L. L. T.B. was doende met de omzetting van deze vereeniging in een ver- eeniging van Jonge Boeren. Als technisch adviseur van verschil lende afdeelingen ondervonden we al gauw de moeilijkheid goede bestuursleden te krijgen. Ook bij de organisatie der oudere boeren bleek hieraan een groot te kort. Geschikte krachten waren daardoor dikwijls zoo overbezet met allerlei functies, dat ze onmogelijk hun taak konden uitvoeren, zoo als ze wilden. Cumu latie, maar hier een, waar de betrokkene weinig beter van werd. Inziende de groote beteekenis van onze organisatie begrepen we, dat het mede tot onze taak behoorde zoo mogelijk aan de verbetering van dezen toestand iets bij te dragen. Met de Voorzitter van het schoolbestuur Jan Poels, z.g. hier over sprekende, moedigde deze dit warm aan, en begonnen we met wekelijksche bijeenkomsten de z.g. praatavonden. Leidingen uitvoering waren hierbij geheel in handen van de Jonge Boeren. Om beurten hielden deze een lezing waarbij dan gedebatteerd werd. Op die manier kregen ze geleidelijk de vrijmoedigheid, om zich eens te laten hooren en de geschiktheid om op een behoor lijke manier hun gedachten uit te drukken. Dat we hiermede iets bereikt hebben, blijkt ons als we de bestuursleden van onze ver. van Jonge Boeren hier en in den omtrek nagaan, 'n Groot percentage hiervan zijn oud-leerlingen van onze school. De Voorzitters van deze ver. hebben sinds 1922 in onze school hun eerste oefening gehad, op dat gebied. Zoo heeft onze school zich gevormd tot een centrum van de Jonge Boeren beweging, mede dank zij de tegemoetkoming van het Schoolbestuur, dat steeds zonder eenige vergoeding hiervoor de school beschikbaar stelde. Op deze praatavonden werden allerlei onderwerpen op het gebied van de verbetering van den landbouw aangesneden. Vaak waren deze besprekingen aanleiding tot 'n krachtige actie. Het initiatief tot oprichting onzer verkoopver., de afwatering der beken, de eerste N. L. L. T. T., om maar enkele punten te noemen, 't waren allen vrucht van deze bijeenkomsten. Ter gelegenheid dezer Tentoonstelling ben ik zoo vrij de aandacht te vragen voor een stukje geschiedenis der Paarden fokkerij in Noord-Limburg en wel meer speciaal over het Belgische type of het zware Nederlandsche trekpaard, ook wel bekend onder den naam koudbloed. In 1912 trof men hier en daar enkele stamboekpaarden aan en dank zij het iniatief van onzen grooten Venrayer Jan Poels z-g-> ging men over tot het aankoopen van den eerste klas-hengst „Brillant", waarvan onzen hengstenboer Hannes Rambaghs de kooper was. Later kocht men te Roermond den hengst „Togo d'Elene". Ook dit was uitgegaan van Jan Poels z.g. en bij dezen koop fungeerde boerke W. Friesen als kooper ten einde geen argwaan te wekken. Zoo kwam ook dezen hengst in den stal van Rambags, en hebben zij bij het lichtere paardenras dat hier inheemsch was, prachtveulens gewekt, die spoedig zeer gezocht waren door den goeden naam, die deze veulens terecht ver wierven. Dank zij den Heer Jan Poels, die de ziel was der paarden fokkerij, werden hier ook goede eerste klas veulens uit België ingevoerd, die uitgroeiden tot prachtige merries, die naast de vaderpaarden Noord-Limburg een vooraanstaande plaats gaven op het gebied der Paardenfokkerij. Op 23 December 1913 werd de grondslag gelegd van de thans nog bestaande Coöp. Vereeniging tot verbetering van het Paardenras „Vooruitgang" voor Venray, Horst, Sevenum en Om streken, waarvan 1 Maart 1914 de statuten werden goedgekeurd. De hengst Togo d'Elene werd door de Vereeniging overgenomen en als een merkwaardigheid mag vermeld worden, dat deze hengst in 1915 nog 280 merries dekte. Het groote succes voor de Vereeniging was in 1918 door den aankoop van Germinal de Loyers voor de som van f 25000, terwijl in 1921 de Vereeniging tevens nog eigenaar werd van Cavalier de Grubben voor de som van f 45000. De Vereeniging heeft hem nog, doch hij heeft natuurlijk zijn beste dagen gehad en moet plaats maken voor anderen. Er werden toen zooals gezegd hooge prijzen betaald voor aankoop, maar de opbrengst der dekgelden waren in evenredig heid niet minder. Zoo beurden wij in 1919 f 38000, in 1920 f 46000, in 1921 f 35000 dekgeld." In dit jaar werden 516 mer- riën gedekt. Wij hadden toen „Cavalier de Grubben", „Germinal de Loyers", „Togo d'Elene", „Karei" en „Fleuron de Casteau". Met de algemeene jaarvergadering werd gewoonlijk een goed werk gedaan. In 1922 werd nog geschonken aan de Kerk van Castenray en Merselo ieder f 200.—, maar alles is verminderd en dit goede werk werd ook teruggebracht tot.... f 25.aan de Kerk van Castenray. „Germinal" behaalde in 1923 het Nationaal Kampioenschap en is in 1925 gestorven. Hiervan zijn wel zoowat de beste mer- rie's gekomen. In 1923 werd tevens nog aangekocht de reserve kampioen „Carneva! d'Ahea". Jammer genoeg is voor deze streken zoo gauw verloren ge gaan een der beste vaderpaarden: Audacieux du Chateau. Velen hebben den besten, jongen hengst gekend, die P. Diederen er van heeft gefokt. Maar ook de merrie's mogen worden gezien, want bij vierspannen van één eigenaar, brengt de heer E. Kallen uit Broekhuizenvorst vier dochters van „Audacieux", welke werkelijk de moeite waard zijn om te zien, wat een prima fok- materiaal er komt op het gebied van het Nederlandsche trek paard. Dat we echter ondanks alles den moed nog niet verloren hebben, nu de heer A. Poels Jzn., als Voorzitter fungeert, be wijst wel, dat thans weer is aangekocht de meermalen met af stamming bekroonde hengst „Avenir du Forest", welke ter op luistering aanwezig zal zijn op het tentoonstellingsterrein. Het zware koudbloed-paard heeft de boeren hier veel voordeel gebracht, want ik herinner me nog goed, dat merrie's verkocht zijn voor 5000 gulden en veulens voor 1000 gulden enz. In de jaren 1923 en later werd het minder, want „Germinal", die voor een prijs van f 250.heeft gedekt en f 25000.— dek geld in één jaar opbracht, heeft de fokkers hard teleurgesteld, daar zij voor beste veulens na twee jaar slechts goed dekgeld terug ontvingen. Nu hadden onze fokkers wel meer reden om de beste merrie veulens aan te houden, waaraan het ook te danken is, dat we juist van dien hengst zulk uitstekend fokmateriaal hebben over gehouden. Alleen is het jammer, dat juist dat soort paarden, met hun korte, massale lichaamsbouw, dat zoo weinig krachtvoer noodig heeft, hier dikwijls te hard gevoederd wordt, want in de elf jaren, dat ik voorzitter ben geweest van de Paardenver- zekering, heb ik de overtuiging gekregen, dat juist het meeste geld is uitbetaald voor die beste zware paarden, die door te krachtig voederen te hooge bloeddruk kregen en gewoonlijk aan kruisbeslag stierven. De grond is hier dan ook beier om vet te weiden, dan om veulens te fokken, reden waarom zij dan ook verstandig doen om de hengstveulens maar jong te verkoopen naar de zwaardere gronden, die daar zeer veel succes mede hebben. Komt men in Zuid-Limburg op de fokdagen, dan ziet men gewoonlijk onze veulens vooraanstaan bij de bekroningen. Een bewijs, dat zij hier graag gekocht worden, want nu reeds zijn er 4 stuks verkocht voor de som van f 1325 samen. Dit zijn afstam melingen van Domteur Delcourt. Van dezen hengst zult u werkelijk pracht-exemplaren zien op 16 September, allen ge boren in 1935. Het laatste werk van onzen onvergetelijke, hooggeachten Pionier op landbouwgebied, was op Zaterdagnamiddag 20 Januari 1934, toen deze de gekochte hengst „Domteur Delcour" in ont vangst nam. Het is dan ook niet te verwonderen, dat het bestuur van deze Tentoonstelling, dat bij de voorbereiding hiervan, Jan Poels z.g. zoo zeer heeft gemist, op de goede gedachte is gekomen om een blijvende herinnering te hebben en men eenparig heeft besloten al de medailles, die voor deze tentoonstelling worden gegeven te voorzien aan een kant met de beeltenis van Jan Poels z.g. Als er ooit graag een medaille in ontvangst is genomen dan is het nu. Dat zal voor velen de mooiste souvenier zijn die ze kunnen ontvangen. Nogmaals, komt allen zien en overtuigt U van den vooruit gang der Paardenfokkerij in Noord-Limburg. V. PYLS. Onder-Voorzitter Hengstenass. Vooruitgang Onder-Voorzitter Landbouwtentoonstelling Onder-Voorzitter Paardenfokdag. Zondag, Maandag en Dinsdag, 15, 16 en 17 September beloven belang- rgke dagen te worden voor onze plaats, maar inzonderheid voor de landbouwers hier en in de omgeving. Op de dan te houden Landbouwtentoonstelling zal veel te zien en veel te leeren zijn. Dit blijkt reeds uit de onderscheidene rubrieken, welke vertegenwoordigd zullen zijn en uit het groote aantal inzendingen, dat is ingeschreven in de afdeelingen paarden, vee, varkens, tuin- en land bouwproducten, allen inzendingen uit Noord-Limburg. Een Landbouwtentoonstelling, zooals die thans wordt gehouden, is geheel iets anders dan die in vroegere jarenze is, door wat ze omvat en door karakter, van oneindig veel meer belang. Ook vroeger .werd daar weliswaar bijeengebracht veel goeds en veel moois, dat op zichzeif bezienswaardig was. Maar het was minder een afspiegeling van hetgeen op land- tuinbouwgebied werd gefokt en geteeld, werd geproduceerd, dan wel wat toevallig als het beste bij dezen en genen onder de vèe- fokkers, land- en tuinbouwers werd aangetroffen. In de laatste jaren is daarin een heele ommekeer gekomen. Dank zij de voortschrijdende wetenschap, de voortgaande ontwikkeling van den landbouwstand, dank zg de voorlichting, de organisatie en de samenwerking op verschillend gebied, is ons tentoonstellingswezen in een geheel nieuwe phase gekomen. Een goede Landbouwtentoonstelling, zooals wij op genoemde dagen mogen tegemoet zien, is niet meer een toevallige verzameling „samen raapsel" was dikwijls een juister kwalificatie van het goede en minder goede, dat men uit den omtrek bijeenbracht, op hoop van een prijs of bekroning, maar is het resultaat van doelbewusten arbeid, van weten schappelijk streven, van het in practijk brengen van hetgeen onderzoek en ervaring hebben geleerd, kortom van een samengaan van theorie en praktijk. Zulk een Tentoonstelling heeft tweeërlei doel. Zij wil ten eerste een aanschouwelijk beeld geven van den vooruit gang op landbouwgebied, van hetgeen op 't gebied van veeteelt en fokkerij in 't algemeen, van de zuivelbereiding, van den akkerbouw, de bemesting, van organisatie enz. enz. is tot stand gebracht. Anderzijds wil zij laten zien, waarin en in hoeverre men nog te kort schietwil zij opwekken om het door sommigen of velen gegeven voor beeld te volgen; 2e wil zij prikkelen tot meerdere inspanning, tot een hoogere krachts- en energie-ontwikkeling. DOOR NIETS KAN MEN BETER OVERTUIGEN, DAN DOOR TE LATEN ZIEN. Met deze woorden opende wijlen minister Talma in 1903 de Landbouwtentoonstelling te Apeldoorn. Zoo was 't toen, zoo is 't thans nog. Het houden van lezingen, het organiseeren van cursussen, zijn uitnemende middelen om den landbouw vooruit te brengen. Onder wijs en voorlichting aan jongeren en ouderen, is de hefboom, die ook in de komende jaren Land- en Tuinbouw kan opvoeren. Maar 't is niet gemakkelijk om de massa onzer landbouwers dit te doen inzien, hen er toe te brengen daarvan een algemeen gebruik te maken. Tot dat inzicht kunnen zij gebracht worden door proefvelden, door demonstratie's op den akker, door melkdemonstratie's en dan mede door goed georgani seerde tentoonstellingen. Deze zijn er dus niet om een bekroning te doen wegdragen door enkelen of een genoeglijken uitgaansdag te verschaffen aan velen dit zijn bijzaken natuurlijk niet zonder beteekenis, welke komen in de tweede plaats maar om aan allen leering te geven, welke bij toe passing ten goede kan komen aan het landbouwbedrgf van ieder in 't bgzonder en van landbouw, fokkerij enz. in onze streek in 't algemeen. Daarom vertrouwen we, dat een krachtige opwekking tot het bezoeken der Tentoonstelling niet noodig zal zijn. Ouderen en jongeren zullen daarheen gaande boerinnen zoo goed als het mansvolk, meiden zoowel als knechts. Het is een gelukkig verschijn sel, dat ook de vrouwen en meisjes zich meer dan vroeger interesseeren voor deze zaken; dat ook zij kennis gaan nemen van4e middelen, welke wetenschap en techniek te zien geven. Dit is daarom gelukkig, omdat alzoo in het boerenbedrijf de gewenschte samenwerking ontstaat, welke noodig om onzen landbouw door de moeilijke tijden heen te helpen. Moge 15, 16 en 17 September door aller samenwerking en begunstigd door goed weder, voor onze plaats en onze landbouwende bevolking, aangename en leerzame dagen zijn, die ons nog lang in blijde herinnering blijven

Peel en Maas | 1935 | | pagina 5