MISSIEDAGEN
Dekenaat Venray
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Sneeuwklokje
Sneeuwklokje
Donderdag 15 t.m. 18 Augustus
Over de komende
Pachtwet.
God spreekt.
Emigratie.
Markten
Zaterdag 10 Augustus 1935
Zes en vijftigste Jaargang No 32
WEET
wat U EET
Machinaal bereid
Hygiënisch verpakt!
PEEL EN MAAS
ADVERTENTIEPRIJS: 1 tot 8 regels 60 ct. I Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY I ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct.
per regel 71/* ct. Bij contract groote reductie Telefoon 51 Giro 150652 Buiten Venray p. kwartaal 75 ct. Afz. nummers 5 cent.
Room-IJs
Chocolade-IJs
Citroen-IJs
Liter thans 50 ct.
7» 25 ct.
I. KERKELIJKE PLECHTIGHEDEN:
WOENSDAG 14 AUGUSTUS 's avonds half 9 luiden van alle
Kerkklokken (Missiegebed)
DONDERDAG 15 AUGUSTUS Algemeene H. Communie in alle
Parochies en Rectoraten.
Half 10 plechtige Hoogmis in de Parochiekerk te Venray.
Half 3 Lof, waarna de Missionarissen in optocht naar de tentoon
stelling trekken.
ZONDAG 18 AUGUSTUS Algemeene Kindercommunie.
Half 3 Sluitingslof met Te Deum.
DONDERDAG en ZONDAG in alle H. Missen preek
door een Missionaris.
II.
TENTOONSTELLING
NIUS-PATRONAAT.
IN HET ST. ANTO-
DONDERDAG na het Lof plechtige OPENING voor het publiek,
tot 's avonds 10 uur toegankelijk.
VRIJDAG en ZATERDAG is de tentoonstelling geopend van 9
tot 12 en van 3 tot 10 uur.
ZONDAG 18 Aug. geopend van 11 tot 1 en van 3 tot 10 uur.
Om 10 uur heeft de officieele sluiting plaats.
Aan deze Tentoonstelling is verbonden een FANCY-FAIR en
LUNCHROOM, welke op de genoemde dagen zal zijn geopend
tot 11 uur n.m. Deze wordt opgeluisterd door muziek.
III. SPORTWEDSTRIJDEN op DONDERDAG
15 AUGUSTUS:
HALF 5 GROOTE WIELERWEDSTRIJDEN voorafgegaan door
het lossen van meer dan 1000 duiven.
Aan deze groote Wielerwedstrijden, te houden op het Sportterrein
a. d. Leunscheweg, zullen o.m. deelnemenAMATEURS. W.
Janssen en Slijpers, Venlo L. van Dijck, Deurne en van Gennep,
EindhovenStrijbosch, Liessel en Schoenmakers, Eindhoven
van Vlerken en Th. van Doorn, HelmondSwinkels en van
Schaik, Helmond Verreyken en Leyzer, Helmond H. van Goch,
Deurne en Broenen, Helmond.
NIEWELINGEN. H. Bekkers en L. van Doorne, Deurnevan
Krimpen en van Mierlo, Helmond de Noble, Deurne en Timmers,
Helmond benevens verschillende VENRAYSCHE KOPPELS.
ZONDAG 18 AUGUSTUS om 4 uur SPANNENDE VOETBAL
WEDSTRIJD tusschen KRINGELFTAL en M.U.L.O. Helmond.
Tevens WEDVLUCHT DUIVEN.
ENTREE Tentoonstelling 10 ct. Wielerwedstrijden Tribune 75 ct.,
Ie Rang 50 ct., 2e Rang 25 ct„ Jongens 10 ct. (op aangewezen
plaats), Voetbalwedstrijd 25 ct. (kaart tevens geldig voor ten
toonstelling).
De inwoners van Venray worden beleefd verzocht gedurende de
Missiedagen te vlaggen.
HET MISSIE-COMITÉ.
De positie der Paclit-
kamers.
111. (Slot).
In de komende Pachtwet is
een buitengewoon belangrijke en
ook een zeer zware taak toege
wezen aan de Pachtkamers.
Zij zullen in bijna alle geval
len het beslissende woord moeten
spreken.
De Pachtkamers moeten uit
maken of de boer-pachter recht
heeft op weder-inhuring. Of hij
vergoeding en welke ontvangen
kan, voor aangebrachte verbete
ringen of de pachtprijs verhoogd
of verlaagd zal moeten worden
of er recht kan zijn op reductie;
of de bedongen pachtsom naar
haar oordeel te hoog isof de
andere voorwaarden ook buiten
sporige verplichtingen bevatten
of de verpachter op redelijke
gronden aangevraagde verbetering
heeft afgewezen of nietof bij
de opzegging, wegens ernstige
schade aan de zijde des ver
pachters ook een schadeloos
stelling moet worden gegeven en
hoe groot deze som moet zijn
of de pachter zich schuldig heeft
gemaakt aan verwaarloozing van
het gepachte en tevens of dezen
nog gelegenheid zal worden ge
geven om zijn leven te beteren.
Ook bij overlijden is de rege
ling van opvolging aan de Pacht
kamers opgedragen en moeten
deze bepalen, of de opgegeven
opvolger in zijn plaats kan treden.
We noemen hier zoo maar
globaal de voornaamste zaken,
die door de Pachtkamers moeten
worden berecht. Eigenlijk is het
zóó, dat van de samenstelling
dezer Pachtkamers zal afhangen,
of de Wet 'n gunstigen invloed
op de rechtsverhoudingen in deze
materie zal uitoefenen. Is dit een
fout van het Ontwerp Naar onze
meening niet. We achten het een
bewijs van de juridische capaci
teiten van den huidigen Minister
van Justitie, dat hij in een materie,
die nog niet door een aparte
Wet was omlijnd, de wettelijke
grenzen ruim heeft getrokken.
Het leven en de Wetten moeten
op eikaars golflengte zijn afge
stemd en waar de begrippen
over pachtrecht en pachtverplich-
tingen nog zoo wijd uit elkaar
liggen is het o.i. een daad van
wijs bestuursbeleid deze geleide
lijk naar elkaar toe te brengen.
Geleidelijk en niet met een
slag, gesteld dat het mogelijk
ware. Wanneer dit Wetsontwerp
eerst eens een 25 jaar de pacht-
verhoudingen heeft beïnvloed dan
zal er zeker een herziening
noodig zijn. Maar dit is niet een
fout, maar een verdienste. Men
schept geen orde in een chaos
door een tot in bijzonderheden
uitgewerkt strafreglement. Recht
moet groeien en zeker in de
moeilijke, zeer moeilijke kwestie
van de pacht.
Eerst moeten de ergste mis
vattingen van het heidensche
eigendomsrecht en anderzijds
de misvattingen voortkomen
de uit een eenzijdige waar
deering van den arbeid,
afsterven, voor men met
kans op werkelijk succes de
verdere bijzonderheden wet
telijk kan vastleggen.
Want het geschreven recht moet
zijn steunpunt vinden in het
rechtsbewustzijn van het volk. Is
dit bewustzijn door een eeuwen
lange praktijk verboden en mis
vormd, dan moet liet met wijsheid
en geduld worden recht gebogen.
Zoo althans zien wij de taak van
een werkelijk vruchtdragende
wetgeving.
Maar daarmee is dan ook
tevens uitdrukkelijk gezegd, hoe
belangrijk wij de taak achten te
zijn van de bedoelde Pacht
kamers. Zij toch zullen op den
grondslag dezer Wet en de zich
geleidelijk vormende jurispruden
tie het rechtsbewustzijn moeten
vormen. Hun beslissingen vormen
de Wet in de praktijk des levens.
Hoe denkt de Minister zich
nu de. samenstelling dezer Pacht
kamers
Zij zullen bestaan uit den
Kantonrechter en twee deskundi
gen in pachtzaken. Tevens worden
daarvoor plaatsvervangers aange
wezen. Het belang der pachters,
noch dat van de verpachters mag
daarbij overheerschen.
De suggestie is geopperd deze
pachtdeskundigen te laten aan
wijzen door alle pachters eener-
zijds en alle verpachters ander
zijds, maar dat lijkt mij niet
gewenscht.
Men krijgt immers wiskundig
zeker deze figuur, dat de pach
ter-deskundige aan de eene zijde
en de verpachter-deskundige aan
de andere zijde van 't touwtje
zal trekken.
Wie neemt dan de beslissing?
Alleen de kantonrechter. Prac-
tisch is dan aan hem de be
stuursmacht in handen gegeven.
Het wil ons toch voorkomen,
dat dit college wel uit wat
weinig menschen bestaan zal.
Was hier een college van vijf
niet beter
Temeer daar de Pachtkamers
een heel gebied krijgen te be
strijken, nu ten plattelande jam
mer genoeg de meeste kanton
gerechten zijn opgeheven.
We willen deze gedachte nog
gaarne in ernstige overweging
geven. Het zal uiterst moeilijk
worden deze twee deskundigen
zoo te kiezen, dat men niet een
zijdige belangenoverheersching
krijgt.
De deskundigen worden be
noemd door den Minister. Over
deze benoemingen worden de
Gedeputeerde Staten gehoord.
Wellicht stellen deze de geza-
melijke belanghebbenden in de
gelegenheid een eensluitende
voordracht aan hen op te zenden.
Men zoeke dan naar werkelijke
deskundigen in pachtzaken en
niet naar meer of mindere be
kendheid. Want deze menschen
moeten karakters zijn met een
groote mate van beginselvastheid
en ruimen blik. Deskundig vooral
in breede beteekenis.
Moge het ontwerp wet worden
en een heilzamen invloed uit
oefenen in het algemeen volks
belang.
In 't jaar 1521 belegerden Fransche
troepen 't bergstadje Pampeluna. De
vijand had een aanval gewaagd en
't was hem gelukt een bres te schie
ten in de massale stadsmuren.
Terstond werd de opening door
een peleton soldaten verdedigd en
er ontstond 'n verwoed gevecht, man
tegen man. In deze verwoestende
krijg vielen er velen, ook n jong
officier, Ignatius, de jongste zoon
van Dom Bertram, Heer van Ognez
en Loyola, 'n Vijandelijke kogel
doorboorde hem z'n linkerbeen, maar
onverschrokken bleeft hij strijden, tot
'n kanonskogel z'n rechterbeen ver
splinterde en hem neersmakte tegen
den grond. Men droeg hem weg
naar 't nabije slot Loyola.
Daar lag hij in een ruim vertrek
met neergelaten gordijnen om 't
scherpe zonlicht te temperen. Z'n
gelaat was bleekz'n handen trilden
koortsig, op de witte lakens. Af en
toe hoorde je 'n zacht gekreun of 't
zware hijgen van een beklemde borst.
Na 'n pijnlijke operatie verergerde
de koorts en allen dachten, dat over
enkele dagen dit jonge leven we! zou
eindigen, 'n Plotselinge, onverhoopte
genezing, welke toegeschreven werd
aan de voorspraak van St. Petrus,
gaf hem de gezondheid weer. Wel
was 't been volkomen genezen, maar
altijd zou 't hem hinderen bij 't gaan.
Dit was iets pijnlijks voor den
jongen man, die zich begeesterd
voelde voor 't ridderideaal. Zijn
vurige natuur, de hartstocht voor 't
heroïsme, voor grootheid en kracht
koos 't romantische van 't ridder
leven. Ondragelijk werd de gedachte
dat 't lichtende ideaal, waar hij van
droomde, nu in puin lag. Z'n leven,
geknakt, ongeschikt voor de
militaire dienst, dat kwelde z'n
ziel die zoo haakte naar krijgsmans-
roem en eer.
Een tweede operatie onderging hij.
Opnieuw werd 't been gebroken en
gezet. Nu moest hij vele maanden 't
bed houden en geduldig wachten tot
't been weer samengroeide. In deze
tweede ziekte nu sprak God tot
Ignatius.
Om de eindelooze, eentonige dagen
te korten vroeg hij om boeken, 't
Liefste romansridderromans die 't
romantische ridderleven verheerlijk
ten. Behalve deze ontspanningslectuur
bracht men hem ook nuttige en
heilzame boeken't leven des Heeren
en de schoone legenden der heiligen.
Eerst vond hij er weinig smaak in
hij las ze met tegenzin. Maar toen
sprak God en Ignatius leerde 'n ander
ideaal kennen. Hij leerde de kracht
van den godsdienst. Hij leerde, dat
geduld, gehoorzaamheid, goed gedrag,
getrouwheid in 't kleine, zelf
verloochening en versterving, de
sterkste kracht en de hoogste macht
was in alle omstandigheden van 't
leven. Hij leerde, dat de grootste
kracht bestond in 't weerstands
vermogen tegenover 't kwade, in de
overwinning van 't zondige. God
sprak....
De sterkte, de kracht imponeerde
hem in alles; ook deze soort van
kracht, en in z'n ridderlijke ziel ont
plooide 'n geestdriftige, offervaardige,
godsdienstige grootmoedigheid.
Nu kreeg z'n leven 'n andere
wending. Hij wilde ridder, strijder
zijn van God en hij werd de eerste
generaal van 'n nieuw leger in de
strijdende Kerk van God de
Compagnie van Jezus welke naar
de geest van Ignatius, „tot meerdere
eer van God" zou arbeiden aan de
bekeer ng der ongeloovigen, de be
strijding der ketterijen, de opvoeding
der jeugd en de leiding der zielen,
God spreekt....
Hij doet dit op velerlei manieren.
God spreekt door Zijn plaats
bekleders, God spreekt door 'n
plotselinge gebeurtenis, door 'n goede
gedachte maar G-^d spreekt ook
door een boek, door 'n godvruchtige
lezing.
Daar wijst Hij ons op onze plicht;
daar leert Hij de deugd of toont Hij
ons de weg waarlangs we komen
tot de volmaaktheid. De godsdienstige
lezing is als 'n wapen waardoor wij
zegevieren over den vijand ze is
als een schild waarmede wij ons
beveiligen tegen de ijdelheid der
wereldze is t vuur dat de harten
ontvlamt. De ordestichters hebben de
waarde van de lezing begrepen en
daarom hebben zij deze in hun
verschillende regels voorgeschreven.
Uit de lezing put men de gods
vrucht.
Iedereen leest tegenwoordig. In de
spoorcoupé's leest de zakenmande
taxichauffeur leest als hij ergens moet
wachten; de werkman leest in z'n
schafttijd of 's avonds na z'n ver-
moeienden arbeid. Iedereen leestEn
daarom staat op bijna iedere straat
hoek, op alle stationsperrons 'n
boekenkiosk. De smalle ramen en
deuren hangen vol bengelende
kranten, schaamtelooze brochuurtjes
of pikante geillustreerde weekbladen.
Daar liggen onbeschaamde prikkel
romans zoo maar als voor 't grijpen.
Romans waarin onder 't mom van
schoonheid zondige begeerten ver
heerlijkt worden; romans die onder
verblindende stijl de zedeloosheid
verspreiden. Iedereen leest tegen
woordig, en hier haalt men zijn
lectuur.
En gij, als ge leest.... zorgt, dat
uw lectuur niet bestaat in romans,
die de fantasie bederven, 't gevoel
prikkelen, die de wil verzwakken of
u gejaagd en zenuwziek maken.
Stuurt uw leeslust 'n goede rich
ting in en wisselt uw ontspannings
lectuur af met ernstige, karakter-
vormende boeken. Neemt eens 'n
boek dat u beter maakt, dat u
dichter brengt bij God. Leest dat
bedaard en oplettend, met als eenig
doel gesticht te worden. Dan spreekt
ook God tot U!
Herhaaldelijk is over de noodza
kelijkheid voor ons land van emi
gratie geschreven.
Vroeger was er steeds een aantal
Nederlanders, dat de wijde wereld
introk. Een deel mislukte, doch het
grootste gedeelte wist zich tot eeni-
gen welstand op te werken. Men
stichtte zich een nieuw vaderland
en met de noodige vakkennis, met
stoer uithoudingsvermogen wist men,
na moeilijke jaren, te overwinnen.
Door de maatregelen der verschil
lende regeeringen, is aan deze emi
gratie geleidelijk een halt toegeroe
pen.
Men zat zelf met een arbeiders-
surplus en het is begrijpelijk, dat
men aan de eigen menschen de
voorrang verleende.
Hierdoor zijn de meeste landen
voor de vreemde werkkrachten ge
sloten. De vreemdelingen, die er zijn,
worden geleidelijk naar hun land
teruggezonden, tenminste voor zoo
ver de vreemden niet aangestuurd
hebben op naturalisatie.
Dit is voor Nederland een han
dicap. Want wij hebben teveel men
schen om hen te kunnen voeden en
hun gelegenheid te geven een eigen
bestaan te scheppen.
Wij moeten emigreeren.
Ook Indië neemt nog steeds een,
zij het inschrompelend deel der jon
gere generatie op en pogingen wor
den in het werk gesteld om gunstig
gelegen gebieden voor kolonisatie
gereed te maken. De moeilijkheden,
die zich daarbij voordoen, zijn legio
en het spreekt vanzelf, dat 't geheel
langzaam in zijn werk gaat.
Het schijnt, dat de economisch
gunstige conjunctuur van Zuid-
Afrika aanleiding zal kunnen wor
den, dat verschillende buitenlanders
er werk zullen kunnen vinden. Zuid-
Afrika is, speciaal door de groote
vraag naar goud in bijzondere om
standigheden komen te verkeeren.
De algemeene bedrijvigheid is er
krachtig toegenomen en de kans is
groot, dat er geleidelijk op allerlei
gebied een nieuwe opleving voor de
de deur staat.
Tal van Nederlanders zijn reeds
naar Zuid-Afrika vertrokken. Het
gehalte van deze emigranten moet
goed zijn geweest, althans berichten
uit Kaapstad zijn te dezen opzichte
vol lof.
In een Kaapstad-correspondentie
aan het Vaderland wordt op de emi
gratiekwestie gewezen; men waar
schuwt voor ondeskundigheid en op
het moeilijke werkvinden voor niet-
vaklieden. Lieden, die zonder vaste
aanstelling, dus op goed geluk, hier
komen wordt in genoemde cor
respondentie gezegd moeten kun
nen bewijzen, dat ze bij machte zijn
gedurende een bepaald aantal maan
den in hun levensonderhoud te voor
zien en ook van hen worden meestal
waarborgen verlangd.
De emigratie-ambtenaren treden
op zonder aanzien des persoons en
oneindige bezwaren moeten soms
overwonnen worden, alvorens het
den niéuw aangekomenen veroor
loofd wordt voet aan wal te zetten.
Het schijnt thans de algemeene er
varing te zijn, dat er voor goede
vaklui, flinke ambachtslieden op al
ler gebied werk te vinden is. Voor
k erken, boekhouders en in het al-
e neen voor kantoorbedienden zijn
c E zoo goed als geen vacatures....
ten opzichte van landbouw blijkt 't
een feit, dat er voor flinke lieden,
bekwame beproefde landbouwers
MET kapitaal wel iets te doen is.
De moeilijkheden, die men hier moet
overwinnen, zijn onmetelijk en eerst
na harden strijd is een betrekkelijke
overwinning mogelijk.
De generaal Hertzog blijkt, volgens
een destijds gehouden interview van
een correspondent der Telegraaf,
optimistischer te zijn. Hij heeft o.a.
gezegd, dat er voor de Hollandsche
ondernemingsgeest in Zuid-Afrika
een groot terrein open ligt en de
landbouw er in een stadium van
nieuwe actieve ontwikkeling is ge
treden. Veel meer dan het Engelsche
is het Nederlandsche Volk met den
bodem vergroeid. Laat Uwe jonge
boeren, zeide de Heer Hertzog, gerust
den sprong wagen. Wij zullen hen
met open armen ontvangen.
Zij, die de problemen der emigratie
naar Zuid-Afrika zouden willen be-
studeeren, wordt aangeraden om het
bedoelde Vaderland-artikel te lezen
„Nederlanders naar Zuid-Afrika" en
tevens de beschouwingover Emigratie
in het Maandblad voor de cultureele
en economische betrekkingen tus
schen Nederland en Zuid-Afrika
„Zuid-Afrika" van Juli 1935 No. 7.
Informaties omtrent een en ander
zijn natuurlijk ook te verkrijgen bij
den gezant der Unie in den Haag en
bij den Consul der Nederlanden in
Kaapstad.
Emigratie is een vraagstuk, dat
vele jonge Nederlanders uitermate
interesseert.
WYCHEN Dinsdag 13 Augustus
VENRAY Woensdag 21 Augustus
Actie op ons platteland
tegen den verkoop van
margarine.
In Friesland, de provincie met
haar groote veeteeltbelangen, is
vroeger reeds een actie uitgegaan
van de belanghebbenden, vooral van
de zuivelfabrieken, om tot een alge
meen gebruik van melkbrood te ge
raken. Melkbrood moet iets meer
kosten dan waterbrood, maar de
bakkers hebben hun medewerking
verleend, en een poos lang scheen
het, alsof Friesland het voorbeeld
zou geven en de eerste provincie
zou zijn, waarin de geheele bevolking
melkbrood gebruikte. Gedurende de
laatste maanden heeft men van die
actie niets meer gehoord, en wij
kunnen dus niet beoordeelen, of de
resultaten blijvend zijn geweest of
niet.
Algemeen gebruik van melkbrood
zou, voor het geheele land, een ver
meerdering van het verbruik van
melk met eenige honderden millioe-
nen liters per jaar beteekenen. Dat
is een hoeveelheid, die stellig niet
mag worden verwaarloosd, al brengt
zij op zichzelf natuurlijk geen oplos
sing voor het vraagstuk van het
dreigende teveel aan melk.
De regeering heeft echter niet
toegegeven aan den aandrang om de
vervaardiging van melkbrood ver
plichtend te stellen. Zij had verschil
lende bezwaren omtrent de moeilijk
heid bij controle en wilde ook het
brood niet duurder maken. Toen is
de actie der betrokkenen gevolgd,
die hebben getracht het vrijwillige
verbruik van melkbrood te doen toe
nemen.
Thans is een soortgelijke actie
ingezet ten gunste van het verbruik
van boter en ter wering van marga
rine. Op het platteland van Friesland
en Drente trachten de veehouders in
samenwerking met de zuivelfabrie
ken te bereiken, dat de plaatselijke
winkeliers geen margarine meer ver-
koopen, doch slechts zuivere room
boter leveren.
Dit levert een nieuw bewijs voor
de groote ontevredenheid in vee
houderskringen met de margarine-
politiek onzer regeering. Zij heeft
pertiment geweigerd om de marga
rineproductie verder te beperken
dan thans het geval is, ondanks het
surplus aan melkvet.
De actie ter wering van marga
rine is echter veel moeilijker dan
die ten gunste van melkbrood. In
het laatste geval is het prijsverschil
betrekkelijk gering, terwijl room
boter tengevolge der regeerings-
heffing heel wat duurder dan mar
garine is.
Hier komt men dus terstond voor
de moeilijkheid te staan, dat er be
langrijke financieele offers van de
verbruikers worden gevraagd, waar
bij niet tevoren vaststaat, dat die
offers binnen de grens der beta
lingsmogelijkheid van de verbruikers
liggen.
Als onmiddellijk gevolg van de
actie tot wering van margarine op
het platteland komt dan ook de
vraag naar voren, tot welken prijs
boter dient te worden verkochf.
De zuivelfabrieken hebben hier
reeds een concessie gedaan, doordat
zij de winkeliers, die geen marga
rine verkoopen, in staat stellen de
roomboter tegen fabrieksprijs te
verkoopen.
Dat wil dus zeggen, dat de zui
velfabrieken een zekere korting op
dien prijs geven, waardoor 't prijs
verschil tusschen boter en marga
rine minder wordt.
Intusschen is het duidelijk dat de
boterprijs lager moet worden ge
steld, wanneer men verlangt, dat de
massa der bevolking, met haar
sterke vermindering van inkomsten
de laatste jaren, boter zal gebrui
ken.
Op het eerste gezicht zal dit tot
gevolg hebben, dat er een tekort in
het zuivelfonds ontstaat, omdat de
heffing zal moeten worden verlaagd.
Dit blijft echter slechts bestaan,
wanneer men het huidige standpunt
handhaaft, dat het verlies op den
export van boter door de binnen-
landsche boterverbruikers zal moe
ten worden betaald. Er zijn echter
wel motieven aan te voeren om van
dit standpunt af te wijken.
De Nederlandsche bevolking ver
bruikt aan boter en margarine te
zamen veel meer vet dan de Ned.
boterproductie bedraagt.
Dit maakt een verschil van onge
veer 20 millioen Kg. per jaar uit.
Wanneer er dus een overschot van
boter is, dat geëxploiteerd moet
worden, kan men zeer goed betoo-
gen, dat dit het gevolg is van de
productie van margarine.
Op grond daarvan zou het stellig
te verdedigen zijn om de heffing op
margarine te verhoogen en die op
boter te verlagen, zoodat het verlies
op den uitvoer van boter voor een
grooter deel door de margarine werd
gedragen.
Iedere verlaging van den boter
prijs zal door de óvergroote meer
derheid van het Nederlandsche volk
met voldoening worden begroet, ter
wijl prrjsverhooging van margarine
in dat geval stellig zal worden ge
accepteerd.
Op die wijze zou margarine in de
positie komen, waartoe dit mate
riaal is aangewezen, n.l. het tekort
aan te vullen in de vetvoorziening
van ons land, boven de hoeveelheid
boter, die beschikbaar is.