MISSIEDAGEN Dekenaat Venray Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Sneeuwklokje Sneeuwklokje Donderdag 15 t.m. 18 Augustus Over de komende Pachtwet. God spreekt. Emigratie. Markten Zaterdag 10 Augustus 1935 Zes en vijftigste Jaargang No 32 WEET wat U EET Machinaal bereid Hygiënisch verpakt! PEEL EN MAAS ADVERTENTIEPRIJS: 1 tot 8 regels 60 ct. I Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY I ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct. per regel 71/* ct. Bij contract groote reductie Telefoon 51 Giro 150652 Buiten Venray p. kwartaal 75 ct. Afz. nummers 5 cent. Room-IJs Chocolade-IJs Citroen-IJs Liter thans 50 ct. 7» 25 ct. I. KERKELIJKE PLECHTIGHEDEN: WOENSDAG 14 AUGUSTUS 's avonds half 9 luiden van alle Kerkklokken (Missiegebed) DONDERDAG 15 AUGUSTUS Algemeene H. Communie in alle Parochies en Rectoraten. Half 10 plechtige Hoogmis in de Parochiekerk te Venray. Half 3 Lof, waarna de Missionarissen in optocht naar de tentoon stelling trekken. ZONDAG 18 AUGUSTUS Algemeene Kindercommunie. Half 3 Sluitingslof met Te Deum. DONDERDAG en ZONDAG in alle H. Missen preek door een Missionaris. II. TENTOONSTELLING NIUS-PATRONAAT. IN HET ST. ANTO- DONDERDAG na het Lof plechtige OPENING voor het publiek, tot 's avonds 10 uur toegankelijk. VRIJDAG en ZATERDAG is de tentoonstelling geopend van 9 tot 12 en van 3 tot 10 uur. ZONDAG 18 Aug. geopend van 11 tot 1 en van 3 tot 10 uur. Om 10 uur heeft de officieele sluiting plaats. Aan deze Tentoonstelling is verbonden een FANCY-FAIR en LUNCHROOM, welke op de genoemde dagen zal zijn geopend tot 11 uur n.m. Deze wordt opgeluisterd door muziek. III. SPORTWEDSTRIJDEN op DONDERDAG 15 AUGUSTUS: HALF 5 GROOTE WIELERWEDSTRIJDEN voorafgegaan door het lossen van meer dan 1000 duiven. Aan deze groote Wielerwedstrijden, te houden op het Sportterrein a. d. Leunscheweg, zullen o.m. deelnemenAMATEURS. W. Janssen en Slijpers, Venlo L. van Dijck, Deurne en van Gennep, EindhovenStrijbosch, Liessel en Schoenmakers, Eindhoven van Vlerken en Th. van Doorn, HelmondSwinkels en van Schaik, Helmond Verreyken en Leyzer, Helmond H. van Goch, Deurne en Broenen, Helmond. NIEWELINGEN. H. Bekkers en L. van Doorne, Deurnevan Krimpen en van Mierlo, Helmond de Noble, Deurne en Timmers, Helmond benevens verschillende VENRAYSCHE KOPPELS. ZONDAG 18 AUGUSTUS om 4 uur SPANNENDE VOETBAL WEDSTRIJD tusschen KRINGELFTAL en M.U.L.O. Helmond. Tevens WEDVLUCHT DUIVEN. ENTREE Tentoonstelling 10 ct. Wielerwedstrijden Tribune 75 ct., Ie Rang 50 ct., 2e Rang 25 ct„ Jongens 10 ct. (op aangewezen plaats), Voetbalwedstrijd 25 ct. (kaart tevens geldig voor ten toonstelling). De inwoners van Venray worden beleefd verzocht gedurende de Missiedagen te vlaggen. HET MISSIE-COMITÉ. De positie der Paclit- kamers. 111. (Slot). In de komende Pachtwet is een buitengewoon belangrijke en ook een zeer zware taak toege wezen aan de Pachtkamers. Zij zullen in bijna alle geval len het beslissende woord moeten spreken. De Pachtkamers moeten uit maken of de boer-pachter recht heeft op weder-inhuring. Of hij vergoeding en welke ontvangen kan, voor aangebrachte verbete ringen of de pachtprijs verhoogd of verlaagd zal moeten worden of er recht kan zijn op reductie; of de bedongen pachtsom naar haar oordeel te hoog isof de andere voorwaarden ook buiten sporige verplichtingen bevatten of de verpachter op redelijke gronden aangevraagde verbetering heeft afgewezen of nietof bij de opzegging, wegens ernstige schade aan de zijde des ver pachters ook een schadeloos stelling moet worden gegeven en hoe groot deze som moet zijn of de pachter zich schuldig heeft gemaakt aan verwaarloozing van het gepachte en tevens of dezen nog gelegenheid zal worden ge geven om zijn leven te beteren. Ook bij overlijden is de rege ling van opvolging aan de Pacht kamers opgedragen en moeten deze bepalen, of de opgegeven opvolger in zijn plaats kan treden. We noemen hier zoo maar globaal de voornaamste zaken, die door de Pachtkamers moeten worden berecht. Eigenlijk is het zóó, dat van de samenstelling dezer Pachtkamers zal afhangen, of de Wet 'n gunstigen invloed op de rechtsverhoudingen in deze materie zal uitoefenen. Is dit een fout van het Ontwerp Naar onze meening niet. We achten het een bewijs van de juridische capaci teiten van den huidigen Minister van Justitie, dat hij in een materie, die nog niet door een aparte Wet was omlijnd, de wettelijke grenzen ruim heeft getrokken. Het leven en de Wetten moeten op eikaars golflengte zijn afge stemd en waar de begrippen over pachtrecht en pachtverplich- tingen nog zoo wijd uit elkaar liggen is het o.i. een daad van wijs bestuursbeleid deze geleide lijk naar elkaar toe te brengen. Geleidelijk en niet met een slag, gesteld dat het mogelijk ware. Wanneer dit Wetsontwerp eerst eens een 25 jaar de pacht- verhoudingen heeft beïnvloed dan zal er zeker een herziening noodig zijn. Maar dit is niet een fout, maar een verdienste. Men schept geen orde in een chaos door een tot in bijzonderheden uitgewerkt strafreglement. Recht moet groeien en zeker in de moeilijke, zeer moeilijke kwestie van de pacht. Eerst moeten de ergste mis vattingen van het heidensche eigendomsrecht en anderzijds de misvattingen voortkomen de uit een eenzijdige waar deering van den arbeid, afsterven, voor men met kans op werkelijk succes de verdere bijzonderheden wet telijk kan vastleggen. Want het geschreven recht moet zijn steunpunt vinden in het rechtsbewustzijn van het volk. Is dit bewustzijn door een eeuwen lange praktijk verboden en mis vormd, dan moet liet met wijsheid en geduld worden recht gebogen. Zoo althans zien wij de taak van een werkelijk vruchtdragende wetgeving. Maar daarmee is dan ook tevens uitdrukkelijk gezegd, hoe belangrijk wij de taak achten te zijn van de bedoelde Pacht kamers. Zij toch zullen op den grondslag dezer Wet en de zich geleidelijk vormende jurispruden tie het rechtsbewustzijn moeten vormen. Hun beslissingen vormen de Wet in de praktijk des levens. Hoe denkt de Minister zich nu de. samenstelling dezer Pacht kamers Zij zullen bestaan uit den Kantonrechter en twee deskundi gen in pachtzaken. Tevens worden daarvoor plaatsvervangers aange wezen. Het belang der pachters, noch dat van de verpachters mag daarbij overheerschen. De suggestie is geopperd deze pachtdeskundigen te laten aan wijzen door alle pachters eener- zijds en alle verpachters ander zijds, maar dat lijkt mij niet gewenscht. Men krijgt immers wiskundig zeker deze figuur, dat de pach ter-deskundige aan de eene zijde en de verpachter-deskundige aan de andere zijde van 't touwtje zal trekken. Wie neemt dan de beslissing? Alleen de kantonrechter. Prac- tisch is dan aan hem de be stuursmacht in handen gegeven. Het wil ons toch voorkomen, dat dit college wel uit wat weinig menschen bestaan zal. Was hier een college van vijf niet beter Temeer daar de Pachtkamers een heel gebied krijgen te be strijken, nu ten plattelande jam mer genoeg de meeste kanton gerechten zijn opgeheven. We willen deze gedachte nog gaarne in ernstige overweging geven. Het zal uiterst moeilijk worden deze twee deskundigen zoo te kiezen, dat men niet een zijdige belangenoverheersching krijgt. De deskundigen worden be noemd door den Minister. Over deze benoemingen worden de Gedeputeerde Staten gehoord. Wellicht stellen deze de geza- melijke belanghebbenden in de gelegenheid een eensluitende voordracht aan hen op te zenden. Men zoeke dan naar werkelijke deskundigen in pachtzaken en niet naar meer of mindere be kendheid. Want deze menschen moeten karakters zijn met een groote mate van beginselvastheid en ruimen blik. Deskundig vooral in breede beteekenis. Moge het ontwerp wet worden en een heilzamen invloed uit oefenen in het algemeen volks belang. In 't jaar 1521 belegerden Fransche troepen 't bergstadje Pampeluna. De vijand had een aanval gewaagd en 't was hem gelukt een bres te schie ten in de massale stadsmuren. Terstond werd de opening door een peleton soldaten verdedigd en er ontstond 'n verwoed gevecht, man tegen man. In deze verwoestende krijg vielen er velen, ook n jong officier, Ignatius, de jongste zoon van Dom Bertram, Heer van Ognez en Loyola, 'n Vijandelijke kogel doorboorde hem z'n linkerbeen, maar onverschrokken bleeft hij strijden, tot 'n kanonskogel z'n rechterbeen ver splinterde en hem neersmakte tegen den grond. Men droeg hem weg naar 't nabije slot Loyola. Daar lag hij in een ruim vertrek met neergelaten gordijnen om 't scherpe zonlicht te temperen. Z'n gelaat was bleekz'n handen trilden koortsig, op de witte lakens. Af en toe hoorde je 'n zacht gekreun of 't zware hijgen van een beklemde borst. Na 'n pijnlijke operatie verergerde de koorts en allen dachten, dat over enkele dagen dit jonge leven we! zou eindigen, 'n Plotselinge, onverhoopte genezing, welke toegeschreven werd aan de voorspraak van St. Petrus, gaf hem de gezondheid weer. Wel was 't been volkomen genezen, maar altijd zou 't hem hinderen bij 't gaan. Dit was iets pijnlijks voor den jongen man, die zich begeesterd voelde voor 't ridderideaal. Zijn vurige natuur, de hartstocht voor 't heroïsme, voor grootheid en kracht koos 't romantische van 't ridder leven. Ondragelijk werd de gedachte dat 't lichtende ideaal, waar hij van droomde, nu in puin lag. Z'n leven, geknakt, ongeschikt voor de militaire dienst, dat kwelde z'n ziel die zoo haakte naar krijgsmans- roem en eer. Een tweede operatie onderging hij. Opnieuw werd 't been gebroken en gezet. Nu moest hij vele maanden 't bed houden en geduldig wachten tot 't been weer samengroeide. In deze tweede ziekte nu sprak God tot Ignatius. Om de eindelooze, eentonige dagen te korten vroeg hij om boeken, 't Liefste romansridderromans die 't romantische ridderleven verheerlijk ten. Behalve deze ontspanningslectuur bracht men hem ook nuttige en heilzame boeken't leven des Heeren en de schoone legenden der heiligen. Eerst vond hij er weinig smaak in hij las ze met tegenzin. Maar toen sprak God en Ignatius leerde 'n ander ideaal kennen. Hij leerde de kracht van den godsdienst. Hij leerde, dat geduld, gehoorzaamheid, goed gedrag, getrouwheid in 't kleine, zelf verloochening en versterving, de sterkste kracht en de hoogste macht was in alle omstandigheden van 't leven. Hij leerde, dat de grootste kracht bestond in 't weerstands vermogen tegenover 't kwade, in de overwinning van 't zondige. God sprak.... De sterkte, de kracht imponeerde hem in alles; ook deze soort van kracht, en in z'n ridderlijke ziel ont plooide 'n geestdriftige, offervaardige, godsdienstige grootmoedigheid. Nu kreeg z'n leven 'n andere wending. Hij wilde ridder, strijder zijn van God en hij werd de eerste generaal van 'n nieuw leger in de strijdende Kerk van God de Compagnie van Jezus welke naar de geest van Ignatius, „tot meerdere eer van God" zou arbeiden aan de bekeer ng der ongeloovigen, de be strijding der ketterijen, de opvoeding der jeugd en de leiding der zielen, God spreekt.... Hij doet dit op velerlei manieren. God spreekt door Zijn plaats bekleders, God spreekt door 'n plotselinge gebeurtenis, door 'n goede gedachte maar G-^d spreekt ook door een boek, door 'n godvruchtige lezing. Daar wijst Hij ons op onze plicht; daar leert Hij de deugd of toont Hij ons de weg waarlangs we komen tot de volmaaktheid. De godsdienstige lezing is als 'n wapen waardoor wij zegevieren over den vijand ze is als een schild waarmede wij ons beveiligen tegen de ijdelheid der wereldze is t vuur dat de harten ontvlamt. De ordestichters hebben de waarde van de lezing begrepen en daarom hebben zij deze in hun verschillende regels voorgeschreven. Uit de lezing put men de gods vrucht. Iedereen leest tegenwoordig. In de spoorcoupé's leest de zakenmande taxichauffeur leest als hij ergens moet wachten; de werkman leest in z'n schafttijd of 's avonds na z'n ver- moeienden arbeid. Iedereen leestEn daarom staat op bijna iedere straat hoek, op alle stationsperrons 'n boekenkiosk. De smalle ramen en deuren hangen vol bengelende kranten, schaamtelooze brochuurtjes of pikante geillustreerde weekbladen. Daar liggen onbeschaamde prikkel romans zoo maar als voor 't grijpen. Romans waarin onder 't mom van schoonheid zondige begeerten ver heerlijkt worden; romans die onder verblindende stijl de zedeloosheid verspreiden. Iedereen leest tegen woordig, en hier haalt men zijn lectuur. En gij, als ge leest.... zorgt, dat uw lectuur niet bestaat in romans, die de fantasie bederven, 't gevoel prikkelen, die de wil verzwakken of u gejaagd en zenuwziek maken. Stuurt uw leeslust 'n goede rich ting in en wisselt uw ontspannings lectuur af met ernstige, karakter- vormende boeken. Neemt eens 'n boek dat u beter maakt, dat u dichter brengt bij God. Leest dat bedaard en oplettend, met als eenig doel gesticht te worden. Dan spreekt ook God tot U! Herhaaldelijk is over de noodza kelijkheid voor ons land van emi gratie geschreven. Vroeger was er steeds een aantal Nederlanders, dat de wijde wereld introk. Een deel mislukte, doch het grootste gedeelte wist zich tot eeni- gen welstand op te werken. Men stichtte zich een nieuw vaderland en met de noodige vakkennis, met stoer uithoudingsvermogen wist men, na moeilijke jaren, te overwinnen. Door de maatregelen der verschil lende regeeringen, is aan deze emi gratie geleidelijk een halt toegeroe pen. Men zat zelf met een arbeiders- surplus en het is begrijpelijk, dat men aan de eigen menschen de voorrang verleende. Hierdoor zijn de meeste landen voor de vreemde werkkrachten ge sloten. De vreemdelingen, die er zijn, worden geleidelijk naar hun land teruggezonden, tenminste voor zoo ver de vreemden niet aangestuurd hebben op naturalisatie. Dit is voor Nederland een han dicap. Want wij hebben teveel men schen om hen te kunnen voeden en hun gelegenheid te geven een eigen bestaan te scheppen. Wij moeten emigreeren. Ook Indië neemt nog steeds een, zij het inschrompelend deel der jon gere generatie op en pogingen wor den in het werk gesteld om gunstig gelegen gebieden voor kolonisatie gereed te maken. De moeilijkheden, die zich daarbij voordoen, zijn legio en het spreekt vanzelf, dat 't geheel langzaam in zijn werk gaat. Het schijnt, dat de economisch gunstige conjunctuur van Zuid- Afrika aanleiding zal kunnen wor den, dat verschillende buitenlanders er werk zullen kunnen vinden. Zuid- Afrika is, speciaal door de groote vraag naar goud in bijzondere om standigheden komen te verkeeren. De algemeene bedrijvigheid is er krachtig toegenomen en de kans is groot, dat er geleidelijk op allerlei gebied een nieuwe opleving voor de de deur staat. Tal van Nederlanders zijn reeds naar Zuid-Afrika vertrokken. Het gehalte van deze emigranten moet goed zijn geweest, althans berichten uit Kaapstad zijn te dezen opzichte vol lof. In een Kaapstad-correspondentie aan het Vaderland wordt op de emi gratiekwestie gewezen; men waar schuwt voor ondeskundigheid en op het moeilijke werkvinden voor niet- vaklieden. Lieden, die zonder vaste aanstelling, dus op goed geluk, hier komen wordt in genoemde cor respondentie gezegd moeten kun nen bewijzen, dat ze bij machte zijn gedurende een bepaald aantal maan den in hun levensonderhoud te voor zien en ook van hen worden meestal waarborgen verlangd. De emigratie-ambtenaren treden op zonder aanzien des persoons en oneindige bezwaren moeten soms overwonnen worden, alvorens het den niéuw aangekomenen veroor loofd wordt voet aan wal te zetten. Het schijnt thans de algemeene er varing te zijn, dat er voor goede vaklui, flinke ambachtslieden op al ler gebied werk te vinden is. Voor k erken, boekhouders en in het al- e neen voor kantoorbedienden zijn c E zoo goed als geen vacatures.... ten opzichte van landbouw blijkt 't een feit, dat er voor flinke lieden, bekwame beproefde landbouwers MET kapitaal wel iets te doen is. De moeilijkheden, die men hier moet overwinnen, zijn onmetelijk en eerst na harden strijd is een betrekkelijke overwinning mogelijk. De generaal Hertzog blijkt, volgens een destijds gehouden interview van een correspondent der Telegraaf, optimistischer te zijn. Hij heeft o.a. gezegd, dat er voor de Hollandsche ondernemingsgeest in Zuid-Afrika een groot terrein open ligt en de landbouw er in een stadium van nieuwe actieve ontwikkeling is ge treden. Veel meer dan het Engelsche is het Nederlandsche Volk met den bodem vergroeid. Laat Uwe jonge boeren, zeide de Heer Hertzog, gerust den sprong wagen. Wij zullen hen met open armen ontvangen. Zij, die de problemen der emigratie naar Zuid-Afrika zouden willen be- studeeren, wordt aangeraden om het bedoelde Vaderland-artikel te lezen „Nederlanders naar Zuid-Afrika" en tevens de beschouwingover Emigratie in het Maandblad voor de cultureele en economische betrekkingen tus schen Nederland en Zuid-Afrika „Zuid-Afrika" van Juli 1935 No. 7. Informaties omtrent een en ander zijn natuurlijk ook te verkrijgen bij den gezant der Unie in den Haag en bij den Consul der Nederlanden in Kaapstad. Emigratie is een vraagstuk, dat vele jonge Nederlanders uitermate interesseert. WYCHEN Dinsdag 13 Augustus VENRAY Woensdag 21 Augustus Actie op ons platteland tegen den verkoop van margarine. In Friesland, de provincie met haar groote veeteeltbelangen, is vroeger reeds een actie uitgegaan van de belanghebbenden, vooral van de zuivelfabrieken, om tot een alge meen gebruik van melkbrood te ge raken. Melkbrood moet iets meer kosten dan waterbrood, maar de bakkers hebben hun medewerking verleend, en een poos lang scheen het, alsof Friesland het voorbeeld zou geven en de eerste provincie zou zijn, waarin de geheele bevolking melkbrood gebruikte. Gedurende de laatste maanden heeft men van die actie niets meer gehoord, en wij kunnen dus niet beoordeelen, of de resultaten blijvend zijn geweest of niet. Algemeen gebruik van melkbrood zou, voor het geheele land, een ver meerdering van het verbruik van melk met eenige honderden millioe- nen liters per jaar beteekenen. Dat is een hoeveelheid, die stellig niet mag worden verwaarloosd, al brengt zij op zichzelf natuurlijk geen oplos sing voor het vraagstuk van het dreigende teveel aan melk. De regeering heeft echter niet toegegeven aan den aandrang om de vervaardiging van melkbrood ver plichtend te stellen. Zij had verschil lende bezwaren omtrent de moeilijk heid bij controle en wilde ook het brood niet duurder maken. Toen is de actie der betrokkenen gevolgd, die hebben getracht het vrijwillige verbruik van melkbrood te doen toe nemen. Thans is een soortgelijke actie ingezet ten gunste van het verbruik van boter en ter wering van marga rine. Op het platteland van Friesland en Drente trachten de veehouders in samenwerking met de zuivelfabrie ken te bereiken, dat de plaatselijke winkeliers geen margarine meer ver- koopen, doch slechts zuivere room boter leveren. Dit levert een nieuw bewijs voor de groote ontevredenheid in vee houderskringen met de margarine- politiek onzer regeering. Zij heeft pertiment geweigerd om de marga rineproductie verder te beperken dan thans het geval is, ondanks het surplus aan melkvet. De actie ter wering van marga rine is echter veel moeilijker dan die ten gunste van melkbrood. In het laatste geval is het prijsverschil betrekkelijk gering, terwijl room boter tengevolge der regeerings- heffing heel wat duurder dan mar garine is. Hier komt men dus terstond voor de moeilijkheid te staan, dat er be langrijke financieele offers van de verbruikers worden gevraagd, waar bij niet tevoren vaststaat, dat die offers binnen de grens der beta lingsmogelijkheid van de verbruikers liggen. Als onmiddellijk gevolg van de actie tot wering van margarine op het platteland komt dan ook de vraag naar voren, tot welken prijs boter dient te worden verkochf. De zuivelfabrieken hebben hier reeds een concessie gedaan, doordat zij de winkeliers, die geen marga rine verkoopen, in staat stellen de roomboter tegen fabrieksprijs te verkoopen. Dat wil dus zeggen, dat de zui velfabrieken een zekere korting op dien prijs geven, waardoor 't prijs verschil tusschen boter en marga rine minder wordt. Intusschen is het duidelijk dat de boterprijs lager moet worden ge steld, wanneer men verlangt, dat de massa der bevolking, met haar sterke vermindering van inkomsten de laatste jaren, boter zal gebrui ken. Op het eerste gezicht zal dit tot gevolg hebben, dat er een tekort in het zuivelfonds ontstaat, omdat de heffing zal moeten worden verlaagd. Dit blijft echter slechts bestaan, wanneer men het huidige standpunt handhaaft, dat het verlies op den export van boter door de binnen- landsche boterverbruikers zal moe ten worden betaald. Er zijn echter wel motieven aan te voeren om van dit standpunt af te wijken. De Nederlandsche bevolking ver bruikt aan boter en margarine te zamen veel meer vet dan de Ned. boterproductie bedraagt. Dit maakt een verschil van onge veer 20 millioen Kg. per jaar uit. Wanneer er dus een overschot van boter is, dat geëxploiteerd moet worden, kan men zeer goed betoo- gen, dat dit het gevolg is van de productie van margarine. Op grond daarvan zou het stellig te verdedigen zijn om de heffing op margarine te verhoogen en die op boter te verlagen, zoodat het verlies op den uitvoer van boter voor een grooter deel door de margarine werd gedragen. Iedere verlaging van den boter prijs zal door de óvergroote meer derheid van het Nederlandsche volk met voldoening worden begroet, ter wijl prrjsverhooging van margarine in dat geval stellig zal worden ge accepteerd. Op die wijze zou margarine in de positie komen, waartoe dit mate riaal is aangewezen, n.l. het tekort aan te vullen in de vetvoorziening van ons land, boven de hoeveelheid boter, die beschikbaar is.

Peel en Maas | 1935 | | pagina 1