TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Schouw der
Waterlossingen.
FEUILLETON.
Mattesen Ties
de KLiesjeskèl
Met Edison de
lucht in.
De puntjes op de i.
Zaterdag 27 Juli 1935
Zes en vijftigste Jaargang No 30
Op 19 Augustus a.s. en volgende
dagen zal wederom de jaarlijksche
schouw der waterlossingen worden
gehouden.
Dit jaar is het wegens den lagen
waterstand eenieder mogelijk de
beken goed te reinigen, den bodem
te zuiveren en de beken op diepte
te brengen. Er zal dan ook streng
worden geschouwd, zoowel de beken
zelve als den toestand der oevers,
tot op anderhalven meter breedte.
Struiken, boomen, kribben, dammen,
enz. moeten worden verwijderd.
Ook de nieuw op de leggers ge
plaatste waterlossingen worden alle
geschouwd.
Niettegenstaande daarop herhaal
delijk is gewezen, blijven vele eige
naars hunne weilanden enz. met
prikkeldraad afsluiten tot aan de
beek, waardoor de schouw inhooge
mate wordt belemmerd. De eigenaren
zijn verplicht te zorgen, dat er vol
doende ruimte overblijft; is dit niet
het geval, dan zal de puntdraad
worden verwijderd.
Tenslotte wordt de aandacht van
belanghebbenden er op gevestigd,
dat ingevolge de Waterstaatswet
1900, zooals die thans is gewijzigd,
niet alleen tegen nalatigen proces
verbaal zal worden opgemaakt, doch
tevens van gemeentewege op kosten
van de nalatigen de waterlossingen
zullen worden gereinigd en deze
kosten onmiddellijk bij dwangbevel
zullen worden ingevorderd overeen
komstig de wet.
Venray, 19 Juli 1935.
De Burgemeester van Venray,
O. VAN DE LOO.
De waterlossingen op eenigerlei
wijze te vernauwen of te verondiepen.
Terwijl volgens artikel 38 sub f in
de waterlossingen geen dammen,
krib-, bat- of andere stroomkeerende
of oeververdedigende werken mogen
worden aangebracht.
Venray, 19 Juli 1935.
De Burgemeester van Venray,
O. VAN DE LOO.
De Burgemeester van Venray ves
tigt de aandacht op artikel 21 van
het Reglement op de Waterlossingen
in deze provincie, o.m. luidende als
volgt
Vóór elke schouw zijn de onder
houdsplichtigen verplicht
a. de waterlossingen tot op den
bodem te zuiveren van onkruid,
waterplanten, biezen, ruigte, boomen
en struiken, alsmede van wortels,
en overhangende takken, die den
geregelden waterafvoer belemmeren
of binnenkort zullen belemmeren.
b. de oevers, waar deze zijn uit
gezakt, ingestort of aangezand, te
herstellen en voorts de aarde, welke
in de waterlossing gevallen is, als
mede de grint- en zandplaten en al
hetgeen den geregelden afloop van
het water zoude kunnen belemmeren,
daaruit te verwijderen.
c. de waterlossingen te brengen
op de vastgestelde diepte.
Het is verboden bij die zuivering
en miming het onkruid en andere
voorwerpen, in de eerste zinsnede
van dit artikel genoemd, in de wa.
terlossing te laten afdrijven.
Deze voorwerpen moeten, evenals
de uit de waterlossingen afkomstige
aarde, zond en andere voor den
waterafvoer hinderlijke zaken, daar
uit opgehaald en op de wederzijd-
sche oevers op een afstand van
minstens een meter van de water
lossing worden neergelegd en weg
gevoerd.
De Burgemeester van Venray
vestigt de aandacht op artikel 39
van het Reglement op de Waterlos
singen in Limburg.
Hierbij is verboden
a. binnen den afstand van één
meter, gemeten uit den uitersten
rand eener waterlossing, woon- of
andere huizen, getimmerten of muren
daar te stellen.
b. binnen denzelfden afstand (dus
binnen één meter) hagen langs de
waterlossing te planten.
c. binnen den afstand van ander
halven meter, gemeten als boven,
boomen of struikhout te planten,
waaronder begrepen niet geschoren
en opgaande hagen.
d. binnen den afstand van één
meter, als voormeld, aarde, zand,
grind, puin-en mesthoopen langs de
waterlossingen te leggen of te heb
ben.
e. vaartuigen, boomen, hout, vlas,
asch, puin of andere voorwerpen van
dien aard in de waterlossingen neder
te leggen of te hebben.
Oorspronkelijk verhaal van de
Noord-Limhurgscho grenzen
door BERNARD VIELER.
44
't Was mirakel vrimd, nie um uut
te halde, zei vrouw Joosten tot haar
zelf.
Twintig maal wat zeg ik
wel vijftig maal was ze naar den
weg getippeld „en der kwaam nog
mer niks."
Intusschen was het rijtuig door
gereden en even voor het gehucht
Borghees van den grooten weg af
gedraaid, om spoedig bij den onbe-
woonden watermolen stil te houden.
Hier troffen zij den notaris met den
eigenaar van den molen een
zekere Michels uit Germenseel.
Mattesen Ties had altijd een zwak
voor den vervallen molen met de
stemmige, fraaie omgeving gehad,
't Ging hem als zoovele menschen
vooral menschen op leeftijd die
eene voorliefde hebben voor de een
of andere geliefkoosde plaats, waar
Vliegtuiysensaties van 15 Jaar
geleden.
Als men leest van vliegtuigen,
welke met 20 menschen omhoog
gaan „alsof het niets is''
inderdaad werd zulks dagelijksch
werk en als men dan ook nog
hoort van vliegende „kasten"
waarin tot over de honderd pas
sagiers kunnen worden geborgen,
alsmede van militaire vliegbooten,
uitgerust met snelvuurgeschut,
dan verbaast men zich over
zulken „vooruitgang", in slechts
luttele jaren tijds verkregen.
Want hoezeer de vliegtech
niek in de oorlogjaren moge zijn
verbeterd, omstreeks 1919 en
1920 vergaapte men zich in ons
land nog vrij algemeen aan de
„rare avis", de vreemde vogel
welke zich door menschenhand
bestuurd, door het luchtruim
bewoog. Vlie'gdemonstraties trok
ken massa's belangstellenden en
voor „tien minuten in de wolken1
had men in die dagen grof geld
over.
Op het einde van den oorlog
moesten de Duitsehers hun
militaire vliegtuigen aan de ge
allieerden uitleveren, maar heel
wat machines verdwaalden toen
op Nederlandsch gebied en
werden clandestien verborgen
gehouden in boerenschuren e.d.
Op de Elta en Regata werden
verscheidene van deze vliegtuigen
verhandeld.
Ik kende in die dagen een
Duitschen officier met den Fran-
schen naam Fabrice.
Hij was in den oorlog instruc
tuur geweest op een Duitsche
militaire vliegschool in de buurt
van Reimsop de Amsterdam-
sche Regata ontmoette ik hem
als eigenaar van eenige vroegere
Duitsche militaire vliegtuigen
En ik ontmoette er ook.... Edison.
Edison was een inwoner van
de Brabantsche grensgemeente
Valkenswaard. Hij beoefende het
eerzame beroep van electrotech-
nicus, maar was er vooral bekend
om zijn talrijke uitvindingen
welke hem den bijnaam van
Edison, maar geen geld in het
laadje hadden opgeleverd. Toch
had deze excentrieke persoonlijk
heid kans gezien om in de oor
logsjaren in goeden doen te
komen, met smokkelen.
Edison had de Valkenswaar-
ders in verrukking gebracht met
de mededeeling, dat hij naar
Amsterdam ging en vandaar per
vliegtuig naar zijn kampong zou
terugkeeren, waar de vliegdemon-
straties zouden worden gegeven.
Inderdaad kocht hij op de
Regata een der vliegtuigen van
den heer Fabrice en met dezen
als bestuurder en mijn persoontje
als pers-chef, zullende verzorgen
de reclame, zouden we gezamen
lijk starten naar Valkenswaard.
zij gaarne hunne levensdagen zouden
slijten.
Voor de meesten blijft het een
ideaal, dat nooit verwezenlijkt zal
worden -aan slechts weinigen valt
het voorrecht ten deel, dat hunne
luchtkasteelen vasten vorm krijgen.
Onder deze laatste categorie van
gelukkigen zou Mattesen Ties be-
tooren hij, de zwerver, de Kies-
jeskel.
De onderhandelingen, die de no
taris voor Ties met den eigenaar
der bezitting ingeleid had, waren
reeds zoover gevorderd, dat de koop
na eenige korte besprekingen
doorging en Mattesen Ties werd op
de plaats eigenaar van den water
molen met alle gronden en rechten
die er bij behoorden.
De gebouwen, die al jaren lang
leeg en ongebruikt stonden, hadden
evenwel nog sterke muren en balken
ofschoon er heel wat aan te doen
zou zijn eer alles weer in orde was.
Tot dusver had er zich nooit een
liefhebber voor opgedaan en dat was
dan ook de reden, waarom de koop
voor een betrekkelijk lagen prijs
gesloten werd.
Voor een boerderij was de bezit
ting niet geschikt, omdat er bijna
geen bouwland bij hoorde, alleen een
tamelijk groot complex dennenbos-
schen en veel oud zwaar beuken-
en eikenhout langs de wegen en
dreven, vooral ook rondom den
Dat was werkelijk een onder
neming in die dagen. Ik had al
meer gevlogen en zelfs de sen
satie van een verblijf in den
gondel van een kabelballon mee
gemaakt, maar zóó'n groote reis.
neen, ik zag er werkelijk
tegen op.
's Morgens om 9 uur zouden
we vertrekken, maar het stormde
dien daghet fel bewogen
najaarsgebladerte der boomen
floot een angstwekkend lied. De
start werd van uur tot uur uit
gesteld, ballonnetjes werden
opgelaten om de windrichting
„boven" te peilen, er werd ge
confereerd, maar van vertrekken
kwam voorloopig niets. Eindelijk,
in den namiddag omstreeks 5
uur moesten we beslissen, of
we zouden gaan, of niet. Anders
zouden we niet vóór den donker
in Valkenswaard kunnen zijn.
Ofschoon de storm nog even fel
woedde, besloot de piloot in
overleg met den nieuwen eige
naar van het vliegtuig tot het
vertrek.
We heschen ons in onze vlieg
pakken en bonden den valhelm
op het hoofd. Plots kwam het
voltallige Regata-bestuur aange
rend, ons bezwerende om niet
de lucht in te gaan en tenslotte
met begrafenis-aangezichten ver
klarende, dat het zich voor niets
verantwoordelijk stelde als ons
iets gebeurde.
Toch bleven we bij ons besluit.
Ik slaagde er in om tegen goeden
prijs speciaal voor dezen tocht
een levensverzekering af te sluiten
bij een agent, die gedurende de
tentoonstelling steeds op het
terrein aanwezig was en toen
stapten we in de kist, waar we
ons vastsjorden met de banden,
welke achter aan de zitplaatsen
waren vastgemaakt. Dat was om
te voorkomen, dat men bij een
of andere bocht uit den bak zou
tuimelen. De motor werd aan
gezet, maar meteen greep de
storm onder een der vleugels
om de machine op den punt der
andere vleugel tegen den grond
te zetten. De motor werd nu
afgezet en met wel een beetje
beteuterd gezicht nam ik deel
aan de nu volgende discussie,
of we toch maar niet verstandiger
zouden doen om het vertrek uit
te stellen. Ik was voor dat laat
ste, maar bleef in de minder
heid.
We vertrokken. In den voch-
tigen stormwind was het vlieg
tuig aan zware dumpings
onderhevig, die je telkens op
onverwachte oogenblikken eenige
tientallen meters deden zakken,
waarbij je in sterk verergerde
mate datzelfde prettige gevoel
door je maag voelt kruipen, als
wanneer je op een neerkomende
schommel zit. Bovendien werd
de machine door de rukwinden
in heftige as-golvingen gebeukt
Geweldig, zooveel schietgebedjes
als men in zulke oogenblikken
weet te bedenken 1
Boven Utrecht kwamen we in
een onweersbuiwolken zoo
grauw, dat ik de staart van de
machine zelfs niet meer zien
kon, als ik omkeek. Boven deze
stad was ik van mijn schietge
bedje tot een acte van berouw
gekomen....
De piloot reikte ons een
papiertje over. „Soesterberg
grooten, schilderachtig gelegen water
plas achter den molen.
Nadat ze alles nog eens goed
bekeken en bepraat hadden, vertrok
het gezelschap weer met de koets,
die gevolgd werd door de sjees van
den notaris, waarin ook de ver-
kooper plaats gevonden had.
Aan den tol werd stil gehouden
och, mijn waarde lezers en leze
ressen daar hadt ge bij moeten
zijn Neen, maar...
Vrouw Joosten was gewoon „paf
toen ze al het vreemde nieuws
vernam.
Nie te beschriehve
Van den eenen „Oeaases" uitroep
viel ze in den anderen en dan weer
met allebei de handen in de hoogte:
Jesses van Meranteme be
leeft wat... 't is nie um te geleuve I
Oeaasses dan tochOch. gottekes,
was Piet nou toch mer hier um 't
vertelle Oeaasses dan toch.... en
zoo voort.
Onderwijl werd nu echter toch de
koffie voor de „vrolluuj" ingeschon
ken, terwijl Mattesen Ties een paar
flesschen wijn had aan laten rukken,
om den koop te bezegelen.
Onder die bedrijven kwam Verre-
kespiet naar huis en verscheen ook
Pitterhannes van den Spiekershof, die
dien morgen een boodschap van Ties
gekregen had om tegen zes uur aan
den tol te komen.
Ze bleven er nog tamelijk lang
stond er op hij wilde een nood
landing maken, maar wat we met
ons drieën ook naar beneden
keken, zelfs geen wereld was
door die grauwe wolken heen
meer te ontdekken, laat staan
Soesterberg. Toen richtte de
piloot het hoogstestuur en we
klommen, klommen, tot dat de
lucht boven ons weer blauw
was.
Een tijd lang vlogen we boven
de onweersbui, totdat we ergens
beneden ons eindelijk weer een
gat in de wolkenmassa vonden
en, daar doorheen zeilende, in
goed weer boven 's Hertogen
bosch terecht kwamen. Hier
poogde de piloot zijn kaart te
raadplegen, maar de wind rukte
het ding aan flarden en de flarden
uit zijn hand.
Met elkaar spreken gaat niet,
al zit men dan ook vlak naast
mekanderhet motorgeronk over
stemt alles. Dus maakte de heer
Fabrice het ons met teekens
duidelijk, dat hij het nu niet
meer wist en de koersbepaling
aan ons overliet. Ik tuurde naar
beneden, maar kon niet wijs
worden uit het warnet van spoor
lijnen en wegen.
Maar Edison wees resoluut
een spoorlijn aan. Die moesten
we volgen. In plaats van boven
Eindhoven, wat de bedoeling
was, kwamen we boven Tilburg
terecht, hetgeen ik echter pas
later te weet kwam.
Circa 20 K.M. voorbij Eind
hoven lag het eindpunt van onze
reis, maar we waren nauwelijks
enkele kilometers voorbij de door
ons vermeende lichtstad, of... we
werden beschoten door Belgische
grensposten, die in die dagen
nog steeds in „bedrijf" werden
gehouden.
We keerden natuurlijk onmid
dellijk en op goed geluk vlogen
we toen maar wat rond.
Afgesproken was, dat men in
Valkenswaard bij de nadering
van ons vliegtuig twee hooge
stapels dennenhout in brand zou
steken om aan te geven, dat we
daar tusschendoor op een uit
gezocht geschikt plekje hei zouden
landen.
Edison rukte zijn lichaam plots
uit de banden op, tikte den piloot
op zijn schouder en wees hem
naar beneden, waar we toen een
brandende massa ontdekten. De
piloot knikte en liet z'n machine
omlaag glijden, waar ze gehuld
werd in wolken van rook, afkom
stig naar ik den anderen dag
wist vast te stellen van een
boschbrand te Best.
Enfin, we klommen weer, maar
aan den bestuurder bemerkte ik,
dat-ie woedend was. Weer rukte
zich Edison uit de banden om
den piloot op zijn rug te tikken,
maar deze draaide zich woest
om en wees beteekenend met
den top van zijn wijsvinger op
zijn voorhoofd. Zachtjes trok ik
Edison aan zijn vliegpak om
laag...
Edison deed nog verschillende
ontdekkingen, maar telkens als
hij den bestuurder wat wilde
duidelijk maken, trommelde die
met zijn vinger op z'n voorhoofd.
Ik zat doodsangsten uit te staan,
want Fabrice had nu en dan bij
zijn afweer jegens Edison geen
enkele hand meer aan zijn handles.
Ik knetterde binnensmonds mijn
zitten praten en ik zou er gaarne
ook nog een tijdje bijgebleven zijn.
maar ik moet weg om de plannen
gereed te maken voor 't ombouwen
van den watermolen.
XXXIV
De bruiloft op den watermolen.
Het lag werkelijk in de bedoeling
van Mattesen Ties om den „Bosch
meulen'', zooals deze gewoonlijk
genoemd werd, weer in werking te
brengen en zichzelf daar als mole
naar te vestigen.
Terstond werd een aanvang met
het bouwen gemaakt en alle spoed
achter de werkzaamheden gezet.
Lewie Maonkalf. „den mulder van
zien geloof was", werd als mole
naarsknecht aangenomen en Dokus
Volbers als voerman „om de meu-
lekar te vare".
De vader van Anneke want
Anneke bleef ze heeten niettegen
staande ze Mechtilda gedoopt was
en haar vader zich vaak nog ver
giste, stond er op. dat zijn dochter
van uit het molenhuis in 't huwelijk
zou treden, hetgeen met het oog op
eenige verbouwing, die op den
Flammert geschieden moest, betrek
kelijk goed uitkwam en zoo ge
schiedde het dan ook.
De oude juffer Betje Damen uit
het logement was er „uutgescheeje"
schietgebedjes weer af en grab
belde uit mijn kleeren mijn zak
mes, dat ik geopend tusschen
mijn lijf en de riemen stak, waar
mee ik zat vastgebonden. Als er
wat gebeurde, zou ik de riemen
los snijden....
Eindelijk vonden we een spoor
wegknooppunt, dat we als het
station Boxtel herkenden en nu
was het leed gauw geleden.
't Werd tijd, want 't was bijna
volkomen donker, toen we in
Valkenswaard de brandende hout
vuren ontdekten, waar tusschen
door we een vlotte landing vol
brachten, toegejuicht door een
duizendkoppige menigte en offi
ciëel ontvangen en toegesproken
door den burgemeester.
Edison was de held van den
avond.
Vijftien jaar geleden. En tóch..
Als ik moest kiezen tusschen dat
lichte toestelletje van toen, dat
in de lucht gedragen werd als
de vlieger waarmee we eens
speelden, óf 'n modernen stalen
kolos, waarin tientallen passa
giers kunnen worden geborgen,
ik stapte in het oude ding.
Maar liefst zonder Edison.
DIXI.
DUIVEL VLEESCH EN...
WERELD...
Men zegt wel eens ooit: alle goei
dingen in drieën.
Voor de menschen zijn er drie
slechte dingen, n.l.de duivel; zijn
eigen vleesch, dat wil zeggen, zijn
eigen menschelijke natuur, in zooverre
deze door de erfzonde verzwakt is
en geneigd is tot het kwade en ten
derdede wereld.
De slechte, booze wereld.
De slechte menschen en alles wat
door de slechte menschen wordt uit
gedacht tot het bederf der zielen of
wat feitelijk zoo gemakkelijk leidt
tot het bederf der zielen.
Het is daarom nog niet dadelijk
de zonde, maar het is meer een ge
steldheid van den geest: een opvat
ting van het leven; een houding
tegenover de samenleving, waarin
men leefteen atmosfeer in de
wereld zelf, een publieke beoordeeling
van de verschillende wereld-verschijn
selen, waarin de zonde heel gemak
kelijk bedreven wordt; waarin de
zonde heel gemakkelijk wordt goed
gepraatwaarin de zonde haast niet
meer telt; waarin de zonde zoogoed
als geen tegenstand ondervindt,
integendeel, veeleer heimelijke of
openlijke aanmoediging, waarin het
goede, het karaktervolle wordt be
spot; waarin geen plaats is voor
fiere deugd, voor reine vreugd, voor
christelijke opoffering, voor edel
moedige, dienende menschenliefde en
voor edelaardige toegewijde Godsliefde
Wilt ge voorbeelden?
Een processie trekt biddend en
zingend langs 's Heeren straten.
Een auto rijdt voorbij, vol lichte
cavalerie. Ze grinniken, gichelen,
spotlachen om de biddende en zin
gende processie-menigte. Zij gaan
liever naar de zwoele dancing, of
liggen, als „beschaafde" negers en
negerinnen in de bosschen, of langs
de rivieren en natuurbaden, in de
zon te blakeren en laten zich schaam
teloos aangapen door Jan en alleman
en Griet en alle wijf.
Dat is de wereld.
De wereld, dat is: wat de publieke
opinie zegt over het door God ge
zegende ouderenpaar en niet, wat
zoo schoon staat in de gebeden der
Huwelijksmis„uwe vrouw zal zijn
als een vruchtbare wijnstok aan de
muren van Uw huis; Uwe kinderen
rondom Uwe tafel als de jonge takken
en als kostjuffrouw in een klooster
gegaan en nu had Mattesen Ties
hare trouwe dienstbode, Mieneke,
die zoo goed koken kon, als meid
huishoudster in dienst genomen,
zoodat hij verzekerd kon zijn van
een goede oppassing en verpleging
in de toekomst.
De dag van het huwelijk was
eindelijk aangebroken en 't was
een sehoone dag met heerlijk zo
merweer.
's Morgens in de kerk hadden de
zangers, ter eere van hun collega en
diens bruid, onder de animeerende
leiding van den met handen en
voeten gestikuleerenden urgelist,
Hansen Doerel, getoond dat zij, ook
wanneer de krachtige, sehoone ba-
ritonstem van den ondermeester
ontbrak, nog wel iets subliems ten
gehoore konden brengen.
En subliem was 't geweest
Hansen Doerel zelf had gezegd
Jonges 't was subliem! nou
en Hansen Doerel wist het wel,
want hij was zelf componist en de
schepper van de opera „de Adelaar"
die echter maar eenmaal uitgevoerd
werd.
Het bruiloftsmaal was zoo juist
afgeloopen en een puik maal was
het geweest
Ik zal me echter wel wachten alles
opnieuw voor de lezers te herhalen
en alles nog eens te herkauwen; ik
van olijfboomen..."
De wereld, dat is: wat de huisbaas
doet, die zijn woning niet verhuren
wil aan het groote gezin.
De wereld,r dat isvooral de nach
telijke danszalen opzoeken, waar en
wanneer men maar kan.
De wereld, dat is: met elke ge
waagde, belachelijke, lichtzinnige,
vrouw-onteerende mode-nieuwigheid
meedoen.
De wereld, dat is: pikante, half
ontkleede fllmwrjven verheerlijken
als sterren en heldinnen en hunne
portretten en foto's de muren sieren
laten van Uw huis.
De wereld, dat isde zwoele atmos
feer van prikkelende bioscoop-voor-
stellingen, waarin moord en doodslag,
schandaalgeschiedenissen en cham
pagne-drinkende barmeisjes, onge
geneerde revue-girls en laffe flirt
vlegels het witte doek bevolken.
De wereld, dat is: alle nieuwe
schunnige zgn. „Schlagers" op de
piano spelen en zingen.
De wereld, dat isstiekum plezier
hebben aan vuilnisbak-illustratie en
met gloeiende wangen pikante
romannetjes lezen.
De wereld, dat is: de lijkbaar met
bloemenkransen bedekken en de ziel
van de overledenen weinig of niet
gedenken in het H. Misoffer en
gebed.
De wereld, dat is: zijn kinderen
een vrije opvoeding geven, al vroeg
tijdig alles laten zien en meemaken,
want „ze moeten toch de wereld
leeren kennen."
De wereld, dat is: van het uit
gaansleven en den ordinairen lol-
geest alles maken en zijn godsdienstig
en fijner zieleleven jammerlijk laten
verkleumen, verschrompelen en ver
hongeren.
De wereld, dat is: als het zgn.
„deftige" bals zijn, met geld gooien
voor wijn, champagne en maskerade,
en een paar centen geven op de
collecte-schaal in de kerk of aan de
deur.
De wereld, dat is: in de deftige
salons schilderijen of foto's hebben
hangen op het gewaagde af, want
het is „Kunst" en geen of haast niet
te ontdekken plaats voor een klein
onnoozel kruisbeeldje.
De wereld, dat is: aan de bitter
tafel smalend het groote woord
hebben over de priesters én de Kerk
en de Kath. Actie en in de kerk
onder de H. Mis zitten tegenover
O.L. Heer met leege handen (kerk
boek noch rozenkrans) en vooral,
zitten met een leege ziel, een leeg
hoofd en een leeg hart en als
een lompe, onopgevoede jongen of
meisje niets tegen O.L. Heer weten
te zeggen in een hartelijk gebed.
De wereld, dat is: een zoogenaamde
levensgenieter zijn, en maar eens in
het jaar (en dan nog maar alleen,
omdat het moet) de Goddelijke
zielespijs nuttigen der H. Commnnie.
De wereld, dat is: minachtend de
schouders ophalen voor de Katholieke
Pers, de Kath. Radio enz. want
dat is allemaal niets en onder-
tusschen met zijn geld en sympathie
de anti-katholieke Pers en Radio
steunen en ophemelen.
De wereld, dat isalles, wat niet-
katholiek is, of zelfs min of meer
vijandig aan den Kath. Godsdienst
en het Kath. cultuurwerk, dadelijk
bijvallen en den verraderlijken dolk
steek in den rug toebrengen aan
hen, die op het katholieke voorplan
vechten.
De wereld, dat is: in verdeeldheid
zaaiende katholieke dissidentpartij
tjes meeloopen; armtierige politieke
groepeeringen aanhangen als het
toppunt van politieke wijsheid en
macht; de dikke-trom-partijen (leege
vaten klinken het hardst!) als de
N.S.B. aanhangen, voor geld en
uit ontevredenheid en de princi-
pieele Katholieke Staatspartij aan
blaffen als een hondje tegen den
Venrayschen kerktoren...
Dat wereld, dat is: flirten met
allerhande meisjes, de een nog gekker
dan de andere, maar niet den
mannelijken moed hebben voor een
zuivere verkeering...
s
Dat alles is de wereld!
Een man, een vrouw, een meisje,
een jongen, met karakter, walgt
daarvan. „Omdat gij koud noch warm
zijt, daarom zal ik U uitspuwen uit
mijnen mond."
ZAAIER.
heb mijn bekomst nog van den
laatsten keer toen met dat Ce-
cilia-feestmaal, toen heb ik me de
maag toch al geen klein beetje ver
stuikt.
Die 't precies weten wil, moet 't
maar eens aan Mieneke vragen, die
nu met de dienende geesten, die
bij het maal de spijzen opgedragen
hebben, in de achterkeuken zich te
goed zitten te doen aan de produc
ten harer eigen kookkunst.
De bruiloftsgasten zijn opgestaan
om zich te „vertreije", zooals men
zegt eigenlijk is het diner nog
niet geheel teneinde daar het na
gerecht nog moet gegeten worden,
maar dat is zoo het gebruik „op den
boer."
Ondertusschen zijn de koorzan
gers en de leden der harmonie met
volle muziek aangekomen.
Frans, de bruidegom is naar buiten
getreden met de kersversche echtge-
noote en door alle collega's en
kunstbroeders geluk gewenscht.
Men heeft stoelen, tafels en banken
uit de groote keuken gehaald, want
daar moet nu toch plaats gemaakt
worden voor. het jonge volk, dat
wil dansen,
Mattesen Ties komt zelf met een
arm vol flesschen wijn uit het huis,
gevolgd door Lewie en Dokus, de
beide nieuwe knechts, die glazen en
sigaren brengen.
Slot volgt,