TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Schouw der Waterlossingen. FEUILLETON. Mattesen Ties de KLiesjeskèl Met Edison de lucht in. De puntjes op de i. Zaterdag 27 Juli 1935 Zes en vijftigste Jaargang No 30 Op 19 Augustus a.s. en volgende dagen zal wederom de jaarlijksche schouw der waterlossingen worden gehouden. Dit jaar is het wegens den lagen waterstand eenieder mogelijk de beken goed te reinigen, den bodem te zuiveren en de beken op diepte te brengen. Er zal dan ook streng worden geschouwd, zoowel de beken zelve als den toestand der oevers, tot op anderhalven meter breedte. Struiken, boomen, kribben, dammen, enz. moeten worden verwijderd. Ook de nieuw op de leggers ge plaatste waterlossingen worden alle geschouwd. Niettegenstaande daarop herhaal delijk is gewezen, blijven vele eige naars hunne weilanden enz. met prikkeldraad afsluiten tot aan de beek, waardoor de schouw inhooge mate wordt belemmerd. De eigenaren zijn verplicht te zorgen, dat er vol doende ruimte overblijft; is dit niet het geval, dan zal de puntdraad worden verwijderd. Tenslotte wordt de aandacht van belanghebbenden er op gevestigd, dat ingevolge de Waterstaatswet 1900, zooals die thans is gewijzigd, niet alleen tegen nalatigen proces verbaal zal worden opgemaakt, doch tevens van gemeentewege op kosten van de nalatigen de waterlossingen zullen worden gereinigd en deze kosten onmiddellijk bij dwangbevel zullen worden ingevorderd overeen komstig de wet. Venray, 19 Juli 1935. De Burgemeester van Venray, O. VAN DE LOO. De waterlossingen op eenigerlei wijze te vernauwen of te verondiepen. Terwijl volgens artikel 38 sub f in de waterlossingen geen dammen, krib-, bat- of andere stroomkeerende of oeververdedigende werken mogen worden aangebracht. Venray, 19 Juli 1935. De Burgemeester van Venray, O. VAN DE LOO. De Burgemeester van Venray ves tigt de aandacht op artikel 21 van het Reglement op de Waterlossingen in deze provincie, o.m. luidende als volgt Vóór elke schouw zijn de onder houdsplichtigen verplicht a. de waterlossingen tot op den bodem te zuiveren van onkruid, waterplanten, biezen, ruigte, boomen en struiken, alsmede van wortels, en overhangende takken, die den geregelden waterafvoer belemmeren of binnenkort zullen belemmeren. b. de oevers, waar deze zijn uit gezakt, ingestort of aangezand, te herstellen en voorts de aarde, welke in de waterlossing gevallen is, als mede de grint- en zandplaten en al hetgeen den geregelden afloop van het water zoude kunnen belemmeren, daaruit te verwijderen. c. de waterlossingen te brengen op de vastgestelde diepte. Het is verboden bij die zuivering en miming het onkruid en andere voorwerpen, in de eerste zinsnede van dit artikel genoemd, in de wa. terlossing te laten afdrijven. Deze voorwerpen moeten, evenals de uit de waterlossingen afkomstige aarde, zond en andere voor den waterafvoer hinderlijke zaken, daar uit opgehaald en op de wederzijd- sche oevers op een afstand van minstens een meter van de water lossing worden neergelegd en weg gevoerd. De Burgemeester van Venray vestigt de aandacht op artikel 39 van het Reglement op de Waterlos singen in Limburg. Hierbij is verboden a. binnen den afstand van één meter, gemeten uit den uitersten rand eener waterlossing, woon- of andere huizen, getimmerten of muren daar te stellen. b. binnen denzelfden afstand (dus binnen één meter) hagen langs de waterlossing te planten. c. binnen den afstand van ander halven meter, gemeten als boven, boomen of struikhout te planten, waaronder begrepen niet geschoren en opgaande hagen. d. binnen den afstand van één meter, als voormeld, aarde, zand, grind, puin-en mesthoopen langs de waterlossingen te leggen of te heb ben. e. vaartuigen, boomen, hout, vlas, asch, puin of andere voorwerpen van dien aard in de waterlossingen neder te leggen of te hebben. Oorspronkelijk verhaal van de Noord-Limhurgscho grenzen door BERNARD VIELER. 44 't Was mirakel vrimd, nie um uut te halde, zei vrouw Joosten tot haar zelf. Twintig maal wat zeg ik wel vijftig maal was ze naar den weg getippeld „en der kwaam nog mer niks." Intusschen was het rijtuig door gereden en even voor het gehucht Borghees van den grooten weg af gedraaid, om spoedig bij den onbe- woonden watermolen stil te houden. Hier troffen zij den notaris met den eigenaar van den molen een zekere Michels uit Germenseel. Mattesen Ties had altijd een zwak voor den vervallen molen met de stemmige, fraaie omgeving gehad, 't Ging hem als zoovele menschen vooral menschen op leeftijd die eene voorliefde hebben voor de een of andere geliefkoosde plaats, waar Vliegtuiysensaties van 15 Jaar geleden. Als men leest van vliegtuigen, welke met 20 menschen omhoog gaan „alsof het niets is'' inderdaad werd zulks dagelijksch werk en als men dan ook nog hoort van vliegende „kasten" waarin tot over de honderd pas sagiers kunnen worden geborgen, alsmede van militaire vliegbooten, uitgerust met snelvuurgeschut, dan verbaast men zich over zulken „vooruitgang", in slechts luttele jaren tijds verkregen. Want hoezeer de vliegtech niek in de oorlogjaren moge zijn verbeterd, omstreeks 1919 en 1920 vergaapte men zich in ons land nog vrij algemeen aan de „rare avis", de vreemde vogel welke zich door menschenhand bestuurd, door het luchtruim bewoog. Vlie'gdemonstraties trok ken massa's belangstellenden en voor „tien minuten in de wolken1 had men in die dagen grof geld over. Op het einde van den oorlog moesten de Duitsehers hun militaire vliegtuigen aan de ge allieerden uitleveren, maar heel wat machines verdwaalden toen op Nederlandsch gebied en werden clandestien verborgen gehouden in boerenschuren e.d. Op de Elta en Regata werden verscheidene van deze vliegtuigen verhandeld. Ik kende in die dagen een Duitschen officier met den Fran- schen naam Fabrice. Hij was in den oorlog instruc tuur geweest op een Duitsche militaire vliegschool in de buurt van Reimsop de Amsterdam- sche Regata ontmoette ik hem als eigenaar van eenige vroegere Duitsche militaire vliegtuigen En ik ontmoette er ook.... Edison. Edison was een inwoner van de Brabantsche grensgemeente Valkenswaard. Hij beoefende het eerzame beroep van electrotech- nicus, maar was er vooral bekend om zijn talrijke uitvindingen welke hem den bijnaam van Edison, maar geen geld in het laadje hadden opgeleverd. Toch had deze excentrieke persoonlijk heid kans gezien om in de oor logsjaren in goeden doen te komen, met smokkelen. Edison had de Valkenswaar- ders in verrukking gebracht met de mededeeling, dat hij naar Amsterdam ging en vandaar per vliegtuig naar zijn kampong zou terugkeeren, waar de vliegdemon- straties zouden worden gegeven. Inderdaad kocht hij op de Regata een der vliegtuigen van den heer Fabrice en met dezen als bestuurder en mijn persoontje als pers-chef, zullende verzorgen de reclame, zouden we gezamen lijk starten naar Valkenswaard. zij gaarne hunne levensdagen zouden slijten. Voor de meesten blijft het een ideaal, dat nooit verwezenlijkt zal worden -aan slechts weinigen valt het voorrecht ten deel, dat hunne luchtkasteelen vasten vorm krijgen. Onder deze laatste categorie van gelukkigen zou Mattesen Ties be- tooren hij, de zwerver, de Kies- jeskel. De onderhandelingen, die de no taris voor Ties met den eigenaar der bezitting ingeleid had, waren reeds zoover gevorderd, dat de koop na eenige korte besprekingen doorging en Mattesen Ties werd op de plaats eigenaar van den water molen met alle gronden en rechten die er bij behoorden. De gebouwen, die al jaren lang leeg en ongebruikt stonden, hadden evenwel nog sterke muren en balken ofschoon er heel wat aan te doen zou zijn eer alles weer in orde was. Tot dusver had er zich nooit een liefhebber voor opgedaan en dat was dan ook de reden, waarom de koop voor een betrekkelijk lagen prijs gesloten werd. Voor een boerderij was de bezit ting niet geschikt, omdat er bijna geen bouwland bij hoorde, alleen een tamelijk groot complex dennenbos- schen en veel oud zwaar beuken- en eikenhout langs de wegen en dreven, vooral ook rondom den Dat was werkelijk een onder neming in die dagen. Ik had al meer gevlogen en zelfs de sen satie van een verblijf in den gondel van een kabelballon mee gemaakt, maar zóó'n groote reis. neen, ik zag er werkelijk tegen op. 's Morgens om 9 uur zouden we vertrekken, maar het stormde dien daghet fel bewogen najaarsgebladerte der boomen floot een angstwekkend lied. De start werd van uur tot uur uit gesteld, ballonnetjes werden opgelaten om de windrichting „boven" te peilen, er werd ge confereerd, maar van vertrekken kwam voorloopig niets. Eindelijk, in den namiddag omstreeks 5 uur moesten we beslissen, of we zouden gaan, of niet. Anders zouden we niet vóór den donker in Valkenswaard kunnen zijn. Ofschoon de storm nog even fel woedde, besloot de piloot in overleg met den nieuwen eige naar van het vliegtuig tot het vertrek. We heschen ons in onze vlieg pakken en bonden den valhelm op het hoofd. Plots kwam het voltallige Regata-bestuur aange rend, ons bezwerende om niet de lucht in te gaan en tenslotte met begrafenis-aangezichten ver klarende, dat het zich voor niets verantwoordelijk stelde als ons iets gebeurde. Toch bleven we bij ons besluit. Ik slaagde er in om tegen goeden prijs speciaal voor dezen tocht een levensverzekering af te sluiten bij een agent, die gedurende de tentoonstelling steeds op het terrein aanwezig was en toen stapten we in de kist, waar we ons vastsjorden met de banden, welke achter aan de zitplaatsen waren vastgemaakt. Dat was om te voorkomen, dat men bij een of andere bocht uit den bak zou tuimelen. De motor werd aan gezet, maar meteen greep de storm onder een der vleugels om de machine op den punt der andere vleugel tegen den grond te zetten. De motor werd nu afgezet en met wel een beetje beteuterd gezicht nam ik deel aan de nu volgende discussie, of we toch maar niet verstandiger zouden doen om het vertrek uit te stellen. Ik was voor dat laat ste, maar bleef in de minder heid. We vertrokken. In den voch- tigen stormwind was het vlieg tuig aan zware dumpings onderhevig, die je telkens op onverwachte oogenblikken eenige tientallen meters deden zakken, waarbij je in sterk verergerde mate datzelfde prettige gevoel door je maag voelt kruipen, als wanneer je op een neerkomende schommel zit. Bovendien werd de machine door de rukwinden in heftige as-golvingen gebeukt Geweldig, zooveel schietgebedjes als men in zulke oogenblikken weet te bedenken 1 Boven Utrecht kwamen we in een onweersbuiwolken zoo grauw, dat ik de staart van de machine zelfs niet meer zien kon, als ik omkeek. Boven deze stad was ik van mijn schietge bedje tot een acte van berouw gekomen.... De piloot reikte ons een papiertje over. „Soesterberg grooten, schilderachtig gelegen water plas achter den molen. Nadat ze alles nog eens goed bekeken en bepraat hadden, vertrok het gezelschap weer met de koets, die gevolgd werd door de sjees van den notaris, waarin ook de ver- kooper plaats gevonden had. Aan den tol werd stil gehouden och, mijn waarde lezers en leze ressen daar hadt ge bij moeten zijn Neen, maar... Vrouw Joosten was gewoon „paf toen ze al het vreemde nieuws vernam. Nie te beschriehve Van den eenen „Oeaases" uitroep viel ze in den anderen en dan weer met allebei de handen in de hoogte: Jesses van Meranteme be leeft wat... 't is nie um te geleuve I Oeaasses dan tochOch. gottekes, was Piet nou toch mer hier um 't vertelle Oeaasses dan toch.... en zoo voort. Onderwijl werd nu echter toch de koffie voor de „vrolluuj" ingeschon ken, terwijl Mattesen Ties een paar flesschen wijn had aan laten rukken, om den koop te bezegelen. Onder die bedrijven kwam Verre- kespiet naar huis en verscheen ook Pitterhannes van den Spiekershof, die dien morgen een boodschap van Ties gekregen had om tegen zes uur aan den tol te komen. Ze bleven er nog tamelijk lang stond er op hij wilde een nood landing maken, maar wat we met ons drieën ook naar beneden keken, zelfs geen wereld was door die grauwe wolken heen meer te ontdekken, laat staan Soesterberg. Toen richtte de piloot het hoogstestuur en we klommen, klommen, tot dat de lucht boven ons weer blauw was. Een tijd lang vlogen we boven de onweersbui, totdat we ergens beneden ons eindelijk weer een gat in de wolkenmassa vonden en, daar doorheen zeilende, in goed weer boven 's Hertogen bosch terecht kwamen. Hier poogde de piloot zijn kaart te raadplegen, maar de wind rukte het ding aan flarden en de flarden uit zijn hand. Met elkaar spreken gaat niet, al zit men dan ook vlak naast mekanderhet motorgeronk over stemt alles. Dus maakte de heer Fabrice het ons met teekens duidelijk, dat hij het nu niet meer wist en de koersbepaling aan ons overliet. Ik tuurde naar beneden, maar kon niet wijs worden uit het warnet van spoor lijnen en wegen. Maar Edison wees resoluut een spoorlijn aan. Die moesten we volgen. In plaats van boven Eindhoven, wat de bedoeling was, kwamen we boven Tilburg terecht, hetgeen ik echter pas later te weet kwam. Circa 20 K.M. voorbij Eind hoven lag het eindpunt van onze reis, maar we waren nauwelijks enkele kilometers voorbij de door ons vermeende lichtstad, of... we werden beschoten door Belgische grensposten, die in die dagen nog steeds in „bedrijf" werden gehouden. We keerden natuurlijk onmid dellijk en op goed geluk vlogen we toen maar wat rond. Afgesproken was, dat men in Valkenswaard bij de nadering van ons vliegtuig twee hooge stapels dennenhout in brand zou steken om aan te geven, dat we daar tusschendoor op een uit gezocht geschikt plekje hei zouden landen. Edison rukte zijn lichaam plots uit de banden op, tikte den piloot op zijn schouder en wees hem naar beneden, waar we toen een brandende massa ontdekten. De piloot knikte en liet z'n machine omlaag glijden, waar ze gehuld werd in wolken van rook, afkom stig naar ik den anderen dag wist vast te stellen van een boschbrand te Best. Enfin, we klommen weer, maar aan den bestuurder bemerkte ik, dat-ie woedend was. Weer rukte zich Edison uit de banden om den piloot op zijn rug te tikken, maar deze draaide zich woest om en wees beteekenend met den top van zijn wijsvinger op zijn voorhoofd. Zachtjes trok ik Edison aan zijn vliegpak om laag... Edison deed nog verschillende ontdekkingen, maar telkens als hij den bestuurder wat wilde duidelijk maken, trommelde die met zijn vinger op z'n voorhoofd. Ik zat doodsangsten uit te staan, want Fabrice had nu en dan bij zijn afweer jegens Edison geen enkele hand meer aan zijn handles. Ik knetterde binnensmonds mijn zitten praten en ik zou er gaarne ook nog een tijdje bijgebleven zijn. maar ik moet weg om de plannen gereed te maken voor 't ombouwen van den watermolen. XXXIV De bruiloft op den watermolen. Het lag werkelijk in de bedoeling van Mattesen Ties om den „Bosch meulen'', zooals deze gewoonlijk genoemd werd, weer in werking te brengen en zichzelf daar als mole naar te vestigen. Terstond werd een aanvang met het bouwen gemaakt en alle spoed achter de werkzaamheden gezet. Lewie Maonkalf. „den mulder van zien geloof was", werd als mole naarsknecht aangenomen en Dokus Volbers als voerman „om de meu- lekar te vare". De vader van Anneke want Anneke bleef ze heeten niettegen staande ze Mechtilda gedoopt was en haar vader zich vaak nog ver giste, stond er op. dat zijn dochter van uit het molenhuis in 't huwelijk zou treden, hetgeen met het oog op eenige verbouwing, die op den Flammert geschieden moest, betrek kelijk goed uitkwam en zoo ge schiedde het dan ook. De oude juffer Betje Damen uit het logement was er „uutgescheeje" schietgebedjes weer af en grab belde uit mijn kleeren mijn zak mes, dat ik geopend tusschen mijn lijf en de riemen stak, waar mee ik zat vastgebonden. Als er wat gebeurde, zou ik de riemen los snijden.... Eindelijk vonden we een spoor wegknooppunt, dat we als het station Boxtel herkenden en nu was het leed gauw geleden. 't Werd tijd, want 't was bijna volkomen donker, toen we in Valkenswaard de brandende hout vuren ontdekten, waar tusschen door we een vlotte landing vol brachten, toegejuicht door een duizendkoppige menigte en offi ciëel ontvangen en toegesproken door den burgemeester. Edison was de held van den avond. Vijftien jaar geleden. En tóch.. Als ik moest kiezen tusschen dat lichte toestelletje van toen, dat in de lucht gedragen werd als de vlieger waarmee we eens speelden, óf 'n modernen stalen kolos, waarin tientallen passa giers kunnen worden geborgen, ik stapte in het oude ding. Maar liefst zonder Edison. DIXI. DUIVEL VLEESCH EN... WERELD... Men zegt wel eens ooit: alle goei dingen in drieën. Voor de menschen zijn er drie slechte dingen, n.l.de duivel; zijn eigen vleesch, dat wil zeggen, zijn eigen menschelijke natuur, in zooverre deze door de erfzonde verzwakt is en geneigd is tot het kwade en ten derdede wereld. De slechte, booze wereld. De slechte menschen en alles wat door de slechte menschen wordt uit gedacht tot het bederf der zielen of wat feitelijk zoo gemakkelijk leidt tot het bederf der zielen. Het is daarom nog niet dadelijk de zonde, maar het is meer een ge steldheid van den geest: een opvat ting van het leven; een houding tegenover de samenleving, waarin men leefteen atmosfeer in de wereld zelf, een publieke beoordeeling van de verschillende wereld-verschijn selen, waarin de zonde heel gemak kelijk bedreven wordt; waarin de zonde heel gemakkelijk wordt goed gepraatwaarin de zonde haast niet meer telt; waarin de zonde zoogoed als geen tegenstand ondervindt, integendeel, veeleer heimelijke of openlijke aanmoediging, waarin het goede, het karaktervolle wordt be spot; waarin geen plaats is voor fiere deugd, voor reine vreugd, voor christelijke opoffering, voor edel moedige, dienende menschenliefde en voor edelaardige toegewijde Godsliefde Wilt ge voorbeelden? Een processie trekt biddend en zingend langs 's Heeren straten. Een auto rijdt voorbij, vol lichte cavalerie. Ze grinniken, gichelen, spotlachen om de biddende en zin gende processie-menigte. Zij gaan liever naar de zwoele dancing, of liggen, als „beschaafde" negers en negerinnen in de bosschen, of langs de rivieren en natuurbaden, in de zon te blakeren en laten zich schaam teloos aangapen door Jan en alleman en Griet en alle wijf. Dat is de wereld. De wereld, dat is: wat de publieke opinie zegt over het door God ge zegende ouderenpaar en niet, wat zoo schoon staat in de gebeden der Huwelijksmis„uwe vrouw zal zijn als een vruchtbare wijnstok aan de muren van Uw huis; Uwe kinderen rondom Uwe tafel als de jonge takken en als kostjuffrouw in een klooster gegaan en nu had Mattesen Ties hare trouwe dienstbode, Mieneke, die zoo goed koken kon, als meid huishoudster in dienst genomen, zoodat hij verzekerd kon zijn van een goede oppassing en verpleging in de toekomst. De dag van het huwelijk was eindelijk aangebroken en 't was een sehoone dag met heerlijk zo merweer. 's Morgens in de kerk hadden de zangers, ter eere van hun collega en diens bruid, onder de animeerende leiding van den met handen en voeten gestikuleerenden urgelist, Hansen Doerel, getoond dat zij, ook wanneer de krachtige, sehoone ba- ritonstem van den ondermeester ontbrak, nog wel iets subliems ten gehoore konden brengen. En subliem was 't geweest Hansen Doerel zelf had gezegd Jonges 't was subliem! nou en Hansen Doerel wist het wel, want hij was zelf componist en de schepper van de opera „de Adelaar" die echter maar eenmaal uitgevoerd werd. Het bruiloftsmaal was zoo juist afgeloopen en een puik maal was het geweest Ik zal me echter wel wachten alles opnieuw voor de lezers te herhalen en alles nog eens te herkauwen; ik van olijfboomen..." De wereld, dat is: wat de huisbaas doet, die zijn woning niet verhuren wil aan het groote gezin. De wereld,r dat isvooral de nach telijke danszalen opzoeken, waar en wanneer men maar kan. De wereld, dat is: met elke ge waagde, belachelijke, lichtzinnige, vrouw-onteerende mode-nieuwigheid meedoen. De wereld, dat is: pikante, half ontkleede fllmwrjven verheerlijken als sterren en heldinnen en hunne portretten en foto's de muren sieren laten van Uw huis. De wereld, dat isde zwoele atmos feer van prikkelende bioscoop-voor- stellingen, waarin moord en doodslag, schandaalgeschiedenissen en cham pagne-drinkende barmeisjes, onge geneerde revue-girls en laffe flirt vlegels het witte doek bevolken. De wereld, dat is: alle nieuwe schunnige zgn. „Schlagers" op de piano spelen en zingen. De wereld, dat isstiekum plezier hebben aan vuilnisbak-illustratie en met gloeiende wangen pikante romannetjes lezen. De wereld, dat is: de lijkbaar met bloemenkransen bedekken en de ziel van de overledenen weinig of niet gedenken in het H. Misoffer en gebed. De wereld, dat is: zijn kinderen een vrije opvoeding geven, al vroeg tijdig alles laten zien en meemaken, want „ze moeten toch de wereld leeren kennen." De wereld, dat is: van het uit gaansleven en den ordinairen lol- geest alles maken en zijn godsdienstig en fijner zieleleven jammerlijk laten verkleumen, verschrompelen en ver hongeren. De wereld, dat is: als het zgn. „deftige" bals zijn, met geld gooien voor wijn, champagne en maskerade, en een paar centen geven op de collecte-schaal in de kerk of aan de deur. De wereld, dat is: in de deftige salons schilderijen of foto's hebben hangen op het gewaagde af, want het is „Kunst" en geen of haast niet te ontdekken plaats voor een klein onnoozel kruisbeeldje. De wereld, dat is: aan de bitter tafel smalend het groote woord hebben over de priesters én de Kerk en de Kath. Actie en in de kerk onder de H. Mis zitten tegenover O.L. Heer met leege handen (kerk boek noch rozenkrans) en vooral, zitten met een leege ziel, een leeg hoofd en een leeg hart en als een lompe, onopgevoede jongen of meisje niets tegen O.L. Heer weten te zeggen in een hartelijk gebed. De wereld, dat is: een zoogenaamde levensgenieter zijn, en maar eens in het jaar (en dan nog maar alleen, omdat het moet) de Goddelijke zielespijs nuttigen der H. Commnnie. De wereld, dat is: minachtend de schouders ophalen voor de Katholieke Pers, de Kath. Radio enz. want dat is allemaal niets en onder- tusschen met zijn geld en sympathie de anti-katholieke Pers en Radio steunen en ophemelen. De wereld, dat isalles, wat niet- katholiek is, of zelfs min of meer vijandig aan den Kath. Godsdienst en het Kath. cultuurwerk, dadelijk bijvallen en den verraderlijken dolk steek in den rug toebrengen aan hen, die op het katholieke voorplan vechten. De wereld, dat is: in verdeeldheid zaaiende katholieke dissidentpartij tjes meeloopen; armtierige politieke groepeeringen aanhangen als het toppunt van politieke wijsheid en macht; de dikke-trom-partijen (leege vaten klinken het hardst!) als de N.S.B. aanhangen, voor geld en uit ontevredenheid en de princi- pieele Katholieke Staatspartij aan blaffen als een hondje tegen den Venrayschen kerktoren... Dat wereld, dat is: flirten met allerhande meisjes, de een nog gekker dan de andere, maar niet den mannelijken moed hebben voor een zuivere verkeering... s Dat alles is de wereld! Een man, een vrouw, een meisje, een jongen, met karakter, walgt daarvan. „Omdat gij koud noch warm zijt, daarom zal ik U uitspuwen uit mijnen mond." ZAAIER. heb mijn bekomst nog van den laatsten keer toen met dat Ce- cilia-feestmaal, toen heb ik me de maag toch al geen klein beetje ver stuikt. Die 't precies weten wil, moet 't maar eens aan Mieneke vragen, die nu met de dienende geesten, die bij het maal de spijzen opgedragen hebben, in de achterkeuken zich te goed zitten te doen aan de produc ten harer eigen kookkunst. De bruiloftsgasten zijn opgestaan om zich te „vertreije", zooals men zegt eigenlijk is het diner nog niet geheel teneinde daar het na gerecht nog moet gegeten worden, maar dat is zoo het gebruik „op den boer." Ondertusschen zijn de koorzan gers en de leden der harmonie met volle muziek aangekomen. Frans, de bruidegom is naar buiten getreden met de kersversche echtge- noote en door alle collega's en kunstbroeders geluk gewenscht. Men heeft stoelen, tafels en banken uit de groote keuken gehaald, want daar moet nu toch plaats gemaakt worden voor. het jonge volk, dat wil dansen, Mattesen Ties komt zelf met een arm vol flesschen wijn uit het huis, gevolgd door Lewie en Dokus, de beide nieuwe knechts, die glazen en sigaren brengen. Slot volgt,

Peel en Maas | 1935 | | pagina 7