TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS FEUILLETON. V Cumulatie- gevallen. De overweldiging van België. Uit het leven der Indianen. Zaterdag 13 Juli 1933 Zes en vijftigste Jaargang No 28 Arm en geleerd als. 'n onderwijzer! De aanpassing aan de armoede. Het kan misschien niet anders, maar men krijgt de neiging om het anders te probeeren Het groote bezuini gingsplan. In de vóór-oorlogsche jaren was de onderwijzer een intellec- tueele piet. Niet alleen stond het gewone L. O. niet op het peil van thans, maar ook waren de kansen van de volksjeugd op voortgezet onderwijs uiterst ge' ring. De onderwijzer stak daarom geestelijk ver uit boven de om' geving, waartoe hij maatschap pelijk behoorde, d.i. de kring van arbeiders en paupers. Het salaris van den onderwij zer gold als de laagte-basis, waarop het inkomen van andere intellectueelen, in het bijzonder der ambtenaren, zooveel mogelijk moest worden neergedrukt. Gelijk ook het loon van politie-agenten als norm werd aangemerkt voor de verdienste van andere arbei ders in dien zin, dat de ver dienste dier andere arbeiders er beneden moest worden gehouden, omdat zoo heette het, de politie-dienaar middels de hooge- re betaling een betrouwbaar element zou blijven, waarop het gezag in alle omstandigheden, dus ook bij staking, zou kunnen steunen. Zouden we voor wat de waar deering van intellectueelen en opvoedkundigen arbeid betreft en de belooning voor lichame lijke werkkracht, volledig terug moeten naar dien „goeden ouden tijd" Het begint er op te lijken. Van jaar tot jaar drukt de regeering telkens opnieuw alle tot dan gegolden hebbende loon- normen een stuk omlaag en nauwelijks hebben de geïnteres seerden zich met den nieuwen toestand verzoend, of ze verne men al weer van nieuwe plan nen van voortgezette loonsbe- snoeiing. Welke dan met de beraamde tekorten op de komende begrooting worden verdedigd. De massa geraakt geestelijk vermoeid van dezen voortgezetten strijd tegen haar algemeen wel vaartspeil. De gaafheid van den gulden, waarvoor de regeering zulke zware offers vraagt, interesseert haar nauwelijks of niet meer. Wat schiet ze er mee op, of ons betaalmiddel op goudbasis ge handhaafd blijft, als ze van dat betaalmiddel telkens minder aan tal stuks bekomt? Het groote bezuinigingsplan, thans door de regeering bij de Staten-Generaal aanhangig ge maakt, werd verdedigd op grond van de noodzaak om de komen de begrooting sluitend te maken. Er ontstond een geweldige op positie tegen, omdat de voorge stelde maatregelen té ingrijpend werden geacht, al te zeer den levensstandaard van talloozen Mattesen Ties de Kiesjeskèl Oorspronkelijk verhaal van de Noord-Limburgsche grenzen door BERNARD VIELER. 42 't Duut me plezier, dat te heure en da geej zo vast van ka rakter bint, zei Mattesen Ties tegen Flipse Frans. Op zonne zin is ter nouw misschien kans, da geej en Tieleke of Anneke dan man en vrouw zudt kunne werre, went dat za'k ow now is zegge en dor motte mer nie af schrikke - dat megje is wezelik 't kiend van ennen erme slokkert der is iets uutgekomme, dat alles anders mikt wat zegde geej dor nou van Wurrum vraogde geej me dat nog enne keer Ik heb ow toch genoeg gezeed, asdat ik 't megje ok zonder enne eens zeuj wille. Mer vertelt nou is wier. Wat is er dan mit eur gebeurt Dor is mit ur eiges niks ge beurt, teminste nou nie. Ge wet dat de Flammertschen boer en zien vrouw nie de vader en de moeder van het megje zien en dat ze 't kiend jaore geleeje dor ien eur huus gevonde hebbe. Nou hit zich evve! deez' daag den echte vader van 'tj drukken. geWeldigen sfoot °">Iaag Het Voorloopig Verslag der Kamer was beslist ongunstig; er dreigde zich 'n meerderheid tegen de regeeringsplannen te vormen van au v' b!j de beantwoording van dit Voorloopig Verslag heeft dat E2W a' Weer on'dekt, r °P de begrooting voor 1936 nóg grooter zal zijn zes en °orsPronkeiiik beraamde; zes en zeventig millioen gulden daarvan bi)' bef ve™men daarvan met omvalt van schrik en ijlings vóór het groote bezui nigingsplan stemt, kan nooit of zijn"'mmer 6en g°ed vader|ander De regeering trachtte het vóór- oorlogsche armoe-peil der onder wijzers oorspronkelijk te benade ren door een andere titulatuur te bedenken voor die onderwijs krachten, welke - met un overigens volwaardige bevoegd heden - in de eerste klassen ïr L.g?-re scho,en 'es geven „Kwekelingen" zouden ze worden geheeten en ze zouden worden betaa'ld als de vroegere school,nenschen van dien naam, die toen! als regel géén peten of volledige onderwijs bevoegdheid bezaten. Dat plan is mislukt door de algemeene felle oppositie er tegen haf" At S lleeft de regeering in haar Memorie van Antwoord den aanslag op de titulatuur terug genomen, maar den aanslag op lïalfd aartSpeilv0llediggehand- Als het gewijzigde bezuini gmgsplan wet wordt, zullen onderwijzers na hun kostbare wÜy opleidi"g een aanvangs- wedde gaan „genieten" van f 500 zelf* b,el00nin? waarvoor thans zelfs de meeste tewerkgestelden in de werkverschaffing hun neus zouden ophalen. De intellectueel gevormde onderwijzer, de opvoeder der jeugd, zal zelfs na jaren nog geen inkomen kunnen verwerven dat boven dat van een eenvou' flJ!, i°?len werkman uitkomt. Naar het komende onrustbarend age onderwijzerssalaris zullen tal van andere inkomsten worden „gericht". Waar zulke perspectieven dreigen, blijft de regeering alle oppositie tegen haar pll„nen hooghartig als destructief ken merken. Ze handhaaft onverzwakt haar standpunt, dat alleen door aanvaarding van haar plannen het land kan worden gered de cris^rUiteinCelijk ka/worded onverschillig voor.*3 e' Ze suggereert zichzelve meer m?er' dat er Seen bezwaar meer kan zijn om hef eens met een andere crisis-politiek tepro- r>re1i Desnoods met devaluatie. Omdat er zoetjes-aan niets meer te verliezen overblijft bij een economisch kansspellefje. Md. kiend bekend gemakt en wette geej wie dat is Toen Mattesen Ties dit zeide.had bij den jongen man scherp aange keken maar deze had hem eveneens oplettend aangekeken. Een* oogen- blik zwegen beide toen begon Frans Ik kan 't nou raoje.... 't Zien de eigeste trek.... de eigeste ooge... Geej ziet eur vader,., mer durrum is ze meej nog lievver as eurst... went geej ziet enne goeje mins... dit zeg gende nam hij de hand van den Kiesjeskel en drukte die met innig heid, terwijl zijn oogen vochtig werden. Maar ook de verharde zwerver moest met de hand over de oogen vegen... ook hij was aangedaan. Annekeriep hij na eenig stilzwijgèn, kom is eive hiehr. Een oogenblik later was 't meisje bij hem en lachtte eens tegen Frans, die er zoo raar uitzag, net als Jantje huil en Jantje lach. Kom is hier, mien kinneke Weej Frans en ik hebbe net ovver errenstige dinge gepraot. Frans hit me bekend asdat ie ow goed lieje mugt en dat heej ow ok tot vrouw geèr zeuj hebbe en dat ie ow er nog te liever urn hit, nou ie wet dat geej mien dochter ziet. Dat hit me goed gedaon en durrum meug ik urn nou ok nog béter lieje as eurst. Mer nou motte geej me is uut de grond van ow hart zegge, of geej der ow ok wezelik ien zudt schikke kunne um afstand te doen van de riekdomme van den Flam mertschen Hof en 't geld van de „Ons Noorden" oefent kritiek op eenige verkiezingen tot Ge deputeerde. Zooals op die van Prof. Cohen, te Groningen. Allereerst zou de vraag ge wettigd zijn of 't wel juist is, dat men iemand die dezer dagen reeds 68 jaar wordt, nog benoemt tot zulk een be langrijk ambt, waar zovele jongeren niet aan de slag kunnen komen en de regering momenteel burgemeesters niet meer herbenoemt als zij de 65 gepasseerd zijn. Daar komt nog iets bij. Prof. Cohen die over twee jaar ontslag zou moeten nemen als hoogleraar, wegens het bereiken van de 70-jarige leeftijd, zal nu zijn pensioen aanvragen. Naast dit pensioen krijgt hij nu een salaris van f 4500 als Gede puteerde. Dat kan nog net, aangezien de nieuwe wet, die deze dingen voortaan wil keren eerst op 1 October ingaat, stel dat deze wet wordt aange nomen. Het tweede geval is de ver kiezing van den chr. hist, burgemeester van Meppel tot lid van Ged. Staten in Drente. De heer Knoppers is 65 jaar en zou binnenkort wegens ver gevorderde leeftijd moeten af treden als burgemeester. Maar nu kiezen de Staten den man die te oud wordt voor burge meester, als Gedeputeerde. De heer Knoppers gaat nu met pensioen als burgemeester en krijgt daar nu nog salaris als Gedeputeerde bij. Ook deze cumulatie kan nog net in de wacht worden gesleept vóór 1 Oct. Het derde geval betreft Noord-Holland. Daar is de heer Polak, die f 4000 pensioen heeft als oud-wethouder van Amsterdam, gekozen tot lid van Ged. Staten van Noord- Holland met 'n inkomen van f 6000. Ook deze cumulatie kan nog net voor 1 October in de wacht gehaald worden. Wij betreuren het in hooge mate dat ernstige politieke partijen in deze tijd aan der gelijke methoden meewerken. Herinneringen aan de omzwervin gen van een oud-oorlogscorres pondent tusschen de strijdende partijen. Op de Zwarte Lijst. Brugge, waarheen we terugkeerden, begon zich langzamerhand aan te passen aan de zoozeer gewijzigde omstandigheden. Op de Markt woon den we een concert bij, dat door een muziekcorps der Duitsche Marine gegeven werd aan den voet van het monument ter eere van Breydel en de Koninck. De burgerij hield zich Pasmans, um te gaon zitte waachte totdat Frans 'n anstelling as bovve- meister kan kriege Och vader, snikte het meisje, Frans is miennen uitverkoorene, weot as ik um geld haaj willen trouwe, haaj ik de ander jongens, die um meej of um 't geld van vader Pasmans hier gekome zien, ok wel kunne neme. Frans alleen en niemes anders Ik gééf der niks um, asset um ok egaal is, um zonder geld zien vrouw te werre en weej zun oknog wel en tiedje langer kunne waachte, totdat Frans en bantje as bovve- meister gevonden hit. Mattesen Ties legde de handen der twee jonge menschen in elkaar en sprak Zo wil ik 't heure, dor ien ken ik mien moedig kiend terug en van Frans wil ik ok nie asdat heej vur niks teruggaon zal,.. Mienne zegen hedde mien liefh kiender.... Meugt Ozze Lieven Heer ow ok gelukkig make Frans en Anneke waren op de knieën voor den ziekenstoel neerge zonken en schreiden tranen van aan doening en geluk. Zij werden gestoord door moeder Pasmans, die met een hoogrood gelaat van het werken en met half- opgestroopte mouwen naar de op kamer ging. Vrouw Pasmans, zei Ties, hier zien twee gelukkige jong minse, die mit Gods zegen trouwen willen. Mienne zegen hebbe ze al, geej zudt toch ok wel nie terugblieve, went 't geluk van Anneke lit ow toch ok afzgdig, maar was niet hatelijk ge stemd jegens de Duitschers. I Deze laatsten zouden dan ook on getwijfeld een sfeer van formeele harmonie hebben kunnen scheppen, als ze van hun kant niet zoo scherp en provoceerend waren opgetreden. Van dat laatste kregen we een idee, toen we voor pasaangelegen heden weer een bezoek moesten brengen aan den Kommandantur. Men ontving er ons op welwil lende wijze, maar heel anders was de bejegening van een ouderen heer, die door een Duitschen postbeambte en een sojdaat werd binnengeleid. De postbeambte vertelde een der officieren, een Hauptmann (gelijk aan den rang van kapitein ten onzent), dat hij ingevolge zijn instructies het telephoontoestel bij dien burger weghaalde om het over te brengen naar den Kommandantur, toen die burger ineens tegen hem was uitgevaren en o.m. had uitge roepen,,Moet je ook dat toestel nog stelen De Hauptmann vloog verontwaar digd overeind. Wat! riep hij uit in hetDuitsch, wat Hetgeen wij. Duitschers hier in Brugge requireeren. durf jij dat stelen noemen Monsieur, stotterde de beangste heer, je ne comprends pas allemand, mais.... Geen woord, geen woordJe hebt een Duitschen beambte belee- digd en volgens de uitgevaardigde proclamaties kun je weten, dat daarop zware straf staat. Je bent mijn gevangene Terwijl hij dat zei, legde de officier niet onzacht zijn hand op 's mans schouder. En ineenkrimpende gaf deze nogmaals te kennen, dat hij geen Duitsch verstond. Maar laat me het geval toch uitleggenverzocht-ie. Ik heb het woord „stelen" heelemaal niet ge bruikt. Ik.... Deze beambte, bulderde de officier, spreekt zoo goed Fransch als gij zelf en kan je niet hebben misverstaan. Beambte kun je je verklaring met een eed bevestigen Jawel! Welnu, zich tot een der militaire beambten wendende, roep de patrouille hier. Die man wordt in arrest genomen. s Zoo gauw we buiten waren, infor meerden we, wie deze gevangen ge nomen heer kon zijn en weldra wisten we het, dat het de heerCop- pieters was, arrondissementscommis saris, een man, die een lang en verdienstelijk leven achter zich had, in dienst der maatschappy en tot nut der gemeenschap. Gelukkig heeft de burgemeester van Brugge zich 's mans lot weldra aangetrokken en vernamen we bij een later bezoek aan deze oud- Vlaamsche stad, dat de invrijheid stelling van den heer Coppieters was verkregen. Met het vastloopen der posities van de strijdende partijen aan den User, was er een einde gekomen aan den bewegingsoorlog en viel er op het oorlogsveld niet veel meer te avonturen, wat thans, na twintig jaar, nog de moeite van het na vertellen waard is. Ik bleef me in hoofdzaak in West- België bewegen, me op de hoogte houdende van den toestand der burgerbevolking en afwachtende, dat het front van een der partijen er tenslotte zou bezwijken. Dat zulks nog in geen vier jaren gebeuren zou, was toen natuurlijk volstrekt niet te bezien. Van week tot week echter werd het verkeer van en over de grens moeilijker en de vrijheid daarvan een vrijheid, welke ik tot nog toe, steunende op een stel van de schit terendste aanbevelingsbrieven zoo goed als onbeperkt had genoten had ik benoodigd om op vlotte wijze myn correspondentie weg te krijgen. Ik bracht nog eenige brieven naar Holland over, welke van Kardinaal Mercier afkomstig waren, welke brieven in de wereldpers openbaar nao an 't hart. Anneke had zich weenend in de armen harer pleegmoeder geworpen, die bijna hopeloos van aandoening was. De gedachte, dat nu het oogen blik gekomen was, dat zij afstand zou moeten doen van het kind harer liefde, het kind van den man die eens hare liefde had gewonnen... al die gevoelens overweldigde haar.... ze was niet bij machte te spreken.... aldoor hield zij hare pleegdochter in stomme omarming omstrengeld, alsof zij ze niet van haar wilde laten weg gaan. Stommelend kwam baas Pasmans de trapjes op: zijn gebrekkige gang en de zware krukstok hadden zijn komst reeds van verre aangekondigd, maar toch overviel hij 't gezelschap op de opkamer in een opgewonden voor hem onbegrijpelijken toestand. Dor is Pasmans ok. zei Ties, die het eerst weer tot bezinning kwam jao jong, geej meugt er wel vrimd van opkieke dor is hier wat bizonders an de hand.... Hiehr, wat de meister is, wil mit ons kiend trouwe en mienne zegen hebbe ze al gekrege. Mer umdat geej en ow vrouw beej Anneke van kiendsafaan de plaots van vader en moeder het iengenome en altied zo goehd en vol liefde vur 't kiend gewist ziet. wille zeej ok owe zegen vraoge en ik vertrouw dat geej der ok niks op tege zudt hebbe. Het gezicht van den Flammert schen boer had, sedert zijn binnen treden in het vertrek en gedurende de weinige woorden van den zieke, werden gemaakt. Of het daarom was, dan wel dat er in elk geval onjuiste beschuldigingen van spionnage tegen me waren ingebracht, feit is, dat ik op zekeren dag van een uitnemende relatie in Leuven de ernstige vermaning kreeg om te trachten zoo gauw mogelyk het Belgisch grondgebied te verlaten zonder een der Duitsche grens- controleposten te passeeren. Ik wist, dat ik die waarschuwing ter harte moest nemen, afkomstig als ze was van een zijde, welke in België bij de contra-spionnage was geïnteresseerd. Men had trouwens geen moeite noch kosten gespaard om me op te sporen, teneinde me het bedoelde vermaan te doen ge worden. Het viel niet mee om op sluiksche wijze uit België te komen. De grens was toen reeds versperd met de moordende electrische draden. Vier k vijf onder sterken slroom staande prikkeldraden waren met circa 30 c.M. tusschenruimte boven elkaar gespannenparallel met deze draden was aan weerzijden een hooge af sluiting van vlechtdraad en aan den Duitschen kant stonden op elke 200 meter posten, die tot taak hadden om regelmatig op elkaar toe te loopen. Wilde men de grens dus buiten de officiëele doorgangen om passeeren, dan moest men éérst ergens het vlechtdraad stuk maken, dan tusschen de zwaar onder stroom staande draden zien door te komen, vervol gens wéér vlechtdraad verbreken en eindelyk buiten het bereik der kogels van de bewakingsmanschappen zien te blijven.... Later heb ik meermalen Duitsche deserteurs en ook wel gevluchte Belgische burgers gezien, wien dat alles niet was gelukt. Zoo vaak werd de doodende draad héél eventjes geraakt. Het slachtoffer was dan aanstonds dood en dan bleef meestal een been of een arm op den draad hangen. De menschen aan de grens, Neder- landsche militairen en Belgische vluchtelingen, gingen zulk macabre schouwspel dan zien in den donkeren avondblauwe vlammetjes vraten in het rookende en smokende menschen- vleesch, totdat de stroom was afgezet en eenige manschappen het doode menschenlichaam weghaalden. Zelf heb ik de hulp van andere menschen noodig gehad om over de grens te komenik ben gekropen door een primitief geïsoleerde goed droge ton, welke ik onder den ondersten draad heb moeten schuiven. Het werd een van de vreeselijkste oogenblikken van mijn leven. Ik wist hetik was op de Zwarte Lijst geplaatst. Mij wachtte niet veel goeds, als ik toen in handen der Duitschers ware gevallen. Een andere medewerker van „De Tijd", collega Kemper, had in Brussel 14 dagen in voorarrest gezeten, omdat ze weder om half dachten, dat ze mij te pakken hadden. Ik heb niet gerust vóór ik de Zwarte Lijst te pakken had. Ze werd voor me gestolen A la querre comme a la querre op den Kom mandantur in Watervlietik stond er zelfs twee maal op, in twee ver schillende spellingen n.l. van mijn naam. Ze bevatte de namen, beroepen enz. van 89 personen van allerlei nationaliteit, w.o. 6 Nederlanders. Deze menschen moesten worden ge arresteerd, als ze ergens een grens- conrole zouden passeeren. De volledige lijst publiceerde ik op 2 Juni 1915 in „De Tijd" en ze werd overgenomen en verbreid in de groote pers van heel de wereld, buiten de landen natuurlijk der centrale mogendheden. Md. (Wordt vervolgd. De hcldenstrljd der Dakota's. De Dakota's, die tot de groote zoovele kort op elkander volgende veranderingen vertoond, dat een ge- dachtenlezer moeite gehad zou heb ben daaruit de warreling van gevoe lens te ontleden, die in dat geringe tijdsverloop door het brein van den berekenenden boer schoten. Verwondering, verbazing, verras sing, ongeloovigheid, nieuwsgierig heid, een klein sprankje van vreugde bij het aanschouwen van het geluk- stralende meisje, dan weer oms'aan- de tot een ernstige uitdrukking van tegenslag, afkeuring, vrees voor 't geen nu komen ging, koppigheid gedecideerde tegenstand, dat alles had zich afgeteekend op het gelaat, dat nu plotseling stroef stond en volstrekt geen blijken van vreugde, deelneming of instemming vertoon de. 't Schient da ge der nie mit ien ziet, Pasmans, vervolgde Mat tesen Ties, dat zeuj me spiete, went deez' jong minse zun zeker groote pries stellen op ow toestemming en zegen. Ik heb niks tigge de meister. 't kwam langzaam, bedachtzaam uit den mond van den gebrekkige, die met beide handen op den kruk stok rustende, voorover gebogen op den grond staarde, alsof er niemand rondom hem heen stond, mer ie is gen portuur vur ons Anneke. Hier op den hof is enne flinken boer neudig, den alles kan hantiere en nagaon, mer genne meister. Zowiet zien we nog nie, Pas mans, gij denkt teveul an ow zelf en an owwen hof. zei vader Mathij sen, mer wie zit ow dat Frans Indiaansche taalfamilie der Sioux behooren, vormden in hun bloeitijd perk een bond, die uit 7 van elkan der onafhankelijke hoofdstammen bestond. Hoofdzakelijk jagervolken, stonden zij op betrekkelijk hoogen trap van cultuur en bezaten historische aan- teekeningen in beeldschrift. Van de Canadeesche grens tot Kansas, van de Missouri tot het Rotsgebergte strekten zich in de eerste helft der 19e eeuw hun jacht en krijgstochten uit. In 1837 werd hun aantal op 38000 geschat. De Franschen stonden met hen, zoowel als met alle andere prairie- Indianen steeds op zeer goeden voet op dit punt waren zij de Anglo- Amerikanen ver voor. Het was dus geen toeval, dat in de Amerikaansche koloniale oorlogen steeds de over- groote meerderheid van Indianen onder de leliënbanier vocht. Ook in de eerste tientallen jaren der Amerikaansche heerschappij (sedert 1803) bleef deze goede ver standhouding met de Blanken over het algemeen bestaan. Pas toen na de goudvondsten in Californlë talrijke troepen goudzoekers het gebied der Dakota's passeerden, kwam het hier en daar tot botsingen. De eerste groote botsing had plaats den 19en Aug. 1854 in de omgeving van het fort Saramie en voerde tenslotte tot den eersten Sioux-oorlog, ondanks de pogingen der Indianen om door volledige schadeloosstelling en het geven van waarborgen alle vijandelijkheden te vermijden. Deze oorlog die het vertrouwen van de Indianen in de Amerikanen sterk schokte, duurde tot het voorjaar van 1856. In den successie-oorlog deden de prairie-Indianen een poging, hun ge bied te bevrijden van de blanke kolonisten, die op den door hun be woonden grond meestal geen ander recht konden doen gelden dan dat van geweld. Het kwam tot uiterst verbitterde gevechten, waarbij aan beide zijden meestal geen genade gebruikt werd. De oorlogsvoering der Amerikanen was geen spier men schelijker dan die der Indianen. Officieren en soldaten der geregel de troepen achten het vaak niet eens beneden hun waardigheid de gevallen Indianen te scalpeeren en de scalpen-premie op te strijken, die tot 120 dollar per scalp bedroeg. Onverschillig of die van een soldaat, vrouw of kind was. De uitdrukking welke uit dien tijd dateert „De beste Indiaan is een doode Indiaan" heefteen treurige vermaard- beid gekregen. En wat men van de regimenten vrijwilligers, die tegen de Indianen' geplaatst werden, te verwachten had, blijkt uit het voor beeld van het 3e Colorado-regiment vrijwilligers, dat onder het bevel van „Overste" Ervington den 29en Nov. 1864 uit Sandy Creek, in de onmid dellijke nabijheid van Fort Lyon, een nederzetting van Indianen, die de Regeering goed gezind waren, overviel en meer dan 170 mannen, vrouwen en kinderen vermoordde. Dat deze beestachtige daad de kiem tot nieuwe verbitterde gevechten legde, is duidelijk. Toen verschillende maanden daarop Pater de Smet, S.J., die den bijnaam „De Apostel der Sioux", droeg en onverschrokken 't oorlogskamp der Sioux bezocht, antwoordde Sitting-Bull, die toen reeds beroemd was, op de vraag, waarom hij de strijdbijl opgegraven had„Heeft niet Chirington meer dan 100 vrouwen en kinderen gedood Toen heb ik naar den tomahawk gegrepen en de Blanken alle kwaad aangedaan, waartoe ik in staat was. Na den Burgeroorlog kwam een stroom emigranten naar het Westen, terwijl ook steeds meer spoorlijnen werden aangelegd. Nu begon de uit roeiing van het bison, het hoofdvoed- sel der Indianen. Toen gebeurde het, dat de „Indianendooder" William Cody, die er op roemde, dat hij den eersten Indiaan, reeds op 14-jarigen leeftijd gedood had van de bouw maatschappij Groddad Brothers de gennen goejen boer zeui zien Hij is zelfs ok ennen boerenzoon, zien vader huert ennen hof toe geuns ovver de Maas ien Bretterswiek en ik wiët dat dé jong altied veul lief- hebberej vur de boerderej gehad hit en nog hit en hej zal kortelings ok zien examen doen as landbouw- leeraar. Jao, dat mos t'r nog net bej komme, enne geliërden boer, mit de buuk ien de hand achter de mist- kar, kwam er nu venijnig uit bij den stijfkoppigen boer, die zich hoe langer hoe meer begon op te win den, naarmate hij bemerkte, dat zijn tegenpartij niets toegaf. Nieje, vervolgde hij, daor kan niks van komme, mit miene wil nie. Ik zal 't nie toegève dat Anneke mit den mèster trouwt. Dan zun ze 't wel zonder ow toestemming doen, baas Pasmans, went de mien hebbe ze al en miehr hebbe ze nie nuedeg. O zei de achterdochttge boer nu heel bedachtzaam, maar daarna plotseling in woede oplaaiend: en wie zit mej dat 't allemaol gen ke rn eedie van ow is en waor hedde de bewieze dat 't megje ow dochter is, parjen Ik heb der lang ovver naogedocht, waor ziedde mit ow bewieze? De geboorteakte van mien kiend draag ik hier ien en teske op de borst, mer ik kan ow nog en vul béter bewies brenge, waor ge niks mer tiggen ien kunt brenge. Wordt vervolgd,

Peel en Maas | 1935 | | pagina 7