TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
FEUILLETON.
V
Cumulatie-
gevallen.
De overweldiging
van België.
Uit het leven der
Indianen.
Zaterdag 13 Juli 1933
Zes en vijftigste Jaargang No 28
Arm en geleerd als.
'n onderwijzer!
De aanpassing aan de
armoede.
Het kan misschien niet
anders, maar men krijgt
de neiging om het
anders te probeeren
Het groote bezuini
gingsplan.
In de vóór-oorlogsche jaren
was de onderwijzer een intellec-
tueele piet. Niet alleen stond het
gewone L. O. niet op het peil
van thans, maar ook waren de
kansen van de volksjeugd op
voortgezet onderwijs uiterst ge'
ring. De onderwijzer stak daarom
geestelijk ver uit boven de om'
geving, waartoe hij maatschap
pelijk behoorde, d.i. de kring
van arbeiders en paupers.
Het salaris van den onderwij
zer gold als de laagte-basis,
waarop het inkomen van andere
intellectueelen, in het bijzonder
der ambtenaren, zooveel mogelijk
moest worden neergedrukt. Gelijk
ook het loon van politie-agenten
als norm werd aangemerkt voor
de verdienste van andere arbei
ders in dien zin, dat de ver
dienste dier andere arbeiders er
beneden moest worden gehouden,
omdat zoo heette het, de
politie-dienaar middels de hooge-
re betaling een betrouwbaar
element zou blijven, waarop het
gezag in alle omstandigheden,
dus ook bij staking, zou kunnen
steunen.
Zouden we voor wat de waar
deering van intellectueelen en
opvoedkundigen arbeid betreft
en de belooning voor lichame
lijke werkkracht, volledig terug
moeten naar dien „goeden ouden
tijd"
Het begint er op te lijken.
Van jaar tot jaar drukt de
regeering telkens opnieuw alle
tot dan gegolden hebbende loon-
normen een stuk omlaag en
nauwelijks hebben de geïnteres
seerden zich met den nieuwen
toestand verzoend, of ze verne
men al weer van nieuwe plan
nen van voortgezette loonsbe-
snoeiing. Welke dan met de
beraamde tekorten op de komende
begrooting worden verdedigd.
De massa geraakt geestelijk
vermoeid van dezen voortgezetten
strijd tegen haar algemeen wel
vaartspeil.
De gaafheid van den gulden,
waarvoor de regeering zulke
zware offers vraagt, interesseert
haar nauwelijks of niet meer.
Wat schiet ze er mee op, of ons
betaalmiddel op goudbasis ge
handhaafd blijft, als ze van dat
betaalmiddel telkens minder aan
tal stuks bekomt?
Het groote bezuinigingsplan,
thans door de regeering bij de
Staten-Generaal aanhangig ge
maakt, werd verdedigd op grond
van de noodzaak om de komen
de begrooting sluitend te maken.
Er ontstond een geweldige op
positie tegen, omdat de voorge
stelde maatregelen té ingrijpend
werden geacht, al te zeer den
levensstandaard van talloozen
Mattesen Ties
de Kiesjeskèl
Oorspronkelijk verhaal van de
Noord-Limburgsche grenzen
door BERNARD VIELER.
42
't Duut me plezier, dat te
heure en da geej zo vast van ka
rakter bint, zei Mattesen Ties tegen
Flipse Frans. Op zonne zin is ter
nouw misschien kans, da geej en
Tieleke of Anneke dan man
en vrouw zudt kunne werre, went
dat za'k ow now is zegge en
dor motte mer nie af schrikke -
dat megje is wezelik 't kiend van
ennen erme slokkert der is iets
uutgekomme, dat alles anders mikt
wat zegde geej dor nou van
Wurrum vraogde geej me dat
nog enne keer Ik heb ow toch
genoeg gezeed, asdat ik 't megje
ok zonder enne eens zeuj wille. Mer
vertelt nou is wier. Wat is er dan
mit eur gebeurt
Dor is mit ur eiges niks ge
beurt, teminste nou nie. Ge wet dat
de Flammertschen boer en zien
vrouw nie de vader en de moeder
van het megje zien en dat ze 't
kiend jaore geleeje dor ien eur huus
gevonde hebbe. Nou hit zich evve!
deez' daag den echte vader van 'tj
drukken. geWeldigen sfoot °">Iaag
Het Voorloopig Verslag der
Kamer was beslist ongunstig; er
dreigde zich 'n meerderheid tegen
de regeeringsplannen te vormen
van au v' b!j de beantwoording
van dit Voorloopig Verslag heeft
dat E2W a' Weer on'dekt,
r °P de begrooting
voor 1936 nóg grooter zal zijn
zes en °orsPronkeiiik beraamde;
zes en zeventig millioen gulden
daarvan bi)' bef ve™men
daarvan met omvalt van schrik
en ijlings vóór het groote bezui
nigingsplan stemt, kan nooit of
zijn"'mmer 6en g°ed vader|ander
De regeering trachtte het vóór-
oorlogsche armoe-peil der onder
wijzers oorspronkelijk te benade
ren door een andere titulatuur te
bedenken voor die onderwijs
krachten, welke - met un
overigens volwaardige bevoegd
heden - in de eerste klassen
ïr L.g?-re scho,en 'es geven
„Kwekelingen" zouden ze
worden geheeten en ze zouden
worden betaa'ld als de vroegere
school,nenschen van dien naam,
die toen! als regel géén
peten of volledige onderwijs
bevoegdheid bezaten.
Dat plan is mislukt door de
algemeene felle oppositie er tegen
haf" At S lleeft de regeering in
haar Memorie van Antwoord den
aanslag op de titulatuur terug
genomen, maar den aanslag op
lïalfd aartSpeilv0llediggehand-
Als het gewijzigde bezuini
gmgsplan wet wordt, zullen
onderwijzers na hun kostbare
wÜy opleidi"g een aanvangs-
wedde gaan „genieten" van f 500
zelf* b,el00nin? waarvoor thans
zelfs de meeste tewerkgestelden
in de werkverschaffing hun neus
zouden ophalen.
De intellectueel gevormde
onderwijzer, de opvoeder der
jeugd, zal zelfs na jaren nog
geen inkomen kunnen verwerven
dat boven dat van een eenvou'
flJ!, i°?len werkman uitkomt.
Naar het komende onrustbarend
age onderwijzerssalaris zullen
tal van andere inkomsten worden
„gericht".
Waar zulke perspectieven
dreigen, blijft de regeering alle
oppositie tegen haar pll„nen
hooghartig als destructief ken
merken. Ze handhaaft onverzwakt
haar standpunt, dat alleen door
aanvaarding van haar plannen
het land kan worden gered de
cris^rUiteinCelijk ka/worded
onverschillig voor.*3 e'
Ze suggereert zichzelve meer
m?er' dat er Seen bezwaar
meer kan zijn om hef eens met
een andere crisis-politiek tepro-
r>re1i Desnoods met devaluatie.
Omdat er zoetjes-aan niets
meer te verliezen overblijft bij
een economisch kansspellefje.
Md.
kiend bekend gemakt en wette geej
wie dat is
Toen Mattesen Ties dit zeide.had
bij den jongen man scherp aange
keken maar deze had hem eveneens
oplettend aangekeken. Een* oogen-
blik zwegen beide toen begon Frans
Ik kan 't nou raoje.... 't Zien
de eigeste trek.... de eigeste ooge...
Geej ziet eur vader,., mer durrum is
ze meej nog lievver as eurst... went
geej ziet enne goeje mins... dit zeg
gende nam hij de hand van den
Kiesjeskel en drukte die met innig
heid, terwijl zijn oogen vochtig
werden.
Maar ook de verharde zwerver
moest met de hand over de oogen
vegen... ook hij was aangedaan.
Annekeriep hij na eenig
stilzwijgèn, kom is eive hiehr.
Een oogenblik later was 't meisje
bij hem en lachtte eens tegen Frans,
die er zoo raar uitzag, net als
Jantje huil en Jantje lach.
Kom is hier, mien kinneke
Weej Frans en ik hebbe net
ovver errenstige dinge gepraot.
Frans hit me bekend asdat ie ow
goed lieje mugt en dat heej ow ok
tot vrouw geèr zeuj hebbe en dat
ie ow er nog te liever urn hit, nou
ie wet dat geej mien dochter ziet.
Dat hit me goed gedaon en durrum
meug ik urn nou ok nog béter lieje
as eurst.
Mer nou motte geej me is
uut de grond van ow hart zegge,
of geej der ow ok wezelik ien zudt
schikke kunne um afstand te doen
van de riekdomme van den Flam
mertschen Hof en 't geld van de
„Ons Noorden" oefent kritiek
op eenige verkiezingen tot Ge
deputeerde.
Zooals op die van Prof. Cohen,
te Groningen.
Allereerst zou de vraag ge
wettigd zijn of 't wel juist is,
dat men iemand die dezer
dagen reeds 68 jaar wordt,
nog benoemt tot zulk een be
langrijk ambt, waar zovele
jongeren niet aan de slag
kunnen komen en de regering
momenteel burgemeesters niet
meer herbenoemt als zij de
65 gepasseerd zijn. Daar komt
nog iets bij. Prof. Cohen die
over twee jaar ontslag zou
moeten nemen als hoogleraar,
wegens het bereiken van de
70-jarige leeftijd, zal nu zijn
pensioen aanvragen. Naast dit
pensioen krijgt hij nu een
salaris van f 4500 als Gede
puteerde. Dat kan nog net,
aangezien de nieuwe wet, die
deze dingen voortaan wil keren
eerst op 1 October ingaat, stel
dat deze wet wordt aange
nomen.
Het tweede geval is de ver
kiezing van den chr. hist,
burgemeester van Meppel tot
lid van Ged. Staten in Drente.
De heer Knoppers is 65 jaar
en zou binnenkort wegens ver
gevorderde leeftijd moeten af
treden als burgemeester. Maar
nu kiezen de Staten den man
die te oud wordt voor burge
meester, als Gedeputeerde. De
heer Knoppers gaat nu met
pensioen als burgemeester en
krijgt daar nu nog salaris als
Gedeputeerde bij. Ook deze
cumulatie kan nog net in de
wacht worden gesleept vóór
1 Oct.
Het derde geval betreft
Noord-Holland. Daar is de heer
Polak, die f 4000 pensioen
heeft als oud-wethouder van
Amsterdam, gekozen tot lid
van Ged. Staten van Noord-
Holland met 'n inkomen van
f 6000.
Ook deze cumulatie kan nog
net voor 1 October in de
wacht gehaald worden.
Wij betreuren het in hooge
mate dat ernstige politieke
partijen in deze tijd aan der
gelijke methoden meewerken.
Herinneringen aan de omzwervin
gen van een oud-oorlogscorres
pondent tusschen de strijdende
partijen.
Op de Zwarte Lijst.
Brugge, waarheen we terugkeerden,
begon zich langzamerhand aan te
passen aan de zoozeer gewijzigde
omstandigheden. Op de Markt woon
den we een concert bij, dat door een
muziekcorps der Duitsche Marine
gegeven werd aan den voet van het
monument ter eere van Breydel en
de Koninck. De burgerij hield zich
Pasmans, um te gaon zitte waachte
totdat Frans 'n anstelling as bovve-
meister kan kriege
Och vader, snikte het meisje,
Frans is miennen uitverkoorene,
weot as ik um geld haaj willen
trouwe, haaj ik de ander jongens,
die um meej of um 't geld van
vader Pasmans hier gekome zien,
ok wel kunne neme. Frans alleen
en niemes anders
Ik gééf der niks um, asset um
ok egaal is, um zonder geld zien
vrouw te werre en weej zun oknog
wel en tiedje langer kunne waachte,
totdat Frans en bantje as bovve-
meister gevonden hit.
Mattesen Ties legde de handen
der twee jonge menschen in elkaar
en sprak
Zo wil ik 't heure, dor ien
ken ik mien moedig kiend terug en
van Frans wil ik ok nie asdat heej
vur niks teruggaon zal,.. Mienne
zegen hedde mien liefh kiender....
Meugt Ozze Lieven Heer ow ok
gelukkig make
Frans en Anneke waren op de
knieën voor den ziekenstoel neerge
zonken en schreiden tranen van aan
doening en geluk.
Zij werden gestoord door moeder
Pasmans, die met een hoogrood
gelaat van het werken en met half-
opgestroopte mouwen naar de op
kamer ging.
Vrouw Pasmans, zei Ties, hier
zien twee gelukkige jong minse, die
mit Gods zegen trouwen willen.
Mienne zegen hebbe ze al, geej zudt
toch ok wel nie terugblieve, went
't geluk van Anneke lit ow toch ok
afzgdig, maar was niet hatelijk ge
stemd jegens de Duitschers.
I Deze laatsten zouden dan ook on
getwijfeld een sfeer van formeele
harmonie hebben kunnen scheppen,
als ze van hun kant niet zoo scherp
en provoceerend waren opgetreden.
Van dat laatste kregen we een
idee, toen we voor pasaangelegen
heden weer een bezoek moesten
brengen aan den Kommandantur.
Men ontving er ons op welwil
lende wijze, maar heel anders was
de bejegening van een ouderen heer,
die door een Duitschen postbeambte
en een sojdaat werd binnengeleid.
De postbeambte vertelde een der
officieren, een Hauptmann (gelijk
aan den rang van kapitein ten
onzent), dat hij ingevolge zijn
instructies het telephoontoestel bij
dien burger weghaalde om het over
te brengen naar den Kommandantur,
toen die burger ineens tegen hem
was uitgevaren en o.m. had uitge
roepen,,Moet je ook dat toestel
nog stelen
De Hauptmann vloog verontwaar
digd overeind.
Wat! riep hij uit in hetDuitsch,
wat Hetgeen wij. Duitschers hier
in Brugge requireeren. durf jij dat
stelen noemen
Monsieur, stotterde de beangste
heer, je ne comprends pas allemand,
mais....
Geen woord, geen woordJe
hebt een Duitschen beambte belee-
digd en volgens de uitgevaardigde
proclamaties kun je weten, dat
daarop zware straf staat. Je bent
mijn gevangene
Terwijl hij dat zei, legde de officier
niet onzacht zijn hand op 's mans
schouder. En ineenkrimpende gaf
deze nogmaals te kennen, dat hij
geen Duitsch verstond.
Maar laat me het geval toch
uitleggenverzocht-ie. Ik heb het
woord „stelen" heelemaal niet ge
bruikt. Ik....
Deze beambte, bulderde de
officier, spreekt zoo goed Fransch
als gij zelf en kan je niet hebben
misverstaan. Beambte kun je je
verklaring met een eed bevestigen
Jawel!
Welnu, zich tot een der militaire
beambten wendende, roep de
patrouille hier. Die man wordt in
arrest genomen.
s
Zoo gauw we buiten waren, infor
meerden we, wie deze gevangen ge
nomen heer kon zijn en weldra
wisten we het, dat het de heerCop-
pieters was, arrondissementscommis
saris, een man, die een lang en
verdienstelijk leven achter zich had,
in dienst der maatschappy en tot
nut der gemeenschap.
Gelukkig heeft de burgemeester
van Brugge zich 's mans lot weldra
aangetrokken en vernamen we bij
een later bezoek aan deze oud-
Vlaamsche stad, dat de invrijheid
stelling van den heer Coppieters was
verkregen.
Met het vastloopen der posities
van de strijdende partijen aan den
User, was er een einde gekomen
aan den bewegingsoorlog en viel er
op het oorlogsveld niet veel meer te
avonturen, wat thans, na twintig
jaar, nog de moeite van het na
vertellen waard is.
Ik bleef me in hoofdzaak in West-
België bewegen, me op de hoogte
houdende van den toestand der
burgerbevolking en afwachtende, dat
het front van een der partijen er
tenslotte zou bezwijken. Dat zulks
nog in geen vier jaren gebeuren
zou, was toen natuurlijk volstrekt
niet te bezien.
Van week tot week echter werd
het verkeer van en over de grens
moeilijker en de vrijheid daarvan
een vrijheid, welke ik tot nog toe,
steunende op een stel van de schit
terendste aanbevelingsbrieven zoo
goed als onbeperkt had genoten
had ik benoodigd om op vlotte wijze
myn correspondentie weg te krijgen.
Ik bracht nog eenige brieven naar
Holland over, welke van Kardinaal
Mercier afkomstig waren, welke
brieven in de wereldpers openbaar
nao an 't hart.
Anneke had zich weenend in de
armen harer pleegmoeder geworpen,
die bijna hopeloos van aandoening
was.
De gedachte, dat nu het oogen
blik gekomen was, dat zij afstand
zou moeten doen van het kind harer
liefde, het kind van den man die
eens hare liefde had gewonnen... al
die gevoelens overweldigde haar....
ze was niet bij machte te spreken....
aldoor hield zij hare pleegdochter in
stomme omarming omstrengeld, alsof
zij ze niet van haar wilde laten weg
gaan.
Stommelend kwam baas Pasmans
de trapjes op: zijn gebrekkige gang
en de zware krukstok hadden zijn
komst reeds van verre aangekondigd,
maar toch overviel hij 't gezelschap
op de opkamer in een opgewonden
voor hem onbegrijpelijken toestand.
Dor is Pasmans ok. zei Ties,
die het eerst weer tot bezinning
kwam jao jong, geej meugt er
wel vrimd van opkieke dor is
hier wat bizonders an de hand....
Hiehr, wat de meister is, wil mit
ons kiend trouwe en mienne zegen
hebbe ze al gekrege. Mer umdat
geej en ow vrouw beej Anneke van
kiendsafaan de plaots van vader en
moeder het iengenome en altied zo
goehd en vol liefde vur 't kiend
gewist ziet. wille zeej ok owe zegen
vraoge en ik vertrouw dat geej der
ok niks op tege zudt hebbe.
Het gezicht van den Flammert
schen boer had, sedert zijn binnen
treden in het vertrek en gedurende
de weinige woorden van den zieke,
werden gemaakt. Of het daarom
was, dan wel dat er in elk geval
onjuiste beschuldigingen van
spionnage tegen me waren ingebracht,
feit is, dat ik op zekeren dag van
een uitnemende relatie in Leuven de
ernstige vermaning kreeg om te
trachten zoo gauw mogelyk het
Belgisch grondgebied te verlaten
zonder een der Duitsche grens-
controleposten te passeeren.
Ik wist, dat ik die waarschuwing
ter harte moest nemen, afkomstig
als ze was van een zijde, welke in
België bij de contra-spionnage was
geïnteresseerd. Men had trouwens
geen moeite noch kosten gespaard
om me op te sporen, teneinde me
het bedoelde vermaan te doen ge
worden.
Het viel niet mee om op sluiksche
wijze uit België te komen. De grens
was toen reeds versperd met de
moordende electrische draden. Vier
k vijf onder sterken slroom staande
prikkeldraden waren met circa 30
c.M. tusschenruimte boven elkaar
gespannenparallel met deze draden
was aan weerzijden een hooge af
sluiting van vlechtdraad en aan den
Duitschen kant stonden op elke 200
meter posten, die tot taak hadden
om regelmatig op elkaar toe te
loopen.
Wilde men de grens dus buiten de
officiëele doorgangen om passeeren,
dan moest men éérst ergens het
vlechtdraad stuk maken, dan tusschen
de zwaar onder stroom staande
draden zien door te komen, vervol
gens wéér vlechtdraad verbreken en
eindelyk buiten het bereik der kogels
van de bewakingsmanschappen zien
te blijven....
Later heb ik meermalen Duitsche
deserteurs en ook wel gevluchte
Belgische burgers gezien, wien dat
alles niet was gelukt. Zoo vaak werd
de doodende draad héél eventjes
geraakt. Het slachtoffer was dan
aanstonds dood en dan bleef meestal
een been of een arm op den draad
hangen.
De menschen aan de grens, Neder-
landsche militairen en Belgische
vluchtelingen, gingen zulk macabre
schouwspel dan zien in den donkeren
avondblauwe vlammetjes vraten in
het rookende en smokende menschen-
vleesch, totdat de stroom was afgezet
en eenige manschappen het doode
menschenlichaam weghaalden.
Zelf heb ik de hulp van andere
menschen noodig gehad om over de
grens te komenik ben gekropen
door een primitief geïsoleerde goed
droge ton, welke ik onder den
ondersten draad heb moeten schuiven.
Het werd een van de vreeselijkste
oogenblikken van mijn leven.
Ik wist hetik was op de Zwarte
Lijst geplaatst. Mij wachtte niet veel
goeds, als ik toen in handen der
Duitschers ware gevallen. Een andere
medewerker van „De Tijd", collega
Kemper, had in Brussel 14 dagen in
voorarrest gezeten, omdat ze weder
om half dachten, dat ze mij te pakken
hadden.
Ik heb niet gerust vóór ik de
Zwarte Lijst te pakken had. Ze werd
voor me gestolen A la querre
comme a la querre op den Kom
mandantur in Watervlietik stond
er zelfs twee maal op, in twee ver
schillende spellingen n.l. van mijn
naam. Ze bevatte de namen, beroepen
enz. van 89 personen van allerlei
nationaliteit, w.o. 6 Nederlanders.
Deze menschen moesten worden ge
arresteerd, als ze ergens een grens-
conrole zouden passeeren.
De volledige lijst publiceerde ik op
2 Juni 1915 in „De Tijd" en ze werd
overgenomen en verbreid in de groote
pers van heel de wereld, buiten de
landen natuurlijk der centrale
mogendheden.
Md. (Wordt vervolgd.
De hcldenstrljd der Dakota's.
De Dakota's, die tot de groote
zoovele kort op elkander volgende
veranderingen vertoond, dat een ge-
dachtenlezer moeite gehad zou heb
ben daaruit de warreling van gevoe
lens te ontleden, die in dat geringe
tijdsverloop door het brein van den
berekenenden boer schoten.
Verwondering, verbazing, verras
sing, ongeloovigheid, nieuwsgierig
heid, een klein sprankje van vreugde
bij het aanschouwen van het geluk-
stralende meisje, dan weer oms'aan-
de tot een ernstige uitdrukking van
tegenslag, afkeuring, vrees voor 't
geen nu komen ging, koppigheid
gedecideerde tegenstand, dat alles
had zich afgeteekend op het gelaat,
dat nu plotseling stroef stond en
volstrekt geen blijken van vreugde,
deelneming of instemming vertoon
de.
't Schient da ge der nie mit
ien ziet, Pasmans, vervolgde Mat
tesen Ties, dat zeuj me spiete, went
deez' jong minse zun zeker groote
pries stellen op ow toestemming en
zegen.
Ik heb niks tigge de meister.
't kwam langzaam, bedachtzaam
uit den mond van den gebrekkige,
die met beide handen op den kruk
stok rustende, voorover gebogen op
den grond staarde, alsof er niemand
rondom hem heen stond, mer ie
is gen portuur vur ons Anneke.
Hier op den hof is enne flinken boer
neudig, den alles kan hantiere en
nagaon, mer genne meister.
Zowiet zien we nog nie, Pas
mans, gij denkt teveul an ow zelf
en an owwen hof. zei vader Mathij
sen, mer wie zit ow dat Frans
Indiaansche taalfamilie der Sioux
behooren, vormden in hun bloeitijd
perk een bond, die uit 7 van elkan
der onafhankelijke hoofdstammen
bestond.
Hoofdzakelijk jagervolken, stonden
zij op betrekkelijk hoogen trap van
cultuur en bezaten historische aan-
teekeningen in beeldschrift. Van de
Canadeesche grens tot Kansas, van
de Missouri tot het Rotsgebergte
strekten zich in de eerste helft der
19e eeuw hun jacht en krijgstochten
uit. In 1837 werd hun aantal op
38000 geschat.
De Franschen stonden met hen,
zoowel als met alle andere prairie-
Indianen steeds op zeer goeden voet
op dit punt waren zij de Anglo-
Amerikanen ver voor. Het was dus
geen toeval, dat in de Amerikaansche
koloniale oorlogen steeds de over-
groote meerderheid van Indianen
onder de leliënbanier vocht.
Ook in de eerste tientallen jaren
der Amerikaansche heerschappij
(sedert 1803) bleef deze goede ver
standhouding met de Blanken over
het algemeen bestaan. Pas toen na
de goudvondsten in Californlë talrijke
troepen goudzoekers het gebied der
Dakota's passeerden, kwam het hier
en daar tot botsingen. De eerste
groote botsing had plaats den 19en
Aug. 1854 in de omgeving van het
fort Saramie en voerde tenslotte tot
den
eersten Sioux-oorlog,
ondanks de pogingen der Indianen
om door volledige schadeloosstelling
en het geven van waarborgen alle
vijandelijkheden te vermijden. Deze
oorlog die het vertrouwen van de
Indianen in de Amerikanen sterk
schokte, duurde tot het voorjaar van
1856.
In den successie-oorlog deden de
prairie-Indianen een poging, hun ge
bied te bevrijden van de blanke
kolonisten, die op den door hun be
woonden grond meestal geen ander
recht konden doen gelden dan dat
van geweld. Het kwam tot uiterst
verbitterde gevechten, waarbij aan
beide zijden meestal geen genade
gebruikt werd. De oorlogsvoering der
Amerikanen was geen spier men
schelijker dan die der Indianen.
Officieren en soldaten der geregel
de troepen achten het vaak niet
eens beneden hun waardigheid de
gevallen Indianen te scalpeeren en
de scalpen-premie op te strijken, die
tot 120 dollar per scalp bedroeg.
Onverschillig of die van een soldaat,
vrouw of kind was.
De uitdrukking welke uit dien tijd
dateert
„De beste Indiaan is een doode
Indiaan" heefteen treurige vermaard-
beid gekregen. En wat men van de
regimenten vrijwilligers, die tegen
de Indianen' geplaatst werden, te
verwachten had, blijkt uit het voor
beeld van het 3e Colorado-regiment
vrijwilligers, dat onder het bevel van
„Overste" Ervington den 29en Nov.
1864 uit Sandy Creek, in de onmid
dellijke nabijheid van Fort Lyon,
een nederzetting van Indianen, die
de Regeering goed gezind waren,
overviel en meer dan 170 mannen,
vrouwen en kinderen vermoordde.
Dat deze beestachtige daad de kiem
tot nieuwe verbitterde gevechten
legde, is duidelijk. Toen verschillende
maanden daarop Pater de Smet, S.J.,
die den bijnaam „De Apostel der
Sioux", droeg en onverschrokken 't
oorlogskamp der Sioux bezocht,
antwoordde Sitting-Bull, die toen
reeds beroemd was, op de vraag,
waarom hij de strijdbijl opgegraven
had„Heeft niet Chirington meer
dan 100 vrouwen en kinderen gedood
Toen heb ik naar den tomahawk
gegrepen en de Blanken alle kwaad
aangedaan, waartoe ik in staat was.
Na den Burgeroorlog kwam een
stroom emigranten naar het Westen,
terwijl ook steeds meer spoorlijnen
werden aangelegd. Nu begon de uit
roeiing van het bison, het hoofdvoed-
sel der Indianen. Toen gebeurde het,
dat de „Indianendooder" William
Cody, die er op roemde, dat hij den
eersten Indiaan, reeds op 14-jarigen
leeftijd gedood had van de bouw
maatschappij Groddad Brothers de
gennen goejen boer zeui zien
Hij is zelfs ok ennen boerenzoon,
zien vader huert ennen hof toe geuns
ovver de Maas ien Bretterswiek en
ik wiët dat dé jong altied veul lief-
hebberej vur de boerderej gehad
hit en nog hit en hej zal kortelings
ok zien examen doen as landbouw-
leeraar.
Jao, dat mos t'r nog net bej
komme, enne geliërden boer, mit de
buuk ien de hand achter de mist-
kar, kwam er nu venijnig uit bij den
stijfkoppigen boer, die zich hoe
langer hoe meer begon op te win
den, naarmate hij bemerkte, dat zijn
tegenpartij niets toegaf.
Nieje, vervolgde hij, daor kan
niks van komme, mit miene wil nie.
Ik zal 't nie toegève dat Anneke
mit den mèster trouwt.
Dan zun ze 't wel zonder ow
toestemming doen, baas Pasmans,
went de mien hebbe ze al en miehr
hebbe ze nie nuedeg.
O zei de achterdochttge boer
nu heel bedachtzaam, maar daarna
plotseling in woede oplaaiend: en
wie zit mej dat 't allemaol gen ke
rn eedie van ow is en waor hedde
de bewieze dat 't megje ow dochter
is, parjen Ik heb der lang ovver
naogedocht, waor ziedde mit ow
bewieze?
De geboorteakte van mien
kiend draag ik hier ien en teske op
de borst, mer ik kan ow nog en
vul béter bewies brenge, waor ge
niks mer tiggen ien kunt brenge.
Wordt vervolgd,