TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Adverteert indi "Sanbd",rtmri„2iid0 H aratri-S Zaterdag 18 Mei 1935 Zes en vijftigste Jaargang No 20 De overweldiging van België. FEUILLETON. éMéattesen Ties de Kiesjeskèl Ons weekpraatje. Waarheid in de prodaganda. Ir. Bongaerts in Venray. Herinneringen aan de omzwervin gen van een oud-oorlogscorres pondent tussclien de strijdende partijen. WREEDE BEHANDELING VAN GEWONDEN. In een der laatste wagons, een goederenwagen. lagen tusschen Fransche gewonde gevangenen een drietal Engelsche soldaten, zwaar gekwetsten. Ze zagen er treurig uit en hun toestand kwam me bedenke lijk voor. Uit informaties bij hun Fransche lotgenooten bleek me. dat deze Eogelschen al sinds dagen geen voedsel hadden bekomen. En nu stonden vóór de geopende wagon deuren een paar honderd Duitsche soldaten, deels Hcht-gewonden uit den trein, deels soldaten der bezet tlng te Landen, die aangewezen waren voor de ultdeeling der soep. En al die lieden stonden te razen en te tieren tegen de drie ongeluk kige Engelschen, die daar hongerig en hulpeloos op wat vuil stroo lagen uitgestrekt. Men bleld ze de dampende soep voor om dan hoonend te roepen „Eten wil je Zwijnen I Kapot moest jé 1 Dat kun je krijgen" En terwijl ze dat laatste zelden, richtten ze hun geweren op de ongelukkigen. de bloedende. bulpelooze, hongerige wezens. Anderen spuwden naar ze met van woede vertrokken gezich ten. Zulke behandeling van gewonden komt den lezer misschien ongelooflijk voor, maar ze is bittere waarheid. Om zulke menschelijke ontaarding te kunnen verklaren, moet men even terugdenken aan de vreeselijke ont goocheling der Duitschers, toen Engeland in het begin van den oor log de zi|de van Frankrijk koos. De meeste haat der Duitschers ging toen naar de andere zijde der Noordzee uit. „God straffe Engeland I was de leuze, waaronder de Duit schers het slagveld optrokken. Een andere oorzaak van den Dultschen haat jegens de Engelsche soldaten was de omstandigheid, dat de En gelsche soldaten „vrijwilligers" waren, die het soldatendom als een „vak" zouden beschouwen. De Franschen, zoo beweerden de Duitschers. streden voor hun vaderland, maar de Engel sche schoten voor geld op hun vijanden... Geenszins mag de afschuwelijke behandeling van de Engelsche ge wonden te Landen ook worden be schouwd als een uiting van het normale Duitsche karakter. We zijn er van overtuigd, dat de daders zich thans, als ze zich bun boosheid herinnneren, diep zullen schamen. De oorlog verkankert de geest des menschen. Verklaarde niet een Dultsch officier aan een mede werker van het Handelsblad (zie het avondblad van 18 Oct. 1914): „lAfij maken dat is overal bet onge schreven consigne zooveel moge- lijk Fransche, zoo weinig mogelijk Engelsche gevaugenen we trachten de Engelschen niet te wonden, maar te dooden," Met gebroken oogen, welke me die van den naderenden dood leken, lag een hunner te sturen naar die wilde troep de beide anderen wendden het hoofd terzijde. Onder tusschen gingen de beschimpingen Oorspronkelijk verhaal van de Noord-Limburgsche grenzen door BERNARD VIELER. 34 Meej is 't goed, antwoordde Pitterhannes, ik zeujder uutmien eige toch gen werrik van hebbe gemakt Ze gingen nog eens terug naar de brandstede, ofschoon daar niets voor hen te doen was, want wal er zichtbaar tusschen het puin lag was niet anders dan halfverbran de voorwerpen, gebogen ijzeren banden, koeringen, vernield ge reedschap en dergelijken. Op den hoek van den stal bleven zij dan staan en keken naar de lage buitenmuur, die hier bijna geen brandsporen vertoonde. Het oog van Matiesen Ties viel op een klein lichtkleurig voor werp, dat daar op den grond lag. Wat is da vur en ding, zei hij lot don boer en raapte het op. 't Was een klein kartonnen doosjes hij probeerde het open te maken, maar 't klapte terstond weer dicht. Ties en Pitterhannes keken allebei heel verwonderd, ze had den nog nooit zoo'n ding gezien, 't Was een van die lucifersdoos jes met een veertje in den deksel, voort. Ik stond stom en verslagen Ik kon geen woord uitbrengen. Eindelijk liep ik op een lachenden feldwebel aan en bevende riep ik hem toe „Wat hier gebeurt, is gruwelijk, 't Zijn toch menschen deze Engelschen die hun plicht deden, zooals gij hem doen moet „Neen zei de kerel, „zwijnen zijn het, die zich laten betalen voor hun vuile werk I Ik heb me afgewend. Niet één was er onder dien troep van hon derden, die het voor de ongelukkigen opnam. Ik heb mijn verhaal sober gedaan, omdat ik sommige oorlogsschande niet te scherp meer naar boven wil halen, maar in de dagen, welke na het geschetste voorval kwamen, heb ik luide geprotesteerd en details ge geven, welke de menschen deed sidderen Het verhaal van de mis handeling der Engelsche gewonden is over heel de wereld voortgedragec door de pers en vele kunstenaars, vooral in Engeland, zijn er door vervoerd om het door mij aan schouwde met de teekenstift in beel den vast te leggen, beelden, welke' een krachtig anti-oorlogsgetuigenis kregeD. De Duitsche regeering voelde zich toen genoopt tot het instellen van een officieel onderzoek naar het gebeurde, over de resultaten waarvan het Wolff-bureau aan de wereldpers heeft bericht. Het rapport tastte de juistheid van bijkomstige zaken aan het aantal in den trein vervoerde gewonden b.v. zou miDder zijn ge weest dan 2000. Alsof ik het aantal geteld zou hebben En de samen scholing van soldaten voor den wagoD, waarin de gewonde Engel schen lagen, zou ook niet zoo groot zijn geweest, als ik aangaf... Op ge tuigenis van den magazijnmeester Huebner en den landweersoldaat Krueger nam de Duitsche overheid aan, dat de gewonde Eogelschen de aangeboden soep zouden hebben.... geweigerd 1 Op getuigenis derhalve van twee der menschen, die ik be schuldigd had De redactie van „De Tijd" had zich nog de moeite gegeven om na de Duitsche tegenspraak het 9 jarig dochtertje van den Amsterdamschen kunstschilder de Bruin, dat ik uit Leuven naar Holland had overge bracht, en mét mij getuige was ge weest van het gruwzaam feit. te hooreh over hetgeen het had gezien, waarbij het in haar eenvoudige taal een volkomen bevestiging van de juistheid mijner beschuldiging gaf. Met denzelfden trein heb ik mijn reis voortgezet tot Luik. Vóór we in die stad aankwamen, botste onze trein nog op een tegemoetrijdende locomotief. Door de schade, welke onze machine beliep, vloeide al 't ketelwater weg en kregen we een opomhoud te boeken van ruim 2 uur. Het was donker, toen we Luik be reikten. Het meisje, dat ik bij me had. bracht ik bij m'n nicht in 't klooster der Soeurs de la Miséricorde en voor me zeiven zocht ik een hotel op. In de stad bleek het me, dat ook de Luikenaren, den aanstaanden val van Antwerpen nog niet wilden aannemen. Den volgenden dag wist ik met mijn kleine beschermelinge de Hol landsche grens te bereiken na een moeilijken wandeltocht van Herstal tot Eysden, waar we eindelijk den trein konden nemen naar Maastricht. zooals ze wel voor waslucifers gebruikt worden. Er lagen nog eenige van die kleine lucifers in. Op den deksel stond een kroontje met daarboven gedrukl: Allumetles de la couronne en daaronder Fa- brique Nationale Anvers. Op de achterzijde was een miniatuur danseresje afgebeeld. 't Zien zoveul as wasse luci fers, ziedde dat ok, zei Ties. Mer kunde geej verstaon, wat er op dat deuske gedrukt stut Nee, nie anders as Anvers, da's zoveul as Frans vur Antwer- pp, dat heb ik is ien enne krant gezien, anders zeuj ik dat ok nie wete. Terwijl zij nog het doosje en de lucifers stonden te bekijken, kwam de wachtmeester der marechaus sees met een zijner manschappen op hen toe en sprak hen aan. Jongen, jongen, Hoebers, wat is me dat een ongeluk voor je. En ik hoor, dal je niet thuis was en onderweg den brand het eerst gezien hebt. Hoebers vertelde nu alles, voor zoover hij met zijn half versufte hersens nog een eenigzins samen hangend verhaal kon doen, ter wijl Mattesen Ties er nu en dan een woord tusschen wierp. En je weet met zekerheid, dat er geen licht was in den stal en dat de meid er met geen licht heengegaan is Als dat zoo is, dan blijft er niets anders over dan aan brandstichting te denken. 't Kan haest nie anders, zei Mattesen Ties nu, went toe weej hier ankwame loope, hebbe weej allebei gezien, dat en tamelike lange kei van disse kant, wor we Hier haalde de overgelukkige vader zijn kind af. Md. (Wordt vervolgd VAN HEKSEN EN BRAND STAPELS. In Almelo was een kindje ziek het had longontsteking en „nog iets". Dat laatste vermocht de behandelende geneesheer voorloopig niet nader te definiëeren. Wat is nu logischer dan het geloof aan het bovennatuurlijke, als de wetenschap, dus de rede, au bout de son latin aan de grens van het verklaarbare is gekomen Zóó dacht de moeder, voor wie het vaststond, dat bet kind „behekst" was. Het geloof in heksen is waarlijk niet zoo onreëel als de moderne, verlichte menschheid misschien zal durven veronderstellen. Voor het bestaan van heksen en hekserij zijn deugdelijke bewijzen aan te voeren. In het Almeloscbe geval noodde de moeder van bet zieke kind bet opperste gerechtshof in betwistbare aangelegenheden, n.l den kring van buurvrouwen, bij zich ter plechtige zitting. Met een scherp mes werd het hoofdkussen van het zieke kind opengereten en wat zag het verbaasde Hof? Een... krans van garens en veeren, zoodat nu toch wel zóó lazen we in de kranten het bewijs geleverd was, dat hier hekserij in het spel was. Nader werd uitgemaakt, dat buur man de heks was en eeu aanklacht tegen hem volgde bij de politie. In de krant lazen we. dat zulks een „mal geval" was voor den jare 1935, omdat het ons aan de middel eeuwen herinnerde, Wat zou dat Is het niet de hoogste moderne wijs heid om terug te gaan tot het menschelijk .punt van uitgaDg Naar het heidendom en het regiem van de knots Is er niet zóóveel vreemds op de wereld dat het bestaan van heksen en hekserij moeilijk is uit te schake len Liepen geen duizenden menschen achter een Staviosky aan om aaD hem hun geld te mogen kwijtraken? Heeft niet elk land zija Stavinsky Hechten we niet meer waarde aan de e dvlezen van wonderdokters, kwakzalvers, dan aan geneeskundigen van gestudeerde professie Eiken dag laat de massa zich beheksen en zouden er dan geen heksenmeesters zijn Als we er méér toe overgingen om de kussens los te snijden, waar op sommige menschen het hoofd ter ruste leggen, dan zou veel onbe grijpelijks tot klaarte komen. Hoe zou Mussert, die den eenen dag zijn instrumenten als bouwkundig ingenieur weggooide om den anderen dag zijn staatsmans staadaard te hijscheD, plots tienduizenden volge lingen hebben, als „de geesten" geen hakenkruis hadden gestopt in het kusseD, waarop des Leiders hoofd 's nachts rust O, er zijn zeker nog hekseD, van allen rang en stand, van alle kleur en van onderscheiden vermogen. Het eenige verschil tusschen vroeger en thans is, dat we ze niet meer op den brandstapel voeren. Een paar eeuwen geleden zou Hiiler het nooit tot de Nederlandsche hoogte van „hoofd eener bevriende natie" hebben gebracht. Hij zou het lot hebben gedeeld van Jean :e d'Arc en de na hem komende Goebels zou hem hoogstens een film hebben kunnen wijden. Beste lezers, als ge mekaar niet now staon, drei nor den bosch toe liep. En heb je dien persoon her kend Of zou je misschien wel eer.igermale kunnen gissen, wie dat was Pitterhannes keek Ties aan, die hem meteen hoofdknikje te ken nen gaf, dat hij zijn gang maar zou gaan. Jao, heere, we zien hier nou toch onder ons, mer ik wooj der nie mit vur den dag kome, went ik kos me ok vergisse. Mer 't is aarig, dat Ties ok dezelfde kei meinde gezien te hebbe as ik. En dan motte wete dat we um gisteraovond an de Berier beej Joosle getroffen hebbe, wor toe zo'n bitje aksie tusschen ons is vurgevallen. Misschiens hit de smerlap dat op deez menier op meej te wille verhale, um me ongelukkig te make. Ik weet nie wat ik er af denke mot. Ja, dat is allemaal goed en wel, Hoebers, zei de wachlmeester maar je hebt me nog niet gezegd, wie dat jullie meent, dat er weg- geloopen is, toen jullie hier aan kwaamt. 't Was den jonge Donnez, de zoon van den holtkopman, altiedig as ik me nie vergist heb en mit den haaj ik ok de aksie an de Berier gehad. Mattesen Ties mengde er zich nu ook in en zei Ik heb 't direct an Hoebers boer gezeet, asdat ik 't er vur hiel, dat 't den jonge Donnez was die wegliehp, mer ik durref er nie op zwère en durrum han we ok al aafgespreke, da we der tigge niemes wat van zun zegge. goed meer begrijpt in dezen moei lijken tijd, soijdt dan elkanders hoofd kussen open en ge zult verrast staan. In „Gasbelangen" van 20 Maart jl. wordt medegedeeld, dat de Ge meenteraad van Amby heeft besloten tot gasverziening over te gaan op grond van de ervaring, die de Raads leden hadden opgedaan bij een proef met een electrlsch fornuis, dat aan elk van hen, met eenige maanden gratis stroom, ter beschikking was gesteld. Dit bericht nu, dat in ons blad op verzoek werd overgenomen, is wel zeer tendentieus en men zou in een blad, dat met zooveel woorden zegt, dat waarheid in de propaganda een gebiedende eisch is, zulk een verwrongen voorstelling van zaken toch niet mogen aantreffen. De zaak, waarom het gaat, is de volgende Daar het gemeentebestuur van Amby binnenkort voor de beslissing zou worden gesteld om al of niet tot gasverziening te besluiten, had de P.L.E M. aan de leden van den Raad en aan den Gemeente-ontvanger gevraagd een proef met electrisch koken te willen nemen dit verzoek werd niet gedaan aan een der beide wethouders, omdat deze reeds eenigen tijd daarvóór een electrisch fornuis had gekocht. De P.L.E.M. stelde er prijs op, dat de Raadsleden, wanneer straks het electrisch koken in het geding zou komen, zouden weten, wat het electrisch koken feitelijk is vandaar haar verzoek om een proef te willen nemen. Deze handelwijze der P.L.E. M. zal iedereen, die de zaak objectief bekijkt, zeer zeker toejuichen. 7 personen, waaronder bedoelde Gemeente-ambtenaar, gingen tot de proef over één proefnemer heeft de proef door omstandigheden tusschen- tijds moeten beëindigen. Toen de beslissidg gevallen was, dat in Amby gasvoorziening zal komen en een verdere proefneming geen doel meer had, hebben wij den 6 proefnemers verzocht om óf de fornuizen terug te geven óf de for nuizen te koopen. Van deze 6 per sonen nu gaven er 3 het fornuis terug en wel 2 vanwege particuliere omstandigheden, doch niet, omdat het electrisch koken duur of niet gemakkelijk was, en 1 vanwege het feit. dat bij het electrisch koken voor zijn gezin van 14 personen kostbaar vond. De andere 3 personen, waaronder de Gemeente ontvanger, kochten het fornuis. In de gezinnen vaD beide wet houders, een raadslid en den Gemeente ontvanger wordt thans tot algeheele tevredenheid electrisch gekookt, doch wat bovendien zeer belangrijk is: van deze personen zijn er 8 tot aankoop van het fornuis overgegaan, toen de beslissing, dat in Amby gasdistribu tie zal komen, reeds was gevdlcn Kan men nu verwachten, dar zij dit zouden hebben gedaan met de we tenscbap, det electrisch koken duur der is dan koken op gas? Wij kun nen dit moeilijk aannemen en daarom betitelden wij de hierboven bedoelde mededeeling in „Gasbelangen" als tendentieus. Ons Tijdschrift Mer net vur da gillie hier an kwaamt is er wal gebeurd, da me op ander gedacht gebrocht hit En nou motte is dit deuske hier bekieke, da we dor zo net op de eige8te plak wor we staon, hebbe gevonde. Hoebersboer hit zo'n dinger var: luciferre nooits gezien Pitterhannes zit dat die dinger uut Antwerpe ien 't Bels komme, umdat 't er op gedrukt slaot en nou haaj ik zoo gedocht, dat die dinger wel dur iemes zun verlore zien, die wel is ien T Bels kuml. Misschien kunde gillie der now wel ennen draod an vastmake. Hier hedde 't deuske 1 De wachlmeester en zijn ka meraad bekeken bet doosje aan dachtig en zagen elkander daarna met een beteekenisvollen blik aan. Jongens 1 Ik geloof wezen lijk, dat dit doosje van waarde kan zijn bij de opsporing van den dader, want 't staat nu wel vast, dal de brand moedwillig geslicht is. Maar nu moet ik jullie op hel hart drukken, dal je er met nie mand, wie dan ook, over spreekt en vooral niet verteld, dat jullie iemand *an brandstichting in 't verdacht hebt. Vooral mag er geen woord over dit doosje gerept worden, want als het uitkwam, dat dit hier gevonden is, kon alles bedorven zijn. Ik zal hel doosje meenemen en probeeren of we verder iels ontdekken kunnen maar nog eens mondje houden Pas nu op, want ginds komen menschen aan; niets laten merken en zeg maar desnoods, datje denkt dat de een of andere landlooper I misschien met een brandende pijp Io de Wllhelmlnazaal had Zondag eene vergadering plaats der Kalh Kiesvereenlglng afd. Venray. waarop 7 Fxc Ir. Bongaerls, oud-minister van Wateéstaat. «»e rede hield °v« den algemeenen economischen uitte hij de telkens wederkeetende en gerechtvaardigde klacht over de slechte opkomst dei leden HI «'P echter de aanwezigen, de trouwe bezoekers der vergaderiugenvande KK een hartelijk welkom toe, vootal de aanwezige voorzitters der standsorgamsaties en denSpelcer van heden, die allen bekend- en die als zittend Hd der Staten Generaal, het te behandelen onder- werp wel machtig is. Mogelijk zijn er ve'.en vethinderd naar deze vergadering te komen doot de plechtige H. Communie hunner kinderen, doch het spijt den Voor- alt,er blonder. dat de Spreke, geen grooter gehoor heeft. h t Hierna verkreeg de bptener u woord, die verzekerde met g'aa9« naar Venray te komen, al is et da ook in deze els iets weemoedigs, daat het 'hans de eerste maal is. dat Spreker de bezielende en stuwen de persoonlijkheid mist van den arooten Venrayet ]an Poets. Het laatst daf Spreker Poel» io vollen fleur gezien heeft, was ti|dens het vervoet van het stoffelijk overschot van z. Exc. Mgr Dr. Nolens he F aecn op verzoek det familie Poets doot Venray plaats had. Toen go tten de belde broeders Poels met uanen In hun oogen uit voor den hikwagetie^ be([eVk(;Ujk korten «ld trof hen zelf de groote slag. En het is juist dit beeld van droefhe d. dat de achterblijvende met de kindeten oDwekken, wat Spreker wenscht te benutten als uitgangspunt zl|net «de. Waar de achtetblitvende ter wiUe der toekomst der kinderen niet bi Ac nakken mag neerzitten, maar ondanks diepe dioefheid den levens strijd moet strijden, zoo staan ook wij. Katholieken, bij de Ineenstorting der oude levensbeschouwing moedig op om onder onze hoogste leiding °ee ,e werken tot omzetting en wederopbouw ouzet Maatschappij- Wij moeten opzien Daat het komen de geslacht en met Gods zegen trac ten een betere maatschappi) te ver- VliUtën we daarom den econom. schen toestand eens bezien en ons de vraag stellen hoe zijn we daarin gekomen en ts deze toestand vooruit gezien 7 En Inderdaad, de thans be staande chaos Is vooruit gezien maar de volkeren hebben niet wllen luisteren. Reeds In 1891 heeft Leo Xin 10 zijn Encycliek Return Novatum den komenden toestand aangeduid, maar de wereld was er cog niet tijp voor ondanks he wetken van vele pioniets. niet hel minst hier in Limburg, doch waai niet gewerkt Is eu men de maat beeft laten begaan, zucht meo thans ondet de biltere gevolgen. Ziet eens naar spanje. ..oe (list is gebleken, hetgeen In die Encycliek gezegd wordt, dat de liberalen ge dachtengang. vooitgesprolenuHde Fransche revolutie, met betult haai voortgekomen socialisme, alle 9«a9 ondermijnen. Indien de Katho^ Heken hun taak niet kenden en hun plicht niet deden. in den slal heeft liggen slapen. 't Is loch gemekkelik um as ter urges brand is gewist, daük de schuld an enne landlooper te géve, zei Ties heel verontwaar digd. Hoor eens hier, Malhijsen, jij hebt eigenlijk gelijk en 't kwam er bij mij wel 'n beetje ondoor dacht uit. Maar jij waart er in de eerste plaats niet mee bedoeld, want je kwaamt immers gelijk tijdig met Hoebers over den weg maar overigens moet er toch iels gezegd worden. En nu genoeg hierover en mondje houden 1 Zachtjes vroeg hij nog aan Hoebers of deze ook met de meid over de een of andere verdachte persoon gesproken had, maar deze verzekerde zulks niet gedaan te hebben en dal, behalve Mattesen Ties en hijzelf, er wel niemand zijn zou, die er iets van wist. Den volgende dag kwam de wachtmeester nog eens terug bij Hoebers, die zoo goed en zoo kwaad als het ging in de schuur ingekwartierd was. Nauwkeurig werd nog eens alles nagevraagd omtrent de woorden wisseling aan de barrier en ge- informeerd naar de personen, die er bij tegenwoordig geweest waren. Dienzelfden avond ging een der jongere marechaussees in burger- kleeren een stukje met de meid op 'l Prinsenloo, met wie hij later op den weg en ook aan de tuin heg een paar maal gesproken had. De knappe jonge vent was eenige keersn langs den tuin van t Loo geslenterd en had eens En ZOO kregen we hier door den oproep van Arbeiders vereenlgt U beroeps- en standsorganisaties oo confess,oneele grondslag, w'lken grondslag Spreker wil beschouwen als de horizontale ordening, die er de komende Maatschappij mo« meIndfeezïchWa"en 7"" b" "P'^'s- me. die zich vooral aan het eind der kunnen voldoen. Steeds werd er meer geproduceerd en geconcurreerd Er verwerkt Ton°V"P HduC"e- die niet verwerkt kon worden en we zaten klnoi Cr'S,S' d,C thaQS iedcre bevol kingsgroep aantast. 65 pet. der Nederl. bevolkitia geïnteresseerd bij den landbouwgif de beschouw,og vau dit cijfer zou men zeggen, dat dit te hoog is maat "P" "op letten dat diverse fabrieken zooals zuivelfabrieken beetwortels, suikerfabrieken feitelijk Industriestaten waar behoefte was' aan landbouwproducten, die men in eigen land geen tijd.had om -So," bhre°9eD- wel hadden zij daar dank NL..Ï industrialisatie, geld om de Nederlandsche producten te koopen Maar nu I, de Industrieele omgeCg tn mekaar gezakt als een kaartenhuis en legt men zich ter bestrijding van eigen werkloosheid meer en'meer MJ ,andfaonw. Nu kwam Nededand In moeilijkheden, natuur lik steunt de Regeering de landbouw laag e„Werd0P7S d" prodM,en zedelijke pHcht.'3 d"° bu° Ook Nederland heeft handels- en heïa",ie: «nlra's gehüd. maar zooals belaas altijd geschiedt, tengevolge van de dichte bevolking het leven duurder werd, hetgeen mogelijk was daar de boer zich met eenïeovoudta men InT° 'e.vrede° waarvan I. A profiteerde, daarom I T ook de PUcht om het landbouwbedrijf te „eunen. Door «deneerende zou ook het buitenland P t jT roergebied, het Lui- kerland hetlndustrlegebled In Noord- Frankrijk, de nederl. landbouw moe- bun hei7n' d°Ch daar bebben z'i buu handen meer dan vol, met eigen aangelegenheid. 9 Ook de kleine boer moet gehol pen worden. De Algemeenen Ne- derlandschen Boerenbond geeft aan Den Haag wel adviezen maar heUs onmogelijk da, van een centrale ah hunner k f30 de 'ulste behartiging hunner belangen kan worden opge- dragen en toch moeten wij ons be- boeden voor een herhaling In weer Hoe d°t9oVa°hl V!0ea"e toestanden. Hoe dit geschieden moet daarvoor aan On ï°?yclhfc Q A' de richting satte Zn a0"9'" bet industrial! salie genoemd, dat Maandag 13 Mei o Den Haag gehouden wordt, zal d algemeene pnHtiete richting van waarin veel^zeer' o.° Kulholieke meening verand mé" worden, (applaus). Nederland brengt thans aan ara. nen een derde zijner behoefte voort we kunnen dit opvoeren tot 7/3 terwijl ook producten als wol vlas' ,meer °P eigen bodem kunnen wor-' t«éka°n°hrbriCht' °0k itdus- «le kan hier gevestigd worden. Al hX.!? üei gtofdstoffen in het buitenland koopen, en hier naar de achterkeuken gekeken, toen een flinke boerenmeid reeds naar buiten kwam en op de haag aanliep om hem goeden dag te zeggen. 't Zou te lang duren om het zoethoulgeraspel van de twee jonge menschen hier woordelijk te ver halen. Onder 't praten haalde de jonge man een sigaar voor den dag en ook het bewuste doosje met de waslucifers, waarvan hij er een aanslak om zijn sigaar aan te steken. 'k Wil wedden, Trina, dat jij nog nooit zulke leuke lucifertjes als deze gezien hebt, dat wil er bij mij niet in. Dat kennen ze hier bij de Meerhoutsche hoeren nog niet. Och jongriep de meid, dor zudde ow mit vergisse. Die ken ik al zolang as ik hier woon. Nee, Trina, hoor eens, alles wil ik van je gelooven, maar dat jij zulke lucifertjes als deze gezien hebt. dat wil er bij mij niet in. Dat kan eenvoudig niet. Um hoeveul gewed, zei Trina triomfantelijk. Onze jongenheer Guust gebruukt altiedig van die eigeste slriekholljes. Ik zeg nog eens, Trina, je zult je zeker vergissen, want dit is het allernieuwste en dat kent hier nog niemand. Wel Jandomme, dat za'k ow bewieze, waacht mer èfkes 1 en meteen liep zij al naar binnen om eenige oogenblikken later terug te komen bij haar galant aan de beukenhaag. Kiekt dan hier wat is dit dan is dat nie krek 't eigeste aort deuske as ge dor het Oppe

Peel en Maas | 1935 | | pagina 7