TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Apostolisch Vica riaat van Celebes. FEUILLETON. Mattesen Ties de Kiesjeskèl Electriciteit. Zaterdag 23 Maart 1935 Zes en vijftigste Jaargang No 12 Verbod laten liggen iepenliout, Burgemeester en Wethouders van Venray brengen ter openbare kennis dat het ingevolge de Boschwet ver boden is van 1 April tot 1 October iepenhout te laten ÜggeD, opgestapeld te houden of te vervoeren. Het verbod geldt Diet voor geheel ontschorst hout, hout met een door snede kleiner dan 7 c.M., hout dat onder water ligt en hout, waarvan de schors in haar geheel met llm- mermanscarbolineum is bestreken, Venray, 15 Maart 1935. De Burgemeester en Wethouders van Venray, O. VAN DE LOO De Secretaris, VAN HAAREN Trekhondenwet. Herkeuring van alle trekhonden Burgemeester en Wethouders van Venray brengen ter algemeene kennis, dat door hen eeae herkeuring van alle trekhonden wordt bevolen, welke zal gehouden worden op 27 en 28 Maart a.s. en wel: Woensdag 27 Maart a.s. des voormiddags 9 uur te Oostrum, beginpunt weg Castenray; des voormiddags 10 uur te Oirlo, pomp bij J. H. Nelissen; des voormiddags 11 uur te Cas tenray, kermisterrein; des namiddags 3 uur te Leunen nabij het transformatoihuisje. Donderdag 28 Maart a.s. des voormiddags 9 uur Dorp, Hen- seniusplein; des voormiddags 10 uur Nachti- gaal, Deurnscheweg; des namiddags 2 uur te Merselo, kermisterrein. Honden en karren, welke nog niet gekeurd zijn, kunnen eveneens op bovengenoemde datums ter keuring worden aangeboden. Venray 28 Februari 1935 Burgemeester en Wethouders voornoemd, O. VAN DE LOO De Secretaris, VAN HAAREN ui. In 1664 was de laatste Missionaris uit Manado verwijderd.... en zoo jaren later in 1853 betrad weer voor het eerst een katholiek priester den Minahassischen bodem, 't Was pas toor C. de Hessele, afkomstig uit Maastricht. Tien duizend katholieken waren er in Minahasa en de eilanden in 1674 en nu vond de pastoor er nog 120 a 150, meestal menschen uit de Philippijnen. „Ofschoon door afval veel verminderd, is in de Mina hasa het getal der Katholieken vrij talrijk" schrijft hij. Pastoor de Hessele verbleef een drie weken te Manado en ging naar Gorontalo waar hij een 25 Katho lieken aantrof. Hij kon niet langer blijven maar de aandacht was op nieuw gevestigd op het eertijds zoo bloeiende Missieveld van Noord Celebes. Maar daarmee was ook voor 't oogenblik alles afgeloopen de Protestanten bezetten de Minahasa en voor den Roomschen priester was er nog geen schijn van kans voor dit mooie gebied. In de plannen der Voorzienigheid was 't echter bepaald dat de magere jaren voor die arme menschen voorbij waren en er nu betere tijden gingen aanbreken. Oorspronkelijk verhaal van de Noord-Limbiirgsclie grenzen door BERNARD VIELER. 26 De onderwijzer was er zich ook goed van bewust, dat hij fel zou moeten strijden, om den pleeg vader er toe te brengen de hand der rijke erfgename aan een armzaligen, kalen hulponderwijzer aan een dorpsschool te schenken. Zo guddet meej ok, zei Giel van Dommelen, alliedig liegen ze me an miene kop te zanikke, dat ik op die Hofmansdochter aaf zal gaon, mer ik laot ze liever an ennen andere over. Dat vrommes ziet er allied krek uut as of ze en kupke eek opgeslokt hit en as ze eur mondwerk ope mikt, isset net of ge en Turreks kerkhof kiekt mit hier en daor enne hallef urn* gevalle grafsteen allemaol van die wurmstèkige, vieze en scheive tand En wat er uut eure mond kumpt, mengde zich nu Angenees in 't gesprek, is niks dan gif en ga!, went 't is de grotste klets- moel en kwaodsprèekster van 't ganse durrep 1 Angenees kon het eenigszins weten, want 't was haar ter oore gekomen, dat Kaat Hoffmans zich ©rover uitgelaten had, dat zij In 1868 werd door den Gouver neur Generaal goedgunstig beschikt op het verzoek van Mgr. Vrancken, Apostolisch Vicaris van Batavia, om een dienstreis te mogen maken naar de Minahasa. Immers, reeds meermalen was het voorgekomen, dat jongelui uit de residentie Manado, in militairen dienst getredeD, tijdens hun verblijf op Java tot den Katholieken godsdienst waren overgegaan, zoo b.v. werden in SemaraDg in 1861, 40 soldaten uit de Minahasa katho liek gedoopt. Nadat zij echter, na volbrachten diensttijd, waren terug gekeerd in hun land, zagen zij zich daa verder van alle geestelijke hulp verstoken, 't Was daarom dan ook, dat in 1868, een zekere Daniel Mandags, gepensioneerd militair te Langoan, een verzoekschrift zond aan Mgr. Lijnen, aan Mgr. Vrancken, met de dringende bede een pastoor naar de Minahasa te zenden om de kinderen te doopen en verder dienst werken te verrichten. Ongeveer terzelfder tijd kwam eenzelfde bericht en eenzelfde veizoek binnen vaa den militairen commandant van Ambon. Pater de Vries, S.J. werd aange wezen voor deze reis, die twee maanden zou duren Monseigneur gaf aan pater de Vries dit drievoudig doel aan a. de in de Minahasa wonende Katholieken in de gelegenheid stellen, hunne godsdienstplichten te vervullen, b. het aantal Katholieken in die streken zoo nauwkeurig mogelijk nagaan, c. na alles in oogenschouw ge nomen en rijpelijk voor den Heer overwogen te hebben zijn oordeel mede te deelen, welke plaats het geschiktst scheen voor een vaste missiestatie. Pater de Vries vertrok en kwam in de Minahasa aan en was natuur lijk heelemaal niet welkom bij de voorgangers der Protestantsche ge meenten. Hij deed echter ongehinderd zijn werk, diende 254 doopsels toe, o.a. ook aan kinderen van protes tanten, welke de zendelingen gewei gerd hadden te doopen. „Het was eene gewoonte geworden, die door allen geëerbiedigd werd, dat kinderen, wier ouders in ODgehuwden staat bleven voortleven, of kinderen van ouders die nalatig bleven in het ter schole zenden hunner oudere kinderen, of ook wel de onderlinge bijeen komsten (waar psalmen gezongen worden en een onderricht wordt gegeven) verwaarloosden, niet gedoopt werden. Toch nam dit getal af, tot dat in 1868, al wat nog ongedoopt was, oud en jong, door dén Döop in de Gemeente werd opgenomen. 1868 was het jaar dat de Roomsche priester de Vries door zijne propa ganda onder de Evangelische Chris- Lenen, de Christelijke Minahasa be roerde" aldu3 H. Roeker, predikaDt te Tondano. Nu brak de storm losallerlei beschuldigingen werden tegen pastoor de Vies ingebracht bij den Gouverneur Generaal P. Mijer. Mgr. Vrancken vroeg te mogen vernemen wat er gebeurd was, doch werd zeer ongenadig omvangen. De Gouverneur Generaal antwoordde „Het spijt mij voor U, Hoogeer waarde en voor de andere R.K. Geestelijken, die gedurende uw, 22-jarig bestuur nooit een schijn van botsing gegeven hebben, terwijl nu op zulk een domme en redelooze wijze door dien heer de Vries de orde en de goede harmonie komt gestoord te worden." Dominee J. Th. Schuurman liet een ander geluid hooren en hij ver klaarde dat wanneer de tegenwoor digheid en het werken van den Angenees achter den rug van haar moeder stiekum aan 't vrijen was met Giel van Dommelen. Was daar dan iets van aan Giel van Dommelen knipte haar een oogje, want die twee waren 't onder elkander eens, alhoewel Giel ook nog wel zou moeten kampen, voordat Angenees de zijne werd. Moeder Schragen had andere plannen met haar dochter, die als eenig kind een aardigen duit mee kreeg en ook nog te wachten had van twee ongehuwde tantes. En bij de ouders van Giel was hel met het fortuin maar zoo la la gesteld. De vader, die nooit anders dan Tuulepetuutje genoemd werd, schreef bij den notaris op het kantoor en beunhaasde zoo'n beetje als agent voor een begrafe nisfonds en een brandassurantie, maar wat hij daarmee verdiende, verpruufde hij dubbel en dwars. De moeder, een brave hard werkende vrouw, had een vrij goed beklanten dorpswinke), zoo'n soori bazaar. Ze was de grootste concurrente van Tante Stans, de zuster van Hansen Doerel, die het echter als koopvrouw tegen haar moest af leggen. Maar Tante Stans had behalve voor zichzelf en haar nichtje voor niemand te zorgen als voor haar broer, terwijl vrouw van Domme len acht Tuulepetuutjes te onder houden had. 't Is waar Giel verdiende de kost voor zichzelf en gaf het grootste gedeelte van zijn salaris tehuis af. Hij was »schriever op de sikketatie'i feitelijk deed hij pastoor zooveel ontevredenheid had gewekt, daaruit af te leiden was, dat de toestand der Missie daar ellendig moest zijn en dat alles, wat daar gebeurd was bij de reis van den pastoor, niet zoozeer aaa hem als wel aan de Zendelingen was toe te schrijven, die hunne plichten niet hadden waargenomen. Aan Mgr. werd medegedeeld, dat de zaak in behandeling was bij den Directeur van Eeredienst en dat men Mgr. zoo noodig later wel zou in lichten. Heel die opgeblazen zaak liep echter op een sisser af en pastoor de Vries werd van alles vrijge sproken Ofschoon er van protestantsche zijde alles in het werk gesteld werd om de dienstreizen te beletten, slaagde men in dezen opzet niet. In 1873 volgde een 2e dienstreis en geduren de negen jaar deed Pastoor van Meurs, S.J. de toegestane reis. Hij organiseerde de Missie, stelde Inland- sche onderwijzers en hulpleeraats aan en diende op 9 dienstreizen 2875 doopsels toe, zoowel aan vol wassen heidenen a!s aan Protestanten en kinderen. Had men de bevolking vrijgelaten dan waren er duizenden meer Katholiek geworden. Iedereen ziet in dat het een on houdbare toestand waszooveel Katholieken middea in een totaal andersdenkende omgeving, verstoken van alle hulp en van alle leiding immers wat voor leiding kon er toch uitgaan van die eokele dagen per jaar, die de pastoor op die eenzame posten kon doorbrengen, 't Mocht een dienstreis zijn van 2 maanden reken daaraf een dag of 20 voor de reis heen en terug en die 40 overige dagen moesten dan besteed worden om de Minahassa te doorkruisen. En dat was gauwer gezegd dan ge daan. Nu beteekent dat niet veel, maar toen alles gedaan moest worden te paard, te voet of per roda-veer (een groote osseakar op veereo) toen giDg dat niet gemakkelijk. Zeker de menschen waren gedoopt, wilden goede Katholieken worden, maar aan het onderricht had veel ontbroken en degelijk onderlegd was men over 't algemeen niet. Kon ook niet I Denk U dergelijke toestanden maar eens hier in Venraypas uit het Protestantisme overgekomen Katho lieken, en dan geen goed onderlegde leiders en gedurende 3 a 4 dagen in 't jaar alleen de pastoor bij zich. Het spreekt dan ook van zelf dat de Vicaris van Batavia alles in het werk stelde om meerdere dienstreizen te mogen maken en eindelijk in 1882 kwam het besl&it, dat" jaarlijks twee dienstreizen op 's Landskosten moch ten worden gemaakt. Dit beteekende in alle geval vooruitgang. Maar ook dit muisje had een staartje. In boven genoemd besluit werd tevens bepaald dat de Roomsch Katholieke geeste lijken geen pogingen mochten aan wenden om verdere bekeeringen te maken, want dat zou aanleiding geven tot ongeregeldheden. De Bisschop van Batavia maakte bezwaar tegen deze bepaling en ze werd dan ook gewijzigd, aldusde roomsch katholieke geestelijke mag propaganda maken onder de heide nen en Mahomedanen, maar moest zich onthouden andere Inlandsche christenen (vrouwen of kinderen) voor het R. K. Geloof te winnen. Ofschoon deze bepaling een concessie was, toch was Mgr. niet tevreden, maar voorloopig legde men zich hierbij neer. Pastoor van Meurs vertrok vast besloten zich aan dit bepaalde te houden. Te Manado aangekomen bracht hij een bezoek aan den al het werk voor den secretaris, die oud en versleten was, maar niet bedanken kon, omdat hij anders geen inkomsten had. Een jaar geleden had Giel, die een helder hoofd had, zijn examen gedaan en, als de oude secretaris eens uitstapte, zou hij diens post met zekerheid krijgen. Frens Arts, de derde jonge man van het gezelschap, was een goeje lobbes, maar te bedeesd om op z'n eigen houtje iels te onder nemen, Hij had het erg staan op Netje Baltussen, het schalksche meisje met de mooie blauwé »eugskes" en de ondeugende blonde krulle- kes, die onder de poffermuts uit kwamen. Zij zal aan zijne zijde en hij keek aanhoudend naar haar, ten minste als hij meende, dat de anderen het niet merkten. Gedurende al den tijd, dat hij daar in 't gezelschap vertoefde, maar hij zat heimelijk te genieten Zijn doopnaam was Laurentius wat verbasterd was in Vrens. Mer Vrens, zei Angenees Schragen plotseling tegen hem, toen het gesprek even stilstond, geej zit dor zo bleuj te kieken, zeg ok is en zuut woordje, miene jong. Ziede geej dan mer stroop, Vrens, plaagde Anneke Pasmans, hem nu, stroop is ok zuut of halde geej van andere zuutigheid Nee, begon nu Giel van Dom melen, gillie vrowlie mot Vrens nie plaoge 1 Ik weet wat heej zegge wooj, heej wooj zegge: Ik geiv 'n ruridje appelelartjes, isset nie» Vrens. Resident, die hem zeer officieel ont ving en Z. Hoogedelgestrenge deed duidelijk uitkomen, dat hij zich zeer streng aan de bepalingen zou houden „zonder aanzien des persoons". Pastoor van Meurs begon zijn tournée door de Minahassa en nu gebeurde op een der bezochte dorpen het volgende een Protestant kwam bij den pastoor, verklaarde in tegen woordigheid van getuigen, schriftelijk, dat hij, geheel uit eigen beweging Katholiek wilde worden, 't Was een moeilijke positie, doch pastoor van Meurs redeneerde aldus aangezien deze man vrijwillig komt en de pastoor geen pogingen gedaan heeft om dien man tot dezen stap te be wegen, is er geen sprake van propa ganda en is dit dus niet verboden En hij doopte dezen man en.... nog 14 anderen. Pastoor van Meurs steunde ook op de opinie zijner confraters op Java. „Op Java oor deelde men dat een Protestant wel gedoopt kon worden als men zich maar onthield van popingen tot be keering dus een Protestant, die onderwezen was, kon. na schriftelijk voor 2 getuigen verklaard te hebben dat hij Katholiek wilde worden, het H. Doopsel ontvangen" aldus pater v. Meurs. Maar de Resident van Manado dacht er anders over. Het voorgevallene was natuurlijk terstond bij den Resident aange bracht de pastoor werd onmiddellijk uit het binnenland teruggeroepen eo moest zijn dienstreis staken. De pastoor protesteerde, maar 't protest haalde niets uitde pastoor mocht in de stad Manado blijven, onder de Inlanders werken maar niet doopen. Allerlei geruchten lieden nu de ronde in de Minahassa de pastoor zat in de gevangenis... de pastoor was weggejaagd, enz. enz. en eenieder begrijpt dat het zure dagen waren voor de kleine kudde, wier herder op zulk een wijze was weggesleept. Er kwamen dan ook brieven van protest bij den Resident en rekesten onderteekend door 500 Katholieken werden verzonden naar den Gouver neur Generaal en de Apostolisch Vicaris van Batavia. Pastoor van Meurs keerde terug naar Batavia en zette daar het voor gevallene uiteen. Monseigaeur zelf besprak dit alles met Gouverneur Generaal 's Jacob en toen kwam het fameuze „Briefjesbesluit" (G. Besl. 14 Juni 1883) bepalend: Ieder Inlandsch Christen in de residentie Manado, Ambon, Ternate, die uit eigen be weging tot een ander kerkgenootschap wil overgaan, moet dit mondeling, in tegenwoordigheid van getuigen, verklaren aan den geestelijke van hel kerkgenoot (dat hij wenscht te ver laten) en de geestelijke moet hiervan aanstonds en kosteloos een bewijs van uitschrijven. Zonder dit bewijs mocht niemand in een ander kerk genootschap worden opgenomen. Iedereen ziet in hoe dit besluit oorzaak moest worden van veel on aangenaamheden. Zoo moest b.v. de zendeling te Tomohon op één dag 60 (zestig) van die bewijzen afgeven. In 1886 onder G. G. van Rees werd dit besluit ingetrokken. (Wordt vervolgd). Er zijn zeker gevaren bij het ge bruik electriciteit verbonden. Wie echter de noodige voorzichtigheid betracht, hoeft zich daarover totaal niet ongerust te maken. Een bij kan stekenmen leest zelfs, dat een bijenzwerm mensch en dier Jao, zei deze, da's meej goed, da's me egaal, bestelde geej ze mer Giell Giel riep het Fraulein uit den winkel daarnaast, Mer zun appelelartjes alleen wel zuut genoeg zien, Vrens. Ik zuej as ik ien ow plaats was, der nog en zuut woordje beej doen en der soekkelaod beej bestéllen I Nou, meej ok awwer goed, zei Vrens. Fraulein, riep de ondermees ter. die zijn Duitsch op de proppen moest brengen sechs Portionen Schokolade und sechs Aepfel- lörtchen 1 Triomfantelijk keek hij in de ronde, alsof hij zeggen wilde: »doet bet me maar nal Terwijl de lekkernijen gehaald werden, gingen juist eenige leden van de Meerhoutsche harmonie met hun instrumenten onder den arm voorbij, waardoor weer aan leiding tot het hervatten van het onderbroken gesprek gegeven werd. Hansen Doerel liep voorop tus- schen Grat Jocheras en Tienus Vermeulen de »urgenist-harre- meniedirekteur" had de »buus" opgezet de Meerhoutsche be naming voor een kachelbuus en ook voor een hoogen hoed. 't Was heelemaal geen »gibus" van 't laatste model zoo recht op en neer zoo heelemaal zonder eenige buiging in den vorm. De rand was erg smal en heel plat, evenals de plaatring van een fornuis en ^uit dien rand steeg de eigenlijke buis of hoed in loodrechte lijnen omhoog, maar niet zoo'n klein beetje, neen, erg hoog en dat gaf aan dat hoofd» kan dooden. Een hond kan bijten, een paard kan slaan. Welke imker, welke hondeigenaar, welke paardenknecht, die de noodige voorzichtigheid betracht, denkt aan gevaar. Zoo is 't ook met de elec- tdsche stroom. Men dient dit altijd in 't oog te houden: Bij de electrische stroom komt een draad van de stoomdraad, de andere is door de nuldraad met de aarde verbonden. Als men in elke hand een draad zou vatten, gaat de volle stroom door ons lichaam en kan hij doodelijk zijn. Ook is dit het geval, als men een der draden aanraakt, en geleidend met de aarde verbonden is. Wie dit goed in 't oog houdt, zal het volgende best kunnen begrijpen Stopcontacten moeten, als zij niet gebruikt worden, met een kapje be schermd worden. Kinderen kunnen door de vingertjes in de openingen te steken contact maken en onder stroom komen te staan. Hetzelfde gebeurt, als men twee draden, in elke hand één, in het stopcontact steekt, of met de eene hand een draad in het stopcontact steekt en men zelf geleidend met de aarde verbonden is. In het laatste geval is er minder gevaar, als men schoenen met gummi zolen draagt, of op een droge vloer staat, of als men droge houten klom pen draagt. Denk er wel aan vocht en steen geleiden de electriciteit gemakkelijk. Het parool luidt: raak nooit een draad aan, die onder stroom staat. Voor den een kan dit misschien weinig gevaar, voor een mensch met een zwak hart kan het doodelijk zijn. Schakel altijd de stroom uit, als een lamp moet worden in- of uitge- schroefd. Houdt voo? alle voorzich tigheid nooit de hand aan de koperen huls. Raak in geen gevat een draad van bet net aan, die is los geraakt. Door de electrische siroom worden de spieren samengetrokken en kan men niet loslaten. Wil men zoo iemand bevrijden, doe het dan met gummi handschoenen en tracht de stroom zoo gauw mogelijk af te sluiten. Men moet geen kapotte zekeriog gaan „overbruggen" met een draad. Dan is het geen zekeriog meer en kan bij kortsluiting brand ontstaan. Raak bij bij insteken van een srop- contact nooit de pennen van de stekker aan. Leidingen, die langs houten balken of wanden loopen, moet door buizen geleid worden. IJzeren balken en palen kunnen bij verslijt der isolatie onder stroom komen staan. Als op electrische toestellen stroom komt, is iets niet in orde en moet een vakman de leiding nazien. Snoeren, waarvan de isolatie stuk is, moeten door nieuwe vervangen worden. Een electrisch strijkijzer, dat men tijdje onbeheerd laat staan, moet uitgeschakeld worden. Het is gebeurd, dat het door de tafel brandde en op de grond terecht kwam. Een electrische melkkoker mag men niet droog laten koken. Het is gevaarlijk voor kinderen, met een vlieger in de buurt van het stratennet te komen. De stroom kan bij aanraking van de draad door het touw via de „vliegenier" naar de aarde vloeien. Vogels kunnen zonder gevaar op de electrische draden blijven zitten, omdat er geen, verbinding met de aarde is. Trap nooit op snoergeleidingen en deksel juist dat ongewone cachet. Als b.v. een echte Parijsche heer dal ding op zijn hoofd gedragen had, zou men het misschien voor de allerlaatste cri de hyper- nouvealé gehouden hebben. Met het beoordeelen van hooge hoeden moet men altijd een beetje voorzichtig zijn en eenige reserve in acht nemen. Het haar, dat aan den hoed van Hansen Doerel verwerkt was, toonde zich wel een weinig over vloedig borstelig met een neiging om tegen den draad in te rijzen, maar daar wist Jansen Doerel wel raad voor dan spuw de hij er maar eens een paar n.aal flink op en veegde er dan met de mouw van den jas over terstond was het dan weer gladglimmend, voor zoolang als 't duurde. Achier dit drietal volgde Gilles Verriet met Luuk van Tuijn en Berlu8 Nille8en, die het erg druk hadden en telkens lachend om keken naar Keub Doenselaers den Bult die met zijn grappen en potsen de andere leden van hel gezelschap amuseerde. Nu eens slapie hij parmantig voor hen uit, waarbij hij met de stok van de groote trom de ma noeuvres van een tamboer-majoor nabootste, dan weer keerde hij zich om zijn volgelingen, alsof hij een orkesldirecleur was en hen afwisselend pianissimo en forte liet spelen. Daarbij had hij een klein ma telot-stroohoedje scheef op het groote hoofd geplakt en trok hij de allerzotste gezichten met zijn bakkes, iets wat heelemaal niet noodig was, want hij had van zorg, dat er geen knik in komt. De isolatie kan daardoor stuk gaan en kortsluiting kan het gevolg zijn. Het is sterk at te raken, zelf een leiding aan te leggen, bijvoorbeeld in stallen. Gaat de isolatie stuk, dan kunnen de ijzerdeelen onder stroom komen en de dood van het vee ver oorzaken. Dieren zijn veel gevoeliger voor de electrische stroom dan de mensch. Gevaar voor electrische storingen worden tot een minimum beperkt, als bet materiaal voldoet aan de eischen, die de Stroomverkoop-maat- schappij eraan stelt. De draden moeten een doorsnede hebben van minstens 2 millimeter, uit koper bestaan en met gummi geïsoleerd zijn. Schakelaar, stopcontacten en lamp- houders moeten beschermd zijn door een huls van onbrandbaar isolatie materiaal. In vochtige ruimten moeten ze zoodanig omhuld zijn, dat geen vocht kan binnendringen. In vochtige ruimten, zooals stallen, kelders, bad-inrlchtingen. wasscherljen moeten de kabels apart beschermd zijn tegen vocht. Als beschermend materiaal gebruikt men rubber, lood, papier, bandijzer en jute. Alle deelen moeten goed schoon gehouden worden. Bij het schoon maken van apparaten moet eerst de stroom afgesloten worden en gezorgd worden, dat hij niet door een ander kan worden ingeschakeld. Het veiligst is. de zekering zoolang los te schroe ven en bij zich te steken. Schroeven van motoren moeten steeds vast aangedraaid zijn. De aardleidingen moeten vast aan het toestel verbonden zijn en met de waterleiding of een buis of plaat, die in een waterput of het grondwater reikt, in verbinding staan. Bij de aanleg van een installatie neemt men steeds een vertrouwd installateur, die door de Stroom- verkoop-maatschappij is erkend. Als de installatie eenige jaren oud is, is het raadzaam, ze door een bekwaam vakman te laten nazien en zijn aan wijzingen stipt op te volgen. Men moet zich Diet laten verleiden, zelf aan leidingen en toestellen te gaan prutsen, maar zich streng houden aan de voorschriften. Dan bestaat er bij het gebruik van electrische toestellen zeker niet meer, eerder nog minder gevaar dan bij het gebruik van andere toestellen. N. K. J. H. DELHOOFEN. Ingekomea eo vertrokken personen van 8 tot 15 Maart. VERTROKKEN: J. Camps, dienstbode, naar Boxmeer Markt 5; W. Jilesen. dienstknecht, n. Beugen; A. Hendrikx, verpleegster, naar Venlo, Rummerstraat 37; H. v. Barneveld en vrouw. Assis tent Dir. Belastingen, naar Vierlings beek; J. van de Lijck, naaister, naar Maashees B 17; M. Poszpischek, verpleegster, naar Antwerpen; A. van Hoof, dienstbode, naar Venlo, Leutherweg 6 N. Nielen, Pater, naar Maastricht, Tongerschestraat 28; J. Gerz, Pater, n. Wijeben, Alverna; J. Jans Beken, dienstbode, naar Overloon A 219; E. Diks, dienstbode, naar Blerick, Kloosterstraat 31; A. Voesten, z.b., naar St. Truyden; H. Hendriks, dienstbode, naar 's Hage, Prins Mauritslaan 68 natuur een snoet als een leeuw uit een mallemolen. Ziet um is, zei Giel daar binnen achter de gordijntjes, zudde nie zegge, dat dieje kei ze nie goeht beej-en hit.. Mer, heej is anders zo gek nog nie want heej wet goeht waor Abraham de mosterd hilt, laot unj mer loehpen ik heb de veurige wèek mil um gesmousjast en toen hit ie drie kier van meej gewonne. Hub van den Kappusboer is er ck weer beej, viel Netje Bal lussen hem nu in de rede, heej ziet er nog pips uut, mer da's ok gen wohnder, want heej hit zo lang ien bed motte ligge. Ziedum daor nie, Anneke Heej lupt nevve Koehn van der Velden en Marten van Lom. Anneke Pasmans had den jongen Kappusboer al lang gezien en »ze had het land" aan hem eerstens omdat ze onwillekeurig een kleur gekregen had, toen zijn naam ge noemd werd en tweedens omdat ze den kerel onuitstaanbaar vond. En daar bestond een grondige reden voor, want sedert de twee of drie weken dat de jongeman, dien wij reeds in dien voor hem zoo noodlottigen nacht hebben leeren kennen, de voeten weer builen de deur kon zetten, was hij reeds een paar maal op den Flam- mertschen Hof geweest, waar hij botweg aan haar ouders gevraagd had of hij met haar mocht trouwen. Wordt vervolgde

Peel en Maas | 1935 | | pagina 5