TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Zeden en gewoonten
in Egypte.
FEUILLETON.
Mattesen Ties
de Kiesjeskèl
Zaterdag 16 Februari 1935
Zes en vijftigste Jaargang No 7
Land van mythe en mysterie. Land
waarin zich de blauw-vlakke, 6500
K.M. lange .Nijl- voortbeweegt, traag
en loom, met wuivende palmen aan
zijn boorden en de „felucca's" met
witte zeilen meevoerend naar het
hart van Afrika. Rechts en links in
de verte vervagend, machtige bouw-
werken, de Pyramiden, waaraan
honderdduizend menschen hielpen
die om de drie maanden door anderen
vervangen werden. Gebouwen waar
aan men meer dan twintig jaar
werkte.
Als men In eerbiedige bewondering
heeft gestaan voor de Pyramiden
met hun machtige schaduwen op het
golvende zand werpend, wanneer
men de „chic" van Cairo heeft leeren
kennen, dan zou men zich een voor
stelling van Egypte maken, die verre
van zuiver is. Al die schoonheid zou
men kunnen vergelijken met een
scène die gespeeld wordt, maar ach
ter de coulissen speelt zich het ware
leven af in al zijn aaneenschakelingen
van wreedheid, onbeschaafdheid,
armoede en intense luiheid...
Bygeloovigheid.
Een Egyptenaar is erg bijgeloovig.
Dit verschijnsel treft men vooral bij
de boeren aan, zoowel bij de arme
als onder de meefWelgestelde klassen
der bevolking. Woidt een kind ge
boren, dan mag niemand het zien.
Die mogelijkheid opent zich pas na
drie maanden en langer. Ze gelooven
dat diegenen, die iets over de pas
geborene zeggen, het wicht zuilen
doen sterven. Ze willen dat de
kinderen om niets benijd wordeo.
De kinderen hebben meestal kleine
zakjes om het lichaam gebonden,
waarin zich verschillende dingen
bevinden, zooals fijngestampt brood,
sleuteltjes, papiertjes met geheime
teekens erop en andere snuisterijen
om hen te beschermen.
De Njjl.
In vroegeren tijd was de Nijl een
soort afgod van de oude Egyptenaren.
Deze werd door hun aanbeden, want
zonder de Nijl zou Egypte een sluk
van de woestijn zijn. Ieder jaar werd
er een meisje ingeworpen, levend en
als bruidsmeisje gekleed. Tegen die
handelwijze kwam men in opstand
en op een keer werd een papiertje
in de Nijl gedeponeerd, waarop
geschreven stond, dat voortaan geen
meisjes meer geofferd zouden worden
en dat in de plaats daarvan poppen
zouden komen en dat de Nijl verder
kon doen en laten wat hij wilde.
Ieder jaar wordt met Juni een prach
tig aangekleede pop in de Nijl ge
worpen. Deze festiviteit wordt met
veel plechtigheid volbracht. Tallooze
menschen gaan naar Cairo om deze
plechtigheid bij te wonen.
Plechtigheden.
In de maand Ramadan vasten de
Mohammedanen. Ze mogen den ge-
heelen dag niets eteD, drinken of
rooken. lederen avond om vijf uur
hoort men een kanonschot in Cairo
en in de groote plaatsen. Dit beduidt
dat ze mogen eten. Om vijf uur in
den morgen gaat er een kanooschot
ten teeken dat ze moeten ophouden.
De Mohammedanen zijn in deze
maand zeer voorbeeldig en bidden
véél. Op het einde der maaod gaat
een man de woestijn in en blijft de
heele nacht naar de maan kijken. Als
de maan een speciale vorm heeft,
bericht hij dat. Opnieuw worden de
kanonnen afgeschoten, ten teeken,
dat het vasten ten einde is.
Polygamie
Een Mohammedaan mag vier vrou
wen hebben, tenminste als ze geld
hebben om ze te onderhouden. In
sommige huizen ziet men dan ook
vier en dikwijls maar twee of drie
van die stumpers. Het grootste ge
deelte loopt nog gesluierd. In Cairo
en de groote steden worden de
vrouwen moderner, maar ze vinden
het vreeselijk als een Egyptisch
meisje zonder kousen of met korte
mouwen loopt. De jongens mogen
ook niet blootshoofd op straat
loopen. De vrouw staat lager dan de
man. Gehoorzaamt de vrouw niet,
dan wordt ze eenvoudig de deur
uitgegooid. Men zou deze vrouwen
met gewillige hondjes kunnen ver
gelijken.
Wreedheid.
Wat men overdreven aan liefde
voor de kinderen betoont, doet men
tekort aan de dieren. Dierenliefde is
een onbekend woord. Daar behoort
weikelijk verandering in te komen.
Een leek kan zich gewoon niet
voorstellen hoe wreed de Egypte
naren zijn. Vooral de honden moeten
het ontgelden, die in de oogen van
de Mohammedanen onreine beesten
zijn. Ze worden ontzettend afgebeuld.
De ezels der boeren hebben soms
groote wonden onder hun zadels en
toch moeten ze verder, voortstUDte-
lend met schrijnende vleeschwoDdeD.
Het is een gewoon verschijnsel als
men een hondje aantreft vol met
wonden niet door menscnenbanden,
maar door insecten veroorzaakt d e
in millioenen rondzwermen. Men
houdt er hier een eigenaardigen vorm
van dierenbescherming op na Sedert
een half jaar worden door het
gouvernement iederen dag menschen
met een soott baken er op uit ge
stuurd. Iedere hond die ze zien,
wordt gevangen en naar een groot
pakhuis gebracht. Als nu de eigenaar
niet binnen vier dagen zijn hond
terughaalt en meteen drie gulden be
taalt, krijgen de honden een stukje
vleesch met vergif erin en in zeer
korten tijd heeft hun hondenleven
afgedaan. Komt men zoo'n gebouw
binnen dan struikelt men bijna over
de vergiftigde honden. De Mohamme
danen denken nu eenmaal dat dieren
geen gevoel hebben.
Industrie.
De katoen speelt de hoofdrol,
doch de laatste jaren is de prijs erg
terwijl ook de opbrengst steeds
minder wordt. Er zijn weverijen en
spinnerijen, zeepfabrieken en fabrieken
om uit de katoenzaden olie te persen.
Oorspronkelijk verhaal van de
Noord-Limburgsclie grenzen
door BERNARD VIELER.
21
Ties had er met zijn honden-
handel wel wat mee ingezeten,
maar 't was hem toch gelukt.
Twee reuije8 had hij verkocht
aan den jager van het kasteel,
een teefje aan den baron van
Gaasteren, een dito aan den rijken
steenbakker in Havert en een
allerliefst mannelijk exemplaar
aan de oude juffrouw van den
Bogaert, die zoo dol gek op hon
den en katten was.
Nauwelijks had deze dame het
snoezelige, mollige beestje gezien,
of ze moest het hebben, want ze
was nog in den lichten rouw over
haar laatste lieveling Kilty
dien zij dood gevoerd had.
Maar nu had de brouwer van
Velsen aan Ties laten weten, dat
hij ook een van die honden uit
hetzelfde nest wilde hebben, en
Mattesen Ties had hem waarach
tig den zesden hond toegezegd.
Ter verontschuldiging mag aan
gehaald worden.dat onze honden-
koopman, die zich veelde alsof hij
op weg was schatrijk te worden,
op dat oogenblik een kleine »snee
in den neus" had.
Den volgenden avond wandelde
in de smerige en ontzettend vuile
straten.
In Beni-Suef, een plaats van 33000
inwoners, die zeker tot de groote
steden gerekend mag worden, zijn
de straten allersmerigst. De reiniging
is zeer primitief. Het vuil wordt een
voudig op straat gegooid. Een man
haalt het weg en raapt het dikwijls
met zijn handen op. In een soort
wagentje wordt het weggebracht.
Een Hollandsch dorpje zou bij Beni-
Suef vergeleken een goed figuur slaan.
De huizen krioelen van ongedierte
zoowel bij de arme als bij de rijke
Egyptenaren. Er heerscht veel
armoede...
Zoo is de toestaud te midden van
wuivende palmen, majestueuze bouw
werken. Maar de waarheid wil men
in den regel niet zien... het is de
politiek die de waarheid verdoezelt.
Als de Engelsche kranten op voor
gaande, doch juiste wijze Merry Old
Englands koloniën, bezittingen, pro
tectoraten en domini ons meenJen te
populariseeren, dan zou het tourisme
aan banden gelegd worden... Politiek
is politiek...
Aanpassingspoütek en
hypotheekwezen.
Tenslotte, welke Europeaan zou
willen ^.onen in een land waar de
boeren haast als beesten leven In
een land temidden van vuile, luie,
onbeschaafde, onontwikkelde men
schen. De kantoren zijn alleen
s morgens geopend' Aanpakken kent
men niet. Lezen of schrijven kunneo
de boeren niet en meisjes veel uit
de gegoede stand ook niet.
Ze vicden het niet noodig. klinkt
het laconiek. Nu is de taal, het
Arabisch, niet bepaald gemakkelijk,
neen, het is ontzettend moeilijk.
Het teekenschrift wordt van
achteren Daar voren gelezen. Muzikale
aspiraties hebben de Egyptenaren in
de vorm van schreeuwerig zingen.
Hoe zou een Europeaan hier ooit
z'n opgeruimd humeur kunnen be
houden met al die vuiligheid om zich
heen, waar 't krioelt van bedelaars
Mattesen Ties toevallig langs het
landhuisje van juffrouw ''an den
Bogaert en zag daar den nieuwen
lieveling der oude dame vroolijk
tusschen de bloemen en struiken
in den hof jakkeren en spelen.
Toen de kleine rakker zijn vo-
rigen meester zag en diens door
dringend lippengeluid hoorde,
kwarn hij in woeste vaart op hem
aangehold.
Beej now kiek toch is, zei
Ties, 't is krek zo'n sort as die
hunt van meej Ik geleuf ver
domd dat el er enne is van de
mien, den erreges weggeloope is.
Gaol mer mooikes nao huus, men-
neke, zuut zien heur menneke.
Langzaam keerde hij zich om
en ging erg langzaam naar huis;
toen hij daar aankwam, zat er
warempel weer zoo'n zelfde jonge
hond bij hem 'n naokomerke,
zei Ties.
De brouwer van Velsen had den
volgenden dag de beloofde jonge
achthond in zijn bezit juffrouw
Marie Glotilde van den Bogaert
treurde over het verlies van haar
lieveling, even erg als de moeder
van Friedrich von Eichenfels; toen
haar zoontje door de zigeuners
ontvoerd was.
XIX
In 't Café Stappers.
De herberg van Jean Stappers
bestond nog maar sedert betrek
kelijk korten tijd.
Het drukste en voornaamste
café en logement was altijd ge
weest bij de oude juffrouw Betje
Damen en de gasten, die bij haar
Wij behooren tot hen, schrijft de
Msb. die van meening zijn, dat de
aanpassingspolitiek niet enkel moet
aansturen op verlaging van loonen
en salarissen, waarin misschien
al te ver gegaan werd maar zich
ook zal moeten uitstrekken tot de
vermindering van de vaste Jasten,
waartoe behooren de renten van hy
pofhecac vorderiogen.
Maar wij vragen dit niet op grond
van de strikte rechtvaardigheid, doch
alleen omdat het algemeen welzija
dit eischt.
Wij komen ertoe, dit nog eens
met nadruk te zeggen, omdat een
katholiek dagblad het „Dagblad
van Noordbrabant" in zijn num
mer van 5 Februari 1.1., eeD hoofd
artikel. getiteld „De aanpassing in
de hypotheken" van dezen ondertitel
voorziet: „Een onrecht, waarbij on-
mlddelijk ingegrepen diende te wor
den. Wat de praktijk leert".
Welk onrecht leert nu de praktijk
Het blad noemt twee gevallen.
Vooreerst dat van een bakker, die
in 1917 een bakkerij kocht, en op
dat pand een hypotheek nam van
f 4400. a 5i/t pet. Hij loste de eerste
zes jaar f 100 per jaar af. Daarna
Diet meer; waarmee de hypotheek-
gever blijkbaar genoegen nam. Wel
werd de jaarlijksche rente geregeld
betaald.
Thans, in 1934, heeft de hypo
theekhouder dit geld noodig, om een
dringende belastingschuld te betalen,
en zegt de hypotheek op. De bakker
kan van elders die f 3800 .niet op
nieuwe hypotheek krijgen. Het huis.
dat onderwijl zeker met een derde
in waarde verminderd is, wordt nu
verkocht.
Inderdaad, het is voor den oud
geworden bakker een treurig geval
Maar waarin zit hier het onrecht
Het „Dagblad van Noordbrabant"
qualificeert dit geval zelfs al „on
houdbare onrechtvaardigheid". Om
dat de gulden van nu grooter koop
kracht heeft dan de gulden van 1917.
Ligt hierin werkelijk een onrecht
vaardigheid
Als de koopkracht van den gulden
in dien tijd gedaald ware, zou de
bakker dan uit rechtvaardigheid een
grooter bedrag dan de nominale som
van de hypotheek hebben moeten
logeerden, hadden het er steeds
erg puik gehad en voor een klein
beetje geld.
De kamers waren eenvoudig,
maar zindelijk en geriefelijk en
Betje Damen genoot de vermaard
heid, dat ze »buutegewoon goed
kos koke" en op geen eitje of wat
boter keek.
t Was er in één woord opper
best en daardoor is 't te verklaren
dat er zich niet spoedig iemand
aan waagde mét haar te gaan
concurreeren.
Maar het goede mensch werd
oud en had zich al vaak uit
gelaten, dal ze uitscheiden wilde,
daarom had Jean Stappers, die
kort geleden gehuwd was met een
flinke, bekwame jongedochter uit
het dorp, het toch maar gewaagd,
ook herberg te gaan houden,
voorloopig echter nog zonder een
logementbedrijf.
De jongelui uit het dorp hadden
den gebruikelijken '"meiboom voor
de deur der nieuwe herberg ge
plaatst en waren overeenkomstig
de traditie door den nieuwen
hospes royaal getrakteerd gewor
den.
Hel huis van Stappers lag ook
in de Maasstraat, volstrekt niet
ongelegen, tegenover een kleine
zijstraat.
De gladgeschilderde mastboom
met de dikke guirlande van groen,
om heen geslingerd en de
kroon met papieren bloemen en
vlaggetjes in den top, paradeerde
nog altijd voor 't nieuwe café,
maar de toeloop van bezoekers
liet nog veel te wenschen over.
Wel kwamen er Zondags een
paar jongelui, vrienden van Jean
terugbetalen
Hier verwart men het treffende
van een verlies door waardedaling
van bet pand en koopkrachtstijging
van het geld, met het recht bij over
eenkomst het risico vast te stellen.
Wanneer deze bakker, in plaats van
af te lossen, voor dat geld effecten
had gekocht, die in 1927 een sterk
gestegen waarde hadden gekregen en
daarom door hem weer met flinke
winst verkocht waren, zou men dan
meenen, dat hij daarom dan uit recht
vaardigheid verplicht was geweest,
den hypotheekgever in die behaalde
winst te laten deelen Immers neen.
Hij had kunnen volstaan met de
nominale restanthypotheek ter aflos
sing aan te bieden.
Als hij in 1917 het huis de
prijzen waren toen buitensporig hoog
gekocht en betaald had, zou hij
dan nu van den verkooper een deel
van de koopsom kunnen terugvor
deren omdat het pand een derde in
waarde verminderd Immers neen.
Als kooper nam hij het risico van
de tamelijk waarschijnlijke prijsdaling
op zich.
Het tweede geval is niet anders.
Een boer erft een boerderij ter waar
de van een ton. Zijn zuster moet
hij de halve waarde uitkeeren, als
haar aandeel in deze erfenis. Zij
vindt goed, dat hij 't geld op hypo
theek behoudt Thans is die boerde
rij nog maar een halve ton waard.
Hij heeft dus niets meer, zijn zuster
heeft wel haar vordering van f 50 000.
Ook hierin zit geen onrecht. Als
t geloopen ware. en de boerderij
zou thans li/z ton waard zija, dan
had de boer een ton en zijn zuster
Diet meer dan haar halve ton hypo
theek.
Hij hij indertijd 't geld gehad
en aan zijn zuster uitgekeerd, zou hij
dan thans, omdat die boerderij voor
de helft in waarde is verminderd,
eeDig recht hebbeD. om van zijn
zuster een deel van het toen betaalde
erfenisdeel terug te vorderen Immers
neen.
Daarom kan men ook dit geval
diep treurig en hard vinden, zooals
wij ook doen, maar onjuist is het,
hier van onrechtvaardigheid en van
onrecht te spreken.
Men moet een goede zaak niet
bederven, door het gebruiken van
ODjuiste argumenten te harer verde
diging.
Te verdedigen valt een tijdelijke
beperking van het executierecht, een
wettelijke verlaging van te hoog ge
worden rente, de vergemakkelijking
«van het treffen van een akkoord, bij
niet mogelijke betaling van het volle
geleende bedrag, edg. Maar dit alles
niet op grond van strikte rechtvaar
digheid. maar omdat het algemeen
belang in dezen tijd dergelijke maat
regelen noodzakeiijk maakt.
Trouwens, wat het „Dagblad van
Noord-Brabant" feitelijk wil, is
practisch niet uitvoerbaar. Wil men
bij de aflossing van vroeger geleende
gelden rekening houden met het
verschil van koopkracht van het geld
in 't jaar van 't aangaan der leening
"t jaar» van aflossing, dan z'ou
meo hoe in tal van jareD, bijv
sinds 1913, jaar van jaar de koop
kracht vaD den gulden moeten vast
stellen, en evenzeer in de jaren, die
volgen, jaar voor jaar. En het
aldus gevonden verschil zou daD
verrekend kucnen worden.
Hoe ernstig dit bij de wet ingrijpen
in bereids te goeder trouw gesloteo
contracten is, behoeft geen betoog.
De consequentie zou er ook aan
vastzitten, dat bij verdere daliog van
de koopkracht van den gulden, als
een beetje buurten en een enkele
keer ook een kaartje leggen, maar
de ware trek was er niet.
Jean had er al eens een paar
maal over geklaagd tegen zijn
ouden schoolkameraad Giel van
Dommelen.
Op zekeren dag was hij weer
met zijn klaagliederen begonnen
tegen Giel en Flipse Frans, die
als eenige bezoekers bij hem aan
tafeltje zaten te praten. De
eerste probeerde hel echter hem
een hart onder den riem te steken
en zei heel luchtig en opgeruimd:
»Dor zeuj toch de duuvel mil
peule, as wéj dat nie klaor kosse
speule om wat vollek naor hier te
trekke en ow 'n bitje klandizie te
bezurge. Laot méj mer is begaon
mer, dat zeg ik ow de moei
halde 1"
En meteen begon hij de twee
anderen op geheimzinnige wijze
in zijn plan in te wijden.
Den volgenden Zondag na de
Hocgmis verscheen de gemeente
veldwachter als naar gewoonte op
het pleintje voor de kerk en klopte
met zijn hamer op het koperen
klankbord de nieuwsgierigen bij
een om hen konde te doen van
allerlei dingen, die hen misschien
interesseeren konden.
Deze veldwachter, Hannes Uit-
tenbroek, was meer algemeen
bekend onder den naam van
Hannes Pa'kaon, ofschoon hij,
behalve »de geprissenlierde borrels
en glaas hier" eigenlijk het liefst
niets aanpakte.
Tjing, tjing, klonk het omroe-
>ersbord en met luide stem begon
dannes Pakaan van een stuk
papier af te lezen:
de eind 1933 aangevangen prijsstijging
van de goederen doorgaat, ook deze
daling voor in 1934 en volgende
jaren geleende gelden in rekening zal
moeten worden gebracht, en dus de
schuldenaar nominaal meer zal moeten
terugbetalen dan hij, al of niet onder
hypothecair verband, van een ander
geleend heeft.
Terecht schreef daarom de Regee
ring „Ingrijpen op bet stuk van het
hypotheekrecht in de huur-en pacht-
contiacten moet met de uiterste
voorzichtigheid geschieden, wil men
voorkomen, dat het economisch leven
nog erger wordt verstoord dan reeds
het geval is."
De positie van het
Pluimveebedrijf.
Het gemeentebestuur van Barne-
veld zond aan den voorzitter van
den ministerraad onderstaand schrij
ven
Wij veroorloven ons voor het
volgende Uwer Excellence's bijzon
dere aandacht te vragen.
De pluimveehouderij is niet meer
rendabel. Dit feit is voor de inge
zetenen onzer gemeente funest.
Onze Nederlandschepluimveesfapel
maakt het noodig om plus minus
700 000.000 Kg graan in te voeren.
Wij behoeven Uwe Excellentie niet
duidelijk te maxen dat dit van groote
beteekenis is voor scheepvaart,
havenbedrijf, verdere transportmidde
len en nevenbedrijven. Dat de pluim
veehouderij aan talloos velen buiten
de pluimveehouders werk en brood
verschaft, maakt haar tot een belang
rijken tak van volksbestaan. Daarom
wagen wij het met te grooter vrij
moedigheid Uwer Excellence's bij
zondere aandacht te vragen.
Om de pluimveehouders op de
been te houden is in de eerste plaats
noodig. dat de graanrechten werkelijk
vergoed worden. Het intrekken van
d» exportpremie welke ingesteld was
als compensatie voor graaarechten
en de monopolieheffiog van f 1 per
100 eieren bij uitvoer naar Duitsch-
laad is o.i. een maatregel, die vol
komen billijk geacht kan worden
gezien de extra groote winst, welke
bij export naar Duitschland gemaakt
werd.
Dat de marktprijs dientengevolge
belangrijk is ingezonken, is volmaakt
onjuist.
Nadat de exportpremie is ingetrok
ken en de mooopolieheffiog werd
ingesteld, is het nadeellge verschil in
den prijs vergeleken bij een jaar terug
niet grooter geworden.
Wij verzoeken derhalve met- te
grooter nadruk de exportpremie niet
weer in te stellen en dringen er
ernstig op aan spoedig de graan
rechten metterdaad te vergoeden.
Als dat, naast de voorgenomen in
krimping, geschiedt, kan de pluim
veehouderij zich waarschijnlijk zonder
steun handhaven.
Een besluit om de bouwbedrijven
van boven 20 H.A. maar toe te
staan om 25 kippen te houden helpt
weinig, omdat h«t getal kippen, dat
in totaal op dergelijke bedrijven ge
houden wordt, ten op/.ichte van het
totaal weinig uitmaakt.
Bovendien helpt dit op zijn vroegst
in 1936 en ook alleen dan, als het
houden van pluimvee loooend is.
Als het niet loont om 100 kippen
te houden is het dit ook niet bij 110
stuks.
Wij meenen van Uwe Excellentie
te mogen aannemen, dat een beiaDg
rijke tak van volksbestaan, die met
weinig of geen kosten in stand
gehouden kan worden, op den krach*
tigen steun van Uwe Excellentie kan
rekenen cn dientengevolge spoedig
hulp komt opdagen.
Desgewenscht willen wij gaarne
ons stanjpunt mondeling toelichten.
De spoorwegen uit
den tijd?
De notaris van Doornik zal
op Dinsdag aanstaande houtver-
kooping houden in de kasleelsche
bosschen laDgs den weg naar
Borghees, waar allerlei gekapt
dennenhout, geschikt voor balken,
slieten, heiningen, boonstaken en
ander geriefhout verkocht wordt.
Samenkomst bij 't heiligenhuiske
van Hannes Bomiiiesenus. Aanwij
zing doet de boschwachter.
Voor de lezers, die 't nog niet
weten, zij hier medegedeeld, dal
hier bedoeld was het kapelleke
van den heiligen Johannes Nepo-
mucenus.
Dan volgden er nog eenige aan
kondigingen van andere verkoo-
piugen en verpachtingen en toen
werd er weer driemaal op het
klankbord geklopt.
Tjing I Tj ng 1 Tjing I
Op den Drul slaat een ge
kalfde koe te koop en de keus
uit een loom jonge baggen.
Tjing Tjirig I Tjing
Bij vrouw Arriaons is puike
herring te kriegen uut de ton.
Tjing 1 Tjing Tjing
Deze week zal Karei de ronde
doen door de kom van het dorp,
om de schoorsleenen te vegen
Tjing 1 Tjing 1 Tjing!
Aanstaanden Zondag na de
hoogmis kunnen degenen, die nug
oude Venlosche almanakken in
hun bezit hebben, deze tegen den
prijs van 25 cent inleveren in de
herberg van Jean Stappers, waar
toe zitting zal worden gehouden
in de achterkamer van genoemde
herberg.
Deze aankondiging omtrent het
inleveren der almanakken vond
nogal eenige belangstelling, want
Het is al een paar jaren geleden,
dat wij schrijvend over de primi
tieve bediening van een locaal spoor
lijntje in de buurt de opmerking
plaatsten, dat de spoorwegen hun
tijd gehad hebben en dat op de
groote verbindingen na de ijzeren
weg op den duur gemist kan worden.
Minister Deckers, op een inspectie
tocht in 't noorden geïoiervieuwd,
heeft over dit thema ook zijn meening
gezegd. Zijne Excellentie sprak echter
ook nog over enkele andere belang
rijke zaken, welice we onzen lezers
niet willen onthouden. Ziehier een
stuk relaas van het intervieuw:
Hoe is Uw algemeene indruk
Excellentie
Nederland staat er nog Diet zoo
slecht voor. We hebbeD nog ver
schillende slapende reserves. En we
hebben een geweldig hoog levenspeil.
Als U dat vergelijkt met het buiten
land dan staat U paf. Waar vindt
U hel levenspeil zoo hoog als in
Nederland We eten graag goed.
We doen het. We kleeden ons
graag goed. We doen het. We
hebben schitterende wegen. Nergens
vindt U ze zoo. En zoo kunt U
maar doorgaan.
Ed de spoorwegen
Die hebben misschien hun tijd ge
had.
Het is mogelijk, dat er in de toe
komst enkele groote lijoen over
blijven. Maar het is zeer wel moge-
iijk, dat de kleine lijntjes heen gaan.
Het verk;er gaat zich in andere
banen bewegen. Hét wordt aange
wezen op autotractie.
Maar. en dat is weer de 2aak,
waar vindt U zoo'n schitterend net
spoorwegen
Die eischen we, en we moeten er
ook voor betalen. En dat doen we
ook wel, maar dat alles vraagt veel
geld. En nu de inzinking er is, maakt
dit alles het wel war moeilijk.
Maar zoo is het altijd geweest.
We hebben tijden van opgang en
van inzinking. Nu hebben we den
tijd van inzinking. Maar hoe was
het in het begin der vorige eeuw
Toen werd half Amsterdam onder
steund, maar ook dat zijn we te boven
gekomen. Goddank zijn we nu niet
zoo ver. We zullen met alle kracht
inspanning ons er nu ook wel weer
boven op werken.
Ingekomen en vertrokken
personen
van 2 tot 8 Februari.
VERTROKKEN:
G. van Staten, z.b., naar Gemert
E. Ch. M. Eibers, idnaar Asten
H. E H. Goumans, idem, naar
Hannut (B
Th. H. Geurts, wed. Verhoeven,
naar Sambeek, Twist
F. Roffel, marechaussee, naar Oss.
langs den Maaskant kan men in
ieder huis den Venloschen alma
nak vinden.
Behalve de heiligendagen en de
beweeglijke feestdagen, staan er
alle piarden-, beesten- en andere
markten, benevens alle Limburg-
sche kermissen in vermeld, met
nog heel wal wetenswaardigheden
voor den boerenstand, betreffende
het slachlgewicht van varkens,
den zaaitijd der tuinvruchten en
eene rubriek met grappen en
anecdoten.
Daar de aanschaffingsprijs niet
meer dan dertig cent bedroeg en
men voor de gebruikten thans een
kwartje kon terugmaken, is het
licht te begrijpen, dat er in alle
huizen van Meerhout in tafella
den en kabinetten, alsmede op de
schappen en schoorsteenriggels
naar oude exemplaren van don
Venloschen Almanak gezocht
werd.
De groote gelagkamer bij Jean
Stappers was dan ook den volgen
Zondag na de hoogmis geheel
gevuld met gegadigden, die ieder
een of meer almanakken in zak
hadden, want eenige berekenende
hoofden waren er zelfs op uit
geweest om hier eu daar bij de
oniogewijden de vergeten exem
plaren voor een of twee groschen
op te koopen, in 't vooruitzicht er
een slaatje uit te slaan.
In de achterkamer van Stappers
die op de binnenplaats uitzag,
zaten Giel van Dommelen, Frans
Flipse, Domien van Aersen en
Dnekske Linders rondom de
ronde tafel, waarop een groote
inmaakflesch met morellen op
brandewijn en een aantal ledige
borrelglaasjes stonden.
Wordt vervolgd.