pACfONqftl
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
JAC.F0NCÜ/&
mmostl
(manufacturen!
ÏWRDEBJGST/!
manufacturen
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Ons parlemen
taire leven.
Een tragisch
wederzien.
Ons weekpraatje.
JOHAN JEUKEN maakt een
ASPIRIN
Binnenland.
Bij' Verkoudheid
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 10 November 1934
Vijf en vijftigste Jaargang No 45
BLIJKEN
TOCH HET
PEEL EN MAAS
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVhRlENTIisN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7'/! ct.
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKUOF VENRAY
Telefoon 51 GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent
voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent
Een oude traditie gehand
haafd. Hoe het elders is.
Waarom belangstelling voor het
begrootingswerk.
Terwijl heel de wereld door een
groote beroering heerscht in het
politieke leven, is de Nederlandsche
Tweede Kamer kalm aan hare be-
grootingsdebatten begonnen, io al
haar eenvoud de groote gebeurtenis
in ons parlementaire jaar.
Ons land neemt onder de mogend
heden der wereld een bescheiden
plaats in wat zijn macht en machts
middelen betreft, en in verhouding
daarmede is zijn staatkundig leven
ten opzichte van de wereldpolitiek
Maar het feit, dat de Tweede
Kamer ook in den aanvang van
November 1934 een traditie van
vele jaren getrouw zijn begrootings
debatten weer mocht aanvangen, is
iets, waarvoor wij dankbaar mogen
zijn.
Dit feit alleen toont al, dat veel
wat elders een ineenstorting tenge
volge heeft gehad, hier over onze
hoofden heengegaan is, zooder veel
beroering.
Ooze nuchtere aard heeft dat ge-
druisch in andere landen kalm aan
gezien. En zijn er onder ooze mede
burgers, die er het hoofd bij verloren
hebben, maar het overgroote deel
onzer landgenooten raakte niet van
de wijs, maar overweegt, welk nut
uit de gebeurtenissen elders is te
trekken.
En wij doen er ons voordeel mee
zooals we b.v. in 1848 deden, toen
een goed deel van Europa van den
geest der revolutie bezeten was, om
met geweld wijzigingen in de staats
instellingen te verkrijgen, welke in
Nederland door behoorlijk overleg
tot stand werden gebracht.
Zoo heeft, om maar iets te noe
men, ods parlementaire leven zich
thans weten te ontdoen van euvelen
die elders tot verwerping van par
lementen hebben geleid.
De breedsprakigheid, welke parle
mentariers, die het met hun verant
woordelijkheid zoo nauw niet namen,
dikwijls aan den dag legden, behoort
hier reeds laog tot het verleden en
daarmede de weinige vruchtbaarheid
van een door die veelpraterij opge
houden parlement.
Ook de socialisten hebben inge
zien, dat zij met veel te praten aan
kostbare staatsinstellingen afbreuk
deden en mocht er de een oi andere
zijn, die een onjuiste opvatting heeft
van zijn mandaat als volksvertegen
woordiger, dan zijn er anderen ge
noeg die hem terechtwijzen en zijn
buitensporigheden beletten. Daarbij
is het werken voor de galerij groo
tendeels gedaan.
De leden beraadslagen werkelijk
onder elkaar en met de regsering
om te zien wat er werkelijk te doen
is in de moeilijke taak, die de laog-
durige crisistijd Kamer en Regeering
oplegt, waarvan het voornaamste is
het hoofd te bieden aan de gevol
gen der werkeloosheid, dus werk en
brood te verschaffen, in onzen tijd
eeD bovenmenschelijke taak.
En eiken dag kunnen wij in onze
bladen lezen wat er in onze Kamers
besproken en voorgevallen is en wij
mogen er elkaar onze meening over
zeggen, de wetgevers critiseeren, bun
onze meening per rekwest toezenden;
zijn we niet tevreden te stellen, daD
kunnen we zorgen voor andere ver
tegenwoordigers.
In vele landen is dat alles onmo
gelijk gemaakt. Van een samenwer
king tusscben Kamers en Regeering
geen sprake. In Duitschland b.v.
heeft één partij de macht in handen
genomen. Men prijst zichzelf om de
voorbeeldige eenheid die daardoor
verkregen werd. Maar in werkelijk
held is die eenheid niets dan schijn,
een schijn, die slechts door onder
drukking is in stand te houden.
Nu ons parlement evenwel voor
groote moeilijkheden staat, tot wel
ker volkomen oplossing het totaal
machteloos is, is daarvan een natuur
lijk gevolg, dat de belangstelling voor
het parlement en het staatkundige
leven achteruit gaat.
Iets waar men geen belang meer
in stelt, wordt al heel weinig ge
waardeerd. En zoo gebeurt het, dat
ook bij ons velen onverschillig wor
den omtrent hetgeen in den Haag
geschiedt. De zaken Ioopen niet naar
hun zin, de regeeriDgshulp strekt zich
juist niet uit tot hun zaak, of doet
ze dit wel, dan staan de voorwaar
den niet aan, men is ontevreden en
het iozlcht van een ontevredene is
gebrekkig, omdat hij de kwesties
van uit zijn ontevredeü standpunt
beschouwt.
Anderen gaan verder dan onver
schilligheid en verwerpen het parle
mentaire stelsel. Zij verlangen er den
dictator, den aan niemand verant
woordelijken, geen critiek duldenden
alleenheerscher voor in de plaats te
stellen.
Dan is het tegelijk ook uit met de
politieke beschouwingen die we zoo
knusjes onder elkaar weten te voeren
en in onze dagbladen lezen. We
hooren dan alleen Heil den dictator,
hoe die man ook heeten moge. Doet
hij wat ons ergert, zooals Dooit een
volksvertegenwoordiging ons heeft
kunnen ergeren omdat wat daar
tot stand kwam met overleg is tot
stand gebracht, daar de kwesties van
verschillend standpunt konden worden
beschouwd en besproken dan
roepen we nog Heil, wanneer we
tenminste met de vrijheid alle fier
heid hebben verloren, zooals zoovelen
elders. Maar overigens zijn we stil
en zij die met ons omgaan eveneens.
We zijn gelijkgeschakeld. Dienaars
zijn we van den Staat, dien we
mogen vereeren, voor wlen we be
staan, die er niet is voor ons, maar
wiens grootheid we hebben te be
vorderen alsook de grootheid van
den dictator en van hen, die zijn
uitverkorenen zijn.
In Duitschland tenminste hebben
die schijntoonbeelden van onbaat
zuchtigheid en menschenliefde een
meer dan behoorlijk bestaan, waar
omtrent ondanks de best werkende
censuur allerlei bijzonderheden tot
ons doordringen.
Voor dat gebrek aan belangstelling
voor ons parlementaire leven en voor
die onverschilligheid moeten we ons
en ook anderen dus wel
degelijk hoeden.
Wij, katholieken, moeten er ter
dege van doordrongen zijn dat geen
Nederlandsche regeering aansprakelijk
kan worden gesteld voor den toestand
waarin het land is geraakt. Die
toestand ligt in den toestand der
wereld, in de algemeene crisis, die
zich van Amerika uit over den ge-
heelen aardbol heeft verspreid.
Evenzeer moeten we er van over
tuigd zijn en aan anderen die over
tuiging mededeelen dat geen enkele
regeering van Nederland een oplossing
kan brengen in de moeilijkheden van
den tijd. De oplossing moet komeD
van een samenwerking der naties.
En al degenen die het gezag der
regeering ondermijnen door de
regeering te verwijten dat zij geen
oplossing brengt, maar zelf beweren
dat zij een oplossing kunnen brengen
geloove men niet. Zij spelen met het
volk en zullen dit door voorspiege
lingen welke zij nooit kunnen ver
wezenlijken, radeloos maken.
In die stemming dat een regeering
niet kan oplossen maar alleen steunen
en verlichten, zij men een belang
stellend toeschouwer bij het werk
onzer Kamers en trachte vooral ook
de belangstelling van anderen daar
voor en de gelijke gezindheid te
wekken. Voor besturen onzer Kies
vereenigiugen en voor onze Kernen
is hier een goed werk te doen, vooral
bij den belangwekkeoden begrootiogs-
arbeid, waarmede de Kamer van nu
tot Kerstmis bezig zal zijn. Het werk,
dat de katholieke Kamerfractie daarbij
zal verrichten, werk in bet algemeen
belang des lands in crisistijd, moge
bij de katholieken tevens de over
tuiging versterken van welk een
beteekenis het is in zulk een gewich
tige periode eensgezind te zijn en
eensgezind achter de katholieke
Kamerfractie le staan.
ROELAND.
Te Venray, Noord-Limburg, leefde
een eenvoudig timmerman, t Was
niet wat men noemt eea fijne, maar
een degelijk vroom christen. Heel 't
dorp mocht hem bijzonder goed
lijden om zijn opgeruimd karakter en
zijn onuitputtelijke kwinkslagen en
vroolijke gezegden.
't Was hem nochtans niet steeds
voor den wind gegaan, en aan zware
beproevingen heeft 't hem niet ont
broken. De laatste dertien jaren was
hij weduwnaar.
Twaalf jaar geleden zag hij zijn
oudste zoon als Missionaris vertrek
ken naar Celebes,Oost-Indië. Moedig
eD christelijk fier bracht hij dit offer,
en sprak bij 't vertrek Tot weer
ziens over 10 jaren.
Menschelijkerwijze kon hij zich
aan zulke voorspelling wagen hij
genoot een benijdenswaardige gezond
heid, en geen dokter had ooit een
cent aan hem verdiend, al was hij
toen bijna een zestiger.
De tien jaren rekken zich tot
twaalf. In de Missie rekent men wel
de jaren met den kalender, maar nog
meer met de behoeften van de ziel
zorg. Die twee laatste jaren schenen
den vader wel een eeuwigheid.
Eindelijk komt het verlossende
bericht. De Missionaris zou de boot
nemen 4 November en tegen het
einde der maand vader weerzien.
't Werd hoog tijd. Ook reuzen
eiken vallen om. Een pijnlijke kwaal
overviel den sterken man, en sloopte
in die twee jaren zijn krachtig gestel,
zoodat hij met heel de omgeving
zich bezorgd maakte of hij den zoo
lang verwachten zoon nog zou terug
zien.
Middelerwijl komt zeer onverwacht
het bericht dat de Missionaris 'n
boot eerder zou vertrekken, en te
Marseille zou landen den 23e Oct.
Hij zou reizen met Mgr. Panis, zijn
Vicarius Apostolicus, en een collega
den Eerw. Pater Homburg, per s.s.
Iadrapoera. 't Werd voor hem een
zware reis, niet wegens slecht weer
of hooge zee, maar onder de aan
houdende spanning van het bericht,
nog te Batavia ontvangen, dat zijn
vader bedenkelijk ziek lag.
Den 21e October, Zondag, ontving
de zieke met volle verstand de
laatste Sacramenten, nog uit de
handen van den Eerw. HeerGeurts,
die daags daarna naar zijn nieuwe
standplaats Maastricht zou vertrekken
't Was zijn biechtvader en zijn
hoog vereerden Directeur der H.
Familie, door hem tot ongekendeu
bloei opgevoerd. De zieke was er
60 jaren lid van en prefect sinds
eenige jaren.
Aan zijn Heerbroer, telefonisch
verwittigd, zei hij met diepe ont
roering Heerbroer, ik ben zoo ge
lukkig.
Zeer verwonderde het de omstaan-
ders, dat hij sinds zijn bediening niet
meer taalde over zijn zoon, die tot
daartoe schering en inslag was ge
weest van al zijn gesprekken. Den
volgenden dag wilde zijn Heerbroer
het zijne er van weten „Vader,
denkt gij ook aan Henri Hij keek
hem met groote oogen aan „Heer
broer, ik denk aan alles", en eindigde
met de hem eigen geworden lijf
spreuk Zooals O L H. wil. Was
dat de bezegeling van het laatste en
groote offer
Den 23e, alvorens naar Tilburg
te reizen om den Missionaris te
halen, zei zijn Heerbroer„Vader
ik ga Henri halen, tot morgen." O,
die blik I Voor 't eerst zagen we
hem weenen. „Zijt ge niet blij
O jaen na eenig nadenken Gods
wil geschiede I 't Waren de laatste
woorden, die zijn Heerbroer van hem
zou opvangen.
De reizigers waren om 10 uur des
morgens, 24 October, geen vijf
mingten in het Missiehuis vau den
Bredaschen Steenweg, of een auto
voerde den zoon naar zijn vader,
die geen teeken meer gaf hem te
herkennen. Diepe teleurstelling De
laatste worsteling was aangebroken
Een goed uur later, vraagt de
Missionaris geknield aan zijn ziekbed,
de hand in zijoe hand Vader, her
kent ge mij De zieke keert hem de
reeds wazige oogen wijd open toe,
en schudt dan driemaal bevestigend
met het hoofd, 't Was het laatste
teeken van bewustzijn, een laatste
vaarwel.
Als hadde de zieke op dat supreme
weerzien gewacht, sluit hij de oogen
zedig neer als om te bidden, het
aardsche te vergeten. De priesterzoon
bad de gebeden der stervenden, gaf
hem een laatste absolutie door ver
sterving en goede werken.
Een kwart voor vieren bemerkten
de omstaande» eerst dat de dierbare
vader gestorven was.
't Was een Woensdag, toegewijd
aan den Heiligen Timmerman St.
Jozef, de feestdag van den H. Aarts
eDgel Rafael, patroon der reizigers.
Een zucht van opluchting ging
als 't ware door heel het dorp, toen
men op de beangstigende vraag
Heeft vader Henri nog herkend een
bevestigend antwoord kreeg.
Ia den rouwstoet trokken mede
kerkwaarts Z.Exc. Mgr. Panis, de
Hoogeerw. Pater Broeken, Provin
ciaal der P. P. Missionarissen van 't
H. Hart, de E.E. P.P. van Homburg
en Arts, de Eerw. Frater Ernest,
pas gerepatrieerd uit Manado,
Celebes, en een zeldzaam groote
groep vrienden, waarondereen sterke
afdeeling van de H. Familie, die na
de absoute een machtig aangrijpend;
Dierbre Broeder, vaarwel, haren
prefect grafwaarts vergezelde.
Voor den Zoon Missionaris werd
de dag van zijn terugkeer in 't
Vaderland de dag, wij bopen het,
van zijns vaders terugkeer in 't
eeuwige Vaderland.
Wel een tragisch, maar toch een
heel providentieel wederzien.
Waarom ik het bovenstaande
nederschreef
Zoo ik ooit zoo gelukkig geweest
ben aan de Lezers van dit weekblad
eenig goed te hebben mogen doen,
dan moge mijn belooning zijn van
hunnentwege een enkel Onze Vader
en Weesgegroet voor de zielerust
van den afgestorvene, die mijn eenig
overgebleven en drie jaar jongere
broeder was.
S. H. PEETERS m.s.c.
UITVINDINGEN.
't Is maar een weet 1
De eieren van Columbus.
'n Uitvinding is niets anders dan
'n kwestie van een goeden inval.
Denk maar eens aan het ei van Co
lumbus De heer Wardenier, de
Wolvegaarder, die den drogen motor
uitvond, bekende zelf, dat hij op
school altijd een sufferd was geweest
en toch deed hij thans de ontdek
king, welke de wereld van aanschijn
zal doen veranderen.
Wat een andere sufferd kan. heb
ben we tot ons zelf gezegd, moeten
we toch ook kunnen leveren. En, al
suffend, kwamen we tot de volgende
redeneering
De menschheid heeft zich tot nog
toe te veel blind gestaard op de
vermeende voedingsnoodzaak van
een mechanisme. Als we een lamp
wilden laten branden, dan deden we
dat vroeger met olie, totdat we het
gas uitvonden en daarna de electri-
citeit.
Met den motor ging het ook zoo,
Dien hebben we gevoed met stoom,
gas of electra, maar gevoed hebben
we ze.
Totdat Wardenier, die naer
hij zelf openbaarde nimmer zijn
hersens voedde, het plots in zijn
bol kreeg om een motor te laten
loopen zonder benzine of andere
drijfkracht.
En waarlijk: het lukte.
Hij kreeg 13 millioen bedrijfska
pitaal en gaat nu een fabriek bouwen
voor 13 duizend arbeiders.
Wij hebben nu patent aangevraagd
op den drogen lepel en stellen ons
voor om met deze vinding de crisis
te bezweren. De eerste proeven
hebben een uitstekend resultaat op
geleverd.
We hebben ons gezet voor een
leeg bord en daaruit zija we een
half uurtje gaan zitten lepelen. Het
resultaat was verassend; na afloop
van deze bezigheid voelden we ods
volkomen voldaan
De wacht is thans nog slechts op
een burgemeester, die een perscon
ferentie voor ous wil beleggen en
vooral op de baronneD en andere
menschen met kapitaal, die zich
fioantieel voor de zaak willen in
teresseeren.
Dertien millioen hebben we niet
eens noodig. Zoo gauw we één
millioeu bij eikaar hebben, schrijven
we onzen geldschieters vanuit Zuid
Amerika wel eenige nadere bijzon
derheden.
O.i. is de droge lepel de nood
zakelijke consequentie van den dro
gen motor, want al mogen de Wol
vegaarders ook juichen over hun
faöriek met 13.000 arbeiders, welke
in hun midden zal verrijzen, in het
algemeen zou de werkeloosheid door
dezen nieuwen technischen triomf
aanmerkelijk worden verhoogd. Van
mechanismen is een wereld gauw
genoeg verzadigd: het is de nood
zakelijke voortdurende toevoer van
voedingstoffen, welke het werk aan
den winkel houdt.
Met den drogen motor zou het
niet alleen de heer Sir Henri Deter-
ding zijn, die tot stempelen wordt
gedoemd, maar mét hem een deel
van zijn aandeelhouders, het perso
neel van oliebronnen, handelaren en
de vele duizenden distributeurs van
benzine, die in den verkoop thans
een voortdurend bestaan vinden.
Als onze motoren voortaan zouden
loopen zonder benzin of andere
drijfkracht, onze machines zouden
daveren zonder stroom, onze kachels
zouden snorren zonder kolen, onze
lampen zolder electra, dan zou
het werk uit de wereld zijn en de
menschheid nog slechts kunnen be
staan wanneer we
dank zij een of andere uitvinding,
zouden kunnen betalen uit een
portemonnaie zonder geld en ons
konden voeden middels eea drogen
lepel 1
WINTERJAS VOOR U,
naar Uw maten
volgens Uw houding
naar Uw smaak
in Uw geest
Dus een jas, die van grond af
aan vooi U is ontworpen
en verwerkt.
Vraagt de rijke
stalencollectie.
Langstraat la Telefoon 102
(Het huls met de trapjes)
Voor deeloame in de exploitatie
van den drogen lepel kan men gi-
reeren op de rekening van de ad
ministratie dezer courant.
t
mei Oranjeband en Bayerkrui*
Reeds Uw ouders gebruikten het
Geen her-classificatie van
gemeenten. Het bedrijfs-
succes der posterijen. Ge
meenteraden in verzet tegen
nieuwe salarisverlagingen.
De Zesdaagsche.
De regeering, die nog in de Troon
rede zoo met nadruk liet zeggen, dat
verdere verlaging van salarissen van
het overheidspersoneel vooilooplg
niet in haar bedoeling lag, eD kort
nadien een herc!assificatie der ge
meenten aankondigde, welke practisch
een salarisverlaging van circa 6 pCt
voor de meeste ambtenaren betee
kende, schijnt onder den indruk van
de publieke reactie op haar plannen
terug te komen. Bericht wordt ten
minste, dat zij zoekende is, hoe op
andere wijze de gelden zullen gevon
den kunnen worden, welke deze
herclassificatie als bate zou hebben
opgeleverd. Het verloop van de
besprekingen in 't Georganiseerd
Overleg zou als motief worden ge
bezigd voor de terugname der voor
stellen.
Niet alles loopt tegen in dezen
tijd. Het bestuur van de P.T.T. b.v.
heeft geen reden rot klagen over de
inkomsten van het bedrijfde winst
belooft behoorlijk te worden. De
opbrengst kwam voor de eerste 9
maanden van dit jaar f 1.308.990
boven de raming uit Er zijn reeds
plannen om, gezien de gunstige
resultaten, enkele tarieven opnieuw
te verlagen.
De gemeenteraad van Amsterdam
heeft, naar men weet, geweigerd om
te voldoen aan den eisch der regee-
riDg om alsnog de door B. en W.
voorgestelde (door de regeering
voorgeschreven) salarisverlagingen
voor het gemeente-personeel te aan
vaarden. Het is nog niet duidelijk,
op welke wijze de regeering haar
wil ten deze zal opleggen. Intusschen
is ook het gemeentebestuur vau
Rotterdam recalcitraut gebleken de
raad dier gemeente verwierp Dinsdag
de voorgestelde salariskortingen met
19—25 stemmen.
De Zesdaagsche is weer geleden.
Een aantal wielrenners is gewond of
ziek het R.A.I.-gebouw uitgedragen
de overlevenden hebben hun beurs
gespekt, maar vooral de Duitsche
exploitanten van het geval zijn fican-
cieel wél gevaren met het evenement.
In duizenden gezinnen zal de pot
voorloopig schraal zijn en het credit-
boekje van melkboer, bakker en
slager is dicht beschreven.
Voor de sport moet men evenwel
wat over hebben.
DE ZES-DAAGSCHE.
Ze rijden en ze rossen,
Ze vallen neer bij bosschen
Verrukt giert ieder van de pret
En heeft de slaap op zij gezet.
Ze springen en ze jachten,
Zes dagen en zes nachten
De kijkers off'ren geld en goed,
Al kost het vaak zelfs hartebloed.
Ze stoolen en ze duwer.,
De wedstrijd mag niet luwen;
En steeds bij eiken nieuwen dag
Weerklinkt het crisis-hoongelach.
Het levenspeil moet dalen,
Doceerd men zonder falen
En hier wordt huishoudgeld
verkwist,
Hier wordt in 't sleuningsgoud
gegrist.
Het menschdom huilt en jammert.
Maar Neerland Amsterdammert
En spoedt zich naar 't R.A.I gebouw
Terwijl thuis hong'ren kind en
vrouw.
Op I allen naar de wedslrljdbaan,
Daar kun je loon en steun verslaan;
Daar heerscht de macht van 't
kapitaal
Zes nachten in d' emotie-zaal.
HENRY.
We gelooven mét onzen mede
werker, dat de sportrazernij de
menschen wel eens verleidt om
steun- of huishoudgeld aan een
vertooning als de Zes daagsche te
verdoen, maar in bovenstaande
versregelen wordt hetgeen o.i. toch
gelukkig uitzondering is, tezeer
veralgemeend. We meenen ook te
weten, dat de organisatoren van
den Zes daagschen wielderwed-
strijd op sommige uren werkloozen
in de gelegenheid stelt om gratis
hel R.A.I. gebouw te bezoeken.
'RED.
MUNHARDT'S I
SALMIAK
I Oooa 2Qmn 3Öct.
VENRAY, 10 November 1934
AANGIFTE VAN STIEREN.
De Burgemeester van Venray
herinnert belanghebbenden aan hun
verplichting om van het houden van
een stier van 6 maanden of ouder,
tusscben 15 en 25 November aan
gifte te doen bij den Burgemeester
der gemeente, waar de stier gehou
den wordt.
Deze aangifte moet schriftelijk
geschieden op een voorgeschreven
tormulier, hetwelk ter gemeentesecre
tarie kosteloos verkrijgbaar is en
moet onder meer inhouden leeftijd,
kleur en bijzondere kenteekenen van
den stier, benevens mededeeling of
de stier al dan niet reeds goed- of
afgekeürd of van rechtswege tot
dekking toegelaten is.
Van de aangifte ontvangt de stier
houder een bewijs; dit bewijs moet
in zijn bezit zijn, aangezien 't steeds
op eerste vordering moet worden
vertoond aan de politie.
Van het houden van een afge-
keuiden stier moet steeds onmiddel
lijk aangifte worden gedaan bij den
Burgemeester.
Niet naleving van de verplichting
tot aangifte als bovenbedoeld, en 't
niet op eerste vordering vertoonen
ven het bewijs van aangifte wordt
gestraft met een geldboete van ten
hoogste 25 gulden.
Venray, 7 November 1934.
De Burgemeester van Venray^
O. VAN DE LOO.