TWEFIffi BI,AI) VAN PEEL EN MAAS Geld Jan. PATER EN PETER FEUILLETON. FOSTER'S De overweldiging van België. Zaterdag 22 September 1934 Vijf en vijftigste Jaargang No 38 zitting van den keuring8 raad. De Burgemeester vao Venray brengt ter kennis van belangbebbenden dat door den Minister van Defensie navolgende is bepaal ('n#,.mL.r 1 Iq November of December houdt de herkeuringsraad in eenlge aemeenten een zitting. 2 De Voorzitter van den her keurlngsraad kan aan voor den dienstplicht ingeschreven personen die nog niet bij de land of dezee macht zijn Ingelijfd, of die wel reeds daarbij zijn ingelijfd, doch nog niet als dienstplichtige in werkel.jken dienst zijn geweest de gelegenheid geven om bij genoemden raao cen onderzoek naar hun geschictheid voor den dienstplicht te ondergaan. 3 Behoudens bijzondere machti ging van den Minister van Defensie worden tot het onderzoek niet toe gelaten personen a die bestemd zijn tot buitenge woon dienstplichtige of als zoodanig die'in 1934 tijdelijk ongeschikt voor den dienst werden verklaard. c die als vrijwilliger behooren tot de landmacht- uitgezonderd den vrij willigen landstorm- tot de zee macht of tot de overzeesche weer macht. 4. Overigens wordt een persoon als in het tweede lid bedoeld, tot het onderzoek slechts toegelaten indien door hem of te zijnen be hoeve daartoe een aanvraag wordt gedaan en in de aanvraag aanneme lijk wordt gemaakt a. zoo het een persoon geld die in 1934 door een der keuriogsraden geschikt werd verklaard dat hij na de uitspraak van den keurlngsraad vermoedelijk ongeschikt voor den dienst is geworden. b. zoo het een persoon geldt, omtrent wien ia 1934 geen der keuriogsraden uitspraak deed dat hij vermoedelijk ongeschikt is voor den dienst. 5. Hij die een aanvraag doet moet daarin ten aanzien van den ingeschrevene vermelden a. zijn geslachtsnaam en voor namen b. het jaar en den datum zijner geboorte c. de gemeente, waar hij voor den dienstplicht is ingeschreven d. de lichting voor welke bij is ingeschreven e. het korps korpsonderdeel of dienstvak, waaraan hij is toegewezen of waattoe hij behoort en het tijd vak of den datum voor zijne inlijving of zijne opkomst in werkelijken dienst vastgesteld een en ander voor zoover het aan hem bekend is. f. zijn volledig adres g. of hij in 1934 voor een der keuringsraden is verschenen en zoo ja, hoe de uitspraak van den raad luidde. 6. De aanvraag moet worden ge richt aan den voorzitter van den keuringsraad en zoo spoedig mogelijk aan dezen worden toegezonden onder het volgende adres Aan den Voorzitter van den Her keuringsraad, Gebouw Departement van Defeosie. Plein 4, 's Gravenhage. 7. De aanvraag behoeft niet op zegel gesteld te worden, doch moet wel worden gefrankeerd. Venray, 10 September 1934 De Burgemeester van Venray. O. VAN DE LOO. rijksnajaarskeuring van dekhengsten. Burgemeester en Wethouders van Venray brengen ter openbare kennis, dat de gewone Rijksnajaarskeuring van tot dekking bestemde hengsten, alleen voor het type trekpaard, dit jaar voor Limburg alleen door de Een plattelandsgescliiedenis van de Belg.-Limb, grens. 31 SLOT. De feestvierende kermismen- schen hadden het te druk met eten en drinken, om veel over wijlen Snuffels te praten. En als iemand even over het spoedige heengaan van den be- ruchten Jan repte, dan zedepredik- te een ander kort Met al zijn bijeenschrappen heeft hij toch zijn lief geldje niet kunnen meescharrelen. Slechts een paar lui, met het zelfde vel als hij overtrokken, volgden het lijk ter laatste rust plaats. De dag, waarop Jan begraven werd, was de laatste kermisdag, die de boeren sieeds naar harte lust vierden. Oude gebruiken werden weder herdacht. En dezen laatsten feest dag, toen de boeren zich een stevigen dijk gelegd en hun magen tegen een overstrooming bestand gemaakt hadden, bereiden zij zich voor, om zooals elk jaar, plechtig de kermis te kisten of te ver- Stamboekcommissie zullen gehouden worden als volgt Dinsdag 30 October a.s. te Roer mond om 8.30 uur. Dinsdag 30 October a.s. te Maas tricht om 13.30 uur. Tot deze keuring worden toegelaten de hengsten, die tenminste 2 jaar oud zijn. Voorts wordt de aandacht van belanghebbenden gevestigd op de navolgende voorschriften. De eigenaar of houder, die een hengst ter keuring wenscht aan te bieden is verplicht daarvan tenminste DRIE WEKEN VOOR DEN DAG der KEURING vrachtvrij een schrifte lijke en door hem onderteekende aangifte te zenden aan den waar nemend Secretaris der betrokken regelingscommissie, den heer van de Ven, Landbouwhuis, Roermond. De aangifte moet bevatten a. den naam en de woonplaats van den eigenaar of houder b. den naam, den leeftijd, het ras, de kleur en de bijzondere ken- teekenen van den hengst benevens, indien deze in het stamboek is inge schreven, het stamboeknummer en het stamboek. c. zoo mogelijk de afstamming van den hengst, d.i. de vermelding van vader en moeder, alsmede den naam en de woonplaats van den fokker d. door welke commissie of com missiën de hengst gekeurd moet worden e. ingeval de hengst reed3 eerder is goedgekerd, de plaats en datum der vorige keuring. Voor de aangifte make men ge bruik van de daarvoor bestemde formulieren, welke op gefrankeerde schriftelijke en onderteekende aan vrage door bovengenoemden Secre taris der regelingscommissie aan de eigenaars of houders van hengsten worden toegezonden. Men geve bij de aanvrage duidelijk zijn adres op. Hengsten, die na den bovenge noemden termijn van minstens drie weken voor den keuringsdag ter keuring worden aangegeven, KUN NEN door de Commissie tot de keuring worden toegelaten, mits de eigenaar of houder vóór den dag der keuring eene som van f 25.—- heeft gestort bij meergemelden secretaris der regelingscommissie. Bij toelating tot de keuring vervalt deze som aan 's Rijks kas. Venray 12 September 1934. Burgemeester en Wethouders van Venray, O. VAN DE LOO De Secretaris, VAN H\AREN Uitvoering verordening op het bouwen en de bewoning Burgemeester en Wethouder van Venray vestigen de aandacht van belanghebbenden op artikel 121 der verordening op het bouwen en de bewoning, volgens welk het is ver boden een nieuw of grootendeels vernieuwd gebouw tot woning in gebruik te nemen of te geven zonder schriftelijke vergunning van burge meester en wethouders. De vergunning wordt verleend binnen veertien dagen, nadat deze schriftelijk is aangevraagd, mits het werk overeenkomstig de bepalingen dezer verordening en overeenkomstig het ingediende bouwplan is voltooid. Formulieren tot het aanvragen dezer vergunning tot het in gebruik nemen of geven van nieuw of grootendeels vernieuwde gebouwen, zijn gratis beschikbaar ten kantore van Gemeentewerken en ter Secretarie Bij het ingebruik nemen als woning van deze gebouwen zonder schrifte lijke vergunning van burgemeester en wethouders zal in den vervolge branden. Tromgeroffel en trompetten dreunden en weergalmden door de dorpsstraten, die weldra wemelden en krioelden van menschen. In de herbergen liet men nu de glazen bier even rusten, de kinderen kwamen achter de snoep- kraampjes uitgeloopen om den lijkstoet van de kermis te gaan zien. Ze gaan de kermis kapot maken, klonk het van alle kanten. Twee roffelende trommelaars openden den stoet, die zich een weg baande tusschen de vele nieuwsgierigen. Zingende jongens volgden. Daarop kwam een zware boeren kar, waarop de zondebok van de kermis heen en weer waggelde een strooien man met te groote broekspijpen, te langen slipjas en een verkleurden ouden strooien hoed. Naast den lijdensman zaten bontgekleurde jongens met geverf de gezichten, die zich te goed deden aan de kruimels van de kermislafels en aan de fleschjes bier. Achter den wagen stapten zwaar en ernstig de aanklagers. Ruwe stoere kerels trokken aan een knorrend varken, terwijl twee geleiders het beest vooruit zweep ten. Achter een jongen man, die een sneeuwwit schaap leidde, hinkte een oude man, die gebogen ging proces verbaal worden opgemaakt. Men zij dus gewaarschuwd. Venray 13 September 1934. Burgemeester en Wethouders van Venray O. VAN DE LOO. De Secretaris, VAN HAAREN. is vaak oorzaak verstopping. Neem meer beweging en ge bruik Foster's Maag- pillen, het afdoende laxeermiddel. f 0.65 per flacon. ifi'.Y.'AI JI^HJ Herinneringen aan de omzwerving gen van een oud-oorlogscorres- pondent tusschen de strydende partyen. terug naar de grens. Wat het eten betreft, heb ik vaak gebrek geleden op het oorlogsterrein, een gebrek, dat ik deelde met dui zenden burgers. Niet ieder zal het duidelijk zijn, hoe het met de voedselvoorziening op het oorlogsterrein is gesteld en daarom zullen we trachten om er den lezer eenig inzicht in te geven. Alle troepen voeren in huD z g. trein veldkeukens mee, zoodat er betrekkelijk overal gelegenheid is om voedsel te bereiden. Ondoenlijk echter is het om aan oprukkende legerscharen, tienduizen den monden „sterk", voedselvoor raden mee te geven, voldoende voor korten tijd. Wanneer een leger een vijande lijke streek binnentrekt, dan bestaat het eerste contact met de burgerbe volking uit een afdreiging van alles wat eetbaar is. Het is een harde maatregel, maar als militaire noodzaak te verdedigen, althans te excuseeren. Gewoonlijk dwingen patrouilles bepaalde burgers om met 'n bel rond te gaan en op de straathoeken het bevel af te kondigea; soms worden gedrukte proclamaties aangeplakt en als er voor dat alles geen tijd is, dan vallen de manschappen eenvou dig de woningen, speciaal de win kelhuizen e. d. binnen en ze sleepen er zonder meer, alles weg. Alleen als de requisities op ge ordende wijze plaats vinden, worden voor het geleverde bons verstrekt, welke na den oorlog kunnen worden verrekend. Bijna nooit wagen de menschen het om iets achter te houden, want de opvorderingen geschieden onder doodsbedreigingen en de Duitschers hebben in België verschillende malen met executies van personen voor beelden gesteld, dat ze in dat opzicht geen trucjes tolereerden. Wanneer de opmarsch der troepen werd voortgezet, dan bleef in de veroverde stad of streek eene be zetting achter, welke zorgde voor de verbinding met den étappendienst d.w.z. die bezetting werd een scha kel in de lijn, welke de legers met het moederland verbood en langs welke de voorraden aan oorlogstuig en mondbehoefte werden aangevoerd. De étappendienst was soms na enkele dagen reeds goed verzorgd en ook gebeurde het wel. dat er een paar weken mee heengingen. Dan werden heele omstreken afgeplunderd en haalde men het vee uit stallen en weiden. onder een zakje met opschrift: De buidel van Geld Jan. Dan volgde een groe'p van tien man, waarvan één een bordje droeg met opschrift: De kijvende pachters. Op vele ruggen hingen plak katen, met herinneringen uit het hotel »de Platte Borstel". De gekke stoel van aanklagers sloot met een melkkarretje, dat verdere feestprogramma's en ge wijzigde belastingbriefjes voor dat jaar uitdeelde. Na de aanklagers stapten in toga de mannen van het gerecht en de pleiters: vijf ferme boeren met verroeste brillen op de neus- tippen. Veel bijval had de stoet, die geestdriftig toegejuicht werd. Als nu de karavaan door al de nauwe dorpstraten gelrokken was kwam de stoet op de markt, waar een soort kiosk was getimmerd en waar de rechtszitting plaats had. Wegens de vele en bewezen aanklachten, vroegen de pleiters in heftige woorden de doodstraf. Een rechter, bij monde van een bespraakten boer, velde het vol gende vonnis over zondaar Mal broeck, zoo werd de strooien man genoemd: Aangezien de kernachtige pleidooien van Meesters Jan Pon en Stroop Drik, die den dood van den schuldigen Malbroeck vragen, die zijn handen aan zooveel vuils Was de étappendienst eenmaal ingericht, dan ging de aanvoer van levensmiddelen vrij geregeld en werd er natuurlijk ook voor de burgerij gezorgd. Duitsche handelaars over stroomden dan het veroverde terrein om er zaken te doen; men zag er dan ook wel Nederlandsche koop lieden. Het zal den lezer thans duidelijk zijn, dat de burgers in een verover de stad of streek er in de eerste dagen van de bezitting allerslechtst aan toe waren; er werd dan ook bepaald honger geleden. Het ontbreken van een étappen dienst was voor mij ook oorzaak, dat ik geen berichten kon krijgen. Toen ik op 8 en 9 Augustus in Luik was, stond ik voor de keus of naar Aken te gaan en vandaar verbinding te zoeken met mijn blad, of terug naar de grens. Ik besloot tot dat laatste; vele Duitsche militairen gaven me brieven mee voor hun familie, om deze in Holland te posten. V Het was 's morgens om 6 uur, dat ik weer Buiten op straat stond, stijf over al mijn ledematen, koud en kleumerig. Ik bad geen ontbijt ge had, want de hotelhouder, die me had gehuisvest, had zelf niets voor zich en de zijnen. Ik klopte bij alle mogelijke menschen, die een winkel schenen te hebben gedreven, aan, maar het resultaat was nihil. Sommige menschen hadden nog wel een homp brood kunnen en mo gen behouden, maar ze stonden er niets van af, want ze wisten zelf niet, wanneer ze weer wat te eten zouden kunnen koopen. Ik bood een franc voor een stuk brood, twee franc, maar het was nutteloos. Toen haalde ik maar een reep chocolade uit mijn rugtasch en deed daarmee op straat mijn ontbijt. De algemeene toestand was angst wekkend op dien vroegen morgen. Steeds dreunde het geschut en het leek, of de rotsachtige hoogten rond de stad alle in brand stonden; de vochtige ochtendlucht dreef dichte rookwolken vandaar naar de stad omlaag. Het dorp BressouxJijkt in brand te staan; ik zie het geflikker van de vlammen. Ik hoor, dat ook andere dorpen rond Luik op dergelijke wijze zijn „gestraft". De Duitsche soldaten, welke Luik bevolken, treden eveneens dreigender op dan den avond te voren. Heel de burgerbevolking is in dezen vroe gen morgen op de been en overal rennen groepjes beangst door de straten, daar allerlei wilde geruchten over een aanstaande verbranding en uitmoording der stad de ronde doen. Deze geruchten worden versterkt door de branden, welke op de hoog ten rond Luik woeden en door-de verhalen van vele vluchtelingen, die vanuit de geteisterde dorpen naar Luik zijn getrokken. Ik zie deze menschen met hun verwilderde gezichten hollen en strui kelen over de barricaden, die iu de verschillende straten door het Bel gische leger nutteloos opgeworpen waren geworden. In den nacht zijn allerlei plakka ten omtrent het krijgsbedrijf tegen de muren aangeplakt. Het volgende manifest vertaal ik uit het Fransch: Het gemeentebestuur van Luik herinnert zijn medeburgers en allen, die zich bevinden binnen de kom van de gemeente Luik, dat het ten strengste verboden is door het oorlogsrecht, dat een burger vij andelijkheden uitoefent tegen Duit sche soldaten, die het land bezet ten. Iedere aanslag tegen de Duit sche troepen door anderen dan oneerlijks bemorste, die een voor groot en klein was, die zijn leven nooit door 'n mooie daad veredelde en zich slechts wentelde in het vettig slijk der aarde, voltrekt het gerecht hel doodvonnis van Mal broek. En eenmaal dood, laten wij den leelijken doode dan maar rusten. De aanklagers juichten en klap ten in de handen en sloegen dan woest op den strooien man, die men onder wilde kreten en gezang in het graf liet nederdalen. Boven Malbroek's graf plaatste men een plankje met het volgen de opschrift: Hier ligt hij nu begraven, Die zooveel lui naar 't gerecht deed draven. Toen Malbroeck er onder ge stopt was, begon het joelige ker- misleven in de herbergen. Van veel drinken werden de hoofden warm, die zongen, dat het daverde door de straten en schalde over de landouwen. Indien Geldjan 's avonds nog eens een kijkje in het dorp had mogen doen, dan had hij zijn profetie bewaarheid gezien Als ik sterf, slaan ze op de klok en dan is het heele dorp zat 1 EINDE. militairen in uniform, stelt niet alleen de schuldigen bloot om on middelijk te worden doodgeschoten doch zal tevens de vreeselijke weerwraak medebrengen tegen de Luikenaars, die als gijzelaars in de citadel van Luik door den bevel hebber over de Duitsche troepen worden gevangen gehouden. Hier volgde een lijst van 10 der meest vooraanstaande personen van Luik, onder wie de bisschop en de burgemeester. Het manifest luidde verder Mgr. Rutten en de heer Kleyer zijn gemachtigd om voorloopig de citadel te verlaten, doch blijven als gijzelaars ter beschikking van den Duitschen bevelhebber. Wij bezweren allen, die in de gemeente zich bevinden, te waken voor het hoogste belang van alle inwoners en van hen, die de gij zeiaars zijn van het Duitsche leger om geen enkelen aanslag te begaan tegen de soldaten van dit leger Wij herinneren er aan, dat op bevel van den generaal-coroman- dant der Duitsche troepen, de burgers, die wapenen onder zich hebben, deze onmiddellijk moeten uitleveren aan de overheid, in het provinciaal paleis, op straffe te worden gefusilleerd. De waarnemende burgemeester, v. Henault. Luik, 8 Augustus. Ik had eigenlijk nog graag wat in de stad willen blijven, want de ge weldige spanning, welke zich van bezetting en bevolking had meester gemaakt, moest m.i. tot een of ander drama leiden, maar ik moest gaan, want tenslotte interesseerde het den lezers van mijn blad minder hetgeen ik op het oorlogsterrein medemaakte dan wel, of ik vandaar interessante bijzonderheden zou kunnen melden Toen ik van Maastricht vertrok, wist men in Holland volstrekt niet, wat er in en rond Luik gebeurde. Wolff telegrafeerde nadrukkelijk uit Berlijn, dat Luik genomen was en Reuter zond even categorische tegenberichten uit Brussel en Parijs. Ik zou mijn blad thans precies kunnen inlichten, dat de Duitschers in de stad Luik waren, maar nog geen enkel fort hadden genomen hoewel ze dat niet belette om hun troepen over de Maas heen te bren qen en in de richting Leuven- Brussel te laten oprukken. Op den terugweg wordt even buiten de stad mijn aandacht getrok ken door een klein incident. Een vrouw is bezig een klein meisje allerlei pakjes in de armen te duwen en bet gebiedend in de richting van de Nederlandsche grens te wijzen, Het kind huilt en houdt zich angstig aan den rok van de vrouw geklemd. Naderbij gekomen hoor ik de vrouw en het kind Nederlandsch spreken, wat me natuurlijk verwondert, omdat Luik tot het Fransche taalgebied van België behoort, Ik bemoei me met het geval en hoor dat de vrouw inderdand een Nederlandsche is, woonachtig te Luik. De kleine meid was een kind van haar zuster in Maastrichthet was juist een paar dagen bij tante te logeeren, toen de oorlog uitbrak. Tante had nu de krankzinnige ge dachte om het lOjarige meisje in al het oorlogsgeweld alleen den 30 K.M. langen weg naar Maastricht op te sturen. Deze gedachte teekende wel scherp de gespannen situatie in Luik. Hoe ik ook praatte, ik kon het mensch niet overtuigen, dat ze op het punt stond een misdaad aan haar kleine nichtje te begaan, Het mensch was dol van angst en ver zekerde, dat het Dog maar enkele uren kon duren, voor heel Luik werd platgebrand. Ze wees me naar Bressoux en andere dorpen op de hoogten be zuiden Luik, welke één vuurzee waren, 't Moet, zei ze het kind moet weg, want hier gaat alles en eenieder vernietigd worden I Ze had verhalen gehoord van vluchtelingen uit plaatsen, waar geen zuigeling zelfs heette gesgaard te zijn..,. Overdreven verhalen natuurlijk, maar ik kon me voorstellen, dat ze rond gingen. Ik heb het kind natuurlijk niet alleen laten gaan, maar nam het met me mee. 't Is in een paar woorden neergeschreven, maar de uitvoering heeft me heel wat gekost. Ik voelde m'n 50 kilometertjes van den vorlgen dag nog goed en hoewel ik thans mijn weg Daar de grens langs de kortste route zou nemen ook voor mij bleef de afstand naar Maas tricht 30 K.M. Het kind was erg beangst en dat was te begrijpen. Nu en dan werden we door dreigende patrouilles aan gehouden, maar na het gebruikelijke onderzoek konden we telkens weer verder trekken. Mijn kleine bescher melinge was slechts in staat om nu en dan een eindje weegs naast me te loopen, dan zette ik ze maar weer op m'n schouders en sjokte tot mijn nek stijf werd een aantal kilometers voort. Ik zal thans niet meer in bijzon derheden treden over wat ik op den weg kreeg op te merken de alge meene sfeer was nog juist als den Herstal leek geheel door de bevol king verlaten in werkelijkheid zaten de menschen in de kelders hunner woningen bijeen. Vlak bij het stadje ligt een fort, hetwelk door de Duit schers heftig onder vuur genomen wordt. Op verschillende punten tegelijk zien we de granaten inslaan op de hoogten, onder welke Herstal ge legen is. Na veel moeite slaag ik er in, om in een café een beangsten waard uit den kelder naar boven te krijgen en hij wil het meisje, dat ik bij me heb, een half uurtje rust geven in zijn woning. Zelf ga ik onderwijl een der hoogten op, van waar ik uitzicht krijgt op twee van de Luiksche forten. Ze zijn voort durend in een waas van rook gehuld. Rook wijst ook de plaats aan, waar ongeveer de Duitsche batterijen moeten zijn opgesteld, maar veel is er overigens niet te zien. Ik ga spoedig, want ik voel me daar, alleen tusschen het oorlogs geweld, weinig op m'n gemak. Die orkaan van geweld voor en achter me kwam me niet ongevaarlijk voor me zeiven voor, want ik zie o.a. tweemaal een boerderij, welke be trekkelijk kort in mijn gezichtsveld lag, getroffen worden. Twee gra naten zijn in staat om van een boe renwoning een volslagen ruïne te maken. Ik haal mijn kleine reisgezellin op en sla met haar den weg in naar het kanaal, hetwelk ik du in afwijking van mijn route van den vorigen dag, beoog te volgen tot Maastricht. Iets ten zuiden van Haccourt, be westen het kanaal, vind ik een Duitsche batterij opgesteld en in volle actie tegen het fort Pontisse. De manschappen, die de stukken bediendeD, leken me heel niet be angst ze verrichten hun werk als was het een gewone oefening. Hun vuur werd vanaf Pontisse ook in het geheel niet beantwoord Pon tisse scheen zich meer met de schip brug te Lixhe bezig te houden. Rond de hooge cementfabriek van Haccourt lagen vele soldaten. De fabriek zelve blijkt als observatiepost te worden gebruikt, want toen ik passeerde, bulderde eeD stem uit het hooge venster: Aanhouden daar 1 Wordt vervolgd. FRANCISCAANSCHE VONKEN. Franciscus was een vurige ver eerder van Jezus in het H. Sacrament. Als er een is, die in Jezus is opge gaan, dan is het zeker Vader Fran ciscus geweest. Hij offerde, veegde kerken en kapellen, bedelde om steenen en kalk voor kerken, om olie voor de godslampen. Hij droeg de H. Clara op, reine altaardoeken te maken. Hij zou het zich tot zonde gerekend hebben, indien hij een kerk voorbij ware gegaan, zonder een groet te brengen aan Jezus in het H. Sacrament. Hij schreef brieven aan zijn ordelingen. aan Biischoppen, aan den Keizer zelfs om het Allerheiligste zoo schoon mogelijk te bewaren. De navolgers van St. Franciscus, de Tertiarissen, moeten in deze dagen ook hun kracht zoeken bij Jezus Eucharisticus, door zich meermalen, desnoods dagelijks, te voeden met dat Hemelsch Brood, dat Gods goedheid ons gaf; het lichaam en bloed van Zijn eigen Zoon tot over vloedig onderhoud en krachtige spijze onzer zielen. „Omne delectamentum in se naben- tem" dat alle zoetheid in zich bevat. Hoe arm we ook zijn, hoe krank en ellendig, steeds opDieuw spreidt de Meester iedere morgen de rijke tafel zijner liefde en dient Hij ons op het beste wat hij bezit Zichzelf en al Zijn rijkdommen en gaven, die ons bij alle overdaad niet zullen schaden, maar die integendeel onze ziel zullen sterken en harden ook ln de stoffelijke zorgen en lasten van lederen dag. De tijd maant ons daartoe meer dan anders een uurtje besteed om de H. Mis bij te wonen ons te sterken met 's Heeren Vleesch en Bloed daarentegen brengt steeds ruimer zegen mee en zendt ods naar huis met Gods eigen rijk dom in de ziel en met de kracht onze plicht ondanks zorgen weer opgewekt en moedig te vervullen. Derde Orde Raad. III. Peter. Toen ik deze week bij mijn kaartclub kwam, werd ik ver welkomd op ongewone manier Zeg, Peer, ge hoeft ons niet te vragen of wij heiligen zijn. Wat een vraag ook Dat een priester heilig moet zijn, dat zal misschien wel wat veel ge vraagd zijn; maar dat wordt toch zeker niet gevraagd van gewone menschen als wij. Pater. Wat dunkt u daarvan, Peter Peter. Dat er door velen zoo vorigen dag. De Luiksche voorstad gedacht en gesproken wordt.

Peel en Maas | 1934 | | pagina 5