TWEFIffi BI,AI) VAN PEEL EN MAAS
Geld Jan.
PATER EN PETER
FEUILLETON.
FOSTER'S
De overweldiging
van België.
Zaterdag 22 September 1934
Vijf en vijftigste Jaargang No 38
zitting van den keuring8
raad.
De Burgemeester vao Venray brengt
ter kennis van belangbebbenden dat
door den Minister van Defensie
navolgende is bepaal ('n#,.mL.r
1 Iq November of December
houdt de herkeuringsraad in eenlge
aemeenten een zitting.
2 De Voorzitter van den her
keurlngsraad kan aan voor den
dienstplicht ingeschreven personen
die nog niet bij de land of dezee
macht zijn Ingelijfd, of die wel reeds
daarbij zijn ingelijfd, doch nog niet
als dienstplichtige in werkel.jken
dienst zijn geweest de gelegenheid
geven om bij genoemden raao cen
onderzoek naar hun geschictheid
voor den dienstplicht te ondergaan.
3 Behoudens bijzondere machti
ging van den Minister van Defensie
worden tot het onderzoek niet toe
gelaten personen
a die bestemd zijn tot buitenge
woon dienstplichtige of als zoodanig
die'in 1934 tijdelijk ongeschikt
voor den dienst werden verklaard.
c die als vrijwilliger behooren
tot de landmacht- uitgezonderd den
vrij willigen landstorm- tot de zee
macht of tot de overzeesche weer
macht.
4. Overigens wordt een persoon
als in het tweede lid bedoeld, tot
het onderzoek slechts toegelaten
indien door hem of te zijnen be
hoeve daartoe een aanvraag wordt
gedaan en in de aanvraag aanneme
lijk wordt gemaakt
a. zoo het een persoon geld die
in 1934 door een der keuriogsraden
geschikt werd verklaard
dat hij na de uitspraak van den
keurlngsraad vermoedelijk ongeschikt
voor den dienst is geworden.
b. zoo het een persoon geldt,
omtrent wien ia 1934 geen der
keuriogsraden uitspraak deed dat
hij vermoedelijk ongeschikt is voor
den dienst.
5. Hij die een aanvraag doet
moet daarin ten aanzien van den
ingeschrevene vermelden
a. zijn geslachtsnaam en voor
namen
b. het jaar en den datum zijner
geboorte
c. de gemeente, waar hij voor
den dienstplicht is ingeschreven
d. de lichting voor welke bij is
ingeschreven
e. het korps korpsonderdeel of
dienstvak, waaraan hij is toegewezen
of waattoe hij behoort en het tijd
vak of den datum voor zijne inlijving
of zijne opkomst in werkelijken dienst
vastgesteld een en ander voor zoover
het aan hem bekend is.
f. zijn volledig adres
g. of hij in 1934 voor een der
keuringsraden is verschenen en zoo
ja, hoe de uitspraak van den raad
luidde.
6. De aanvraag moet worden ge
richt aan den voorzitter van den
keuringsraad en zoo spoedig mogelijk
aan dezen worden toegezonden onder
het volgende adres
Aan den Voorzitter van den Her
keuringsraad, Gebouw Departement
van Defeosie. Plein 4, 's Gravenhage.
7. De aanvraag behoeft niet op
zegel gesteld te worden, doch moet
wel worden gefrankeerd.
Venray, 10 September 1934
De Burgemeester van Venray.
O. VAN DE LOO.
rijksnajaarskeuring van
dekhengsten.
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ter openbare kennis,
dat de gewone Rijksnajaarskeuring
van tot dekking bestemde hengsten,
alleen voor het type trekpaard, dit
jaar voor Limburg alleen door de
Een plattelandsgescliiedenis
van de Belg.-Limb, grens.
31
SLOT.
De feestvierende kermismen-
schen hadden het te druk met
eten en drinken, om veel over
wijlen Snuffels te praten.
En als iemand even over het
spoedige heengaan van den be-
ruchten Jan repte, dan zedepredik-
te een ander kort
Met al zijn bijeenschrappen
heeft hij toch zijn lief geldje niet
kunnen meescharrelen.
Slechts een paar lui, met het
zelfde vel als hij overtrokken,
volgden het lijk ter laatste rust
plaats.
De dag, waarop Jan begraven
werd, was de laatste kermisdag,
die de boeren sieeds naar harte
lust vierden.
Oude gebruiken werden weder
herdacht. En dezen laatsten feest
dag, toen de boeren zich een
stevigen dijk gelegd en hun magen
tegen een overstrooming bestand
gemaakt hadden, bereiden zij zich
voor, om zooals elk jaar, plechtig
de kermis te kisten of te ver-
Stamboekcommissie zullen gehouden
worden als volgt
Dinsdag 30 October a.s. te Roer
mond om 8.30 uur.
Dinsdag 30 October a.s. te Maas
tricht om 13.30 uur.
Tot deze keuring worden toegelaten
de hengsten, die tenminste 2 jaar
oud zijn.
Voorts wordt de aandacht van
belanghebbenden gevestigd op de
navolgende voorschriften.
De eigenaar of houder, die een
hengst ter keuring wenscht aan te
bieden is verplicht daarvan tenminste
DRIE WEKEN VOOR DEN DAG
der KEURING vrachtvrij een schrifte
lijke en door hem onderteekende
aangifte te zenden aan den waar
nemend Secretaris der betrokken
regelingscommissie, den heer van de
Ven, Landbouwhuis, Roermond.
De aangifte moet bevatten
a. den naam en de woonplaats
van den eigenaar of houder
b. den naam, den leeftijd, het
ras, de kleur en de bijzondere ken-
teekenen van den hengst benevens,
indien deze in het stamboek is inge
schreven, het stamboeknummer en
het stamboek.
c. zoo mogelijk de afstamming
van den hengst, d.i. de vermelding
van vader en moeder, alsmede den
naam en de woonplaats van den
fokker
d. door welke commissie of com
missiën de hengst gekeurd moet
worden
e. ingeval de hengst reed3 eerder
is goedgekerd, de plaats en datum
der vorige keuring.
Voor de aangifte make men ge
bruik van de daarvoor bestemde
formulieren, welke op gefrankeerde
schriftelijke en onderteekende aan
vrage door bovengenoemden Secre
taris der regelingscommissie aan de
eigenaars of houders van hengsten
worden toegezonden. Men geve bij
de aanvrage duidelijk zijn adres op.
Hengsten, die na den bovenge
noemden termijn van minstens drie
weken voor den keuringsdag ter
keuring worden aangegeven, KUN
NEN door de Commissie tot de
keuring worden toegelaten, mits de
eigenaar of houder vóór den dag
der keuring eene som van f 25.—-
heeft gestort bij meergemelden
secretaris der regelingscommissie.
Bij toelating tot de keuring vervalt
deze som aan 's Rijks kas.
Venray 12 September 1934.
Burgemeester en Wethouders van
Venray,
O. VAN DE LOO
De Secretaris,
VAN H\AREN
Uitvoering verordening op het
bouwen en de bewoning
Burgemeester en Wethouder van
Venray vestigen de aandacht van
belanghebbenden op artikel 121 der
verordening op het bouwen en de
bewoning, volgens welk het is ver
boden een nieuw of grootendeels
vernieuwd gebouw tot woning in
gebruik te nemen of te geven zonder
schriftelijke vergunning van burge
meester en wethouders.
De vergunning wordt verleend
binnen veertien dagen, nadat deze
schriftelijk is aangevraagd, mits het
werk overeenkomstig de bepalingen
dezer verordening en overeenkomstig
het ingediende bouwplan is voltooid.
Formulieren tot het aanvragen
dezer vergunning tot het in gebruik
nemen of geven van nieuw of
grootendeels vernieuwde gebouwen,
zijn gratis beschikbaar ten kantore
van Gemeentewerken en ter Secretarie
Bij het ingebruik nemen als woning
van deze gebouwen zonder schrifte
lijke vergunning van burgemeester en
wethouders zal in den vervolge
branden.
Tromgeroffel en trompetten
dreunden en weergalmden door de
dorpsstraten, die weldra wemelden
en krioelden van menschen.
In de herbergen liet men nu
de glazen bier even rusten, de
kinderen kwamen achter de snoep-
kraampjes uitgeloopen om den
lijkstoet van de kermis te gaan
zien.
Ze gaan de kermis kapot
maken, klonk het van alle kanten.
Twee roffelende trommelaars
openden den stoet, die zich een
weg baande tusschen de vele
nieuwsgierigen.
Zingende jongens volgden.
Daarop kwam een zware boeren
kar, waarop de zondebok van de
kermis heen en weer waggelde
een strooien man met te groote
broekspijpen, te langen slipjas en
een verkleurden ouden strooien
hoed.
Naast den lijdensman zaten
bontgekleurde jongens met geverf
de gezichten, die zich te goed
deden aan de kruimels van de
kermislafels en aan de fleschjes
bier.
Achter den wagen stapten zwaar
en ernstig de aanklagers. Ruwe
stoere kerels trokken aan een
knorrend varken, terwijl twee
geleiders het beest vooruit zweep
ten.
Achter een jongen man, die een
sneeuwwit schaap leidde, hinkte
een oude man, die gebogen ging
proces verbaal worden opgemaakt.
Men zij dus gewaarschuwd.
Venray 13 September 1934.
Burgemeester en Wethouders van
Venray
O. VAN DE LOO.
De Secretaris,
VAN HAAREN.
is vaak oorzaak
verstopping. Neem
meer beweging en ge
bruik Foster's Maag-
pillen, het afdoende
laxeermiddel.
f 0.65 per flacon.
ifi'.Y.'AI JI^HJ
Herinneringen aan de omzwerving
gen van een oud-oorlogscorres-
pondent tusschen de strydende
partyen.
terug naar de grens.
Wat het eten betreft, heb ik vaak
gebrek geleden op het oorlogsterrein,
een gebrek, dat ik deelde met dui
zenden burgers.
Niet ieder zal het duidelijk zijn,
hoe het met de voedselvoorziening
op het oorlogsterrein is gesteld en
daarom zullen we trachten om er
den lezer eenig inzicht in te geven.
Alle troepen voeren in huD z g.
trein veldkeukens mee, zoodat er
betrekkelijk overal gelegenheid is om
voedsel te bereiden.
Ondoenlijk echter is het om aan
oprukkende legerscharen, tienduizen
den monden „sterk", voedselvoor
raden mee te geven, voldoende voor
korten tijd.
Wanneer een leger een vijande
lijke streek binnentrekt, dan bestaat
het eerste contact met de burgerbe
volking uit een afdreiging van alles
wat eetbaar is.
Het is een harde maatregel, maar
als militaire noodzaak te verdedigen,
althans te excuseeren.
Gewoonlijk dwingen patrouilles
bepaalde burgers om met 'n bel rond
te gaan en op de straathoeken het
bevel af te kondigea; soms worden
gedrukte proclamaties aangeplakt en
als er voor dat alles geen tijd is,
dan vallen de manschappen eenvou
dig de woningen, speciaal de win
kelhuizen e. d. binnen en ze sleepen
er zonder meer, alles weg.
Alleen als de requisities op ge
ordende wijze plaats vinden, worden
voor het geleverde bons verstrekt,
welke na den oorlog kunnen
worden verrekend.
Bijna nooit wagen de menschen
het om iets achter te houden, want
de opvorderingen geschieden onder
doodsbedreigingen en de Duitschers
hebben in België verschillende malen
met executies van personen voor
beelden gesteld, dat ze in dat opzicht
geen trucjes tolereerden.
Wanneer de opmarsch der troepen
werd voortgezet, dan bleef in de
veroverde stad of streek eene be
zetting achter, welke zorgde voor
de verbinding met den étappendienst
d.w.z. die bezetting werd een scha
kel in de lijn, welke de legers met
het moederland verbood en langs
welke de voorraden aan oorlogstuig
en mondbehoefte werden aangevoerd.
De étappendienst was soms na
enkele dagen reeds goed verzorgd
en ook gebeurde het wel. dat er een
paar weken mee heengingen. Dan
werden heele omstreken afgeplunderd
en haalde men het vee uit stallen
en weiden.
onder een zakje met opschrift:
De buidel van Geld Jan.
Dan volgde een groe'p van tien
man, waarvan één een bordje
droeg met opschrift:
De kijvende pachters.
Op vele ruggen hingen plak
katen, met herinneringen uit het
hotel »de Platte Borstel".
De gekke stoel van aanklagers
sloot met een melkkarretje, dat
verdere feestprogramma's en ge
wijzigde belastingbriefjes voor dat
jaar uitdeelde.
Na de aanklagers stapten in
toga de mannen van het gerecht
en de pleiters: vijf ferme boeren
met verroeste brillen op de neus-
tippen.
Veel bijval had de stoet, die
geestdriftig toegejuicht werd.
Als nu de karavaan door al de
nauwe dorpstraten gelrokken was
kwam de stoet op de markt, waar
een soort kiosk was getimmerd
en waar de rechtszitting plaats
had.
Wegens de vele en bewezen
aanklachten, vroegen de pleiters
in heftige woorden de doodstraf.
Een rechter, bij monde van een
bespraakten boer, velde het vol
gende vonnis over zondaar Mal
broeck, zoo werd de strooien man
genoemd:
Aangezien de kernachtige
pleidooien van Meesters Jan Pon
en Stroop Drik, die den dood van
den schuldigen Malbroeck vragen,
die zijn handen aan zooveel vuils
Was de étappendienst eenmaal
ingericht, dan ging de aanvoer van
levensmiddelen vrij geregeld en werd
er natuurlijk ook voor de burgerij
gezorgd. Duitsche handelaars over
stroomden dan het veroverde terrein
om er zaken te doen; men zag er
dan ook wel Nederlandsche koop
lieden.
Het zal den lezer thans duidelijk
zijn, dat de burgers in een verover
de stad of streek er in de eerste
dagen van de bezitting allerslechtst
aan toe waren; er werd dan ook
bepaald honger geleden.
Het ontbreken van een étappen
dienst was voor mij ook oorzaak,
dat ik geen berichten kon krijgen.
Toen ik op 8 en 9 Augustus in
Luik was, stond ik voor de keus
of naar Aken te gaan en vandaar
verbinding te zoeken met mijn blad,
of terug naar de grens.
Ik besloot tot dat laatste; vele
Duitsche militairen gaven me brieven
mee voor hun familie, om deze in
Holland te posten.
V
Het was 's morgens om 6 uur, dat
ik weer Buiten op straat stond, stijf
over al mijn ledematen, koud en
kleumerig. Ik bad geen ontbijt ge
had, want de hotelhouder, die me
had gehuisvest, had zelf niets voor
zich en de zijnen. Ik klopte bij alle
mogelijke menschen, die een winkel
schenen te hebben gedreven, aan,
maar het resultaat was nihil.
Sommige menschen hadden nog
wel een homp brood kunnen en mo
gen behouden, maar ze stonden er
niets van af, want ze wisten zelf
niet, wanneer ze weer wat te eten
zouden kunnen koopen.
Ik bood een franc voor een stuk
brood, twee franc, maar het was
nutteloos. Toen haalde ik maar een
reep chocolade uit mijn rugtasch en
deed daarmee op straat mijn ontbijt.
De algemeene toestand was angst
wekkend op dien vroegen morgen.
Steeds dreunde het geschut en het
leek, of de rotsachtige hoogten rond
de stad alle in brand stonden; de
vochtige ochtendlucht dreef dichte
rookwolken vandaar naar de stad
omlaag.
Het dorp BressouxJijkt in brand
te staan; ik zie het geflikker van de
vlammen. Ik hoor, dat ook andere
dorpen rond Luik op dergelijke
wijze zijn „gestraft".
De Duitsche soldaten, welke Luik
bevolken, treden eveneens dreigender
op dan den avond te voren. Heel
de burgerbevolking is in dezen vroe
gen morgen op de been en overal
rennen groepjes beangst door de
straten, daar allerlei wilde geruchten
over een aanstaande verbranding en
uitmoording der stad de ronde
doen.
Deze geruchten worden versterkt
door de branden, welke op de hoog
ten rond Luik woeden en door-de
verhalen van vele vluchtelingen, die
vanuit de geteisterde dorpen naar
Luik zijn getrokken.
Ik zie deze menschen met hun
verwilderde gezichten hollen en strui
kelen over de barricaden, die iu de
verschillende straten door het Bel
gische leger nutteloos opgeworpen
waren geworden.
In den nacht zijn allerlei plakka
ten omtrent het krijgsbedrijf tegen
de muren aangeplakt. Het volgende
manifest vertaal ik uit het Fransch:
Het gemeentebestuur van Luik
herinnert zijn medeburgers en allen,
die zich bevinden binnen de kom
van de gemeente Luik, dat het ten
strengste verboden is door het
oorlogsrecht, dat een burger vij
andelijkheden uitoefent tegen Duit
sche soldaten, die het land bezet
ten.
Iedere aanslag tegen de Duit
sche troepen door anderen dan
oneerlijks bemorste, die een
voor groot en klein was,
die zijn leven nooit door 'n mooie
daad veredelde en zich slechts
wentelde in het vettig slijk der
aarde, voltrekt het gerecht hel
doodvonnis van Mal
broek. En eenmaal dood, laten
wij den leelijken doode dan maar
rusten.
De aanklagers juichten en klap
ten in de handen en sloegen dan
woest op den strooien man, die
men onder wilde kreten en gezang
in het graf liet nederdalen.
Boven Malbroek's graf plaatste
men een plankje met het volgen
de opschrift:
Hier ligt hij nu begraven,
Die zooveel lui naar 't gerecht
deed draven.
Toen Malbroeck er onder ge
stopt was, begon het joelige ker-
misleven in de herbergen.
Van veel drinken werden de
hoofden warm, die zongen, dat
het daverde door de straten en
schalde over de landouwen.
Indien Geldjan 's avonds nog
eens een kijkje in het dorp had
mogen doen, dan had hij zijn
profetie bewaarheid gezien
Als ik sterf, slaan ze op de
klok en dan is het heele dorp
zat 1
EINDE.
militairen in uniform, stelt niet
alleen de schuldigen bloot om on
middelijk te worden doodgeschoten
doch zal tevens de vreeselijke
weerwraak medebrengen tegen de
Luikenaars, die als gijzelaars in de
citadel van Luik door den bevel
hebber over de Duitsche troepen
worden gevangen gehouden.
Hier volgde een lijst van 10 der
meest vooraanstaande personen van
Luik, onder wie de bisschop en de
burgemeester.
Het manifest luidde verder
Mgr. Rutten en de heer Kleyer
zijn gemachtigd om voorloopig de
citadel te verlaten, doch blijven
als gijzelaars ter beschikking van
den Duitschen bevelhebber.
Wij bezweren allen, die in de
gemeente zich bevinden, te waken
voor het hoogste belang van alle
inwoners en van hen, die de gij
zeiaars zijn van het Duitsche leger
om geen enkelen aanslag te begaan
tegen de soldaten van dit leger
Wij herinneren er aan, dat op
bevel van den generaal-coroman-
dant der Duitsche troepen, de
burgers, die wapenen onder zich
hebben, deze onmiddellijk moeten
uitleveren aan de overheid, in het
provinciaal paleis, op straffe te
worden gefusilleerd.
De waarnemende burgemeester,
v. Henault.
Luik, 8 Augustus.
Ik had eigenlijk nog graag wat in
de stad willen blijven, want de ge
weldige spanning, welke zich van
bezetting en bevolking had meester
gemaakt, moest m.i. tot een of ander
drama leiden, maar ik moest gaan,
want tenslotte interesseerde het den
lezers van mijn blad minder hetgeen
ik op het oorlogsterrein medemaakte
dan wel, of ik vandaar interessante
bijzonderheden zou kunnen melden
Toen ik van Maastricht vertrok,
wist men in Holland volstrekt niet,
wat er in en rond Luik gebeurde.
Wolff telegrafeerde nadrukkelijk
uit Berlijn, dat Luik genomen was
en Reuter zond even categorische
tegenberichten uit Brussel en Parijs.
Ik zou mijn blad thans precies
kunnen inlichten, dat de Duitschers
in de stad Luik waren, maar nog
geen enkel fort hadden genomen
hoewel ze dat niet belette om hun
troepen over de Maas heen te bren
qen en in de richting Leuven-
Brussel te laten oprukken.
Op den terugweg wordt even
buiten de stad mijn aandacht getrok
ken door een klein incident. Een
vrouw is bezig een klein meisje
allerlei pakjes in de armen te duwen
en bet gebiedend in de richting van
de Nederlandsche grens te wijzen,
Het kind huilt en houdt zich angstig
aan den rok van de vrouw geklemd.
Naderbij gekomen hoor ik de vrouw
en het kind Nederlandsch spreken,
wat me natuurlijk verwondert, omdat
Luik tot het Fransche taalgebied van
België behoort,
Ik bemoei me met het geval en
hoor dat de vrouw inderdand een
Nederlandsche is, woonachtig te
Luik. De kleine meid was een kind
van haar zuster in Maastrichthet
was juist een paar dagen bij tante
te logeeren, toen de oorlog uitbrak.
Tante had nu de krankzinnige ge
dachte om het lOjarige meisje in al
het oorlogsgeweld alleen den 30
K.M. langen weg naar Maastricht
op te sturen. Deze gedachte teekende
wel scherp de gespannen situatie in
Luik. Hoe ik ook praatte, ik kon
het mensch niet overtuigen, dat ze
op het punt stond een misdaad aan
haar kleine nichtje te begaan, Het
mensch was dol van angst en ver
zekerde, dat het Dog maar enkele
uren kon duren, voor heel Luik
werd platgebrand.
Ze wees me naar Bressoux en
andere dorpen op de hoogten be
zuiden Luik, welke één vuurzee
waren, 't Moet, zei ze het kind
moet weg, want hier gaat alles en
eenieder vernietigd worden I Ze had
verhalen gehoord van vluchtelingen
uit plaatsen, waar geen zuigeling
zelfs heette gesgaard te zijn..,.
Overdreven verhalen natuurlijk,
maar ik kon me voorstellen, dat ze
rond gingen.
Ik heb het kind natuurlijk niet
alleen laten gaan, maar nam het met
me mee. 't Is in een paar woorden
neergeschreven, maar de uitvoering
heeft me heel wat gekost. Ik voelde
m'n 50 kilometertjes van den vorlgen
dag nog goed en hoewel ik thans
mijn weg Daar de grens langs de
kortste route zou nemen ook
voor mij bleef de afstand naar Maas
tricht 30 K.M.
Het kind was erg beangst en dat
was te begrijpen. Nu en dan werden
we door dreigende patrouilles aan
gehouden, maar na het gebruikelijke
onderzoek konden we telkens weer
verder trekken. Mijn kleine bescher
melinge was slechts in staat om nu
en dan een eindje weegs naast me
te loopen, dan zette ik ze maar
weer op m'n schouders en sjokte
tot mijn nek stijf werd een aantal
kilometers voort.
Ik zal thans niet meer in bijzon
derheden treden over wat ik op den
weg kreeg op te merken de alge
meene sfeer was nog juist als den
Herstal leek geheel door de bevol
king verlaten in werkelijkheid zaten
de menschen in de kelders hunner
woningen bijeen. Vlak bij het stadje
ligt een fort, hetwelk door de Duit
schers heftig onder vuur genomen
wordt.
Op verschillende punten tegelijk
zien we de granaten inslaan op de
hoogten, onder welke Herstal ge
legen is. Na veel moeite slaag ik
er in, om in een café een beangsten
waard uit den kelder naar boven te
krijgen en hij wil het meisje, dat ik
bij me heb, een half uurtje rust
geven in zijn woning. Zelf ga ik
onderwijl een der hoogten op, van
waar ik uitzicht krijgt op twee van
de Luiksche forten. Ze zijn voort
durend in een waas van rook gehuld.
Rook wijst ook de plaats aan, waar
ongeveer de Duitsche batterijen
moeten zijn opgesteld, maar veel is
er overigens niet te zien.
Ik ga spoedig, want ik voel me
daar, alleen tusschen het oorlogs
geweld, weinig op m'n gemak. Die
orkaan van geweld voor en achter
me kwam me niet ongevaarlijk voor
me zeiven voor, want ik zie o.a.
tweemaal een boerderij, welke be
trekkelijk kort in mijn gezichtsveld
lag, getroffen worden. Twee gra
naten zijn in staat om van een boe
renwoning een volslagen ruïne te
maken.
Ik haal mijn kleine reisgezellin op
en sla met haar den weg in naar het
kanaal, hetwelk ik du in afwijking
van mijn route van den vorigen dag,
beoog te volgen tot Maastricht.
Iets ten zuiden van Haccourt, be
westen het kanaal, vind ik een
Duitsche batterij opgesteld en in
volle actie tegen het fort Pontisse.
De manschappen, die de stukken
bediendeD, leken me heel niet be
angst ze verrichten hun werk als
was het een gewone oefening. Hun
vuur werd vanaf Pontisse ook in
het geheel niet beantwoord Pon
tisse scheen zich meer met de schip
brug te Lixhe bezig te houden.
Rond de hooge cementfabriek van
Haccourt lagen vele soldaten. De
fabriek zelve blijkt als observatiepost
te worden gebruikt, want toen ik
passeerde, bulderde eeD stem uit het
hooge venster:
Aanhouden daar 1
Wordt vervolgd.
FRANCISCAANSCHE
VONKEN.
Franciscus was een vurige ver
eerder van Jezus in het H. Sacrament.
Als er een is, die in Jezus is opge
gaan, dan is het zeker Vader Fran
ciscus geweest. Hij offerde, veegde
kerken en kapellen, bedelde om
steenen en kalk voor kerken, om
olie voor de godslampen.
Hij droeg de H. Clara op, reine
altaardoeken te maken. Hij zou het
zich tot zonde gerekend hebben,
indien hij een kerk voorbij ware
gegaan, zonder een groet te brengen
aan Jezus in het H. Sacrament. Hij
schreef brieven aan zijn ordelingen.
aan Biischoppen, aan den Keizer
zelfs om het Allerheiligste zoo schoon
mogelijk te bewaren.
De navolgers van St. Franciscus,
de Tertiarissen, moeten in deze dagen
ook hun kracht zoeken bij Jezus
Eucharisticus, door zich meermalen,
desnoods dagelijks, te voeden met
dat Hemelsch Brood, dat Gods
goedheid ons gaf; het lichaam en
bloed van Zijn eigen Zoon tot over
vloedig onderhoud en krachtige spijze
onzer zielen.
„Omne delectamentum in se naben-
tem" dat alle zoetheid in zich
bevat. Hoe arm we ook zijn, hoe
krank en ellendig, steeds opDieuw
spreidt de Meester iedere morgen de
rijke tafel zijner liefde en dient Hij
ons op het beste wat hij bezit
Zichzelf en al Zijn rijkdommen en
gaven, die ons bij alle overdaad niet
zullen schaden, maar die integendeel
onze ziel zullen sterken en harden
ook ln de stoffelijke zorgen en lasten
van lederen dag. De tijd maant ons
daartoe meer dan anders een uurtje
besteed om de H. Mis bij te wonen
ons te sterken met 's Heeren
Vleesch en Bloed daarentegen brengt
steeds ruimer zegen mee en zendt
ods naar huis met Gods eigen rijk
dom in de ziel en met de kracht
onze plicht ondanks zorgen weer
opgewekt en moedig te vervullen.
Derde Orde Raad.
III.
Peter. Toen ik deze week bij
mijn kaartclub kwam, werd ik ver
welkomd op ongewone manier Zeg,
Peer, ge hoeft ons niet te vragen of
wij heiligen zijn. Wat een vraag ook
Dat een priester heilig moet zijn,
dat zal misschien wel wat veel ge
vraagd zijn; maar dat wordt toch
zeker niet gevraagd van gewone
menschen als wij.
Pater. Wat dunkt u daarvan,
Peter
Peter. Dat er door velen zoo
vorigen dag. De Luiksche voorstad gedacht en gesproken wordt.