JAC.F0N0O
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
JAt.FONCü'5
ïvoogm;
Qeld Jan.
Vijf en vijftigste Jaargang No 32
manufacturen
VQORDEÊUeStf
manufacturen^
Tegen de al te
kleine partijen.
FEUILLETON.
Electriciteit op de
boerderij.
Pluimveeteelt.
Een paar groote
Middenstands-
belangen.
Zaterdag It Augustus 1934
BLIJKEN
TOCH HET
PEEL EN MAAS
PRIJS DER ADVhRTENTlEN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7l/« ct..
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MITNCKHOF VENRAY
Telefoon 51 GIRO 150652
BLIJKEN
TOCH HET
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent
voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent
Het is een vaststaand feit. dat de
versnippering van de volksvertegen
woordiging door het steeds toenemen
van het aantal daarin vertegenwoor
digde partijtjes het ernstige werk in
die lichamen steeds moeilijker wordt.
Jarenlang is er al gesmeekt, dat
men aan dien treurigen toestand een
einde zou maken.
Zoo zijn er momenteel niet minder
dan zes „partijen"' van één man in de
Tweede Kamer.
Allerlei middelen, om het euvel
weg te werken» zijn in den loop der
jaren voorgesteld.
Eindelijk komt nu Minister De
Wilde met een radicaal voorstel
partijen, die niet minstens drie zetels
verwerven, komen niet voor ver
tegenwoordiging in aanmerking.
Het verdient krachtige toejuiching,
dat men op deze wijze paal en perk
gaat stellen aan het euvel der kleine
partijtjes.
Men zal nu wel komen aandragen
met vele bezwaren, zoo onder andere
met het verwijt, dat de maatregel
botst met het begrip „evenredige
vertegenwoordiging."
Toch is dat oojuist.
Immers, het begrip evenredige ver
tegenwoordiging moeten we zien in
het kader van het parlementaire
stelsel. Die evenredige vertegenwoor
diging is niet ingevoerd, om het
parlementaire stelsel te ondermijnen,
maar om het zoo goed mogelijk te
maken.
Welnu, juist ter wille van dit laatste,
moet men het begiasel der even
redigheid met rede en gezond verstand
toepassen, en daar leek het tot nu
toe niet veel op.
Ook hier voerde de uiterste conse
quentie tot den duivel.
De eisch welke de minister nu
stelt aan de kleine partijen, dat zij
minstens drie zetels moeten behalen
om op een vertegenwoordiging in het
parlement aanspraak te kunnen maken,
is in het algemeen belang volkomen
te motiveeren. Want de practijk heeft
nu toch wel afdoende geleerd, dat
vooral in ons land. een stelsel, waarbij
elk groepje, dat éénmaal de kiesdeeler
kan halen, recht krijgt op een zetel
in het parlement, het parlementaire
stelsel absoluut kapot maakt.
Onbillijk tegenover de kleine par
tijen is deze regeling ook niet.
D/t zou alleen het geval zijn,
indien de parlementaire vertegen
woordiging noodzakelijk was om een
kleine partij tot ontwikkeling te
brengen. Het tegenovergestelde is
echter misschien nog eerder het geval]
Een kleine politieke groep beschikt
over tal van andere middelen om
aanhang onder de kiezers te krijgen.
En er is toch werkelijk uit een oog
punt van billijkheid niets tegen, dat
deze partij eerst tracht onder de
kiezers werkelijk eenige aanhang van
beteekenis te krijgen, alvorens aan
het parlementaire werk deel te nemen.
Want dit staat toch ook vast, dat
een eenling in h^t parlement niet
anders dan getuigen kan, (al zijn er
natuurlijk op dezen regel in onze
parlementaire geschiedenis ook enkele
uitzonderingen geweest) maar dat
voor hem elk practisch werk, op
Een plattelandsgescliiedenis
van de Belg.-Limb. grens.
25
Ja en onmiddellijk, huilde
Pierke, dat wegens achtgehouden
werkloon sedert jaren tegen Geld-
jan haat droeg, en telkens lucht
gaf aan zijn wrokkende gedachte,
als 't braaf knechtje, dat anders
geen kat kwaad deed, een beetje
te diep in 't glaasje gekeken had.
Jan wilde verschillende lui het
huis doen uitruimen. En er volgde
een hotsen en stooten, een roepen
en schelden, dat hooren en zien
vergingen.
De kloek gebouwde mulder
kwam uit een zijkamer, die voor-
loopig tot proeflokaal ingericht
was, uitgesprongen.
Wat is er hier gaande en
onmiddellijk duwde hij kleine en
groote menschen buiten en Jan,
met wien hij een paar maal voor
den rechter was geweest over het
niet willen betalen van graan en
het afkappen van hoornen, moest
met den drang mede.
Maar Snuffels, die stout was als
er veel getuigen bij waren, riep
en schreeuwde, dat zij hier alle-
het terrein van een staatkundigen
opbouw is uitgesloten.
Dat minister De Wilde daarnaast
nu ook een borgstelling vraagt, lijkt
ons zeer gelukkig. Bescheidenheid
en zelfkenois is nooit een karakter
trek van nieuw opkomende politieke
partijen geweest. En ook nu nog
zouden ze ongestoord aan de ver-
kiezingsactie mee doen, zich inbeel
dende, dat zij wel drie zetels zouden
bemachtigen. Nu ze in elke kieskring
f 250 moeten storten we hebben
er in ons land 18 zoodat ze een
bedrag van f 4500 kwijt zouden zijn,
indien ze geen drie zetels veroverden,
zal het zelfvertrouwen wel een
eenlgszins beperkter afmetiDg aan'
nemen.
De eisch omtrent minstens drie
zetels geldt alleen voor de Tweede
Kamer. Laten we hopenalleen
voorloopig, want ook in vele Staten
en Gemeenteraden werkt het euvel
der kleine partijtjes en ook daar
schept het erge wantoestanden.
De wereld gaat met reuzenschreden
vooruit.
Een kwart eeuw geleden was er
om zoo te zeggen van electrisch
licht op een dorp geen sprake en
kon men blij zijn met petroleumlicht
de duisternis te verdrijven, wat in
dien tijd niet onaardig was en zeker
de gezelligheid bevorderde.
In de oorlogsjaren waren er vele
plaatsen, waar electrisch licht nog
niet was doorgedrongen. Bij het toen
heerschende .petroleumgebrek was
men blij met het bezit van een kaars
en daar moest men nog heel zuinig
mee zijn, om niet de kans te loopen
nu en dan in volslagen duisternis
te zitten.
Sinsdien is er heel wat veranderd,
De Stroom verkoop-Maatschappij
heeft haar kabels getrokken door
hoel de provincie en er is welhaast
geen plaats meer aan te wijzen in
heel Limburg, of de electriciteit heeft
er haar intrede gedaan. Van uit een
centraal punt kan men nu op grooten
afstand de woningen voorzien van
licht en kracht.
Aanvankelijk zag de boer wel met
een scheel oog tegen al die nieuwig
heid op en dacht hij niet zonder
reden aan de gevaren, die er aan
verbonden zijn. Maar waar deze
vorm van verlichting en arbeidskracht
allengs meer ingang vond, daar was
dit voor hem een reden, om ook
over deze bezwaren heen te stappeü,
temeer, daar door gebrek aan goede
arbeidskrachten ook de boerderij
meer behoefte kreeg aan machinale
bewerking, en de gevaren bij den
aanleg door een deskundige tot een
minimum zijn teruggebracht. En zoo
heeft op korten tijd de electriciteit
ook op de boerderij algemeen haar
intrede gedaan.
Laten wij eens in het kórt nagaan,
het verloop van den electrischen
stroom van de centrale naar de
boerderij.
Electriciteit wordt in het groot
opgewekt in de electrische centrale
door gioote machines, dynamo's
genaamd. Deze worden in beweging
gebracht door water of door stoom.
In bergstreken, als Zweden en Zwit
serland, waar men over snelstroomend
water beschikt, wordt deze goed-
koope beweegkracht gebruikt. In ons
vlakke land is men echter aangewezen
op het gebruik van stoom. Om stoom
te krijgen moet men stoken, om te
kunnen stoken heeft men kolen
noodig, en omdat men deze in Zuid
Limburg uit den grond delft, heeft
men daar de centrale gebouwd.
Om electriciteit over grooten
afstand te vervoeren, wordt ze om
gevormd, getransformeerd tot hooge
spanning, uitgedrukt in Volt. De
bovengrondsche leiding van Lutterade
naar Roermond heeft op 't oogen-
blik een spanning van 10.000 Volt,
maar is gebouwd om een spanning
te verdragen van 15.000 Volt met
het oog op de doorvoering naar
Noord-Brabant en Gelderland. Ook
zijn er ondergrondsche kabels aange^
legd op een 80 c.M. in den grond.
Een spanning van 10.000 Volt is
echter veel te hoog, om voor huis
houdelijke doeleinden te kunnen ge
bruiken. Daarom wordt de kabel
afgetakt naar een transformatorhuisje,
waar de stroom met een transformator
weer omlaag wordt getransformeerd
tot een spanning van 220 of 110 of
125 Volt. In de dorpen heeft men
algemeen een spanning van 220 Volt,
in de steden minder. Hiermee moet
men rekening houden bij de keuze
van de lampen en de machines.
Door de vermindering van het
aantal volts gaat echter geen arbeids
vermogen verloren, want in gelijke
mate neemt de stroomsterkte toe.
Van uit het transformatorhuisje
worden de draden bovengronds of
ondergronds naar de huizen geleid.
Daar de stroom moet circuleeren,
heeft men voor elke licht- of kracht
installatie twee draden noodig. name
lijk een stroomdraad en een draad
zonder stroom, de zoogenaamde nul
draad, dat is de bovenste draad van
het electrisch net, die met de aarde
in verbinding staat.
Waar de draad de woning binnen
treedt, bevindt zich een kastje, waarin
een zekering, die moet behoeden
tegen brandgevaar.
Verder loopt de draad door een
meter, die aangeeft hoeveel stroom
verbruikt wordt.
Van hieruit gaat hij naar een
schakelbord, vanwaar men den stroom
naar de verschillende deelen van de
woning kan leideD. Hierop bevinden
zich ook weer een of meer veilig
heidszekeringen.
Door middel van een schakelaar
kan men nu de stroom inschakelen,
waardoor hij zijn weg neemt door
de lamp of door de machine.
In de lamp zit een heel dunne
draad met hoogen weerstand. Door
dien weerstand of wrijving lang is
en bovendien gemaakt is van een
apart soort metaal, ondervindt de
stroom daarin een hoogen weerstand.
Door die weerstand of wrijving ont
staat zooveel warmte, dat de draad
gaat gloéien, en zoo hebben we
electrisch licht.
Behalve een schakelaar zijn er ook
stopcontacten. Door den stekker in
de contactdoos te steken, wordt de
stroom ingeschakeld.
De electrische stroom wordt niet
alleen gebruikt voor licht, maar ook
maal niets te zeggen hadden, 't
Was zijn huis.
Doch met al zijn goed recht
werd hij door een viertal handen
ferm aangegrepen en als een pluim
de straat opgewipt, lot jolijt van
de kinderen en de helpers, die nu
in 't proeflokaal aan 't fuiven
gingen op de gezondheid van den
nieuwen kapelaan en zijn beruch-
len huisbaas. In lijve was deze
niet aanwezig. Maar vele van zijn
daden werden lang en breed be
sproken.
Bijna allen hadden het een en
ander met Jan ta kibbelen gehad.
Al die vertsels hoorde de kapelaan
lachend en ongeloovig aan.
En als de nieuwe huurder som
mige verhalen geheel niet wilde
slikken, dan mocht hij dit aan
alle dorpsmen8chen vragen en
deze zouden eenstemmig zijn om
hem te overtuigen, dat aan deze
feiten geen vets gelogen was.
Ook profeetten zij, dat de ka
pelaan vroeg of laat ruzie met
hem zou krijgen, al was het te
hopen van niet. Met zoo'n man
was heelemaal niet over de baan
te komen.
Toen 's avonds de meubelen
geplaatst en de helpers, na goed
gedronken te hebben, naar huis
waren, belde Snuffels bij zijn
nieuwen huurder.
De eigenaar kwam eens zien,
hoe alles geschikt en geordend
was. Den namiddag was het hem
te druk geweest en hij gebaarde
met geen woord, dat ze hem
buiten gegorst hadden.
Wel zei hij, dat hij met het
volk niet goed om kon en vooral
van den mulder niet veel moest
nebben.
Die meende, dat hij met zijn
geld de menschen om zijn vingers
son draaien. Maar Jan was ook
niet naakt en liet zich van geen
mensch opdrillen.
De kapelaan leidde hem in alle
kamers en telkens drukte Snuffels
zijn bewondering uit over de flin
ke meubileering, maar ook merkte
hij op, dat die bovenkamers geen
nieuw papier noodig hadden ge
had en dat deuren en vensters
niet opgeverfd hadden moeten
worden.
Maar de huurder deed of hij
dat vitten niet hoorde en ant
woordde enkel, dat om een gezel
lig leven in een huis ta slijten,
er niets mocht haperen.
't Zal een heele rekening
voor u zijn, waagde Jan.
Voor ons twee, meent u.
Dus die bovenkamers, die
deuren, die...
Van avond zullen wij daar
maar liefst niet over spreken....
haastte de kapelaan, die voelde,
waar den schoen wrong.
Voordat Jan heenging tracteerde
de nieuwe huurder op een lekker
sigaartje en 'n goede flesch.
Nauwelijks hadden ze 't eerste
voor warmte en kracht.
Electrische strijkijzers, kooktoestel-
len en kachels zijn voorzien van
lange, dunne draadwindingen van een
bepaald metaal met veel weerstand,
waardoor veel warmte ontstaat, als
de stroom er door geleid wordt.
Dorschmachines, waschmachines,
stofzuigers, naaimachines, haksel
machines, worden aangedreven met
een electromotor.
Deze bestaat uit een ronddraaien
de as, voorzien van draadwikkelin-
gen, waarom heen een vaststaand
omhulsel zit, eveneens van draad
wikkelingen voorzien. Leidt men een
stroom door de wikkelingen, dan
begint de as te draaien. Door mid
del van een rlemschijf wordt de
beweging op andere machines over
gebracht.
Wie electriciteit in huis heeft,
dient altijd de noodige voorzichtig
heid in acht te nemen. Electrische
stroom is niet zonder gevaar, kan
zelfs doodelijk zijn. Dit gevaar
wordt echter om zoo te zeggen
heelemaal uitgesloten, als bij den
aanleg degelijk materiaal gebruikt
wordt en de aanleg door een des
kundige geschiedt. Dan is ook het
brandgevaar zelfs veel en veel ge
ringer dan bij gebruik van andere
verlichting in stal en schuur.
Men hoort alleen van ongelukken
op plaatsen, waar men zelf niet de
noodige voorzichtigheid betracht en
waar men zelf reparaties wil uit
voeren, die men feitelijk alleen aan
een erkend installateur moet over
laten.
Nu electriciteit ook op de boer
derij gemeengoed geworden is, is
het ook noodig. dat men er zelf
eenig inzicht in krijgt, niet om zelf
te gaan prutsen, maar om zich beter
te kunnen vrijwaren tegen gevaar.
Nieuwe Koerier. J.W.D.
Yoordeelig voederen.
Door een langdurige voorlichting
zijn we in ons land met de pluim
veeteelt gekomen tot betere fok-
methoden, doelmatiger huisvesting en
rationeele voedering.
Vooral dat laatste heeft veel moeite
gekost. De boeren waren sinds jaar
en dag gewoon om de kippen haar
eigen kostje te laten opscharrelen
's avonds kregen ze wat mais en de
eitjes, nu ja, daar bemoeide de boer
zich niet mee. De eieren waren voor
de boerin, de Qpbrengst was haar
eiergeld." Eindelijk is de boer het
gaan merken, dat anderen met hun
kippetjes méér wisten te winnen dan
hij hij ging zich voor de zaak
interesseeren en ondervond, dat hij
Inderdaad, als hij de nieuw-modische
methoden toepaste, zich belangrijke
voordeelen bezorgde. Zoo werd de
pluimveeteelt het voornaamste neven
bedrijf van den landbouw.
Dat de boer tenslotte moderne
hoenderstallen heeft aangeschaft, de
broedeieren of kuikens van goede
fokkerijen liet komen en dat hij zijn
beesten meelvoer is gaan vertrekken,
zegt ons duidelijk, dat de nieuwe
methoden goed en voordeelig waren.
Als de boer dat voordeel, om het
zoo eens te zeggen, niet met zijn
klomp kan voelen, dan prakkezeert
hij niet over verandering. Met den
kunstmest was het eenzelfde geval.
glas aangesproken of Lisebeth
iet zich melden. Ook zij kwam
den »goeden heer» verwelkommen
gelijk het buurmans en verhuur-
dersplichl was.
De meid bracht haar in alle
hoekjes en gaten; mooi waren de
meubels, maar hoe prachtig was
hel huis. Heerlijk papier had de
kapelaan uitgekozen, te schoon
zelfs voor de slaapkamers, die
eigenlijk geen behangsel noodig
hadden. Dat was maar geld weg
geworpen.
En nu vroeg ze aan de meid,
of de ouders van den heer nogal
gegoede lui waren, wat zoo'n
installatie kostte een heele som.
Langs veel omwegen trachtte ze
van alles op de hoogte te komen.
Als ze hel heele huis bezichtigd
had, vervoegde zij zich bij haren
man, die een kop had zoo rood
als een gloeiende kachel.
Ongeveer dezelfde klets als Jan
rammelde ze af. Meer dan eens
keek de kapelaan opzijn uurwerk
een teeken, dat de bezoekers lang
genoeg steel vast waren geweest.
Eindelijk begrepen ze, dat de man
hen moede was.
U zult wel een weinig van
de kar zijn en vermoeid van al
dat reizen.
Rust zou hem goed doen.
Deze werd hem gewenscht.
't Hinderde niet, wanneer hij
iets noodig had, behoefde hij maar
le spreken.
De boer stond er aanvankelijk onge
loovig, spottend tegenover, maar
naarmate hij de voordeelen van kunst
mest op de proefvelden kon zien,
aanvaardde hij de nieuwe profijten,
welke de wetenschap hem bood.
Jammer, dat een boer zich door
tijdelijken tegenslag weer zoo gauw
uit het veld laat slaan. Hij betwist
ook nu niet, dat een kip een goed
meelvoer behoeft om een behoorlijke
productie te kunnen geven, maar hij
redeneertde eieren brengen veel te
weinig op, dus moet ik mijn voordeel
niet in de eieren zoeken, maar in
een vermindering van mijn kosten.
Op het oogenblik meelvoer te
verstrekken aan de kippeD, zoo denkt
hij, dat is goed geld naar kwaad
geld gooien.
Niet alleen uit hetgeen we zoo
hier en daar lazen, weten we het,
dat de meeste boeren weer tot de
aartsvaderlijke voedermethode van
het pluhnvee zijn teruggekeerd, maar
dat bleek ons ook uit persoonlijke
ondervinding, opgedaan ia vele ge
sprekken met landbouwers.
Ze laten de beesten weer naar
hartelust scharrelen, wat altijd goed
is geweest, maar stellen naast het
geen de dieren zelf weten te vinden,
nog slechts goedkoope mais ter
beschikking.
Natuurlijk ziet de boer het ver
schil in opbrengst wel, maar hij
redeneert: bij de eiereD, daar moet
toch geld bij. Dat is op zichzelf
soms betrekkelijk waar, maar men
mag niet vergeten, dat de toeslag
per ei te aanzienlijker zal zijn, naar
mate de productie minder is.
Bezuiniging op het voer brengt
veel minder voordeel dan de terug
gang in productie den boer kost.
We zullen dat verduidelijken met
een persoonlijke ondervinding, die
we dezer dagen opdeden:
Om een der huisgenooten eeD
plezier te doen, kochten we van een
gebuur 4 eenden, heelemaal geen
bijzondere dieren, een gekruisd stel,
Bij den gebuur liepen ze vrij in de
wei, maar een hok voor den nacht
hadden ze niet en het voeder be
stond uitsluitend uit mals.
Meer was ook niet noodig, ver
zekerde onze gebuur, want de eieren
brengen toch te weinig op en de
eendjes waren best content met de
mais. De productie der dierea was
soms 1, soms geen ei per dag, een
enkelen keer 2 eieren en één keer,
zoo verzekerde onze gebuur met
nadruk, had hij op één dag 3 eieren
geraapt.
We timmerden een nachtverblijf
af in den stal, gaven den eenden
buiten een loopje van circa 6 M2.,
omdat we momenteel niet meer grond
te missen hadden en plaatsten er een
teil water in. Maar ze kregen van
den eersten dag af, behalve haar
mais in den namiddag, een behoor
lijke portie meelvoer in den ochtend.
In de eerste week legden ze, als
gevolg van de overplaatsing, 3 eieren
totaal. Op den achtsten dag begon
het echter anders 2 eieren, daags
er na 3, toen 4, weer 4, nog eens
4, dan weer 3, maar nooit minder
We rapen regelmatig 4, 5 a 6 dagen
achtereen 4 eieren, dan één dag 3.
Onze gebuur geloofde er niets van,
tot we hem meesleepten naar den
stal, waar het eierlijstje hing naast
het eenden-nachtverblijf. Tóen moest
hij toch wel aannemen, dat we niet
dag-in en dag uit ons zelve door die
notities zouden bedotten. We rapen
van die 4 eenden nu gemiddeld 2
eieren per dag méér dan onze gebuur
dat deed en we hebben het hem
voorgerekend, dat ons voer aan die
4- eenden nog geen 2 cent per dag
méér kost, dan hij besteedde. Voor
nog geen 2 cent hebben we 2 eieren
méér. Al zouden we op onze eendjes
dus niet kunnen verdienen, er gaat
toch minder geld bij, dan wanneer
we ze onverstandiglijk „voordeelig"
zouden voederen.
Wees niet bekrompen, boeren-
kippenhouders I Reken het met een
potlood in de hand eens na, wat
een ratinoeele voedermelhode u per
dag méér kost dan een eenzijdige
maisvoederlng en reken óók uit'
welke het verschil in opbrengst is
Het meelvoer is bovendien niet
duur meer. De fabrikanten voeren op
het moment in den strijd om het
bestaan een bijna doodelijke con
currentie met elkaar.
Belangryke bevoegdheid van de
Gemeenteraden by de uitvoering
der Winkelsluitingswet,
Geen neven-arbeid van gemeente
ambtenaren.
Hij" dankte en wenschle hen
eveneens goeden nacht.
Overmoeid ging de kapelaan te
bed, insluimerend met de nabe
trachting van eenige vertelsels
over zijn huisbaas. Dat het een
echte centenpikker was, begon hij
reeds te voelen.
De mulder en de kapelaan
werden boezemvrienden. En deze
vriendschap werd een stekelige
doorn in het oog van Snuffels, die
niet lijden kon, dat die besloven
jljas dagelijks de welkome
gast in de nieuwe kapelanie was.
Om de kwade invloeden, die
de mulder kon uitoefenen, te be
strijden, bracht de familie Snuffels
groenten en aardappelen.
Meer dan eens begon Jan van
verre rnet de klok te luien. Doch
de kapelaan hoorde dit verre
tampen niet en verstoutte zich op
zekeren avond door te zeggen, dat
hij niets met hun onderlinge ruzie
te maken had.
Hierover was Jan gebelgd, die
voelde dat zijn huurder meer over
had voor zijn aartsvijand dan wel
voor hem.
En toen de artiest op vacantie
kwam en ook al eens ging buur
ten bij den milden gastheer, toen
kreeg de kat de bel aan.
Als de bezoekers even gerinkeld
en dan eens loens naar den eige
naar geloerd hadden, dan meende
deze dat hij in het ootje genomen
werd.
In de reeks van middenstands-
intervieuws, die voorkomt in ver
schillende dagbladen, vonden wij een
paar thema's aangesneden, welke wij
ook voor deze streken belangrijk
achten.
Het gaat n.l. om de bevoegdheid
van de Gemeenteraden inzake de
verruiming van de verkoopgelegen
heid der winkels op Zondagen over
het verbod van het verrichten van
nevenarbeid door gemeenteambte
naren. Wij laten hier het betreffende
gedeelte volgen
De Gemeenteraden krijgen thans
weer de beslissing over de uitvoering
van de winkelsluitingswet. De ge
meenteraden immers hebben voor een
groot deel te beslissen of de ver
ruiming der winkelsluiting wordt
toegepast of niet.
Denkt U. dat er veel verandering
zal komen
Wij betwijfelen of in de meeste
gemeenten de banketbakkers, visch-,
fruit- en sigarenwinkeliers, alsmede
.slijterijen' iets aan de verruiming
zullen hebben.
Immers de gemeenteraden zullen
moeten oordeelen of de verruiming
noodig is.
Dat zullen die gemeenteraden
moeten doen binnen twee maanden
na in werking treding der gewijzigde
winkelsluitingswet.
Doch die gemeenteraden moeten
bovendien, voor hun beslissing, nog
eerst de belanghebbenden over de
wènschelijkheid van verruiming
hooren. Niet alleen de belangheb
bende winkeliers, maar ook de
belanghebbende winkelbedienden enz.
We zien het niet anders of in vele
gemeenteraden zal zich weer een
stuk politiek afspelen.
En tenslottewat blijft er nu
eigenlijk nog van de argumenten
over, waarom indeitijd 'n winkel
sluitingswet werd bepleit Juist was
immers een der hoofdargumenten tot
indiening van de wet het feit. dat er
Die gaan weer geen goeds
vertellen, zeide hij dan tot zijn
vrouw.
Ja, die looperij moest maar
gedaan gemaakt worden. Dan be
hoefde men zich telkens ook niet
te ergeren op die sakkers.
Niet langer dan van avond,
sprak Jan beslist.
En toen het donkerde trok hij
er op los.
Niet zoo erg vriendelijk als
anders leek hij bij zijn intrede.
Hij had een ernstig woordje met
den kapelaan te spreken. Als
eigenaar verlangde hij, dat noch
de mulder, noch de artiest nog 'n
voet in zijn huis zetten.
Als nu de huurder kalm zei,
dat hij ontvangen mocht wie hij
wilde en dat Snuffels daar nie-
mandal in te zien had, s!eeg Jan
zijn bloed naar het hoofd en dui
velde tegen heel het dorp, dat
hem niets kon bommen.
Doch zonder veel complimenten
leidde de geestelijke hem naar de
deur.
Maar Jan zou zich wreken.
Dit zwoer hij ten overstaan van
zijn vrouw, die eveneens gilde en
grijnsde,
Altijd moest men met iets
geplaagd zijn. Die verdomde dorps*
genooten, die schroeven dezen
huurder ook weder van alles op.
Doch wij zuilen ons ook niet van
alles laten welgevallen, was het
besluit. Wordt vervolgd-.