JAC.F0N0O Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. JAt.FONCü'5 ïvoogm; Qeld Jan. Vijf en vijftigste Jaargang No 32 manufacturen VQORDEÊUeStf manufacturen^ Tegen de al te kleine partijen. FEUILLETON. Electriciteit op de boerderij. Pluimveeteelt. Een paar groote Middenstands- belangen. Zaterdag It Augustus 1934 BLIJKEN TOCH HET PEEL EN MAAS PRIJS DER ADVhRTENTlEN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7l/« ct.. bij abonnement lagere tarieven. Uitgave van FIRMA VAN DEN MITNCKHOF VENRAY Telefoon 51 GIRO 150652 BLIJKEN TOCH HET ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent Het is een vaststaand feit. dat de versnippering van de volksvertegen woordiging door het steeds toenemen van het aantal daarin vertegenwoor digde partijtjes het ernstige werk in die lichamen steeds moeilijker wordt. Jarenlang is er al gesmeekt, dat men aan dien treurigen toestand een einde zou maken. Zoo zijn er momenteel niet minder dan zes „partijen"' van één man in de Tweede Kamer. Allerlei middelen, om het euvel weg te werken» zijn in den loop der jaren voorgesteld. Eindelijk komt nu Minister De Wilde met een radicaal voorstel partijen, die niet minstens drie zetels verwerven, komen niet voor ver tegenwoordiging in aanmerking. Het verdient krachtige toejuiching, dat men op deze wijze paal en perk gaat stellen aan het euvel der kleine partijtjes. Men zal nu wel komen aandragen met vele bezwaren, zoo onder andere met het verwijt, dat de maatregel botst met het begrip „evenredige vertegenwoordiging." Toch is dat oojuist. Immers, het begrip evenredige ver tegenwoordiging moeten we zien in het kader van het parlementaire stelsel. Die evenredige vertegenwoor diging is niet ingevoerd, om het parlementaire stelsel te ondermijnen, maar om het zoo goed mogelijk te maken. Welnu, juist ter wille van dit laatste, moet men het begiasel der even redigheid met rede en gezond verstand toepassen, en daar leek het tot nu toe niet veel op. Ook hier voerde de uiterste conse quentie tot den duivel. De eisch welke de minister nu stelt aan de kleine partijen, dat zij minstens drie zetels moeten behalen om op een vertegenwoordiging in het parlement aanspraak te kunnen maken, is in het algemeen belang volkomen te motiveeren. Want de practijk heeft nu toch wel afdoende geleerd, dat vooral in ons land. een stelsel, waarbij elk groepje, dat éénmaal de kiesdeeler kan halen, recht krijgt op een zetel in het parlement, het parlementaire stelsel absoluut kapot maakt. Onbillijk tegenover de kleine par tijen is deze regeling ook niet. D/t zou alleen het geval zijn, indien de parlementaire vertegen woordiging noodzakelijk was om een kleine partij tot ontwikkeling te brengen. Het tegenovergestelde is echter misschien nog eerder het geval] Een kleine politieke groep beschikt over tal van andere middelen om aanhang onder de kiezers te krijgen. En er is toch werkelijk uit een oog punt van billijkheid niets tegen, dat deze partij eerst tracht onder de kiezers werkelijk eenige aanhang van beteekenis te krijgen, alvorens aan het parlementaire werk deel te nemen. Want dit staat toch ook vast, dat een eenling in h^t parlement niet anders dan getuigen kan, (al zijn er natuurlijk op dezen regel in onze parlementaire geschiedenis ook enkele uitzonderingen geweest) maar dat voor hem elk practisch werk, op Een plattelandsgescliiedenis van de Belg.-Limb. grens. 25 Ja en onmiddellijk, huilde Pierke, dat wegens achtgehouden werkloon sedert jaren tegen Geld- jan haat droeg, en telkens lucht gaf aan zijn wrokkende gedachte, als 't braaf knechtje, dat anders geen kat kwaad deed, een beetje te diep in 't glaasje gekeken had. Jan wilde verschillende lui het huis doen uitruimen. En er volgde een hotsen en stooten, een roepen en schelden, dat hooren en zien vergingen. De kloek gebouwde mulder kwam uit een zijkamer, die voor- loopig tot proeflokaal ingericht was, uitgesprongen. Wat is er hier gaande en onmiddellijk duwde hij kleine en groote menschen buiten en Jan, met wien hij een paar maal voor den rechter was geweest over het niet willen betalen van graan en het afkappen van hoornen, moest met den drang mede. Maar Snuffels, die stout was als er veel getuigen bij waren, riep en schreeuwde, dat zij hier alle- het terrein van een staatkundigen opbouw is uitgesloten. Dat minister De Wilde daarnaast nu ook een borgstelling vraagt, lijkt ons zeer gelukkig. Bescheidenheid en zelfkenois is nooit een karakter trek van nieuw opkomende politieke partijen geweest. En ook nu nog zouden ze ongestoord aan de ver- kiezingsactie mee doen, zich inbeel dende, dat zij wel drie zetels zouden bemachtigen. Nu ze in elke kieskring f 250 moeten storten we hebben er in ons land 18 zoodat ze een bedrag van f 4500 kwijt zouden zijn, indien ze geen drie zetels veroverden, zal het zelfvertrouwen wel een eenlgszins beperkter afmetiDg aan' nemen. De eisch omtrent minstens drie zetels geldt alleen voor de Tweede Kamer. Laten we hopenalleen voorloopig, want ook in vele Staten en Gemeenteraden werkt het euvel der kleine partijtjes en ook daar schept het erge wantoestanden. De wereld gaat met reuzenschreden vooruit. Een kwart eeuw geleden was er om zoo te zeggen van electrisch licht op een dorp geen sprake en kon men blij zijn met petroleumlicht de duisternis te verdrijven, wat in dien tijd niet onaardig was en zeker de gezelligheid bevorderde. In de oorlogsjaren waren er vele plaatsen, waar electrisch licht nog niet was doorgedrongen. Bij het toen heerschende .petroleumgebrek was men blij met het bezit van een kaars en daar moest men nog heel zuinig mee zijn, om niet de kans te loopen nu en dan in volslagen duisternis te zitten. Sinsdien is er heel wat veranderd, De Stroom verkoop-Maatschappij heeft haar kabels getrokken door hoel de provincie en er is welhaast geen plaats meer aan te wijzen in heel Limburg, of de electriciteit heeft er haar intrede gedaan. Van uit een centraal punt kan men nu op grooten afstand de woningen voorzien van licht en kracht. Aanvankelijk zag de boer wel met een scheel oog tegen al die nieuwig heid op en dacht hij niet zonder reden aan de gevaren, die er aan verbonden zijn. Maar waar deze vorm van verlichting en arbeidskracht allengs meer ingang vond, daar was dit voor hem een reden, om ook over deze bezwaren heen te stappeü, temeer, daar door gebrek aan goede arbeidskrachten ook de boerderij meer behoefte kreeg aan machinale bewerking, en de gevaren bij den aanleg door een deskundige tot een minimum zijn teruggebracht. En zoo heeft op korten tijd de electriciteit ook op de boerderij algemeen haar intrede gedaan. Laten wij eens in het kórt nagaan, het verloop van den electrischen stroom van de centrale naar de boerderij. Electriciteit wordt in het groot opgewekt in de electrische centrale door gioote machines, dynamo's genaamd. Deze worden in beweging gebracht door water of door stoom. In bergstreken, als Zweden en Zwit serland, waar men over snelstroomend water beschikt, wordt deze goed- koope beweegkracht gebruikt. In ons vlakke land is men echter aangewezen op het gebruik van stoom. Om stoom te krijgen moet men stoken, om te kunnen stoken heeft men kolen noodig, en omdat men deze in Zuid Limburg uit den grond delft, heeft men daar de centrale gebouwd. Om electriciteit over grooten afstand te vervoeren, wordt ze om gevormd, getransformeerd tot hooge spanning, uitgedrukt in Volt. De bovengrondsche leiding van Lutterade naar Roermond heeft op 't oogen- blik een spanning van 10.000 Volt, maar is gebouwd om een spanning te verdragen van 15.000 Volt met het oog op de doorvoering naar Noord-Brabant en Gelderland. Ook zijn er ondergrondsche kabels aange^ legd op een 80 c.M. in den grond. Een spanning van 10.000 Volt is echter veel te hoog, om voor huis houdelijke doeleinden te kunnen ge bruiken. Daarom wordt de kabel afgetakt naar een transformatorhuisje, waar de stroom met een transformator weer omlaag wordt getransformeerd tot een spanning van 220 of 110 of 125 Volt. In de dorpen heeft men algemeen een spanning van 220 Volt, in de steden minder. Hiermee moet men rekening houden bij de keuze van de lampen en de machines. Door de vermindering van het aantal volts gaat echter geen arbeids vermogen verloren, want in gelijke mate neemt de stroomsterkte toe. Van uit het transformatorhuisje worden de draden bovengronds of ondergronds naar de huizen geleid. Daar de stroom moet circuleeren, heeft men voor elke licht- of kracht installatie twee draden noodig. name lijk een stroomdraad en een draad zonder stroom, de zoogenaamde nul draad, dat is de bovenste draad van het electrisch net, die met de aarde in verbinding staat. Waar de draad de woning binnen treedt, bevindt zich een kastje, waarin een zekering, die moet behoeden tegen brandgevaar. Verder loopt de draad door een meter, die aangeeft hoeveel stroom verbruikt wordt. Van hieruit gaat hij naar een schakelbord, vanwaar men den stroom naar de verschillende deelen van de woning kan leideD. Hierop bevinden zich ook weer een of meer veilig heidszekeringen. Door middel van een schakelaar kan men nu de stroom inschakelen, waardoor hij zijn weg neemt door de lamp of door de machine. In de lamp zit een heel dunne draad met hoogen weerstand. Door dien weerstand of wrijving lang is en bovendien gemaakt is van een apart soort metaal, ondervindt de stroom daarin een hoogen weerstand. Door die weerstand of wrijving ont staat zooveel warmte, dat de draad gaat gloéien, en zoo hebben we electrisch licht. Behalve een schakelaar zijn er ook stopcontacten. Door den stekker in de contactdoos te steken, wordt de stroom ingeschakeld. De electrische stroom wordt niet alleen gebruikt voor licht, maar ook maal niets te zeggen hadden, 't Was zijn huis. Doch met al zijn goed recht werd hij door een viertal handen ferm aangegrepen en als een pluim de straat opgewipt, lot jolijt van de kinderen en de helpers, die nu in 't proeflokaal aan 't fuiven gingen op de gezondheid van den nieuwen kapelaan en zijn beruch- len huisbaas. In lijve was deze niet aanwezig. Maar vele van zijn daden werden lang en breed be sproken. Bijna allen hadden het een en ander met Jan ta kibbelen gehad. Al die vertsels hoorde de kapelaan lachend en ongeloovig aan. En als de nieuwe huurder som mige verhalen geheel niet wilde slikken, dan mocht hij dit aan alle dorpsmen8chen vragen en deze zouden eenstemmig zijn om hem te overtuigen, dat aan deze feiten geen vets gelogen was. Ook profeetten zij, dat de ka pelaan vroeg of laat ruzie met hem zou krijgen, al was het te hopen van niet. Met zoo'n man was heelemaal niet over de baan te komen. Toen 's avonds de meubelen geplaatst en de helpers, na goed gedronken te hebben, naar huis waren, belde Snuffels bij zijn nieuwen huurder. De eigenaar kwam eens zien, hoe alles geschikt en geordend was. Den namiddag was het hem te druk geweest en hij gebaarde met geen woord, dat ze hem buiten gegorst hadden. Wel zei hij, dat hij met het volk niet goed om kon en vooral van den mulder niet veel moest nebben. Die meende, dat hij met zijn geld de menschen om zijn vingers son draaien. Maar Jan was ook niet naakt en liet zich van geen mensch opdrillen. De kapelaan leidde hem in alle kamers en telkens drukte Snuffels zijn bewondering uit over de flin ke meubileering, maar ook merkte hij op, dat die bovenkamers geen nieuw papier noodig hadden ge had en dat deuren en vensters niet opgeverfd hadden moeten worden. Maar de huurder deed of hij dat vitten niet hoorde en ant woordde enkel, dat om een gezel lig leven in een huis ta slijten, er niets mocht haperen. 't Zal een heele rekening voor u zijn, waagde Jan. Voor ons twee, meent u. Dus die bovenkamers, die deuren, die... Van avond zullen wij daar maar liefst niet over spreken.... haastte de kapelaan, die voelde, waar den schoen wrong. Voordat Jan heenging tracteerde de nieuwe huurder op een lekker sigaartje en 'n goede flesch. Nauwelijks hadden ze 't eerste voor warmte en kracht. Electrische strijkijzers, kooktoestel- len en kachels zijn voorzien van lange, dunne draadwindingen van een bepaald metaal met veel weerstand, waardoor veel warmte ontstaat, als de stroom er door geleid wordt. Dorschmachines, waschmachines, stofzuigers, naaimachines, haksel machines, worden aangedreven met een electromotor. Deze bestaat uit een ronddraaien de as, voorzien van draadwikkelin- gen, waarom heen een vaststaand omhulsel zit, eveneens van draad wikkelingen voorzien. Leidt men een stroom door de wikkelingen, dan begint de as te draaien. Door mid del van een rlemschijf wordt de beweging op andere machines over gebracht. Wie electriciteit in huis heeft, dient altijd de noodige voorzichtig heid in acht te nemen. Electrische stroom is niet zonder gevaar, kan zelfs doodelijk zijn. Dit gevaar wordt echter om zoo te zeggen heelemaal uitgesloten, als bij den aanleg degelijk materiaal gebruikt wordt en de aanleg door een des kundige geschiedt. Dan is ook het brandgevaar zelfs veel en veel ge ringer dan bij gebruik van andere verlichting in stal en schuur. Men hoort alleen van ongelukken op plaatsen, waar men zelf niet de noodige voorzichtigheid betracht en waar men zelf reparaties wil uit voeren, die men feitelijk alleen aan een erkend installateur moet over laten. Nu electriciteit ook op de boer derij gemeengoed geworden is, is het ook noodig. dat men er zelf eenig inzicht in krijgt, niet om zelf te gaan prutsen, maar om zich beter te kunnen vrijwaren tegen gevaar. Nieuwe Koerier. J.W.D. Yoordeelig voederen. Door een langdurige voorlichting zijn we in ons land met de pluim veeteelt gekomen tot betere fok- methoden, doelmatiger huisvesting en rationeele voedering. Vooral dat laatste heeft veel moeite gekost. De boeren waren sinds jaar en dag gewoon om de kippen haar eigen kostje te laten opscharrelen 's avonds kregen ze wat mais en de eitjes, nu ja, daar bemoeide de boer zich niet mee. De eieren waren voor de boerin, de Qpbrengst was haar eiergeld." Eindelijk is de boer het gaan merken, dat anderen met hun kippetjes méér wisten te winnen dan hij hij ging zich voor de zaak interesseeren en ondervond, dat hij Inderdaad, als hij de nieuw-modische methoden toepaste, zich belangrijke voordeelen bezorgde. Zoo werd de pluimveeteelt het voornaamste neven bedrijf van den landbouw. Dat de boer tenslotte moderne hoenderstallen heeft aangeschaft, de broedeieren of kuikens van goede fokkerijen liet komen en dat hij zijn beesten meelvoer is gaan vertrekken, zegt ons duidelijk, dat de nieuwe methoden goed en voordeelig waren. Als de boer dat voordeel, om het zoo eens te zeggen, niet met zijn klomp kan voelen, dan prakkezeert hij niet over verandering. Met den kunstmest was het eenzelfde geval. glas aangesproken of Lisebeth iet zich melden. Ook zij kwam den »goeden heer» verwelkommen gelijk het buurmans en verhuur- dersplichl was. De meid bracht haar in alle hoekjes en gaten; mooi waren de meubels, maar hoe prachtig was hel huis. Heerlijk papier had de kapelaan uitgekozen, te schoon zelfs voor de slaapkamers, die eigenlijk geen behangsel noodig hadden. Dat was maar geld weg geworpen. En nu vroeg ze aan de meid, of de ouders van den heer nogal gegoede lui waren, wat zoo'n installatie kostte een heele som. Langs veel omwegen trachtte ze van alles op de hoogte te komen. Als ze hel heele huis bezichtigd had, vervoegde zij zich bij haren man, die een kop had zoo rood als een gloeiende kachel. Ongeveer dezelfde klets als Jan rammelde ze af. Meer dan eens keek de kapelaan opzijn uurwerk een teeken, dat de bezoekers lang genoeg steel vast waren geweest. Eindelijk begrepen ze, dat de man hen moede was. U zult wel een weinig van de kar zijn en vermoeid van al dat reizen. Rust zou hem goed doen. Deze werd hem gewenscht. 't Hinderde niet, wanneer hij iets noodig had, behoefde hij maar le spreken. De boer stond er aanvankelijk onge loovig, spottend tegenover, maar naarmate hij de voordeelen van kunst mest op de proefvelden kon zien, aanvaardde hij de nieuwe profijten, welke de wetenschap hem bood. Jammer, dat een boer zich door tijdelijken tegenslag weer zoo gauw uit het veld laat slaan. Hij betwist ook nu niet, dat een kip een goed meelvoer behoeft om een behoorlijke productie te kunnen geven, maar hij redeneertde eieren brengen veel te weinig op, dus moet ik mijn voordeel niet in de eieren zoeken, maar in een vermindering van mijn kosten. Op het oogenblik meelvoer te verstrekken aan de kippeD, zoo denkt hij, dat is goed geld naar kwaad geld gooien. Niet alleen uit hetgeen we zoo hier en daar lazen, weten we het, dat de meeste boeren weer tot de aartsvaderlijke voedermethode van het pluhnvee zijn teruggekeerd, maar dat bleek ons ook uit persoonlijke ondervinding, opgedaan ia vele ge sprekken met landbouwers. Ze laten de beesten weer naar hartelust scharrelen, wat altijd goed is geweest, maar stellen naast het geen de dieren zelf weten te vinden, nog slechts goedkoope mais ter beschikking. Natuurlijk ziet de boer het ver schil in opbrengst wel, maar hij redeneert: bij de eiereD, daar moet toch geld bij. Dat is op zichzelf soms betrekkelijk waar, maar men mag niet vergeten, dat de toeslag per ei te aanzienlijker zal zijn, naar mate de productie minder is. Bezuiniging op het voer brengt veel minder voordeel dan de terug gang in productie den boer kost. We zullen dat verduidelijken met een persoonlijke ondervinding, die we dezer dagen opdeden: Om een der huisgenooten eeD plezier te doen, kochten we van een gebuur 4 eenden, heelemaal geen bijzondere dieren, een gekruisd stel, Bij den gebuur liepen ze vrij in de wei, maar een hok voor den nacht hadden ze niet en het voeder be stond uitsluitend uit mals. Meer was ook niet noodig, ver zekerde onze gebuur, want de eieren brengen toch te weinig op en de eendjes waren best content met de mais. De productie der dierea was soms 1, soms geen ei per dag, een enkelen keer 2 eieren en één keer, zoo verzekerde onze gebuur met nadruk, had hij op één dag 3 eieren geraapt. We timmerden een nachtverblijf af in den stal, gaven den eenden buiten een loopje van circa 6 M2., omdat we momenteel niet meer grond te missen hadden en plaatsten er een teil water in. Maar ze kregen van den eersten dag af, behalve haar mais in den namiddag, een behoor lijke portie meelvoer in den ochtend. In de eerste week legden ze, als gevolg van de overplaatsing, 3 eieren totaal. Op den achtsten dag begon het echter anders 2 eieren, daags er na 3, toen 4, weer 4, nog eens 4, dan weer 3, maar nooit minder We rapen regelmatig 4, 5 a 6 dagen achtereen 4 eieren, dan één dag 3. Onze gebuur geloofde er niets van, tot we hem meesleepten naar den stal, waar het eierlijstje hing naast het eenden-nachtverblijf. Tóen moest hij toch wel aannemen, dat we niet dag-in en dag uit ons zelve door die notities zouden bedotten. We rapen van die 4 eenden nu gemiddeld 2 eieren per dag méér dan onze gebuur dat deed en we hebben het hem voorgerekend, dat ons voer aan die 4- eenden nog geen 2 cent per dag méér kost, dan hij besteedde. Voor nog geen 2 cent hebben we 2 eieren méér. Al zouden we op onze eendjes dus niet kunnen verdienen, er gaat toch minder geld bij, dan wanneer we ze onverstandiglijk „voordeelig" zouden voederen. Wees niet bekrompen, boeren- kippenhouders I Reken het met een potlood in de hand eens na, wat een ratinoeele voedermelhode u per dag méér kost dan een eenzijdige maisvoederlng en reken óók uit' welke het verschil in opbrengst is Het meelvoer is bovendien niet duur meer. De fabrikanten voeren op het moment in den strijd om het bestaan een bijna doodelijke con currentie met elkaar. Belangryke bevoegdheid van de Gemeenteraden by de uitvoering der Winkelsluitingswet, Geen neven-arbeid van gemeente ambtenaren. Hij" dankte en wenschle hen eveneens goeden nacht. Overmoeid ging de kapelaan te bed, insluimerend met de nabe trachting van eenige vertelsels over zijn huisbaas. Dat het een echte centenpikker was, begon hij reeds te voelen. De mulder en de kapelaan werden boezemvrienden. En deze vriendschap werd een stekelige doorn in het oog van Snuffels, die niet lijden kon, dat die besloven jljas dagelijks de welkome gast in de nieuwe kapelanie was. Om de kwade invloeden, die de mulder kon uitoefenen, te be strijden, bracht de familie Snuffels groenten en aardappelen. Meer dan eens begon Jan van verre rnet de klok te luien. Doch de kapelaan hoorde dit verre tampen niet en verstoutte zich op zekeren avond door te zeggen, dat hij niets met hun onderlinge ruzie te maken had. Hierover was Jan gebelgd, die voelde dat zijn huurder meer over had voor zijn aartsvijand dan wel voor hem. En toen de artiest op vacantie kwam en ook al eens ging buur ten bij den milden gastheer, toen kreeg de kat de bel aan. Als de bezoekers even gerinkeld en dan eens loens naar den eige naar geloerd hadden, dan meende deze dat hij in het ootje genomen werd. In de reeks van middenstands- intervieuws, die voorkomt in ver schillende dagbladen, vonden wij een paar thema's aangesneden, welke wij ook voor deze streken belangrijk achten. Het gaat n.l. om de bevoegdheid van de Gemeenteraden inzake de verruiming van de verkoopgelegen heid der winkels op Zondagen over het verbod van het verrichten van nevenarbeid door gemeenteambte naren. Wij laten hier het betreffende gedeelte volgen De Gemeenteraden krijgen thans weer de beslissing over de uitvoering van de winkelsluitingswet. De ge meenteraden immers hebben voor een groot deel te beslissen of de ver ruiming der winkelsluiting wordt toegepast of niet. Denkt U. dat er veel verandering zal komen Wij betwijfelen of in de meeste gemeenten de banketbakkers, visch-, fruit- en sigarenwinkeliers, alsmede .slijterijen' iets aan de verruiming zullen hebben. Immers de gemeenteraden zullen moeten oordeelen of de verruiming noodig is. Dat zullen die gemeenteraden moeten doen binnen twee maanden na in werking treding der gewijzigde winkelsluitingswet. Doch die gemeenteraden moeten bovendien, voor hun beslissing, nog eerst de belanghebbenden over de wènschelijkheid van verruiming hooren. Niet alleen de belangheb bende winkeliers, maar ook de belanghebbende winkelbedienden enz. We zien het niet anders of in vele gemeenteraden zal zich weer een stuk politiek afspelen. En tenslottewat blijft er nu eigenlijk nog van de argumenten over, waarom indeitijd 'n winkel sluitingswet werd bepleit Juist was immers een der hoofdargumenten tot indiening van de wet het feit. dat er Die gaan weer geen goeds vertellen, zeide hij dan tot zijn vrouw. Ja, die looperij moest maar gedaan gemaakt worden. Dan be hoefde men zich telkens ook niet te ergeren op die sakkers. Niet langer dan van avond, sprak Jan beslist. En toen het donkerde trok hij er op los. Niet zoo erg vriendelijk als anders leek hij bij zijn intrede. Hij had een ernstig woordje met den kapelaan te spreken. Als eigenaar verlangde hij, dat noch de mulder, noch de artiest nog 'n voet in zijn huis zetten. Als nu de huurder kalm zei, dat hij ontvangen mocht wie hij wilde en dat Snuffels daar nie- mandal in te zien had, s!eeg Jan zijn bloed naar het hoofd en dui velde tegen heel het dorp, dat hem niets kon bommen. Doch zonder veel complimenten leidde de geestelijke hem naar de deur. Maar Jan zou zich wreken. Dit zwoer hij ten overstaan van zijn vrouw, die eveneens gilde en grijnsde, Altijd moest men met iets geplaagd zijn. Die verdomde dorps* genooten, die schroeven dezen huurder ook weder van alles op. Doch wij zuilen ons ook niet van alles laten welgevallen, was het besluit. Wordt vervolgd-.

Peel en Maas | 1934 | | pagina 1