TWT!FDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Geld Jan.
Grond-
verkaveling.
FEUILLETON.
De puntjes op de i.
Zaterdag 30 Juni 1934
Vijf en vijftigste Jaargang No 26
De algeheele reorganisatie van het
boerenwezen in Duitschland heeft het
vraagstuk van de verkaveling des
bodems aan de orde van den dag
gesteld.
Wat Pruisen betreft, heeft men de
kwestie hier meteen ook maar bij
den kop gevat door uitvaardiging
eener wet, waarin wederzijdsche uit
wisseling van stukken gronds ook
tegen den wil der eigenaren doorge-
zet kan worden.
Het doel, dat voorop staat, is het
stichten van erfboerderijen, die de
grootte eener z.g. Ackemahrung
hebben, d.w.z. welker oppervlakte
een flink boerengezin in leven kan
houden. Dat doel kan echter eerst
als volkomen bereikt beschouwd
worden, wanneer de boerderij een
aaneengesloten bezit vormt en niet
in tal van soms ver uiteen liggende
brokstukken versplinterd is.
Die aaneengeslotenheid is ook
wenschelijk met het oog op het ge
bruik van landbouwmachines en ter
uitsparing van tijd- en krachtverlies,
hetwelk bij een verspreid liggen van
het bezit zeer aanzienlijk kan wezen.
Het klassieke voorbeeld daarvan
wordt wel door een boerderij in
Wurtemberg geleverd, die 20 H.A.
beslaat, welke in 67 perceelen ver
vallen. Wil de boer, die van dit
versplinterde koninkrijk de eigenaar
is, van zijn huis uit naar het mid
delpunt van elk zijner perceelen en
weer terug wandelen, dan moet hij
daartoe den afstand van 131 K.M.
afleggen.
In het Zuiden heeft de verkaveling
trouwens veel grootere afmetingen
aagenomen dan in Pruisen en is tr
ook veel minder tegen gedaan.
In heel Duitschland bij elkaar ge
nomen komen een kleine zes millioen
H.A. voor bezitsherzieniog in aan
merking. Hiervan begint zich de
kleinere helft in Pruisen en dat vooral
in Rijnland en Westfalen.
In Baden, waar de gemiddelde
grootte eener boerderij 3.6 H.A.
bedraagt, ligt deze in gemiddeld 16
brokstukken verstrooid.
De reorganisatie van dit bezit is
niet alleen wenschelijk voor de
boeren zelf, maar ook voor wegen
aanleg, voor drainage, voor het
graven van kanalen enz.
Heel de bodemverbetering wordt
er door gediend en deze is weer
onmisbaar voor de bereiking van
het groote doel, Duitschland voor
zijn voedselvoorziening onafhankelijk
te maken van het buitenland.
Tot nu toe werd de versplintering
wel tegen gegaan, maar slechts in
een siakkegangetje.
Wanneer een koppige boer zich
tegen grondverruiliog verzette, kon
men daar niets aan doen. Deson
danks werden in Pruisen sedert 1874
toch altijd nog 3.5 millioen H.A
ODder handen genomen.
In de andere landen, die het veel
harder noodig hadden, verhoudings-
wijze echter veel minder. In Baden
b.v. sedert 1868 slechts 250.000
Hectaren.
Pruisen heeft hier nu echter een
voorbeeld gegeven, dat de andere
landen goedschiks of kwaadschiks
wel zullen volgen. Er is een appa
raat opgebouwd, dat bij de ter tafel
liggende versmeltingen rekening met
alle rechten en verlangens zal hou
den.
Grondspekulaties, koppigheid en
sabotage kunnen echter nu zonder
meer uitgeschakeld worden. Deze
dingen speelden tot nu toe een be
langrijke rol in het versmeltingspro
ces van den bodem, maar die rol is
nu ten einde.
Een plattelandsgescliiedenis
van do Belg.-Limb, grens.
19
Eindelijk kwam eer» artiest, die
zich tot de rustige Kempen aan
getrokken voelde, waar hij ook
zijn jeugd had gesleten,naar Jan's
woning zien. Alhoewel de dorps-
menschen hem het huis en den
eigenaar als hel en hellevaer
afschilderden, waar Jan en Lise-
beth met den pookhaak rakelden,
huurde hij toch de woning. Wel
geloofde hij veel van hetgeen de
lui hem verteld hadden, doch om
de menschen grondig te kennen
moet men er toch eerst mee ge
handeld hebben. Verder was hij
voor geen klein onweer bevreesd.
Daar waren al heel wat rampen
over zijn hoofd gewaaid hij was
verhard in^ 't leven. »Le monde
est canaille" had hij al te dikwijls
ondervonden. Al te goed is buur-
mao's gek, dat had hij langzamer
hand leeren inzien.
Dat de artiest niet erg verlegen
was, wisten de lui heel goed en
die waren dan ook benieuwd hoe
hij het met Jan zou stellen.
Als Jan van zijn Jan maakt,
Kapitalisme.
Wat is dat „Wee U, gü rijken"
Nogal een sterk stuk, om in de
anderhalve kolom van „de puntjes
op de i" eens even uit te maken,
wat het kapitalisme is I
Het kapitalisme
Heele boeken zijn er over volge
schreven en nog zijn de geleerden
het niet over eens. Hoe zou Zaaier
dat dan kunnen
Groot gelijk, waarde lezer(es),
Eu toch
En toch is het kapitaliame, zooals
we dat hier bedoelen...
Maar laten we eens eerst zeggen,
wat het niet is. Sommigen meenen,
dat iemand, die veel geld heeft en
vele andere goederen een kapitalist
is. waar ze op moeten schelden.
Zoo iemand kan wel kapitalist zijn
in den slechten zin van het woord,
maar dat behoeft nog heelemaal
niet.
Het kapitalisme, zooals we dat
hier bedoelen en zooals het ook heel
duidelijk wordt gebruikt, vooral in
onzen tegenwoordigen tijd, is niets
anders dan een der drie begeerlijk
heden gevolg van de erfzonde: de
begeerlijkheid der oogen: de heb
zucht. Eigenlijk zou oud als de
wereld
Maar die hebzucht heeft den naam
van kapitalisme gekregen, omdat het
geldkapitaal een der voornaam
ste factoren in het economische
leven er meestal mee wordt aan
geduid.
Niet alleen het geld op zich, maar
het misbruik, dat door Je overmacht
van het geld wordt gemaakt.
Gewetenlooze macht, die meent,
dat ze door het geld alhs kan dwin
gen. dat voor het geld alles mag,
dat met het geld kan doen, wat ze
wil.
Die niet er naar kijkt, of er men
schen door verhongeren en zich
dood moeten zwoegen, zooals ver
pachters, die veel te hooge pachten
eischen, die niet er naar kijkt of
hetgeen met behulp van het geld
wordt geproduceerd, zedelijk slecht
is; die niet er naar kijkt, of er mil-
lioenen menschenlevens mee gemoeid
zijn (oorlogsindustrie b.v.); die niet
er naar kijkt, of er menschen in
krotwoningen blijven wonen of een
zeer armoedig bestaan hebben of
nooit een zelfstandige positie krij
gen of een eigen huisje en wat
eigendom; die niet er naar kijkt of
voor het sociaal economische leven
der menschen waardevolle goederen
vernietigd (verbranden b.v. van graan
om de prijzen op te jagen); die niet
er naar kijkt, of een satanische gru-
welregeering daardoor in hare
machtspositie wordt bevestigd (b.v.
reusachtige geldsteun aan Russische
industrieën) die het geld maar op
stapelt en liever het risico loopt
honderden, duizenden aan de effec
ten te verliezeD, dan de gemeenschap
ten nutte te zijn, b.v. door het bou
wen van goedkoope woningen voor
de groote gezinnen; die niet er naar
kijkt, of er op de fabriek lichamelijk
en geestelijk en vooral zedelijk ge
zonde toestanden heerschen, als er
maar verdiend wordt ziedaar
eenige voorbeelden, waardoor de
begeerlijkheid der oogen, de heb
zucht, het kapitalisme in zijn af
schuwelijke, leelijke beteekenis, wordt
gekarakteriseerd.
Die vervloekte gouddorst
In dezen zin sprak de Goddelijke
Zaligmaker het „wee U, gij rijken"
uit.
Veel geld hebben is gemakkelijk,
maar ook zeer gevaarlijk.
Het gaat er dikwijls mee als met
dan sla ik hem over zijn hout,
plande van stonde af de artiest.
Om altijd gewonnen spel te
hebben, was hij zoo leep, om de
huurvoorwaarden op een gezegeld
papier te verlangen. Buiten de
huur was het behangen der kamers
voor rekening van den artiest
den gang marmeren en de trap
verven moest Jan laten doen.
Aldus overeengekomen, werd
onmiddellijk hand aan werk ge
slagen.
De huisschilder kwam met een
bundel rollen papier en zwarte
keteltjes opdagen en de artiest gaf
zijn orders waar dit en dat papier
moest komen.
Intusschen kwam Snuffels ook
met een drietal verfpotjes en begon
onmiddellijk een geel-vale verf
over de gangmuren te strijken.
Wat nu vroeg de verbaasde
huurder.
Dat is nog verf, die over
gebleven is bij de schildering van
oom's huis.
En die leelijke verf wilt gij hier
opsmeren
Dezelfde verf heb ik ook bij
mij in den gang 1
Dat is me onverschillig. Ik
wil deze verf hier niet 1
Hoe langer hoe mooier 1
Wat staat op het contract?
bitsigde de artiest. Zeker geen
karresmeer of andere vuiligheid 1
Jan streek verder.
't Kan toch maar een kleur
hebben.
het drinken van het zoute zeewater;
hoe meer men drinkt, hoe meer dorst
krijgthoe meer geld men heeft,
hoe meer men wil hebben, hoe min
der men er van scheiden kan en
hoe gewetenloozer men wordt om
steeds meer te krijgen.
Beroemde economisten welke voor
al de zedelijke factoren in hunae
beschouwingen betrekken, willen
hebben, dat daar de oorzaak ligt van
al onze tegenwoordige rampen.
Wij zullen het niet uitmaken en
kunnen het ook niet uitmaken, maar
zeker is, dat de vervloekte goud
dorst, de begeerlijkheid der oogen
de hebzucht, mèt de begeerlijkheid
van het vleescb, de zinnelijkheid èn
de begeerheid van den geest, de
hoogmoed, een der groote oorzaken
is van alle kwaad.
Dat is de eenvoudige leer van den
catechismus; de gevolgen der erf
zonde.
o—o
Het is zeker nooit de bedoeling
geweest van den Schepper, dat de
rijkdom blijft opgestapeld in handen
van enkelen, terwijl een gtoote mas
sa gebrek lijdt.
De aarde is voor alle menschen.
En al moet de eigendom, mits
eerlijk verkregen, als een natuurrecht
worden gehandhaafd, het gebruik
van den eigendom is niet onbeperkt
en willekeurig.
Op het grootbezit rust de sociale
hypotheek der gemeenschap, dat wil
zeggen, dat het grootbezit uit plicht
van naastenliefde, zijn geld en goed
moet besteden, niet louter en alleen
voor eigen genoegen, maar zoo, dat
ook de gemeenschap, de medemen-
schen, er op de eene of andere
manier van profiteeren. En niet om
de gemeenschap, de medemenschen
nog meer te verarmen of onzelf
standig te maken.
o—o
ïn dien zin wordt van alle bezit
door den Goddelijke Groot Eigenaar
eens rekenschap gevraagd.
In dien zin zija alle rijken maar
rentmeesters.
Geef rekenschap van Uw Rent
meesterschap
ZAAIER.
Moeder met heur
Moederhart.
Als moeder jong is...
Op d'r schoot heeft ze den kleinen
liggen, achterover. En bij de stoof
warmt ze zijn bloote voetjes, dat
de teentjes krollen van welige deugd.
En z'n vuistjes nijpt hij ineen, en
hij kraait daar tegen.
En zij lacht en kijkt h'm diep in
z'n oogskens.
Zóó is 'n moeder met haar moeder
hart.
De wereld en het huis slapen in
den stillen nacht, rustig.
Maar de knaap is wakker gewor
den... en licht komt op den vloer,
onder de deurspleet door.
Stillekens is hij z'n beddeke uit
gekropen, heeft behoedzaam de
kamerdeur opengedaan en staat.
Moeder zit daar naast de tafel, bij
den vredigen schijn van haar lamp
in slaap. Met de kous op haar
linkervuist en de stopnaald omhoog,
in de rechterband.
- Moeder 1... waagt de knaap.
- Haar oogen gaan open, be
zorgd
Och, kind... op je bloote voet
jes
Aan haar kind... denkt ze eerst.
Zóó is 'n moeder met heur moeder
hart.
Verre weg kan haar kind zijn,
verre van haar weg. Het land over,
de zeeën over.
Halt man. Ik wil den gang
netjes gemarmerd hebben, zooals
overeengekomen is. En daar kent
zooveel van als een koe van
karnen.
Snuffels borstelde door...
Driftig liep de artiest door het
huis, terwijl de huisschilder nog
brandstof bijdroeg om dit ruzie
vuurtje feller te doen opflakkeren.
Die Snuffels deed dat om ar
beidsloon te sparen. Met zoo'n
dingetjes begon hij altoos. Als er
nieuwe huurders kwamen beloof
de hij van alles, maar volbracht
nooit iets. Dit deed hij enkel uit
gierigheid en zijn wijf was nog
grimmiger op de centen dan hij
zelf.
- Ik heb het zwart op wit, dat
hij den gang moet laten marmeren
en de trap behoorlijk verven.,
O, zoo, maar die man heeft
geen woord.
Dan doet gij het.
Ik niet, want dan krijg ik
geen cent. Wij kennen dat ventje
al lang.
Gij marmert den gang. Ik
betaal en ik houd de kosten van
de huur af.
Die voorwaarde neem ik aan
doch ik ben benieuwd hoe ge dat
met hem klaar speelt.
En meteen vloog de artiest
woedend de gang in, tot bij Jan,
die nog maar altijd verder streek.
Verrekte schrok, smijt toch
dien borstel weg. Zie je niet hoe
jij er dat opflapt. Je denkt zeker,
In den zoeten zomeravond, als de
blaren zelfs niet verroeren, als de
wereld hijgt van de rust, in den
vredigen avond, als de sterren pin
kelen in de lucht, daarboven... dan
zeggen de andere menschen
Wat is 't toch goed buiten.
Wat flikkeren de sterren toch
helder.
'n Moeder zegt dat niet. Maar zij
peinst in heur hart
Nu moet hij ook naar diezelf
de sterren zien...
Want de wereld is maar schoon
voor heur kind.
Zóó is 'n moeder met heur moeder
hart.
Dat hart mag hij zeer gedaan heb-
beD, veel zeer en verdriet.
Heldere nachten zal ze er van
wakker liggen, met beur oogen wijd
open. En, hem daar zien staan voor
't bed... lijk toen ie nog 'n knaap
was.
Zeg haar dan 's morgens toch
niet Een deugniet is bij 1...
Want ze zal zeggen
Goed ii hij van hart... Maar
verleid, op verkeerden weg. En
terugkomen zal hij...
Hopen blijft ze, tegen alle hoop
in.
En als hij dan terugkomt, dan
hoeft hij zelfs niets te zeggen of te
vragen. Hij is terug.
Zóó is 'n moeder met heur moeder
hart.
God schiep dat hart.
Uit Hem is 't gekomen, dit eenig
prachtstuk.
Th. v. Tichelen.
Druk bezoek het vorig
jaar....
Het vorig jaar had de Beelder
Peel een droevige vermaardheid door
de toestanden, die er geduld werden
en de Peel had druk bezoek.
De menschen, die er z.g. verfris-
sching gingen zoeken, werden op
één dag, niet met honderden maar
met duizenden soms geteld
Familie's van wie men het nooit
had kunnen vermoedeo, menschen,
die zich zelf tot de soliede en de
meest principiëele rekenden, behoor
den tot de vaste bezoekers.
Sindsdien is er aan de Peel ver
beterd er is eene goed doorgevoerde
afscheiding gemaakt tusschen het
mannen- en het vrouwenbad.
Ondertusschen is het water nog
even frisch als het vorig jaar. de
liggiag is nog even schilderachtig, de
afstand is niet grooter geworden, het
baden zelf is nog even hygiënisch,
de voordeelen zijn dus hetzelfde ge
bleven alleen één zaak is verdwenen
er is geen gemengd bad meer.
En nu is er geen sprake meer van
duizenden op een der warme dagen
van de vorige week telde men onge
veer een honderd menschen, op een
anderen dag was het aantal aanzien
lijk minder.
De reden van het drukke bezoek
van het vorige jaar was dus het
.gemengde d.w.z. voor de mannen
het zien en het samenzijn met vrouwen
in badcostuum en voor de vrouwen
het samenzijn met mannen in bad
costuum, het zoeken dus van het
zinnelijke de lagere instincten.
Velen willen dit wellicht voor
zich zelf bekennen.
En wij billen dit even constateeren.
Een vurige Christin.
Dokter Bontain was een knappe,
verstandige geneesheer hij wendde
alle zorgen aan die zijn patiënten
noodig hadden, behandelde hen met
takt, schreef niet te hooge nota's
dat je de varkens aan 't schuren
bent 1
Snuffels ging een paar schreden
achteruit, bezag zijn borstelwerk
en meende nog heel wat van z'n
penseelstreek en kleur.
't Zal zoo heel proper zijn,
zei hij kalm.
Er werd veel van een kunste-
naarsgeduld gevergd.
Deze kleur en dan maak ik
onder en boven een gestreept
lijstje....
Maar man, slaap je of ben
je gek 1
Maar, maar...
Haal den bezem en verf
daarmee 1
Maar, maar...
-- Ik spaar geen kosten om 't
huis netjes in orde te zeiten en
§ij zoudt me hier den ingang
bemorsen 1 Zoo'n rijke boer en
dat voor een paar frank.
Ik heb die verf nog over
van mijn...
jCoop naar den duivel met
uw verf. Ik wil den gang volgens
ons geteekend contrakt, niets meer
niets minder.
Jan beweerde tegen hoog en
ag, dat die kleur mooi was,
maar de artiest beduidde hem,
dat hij zooveel van kleuren ken
de als een blinde.
En als de boer ondanks alles
halstarrig wilde doorborstelen,
werd de artiest de komedie moe,
duwde den eigenaar ruw de straat
op en smeet hem zijn verfpotjes
maar wist ook op meesterlijke wijze
rekening te houden met de eigen
aardige nukken en grillen zijner
zieken. Vooral bij mevrouw Trousette
was hij voorzichtig, want van hae.r
kon hij iederen dag nieuwe grappen
verwachten.
Op een mooien morgen van
Februari wordt bij plotseling aan zijn
ontbijt gestoord met de boodschap
of mijnheer aanstonds bij me
vrouw Trousette wil komen
gauw er is haast bij.
Met een weemoedigen blik op het
halve broodje en zijn smakelijk kopje
Preangerkoffie, verlaat de man vol
zelfopoffering zijn eetkamer om
zich aan te kleeden, en spoedt zich
daarna nog half kauwende naar de
plaats des onheils.
Hoe verwonderd en verstoord was
bij, toen hij die uitstekende mevrouw
heel gezellig en languit zag neerge
vleid op haar canapé, met een alles
behalve onrustwekkenden blos op
het gelaat en met den laatsten verscb
verschenen roman in de hand.
Ernstig en als boos fronste hij de
zwarte wenkbrauwen, toen de „zieke"
mevrouw bij zijne aankomst hupsch
en lachende opsprong, hem heel
vriendelijk de hand bood, en hem
zeide
Wel dokter ik heb u laten
zeggen, dat er haast, groote haast bij
is... dat er eene ernstige wending
kwam... enz... enz... Och I wat zal ik
u er van zeggen... u heeft het zoo
buitengewoon druk met uwe zieken,
dat u mij zeker niet zoudt komen
opzoeken voor Paschen... en daar
wij spoedig de vasten beginnen...
Dokter Bontain stond overal be
kend als een man van degelijke, uit
gebreide wetenschap en van een
eerlijk, rechtschapen karakter. En
waarlijk, die naam was ten volle
verdiend.
Hij was goed katholiek, gezellig
echtgenoot, zorgzame huisvader en
uitstekend dokter. En hij had de
schoonste, de meest uitgebreide, de
„deftigste" praktijk van de geheele
stad 1
Ja, de schoonste en de deftigste,
want zelfs mevrouw Trousette in
hoogst eigen persoon droeg aan
doctor Bontain de vereerende zorg
op voor haar kostbare gezondheid.
Mevrouw Trousette Het orakel
van de „groote wereld", de verper
soonlijking der mode, de laatste uit
spraak op gebied van toon, fatsoen,
stand en deftigheid de onfeilbare,
hoogste beslechter van alle geschillen
aangaande schouwburgen, muziek,
romans, opera's, diva's, heldentenor's
enz. enz.die als midden in een
Oceaan van weelde en pleizier zich
gewillig tevreden stelde met een klein,
heel klein druppeltje godsdienstigheid.
Maar wij moeten die dame niet al
te zwart maken, want al gebeurde
het wel eens sommigen zeggen
zelfs „meermalen" dat mevrouw
Trousette Zondags vergat de H.
Mis bij te wonen 10 ure is ook
zoo vroeg men kan er toch zeker
van zijn, dat zij dikwijls het lof met
bare tegenwoordigheid vereerde.
Daarenboven was zij lid van alle
mogelijke weldadige instellingen, niet
die van de Katholieke Kerk, maar
want zij was bijzonder verdraag
zaam van instellingen, die eene
neutrale kleur droegen. Als het „lief
dadigheid" goldjood of heiden,
vrijdenker of vrijmetselaar bij
mevrouw Trousette waren zij immer
welkom. Brave, edele dame, die
mevrouw Trousette!
Wel ja. dokter, zoo sprak zij
wel ja, dokter, ik ben zoo vrij
geweest u te laten roepen wegens
de vasten want, u weet wel, als
christenvrouw wensch ik zeer gaarne
te voldoen aan mijne kerkelijke ver
plichtingen, en bij gevolg te vasten...
De dokter wist niet wat hij hoorde
achterna.
Als een opgejaagde hond sloop
Jan naar zijn Lizebeth toe.
Dat ventje is niet van God,
vertelde Jan.
De huisscnilder lachte dat hel
dreunde door de leege kamers en
de boer-pachter, die het spektakel
gehoord had en Jan had zien af
druipen, kwam zijn nieuwen huur
gelukwenschen.
Met zoo n lammen vent
moeten korte metten gezongen
worden, meende de artiest.
Ik zou hem reeds in dit
half jaar duizend keer om zijn
ooren hebben moeten striemen,
voor al het leed ons aangedaan.
Maar men houdt zich in voor 't
volk 1
Je hebt ongelijk, zoo'n lui
moeten als ezels geslagen worden.
Ja, maar dan komen de gen
darmen, vreesde de pachter, die
reeds meer dan tienmaal voor
den rechter met hem was geweest
die gelukkig Jan goed kende.
Hem nijpen tusschen vier
oogen, fluisterde de schilder.
Juist, want praten of rede
neeren helpt je toch niet.
Ja redeneeren had ik gedacht.
De gemeenste verwijten hebben
Jan en zijn vrouw seffens op de
lippen. Zij meenen nog dat zij u
een weldaad bewijzen met groote
pachten te laten betalen en u dan
daarbij het leven op de boerderij
ondragelijk te maken. Als ik druk
in mijn werk ben, komen ze mij
hij boog en boog voor die onver
wachte nauwgezetheid van de dame,
en hij scheen onder die buiging le
denken Mevrouw, dat besluit
strekt u tot eere maar het is tevens
ook een buitengewone eer vóór de
H. Kerk en voor de vasten
Och ja, dokter, vervolgde de
brave vrouw zeg mij, bid ik u,
wat ik moet doen...
Wèt deedt u de vorige jaren
Dokter, spreek er mij niet van
u weet, ik had toen nog dokter
Logeman... het is wel een knappe
dokter, die mijnheer Logeman...
O zeker, mevrouw, zeker,
Maar weet u, godsdienst heeft
hij bitter weinig, nagenoeg niets hij
is, zegt men, vrijmetselaar... vrijden
ker.., maar wij mogen geen kwaad
spreken, niet waar Welnu, dokter
Logeman liet mij nooit vasten... ik
mocht bidden en smeeken... ik kon
zelfs boos worden, er was niets aan
te doen, niets, letterlijk niets. Ik heb
hem nu bedankt... en nu ban ik zoo
vrij geweest mij tot u te wenden...
en u is wel zoo goed geweest, dokter,
mij, ondanks uw drukke praktijk,
uwe zeer gewaardeerde zorgen te
verleenen.
Qe dokter boog wederom, en nog
dieper dan te voren.
Dus mevrouw, u verlangt
Zooals ik u zeide, dokter, zooals
ik u zei... Ik wil graag vasten en
vleesch derven... kan ik het
Maar...
O, ik bid u, dokter, zeg de
waarheid, u moet mij niet ontzien...
spreek volkomen volgens uw geweten.
Volgens geweten, mevrouw
Zeker.
Welnu dan, mevrouw, ik voor
mij, ik 2ie volstrekt geen reden om
u te ontslaan van de vasten integen
deel, ik kan u gerust aansporen, om
de wetten van de Kerk volkomen
op te volgen.
Maar dokter, mijn zwakke
maag
Uw maag is uitstekend, een
beetje vasten is juist goed.
En mijn overspannen zenuwen,
dokter
Die zullen wat bedaren.
En mijn ongelukkig hoofd
Dat zal veel sterker worden.
Ik ben toch alles behalve sterk,
dokter.
U niet, mevrouw U behoeft
volstrekt niet te wijken voor een
heel escadion van de cavallerie...
Dus dokter, u wilt mij mijne
dispensatie niet geven
Mevrouw ik heb geen dispen-
aaties te geven ik ben geen pastoor,
geen bisschop, geen Paus... u heeft
mij gevraagd om raad volgens ge
weten, ik heb u dien raad gegeven
meer kon ik u niet zeggen.
Wel nu, dokter, dan zijn wij
uitgepraat... adieu
Nauwelijks had Justine, de juffrouw
van gezelschap van mevrouw Trou
sette, den dokter uitgeleide gedaan,
of daar begon de electrische schel
woedend te slaan, te rammelen, te
rinkelen, dat Justine als dol de trap
pen opvloog en |?ijna buiten adem
voor het vertrek van haar meesteres
aankwam. Ondertusschen dacht zij in
haar vaart naar boven, wat zal er
nu weer aan het handje zijn Alweer
een onmacht een flauwte heeft zij
ia een van haar modebladen weer
een nieuwen hoed of een nieuwen
mantel gezien Is er brand in den
schoorsteen loopt er een muii in
haar kamer
Aangekomen op het trapportaal
bleef zij een oogenblikje luisteren,
want mevrouw Trousette gaf in haar
kamer lucht aau baar overkropt ge
moed Is het mogelijk be
grijpt zoo'n domme dokter dan n et
wat men van hem hebben wil
Wat heeft hij er voor nadeel van
Alle doktoren, die een beetje
dan voor dit, dan voor dat lastig
maken. Ben ik niet onmiddellijk
gereed, dan volgen er dreigemen
ten en verwenschingen.
Dat verdraag ik niet, zei de
artiest Wij zullen hem samen
wel eens muilbanden. Als u weer
herrie heeft, dan klopt ge maar
eens even. Wij zullen hem dat
duiveljagen en bluffen wel eens
afleeren.
De dorpsbewoners hadden met
genoegen vernomen, dat de artist
den vrekkigen Jan bulten gekegeld
had. Nu heeft hij den waren man
gevonden, die zal hem wel bij
tijd en stond ringen zooals hij 't
verdient.
Bij den artiest kwam Jan geen
inspectie maken, zooals hij bij de
vorige huurders deed. Van den
eersten keer had hij ondervonden
dat dit vlug ventje rap met handen
en beenen was en zich niet de
kaas van zijn brood liet nemen.
Toen de nieuwe huurder een
dag of veertien het huis betrokken
had, deed Jan alsof er geen slecht
woord gevallen was.
Dit lag trouwens in zijn ge
woonte. Hier met iemand Yechten
als bedelaars doen en ginder over
een uur weer alles goed willen
praten en. handelen of er niets
gebeurd was.
Doch dit ging bij den artiest
niet op. Hij hield Jan op afstand.
Maar Snuffels van z'n kant deed
alles om den artiest „tot vriend te
hebben. Wordt vervolgd,