TWFF.TÏF BI.AD VAN PEEL EN MAAS
Qeld Jan.
De nood van de
werkers In den
landbouw.
FEUILLETON.
Arme Middenstand..
mmna mmvmumm
Varia
FOSTERS MAAGP1LLEN
Marktberichten.
Zaterdag 9 Juni 1934
Vijf en vijftigste Jaargang No 23
Zy krygen de volle maat van
de crisis-narigheden.
Den landarbeider zy een behoor
lijk beslaan verzekerd.
Onder de groepen, die in dit
deflatie-tijdperk de lasten des tijds
in ruime mate te dragen krijgen, be~
hooren zonder twijfel de werkers in
den landbouw.
De vreeswekkende teruggang van
den export, de waardedaling van de
producten, die zij voortbrengen, de
waardestijging van de bedrijfsschul
den, die op hunne ondernemingen
rusten, 't zijn alle zoovele schroeven
waardoor hun toch al niet te weel'
derige positie, geperst wordt.
't Wil ons voorkomen, dat vele
van de oorzaken, die tot een derge
lijke benauwende positie hebben ge
leid, niet vallen onder menschelijke
pogingen tot verbetering, omdat ze
aan de economische mogelijkheden
van dit oogenblik ontsnappen.
Nog zeer onvoldoende blijkt de
waarheid bij het gros der menschen
te zijn doorgedrongen, dat zoo lang
de ordening der wereld niet meer
gevorderd is, zoolang de onderlinge
concurrentie nog de drijvende kracht
is in den strijd om het bestaan,
zoolang de handelsbeperkingen in
steeds sterkere mate den noodzake
lijken goederenruil verhinderen van
een algemeeue welvaart niet meer
gesproken zal kunnen worden, aldus
de landbouwmedewerker van Ons
Noorden.
Wij gaan economisch zeer sterk
en zeer hard achteruit en onze eigen
middelen zijn zeer beperkt om de
gevolgen daarvan te voorkomen. We
zullen ze noodgedwongen moeten
aanvaarden.
Gaat men nu eens rustig en on
bevooroordeeld na, op welke groepen
de schade van dezen tijd neerdaalt
en welke daaraan tot nu toe weten
te ontsnappen, dan is het wel voor
geen tegenspraak vatbaar, dat het
vooral de werkers in den landbouw
zijn. die de volle maat krijgen toe
bedeeld van de crisis narigheden
Onverschillig ot ze dan huurboer
heeten of hypotheekboer, onverschil
lig ook of ze heeten landarbeiders of
arbeiders in de werkverschaffing.
Bij hen allen gaat het om dezelfde
zaak. Een redelijke belooning van
hun arbeid als het primaire bezit en
het eenigste middel om hen zelf en
hun gezinsleden te kunnen onder
houden.
Het is een groot misverstand en
een funeste gedachtenbesmetting van
het liberalisme, dat er een tegenstel
ling in belangen zou zijn tusschen
den huurboer, hypotheekboer en de
andere arbeiders in den landbouw.
Dat is onwaar.
Een huurboer is een zelfstandige
werker op het bedrijf van een ander
met iets meer risico en iets grooter
winstkans dan de gewone landar
beider. Behalve zijn arbeidskracht
benut hij het kleine kapitaal, dat hij
zelfstandig in zijn gehuurd bedrijf
steekt en door een overeenkomst met
den eigenaar van bet gepachte goed
stelt hij zijn arbeidsverhouding voor
eeDige jaren vast, en bepaalt hij in
ietwat eigenaardigen vorm zijn ar
beidsloon.
Ia wezen is echter het huurcon
tract niets anders dan een aparte
vorm van een arbeidscontract, alleen
van toepassing in de landbouw-
wceld.
De hypotheekboer heeft als regel
een grooter kapitaal en tracht nu
met behulp van het kapitaal van een
ander te voldoen aan de gerecht-
Een plattelandsgesehïedenis
van de Belg.-Limb, grens.
16
En als dal niet hielp, dan moest
hij het ding maar afsluiten.
Prikkeldraad had Jan reeds bij
den smid besteld, maar het duurde
nog eenigen tijd eer-de omheinings-
paaltjes gereed waren en in-
tusschen trapten zij zijn uitge
sproten zaad weer in den grond
en werd zijn land zoo hard be
treden als een dorschvloer.
Dan kon hij zijn werk her
beginnen. Wat had hij aan zijn
arbeid, zijn onkosten Dat was
doodjammer 1 Met stijfkoppen en
nijdigaards had hij telkens te
doen. Dit had hij nu weder
dezer dagen ondervonden.
De kinderen werden door de
ouders tegen hem opgehitst. Daar
om zou hij ze aframmelen. De
kinderen en zoo noodig ook de
ouders ja de ouders vooral. Zoo
liet hij zich niet onder de voeten
frappen. Om den duivel niet I
.Plotseling daar had de herber
gier een treffend middel gevonden
Eerst nog een nieuw glas
Snuffels moest in het weekblad
vaardigde aanspraken van eigen
arbeid en het gezamenlijke kapitaal.
De landarbeider tenslotte heeft
alleen zijn arbeidskracht en stelt die
in dienst van het bedrijf.
De groote fout nu, die zich op al
deze drie groepen wreekt, is de
verhouding, die men bij de verdeeling
van de vruchten der bedrijven in
acht neemt tusschen de aanspraken
van den arbeid en die van het ka
pitaal.
Beide zijn het productie factoren
en beide hebben zij recht op een
deel van de vruchten, die door hun
samenwerking zijn voortgebracht.
Maar hier is nu een belangrijk
sociaal principe, wat voor al deze
groepen geldt. En dat is, dat de
levende arbeid een recht van prefe
rentie heeft op den z.g. gestolden
arbeid, die in het kapitaal vastgelegd
is. Bij de vetdeeling van de vruch
ten moet dus her eerst gedacht wor
den aan den levenden arbeid van
arbeider, huurboer en hypotheekboer.
Daarop berusten in laatste instan
tie de principen, die omtrent de
pacht en de hoogte van de hypo
theeksommen gelden.
Maar daarop rustten evenzeer de
aanspraken van den arbeider, die
niets heeft dan zijn arbeidskracht.
Voor hem geldeD ze zelfs in de
eerste plaats.
En nu moet het als een groote
fout worden aangemerkt, dat de
huurboer, die streeft naar een billijk
arbeidscontract in den vorm vaneen
goede pachtovereenkomst en de hy
potheekboer. die een hypotheek
wenscht tegen een matige rente,
evenzeer als de eigen boer, die de
steunmaatregelen opeischt van de
regeering en het volk, dat deze
zelfde groepen er naar zouden stre
ven om den arbeider, die op dezelf
de gronden een matig arbeidsloon
wenscht, in dezen wensch en eisch
te bestrijden.
Wat wij aan de hand van nauw
keurige gegevens uit Zuid, Oost,
West en Noord moeten constateeren
over de gezindheid van vele land
bouwers ten opzichte van hun me
dewerkers, de arbeiders, stemt ons
droef.
Bijzonder als we op zoo menige
plaats ook moeten zien, dat onze
eigen katholieke menschen hier niet
beter voor bun katholieke beginse
len uitkomen.
Niet op de eerste plaats het be
drag van het loon komt hier ter
sprake. Dat is een varieerend bedrag
naar gelang de omstandigheden en
de plaatselijke cultures. Maar het is
een eisch van het katholiek-sociaal
geweten, dat er overleg met de
arbeiders gepleegd moet worden om
te komen tot een collectief contract.
Heusch, ik weet niet of de voor
stellen van de landarbeiders in
Zeeuwsch Vlaanderen om 'n loon
in den zomer van f 2.25 en in den
winter van f 2 per dag een over
dreven eisch is. Ik kan daar blijkbaar
niet ovér oordeelen, want ik vind
het gewoonweg treurig, maar wel
weet ik, dat het schandelijk is, om
dan nog te durven berichten, dat
men daarover niet eens wil onder
handelen.
Als alle boeren zoo waren als
deze door en door liberaal-hebzuch
tige menschen, den zou de regeering
wijs doen om de steunmaatregelen
maar radicaal op te heffen.
En dat gebeurt in een streek,
waar de grond vruchtbaar is als
bijna nergens en de producten voor
een zeer belangrijk deel flink gesteund
wordeD. Dat steunen was bedoeld
als een steun aan de werkers in den
landbouw en het is diep treurig, dat
al deze offers, waarvoor ook wij
met alle kracht hebben geijverd, zoo
worden misbruikt. Men spreekt nog
wel eens over de machteloosheid
van het liberalisme. Zeker, in het
laten drukken dal het verboden
was over zijn eigendom te gaan.
De boerenlui hadden schrik voor
gedrukte dingen. Als dat in de
krant stond, was het waar, dan
waren de lui overtuigd van zijn
recht en zouden zij uil angst voor
vervolging wel een anderen weg
kiezen, 't Was Hink. Na veel
zoekens kwam de herbergier met
verkleurden inkt en dito schrijf
gereedschap aanzetten,
'l Kostte moeite en drank, vee!
papier en geredekavel, eer ze het
volgende berichtje drukvaardig
hadden
VERBODEN WEG 11
„Hierbij maak ik bekend,
dat het streng verboden is,
op gevaar van proces-verbaal,
te gaan op het voetpad, loo-
pende vroeger door mijn heide
thans geakkerd land, vlak
voor mijn huis.
Jan Snuffels".
De waard moest het naar den
uilgever sturen. Jan zou de kosten
van de aankondiging per postwis
sel betalen.
Nu haalde Jan innerlijk gevleid
zijn plankjes bij den schrijnwerker
die er hem veel geluk mee
wenschte. Bij den smid liep hij
aan om hem nog eens op het hart
te drukken, dat hij zooveel moge
lijk spoed moest maken met de
omheining. De heide was reeds
bezaaid en de koppige boeren uit
het gehucht wilden er met ge
parlement zitten niet veel officieele
liberalen meer, maar ons volk is het
in meerderheid, in overgroote meer
derheid nog in het economisch leven.
En het meest schrijnend komt dit
op de meeste plaatseD tot uiting,
waar het de zwakste groep vaD
onze medeburgers betreftde land
arbeiders.
Ik zou van deze plaats wel een
dringend beroep willen doen op de
katholieke boeren in onze gewesten.
Onder U zijn er, God zij dank,
verschillenden, die een edele opvat
ting hebben van den werkman in
uw bedrijf. Ik ken er. die veel harder
vechten voor zijn belangen dan voor
hun eigen. Dat is een katholiek werk
van het hoogste en meest verstrek
kende belang. Dat is directe gelo ffs-
verdediging, vooral in crisistijd.
Want juist de Katholieken hebben
in dezen het zout der aarde te zijo,
zullen zij aan hun taak beantwoorden.
Het ware te wenschen, dat er van
onzen kant veel sterker en dringender
werd aangedrongen op dit stuk
van onzen Christenplicht, vooral
voor de economisch zwakkeren onder
onze medemenschen.
Daar zal de zegen des hemels,
waaraan wij allen in dezen tijd zoo
zeer behoefte hebben, zonder twijfel
in rijke mate op neerdalen.
Het loon moetin overeenstemming
zijn met den tijd, waarin wij leveD,
maar alles wat wij kunnen doen om
het loon van de minst draagkrach-
tigen te ondersteunen, alles, wat wij
kunnen doen om de collectieve
arbeidsovereenkomsten te bevorderen,
de ongunst der tijden zooveel moge
lijk van de zwakken af te houden,
in ieder geval niet ben den vollen
looden last vaa de moeilijke om
standigheden op te leggen, is een
werk van het hoogste belang en een
prachtig stuk Christendom van de
daad.
De positie en het loon van den
landarbeider is de graadmeter van
het bewuste katholicisme van den
boer.
Dezer dagen is het verslag gepu
bliceerd over 1933 van „De Bijen
korf", die in de drie groote steden
een geweldig warenhuis exploiteert.
Uit dit jaarverslag blijkt, dat dit
warenhuis Diet te klagen heeft. Over
de winst, die trouwens niet zoo
buitensporig groot is, zullen we hier
echter niet vallen. Het gaat om de
methode, waarop deze winst gemaakt
wordt. In de toelichting op het
verslag staat nl. o.m. het volgende
„Naast de steeds voortgaande
omzet-ontwikkeling is hierbij een
factor het overwicht, dat een groot
lichaam steeds doch vooral in deze
tijden van vertraagden afzet bij de
inkoopsonderhandelingen met leve
ranciers heeft. Dit natuurlijke feit
leidt tot uiterst lage inkoopprijzen".
En even later wordt als voordeel
opgemerkt, dat men ook lange be
talingstermijnen kan bedingen, zoodat
men dus de kleine fabrikanten nog
als geldschieters aan de warenhuizen
op laat treden.
Met groote openhartigheid wordt
hier dus de bedrijfspolitiek van deze
groote concerns onthuld. Men wil
een groote economische* machtscon
centratie om op die wijze een over
wicht te krijgen op leveranciers en
andere personen in het productie
proces betrokken. En tengevolge van
dezen economischen machts-voor-
sprong worden daa anderen eenvou
dig afgeslacht, doordat zij gedwongen
worden tegen uiterst lage inkoop
prijzen te leveren. Op die wijze
kunnen dan deze groote concerns
een bestaan vinden en wiDsten
maken. Het groote bedtijf zoekt zijn
weid over. Nog eenige dagen ge
duld. Met zijn plankjes «Verboden
weg", die hoog over zijn schouders
uitstaken, met zijn lijf vol hierop
beenen, die moeile hadden om al
dien last te dragen, strompelde hij
naar huis en roesde in met de
gedachte, dat hij ze morgen zou
verdrijven.
Met de eerste ochtendschemering
plantte Jan zijn plankjes bij de
twee uiteinden van het oude voet
paadje.
Een «verboden weg« stond naar
den kant yan het gehucht en een
ander «verboden weg« liep in het
oog voor den wandelaar, die uit
het dorp kwam.
Een blinde moest het zien.
Maar Jan waakte toch over zijn
bezaaiden akker. Op oogenblikken
dat gewoonlijk het volk afkwam,
stond Jan op post. Dezen ochtend
volgden de kerkgangers de groote
laan, zonder dal hij ze behoefde
terug te sturen.
Hij was uiterst tevreden. Dat
was een treffend zichtbaar uit
werksel van de afschrikkende
plankjes. Alles zou nog beter dan
hij gedacht had afloopen.
Hij wenschte een frisschen har-
telijken morgen aan de lui, die
stemmig doorgingen. Dat ze niet
groetten, kon hem eigenlijk niet
schelen. Zoo ze maar van zijn
land afbleven, konden en mochten
zij zoo'n zuurleelijk gezicht zetten
als het maar mogelijk was.
Verder konden die van uit het
expansie ten koste van de econo
misch zwakkeren. Het moderne recht
is helaas nog niet ingesteld om den
kleinen winkelier en producent tegen
deze moderne roofridderspraktijken te
beschermen.
juist vanwege dit kapitalistisch
winst systeem zijn dergelijke concerns
en warenhuizen voor het maatschap
pelijk leven zoo funest.
Want terwille van de winst van
enkelen, in den regel geldschieters,
die voldoende andere bestaansmid
delen hebben, worden tal van een
voudige zakenmenschen met hun
gezin geruineerd. Omdat ze doodge
drukt worden door het overwicht,
dat een groot lichaam als een modern
warenhuis, over heel het land ver
spreidt, bij de inkoops-onderhande-
lingen over zijn leveranciers heeft,
zooals het jaarverslag van de Bijen
korf ons onthult.
De middenstand zal dan ook goed
doen, als één man achter de actie
te slaan, die gevoerd wordt tot
ordening en saueering van het be
drijf, in welke actie ook aandacht
geschonken wordt aan de waren
huizen.
PIJN IN I)EN RUG
NEEMT U IN ACHT.
Wanneer tengevolge van een ge
vatte koude, overwerking, te veel
inspanning, slijtage, enz. bepaalde
organen trager beginnen te werken,
doen zich verschijnselen voor, waar
van men de oorzaak dikwijls tever
geefs zoekt. Het valt echter gemak
kelijk te begrijpen, dat zich als
gevolg dier trage werking onzuiver
heden in het lichaam ophoopen en
onder deze is een afzetting van urine
zuur in de gewrichten en organen
het meest te vreezen. Gewoonlijk
merkt gij dan op pijn in den rug
of de leodenen, hoofdpijn, een loom
of duizelig gevoel, rheumatische
pijnen en meerdere verschijnselen
van onwel zijn, die, naar gelang van
de lichamelijke gesteldheid van den
lijder verschillend kunnen optreden.
Verwaarloozing van dergelijke ver
schijnselen kan tot zeer ongewenschte
verwikkelingen leiden.
Foster's Rugpija-Nieren Pillen heb
ben gedurende de dertig jaren, waarin
lijders aan dergelijke ziekteverschijn
selen ze leerden kennen en waar
deeren, naam gemaakt en getoond,
dat zij de afvoerorganen (bij trage
spijsvertering gebruike men eenige
Foster's roaagpillen) opwekken tot
gezonde werking. Een kuur met
Foster's Rugpijn Nieren-Pillen maakt,
dat rijk en gezond bloed uw aderen
doorstroomt, en gezondheid en kracht
aan alle levensorganen gebracht
wordt.
Verkrijgbaar bij apothekers
drogisten a f 1.f 1 75 en f 3.—*
per doos, omzetbelasting inbegrepen
Let vooral op den juisten naam. 50
Een bedenkelijke
campagne.
In het „vrije" Duitschland waar
ucht en orde heerschen en iedereen
met opgewekten en frisschen geesi
meewerkt aan den opbouw van het
nazi land, doet zich toch een beden
kelijk verschijnsel voor.
Het „verschijnsel" van kankerpitten
-j kritikasters is niets Dieuws en
behoeft als zoodanig ook geen redeD
tot zorg of ongerustheid te geven.
Kankeraars zijn er altijd geweest
gehucht hem verhagelen. Nu zou
hij gerust zijn dagelijksche bezig
heden kunnen afwerken. Die
stijfkoppen hadden hem reeds veel
tijd doen verliezen. Maar alles
zou toch wel ten goede komen en
hij spoedde zich naar zijn hofje
achter zijn woning, waar heel wat
te schoffelen en te wieden viel,
zoo erg had het oirkruid zich
slingerend weelderig tusschen de
planten ingewoekerd.
Toen hij een tijdje vlijtig had
doorgewerkt, hoorde hij op eens
een ploffend geluid. Hij zag rond
maar bemerkte niets. Weer luis
terde hij en spitste zijn ooren,als
een schuw opgeschrikten haas.
Van den heikant knakte iets...
Stil ging hij loeren en zag nu
de schoolkinderen van uit het
gehucht met steenen werpen naar
de plankjes.
Als een razende hond zette hij
hen achterna, die door hagen en
struiken, over velden en wegen
schreeuwend wegijlden. Dood had
hij hen geslagen, zoo hij ze maar
tusschen zijn vingers gekregen
had. Hij schold en vloekte. Dat
moest en zou ophouden. Van dat
gespuis wilde hij verlost zijn.
Ondanks het verzet der vrouw,
die liever de gendarmen in huis
had, ging hij naar het dorp op
zijn poot spelen bij den onder
wijzer, die geheel uii zijn lood
geslagen was.
Deugnieten van kinderen had
bij. Zij liepen over het land,
en zullen er wel altijd blijven, zoo
lang de mensch nog niet van den
mensch verlost is.
Het bedenkelijke ligt ergens anders.
In het feit, dat het getal en de
beteekenls van de kankeraars drei
gende vormen gaat aannemen, getuige
de onlangs officieel ingezette actie
tegen de mopperaars in het meerge
noemde Nazi-land.
De vraag rijstwie zijn nu eigen
lijk de ontevredenen, of. om 't iets
minder scherp te zeggen de kan
keraars
Zijn de officieele Nazi-leiders
ontevreden omdat een groot deel
van het Duitsche volk ontevreden
is onder zooveel dwang
Of zijn de mopperaars kankerig
omdat....
Neen, waarde lezer in dat kringetje
wordt men dol.
Wij zullen niet probeeren uit te
maken wie van de partijen de meeste
reden heeft om ontevreden te zijn.
Wij constateeren enkel, dat de
campagne tegen de kankerpitten
ijverig wordt voortgezet. De straffen
die aan de Kritikasters worden uit
gedeeld zijn vaak niet gering.
Zoo meldt de Berlijnsche corres
pondent van de Times dat een inge
nieur die in het openbaar had gezegd
dat dr. Goebbels de oorzaak was
van de narigheid in Duitschland, in
het concentratiekamp te Papenburg
is gestopt. Hetzelfde lot heeft een
lid van een adellijke familie onder
gaan nadat bij was uitgevaren tegen
een koopman, die op zija uithang
bord de woorden „De eenige adel
is die van den arbeid" had laten
schilderen.
Het begrip kankeraar schijnt
overigens fantastische vormen aan te
nemen. Zoo is te Breslau een imita-
teur die in een tingeltangel Hinden
burg, Hitier en andere leiders van
het derde rijk nabootste, gestraft met
een verbod van verdere vertoonin
gen.
Zyn groote mannen groote eters
Tot nu toe was men haast alge
meen van meening, dat groote man
nen ook natuurlijk in meer of
mindere mate groote eters zijn.
Vaa de grootste Duitsche persoon
lijkheden: den ouden Frits en van
Bismarck vooral, weet men, dat zij
gewoon waren ontzaglijk veel te eten
en zich tenslotte gedwongen zagen,
geneeskundige hu'p in te roepen voor
hun oproerige magen.
Geheel andere ervaringen met den
eetlust van groote mannen beweert
tegenwoordig de Zwitser Léon de
Koit, de alom gewaardeerde chef
kok der Vereenigde Staten gemaakt
te hebben. Hij is er trotsch op, da-
hij in zijn voornaam hotel mannen
als president Taft, Harding, Wilson,
Coolidge, Hoover en vele andere
grootheden van dezeu tijd meermalen
ontvaogen en bedienen mocht en vol
gens zija waarnemingen namen die
steeds altijd de voorzichtigheid in
acht, wanneer al die heerlijk smaken
de gerechten voor hen op een feest
banket werden opgediend.
Met bijzonderen trots herinnert
Léon de Kort zich den dag, waarop
in zijn hotel professor Wilson op deD
uitslag der presidents-verkiezingen
wachtte. Natuurlijk had hij de
chefkok den voornamen heer den
tslag der stemming voorspeld. „Ach,
Léon, als het zoover maar eens was
luidde het antwoord. En met vol
doening werd het menu van den ge
denkt aardigen dag in de annalen
der ^geschiedenis opgeteekend: een
groot glas sinaasappelsap met rauwe
eieren erin, havermeel, geroosterd
brood en thee. Met voldoening ver
meldt Léon de Kort verder een reus
ondanks de waarschuwende plank
die ze met steenen kapot gesmeten
hadden. Daar moest een einde
aan komen. Zoo niet, dan maakte
hij den onderwijzer verantwoor
delijk voor de gevolgen, die komer,
zouden.
De school was door Jan zijn
optreden in rep en roer....
Hard had hij op dedeur geklopt
en het opgewekt gesprek tusschen
het hoofd der school en den
kwaden boer konden de schom
melende kinderen goed hooren.
Een tijdje vierden zij kermis.
Gerommel van voeten, stemmen-
gefluisler en gegichel ruischten
over de zwarte lange banken door
de vierkante ruimte.
Die van «uit het genucht", die
't nieuws snel aan hun buurtjes
lachend en onrustig vertelden,
zouden er van krijgen. Maar alle
gerucht hield plotseling op bij '1
driftig binnentreden van den
onderwijzer, die de kinderen streng
berispte en aan die van't gehucht
een zware straf oplegde.
Eerst viel een groote neerslach
tigheid over de getroffenen; ze
mokten stil tegen Jan, dien ze 't
betaald zouden zetten.
Nu zou het wel ophouden,
dacht hij. En hij peinsde en her-
peinsde onderweg over zijn heide
over nieuwe plannen van ver
sperring.
Thuisgekomen vertelde hij aan
zijn wederhelft, dat hij 't pleit
gewonnen had, dat de onderwijzer
Verstopping en slechte
spijsvertering beder
ven Uw humeur. Neem
de zacht werkende
Foster's Maag pillen
en gij gevoelt U spoedig frlsch
en opgewekt, f 0.65 per flacon.
achtige pruimentaart, die onder zija
'leiding voorbereid was en die nie
mand minder dan Herbert Hoover
zelf een matig man in hoogst
eigen persoon aansneed. Rijkspresi
dent von Hindenburg voor een prui
mentaart te zien zitten... of voor een
glas sinaasappelen met havermeel...
is het niet iets onmogelijks Men
weet, dat de grijze veldmarschalk
altijd buitengewoon graag een flink
glas bier drinkt.
Wat Léon de Kort over het eten
en drinken der Amerikaansche pro
minenten bericht kan niet als een voor
groote mannen algemeen kenteeke-
nende gewoonte beschouwd worden.
Misschien is het alleen typisch voor
de Amerikaansche grootheden... waar
op dan weer verschillende groote
uitzonderingen te maken zijo: b.v. de
groote George Washington en de
militaristische Ulysses Grant houden
van een dronk goeden wijn. Misschien
ligt het er ook wel aan, dat de gas
ten van den wakkeren Léon de Kort
waarschijnlijk niet waren, wat de ge
schiedenis groote mannen noemt, maar
middelmatigen.
Het is echter wel eens interessant
te hooren, wat Léon verder nog uit
zija levensherinneringen te vertellen
weet. Gevaarlijke gasten waren hier
de Prins van Hawai, die steeds uit
gelezen spijzen en dranken - min
stens kaviaar, schildpad en Bour
gogne verlangde en de Russische
gezant, die vreeselijk te keer ging,
wanneer hij bij zijn aankomst niet
direct een flesch rooden wijn kreeg.
Zoodra de auto van den Moskouer
begeleid van Kozakkpn, aankwam,
vloog een gedeelte van het dienst
personeel hals over kop in den
wijnkelder.
Een diplomatieke handigheid moest
Léon de Kort aan den dag leggen,
toen hij in het begin van den oorlog
tegelijkertijd vertegenwoordigers van
de centrale mogendheden en der
geallieerden in zijn hotel zag ver
schijnen. Men wees hen voorzichtig
plaatsen aan, die ver van elkander
verwijderd waren. Een bijzonder
pijnlijk oogenblik moet het geweest
zijn, toen de Duitsche gezant Graaf
Bernstorff zija Engelschen collega,
met wien hij eens zoo bevriend was,
bij een deur ontmoette. Maar daar
warende Yankee's zeer diplomatiek:
Zaken zijn zaken.
Hier toonden de Amerikanen zich
werkelijk neutraal. tot zij tenslotte
noodgedwongen de Entente ter hulp
moesten komen.... waarna Léon de
Kort Graaf Bernstorff, die juist zijn
pas voor den terugkeer naar Duitsch
land ontvangen had, een afscheids
diner en laatste logies op Ameri-
kaanschen bodem leveren kon.
VENLO. Op de Coöp. Veiling
vereniging van Maandag was de
aanvoer 2.340.00C eieren.
Groote eieren van f 2.10 tot f 3.70
Kleine eieren van f 1.70 tot f 1.90
Eendeneieren van t 2.tot f 2.60
Ganseieren van f tot f
ROERMOND. Op de Coöp.
Eiermijn van Maandag was de aan
voer 6.000.000 eieren.
Kippeneieren van f 1.70 tot f 3.90
Eendeneieren van f 2.— tot f 2.50
de jongens uit het gehucht streng
zou straffen en dal hij natuurlijk
het recht had den weg over zijn
beakkerd land aan de lui te ver
bieden. De meester moest het wel
welen.
Och, de kinderen zijn hier
echte plaaggeesten, duivelsche
deugnieten, meende de vrouw en
als het verbod maar lang in hun
geheugen geprent bleef Zoo dat
niet hielp, zou hij het hun er
wel inslaan, ja instampen als het
zijn moest.
Zijn werk hernatte hij weder,
maar intusschen hield hij toch
van tijd een waakzaam oog op
zijn bezaaiden grond gericht.
Maar dan eens moest hij toch
zijn arbeid onderbreken om den
een of anderen domkop grommend
terug te drijven. Waren zij dan
blind, stekeblind Konden zij niet
of wilden zij dan niet lezen
Maar terug moesten zij den
grooten weg op door zijn dreigen
met schop of riek, zoo zij er nog
over durfden.
Zulke ezelsooren had hij nooit
ontmoet. Wat zij anders gaarne
wilden of moesten zien, daar
wisten ze wel hun groote kijkers
breed uit voor open te zetten.
Maar nu Dat was om hem te
tergen, 't Zou niet blijven duren.
Gelijk had hij en wilde hij ook
hebben i
Op eens klonken in de verte
roepende en juichende kinder
stemmen. Wordt vervolgd.