Geld Jan.
Binnenland.
FEUILLETON.
Gemengde Berichten
b. verslag betreffende de Volkshuisvesting overeenkomstig artikel 77
der Woningwet.
Wordt algemeen goedgevonden deze verslagen voor de leden ter
Secretarie ter inzage te leggen.
Dan is aan de orde het voorstel van B. en W. tot het aangaan eener
rekening coucant'overeenkomst met de Nederlandsche Landbouwbank,
bijkantoor Venray, voor de periode van 1 Juli 1934—30 Juni 1935.
Pe Voorzitter deelt mede, dat de thans geldende overeenkomst met
30 Juni a.s. eindigt en B. en W. zich voorstellen onder dezelfde voor
waarden en zekerheidsstelling een nieuwe overeenkomst voor den tijd
van een jaar aan te gaan. Het minimum percentage voor debetrente zal
worden bepaald op 4 pet. en dat voor creditrente op li/z pet.
Wordt algemeen goedgevonden.
Hierna leest de Voorzitter voor, het ingekomen verzoek van het
R. K. Kerkbestuur van den H. Mathias te Castenray om subsidie voor
vergrooting der kerk aldaar.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. voorstellen een subsidie te ver-
leenen van 10 pet. der bouwkosten tot een maximum van f 15000, dus
maximum f 1500, te verdeelen over 5 jaren, zulks na aftrek der even
tueel hierop te verkrijgen rijks- en provinciaal subsidie.
De heer Geurts kan er zich zonder meer niet mee vereenigen, dat zoo
weinig gegeven wordt, want in Castenray wordt aldus slechts 7i/s pet.
gegeven, omdat de verbouwingskosten veel meer bedragen dan f 15000
en de verbouwing geschiedt aldus in overleg met den Bisschop.
De Voorzitter zegt, dat ook in Leunen een limiet is gesteld en in
verband daarmede hebben ze daar ook bezuinigd. Misschien kan dit in
Castenray ook.
De heer Geurts zegt. dat Leunen toch met dat al praktisch een hooger
percentage krijgt dan Castenray, en maakt er dan ook een voorstel van
10 pet. te geven van de aannemingssom.
Dat wordt ook gegeven, zegt de Voorzitter, doch met een limiet van
f 15000.
Aangezien het voorstel Geurts niet voldoende gesteund wordt
enkel de heer Vermeulen steunde kan dit voorstel niet in stemming
gebracht worden, en wordt algemeen goedgevonden te besluiten over
eenkomstig het voorstel van B. en W.
Nog wordt algemeen goedgevonden, behoudens goedkeuring van
heeren Gedeputeerde Staten, aan P. J. H. Friesen te Oirlo te verkoopen
een perceel ontgioningsgrond, gelegen te Ysselsteyn, groot 3.71 H.A.
tegen den prijs van f 250 per H.A., zulks onder de gewone voorwaar
den, welke in deze gemeente gelden voor wat betreft het onderhoud van
wegen en waterlossingen in de Peel.
De heer Arts brengt gaarne een woord van dank aan B. en W., dat
zij de puinplaats zoo goed in orde hebben doen maken. Spreker hoopt,
dat deze zoo moge blijven en hoopt verder.dat thans ook de vuilnishoop
In de Willemstraat zal worden opgeruimd.
De Voorzitter antwoordt, dat niet alle misbruiken te keeren zijn
de menschen moeten zelf ook meewerken.
De heer Arts wijst voorts op den weg tusschen wachtpost 45 en 46,
welke bij regen altijd onder water staat.
De Voorzitter zal dit noteeren en ter plaatse een onderzoek doen
instellen.
De heer van Boven vraagt of de loonen in de werkverschaffing met
2 cent zijn verlaagd, waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt.
Voorts vraagt de heer van Boven of nog geen beslissing gevallen is
op het verzoek van B. en W. om deze loonsverlaging ongedaan te
maken, waarop de Voorzitter antwoordt, dat op dit verzoek nog geen
antwoord is ontvangen.
De heer van Boven zegt, dat de loonen hier veel en veel te laag
zijn en de menschen zoo bittere armoede lijden. Hij verzoekt dan ook
zoo mogelijk de beslissing van den Minister wel te willen bespoedigen
en er op aan te dringen Venray in een hoogere klasse te rangschikken.
De Voorzitter zegt, dat hiervoor al het mogelijke gedaan wordt.
De heer Vermeulen vraagt, hoe het staat met de rekening en ver
antwoording van de Commissie van Beheer voor de Bekenverbetering
welke telken jare vóór 1 April moet plaats hebben.
De Voorzitter antwoordt, dat deze eenigszins vertraagd is, doch zoo
spoedig mogelijk zal plaats hebben.
Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord
verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering met gebed.
We gaan naar Rome 1
N. S. B. landdag in de hoofd
stad. Andere herdenkingen.
Het bestuur van den Amster
damschen Pol. bond geroyeerd.
Geen speelvergunningen voor
Scheven/ngen. Gaat Van
Zwanenburg heen
Het is zeker niet het belangrijkste,
wat heeft kunnen gebeuren, maar wel
schijnt het voor de publieke opinie
als zeer gewichtig te gelden, en
daarom stellen ook wij nadrukkelijk
vast: we gaan naar Rome 1 D.w.z.
ons nationaal voetbalteam gaat er
heen voor verderen strijd om het
Europeesche kampioenschap. Wel
stond deze trip reeds eerder vast,
maar onze jongste overwinning van
Zondag in Antwerpen 4—2 op
de Belgen heeft het feit nog eens
zeer nadrukkelijk bekrachtigd. Niet
minder dan circa 20.000 Nederlan
ders hebben in Antwerpen hun
guldens daartoe in Belgische franks-
kes omgewisseld. Om onze „kerels"
te zien overwinnen en om het den
Belzen in de ooren te tateren, dat
wij naar Rome gaan. Door dezen
uitslag hebben diezelfde Belgen in-
tusschen mede hun kans in de
kampioenschappen bzhouden en uit-
Eon plattelandsgcscliiedenis
van de Bclg.-Limb, grens.
11
Tot nog heftiger kibbelpartijen
kwam het s'avonds tusschen hem
en haar, die te driftig opgetreden
was. In deze tijden kon het werk
volk niet veel verdragen.
Lisabeth meende dat er
arbeiders genoeg te krijgen waren.
Bij u misschien, maar hier
niet, treurde Jan.
Kop af is dood, was Lisebeth's
leuze. Zijn er morgen geen te
vinden, dan maar afgespannen en
kleingeboerd
Dat is gauwer gezegd dan
gedaan, meende Jan, die al de
schade berekende, die hij met
zaaien, planten en verkoopen zou
hebben.
Een gelukkig mensch, die
met een geit zijn kost verdient,
zei de vrouw.
Maar iemand die maar een
geit heeft, verdient ook geen boter
op zijn brood, filosofeerde Jan.
Ik ben ook niet van zin mij
hier kapot te schroeven en al het
werk alleen te doen.
Ja, ja., zuchtte Jan. Maar
gemaakt, dat ze met ons meegaaD.
Naar Rome O Kovacks
De N.S B.-ers in den lande hadden
op Zaterdag j.l. andere verlangens.
Die gingen naar Amsterdam. Daar
hebben ze zich in het R.A.I.-gebouw
verzameld, 12.000 in getal, ad 1
gulden per persoon, hun Leider ter
eere. Ze hebben er heel enthousiast
gedaan, braaf gezongen, handje ge
stoken. Ze hebben daverende rede
voeringen beluisterd van Ir. Mussert
en zijn mindere goden. En ze hebben
er Erich Wichman herdacht, die een
legendarische figuur schijDt te moeten
worden in de Nederlandsche fascisten
beweging, gelijk Horst Wessel dat
in Duitschland is. Erich Wichman
moet hier met zijn Rapaljepartij,
waarvan Had-je-me-maar eens de
vertegenwoordiger was, de voorlooper
zijn geweest van het Nederlandsche
fascisme, hetwelk in de Had je-maar-
politiek het eerst tot uitdrukking
bracht, hoe beu het volk begon te
worden van „de" politiek der par
tijen.
De opkomst der N.S.B.-ers van
buiten de hoofdstad was niet bepaald
overweldigend. Velen zullen trouwens
molestaties hebben gevreesd, welke
inderdaad niet uitbleven. De politie
trad echter zeer scherp op tegen de
Marxistische elementen, die de rust
in de hoofdstad getracht hebben te
in tijd van nood tot...
Dan veilrek ik onmiddellijk
dreigde 't jonge mensch, die het
thuis heel wat gemakkelijker nad.
"Ze waren wel niet rijk, maar
ze leefden toch zonder zich af te
martelen.
Zij herinnerde hem de mooie
woorden voor het huwelijk uit
gesproken. Enkel behoefde ze
het huishouden te doen en de
meiden na te kijken. En nu
stand zij alleen voor alles. Dit
kon en deed ze niet.
Laa^ons stil voortdoen totdat
wij volk hebben.
Als morgen avond geen
dienstvolk hier is, dan een van
twee, afgespannen of ik vertrek.
Jan was versuft, tegen deze
dreigementen en harde taal durfde
hij niet gebiedend optreden.
Morgen zou hij uitgaan om
arbeidskrachten.
Maar zijn er hier in 't dorp
geen te vind,en
Hier niet... Die vragen te
hooge loonen... en dan nog...
Natuurlijk waagde hij niet te
zeggen dat hij met de meeste
werklieden over loonen getwist en
geprocest had.
Lisebeth vond dit zonderling.
In haar gemeente waren er
genoeg; bij sommige tijden kon
men ze als musschen onder een
plankje vangen.
Geloei van beesten stilde opeens
de kijvende echtgenooten. Jan liep
verstoren. Dat waren dan in hoofd
zaak Ospers en communisten. Ei zijn
zeer gevoelige klappen uitgedeeld.
In rustiger sfeer is de 25ste ver
jaardag van Prinses Juliana herdacht.
Men bespeurt bij zulke gelegenheid
toch wel wat van de nationale ge
voelens. Er is vrij veel gevlagd ge
worden, althans meer dan zulks in
de na-oorlogsche jaren het'geval is
geweest.
Rust zal ook wel de viering ken
merken van het Marxistisch Meifeest
op heden, nu openbare politieke
demonstraties sterk zijn gereglemen
teerd en het meedragen van roode
vlaggen is verboden. De roode tulp
zal heden opgeld doen, want in het
dragen daarvan heeft men een wet
telijk toegelate ersatz gevonden.
In de Amsterdamsche politiewereld
is heftige beroering. Het bestuur van
de hoofdstedelijke afdeeling van den
Politiebond is door het bondsbestuur
geroyeerd geworden. De motieven
zijn nog niet duidelijk voor de
buitenstaanders, maar het schijnt, dat
het Amsterdamsche afdeelingsbestuur
door de Bondsleiding van fascistische
neigingen wordt verdacht, terwijl dat
afdeelingsbestuur op zich weer be
zwaren blijkt te hebben tegen Marxis
tische tendenzen in het bondsbeleid.
Intusschen is er nu groote verdeeld
heid. Heel veel Amsterdamsche leden
bieden hou' ende trou' aan de ge-
royeerden 1
In Scheveningen zal in het komende
seizoen niet worden gegokt. De
ministerraad heeft n.l. afwijzend be
schikt op de verzoeken uit Scheve
ningen om een speelvergunning.
Een ander opmerkelijk nieuwtje is,
dat de heer Van Zwanenburg,
directeur van de Crisisruodveecentrale
blijkbaar verdere drukte en critiek
uit den weg wil gaan en zal aftreden
in zijn genoemde positie. Zou dat
een indirect gevolg wezen van het
heengaan van minister Verschuur en
zou de heer Colijo, minister van
Econ. Zaken ad interim, het beleid
van den heer Zwanenburg minder
apprecieeren dan zijn voorganger
Huldiging bij het
afscheid van bosch
wachter N. Min.
In de feestzaal van Hotel de
Zwaan alhier waren ter gelegenheid
van het afscheid van den heer N.
Min als boschwachter bij het Staats
boschbeheer zeer veel collega's en
autoriteiten vereenigd. O.a. merkten
wij op Burgemeester van Venray
en Bergen (L.)alsmede de oud
burgemeester van Maashees de on
middellijke chef van den scheidenden
boschwachter-boutvester van Alphen
uit Nijmegen met zijn collega's hout
vester Papenhuizen uit Helmond en
Winkelman uit Eindhoven. De Adj.
houtvester in algemeenen dienst de
heer Wessels en de Bondsvoorzitter
van de Kraats uit Putten, vroeger te
Venray gewoond hebbende en bij
velen nog wel bekend.
De heer Min was met zijn familie
aanwezig en was getooid met de
gouden medaille der Oranje Nassau
Orde.
Als eerste spreker werd hel woord
gevoerd door de heer Winkelman,
houtvester te Eindhoven, die te
kennen gaf, dat men hier was samen
gekomen om afscheid te nemen van
den heer Mio, die hoewel nog jong
was van geest en lichaam, toch oud
was in dienstjaren. Elk afscheid
heeft iets weemoedigs en nu in het
bijzonder nu het den goeden, ouden
Min betreft. Spreker geeft gaarne
het woord aan den heer van Alphen,
den onmiddellijken chef van de
boschwachters.
De heer van Alphen herinnert dan
op een drafje het huis uit, terwijl
de vrouw kwaad een stoel door
de breede keuken wierp.
Is me dat hier een leven.
Is dat nu dit mooie leven, dat
ze me voorgespiegeld hebben 1
kreet ze.
Heftiger werd het beesiengeluid
Geduld bromde ze, gij zult het
uwe wel voorgeschoteld krijgen.
Haar man draafde en haalde
voeder met groote vorken om de
hongerige dieren maar gauwer te
paaien dan zijn wederhelft.
Toen de arbeid, die nog redelijk
goed voortging, afgedaan was,
lac.hle Jan, zich het parelende
zweet met zijn veelkleurigen
zakdoek afdrogend 't Is nog
goed gegaan, niet vrouwtje.
Doch ik dank u om dit alle
dagen te doen, bilsigde zij, liet
zich hijgend met neergeslagen
oogen neer op een stoel en rustte
met de ellebogen op de breede
tafel.
Een buurvrouw kwam haastig
binnengeloopen Nonkel Dorus
schijnt iets overkomen, te zijn,
hij schreeuwt dal men hem op
straat kan hooren. En zonder
een woord meer te zeggen ging
ze weer snel heen.
Wat zal dat zijn zei Jan
Wellicht iets ergs 1 Een
ongeluk komt zelden alleen I
Of een geluk,.. Jan dacht
onmiddellijk aan de erfenis van
den ouden oom, die op versleten
aan den staat en gang van zaken,
vanaf het begin van den dienst van
den heer Min en op dit oogenblik.
Van .de 40 dienstjaren van den heer
Min, vallen er slechts diie in de
werkperiode van Spreker. Toch naar
hij meent een tijdvak lang genoeg
om het onverpoosde werken van den
heer Min naar waarde te kunnen
beoordeelen. In den diensttijd van
den nu scheidende zijn aangelegd
onder de gemeenten Venray, Maas
hees en Bergen circa 2000 H.A.
bosch en zijn ruim 500 H.A. bouw
en weiland aangelegd, waarbij nog
geteld moet worden het opzicht over
tal van boomplantingen. Dit alles zal
een blijvende getuigenis zijn voor de
werklust van den heer Min, die
naast degelijke kennis ook een groote
liefde voor zijn vak ten toon spreide.
40 jaar is een heele tijd als men
vooruit ziet. en toch, mijnheer Min,
hoe gauw is die tijd voorbijgegaan.
Dit is in niet geringe mate veroor
zaakt door Uw liefde voor Uw werk,
uw tactische zin, die elk dreigend
conflict met het personeel wist te
voorkomen. Zelfs de enorme uitbrei
ding der werkzaamheden tengevolge
de crisis en de daaruit voortgekomen
werkverschaffing en administratie,
konden in de gang Uwer werkzaam
heden geen verandering brengen.
Hoe dikwijls is Uw gewaardeerd
advies niet ingeroepen door de Ge
meentebesturen, in dezen tijd.
Het zal U dan ook niet gemak
kelijk vallen afscheid te nemeD van
Uw levenswerk. Waar ieder boschje
en weide voor U een geschiedenis
heeft, vertrouwen wij dan ook gaarne,
dat U er nog dikwijls in zult om
dolen, vooral nu Uw zoon Idid Uw
opvolger zijn zal. Dit doet ons allen
groot genoegen, daar het ons een
waarborg is, dat de samenwerking
aangenaam zijn zal en de bekende
gastvrijheid van den huize Min nog
lang ons deel zal zijn. Gaarne voeg
ik namen3 allen hier nog aan toe.
de beste wenschen voor het herstel
Uwer echtgenoote, wier hartelijkheid
onder de collega's spreekwoordelijk
was.
Namens het personeel bied ik U
thans aan een horloge, waartoe allen
bijdroegen. Moge het U in de ko
mende jaren steeds herinneren aan
ons. Ik heb gezegd.
Onder applaus bood spreker den
heer Min nu een prachtig gouden
horloge aan, waarin gegraveerd was
Ter herinnering aan Uw afscheid
aan het Staatsboschbeheer
1-2-1892—1-5 1934.
Hierna voerde de heer v d. Kraats
Bondsvoorzitter het woord en sprak
Met liefde ben ik naar Venray
gekomen, waar ik vroeger Uwe
plaats bekleed heb. Doch du het het
afscheid van den heer Min betreft,
is het ook mijn plicht, al was het
alleen om Uwe echtgenoote, die er
steeds op uit was om de collega'9
van U goed te doen en te onthalen
na een soms vermoeiende dagtaak.
Gaarne breng ik hier op deze plaats
haar nog een eere-saluut.
Doch ook als Bondsvoorzitter wil
ik er op wijzen, dat in den beer
Min voor ons verloren gaat een
trouw organisatieman, met wiens
wenken en wenschen gaarne overal
werd rekeniDg gehouden.
Leeft met Uwe familie nog lang.
moge Uwe echtgenoote, die dit
afscheid niet mee kan maken, spoedig
herstellen.
Als blijk van waardeering en in
de hoop. dat U er nog lang gebruik
van zult maken, bied ik U namens
den Bond dezen wandelstok aan. Ik
heb gezegd. (Applaus).
Alsnu voerde de E. A. Heer Bur
gemeester het woord, mede namens
den E. A. Heer Burgemeester van
Bergen en oud-Burgemeester van
Maashees en sprak
Ik zou meenen in mijn plicht te
kort te schieten zoo ook ik mede
namens de E A. Heeren Burge
meesters van Bergen en Maashees,
niet deel zou nemen in de hulde
aan Boschwachter Min gebracht.
Gaarne dank ik dan ook den Heer
van Alphen, die ons daartoe in de
gelegenheid stelde.
beenen voortsukkelde.
Die man heeft zijn oppassing
niet, zei Lisebeth, altijd alleen
zijn, niemand die hem verzorgt 1
Maar hij wil niemand bij
zich. Zoo heeft hij al jaren
gehuisd en veel geld van kant
gelegd.
Dat is toch geen leven 1
Wat wilt gij Er zijn zoo
menschen. Wij, wij zullen er
trouwens niet slechter bij varen
Ik zal er dan maar eens naar
toe gaan, niet waar vrouw.
Zeker, 't is niet anders.
't Is toch maar een boogscheut,
Mocht ik wat lang blijven kom
mij dan halen.
Jan stapte de deur uit.
Dorus was een man van den
ouden stempel. Gepot en bijeen
geschraapt had hij zijn leven
lang. Hij verhuurde grond en
een boerderijlje en de jaarlijksche
pachten hoopten zich steeds op
elkaar. De beste banken waren
volgens hem gevaarlijke berg
plaatsen en de eerlijkste notaris
kon er nog van door gaan.
Om zich aan geen dieven bloot
te stellen borg hij al zijn geld
weg in den kelder. Eens in dit
graf bedolven zagen zijn geld
stukken geen daglicht meer.
Wei ging hij ze dikwijls natellen
en er nieuwe bijvoegen.
Niets is zekerder dan wat zeker
is, was zijn lijfspreuk.
Toen neef Jan binnenkwam,
Vorige Sprekers hebben er op ge
wezen, wat de heer Min geweest is
voor het Staatsboschbeheer. Aan
mij nu de taak vluchtig te schetsen,
wat hij was voor onze Gemeenten.
Een kwart eeuw is de heer Min hier
in onze bosschen werkzaam geweest
en nog dezer dagen mocht ik van
een der Directeuren den lof verne
men over het buitengewone, dat
hier gepresteerd is. 18 jaar heb ik
met den heer Min samengewerkt op
alleszins prettige wijze en steeds
was de heer Min bereid bij dag en
nacht. Spreker wil gaarne bekennen,
dat hij door den heet Min het groote
belang eener gemeente heeft leeren
inzien bij deugdelijke bebossching
van gronden. Gaarne roep ik dan
ook de herinnering op aan Weth.
'anssen z.g. met wien U, ik durf het
zeggen, als vriend hebt gewerkt en
omgegaan. Ten aanhooren van allen
breng ik U dank voor alles, wat gij
voor de Gemeenten Venray, Bergen
en Maashees deedf, Al heeft een
afscheid altijd iets weemoedigs, hier
zit er voor U den blijden kant aan,
dat Uw zoon op U "opvolgt. En wij
weten nu ook, dat gij de bosschen
niet verlaat, maar als laat ik zeggen
een Opperhoutvester bij ons blijft.
Gaarne voeg ik er nog aan toe de
hoop, dat Uw zoon de voetstappen
van vader drukken zal waardoor del
prettige samenwerking behouden
blijft.
Als persoonlijke herinnering aan
de Burgemeesters van Venray, Bergen
en Maashees, bieden wij U deze
bloemenmand aan, hopende dat U
nog vele jaren in voorspoed en geluk
van Uw pensioen genieten zult in
welverdiende rust. (Applaus.)
De oud Burgemeester van Maas
hees, de heer Rieter, verklaarde zich
gaarne aan te sluitea bij de woorden
van den heer Burgemeester van
Venray, doch voor Maashees past
het U hier bijzonder te danken. Daar
de groote ontginningen dier Gemeente
Uw werk zijn. In de moeilijke jareD,
die achter ons liggen, waart Gij
dikwijls mijn bijzondere Raadgever,
trooster en helper, ik zou bijna zeg
gen mijn helper in den nood.
Geve God U nog lange jaren om
van Uw welverdiende rust te ge
nieten. Mogen Uwe kinderen Uw
eerekroon zijn en Uw zoon, die Uw
opvolger wordt, moge nog dikwijls
van Uw advies profiteeren. (Applaus)
De E. A. Heer Burgemeester van
Bergen het woord voerende, sprak
Ook ik breng namens de gemeente
Bergen gaarne de aan U verschul
digde dank over mijner gemeente.
Dank zij Uw advies, Uw hulpvaar
digheid en raad heeft de gemeente
Bergen thans een mooi boschbezit.
De benoeming van Uw zoon tot
Uw opvolger is ons een blijde hoop.
dat de alleszins prettige samenwer
king zal worden voortgezet tot heil
mijner gemeente.
Met de beste wenschen voor een
gelukkige reeks van jaren voor U
en Uw gezin, sluit ik mijne rede.
(Applaus).
De heer Rey uit Asten verkreeg
nu het woord en herinnerde er aan
dat hij den scheidende heet Min
reeds in Texel kende. Nog altijd
bewaarde hij hieraan een herinnering,
dat hij eens door den heer Min is
weggejaagd, toen hij als kwajongen
eens op een werk in den weg liep.
Maar het kan verkeeren, zegt
Breeroo en later kwam ik onder
leidiDg van den heer Min om mij te
bekwamen voor mijn huidige functie.
Steeds bewaar ik, als zoovele
leerlingen een prettige herinnering
aan dien tijd. En toch was Uw
werk in Texel zwaar. Welke wan
toestanden waren daar niet inge
slopen. Maar met tact en plichts
betrachting hebt gij daar alles ge
reorganiseerd. Ook op sociaal gebied
waart ge daar een baanbreker en
werd gij oprichter van tal van sociale
instellingen als Boerenleenbank en
Coöperatieve vereenigingen. Geen
wonder dan ook, dat de naam van
Baas Min daar nog met eere ge
noemd wordt. Gaarne spreek ik nu
dan ook den wensch uit als Uw
buurman-collega, dat gij mij nu eeDS
komt opzoeken. Nu gij in het genot
van pensioen gesteld zijt, kunt gij U
niet achter bet smoesje van drukke
werkzaamheden verschuilen.
De heer Min de verschillende
Sprekers beantwoordend, zegt
Er is wel wat veel lof gebracht
voor iets, wat ik steeds heb opgevat
als mijn plicht,
Gaarne dankt hij recht hartelijk
voor de schitterende cadeaux, die
voor hem steeds zullen zijn bewijzen
van ondervonden waardeering.
De Burgemeester van Venray is
iemand van wien veel iniatief uitgaat,
die bovendien de kunst verstaat,
iemand in te palmen. En zoo was
het mij zeer gemakkelijk met diens
gezond inzicht accoord te gaaD.
In Maashees was het anders. Daar
was indertijd de zaak het tegenover
gestelde van onzen huidigen tijd.
Toen was er daar werk, veel
werk, maar om werklieden te krijgen,
kostte veel hoofdbrekens en thans
veel volk en geen werk. Maar de
persoonlijke vriendschap van den
Burgemeester hielp mij over alles
heen.
De E. A. Heer Burgemeester van
Bergen is de vriendelijkheid zelf,
met wien het een lust was samen te
mogen werken.
Ook aan mijn Chef van Alphen,
breng ik gaarne mijn dank voor de
prettige werkwijze.
Ook aan mijn collega's gaarne
mijn dank voor de verre reis, die
zij zich getroost hebben om hier
tegenwoordig te zijn.
Nogmaals bied ik U mijn hartelijke
dank aan. Ik heb gezegd.
(Luid applaus)
TijdeDs deze afscheidsbijeenkomst
kwam het volgende mooie telegram
Gaarne betuig ik U oprechten
dank voor uitnemende diensten met
groote toewijding gedurende zoovele
jaren aan Staatsboschbeheer be
wezen. Ik hoop dat Gij nog lang
van de rust na Uw werkzaam leveD
zult genieten.
(w. g.) van Dissel.
Directeur Staatsboschbeheer.
was er buurman Karei reeds,
die het geroep tot in zijn huisje
gehoord had.
Zonder taal of leeken zat oom
doodsbleek met wijduiipuilende
oogen in een leuningstoel naar
adem te snakken. Op Jan's
haastige vragen gaf Dorus geen
antwoord. Welke ziekte mocht
het zijn 1 Buurman Karei had
niet veel hoop op oom. 'I Kon
alle oogenblikken met hem gedaan
zijn 1 Een beroerte! Hij hoefde
zijn oogen maar toe te knijpen,
dan was hij een lijk.
Meen je, vroeg Jan.
Of ik het meen. Dilmaal
geeft Dorus voor goed de pijp
aan Marteke.
Oom Dorus, oom Dorus 1
weeklaagde Jan.
Maar nonkel antwoordde niet.
Als wij hem eens te bed
legden en den dokter haalden 1
Voorzichtig droegen ze hem
naar zijn slaapstee, waar hij
roerloos bleef liggen.
Nog een tijdje spraken ze over
Dorus' toestand en Karei ging
dan den pastoor roepen en een
geneesheer in een nabijgelegen
dorp.
Jan hield intusschen de wacht
bij Dorus' lijdenssponde.
Met strakke blikken bestudeerde
hij de mondhoeken van oom, die
na enkele oogenblikken zich
begonnen te verroeren. Er scheen
beterschap te komen. De adem
De Bleriksche-Zesdaagsehe.
Zooals bekend, zal van 8 tot 13
Mei te Blerik een zesdaagsche
wielerwedstrijd worden gehouden.
Zoo is onder deskundige leiding
een verlichting aangebracht van
3600 Watt. Verder is men er in
geslaagd de beste koppels van de
wielrenners te engageereo.
Er zal dus een hevige strijd ge
voerd worden. Men verwacht dan
ook een druk bezoek, temeer daar
nu door een flinke verlichting het
terrein zeer overzichtelijk is. Bij
zoele avonden staat dan ook zeer
groote kans op een overdruk bezoek.
Poging tot doodslag.
Te Kerkrade heeft de mijnwerker
B. op een vrouw, met wie hij
samenleefde, geschoten.
Om twaalf uur keerden zij in hun
woning, gelegen te Kaalheide onder
de gemeente Kerkrade terug. Daar
heeft de man een revolverschot op
de vrouw gelost, waardoor zij
ernstig gewond werd. Maandag
heeft de marechaussee van Spek-
holzerheide den man gearresteerd.
Hij ontkent het schot te hebben
gelost en verklaart dat de vrouw
dit zelf gedaan heeft. De vrouw
heeft bij een verhoor, haar in het
ziekenhuis afgenomen, medegedeeld,
dat de man het schot op haar heeft
gelost.
De man is naar Maastricht over
gebracht en ter beschikking der
justitie gesteld.
Inbraken tc Roermond.
Zondagnacht is ingebroken in ,de
juwelierszaak van den heer P. J,
Lenssen aan de Bergstraat te
Roermond. Omstreeks half drie
hoorde de beer L, een slag. Toen
hij opstond om te gaan zien wat
het was, bemerkte hij, dat met een
zwaren steen, gewikkeld in een
stuk stof, de etalageruit van zijn
winkel was ingeslagen en een greep
was gedaan in de daar uitgestalde
kwam regelmaliger. Nog eenige
oogenblikken later en de suiker-
nonk.el ronkte heel natuurlijk.
Het leek een diepe slaap.
Opeens begon Dorus te woelen
en onsamenhangende woorden uit
te stotteren. Hij had het over
roovers, die in zijn kelder braken
en een ijzeren pot met geld weg-
stolen.
Hij heeft koortsen, dacht Jan
en vond het wonder dat een
mensch nog in zijn ziekte over
zijn dierbaarsten schat droomde.
Nu oom ijlde over zijn geld,
greep Jan de geldzucht geweldig
aan.
Hij zou wel eens willen weten
hoe zwaar die pot woog. De klank
van het goud en zilver wilde hij
hooren. En de plaats, die oom
in zijn ijlkoorts zoo goed als
aangeduid had, zou hij wel
vinden.
Zijn geweten stelde hij on
middellijk gerust met de ver-
blijdende gedachte, dat de ver
borgen schat weldra zijn sedert
lang begeerde buit werd.
Jan lette nog eens nauwkeurig
op al de gelaatstrekken van oom
en bemerkte met voldoening dat
Dorus nog rustiger voortsliep.
Hij trok zijn voeten uit de
klompen, en daalde langs een
valdeur den kelder in.
(Wordt vervolgd)