Geld Jan. Binnenland. FEUILLETON. Gemengde Berichten b. verslag betreffende de Volkshuisvesting overeenkomstig artikel 77 der Woningwet. Wordt algemeen goedgevonden deze verslagen voor de leden ter Secretarie ter inzage te leggen. Dan is aan de orde het voorstel van B. en W. tot het aangaan eener rekening coucant'overeenkomst met de Nederlandsche Landbouwbank, bijkantoor Venray, voor de periode van 1 Juli 1934—30 Juni 1935. Pe Voorzitter deelt mede, dat de thans geldende overeenkomst met 30 Juni a.s. eindigt en B. en W. zich voorstellen onder dezelfde voor waarden en zekerheidsstelling een nieuwe overeenkomst voor den tijd van een jaar aan te gaan. Het minimum percentage voor debetrente zal worden bepaald op 4 pet. en dat voor creditrente op li/z pet. Wordt algemeen goedgevonden. Hierna leest de Voorzitter voor, het ingekomen verzoek van het R. K. Kerkbestuur van den H. Mathias te Castenray om subsidie voor vergrooting der kerk aldaar. De Voorzitter zegt, dat B. en W. voorstellen een subsidie te ver- leenen van 10 pet. der bouwkosten tot een maximum van f 15000, dus maximum f 1500, te verdeelen over 5 jaren, zulks na aftrek der even tueel hierop te verkrijgen rijks- en provinciaal subsidie. De heer Geurts kan er zich zonder meer niet mee vereenigen, dat zoo weinig gegeven wordt, want in Castenray wordt aldus slechts 7i/s pet. gegeven, omdat de verbouwingskosten veel meer bedragen dan f 15000 en de verbouwing geschiedt aldus in overleg met den Bisschop. De Voorzitter zegt, dat ook in Leunen een limiet is gesteld en in verband daarmede hebben ze daar ook bezuinigd. Misschien kan dit in Castenray ook. De heer Geurts zegt. dat Leunen toch met dat al praktisch een hooger percentage krijgt dan Castenray, en maakt er dan ook een voorstel van 10 pet. te geven van de aannemingssom. Dat wordt ook gegeven, zegt de Voorzitter, doch met een limiet van f 15000. Aangezien het voorstel Geurts niet voldoende gesteund wordt enkel de heer Vermeulen steunde kan dit voorstel niet in stemming gebracht worden, en wordt algemeen goedgevonden te besluiten over eenkomstig het voorstel van B. en W. Nog wordt algemeen goedgevonden, behoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten, aan P. J. H. Friesen te Oirlo te verkoopen een perceel ontgioningsgrond, gelegen te Ysselsteyn, groot 3.71 H.A. tegen den prijs van f 250 per H.A., zulks onder de gewone voorwaar den, welke in deze gemeente gelden voor wat betreft het onderhoud van wegen en waterlossingen in de Peel. De heer Arts brengt gaarne een woord van dank aan B. en W., dat zij de puinplaats zoo goed in orde hebben doen maken. Spreker hoopt, dat deze zoo moge blijven en hoopt verder.dat thans ook de vuilnishoop In de Willemstraat zal worden opgeruimd. De Voorzitter antwoordt, dat niet alle misbruiken te keeren zijn de menschen moeten zelf ook meewerken. De heer Arts wijst voorts op den weg tusschen wachtpost 45 en 46, welke bij regen altijd onder water staat. De Voorzitter zal dit noteeren en ter plaatse een onderzoek doen instellen. De heer van Boven vraagt of de loonen in de werkverschaffing met 2 cent zijn verlaagd, waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt. Voorts vraagt de heer van Boven of nog geen beslissing gevallen is op het verzoek van B. en W. om deze loonsverlaging ongedaan te maken, waarop de Voorzitter antwoordt, dat op dit verzoek nog geen antwoord is ontvangen. De heer van Boven zegt, dat de loonen hier veel en veel te laag zijn en de menschen zoo bittere armoede lijden. Hij verzoekt dan ook zoo mogelijk de beslissing van den Minister wel te willen bespoedigen en er op aan te dringen Venray in een hoogere klasse te rangschikken. De Voorzitter zegt, dat hiervoor al het mogelijke gedaan wordt. De heer Vermeulen vraagt, hoe het staat met de rekening en ver antwoording van de Commissie van Beheer voor de Bekenverbetering welke telken jare vóór 1 April moet plaats hebben. De Voorzitter antwoordt, dat deze eenigszins vertraagd is, doch zoo spoedig mogelijk zal plaats hebben. Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering met gebed. We gaan naar Rome 1 N. S. B. landdag in de hoofd stad. Andere herdenkingen. Het bestuur van den Amster damschen Pol. bond geroyeerd. Geen speelvergunningen voor Scheven/ngen. Gaat Van Zwanenburg heen Het is zeker niet het belangrijkste, wat heeft kunnen gebeuren, maar wel schijnt het voor de publieke opinie als zeer gewichtig te gelden, en daarom stellen ook wij nadrukkelijk vast: we gaan naar Rome 1 D.w.z. ons nationaal voetbalteam gaat er heen voor verderen strijd om het Europeesche kampioenschap. Wel stond deze trip reeds eerder vast, maar onze jongste overwinning van Zondag in Antwerpen 4—2 op de Belgen heeft het feit nog eens zeer nadrukkelijk bekrachtigd. Niet minder dan circa 20.000 Nederlan ders hebben in Antwerpen hun guldens daartoe in Belgische franks- kes omgewisseld. Om onze „kerels" te zien overwinnen en om het den Belzen in de ooren te tateren, dat wij naar Rome gaan. Door dezen uitslag hebben diezelfde Belgen in- tusschen mede hun kans in de kampioenschappen bzhouden en uit- Eon plattelandsgcscliiedenis van de Bclg.-Limb, grens. 11 Tot nog heftiger kibbelpartijen kwam het s'avonds tusschen hem en haar, die te driftig opgetreden was. In deze tijden kon het werk volk niet veel verdragen. Lisabeth meende dat er arbeiders genoeg te krijgen waren. Bij u misschien, maar hier niet, treurde Jan. Kop af is dood, was Lisebeth's leuze. Zijn er morgen geen te vinden, dan maar afgespannen en kleingeboerd Dat is gauwer gezegd dan gedaan, meende Jan, die al de schade berekende, die hij met zaaien, planten en verkoopen zou hebben. Een gelukkig mensch, die met een geit zijn kost verdient, zei de vrouw. Maar iemand die maar een geit heeft, verdient ook geen boter op zijn brood, filosofeerde Jan. Ik ben ook niet van zin mij hier kapot te schroeven en al het werk alleen te doen. Ja, ja., zuchtte Jan. Maar gemaakt, dat ze met ons meegaaD. Naar Rome O Kovacks De N.S B.-ers in den lande hadden op Zaterdag j.l. andere verlangens. Die gingen naar Amsterdam. Daar hebben ze zich in het R.A.I.-gebouw verzameld, 12.000 in getal, ad 1 gulden per persoon, hun Leider ter eere. Ze hebben er heel enthousiast gedaan, braaf gezongen, handje ge stoken. Ze hebben daverende rede voeringen beluisterd van Ir. Mussert en zijn mindere goden. En ze hebben er Erich Wichman herdacht, die een legendarische figuur schijDt te moeten worden in de Nederlandsche fascisten beweging, gelijk Horst Wessel dat in Duitschland is. Erich Wichman moet hier met zijn Rapaljepartij, waarvan Had-je-me-maar eens de vertegenwoordiger was, de voorlooper zijn geweest van het Nederlandsche fascisme, hetwelk in de Had je-maar- politiek het eerst tot uitdrukking bracht, hoe beu het volk begon te worden van „de" politiek der par tijen. De opkomst der N.S.B.-ers van buiten de hoofdstad was niet bepaald overweldigend. Velen zullen trouwens molestaties hebben gevreesd, welke inderdaad niet uitbleven. De politie trad echter zeer scherp op tegen de Marxistische elementen, die de rust in de hoofdstad getracht hebben te in tijd van nood tot... Dan veilrek ik onmiddellijk dreigde 't jonge mensch, die het thuis heel wat gemakkelijker nad. "Ze waren wel niet rijk, maar ze leefden toch zonder zich af te martelen. Zij herinnerde hem de mooie woorden voor het huwelijk uit gesproken. Enkel behoefde ze het huishouden te doen en de meiden na te kijken. En nu stand zij alleen voor alles. Dit kon en deed ze niet. Laa^ons stil voortdoen totdat wij volk hebben. Als morgen avond geen dienstvolk hier is, dan een van twee, afgespannen of ik vertrek. Jan was versuft, tegen deze dreigementen en harde taal durfde hij niet gebiedend optreden. Morgen zou hij uitgaan om arbeidskrachten. Maar zijn er hier in 't dorp geen te vind,en Hier niet... Die vragen te hooge loonen... en dan nog... Natuurlijk waagde hij niet te zeggen dat hij met de meeste werklieden over loonen getwist en geprocest had. Lisebeth vond dit zonderling. In haar gemeente waren er genoeg; bij sommige tijden kon men ze als musschen onder een plankje vangen. Geloei van beesten stilde opeens de kijvende echtgenooten. Jan liep verstoren. Dat waren dan in hoofd zaak Ospers en communisten. Ei zijn zeer gevoelige klappen uitgedeeld. In rustiger sfeer is de 25ste ver jaardag van Prinses Juliana herdacht. Men bespeurt bij zulke gelegenheid toch wel wat van de nationale ge voelens. Er is vrij veel gevlagd ge worden, althans meer dan zulks in de na-oorlogsche jaren het'geval is geweest. Rust zal ook wel de viering ken merken van het Marxistisch Meifeest op heden, nu openbare politieke demonstraties sterk zijn gereglemen teerd en het meedragen van roode vlaggen is verboden. De roode tulp zal heden opgeld doen, want in het dragen daarvan heeft men een wet telijk toegelate ersatz gevonden. In de Amsterdamsche politiewereld is heftige beroering. Het bestuur van de hoofdstedelijke afdeeling van den Politiebond is door het bondsbestuur geroyeerd geworden. De motieven zijn nog niet duidelijk voor de buitenstaanders, maar het schijnt, dat het Amsterdamsche afdeelingsbestuur door de Bondsleiding van fascistische neigingen wordt verdacht, terwijl dat afdeelingsbestuur op zich weer be zwaren blijkt te hebben tegen Marxis tische tendenzen in het bondsbeleid. Intusschen is er nu groote verdeeld heid. Heel veel Amsterdamsche leden bieden hou' ende trou' aan de ge- royeerden 1 In Scheveningen zal in het komende seizoen niet worden gegokt. De ministerraad heeft n.l. afwijzend be schikt op de verzoeken uit Scheve ningen om een speelvergunning. Een ander opmerkelijk nieuwtje is, dat de heer Van Zwanenburg, directeur van de Crisisruodveecentrale blijkbaar verdere drukte en critiek uit den weg wil gaan en zal aftreden in zijn genoemde positie. Zou dat een indirect gevolg wezen van het heengaan van minister Verschuur en zou de heer Colijo, minister van Econ. Zaken ad interim, het beleid van den heer Zwanenburg minder apprecieeren dan zijn voorganger Huldiging bij het afscheid van bosch wachter N. Min. In de feestzaal van Hotel de Zwaan alhier waren ter gelegenheid van het afscheid van den heer N. Min als boschwachter bij het Staats boschbeheer zeer veel collega's en autoriteiten vereenigd. O.a. merkten wij op Burgemeester van Venray en Bergen (L.)alsmede de oud burgemeester van Maashees de on middellijke chef van den scheidenden boschwachter-boutvester van Alphen uit Nijmegen met zijn collega's hout vester Papenhuizen uit Helmond en Winkelman uit Eindhoven. De Adj. houtvester in algemeenen dienst de heer Wessels en de Bondsvoorzitter van de Kraats uit Putten, vroeger te Venray gewoond hebbende en bij velen nog wel bekend. De heer Min was met zijn familie aanwezig en was getooid met de gouden medaille der Oranje Nassau Orde. Als eerste spreker werd hel woord gevoerd door de heer Winkelman, houtvester te Eindhoven, die te kennen gaf, dat men hier was samen gekomen om afscheid te nemen van den heer Mio, die hoewel nog jong was van geest en lichaam, toch oud was in dienstjaren. Elk afscheid heeft iets weemoedigs en nu in het bijzonder nu het den goeden, ouden Min betreft. Spreker geeft gaarne het woord aan den heer van Alphen, den onmiddellijken chef van de boschwachters. De heer van Alphen herinnert dan op een drafje het huis uit, terwijl de vrouw kwaad een stoel door de breede keuken wierp. Is me dat hier een leven. Is dat nu dit mooie leven, dat ze me voorgespiegeld hebben 1 kreet ze. Heftiger werd het beesiengeluid Geduld bromde ze, gij zult het uwe wel voorgeschoteld krijgen. Haar man draafde en haalde voeder met groote vorken om de hongerige dieren maar gauwer te paaien dan zijn wederhelft. Toen de arbeid, die nog redelijk goed voortging, afgedaan was, lac.hle Jan, zich het parelende zweet met zijn veelkleurigen zakdoek afdrogend 't Is nog goed gegaan, niet vrouwtje. Doch ik dank u om dit alle dagen te doen, bilsigde zij, liet zich hijgend met neergeslagen oogen neer op een stoel en rustte met de ellebogen op de breede tafel. Een buurvrouw kwam haastig binnengeloopen Nonkel Dorus schijnt iets overkomen, te zijn, hij schreeuwt dal men hem op straat kan hooren. En zonder een woord meer te zeggen ging ze weer snel heen. Wat zal dat zijn zei Jan Wellicht iets ergs 1 Een ongeluk komt zelden alleen I Of een geluk,.. Jan dacht onmiddellijk aan de erfenis van den ouden oom, die op versleten aan den staat en gang van zaken, vanaf het begin van den dienst van den heer Min en op dit oogenblik. Van .de 40 dienstjaren van den heer Min, vallen er slechts diie in de werkperiode van Spreker. Toch naar hij meent een tijdvak lang genoeg om het onverpoosde werken van den heer Min naar waarde te kunnen beoordeelen. In den diensttijd van den nu scheidende zijn aangelegd onder de gemeenten Venray, Maas hees en Bergen circa 2000 H.A. bosch en zijn ruim 500 H.A. bouw en weiland aangelegd, waarbij nog geteld moet worden het opzicht over tal van boomplantingen. Dit alles zal een blijvende getuigenis zijn voor de werklust van den heer Min, die naast degelijke kennis ook een groote liefde voor zijn vak ten toon spreide. 40 jaar is een heele tijd als men vooruit ziet. en toch, mijnheer Min, hoe gauw is die tijd voorbijgegaan. Dit is in niet geringe mate veroor zaakt door Uw liefde voor Uw werk, uw tactische zin, die elk dreigend conflict met het personeel wist te voorkomen. Zelfs de enorme uitbrei ding der werkzaamheden tengevolge de crisis en de daaruit voortgekomen werkverschaffing en administratie, konden in de gang Uwer werkzaam heden geen verandering brengen. Hoe dikwijls is Uw gewaardeerd advies niet ingeroepen door de Ge meentebesturen, in dezen tijd. Het zal U dan ook niet gemak kelijk vallen afscheid te nemeD van Uw levenswerk. Waar ieder boschje en weide voor U een geschiedenis heeft, vertrouwen wij dan ook gaarne, dat U er nog dikwijls in zult om dolen, vooral nu Uw zoon Idid Uw opvolger zijn zal. Dit doet ons allen groot genoegen, daar het ons een waarborg is, dat de samenwerking aangenaam zijn zal en de bekende gastvrijheid van den huize Min nog lang ons deel zal zijn. Gaarne voeg ik namen3 allen hier nog aan toe. de beste wenschen voor het herstel Uwer echtgenoote, wier hartelijkheid onder de collega's spreekwoordelijk was. Namens het personeel bied ik U thans aan een horloge, waartoe allen bijdroegen. Moge het U in de ko mende jaren steeds herinneren aan ons. Ik heb gezegd. Onder applaus bood spreker den heer Min nu een prachtig gouden horloge aan, waarin gegraveerd was Ter herinnering aan Uw afscheid aan het Staatsboschbeheer 1-2-1892—1-5 1934. Hierna voerde de heer v d. Kraats Bondsvoorzitter het woord en sprak Met liefde ben ik naar Venray gekomen, waar ik vroeger Uwe plaats bekleed heb. Doch du het het afscheid van den heer Min betreft, is het ook mijn plicht, al was het alleen om Uwe echtgenoote, die er steeds op uit was om de collega'9 van U goed te doen en te onthalen na een soms vermoeiende dagtaak. Gaarne breng ik hier op deze plaats haar nog een eere-saluut. Doch ook als Bondsvoorzitter wil ik er op wijzen, dat in den beer Min voor ons verloren gaat een trouw organisatieman, met wiens wenken en wenschen gaarne overal werd rekeniDg gehouden. Leeft met Uwe familie nog lang. moge Uwe echtgenoote, die dit afscheid niet mee kan maken, spoedig herstellen. Als blijk van waardeering en in de hoop. dat U er nog lang gebruik van zult maken, bied ik U namens den Bond dezen wandelstok aan. Ik heb gezegd. (Applaus). Alsnu voerde de E. A. Heer Bur gemeester het woord, mede namens den E. A. Heer Burgemeester van Bergen en oud-Burgemeester van Maashees en sprak Ik zou meenen in mijn plicht te kort te schieten zoo ook ik mede namens de E A. Heeren Burge meesters van Bergen en Maashees, niet deel zou nemen in de hulde aan Boschwachter Min gebracht. Gaarne dank ik dan ook den Heer van Alphen, die ons daartoe in de gelegenheid stelde. beenen voortsukkelde. Die man heeft zijn oppassing niet, zei Lisebeth, altijd alleen zijn, niemand die hem verzorgt 1 Maar hij wil niemand bij zich. Zoo heeft hij al jaren gehuisd en veel geld van kant gelegd. Dat is toch geen leven 1 Wat wilt gij Er zijn zoo menschen. Wij, wij zullen er trouwens niet slechter bij varen Ik zal er dan maar eens naar toe gaan, niet waar vrouw. Zeker, 't is niet anders. 't Is toch maar een boogscheut, Mocht ik wat lang blijven kom mij dan halen. Jan stapte de deur uit. Dorus was een man van den ouden stempel. Gepot en bijeen geschraapt had hij zijn leven lang. Hij verhuurde grond en een boerderijlje en de jaarlijksche pachten hoopten zich steeds op elkaar. De beste banken waren volgens hem gevaarlijke berg plaatsen en de eerlijkste notaris kon er nog van door gaan. Om zich aan geen dieven bloot te stellen borg hij al zijn geld weg in den kelder. Eens in dit graf bedolven zagen zijn geld stukken geen daglicht meer. Wei ging hij ze dikwijls natellen en er nieuwe bijvoegen. Niets is zekerder dan wat zeker is, was zijn lijfspreuk. Toen neef Jan binnenkwam, Vorige Sprekers hebben er op ge wezen, wat de heer Min geweest is voor het Staatsboschbeheer. Aan mij nu de taak vluchtig te schetsen, wat hij was voor onze Gemeenten. Een kwart eeuw is de heer Min hier in onze bosschen werkzaam geweest en nog dezer dagen mocht ik van een der Directeuren den lof verne men over het buitengewone, dat hier gepresteerd is. 18 jaar heb ik met den heer Min samengewerkt op alleszins prettige wijze en steeds was de heer Min bereid bij dag en nacht. Spreker wil gaarne bekennen, dat hij door den heet Min het groote belang eener gemeente heeft leeren inzien bij deugdelijke bebossching van gronden. Gaarne roep ik dan ook de herinnering op aan Weth. 'anssen z.g. met wien U, ik durf het zeggen, als vriend hebt gewerkt en omgegaan. Ten aanhooren van allen breng ik U dank voor alles, wat gij voor de Gemeenten Venray, Bergen en Maashees deedf, Al heeft een afscheid altijd iets weemoedigs, hier zit er voor U den blijden kant aan, dat Uw zoon op U "opvolgt. En wij weten nu ook, dat gij de bosschen niet verlaat, maar als laat ik zeggen een Opperhoutvester bij ons blijft. Gaarne voeg ik er nog aan toe de hoop, dat Uw zoon de voetstappen van vader drukken zal waardoor del prettige samenwerking behouden blijft. Als persoonlijke herinnering aan de Burgemeesters van Venray, Bergen en Maashees, bieden wij U deze bloemenmand aan, hopende dat U nog vele jaren in voorspoed en geluk van Uw pensioen genieten zult in welverdiende rust. (Applaus.) De oud Burgemeester van Maas hees, de heer Rieter, verklaarde zich gaarne aan te sluitea bij de woorden van den heer Burgemeester van Venray, doch voor Maashees past het U hier bijzonder te danken. Daar de groote ontginningen dier Gemeente Uw werk zijn. In de moeilijke jareD, die achter ons liggen, waart Gij dikwijls mijn bijzondere Raadgever, trooster en helper, ik zou bijna zeg gen mijn helper in den nood. Geve God U nog lange jaren om van Uw welverdiende rust te ge nieten. Mogen Uwe kinderen Uw eerekroon zijn en Uw zoon, die Uw opvolger wordt, moge nog dikwijls van Uw advies profiteeren. (Applaus) De E. A. Heer Burgemeester van Bergen het woord voerende, sprak Ook ik breng namens de gemeente Bergen gaarne de aan U verschul digde dank over mijner gemeente. Dank zij Uw advies, Uw hulpvaar digheid en raad heeft de gemeente Bergen thans een mooi boschbezit. De benoeming van Uw zoon tot Uw opvolger is ons een blijde hoop. dat de alleszins prettige samenwer king zal worden voortgezet tot heil mijner gemeente. Met de beste wenschen voor een gelukkige reeks van jaren voor U en Uw gezin, sluit ik mijne rede. (Applaus). De heer Rey uit Asten verkreeg nu het woord en herinnerde er aan dat hij den scheidende heet Min reeds in Texel kende. Nog altijd bewaarde hij hieraan een herinnering, dat hij eens door den heer Min is weggejaagd, toen hij als kwajongen eens op een werk in den weg liep. Maar het kan verkeeren, zegt Breeroo en later kwam ik onder leidiDg van den heer Min om mij te bekwamen voor mijn huidige functie. Steeds bewaar ik, als zoovele leerlingen een prettige herinnering aan dien tijd. En toch was Uw werk in Texel zwaar. Welke wan toestanden waren daar niet inge slopen. Maar met tact en plichts betrachting hebt gij daar alles ge reorganiseerd. Ook op sociaal gebied waart ge daar een baanbreker en werd gij oprichter van tal van sociale instellingen als Boerenleenbank en Coöperatieve vereenigingen. Geen wonder dan ook, dat de naam van Baas Min daar nog met eere ge noemd wordt. Gaarne spreek ik nu dan ook den wensch uit als Uw buurman-collega, dat gij mij nu eeDS komt opzoeken. Nu gij in het genot van pensioen gesteld zijt, kunt gij U niet achter bet smoesje van drukke werkzaamheden verschuilen. De heer Min de verschillende Sprekers beantwoordend, zegt Er is wel wat veel lof gebracht voor iets, wat ik steeds heb opgevat als mijn plicht, Gaarne dankt hij recht hartelijk voor de schitterende cadeaux, die voor hem steeds zullen zijn bewijzen van ondervonden waardeering. De Burgemeester van Venray is iemand van wien veel iniatief uitgaat, die bovendien de kunst verstaat, iemand in te palmen. En zoo was het mij zeer gemakkelijk met diens gezond inzicht accoord te gaaD. In Maashees was het anders. Daar was indertijd de zaak het tegenover gestelde van onzen huidigen tijd. Toen was er daar werk, veel werk, maar om werklieden te krijgen, kostte veel hoofdbrekens en thans veel volk en geen werk. Maar de persoonlijke vriendschap van den Burgemeester hielp mij over alles heen. De E. A. Heer Burgemeester van Bergen is de vriendelijkheid zelf, met wien het een lust was samen te mogen werken. Ook aan mijn Chef van Alphen, breng ik gaarne mijn dank voor de prettige werkwijze. Ook aan mijn collega's gaarne mijn dank voor de verre reis, die zij zich getroost hebben om hier tegenwoordig te zijn. Nogmaals bied ik U mijn hartelijke dank aan. Ik heb gezegd. (Luid applaus) TijdeDs deze afscheidsbijeenkomst kwam het volgende mooie telegram Gaarne betuig ik U oprechten dank voor uitnemende diensten met groote toewijding gedurende zoovele jaren aan Staatsboschbeheer be wezen. Ik hoop dat Gij nog lang van de rust na Uw werkzaam leveD zult genieten. (w. g.) van Dissel. Directeur Staatsboschbeheer. was er buurman Karei reeds, die het geroep tot in zijn huisje gehoord had. Zonder taal of leeken zat oom doodsbleek met wijduiipuilende oogen in een leuningstoel naar adem te snakken. Op Jan's haastige vragen gaf Dorus geen antwoord. Welke ziekte mocht het zijn 1 Buurman Karei had niet veel hoop op oom. 'I Kon alle oogenblikken met hem gedaan zijn 1 Een beroerte! Hij hoefde zijn oogen maar toe te knijpen, dan was hij een lijk. Meen je, vroeg Jan. Of ik het meen. Dilmaal geeft Dorus voor goed de pijp aan Marteke. Oom Dorus, oom Dorus 1 weeklaagde Jan. Maar nonkel antwoordde niet. Als wij hem eens te bed legden en den dokter haalden 1 Voorzichtig droegen ze hem naar zijn slaapstee, waar hij roerloos bleef liggen. Nog een tijdje spraken ze over Dorus' toestand en Karei ging dan den pastoor roepen en een geneesheer in een nabijgelegen dorp. Jan hield intusschen de wacht bij Dorus' lijdenssponde. Met strakke blikken bestudeerde hij de mondhoeken van oom, die na enkele oogenblikken zich begonnen te verroeren. Er scheen beterschap te komen. De adem De Bleriksche-Zesdaagsehe. Zooals bekend, zal van 8 tot 13 Mei te Blerik een zesdaagsche wielerwedstrijd worden gehouden. Zoo is onder deskundige leiding een verlichting aangebracht van 3600 Watt. Verder is men er in geslaagd de beste koppels van de wielrenners te engageereo. Er zal dus een hevige strijd ge voerd worden. Men verwacht dan ook een druk bezoek, temeer daar nu door een flinke verlichting het terrein zeer overzichtelijk is. Bij zoele avonden staat dan ook zeer groote kans op een overdruk bezoek. Poging tot doodslag. Te Kerkrade heeft de mijnwerker B. op een vrouw, met wie hij samenleefde, geschoten. Om twaalf uur keerden zij in hun woning, gelegen te Kaalheide onder de gemeente Kerkrade terug. Daar heeft de man een revolverschot op de vrouw gelost, waardoor zij ernstig gewond werd. Maandag heeft de marechaussee van Spek- holzerheide den man gearresteerd. Hij ontkent het schot te hebben gelost en verklaart dat de vrouw dit zelf gedaan heeft. De vrouw heeft bij een verhoor, haar in het ziekenhuis afgenomen, medegedeeld, dat de man het schot op haar heeft gelost. De man is naar Maastricht over gebracht en ter beschikking der justitie gesteld. Inbraken tc Roermond. Zondagnacht is ingebroken in ,de juwelierszaak van den heer P. J, Lenssen aan de Bergstraat te Roermond. Omstreeks half drie hoorde de beer L, een slag. Toen hij opstond om te gaan zien wat het was, bemerkte hij, dat met een zwaren steen, gewikkeld in een stuk stof, de etalageruit van zijn winkel was ingeslagen en een greep was gedaan in de daar uitgestalde kwam regelmaliger. Nog eenige oogenblikken later en de suiker- nonk.el ronkte heel natuurlijk. Het leek een diepe slaap. Opeens begon Dorus te woelen en onsamenhangende woorden uit te stotteren. Hij had het over roovers, die in zijn kelder braken en een ijzeren pot met geld weg- stolen. Hij heeft koortsen, dacht Jan en vond het wonder dat een mensch nog in zijn ziekte over zijn dierbaarsten schat droomde. Nu oom ijlde over zijn geld, greep Jan de geldzucht geweldig aan. Hij zou wel eens willen weten hoe zwaar die pot woog. De klank van het goud en zilver wilde hij hooren. En de plaats, die oom in zijn ijlkoorts zoo goed als aangeduid had, zou hij wel vinden. Zijn geweten stelde hij on middellijk gerust met de ver- blijdende gedachte, dat de ver borgen schat weldra zijn sedert lang begeerde buit werd. Jan lette nog eens nauwkeurig op al de gelaatstrekken van oom en bemerkte met voldoening dat Dorus nog rustiger voortsliep. Hij trok zijn voeten uit de klompen, en daalde langs een valdeur den kelder in. (Wordt vervolgd)

Peel en Maas | 1934 | | pagina 6