DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Ons weekpraatje. Binnenland. Zaterdag 3 Maart 1934 Vijf en vijftigste Jaargang No 9 Raadsvergadering te Venray, Woensdag 28 Februari des namiddags 4 uur. Voorzitter de heer 0. L. P. van de Loo. Secretaris de heer A. F. M. van Haaren. Afwezig wegens ziekte de heer P, A. Jacobs. Na opening der vergadering met gebed, deed de Voorzitter mede- deeling van punt 1 der agenda. 1. Schrijven van den heer Commissaris der Koningin houdende mededeeling dat H. M. de Koningin heeft goedgevonden bij besluit van den 26 Januari 1934 Nr. 188, met ingang van 21 Februari 1934 opnieuw te benoemen tot Burgemeester van Venray de Heer O. L. P. van de Loo Hierna nam de heer Pubben het woord, die er aan herinnerde, dat voor 6 jaren Wethouder Janssen bij deze gelegenheid het woord voerde, thans wil hij den Burgemeester be danken, die zooveel voor Venray gedaan heeft en er voor gezorgd heeft, dat Venray gebleven is.-wat het was. Hij spreekt de hoop uit, dat onder Gods zegen de herbe noemde Voorzitter nog veel tot heil vao Venray zal tot stand brengen. De Voorzitter dankte voor deze hartelijk tot hem gesproken woorden en beloofde zijn beste krachten te zullen inspannen tot heil der gemeente en aangename samenwerking met den Raad. 2. Notulen. Goedgekeurd. 3. Schrijven van Gedeputeerde Staten in zake de door den Gemeente raad in zijne vergadering van 27 December 1933 vastgestelde be grooting, houdende mededeeling van de opmerkingen en bedenkingen op deze begrooting. De Voorzitter deelde mede, dat Ged. Staten tweeërlei aanmerkingen hadden op de begrooting n.l. admini stratieve en welke meer direct ver band houden met ramingen. In hoofdzaak is het streven van den Minister er op gericht, dat de batige saldi's niet worden opgebruikt in een jaar, doch slechts langzamerhand, vooral om te voorkomen, dat de rij ^an noodlijdende gemeenten nogal grooter wordt. Ged. Staten vragen *na aanwijsbare reserves, hoeveel be dragen die en waaruit bestaan ze. De Voorzitter hoopt, dat deze begrooting ernstig behandeld zal worden en veelzijdig zal worden toegelicht. Blijft de Raad halsstarrig om met het voorstel van Ged Staten accoord te gaan, dan blijft de beslis sing aan de Kroon, doch het zal niet meer voorkomen, dat de Kroon een gemeentebestuur zal stellen boven Ged. Staten. Persoonlijk voelt hij tenvolle dat het zeer onaangenaam is de bevolking zwaardere belastin gen op te leggen, maar wanneer er niet aan te ontkomen is moet men als man dat durven dragen. De aan wijsbare reserves voor Venray be staan in hoofdzaak uit den binnen gekomen achterstand Ysselsteyo, de extra opbrengst van de vrijwillige aangiften bij de belastingen, samen ongeveer f 5000. Hij durft deze cijfers niet hooger aan te slaan, wijl deze ook afkomstig zijn van ter zake bevoegde personen. De heer Vermeulen meent, dat het veel meer zijn zal, naar hij vernomen heeft, zullen de extra belastingen ongeveer 10 a 12 duizend gulden opbrengen. Hij durft zijn stem aan het ontwerp voor belastingverhooging niet te verleenen. De Voorzitter antwoordt, dat, mocht de Raad niet beslissen, Ged. Staten zelf beslissen zullen. De heer Vermeulen vraagt aan den Voorzitter, waarom hij 2 tot 3 keer naar Maastricht is geweest ter bespreking der gemeentebegrooting, zooals hij vernomen heeft, waarom is er geen Wethouder meegegaan. Hij vreest eenzijdige voorlichting. De Voorzitter verzekerd dat hij niet in Maastricht is geweest ter bespreking der gemeentebegrooting. De heer Millen meent, dat het niet aangaat om een schrijven van Ged. Staten over de begrooting alleen maar ter inzage te leggen en in den Raad voor te lezen. Waarom wordt een zoo ernstig stuk niet bij de leden rondgezonden, die dan dieper op de zaak kunnen ingaan. De Voorzitter zegt, dat bedoeld schrijven is gericht aan B. en W. en de Raad moet worden mede gedeeld en niet in afschrift moet worden rondgegeven. De heer Vermeulen zegt, dat hij van bedoeld 'schrijven een afschrift gevraagd had, doch dat dit hem ge weigerd was. Mededeeling aan den Raad was voldoende, waarop de Voorzitter zegt, dat deze mededeeling nu gebeurt. De heer Vermeulen begrijpt niet, waarom de Raad nu zoo maar in eens zou beslissen. Toen het inder tijd over de keuring ging heeft de Voorzitter zelf gezegd, wij zullen het niet toegeven, en Ged. Staten moes ten wel twee keeren schrijven. De beslissing werd dan ook aan de Kroon overgelaten. Laat de Kroon dan ook nu maar beslissen. De Voorzitter verzoekt den heer Vermeulen nuchter te blijven, en merkt op, dat ook hij niet het stand punt van Ged. Staten deelt, maar hij acht het toch raadzaam om met Ged. Staten te trachten te overleggen. De heer van Haren merkt op, dat ook hij het beter had geoordeeld, dat bedoeld schrijven van Ged. Staten aan de leden was rondgezonden, dan konden ze dat op hün gemak eens instudeeren. Persoonlijke zaken belet ten de leden maar al te dikwijls om op de uren, dat de Secretarie open is, bescheiden te gaan inzien. De Voorzitter wijst er op, dat het een nieuw standpunt der regeering is geen saldi op te maken. Wijst men nu de door Ged. Staten geboden oplossing van de hand, dan is het gevaar niet denkbeeldig, dat van hoogerhand beslist zal worden over de begrooting en de Raad bereikt niets. De heer Vermeulen vraagt zich af, wat heeft de Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat eigen lijk te maken met onze gemeente begrooting. Waarom wijst deze op de kosten van den aanleg en uit breiding der rioleering, die geen kosten met zich mee zal brengen, daar de buizen voor het aansluiten van het Ziekenhuis ad f 1400, reeds in 1933 gekocht en betaald zijn. Is men in Maastricht wel goed voorgelicht. De heer Arts stelt de vraag, weten de Wethouders wat U geschreven heeft, mijnheer de Voorzitter. Waarop de Voorzitter zegt, dat niemand het recht heeft om zulke vraag te stellen, maar hij ontkent nogmaals ter zake een conferentie te Maastricht gehad te hebben. Dat is voor U een weet en voor ons een raadsel, zegt de heer Arts. De heer van Haaren merkt op, dat de Raad met bezuinigingen is gekomen in de begrooting en van het voorstel van B. en W. zijn af geweken, om alsnog te ontkomen aan het opleggen van hoogere be lastingen. Van bezuinigingen ziet hij trouwens nog weinig, als hij ziet dat op den Overloonsche weg al weer gewerkt zal worden met het aanbrengen van een steenen rand. Deze weg is nogal tonrond, waar door hij voorziet, dat er nog veel novomac op dezen weg zal moeten worden aangebracht. De Voorzitter merkt op, dat op de begrooting een post is uitgetrok ken onderhoud wegen. Verschillende wegen zijn van provinciaal belang verklaard en de gemeente Venray geniet daarvoor een hoogere subsidie, doch Ged. Staten stellen dan ook hun eischen voor zulke wegen en laten het nakomen dier eischen onderzoeken. Voldoen wij nu niet aan die eischen, dan wordt de sub sidie kleiner en bedriegt hier de zuinigheid de wijsheid. De heer Vermeulen meent, dat de grindprijs ad f 2.25 veel te hoog geraamd is. Hier koopen ze minder. De Voorzitter antwoord, dat dit de gemiddelde prijs is, waarbij van de speciale aankoop-gelegenheid in Venray niet is gerekend. De heer van Haren vraagt, wie die steenen levert aan den Over loonsche weg. Hij weet heel goed, dat hij ze toch niet leveren kan, omdat hij raadslid is. De Voorzitter zegt, dat dit speciale steenen zijn, die hier niet kunnen gemaakt worden. De heer van Boven wil er aan toevoegen, dat wanneer die steenen hier gemaakt kunnen worden, dit ook hier moet gebeuren. We moeten op de kleintjes letten, vooral daar hij meent, dat dergelijke steenen hier wel kunnen gefabriceerd worden. De Voorzitter antwoordt hierop, dat B. en W. hiervoor nemen een speciaal soort steenen, evengoed als voor gasvlamklinkers. Wethouder Odenhoven zegt, dat dit ook in B. en W. besproken is, dat deze steenen wel in Venray kónden gemaakt worden, doch dat de fabrikant ze niet mocht leveren, omdat hij lid van den Raad is. De heer Millen vraagt, of het niet toelaatbaar is, dat een schrijven van Ged. Staten als hiervoor bedoeld, aan de leden wordt rondgezonden. Is dit wel toelaatbaar, dan konden de Raadsleden zoo dit gebeurde, met meer kennis van zaken oordeelen. De Voorzitter zegt, dat zooveel mogelijk voldaan wordt aan iedere wensch van de Raadsleden. Inlich tingen worden zooveel mogelijk bereid willig gegeven, maar een schrijven aan B. en W. is niet een schrijven aan de Raad. De heer Millen vraagt, wat is er nu eigenlijk tegen rondzending, en wat de inlichtingen betreft, deze worden zeer sobertjes en zoo min mogelijk gegeven. De heer Stoot vraagt, hoe is het nu de bedoeling van dat ter kennis brengen van de Raad. Is het de be doeling dat dit gebeurt in de Raads vergadering of b.v. 8 dagen voor de Raadsvergadering. De Voorzitter zegt, mijne heeren, we kunnen zoo niet blijven doorgaan, waarop de heer Stoot zegt, U wilt niet. De heer Millen merkt op, dat alle Raadsleden niet even geleerd zijn en eenzijdige inlichting steeds verkeert is. De Raad zou goed doen, rond zending van het schrijven te eischen ofwel dit agendapunt aan te houden, welk laatste voorstel direct gesteund wordt door de heeren Vermeulen en van Boven. De Voorzitter stelt voor deze be langrijke zaak heden af te werken. Waarop de heer van Haren zegt, zich niet verantwoord te achten om heden zonder nadere studie over de begrootiDg te stemmen. Hij zegt niet. tegen de voorstellen van Ged. Staten te zullep stemmen, doch hij wil met zijn stem met kennis van zaken uit brengen. Wethouder üdenhoven meent ook, dat rondzending van meerbedoeld schrijven en bestudeering van dit schrijven slechts een royalere kijk op deze aangelegenheid kan mede brengen. Alsnu wordt tot stemming over gegaan en wordt besloten bedoeld schrijven van Ged. Staten rond te zenden, en dit agenda punt aan te houden tot een volgende vergadering Tegen stemden Wethouder Pubben Goumans en Houben. Op een vraag van den heer Ver meulen, of nu dit schrijven ook rond zal worden gezonden, antwoordt de Voorzitter bevestigend. 4. Vaststelling der voorloopige vergoedingen der bijzondere lagere scholen overeenkomstig art. 101 der Lager Onderwijswet 1920. Na uiteenzetting van den Voor zitter gaat de Raad er mede accoord. dat deze vergoeding wordt bepaald op 80 pet. van f 634. 5. Aanvrage van het algemeen Burgerlijk Armbestuur tot het ver leenen van een aanvullingssubsidie over 1933. Na voorlezing van het request besluit de raad z.h.s. f 1200 te ver leenen. 6. Aanbieding van het verslag der Commissie tot Wering van Schoolverzuim. Wordt ter inzage gelegd. 7. Voorstel van B. en W. tot het verleenen van een bijdrage aan het plaatselijk Crisis Comité van 188 X f2.10 =- f394.80 onder voorwaarde dat het Nationaal Crisis Comité eeD gelijk bedrag beschikbaar stelt, tot het verleenen van extra hulp voor aanschaffing van kleediDg, beddegoed en dergelijke aan bij door het Rijk gesubsidieerde werkverschaffingen geplaatste werk- loozen in 1934. Z.h.s. gaat de Raad hiermede accoord. 8. Behandeling van het verzoek van den Gemeenteraad tot wijziging der pensioen verordening houdende vaststelling der bijdragen voor eigen pensioen en weduwen- en weezen- pensioen. 9. Behandeling van het verzoek van den Gemeenteraad tot wijziging der verordening regelende de rangen, het aantal, de samenstelling, de eischen van benoembaarheid en de bezoldiging van de ambtenaren van politie, de instructie van den hulp keurmeester, voor zoover betreft de daarin vastgestelde rijwieltoelage en verlaging der rijwieltoelage voor den Gemeente Hoofdopzichter en den voorwerker in algemeenen dienst der Gemeente. In verband met komende wetten en bezwaar van de organisatie wor den deze beide punten aangehouden. De heer Vermeulen klaagt over het slechte gaslicht en de gaslucht in de Raadszaal, waarop de Voorzitter zegt, dat hij de gasleiding en de lampen zal laten nakijken. 10. Behandeling van het verzoek van Mej. J. A. Meesters, vroed vrouw, om van gemeentewege een subsidie te mógen ontvangen. B. en W. achten zich niet ver antwoord in dezen tijd met een voor stel te komen, waarmede de Raad zich vereenigde, alhoewel de heer Millen op een kleine subsidie aan drong. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het onderhands aanbesteden van het leveren en onderhouden van het benoodigde voor den Gemeentelijken Autobus dienst Venray—Station. Terwille der bezuiniging stellen B en W. deze verandering voor. De aannemer is bereid, om het hem aangeboden concept-contract te onderteekenen. Het wordt dan voor 4 jaar aangegaan. De heer van Haren wijst op mogelijke stijging der onkosten en vraagt of de gemeente dan gedekt is, waarop de Voorzitter antwoordt, dat hier een waarborgsom gesteld wordt. Hij kan er bijvoegen, dat de aannemer verklaard heeft de zware conditie aan te durven. Dan komen wij mooi van de schuld van den Gemeentetram af, in 1938, zegt de heer Geurts. 12. Behandeling van het voorstel van het lid van den Gemeenteraad den heer J. Vermeulen e.a. tot het wijzigen der verordening op de openbare vermakelijkheden. De Voorzitter zegt, dat het voor stel niet juist is geredigeerd. Zooals het er staat zou niemand belasting betalen, daar er nooit voor heele dagen muziekverlof gegeven wordt, b.v. onder de kerkdiensten niet. De belasting wordt hoog genoemd, doch hij wijst erop, dat die al eens ver minderd is. De heer Vermeulen stelt voor eene commissie te benoemen van voorbe reiding tot herziening der verorde ning op de vermakelijkheidsbelasting De Voorzitter zegt, dat het een verbazend moeilijk onderwerp is, terwijl het geven van muziekverlof uiteindelijk alleen aan den Burge meester toekomt. De heer van Boven vraagt, welk bezwaar is er nu eigenlijk, dat er altijd muziek gemaakt wordt. Dat wil de Voorzitter wel eens mededeelen. En hij zegt, dat er dan ook op de gehuchten muziek gemaakt wordt en dansen zeer waarschijnlijk niet achterwege zal blijven. De heer van Boven zegt, dat hij wel eens reizigers gesproken heeft en deze betreuren, dat zij bij ge dwongen rust niet kunnen genieten van gewone radiomuziek. Zij hebben hem wel eens gevraagd in welk apenland wonen jullie toch, waar alleen Zondags muziek gemaakt mag worden. De Voorzitter zegt, dat hij geen bezwaar heeft tegen het benoemen van een Commissie, waarop de heer van Boven vraagt of die Commissie dan bevoegd is om beslissingen te nemen. Neen zegt de Voorzitter, dat blijft aan mij. Ik zal dan overgaan tot het benoemen van een Commissie Neen mijnheer de Voorzitter, zegt de heer Vermeulen, wij benoemen, de Raad. Mijnheer Vermeulen U vergist U, zegt de Voorzitter, zie maar in het reglement van orde, ik benoem. De heer Vermeulen geeft zich niet gewonnen en hanteert de Gemeente wet en meent, dat hij uit een artikel der Gemeentewet kan lezen, dat de Raad een Commissie van voorbe reiding benoemt. Neen, zegt de Voorzitter, het is een Commissie met een bepaalde last, dus een Commissie ad hoe, maar intusscben, ik geef er niets om laat de Raad maar benoemen. Uit de gehouden stemming bleek, dat in deze Commissie werden ge kozen de heeren Millen, Janssen, Vermeulen, Weth. Odenhoven en Weth. Pubben, welke laatste tevens tot Voorzitter werd gekozen. Weth. Odenhoven nsm nu het woord en herinnerde er aan, dat het nu ongeveer 23 jaar geleden is, dat de Raad ook een Commissie be noemde. Van het leven en werken deze»* Commissie hebben we nooit iets vernomen. Alleen weten we dat ze dood is. Hij hoopt dat de nieuwe commissie meer leven zal bezitten eD meer succes zal boeken. De heer Vermeulen zou de Secre taris, als Secretaris voor de Com missie willen aanwijzen. Dat is van zelf zegt de Voorzitter. Weth. Pubben hoopt ook op veel succes voor het werken dezer Com missie tot heil der belanghebbenden. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het nemen van een besluit ingevolge het bepaalde in artikel 5 der wet van den 29 December 1933 tot heffing eener couponbelasting, dat de Gemeente gebruik zal maken van haar bevoegd heid om bij de uitbetaling der coupons aan de daarop rechtheb benden de couponbelasting in te houden. Z.h.s. ging de Raad hiermede accoord. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het nemen van een besluit Om tot een regeling te komen ter gemeenschappelijke be hartiging van een streekplan voor Noord-Limburg ingevolge het be paalde in artikel 45 en volgende der Woningwet. De Voorzitter wijst er op, dat het hier gaat over een streekplan en niet over het aan den Raad bekende Peelplan. De kosten hiervan zullen bedragen 2i/2 cent per inwoner per jaar. De heer Millen vraagt of dat dit voor een keer is. Neen, zegt de Voorzitter, dat duurt zooveel jaren als et noodig zijn om het plan uit te werken, en kan dus meerdere jaren duren. Dan ben ik er tegen zegt Millen. De heer Vermeulen zegt, dat hij niets meer gehoord heeft van het Peelplan, waarvoor de gemeente f 200 betaald heeft en nu weer een streekplan, dat jarenlang 2i/s cent per inwoner zal kosten, dat gaat niet op. Hij zou de heeren plannenmakers eens uit den hoek laten komen. Ten slotte wordt ook dit punt, nadat de heer Vermeulen nog had opgemerkt, dat bij het Peelplan reeds stafofficieren meespraken en dus de kans bestaat, dat de Peel nog eens terrein wordt waar een oorlog wordt uitgevochten, aangehouden. 15. Verzoek van de bij de Beken normalisatie, Haven werken en spitten van grond tewerkgestelde arbeiders om loonsverhooging te bevorderen. Alhoewel d^ Voorzitter het voor stel ontraadt, daar hij vreest, dat een eventueel onderzoek der loonen in het vrije bedrijf en in de werkver schaffing een nadeel zal medebrengen voor de arbeiders in de werkver schaffing, draagt de Raad B. en W. toch op, om ten deze een schrijven aan den Minister te richten. 16. Ingekomen stukken en mede deelingen. De Voorzitter deelt mede, dat Ged. Staten het voorstel van den Raad inzake presentiegeld en kermis Oirlo hebben goedgekeurd. Dan is er nog ingekomen een dankbetuiging van het Kerkbestuur te Leunen, voor de verleende subsi die, alsmede een schrijven van de landbouwbonden, waarin het omspit ten van wegen wordt besproken. De weg naar de Rips kwam ook nog ter tafel waarvoor echter nog verschillende stukken grond moeten worden afgestaan door de eigenaren. Verder is er ingekomen een missive van den Minister mededeelende, dat Z. E. den tijd voor een steunrege ling in Venray nog niet gekomen acht. De heer Arts begon een bespre king over de vuilnisplaatsen, terwijl de heer Vermeulen mededeelde, nog iets op zijn geweten te hebben, dat hij in comité-generaal wenschte te behandelen. Het was inmiddels acht uur ge worden en de vergadering had dus reeds 4 uur geduurd, toen de heer Vermeulen met zijn bespreking begon. Een van de best rendeerende zaken blijft toch maar de exploi tatie van een belastingkantoor. De baten zijn aanzienlijk en de bedrijfsonkosten zijn in ver houding gering. Alle extra-werk wordt trouwens als regel ook extra betaald. Vergeet 'n mensch op tijd zijn gang te maken naar het belas tingkantoor, dan krijgt hij een herinnering thuis gestuurd op 'n gewone gedrukte briefkaart en daarvoor wordt hem dan een of twee kwartjes in rekening ge bracht. Is ie een beetje lang op vacan- tie geweest, dan ligt er thuis 'n velletje papier op hem te wach ten, dat van de Koningin ge stuurd heet te zijn en dat tegen een vorstelijken prijs van f 3.60 of zoo daaromtrent op het aan slagbiljet des vacantiegangers wordt bijgeboekt. Wat de overheid ook te innen heeft, krijgt ze als er maar contanten aanwezig zijn op de vlotste wijze binnen. Strenge wetten verordenen den menschen vaak om hun percee- ien te laten aansluiten bij de waterleiding, maar als men een kwitautielooper durft terugsturen komt er subiet een man, met 'n tang of ander geweldsinstrument die den watertoevoer stop zet. Wat gas en electriciteit betreft, dito, dito. Een winkelier verliest 'n klant, wanneer hij met een kwitantie voor het geleverde „durft" te sturen. Gaat ie procedeeren, dan raakt hij grootendeels weer aan de overheid eenige malen het bedrag zijner vordering kwijt ongeacht of hij „wint" dan wel verliest. Zoo'n winkelier kan zoo vurig verlangen naar een of ander overheidszaakjeWat zou hij bovendien zoo'n zaakje door meerdere coulance tot grooter bloei weten te brengen I Coulance, een beetje mensche- lijkheid, zijn dikwijls geen dingen waaraan de .fiscus of de admi nistratie van een overheidsbedrijf zich te buiten plegen te gaan. Tot scha van hun onderneming. Minister Oud heeft in dat op zicht betere ideeën; hij heeft iets van den goeden koopman in zich Hij ziet in, dat met dwang en bedreigingen wel middelen kun nen vloeien, welke aanwijsbaar zijn, maar dat daarmee geen bereidwilligheid wordt bevor derd of offervaardigheid gewekt. Minister Oud heeft een aanval ondernomen op de portemonnaie des belastingbetalers via diens hart en die weg is een voor- deelige gebleken. De burger, die reeds zoo vaak den fiscus genomen heeft uit geprikkeldheid omdat de fiscus zoo onbarm hartig hem nam, die is omge vallen van aandoening, toen de overheid een beroep deed op zijn gemeenschapsgevoel, zijn eerlijkheid en zijn plicht, gracieus de gelegenheid biedende om een rein belastingbetalersgeweten te verwerven door vrijwillige op somming van verzwegen be lastingobjecten. De gewetens zuiveraar zal nietworden gestraft maar hij zal aan het ministerieele hart worden gekoesterd, onderwijl hem het deel uit den zak wordt gerold, dat voor de jongste drie jaren des keizers kon worden geheeten. Het ioopt storm aan de be lastingkantoren Zegt het de overheid niet, dat de belasting betaler in wezen niet zoo slecht is, als zij hem altijd heeft geacht en als hoedanig ze hem ook altijd heeft behandeld Als de overheid bij het innen van wat haar toekomt voortaan nu eens een beetje meer coulance behartigde, minder met dwang bevelen, aanmaningen, beslag leggingen ging werken om meer ruimte te laten voor het oefenen van moreelen aandrang, we gelooven, dat het dan iiaar'zelve en de burgerij beter zou gaan. Bij de jongste proefneming van minister Oud is wel gebleken dat de massa niet blind is voor haar betalingsplichten, maar be lastingontduiking wordt zoozeer bevorderd door de wetenschap, dat elke cent van een vrijwillige aanwijzing straks ter betaling zal worden opgevorderd met het mes op de keel en dat dan vaak bij ongelegenheid met soebatten en smeeken nog geen kort stondig uitstel is te verkrijgen. Minister Oud ga voorzichtig voort op de weg van vreedzaam overleg met den belastingbetaler. Handelsovereenkomsten met het buitenland. Minister Marchant's onder wijsplannen. Het ontslag van Ir. Mussert. Uit gewezen I Het schijnt, dat de minister van Sociale Zaken een goede handelsreiziger is. Van zijn bezoek aan Italië is hij terug gekomen met een overeenkomst, welke ons land voordeelen biedt. Ze betreffen in het bijzonder gunstiger bepalingen voor den invoer in Italië van Nederlandsch fokvee en van kaas. Op den terugreis had minister Verschuur in Brussel de laatste besprekingen met zijn collega minister Snap, over de overeenkomst, welke op 1 Maart ingaat. Gunstige be palingen werden verkregen voor den invoer in België van Neder- iandsche aardappelen, groenten varkensvleesch en schapenvleesch Als tegenprestatie zijn eenige billijke bepalingen opgenomen ten behoeve van de export van Belgische industrieele producten. Minister Verschuur wil blijk baar uitvoering gaan geven aan zijn Bedrijfsradenwet, waarmee hij een eerste stap zette op den weg van een corporatieve ordening. Hij gaf opdracht om hem van advies te dienen over de wenschelijkheid van het in stellen van een bedrijfsraad voor de sigarenindustrie. Ook minister Marchant blijft actief. Hij heeft te kennen ge geven, dat hij haast klaar is met de voorbereiding van zijn onderwijs-reorganisatieplannen in welke altijd nog veel geheim zinnigs is gelegen. Slechts door reconstructie en coördinatie belooft de minister de vele noodige bezuinigingsmillioenen te zullen vinden. De groote Leider van de N.S.B. heeft van de Provinciale Staten van Utrecht zijn ontslag gekregen omdat van hem als ambtenaar niet zijn lidmaatschap van de nationaal socialistische organisatie kon worden geduld. Niemand van de Statenleden vroeg het woord, niemand stemming. Justitie en regeering hebben het druk met de N.S.B., meer speciaal om al de gelanceerde lasterpraatjes te onderzoeken overcorruptie e.d. Telkensblijken de fantastische beweringen op geen enkelen goeden grond te steunen. Speciaal de klets van den Rotterdammer Roelofse is ergerlijk De minister van Soc. Zaken heeft een der beschuldigingen van dezen heer weer laten uit pluizen. Niets, maar dan ook absoluut niets bleek juist of ook maar iets van de waarheid weg te hebben. Een hoogstaand ambtenaar, Prof. Dr. Berger

Peel en Maas | 1934 | | pagina 9