DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Ons weekpraatje.
Binnenland.
Zaterdag 3 Maart 1934
Vijf en vijftigste Jaargang No 9
Raadsvergadering
te Venray,
Woensdag 28 Februari
des namiddags 4 uur.
Voorzitter de heer 0. L. P. van
de Loo.
Secretaris de heer A. F. M. van
Haaren.
Afwezig wegens ziekte de heer P,
A. Jacobs.
Na opening der vergadering met
gebed, deed de Voorzitter mede-
deeling van punt 1 der agenda.
1. Schrijven van den heer
Commissaris der Koningin houdende
mededeeling dat H. M. de Koningin
heeft goedgevonden bij besluit van
den 26 Januari 1934 Nr. 188, met
ingang van 21 Februari 1934 opnieuw
te benoemen tot Burgemeester van
Venray de Heer O. L. P. van de Loo
Hierna nam de heer Pubben het
woord, die er aan herinnerde, dat
voor 6 jaren Wethouder Janssen bij
deze gelegenheid het woord voerde,
thans wil hij den Burgemeester be
danken, die zooveel voor Venray
gedaan heeft en er voor gezorgd
heeft, dat Venray gebleven is.-wat
het was. Hij spreekt de hoop uit,
dat onder Gods zegen de herbe
noemde Voorzitter nog veel tot heil
vao Venray zal tot stand brengen.
De Voorzitter dankte voor deze
hartelijk tot hem gesproken woorden
en beloofde zijn beste krachten te
zullen inspannen tot heil der gemeente
en aangename samenwerking met den
Raad.
2. Notulen.
Goedgekeurd.
3. Schrijven van Gedeputeerde
Staten in zake de door den Gemeente
raad in zijne vergadering van 27
December 1933 vastgestelde be
grooting, houdende mededeeling van
de opmerkingen en bedenkingen op
deze begrooting.
De Voorzitter deelde mede, dat
Ged. Staten tweeërlei aanmerkingen
hadden op de begrooting n.l. admini
stratieve en welke meer direct ver
band houden met ramingen. In
hoofdzaak is het streven van den
Minister er op gericht, dat de batige
saldi's niet worden opgebruikt in
een jaar, doch slechts langzamerhand,
vooral om te voorkomen, dat de rij
^an noodlijdende gemeenten nogal
grooter wordt. Ged. Staten vragen
*na aanwijsbare reserves, hoeveel be
dragen die en waaruit bestaan ze.
De Voorzitter hoopt, dat deze
begrooting ernstig behandeld zal
worden en veelzijdig zal worden
toegelicht. Blijft de Raad halsstarrig
om met het voorstel van Ged Staten
accoord te gaan, dan blijft de beslis
sing aan de Kroon, doch het zal
niet meer voorkomen, dat de Kroon
een gemeentebestuur zal stellen boven
Ged. Staten. Persoonlijk voelt hij
tenvolle dat het zeer onaangenaam
is de bevolking zwaardere belastin
gen op te leggen, maar wanneer er
niet aan te ontkomen is moet men
als man dat durven dragen. De aan
wijsbare reserves voor Venray be
staan in hoofdzaak uit den binnen
gekomen achterstand Ysselsteyo, de
extra opbrengst van de vrijwillige
aangiften bij de belastingen, samen
ongeveer f 5000. Hij durft deze
cijfers niet hooger aan te slaan, wijl
deze ook afkomstig zijn van ter zake
bevoegde personen.
De heer Vermeulen meent, dat het
veel meer zijn zal, naar hij vernomen
heeft, zullen de extra belastingen
ongeveer 10 a 12 duizend gulden
opbrengen. Hij durft zijn stem aan
het ontwerp voor belastingverhooging
niet te verleenen.
De Voorzitter antwoordt, dat,
mocht de Raad niet beslissen, Ged.
Staten zelf beslissen zullen.
De heer Vermeulen vraagt aan
den Voorzitter, waarom hij 2 tot 3
keer naar Maastricht is geweest ter
bespreking der gemeentebegrooting,
zooals hij vernomen heeft, waarom
is er geen Wethouder meegegaan.
Hij vreest eenzijdige voorlichting.
De Voorzitter verzekerd dat hij
niet in Maastricht is geweest ter
bespreking der gemeentebegrooting.
De heer Millen meent, dat het
niet aangaat om een schrijven van
Ged. Staten over de begrooting
alleen maar ter inzage te leggen en
in den Raad voor te lezen. Waarom
wordt een zoo ernstig stuk niet bij
de leden rondgezonden, die dan
dieper op de zaak kunnen ingaan.
De Voorzitter zegt, dat bedoeld
schrijven is gericht aan B. en W.
en de Raad moet worden mede
gedeeld en niet in afschrift moet
worden rondgegeven.
De heer Vermeulen zegt, dat hij
van bedoeld 'schrijven een afschrift
gevraagd had, doch dat dit hem ge
weigerd was. Mededeeling aan den
Raad was voldoende, waarop de
Voorzitter zegt, dat deze mededeeling
nu gebeurt.
De heer Vermeulen begrijpt niet,
waarom de Raad nu zoo maar in
eens zou beslissen. Toen het inder
tijd over de keuring ging heeft de
Voorzitter zelf gezegd, wij zullen het
niet toegeven, en Ged. Staten moes
ten wel twee keeren schrijven. De
beslissing werd dan ook aan de Kroon
overgelaten. Laat de Kroon dan ook
nu maar beslissen.
De Voorzitter verzoekt den heer
Vermeulen nuchter te blijven, en
merkt op, dat ook hij niet het stand
punt van Ged. Staten deelt, maar hij
acht het toch raadzaam om met Ged.
Staten te trachten te overleggen.
De heer van Haren merkt op, dat
ook hij het beter had geoordeeld,
dat bedoeld schrijven van Ged. Staten
aan de leden was rondgezonden, dan
konden ze dat op hün gemak eens
instudeeren. Persoonlijke zaken belet
ten de leden maar al te dikwijls om
op de uren, dat de Secretarie open
is, bescheiden te gaan inzien.
De Voorzitter wijst er op, dat het
een nieuw standpunt der regeering
is geen saldi op te maken. Wijst
men nu de door Ged. Staten geboden
oplossing van de hand, dan is het
gevaar niet denkbeeldig, dat van
hoogerhand beslist zal worden over
de begrooting en de Raad bereikt
niets.
De heer Vermeulen vraagt zich af,
wat heeft de Hoofdingenieur van
den Provincialen Waterstaat eigen
lijk te maken met onze gemeente
begrooting. Waarom wijst deze op
de kosten van den aanleg en uit
breiding der rioleering, die geen kosten
met zich mee zal brengen, daar de
buizen voor het aansluiten van het
Ziekenhuis ad f 1400, reeds in 1933
gekocht en betaald zijn. Is men in
Maastricht wel goed voorgelicht.
De heer Arts stelt de vraag, weten
de Wethouders wat U geschreven
heeft, mijnheer de Voorzitter.
Waarop de Voorzitter zegt, dat
niemand het recht heeft om zulke
vraag te stellen, maar hij ontkent
nogmaals ter zake een conferentie
te Maastricht gehad te hebben.
Dat is voor U een weet en voor
ons een raadsel, zegt de heer Arts.
De heer van Haaren merkt op,
dat de Raad met bezuinigingen is
gekomen in de begrooting en van
het voorstel van B. en W. zijn af
geweken, om alsnog te ontkomen
aan het opleggen van hoogere be
lastingen. Van bezuinigingen ziet hij
trouwens nog weinig, als hij ziet
dat op den Overloonsche weg al
weer gewerkt zal worden met het
aanbrengen van een steenen rand.
Deze weg is nogal tonrond, waar
door hij voorziet, dat er nog veel
novomac op dezen weg zal moeten
worden aangebracht.
De Voorzitter merkt op, dat op
de begrooting een post is uitgetrok
ken onderhoud wegen. Verschillende
wegen zijn van provinciaal belang
verklaard en de gemeente Venray
geniet daarvoor een hoogere subsidie,
doch Ged. Staten stellen dan ook
hun eischen voor zulke wegen en
laten het nakomen dier eischen
onderzoeken. Voldoen wij nu niet
aan die eischen, dan wordt de sub
sidie kleiner en bedriegt hier de
zuinigheid de wijsheid.
De heer Vermeulen meent, dat de
grindprijs ad f 2.25 veel te hoog
geraamd is. Hier koopen ze minder.
De Voorzitter antwoord, dat dit
de gemiddelde prijs is, waarbij van
de speciale aankoop-gelegenheid in
Venray niet is gerekend.
De heer van Haren vraagt, wie
die steenen levert aan den Over
loonsche weg. Hij weet heel goed,
dat hij ze toch niet leveren kan,
omdat hij raadslid is.
De Voorzitter zegt, dat dit speciale
steenen zijn, die hier niet kunnen
gemaakt worden.
De heer van Boven wil er aan
toevoegen, dat wanneer die steenen
hier gemaakt kunnen worden, dit ook
hier moet gebeuren. We moeten op
de kleintjes letten, vooral daar hij
meent, dat dergelijke steenen hier
wel kunnen gefabriceerd worden.
De Voorzitter antwoordt hierop,
dat B. en W. hiervoor nemen een
speciaal soort steenen, evengoed als
voor gasvlamklinkers.
Wethouder Odenhoven zegt, dat
dit ook in B. en W. besproken is,
dat deze steenen wel in Venray
kónden gemaakt worden, doch dat
de fabrikant ze niet mocht leveren,
omdat hij lid van den Raad is.
De heer Millen vraagt, of het niet
toelaatbaar is, dat een schrijven van
Ged. Staten als hiervoor bedoeld,
aan de leden wordt rondgezonden.
Is dit wel toelaatbaar, dan konden
de Raadsleden zoo dit gebeurde, met
meer kennis van zaken oordeelen.
De Voorzitter zegt, dat zooveel
mogelijk voldaan wordt aan iedere
wensch van de Raadsleden. Inlich
tingen worden zooveel mogelijk bereid
willig gegeven, maar een schrijven
aan B. en W. is niet een schrijven
aan de Raad.
De heer Millen vraagt, wat is er nu
eigenlijk tegen rondzending, en wat
de inlichtingen betreft, deze worden
zeer sobertjes en zoo min mogelijk
gegeven.
De heer Stoot vraagt, hoe is het
nu de bedoeling van dat ter kennis
brengen van de Raad. Is het de be
doeling dat dit gebeurt in de Raads
vergadering of b.v. 8 dagen voor de
Raadsvergadering.
De Voorzitter zegt, mijne heeren,
we kunnen zoo niet blijven doorgaan,
waarop de heer Stoot zegt, U wilt
niet.
De heer Millen merkt op, dat alle
Raadsleden niet even geleerd zijn en
eenzijdige inlichting steeds verkeert
is. De Raad zou goed doen, rond
zending van het schrijven te eischen
ofwel dit agendapunt aan te houden,
welk laatste voorstel direct gesteund
wordt door de heeren Vermeulen en
van Boven.
De Voorzitter stelt voor deze be
langrijke zaak heden af te werken.
Waarop de heer van Haren zegt,
zich niet verantwoord te achten om
heden zonder nadere studie over de
begrootiDg te stemmen. Hij zegt niet.
tegen de voorstellen van Ged. Staten
te zullep stemmen, doch hij wil met
zijn stem met kennis van zaken uit
brengen.
Wethouder üdenhoven meent ook,
dat rondzending van meerbedoeld
schrijven en bestudeering van dit
schrijven slechts een royalere kijk
op deze aangelegenheid kan mede
brengen.
Alsnu wordt tot stemming over
gegaan en wordt besloten bedoeld
schrijven van Ged. Staten rond te
zenden, en dit agenda punt aan te
houden tot een volgende vergadering
Tegen stemden Wethouder Pubben
Goumans en Houben.
Op een vraag van den heer Ver
meulen, of nu dit schrijven ook rond
zal worden gezonden, antwoordt de
Voorzitter bevestigend.
4. Vaststelling der voorloopige
vergoedingen der bijzondere lagere
scholen overeenkomstig art. 101 der
Lager Onderwijswet 1920.
Na uiteenzetting van den Voor
zitter gaat de Raad er mede accoord.
dat deze vergoeding wordt bepaald
op 80 pet. van f 634.
5. Aanvrage van het algemeen
Burgerlijk Armbestuur tot het ver
leenen van een aanvullingssubsidie
over 1933.
Na voorlezing van het request
besluit de raad z.h.s. f 1200 te ver
leenen.
6. Aanbieding van het verslag
der Commissie tot Wering van
Schoolverzuim.
Wordt ter inzage gelegd.
7. Voorstel van B. en W. tot
het verleenen van een bijdrage aan
het plaatselijk Crisis Comité van
188 X f2.10 =- f394.80 onder
voorwaarde dat het Nationaal
Crisis Comité eeD gelijk bedrag
beschikbaar stelt, tot het verleenen
van extra hulp voor aanschaffing
van kleediDg, beddegoed en dergelijke
aan bij door het Rijk gesubsidieerde
werkverschaffingen geplaatste werk-
loozen in 1934.
Z.h.s. gaat de Raad hiermede
accoord.
8. Behandeling van het verzoek
van den Gemeenteraad tot wijziging
der pensioen verordening houdende
vaststelling der bijdragen voor eigen
pensioen en weduwen- en weezen-
pensioen.
9. Behandeling van het verzoek
van den Gemeenteraad tot wijziging
der verordening regelende de rangen,
het aantal, de samenstelling, de
eischen van benoembaarheid en de
bezoldiging van de ambtenaren van
politie, de instructie van den hulp
keurmeester, voor zoover betreft de
daarin vastgestelde rijwieltoelage en
verlaging der rijwieltoelage voor den
Gemeente Hoofdopzichter en den
voorwerker in algemeenen dienst
der Gemeente.
In verband met komende wetten
en bezwaar van de organisatie wor
den deze beide punten aangehouden.
De heer Vermeulen klaagt over
het slechte gaslicht en de gaslucht in
de Raadszaal, waarop de Voorzitter
zegt, dat hij de gasleiding en de
lampen zal laten nakijken.
10. Behandeling van het verzoek
van Mej. J. A. Meesters, vroed
vrouw, om van gemeentewege een
subsidie te mógen ontvangen.
B. en W. achten zich niet ver
antwoord in dezen tijd met een voor
stel te komen, waarmede de Raad
zich vereenigde, alhoewel de heer
Millen op een kleine subsidie aan
drong.
11. Voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot het onderhands
aanbesteden van het leveren en
onderhouden van het benoodigde
voor den Gemeentelijken Autobus
dienst Venray—Station.
Terwille der bezuiniging stellen
B en W. deze verandering voor.
De aannemer is bereid, om het hem
aangeboden concept-contract te
onderteekenen. Het wordt dan voor
4 jaar aangegaan.
De heer van Haren wijst op
mogelijke stijging der onkosten en
vraagt of de gemeente dan gedekt
is, waarop de Voorzitter antwoordt,
dat hier een waarborgsom gesteld
wordt. Hij kan er bijvoegen, dat de
aannemer verklaard heeft de zware
conditie aan te durven.
Dan komen wij mooi van de
schuld van den Gemeentetram af, in
1938, zegt de heer Geurts.
12. Behandeling van het voorstel
van het lid van den Gemeenteraad
den heer J. Vermeulen e.a. tot het
wijzigen der verordening op de
openbare vermakelijkheden.
De Voorzitter zegt, dat het voor
stel niet juist is geredigeerd. Zooals
het er staat zou niemand belasting
betalen, daar er nooit voor heele
dagen muziekverlof gegeven wordt,
b.v. onder de kerkdiensten niet. De
belasting wordt hoog genoemd, doch
hij wijst erop, dat die al eens ver
minderd is.
De heer Vermeulen stelt voor eene
commissie te benoemen van voorbe
reiding tot herziening der verorde
ning op de vermakelijkheidsbelasting
De Voorzitter zegt, dat het een
verbazend moeilijk onderwerp is,
terwijl het geven van muziekverlof
uiteindelijk alleen aan den Burge
meester toekomt.
De heer van Boven vraagt, welk
bezwaar is er nu eigenlijk, dat er
altijd muziek gemaakt wordt.
Dat wil de Voorzitter wel eens
mededeelen. En hij zegt, dat er dan
ook op de gehuchten muziek gemaakt
wordt en dansen zeer waarschijnlijk
niet achterwege zal blijven.
De heer van Boven zegt, dat hij
wel eens reizigers gesproken heeft
en deze betreuren, dat zij bij ge
dwongen rust niet kunnen genieten
van gewone radiomuziek. Zij hebben
hem wel eens gevraagd in welk
apenland wonen jullie toch, waar
alleen Zondags muziek gemaakt mag
worden.
De Voorzitter zegt, dat hij geen
bezwaar heeft tegen het benoemen
van een Commissie, waarop de heer
van Boven vraagt of die Commissie
dan bevoegd is om beslissingen te
nemen.
Neen zegt de Voorzitter, dat blijft
aan mij. Ik zal dan overgaan tot
het benoemen van een Commissie
Neen mijnheer de Voorzitter, zegt
de heer Vermeulen, wij benoemen,
de Raad.
Mijnheer Vermeulen U vergist U,
zegt de Voorzitter, zie maar in het
reglement van orde, ik benoem.
De heer Vermeulen geeft zich niet
gewonnen en hanteert de Gemeente
wet en meent, dat hij uit een artikel
der Gemeentewet kan lezen, dat de
Raad een Commissie van voorbe
reiding benoemt.
Neen, zegt de Voorzitter, het is
een Commissie met een bepaalde
last, dus een Commissie ad hoe,
maar intusscben, ik geef er niets om
laat de Raad maar benoemen.
Uit de gehouden stemming bleek,
dat in deze Commissie werden ge
kozen de heeren Millen, Janssen,
Vermeulen, Weth. Odenhoven en
Weth. Pubben, welke laatste tevens
tot Voorzitter werd gekozen.
Weth. Odenhoven nsm nu het
woord en herinnerde er aan, dat het
nu ongeveer 23 jaar geleden is, dat
de Raad ook een Commissie be
noemde. Van het leven en werken
deze»* Commissie hebben we nooit
iets vernomen. Alleen weten we dat
ze dood is. Hij hoopt dat de nieuwe
commissie meer leven zal bezitten eD
meer succes zal boeken.
De heer Vermeulen zou de Secre
taris, als Secretaris voor de Com
missie willen aanwijzen.
Dat is van zelf zegt de Voorzitter.
Weth. Pubben hoopt ook op veel
succes voor het werken dezer Com
missie tot heil der belanghebbenden.
13. Voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot het nemen van
een besluit ingevolge het bepaalde
in artikel 5 der wet van den 29
December 1933 tot heffing eener
couponbelasting, dat de Gemeente
gebruik zal maken van haar bevoegd
heid om bij de uitbetaling der
coupons aan de daarop rechtheb
benden de couponbelasting in te
houden.
Z.h.s. ging de Raad hiermede
accoord.
14. Voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot het nemen van
een besluit Om tot een regeling te
komen ter gemeenschappelijke be
hartiging van een streekplan voor
Noord-Limburg ingevolge het be
paalde in artikel 45 en volgende der
Woningwet.
De Voorzitter wijst er op, dat
het hier gaat over een streekplan en
niet over het aan den Raad bekende
Peelplan. De kosten hiervan zullen
bedragen 2i/2 cent per inwoner per
jaar.
De heer Millen vraagt of dat dit
voor een keer is.
Neen, zegt de Voorzitter, dat
duurt zooveel jaren als et noodig
zijn om het plan uit te werken, en
kan dus meerdere jaren duren.
Dan ben ik er tegen zegt Millen.
De heer Vermeulen zegt, dat hij
niets meer gehoord heeft van het
Peelplan, waarvoor de gemeente
f 200 betaald heeft en nu weer een
streekplan, dat jarenlang 2i/s cent
per inwoner zal kosten, dat gaat niet
op. Hij zou de heeren plannenmakers
eens uit den hoek laten komen.
Ten slotte wordt ook dit punt,
nadat de heer Vermeulen nog had
opgemerkt, dat bij het Peelplan reeds
stafofficieren meespraken en dus de
kans bestaat, dat de Peel nog eens
terrein wordt waar een oorlog wordt
uitgevochten, aangehouden.
15. Verzoek van de bij de Beken
normalisatie, Haven werken en spitten
van grond tewerkgestelde arbeiders
om loonsverhooging te bevorderen.
Alhoewel d^ Voorzitter het voor
stel ontraadt, daar hij vreest, dat een
eventueel onderzoek der loonen in
het vrije bedrijf en in de werkver
schaffing een nadeel zal medebrengen
voor de arbeiders in de werkver
schaffing, draagt de Raad B. en W.
toch op, om ten deze een schrijven
aan den Minister te richten.
16. Ingekomen stukken en mede
deelingen.
De Voorzitter deelt mede, dat
Ged. Staten het voorstel van den
Raad inzake presentiegeld en kermis
Oirlo hebben goedgekeurd.
Dan is er nog ingekomen een
dankbetuiging van het Kerkbestuur
te Leunen, voor de verleende subsi
die, alsmede een schrijven van de
landbouwbonden, waarin het omspit
ten van wegen wordt besproken.
De weg naar de Rips kwam ook
nog ter tafel waarvoor echter nog
verschillende stukken grond moeten
worden afgestaan door de eigenaren.
Verder is er ingekomen een missive
van den Minister mededeelende, dat
Z. E. den tijd voor een steunrege
ling in Venray nog niet gekomen
acht.
De heer Arts begon een bespre
king over de vuilnisplaatsen, terwijl
de heer Vermeulen mededeelde, nog
iets op zijn geweten te hebben, dat
hij in comité-generaal wenschte te
behandelen.
Het was inmiddels acht uur ge
worden en de vergadering had dus
reeds 4 uur geduurd, toen de heer
Vermeulen met zijn bespreking
begon.
Een van de best rendeerende
zaken blijft toch maar de exploi
tatie van een belastingkantoor.
De baten zijn aanzienlijk en
de bedrijfsonkosten zijn in ver
houding gering. Alle extra-werk
wordt trouwens als regel ook
extra betaald.
Vergeet 'n mensch op tijd zijn
gang te maken naar het belas
tingkantoor, dan krijgt hij een
herinnering thuis gestuurd op 'n
gewone gedrukte briefkaart en
daarvoor wordt hem dan een of
twee kwartjes in rekening ge
bracht.
Is ie een beetje lang op vacan-
tie geweest, dan ligt er thuis 'n
velletje papier op hem te wach
ten, dat van de Koningin ge
stuurd heet te zijn en dat tegen
een vorstelijken prijs van f 3.60
of zoo daaromtrent op het aan
slagbiljet des vacantiegangers
wordt bijgeboekt.
Wat de overheid ook te innen
heeft, krijgt ze als er maar
contanten aanwezig zijn op
de vlotste wijze binnen.
Strenge wetten verordenen den
menschen vaak om hun percee-
ien te laten aansluiten bij de
waterleiding, maar als men een
kwitautielooper durft terugsturen
komt er subiet een man, met 'n
tang of ander geweldsinstrument
die den watertoevoer stop zet.
Wat gas en electriciteit betreft,
dito, dito.
Een winkelier verliest 'n klant,
wanneer hij met een kwitantie
voor het geleverde „durft" te
sturen. Gaat ie procedeeren, dan
raakt hij grootendeels weer
aan de overheid eenige malen
het bedrag zijner vordering kwijt
ongeacht of hij „wint" dan wel
verliest.
Zoo'n winkelier kan zoo vurig
verlangen naar een of ander
overheidszaakjeWat zou hij
bovendien zoo'n zaakje door
meerdere coulance tot grooter
bloei weten te brengen I
Coulance, een beetje mensche-
lijkheid, zijn dikwijls geen dingen
waaraan de .fiscus of de admi
nistratie van een overheidsbedrijf
zich te buiten plegen te gaan.
Tot scha van hun onderneming.
Minister Oud heeft in dat op
zicht betere ideeën; hij heeft iets
van den goeden koopman in
zich
Hij ziet in, dat met dwang en
bedreigingen wel middelen kun
nen vloeien, welke aanwijsbaar
zijn, maar dat daarmee geen
bereidwilligheid wordt bevor
derd of offervaardigheid gewekt.
Minister Oud heeft een aanval
ondernomen op de portemonnaie
des belastingbetalers via diens
hart en die weg is een voor-
deelige gebleken. De burger,
die reeds zoo vaak den fiscus
genomen heeft uit geprikkeldheid
omdat de fiscus zoo onbarm
hartig hem nam, die is omge
vallen van aandoening, toen de
overheid een beroep deed op
zijn gemeenschapsgevoel, zijn
eerlijkheid en zijn plicht, gracieus
de gelegenheid biedende om een
rein belastingbetalersgeweten te
verwerven door vrijwillige op
somming van verzwegen be
lastingobjecten. De gewetens
zuiveraar zal nietworden gestraft
maar hij zal aan het ministerieele
hart worden gekoesterd, onderwijl
hem het deel uit den zak wordt
gerold, dat voor de jongste
drie jaren des keizers kon
worden geheeten.
Het ioopt storm aan de be
lastingkantoren Zegt het de
overheid niet, dat de belasting
betaler in wezen niet zoo slecht
is, als zij hem altijd heeft geacht
en als hoedanig ze hem ook
altijd heeft behandeld
Als de overheid bij het innen
van wat haar toekomt voortaan
nu eens een beetje meer coulance
behartigde, minder met dwang
bevelen, aanmaningen, beslag
leggingen ging werken om meer
ruimte te laten voor het oefenen
van moreelen aandrang, we
gelooven, dat het dan iiaar'zelve
en de burgerij beter zou gaan.
Bij de jongste proefneming
van minister Oud is wel gebleken
dat de massa niet blind is voor
haar betalingsplichten, maar be
lastingontduiking wordt zoozeer
bevorderd door de wetenschap,
dat elke cent van een vrijwillige
aanwijzing straks ter betaling
zal worden opgevorderd met het
mes op de keel en dat dan vaak
bij ongelegenheid met soebatten
en smeeken nog geen kort
stondig uitstel is te verkrijgen.
Minister Oud ga voorzichtig
voort op de weg van vreedzaam
overleg met den belastingbetaler.
Handelsovereenkomsten
met het buitenland.
Minister Marchant's onder
wijsplannen. Het ontslag
van Ir. Mussert. Uit
gewezen I
Het schijnt, dat de minister
van Sociale Zaken een goede
handelsreiziger is. Van zijn
bezoek aan Italië is hij terug
gekomen met een overeenkomst,
welke ons land voordeelen biedt.
Ze betreffen in het bijzonder
gunstiger bepalingen voor den
invoer in Italië van Nederlandsch
fokvee en van kaas. Op den
terugreis had minister Verschuur
in Brussel de laatste besprekingen
met zijn collega minister Snap,
over de overeenkomst, welke op
1 Maart ingaat. Gunstige be
palingen werden verkregen voor
den invoer in België van Neder-
iandsche aardappelen, groenten
varkensvleesch en schapenvleesch
Als tegenprestatie zijn eenige
billijke bepalingen opgenomen
ten behoeve van de export van
Belgische industrieele producten.
Minister Verschuur wil blijk
baar uitvoering gaan geven aan
zijn Bedrijfsradenwet, waarmee
hij een eerste stap zette op den
weg van een corporatieve
ordening. Hij gaf opdracht om
hem van advies te dienen over
de wenschelijkheid van het in
stellen van een bedrijfsraad voor
de sigarenindustrie.
Ook minister Marchant blijft
actief. Hij heeft te kennen ge
geven, dat hij haast klaar is met
de voorbereiding van zijn
onderwijs-reorganisatieplannen in
welke altijd nog veel geheim
zinnigs is gelegen. Slechts door
reconstructie en coördinatie
belooft de minister de vele
noodige bezuinigingsmillioenen
te zullen vinden.
De groote Leider van de N.S.B.
heeft van de Provinciale Staten
van Utrecht zijn ontslag gekregen
omdat van hem als ambtenaar
niet zijn lidmaatschap van de
nationaal socialistische organisatie
kon worden geduld. Niemand
van de Statenleden vroeg het
woord, niemand stemming.
Justitie en regeering hebben
het druk met de N.S.B., meer
speciaal om al de gelanceerde
lasterpraatjes te onderzoeken
overcorruptie e.d. Telkensblijken
de fantastische beweringen op
geen enkelen goeden grond te
steunen.
Speciaal de klets van den
Rotterdammer Roelofse is ergerlijk
De minister van Soc. Zaken
heeft een der beschuldigingen
van dezen heer weer laten uit
pluizen.
Niets, maar dan ook absoluut
niets bleek juist of ook maar
iets van de waarheid weg te
hebben. Een hoogstaand
ambtenaar, Prof. Dr. Berger