TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Geld Jan.
Niet met alle
middelen.
FEUILLETON.
Geen tweederlei
moraal.
Varia.
Zaterdag 3 Maart 1934
Vijf en vijftigste Jaargang No 9
Wanneer men velen over het
natiooaal-socialisme hoort spreken,
verneemt men steeds weer opaieuw,
dat deze beweging in Duitschland
misschien veel verkeerds moge heb
ben gedaan, maar dat zij dan toch
maar met één slag het Communisme
en Socialisme vernietigd heeft. Wat
dan als groote verdienste wordt ge
prezen.
Nu gelooven wij op de eerste
plaats, dat van een vernietiging van
Communisme en Socialisme in
Duitschland allerminst kan worden
gesproken. Uit allerlei feiten blijkt,
dat vooral het Communisme nog als
een uiterst actieve groep bestaat.
Vernietigd is alleen de uiterlijke
organisatie van Communisme en
sociaal-democratie Maar beide leven
nog in illegale vormen voort en het
illegale Communisme zou op den
duur nog wel eens gevaarlijker kun
nen blijken dan het legaleook
het Russische .Communisme was
illegaal.
Er is echter iets anders in die be
wondering van velen voor de ver
nietiging van Communisme
Socialisme, wat niet zonder beden
king is. Op zichzelf beschouwd is
het verdwijnen van de georganiseerde
vormen dezer levens- en wereldbe
schouwingen een winst.
Maar die winst is op de eerste
plaats veel te duur be haald, wanneer
zij wordt verkregen ten koste van
den totalen staat, zooais het nationaal-
socialisme die brengt. Tienmaal liever
een staat, die de eigen rechten der
menschelijke persoonlijkheid eerbie
digt en tevens de georganiseerde
vormen van ons tegenoverstaande
levensbeschouwingen toelaat dan een
staat die deze vormen niet toelaat
doch óók, welhaast alle georganiseer
de vormen van onze eigen levens
beschouwingen tevens vernietigt.
Op de tweede plaats kunnen de
bij de vernietiging dier georganiseer
de vormen van Communisme aange
wende middelen zeker niet alle
worden toegejuicht.
Het doel heiliqt de middelen niet.
En als de vernietiging dezer ge
organiseerde vormen geschiedt met
verkrachting van de meest elemen
taire begrippen van recht en van
menschelijkheid, dan moeten die
middelen worden afgekeurd, ook als
ze worden aangewend tegen Socia
listen of Communisten.
Het afranselen tot den dood toe
zonder eenige rechtspleging van
heden, die een. ook naar onze mee
ning valsche, levensbeschouwing aan
hangen, doch waarvaa de openlijke
belijdenis in den Duitschen Staat
vóór begin 1938 wettelijk volkomen
geoorloofd was, strijdt met ieder
begrip van recht en menschelijkheid.
Het is een ontoelaatbaar middel
voor den Christus, zelfs al weer
deze, dat de Communist, die zóó
behandeld wordt, tegenover den
tegenstander, die hem nu de baas
is, zeker niet anders zou optreden.
Het gevoel tegen lieden, die in
openlijken opstand komen tegen het
wettige Gezag, is natuurlijk van ge
heel anderen aard. Deze plegen een
daad. waarvan zij weten dat die
strafbaar is en zelfs strafbaar met
den dood. Zij hebben zich over die
straf niet te beklagen.
In Duitschland echter zijn onmid
dellijk na het optreden van de
Nationaal- Socialistische Regeering
tal van lieden in concentratiekampen
opgesloten, die zich aan geen enkel
vergrijp tegen de tot dan toe gel
dende wet hadden schuldig gemaakt.
En er zijn er ontegenzeggelijk daar
onder die wreed mishandeld zijn,
Een platteljindsgescliiedonis
van de Belg.-Limb, grens.
2.
Ook komt hij nog voor met
de veeverzekering
Ook al
Verleden week heeft men bij
Singels een koe afgemaakt en ge
weet dat iedere boor, die lid is
van de verzekering, in evenredig
heid met zijn verzekerd vee ook
vleesch moet halen.
't Is waar ook, verleden week
hebben wij een hapje versch
vleesch gehad. En verder
En weet gij wat Jan hseft
gedaan Hij sneed het vleesch
eraf en 'droeg de beenderen terug
zeggend dat men hem te slecht
had bediend.
Och kom, die 's rijksbelas
tingbriefjes durft veranderen, die
is tot alles in staat, woedde Ka-
trien 1
Dat is waar ook 1
Laat hem maar reizen, des
te beier voor ons.
't Kon ook, dat hij vandaag
op een bazin uit is, jckte Peer de
fcnecht.
Maar ?op nu zoo iemand
lichamelijk en moreel. Niet alleen
Communisten en Socialisten doch
ook Katholieken, die zich te voren
zéér scherp tegen het nationaal-
socialisme hadden uitgelaten. Dit nu
is zuivere willekeur, dit is een
woeste en barbaarsche uiting van
volkomen gemis aan beset voor recht
en persoonlijke vrijheid. Dit heeft
ook niets gemeen met hetgeen de
Katholieke Staten der middeleeuwen
dedea tegen personen, die openlijk
tegen het toen geldende recht in
verzet kwamen. Want hier geldt het
lieden, die volkomen gedekt werden
door de rechtsorde, waarin zij leef
den.
Overigens kan aan den modernen
staat, die niet basseert op een door
allen als waar erkende leer zooals
dit in de middeleeuwen wél het ge
val was, die dus niet wortelt in den
grond van geestelijke eenheid, doch
vele geestelijk zeer uiteenloopende
groepen omvat, niet het recht toe
komen een of andere willekeurige
leer het inzicht van enkelen als ver
plichtend aan allen op te leggen,
wat nog iets geheel anders is dan
dat zulk een staat leerlingen verbiedt
te verspreiden die juist de onder
drukking der geestelijke vrijheid,
waarin hij wortelt, beoogen. Dat
wordt de zuivere tyrannie der ge
wetens door de Staatsmacht.
Dit daargelaten echter kunnen toch
nooit de middelen worden goedge
keurd waarmede door vreesaanjagiDg,
mishandeling en moord zelfs, overi
gens destructieve levensbeschouwin
gen door het nationaal-socialisme
van haar georganiseerde vormen zijn
beroofd.
Op dien grond kunnen wij niet
instemmen met de bevrediging, waar
mede niet zoo weinigen telkens weer
de vernietiging van communisme en
socialisme door het Duitsche natio
naal socialisme vaststellen. En nog
minder hierom dat die vernietiging
is gekocht met een werkelijkheid die
erger is dan het bestaan der georga
niseerde vormen zelve. In de moder
ne staten nu kan het alleen tot zulk
een vernietiging komen als men dat
gevolg op den koop toeneemt.
Zw. P.
De vermogensverzwygers
en de werkloozen.
Met de belastingaangiften schijnt
wel zwaar gezondigd te zijn, zoo
schrijft „De Volkskrant"
Uit Friesland wordt aan de N.R.
Cl. gesch even van een notaris op
het platteland, die in veertien dagen
tijds meer dan vijftig knoeiers bij
zich had ontvangen, onder wie er
waren, die een bezit van vijftig
duizend gulden of meer hadden
verzwegen.
En een inspecteur der belastingen
vertelde aan het Huisgezin, dat tal
rijke aangiften waren binnengekomen
vooral van kooplieden, kleinere
reringdoenden, landbouwers en ren
teniers, maar dat nog velen waren
achterwege gebleven.
Ook de safes der bankiers zijn
goed gevuld met effecten en andere
papier van geldswaarde en iedere
bankier dien wij spreken aldus
de inspecteur zegt: u moest eens
weten wat er allemaal nog zit
Er worden blijkbaar aan de schat
kist vele en groote sommen onthou
den, waarvoor nu de eerlijke men-
schen moeten opdraaien.
En men kan er op aan, dat er
onder die belastiDgontduikers-in-het-
groot een aaDtal zijn, die op z'n tijd
aan de bittertafel een hartelijk woord
voor man willen riep Katrien.
Gij moest hem maar eens
kunnen krijgen gekte Ties de
tweede knecht.
Met al zijn centen kan hij
me dadelijk verhagelen, was 't
bitsige antwoord.
Geld maakt recht wat krom
is, wijsgeerde Peer.
Och wat, met uw stinkend
geld, ik heb liever een jongen,
die - maar zijn tien vingers heeft
en die me uit reine liefde trouwt.
Ja, leef jij maar van liefde
en schoon water.
En als bij uw centen hard
moet werken en maar half genoeg
over den tand krijgt,... Wat dan
nijdigde de meid.
En nu werd baas Jan haarfijn
ontleed, dooreengereten als vlas
door een hekel. Met iedereen in
het dorp had hij geruzied, gekra
keeld en met zijn vrouw zou hij
ook wel vechten, dat het veeren
zou stuiven.
Want een kemphaan was hij I
Iedereen deed een greep inJans
leven, dat aaneengeweven was
met knepen en streken van grab
belende bezitzucht. De vrouw, die
hij zou krijgen, zou er ook wel
naar zijn. Daar konden ze gerust
op rekenen
Nu wenschlen zij vurig, dat hij
maar iets vond, waar hij regel
matig Zondags naar toe ging om
er stil te fluisteren en hardop te
liegen. Jntusschen konden ze vrij
weten te zeggen over de steuntrek
kers, die van bun geld leven en
God betere het de overheid nog
beliegen door een valsche opgave.
We moeten elkanders lasten dra
gen is een woord, dat in onzen tijd
van solidarisme-met-den-mond sterk
in zwaug is gekomen.
Het solidarisme met-de-daad wordt
al op zonderlinge wijze beoefend
door de duizenden en duizenden die
den fiscus te kort doen en daardoor
hun evenmensch den een die te veel
moet betalen, den ander die in zijn
steun gekort wordt.
De Bossche belastinginspecteur
verklaarde, dat het ouderwetsche
geknoei met de belastingaangiften,
dat vroeger groot was, uit moet
zijn.
Een goede, wij hopen geen vrome
wensch: maar „vroeger" waren toch
enkel „nette" menschen in de belas
tingen aangeslagen, een arbeider
verdiende daarvoor te weinig.
En toen waren valsche belasting
aangiften „gewoonte": werpt dit geen
eigenaardig licht op de mentaliteit
van de meergegoeden en ligt daarin
geen vingerwijzing om wat clemen-
ter te zijn wanneer eens een werk-
looze, op het voetspoor der nette
menschen der nette menschen, met
zijn opgaven de hand licht
Men moet er geen tweeëdei mo
raal op na houden.
Feestvergadering
Jonge Boeren.
Federatie Venray.
In het St. Antoniuspatronaat hield
de federatie van JoDge Boeren, groep
VeDray, hare feestvergadering, welke,
zooals gewoonlijk, zeer druk bezocht
was, zoodat de groote zaal zich tot
in de uiterste hoeken vulde met
belangstellenden. Behalve verschillen
de Voorzitters van Boerenbonden en
Geestl. Adviseurs, weren verder aan
wezig de Burgemeester van Venray
en de beide wethouders Pubben en
Udenhoven.
De Voorzitter, de heer G. Poels
te Oostrum, die deze bijeenkomst op
zeer mooie wijze leidde, zegt dat het
hem genoegen doet, dat zoo velen
wederom zijn opgekomen om deze
vergadering bij te wonen. Eén missen
we echter hedenavond, onze Eere
voorzitter Jan Poels, die ons zoo
plotseling ontviel. WanDeer men
hoort van „Eere-voorzitter" wordt
zoo dikwijls gedacht aan een eere-
baantje en dat is het gewoonlijk ook.
Hij was echter onze groote raads
man en leider. Alle verdiensten wil
Spreker niet nagaan, doch nog slechts
op een paar punten wijzen o.a. de
oprichting van de Landbouwschool
te Venray, dat zijn werk was en de
normalisatie der beken, op initiatief
der Jonge Boeren, doch waarvan hij
dé groote voortrekker was, en waar
van zoowel boer als arbeider profi
teeren. Hij dankt de leden voor de
massale opkomst bij de begrafenis,
doch het Bestuur heeft gemeend, dat
dit niet voldoende was en heeft
daarom besloten op dezen feestdag
op alle gehuchten nog een H. Mis
te laten lezen voor zijo zielerust.
Staande wordt dan nog een Onze
Vader gebeden.
Spreker herinnert dan aan het voor
stel van den heer Dings op den
studiedag te Horst, om de vergade
ringen te openen met den Jongen
Boerengroet, hetgeen toen algemeene
instemming vond. n.!. Trouw aan
Kruis en Ploeg. Hou vast. Hetgeen
beteekent. trouw aan Hem, die voor
ons stierf aan het Kruis, aan ons
Geloof en aan onzen Boerenstand,
de flinkste en grootste stand onzer
maatschappij. Met deze woorden
opent hij dan de vergadering.
ademen en beter smullen.
Smullen, bak spek meteier,
riep Trien.
Mij goed, zei Peer.
Maar een kreppelke spek
krijgen wij alle dagen, jaar in
jaar uit. En Vrijdags valt er ook
eens een eitje, als ze maar vijf
centiemen kosten. Mij dunkt, dat
wij wel iets anders konden nemen
grommelde de tweede meid.
Kiekerekie! Haantje, kopaf
is dood lekkerbekte de andere
knecht.
Dit voorstel viel in den smaak.
Wat heerenmagen dagelijks eten,
zou ook wel door een boerenmaag
kunnen verduwd worden.
En ze stormden naar buiten.
Een koppel jonge hanen zouden
hun jeugdig leven in de braadpan
ten offer brengen Maar hoe ze
gevangen
De meid, die dagelijks de hen
nen voerde, kende de dikste en
de dikste. Vette hanen, de mooiste
eruit, moesien geslacht worden.
Voor Jan zijn kuikenkoopers
waren de graatmagere goed ge
noeg.
Tuut, tuut, riep de meid en
onmiddellijk kwam een trek hanen
hennen en kiekens aan gevlogen.
Een hanenschouwing had nu
Toen zij 't akkoord waren over
de twee beste slachtoffers, namen
de knechts een gaffel om ze on
verhoeds neer te vallen en sloe
gen op den pikkenden troep. De
Hij beet hartelijk welkom aan
alle geestel. adviseurs. Voorzitters
Boerenbonden, Jonge Middenstand,
Credo Pugno enz. en speciaal den
Burgemeester van Venray. wiens
mooie woorden spreker zich nog
herinnert bij de eindles der Land
bouwschool waar hij sprak niet als
Burgemeester, doch als een vader
tot zijn kinderea. Spreker stelt dan
ook voor hem hedenavond te be
noemen tot Eerevoorzitter der ver-
eeniging, hetgeen met applaus door
de vergadering wordt bekrachtigd.
De Burgemeester neemt dan het
woord en zegt, dat hij eenigszins
huiverig is om ja te zeggen. De
Voorzitter heeft straks reeds gezegd
dat de vroegere Eerevoorzitter er
een was met raad en daad. Nu is
spreker wel reeds 18 jaren Burge
meester van een gemeente waar de
landbouwbevolking de hoofdschotel
vormt, toch kan hij niet zeggen dat
hij zoo goed op de hoogte is als
den te vroeg ontslapen Eerevoor-
sitter.
Al draagt spreker den boerenstand
groote liefde toe. hij moet steeds
de strikte onpartijdigheid in acht
nemen als de gemeentebelangen dat
vorderen. Hij weet echter ook dat
de boerenstand de krachtigste stand
van dit gewest en Venray is en
deze stand steeds gesteund beeft het
wereldlijk en geestelijk gezag. Met
deze wetenschap, dat men op de
Jonge Boeren als degelijke katholieke
mannen kan bouwen, die tevens be
grijpen en beseffen, dat zij leiding
noodig hebben en deze ook als het
moeilijk is zullen volgen, wil spreker
gaarne het Eere-voorzitterschap aan
vaarden en zijn krachten stellen in
het belang der vereeniging.
Applau3.
Nadat de Voorzitter den Burge
meester dank heeft gebracht voor
het aannemen dezer benoeming *ordt,
gezongen Kruis en Ploeg.
Dan is het woord aan Rector
Wevers van Posterholt, aalmoezenier
van den boerenstand.
Als titel van zijn onderwerp dat
spreker zal behandelen, heeft hij ge
kozen „Wat wil de Jonge Boeren
organisatie."
Bij al onze handelingen moeten
we de vraag stellen waar moeten
we heen en hoe komen we er. Voor
de jonge Boeren is op de eerste
plaats noodig, hen te vormen tot
bekwame ooeren, die hun vak ken
nen. Ze moeten worden gevormd,
Vooral in dezen crisistijd zal de
technisch best onderlegde het langste
volhouden.
Tweede doel is de sociale vorming.
De aard van het bedrijf geeft hem
een onafhankelijksgevoel. De boer
moet meer worden een sociaal wezen
hetgeen hij nier kan zonder hulp
van anderen. Hiervoor is noodig
sociaal inzicht. Hij moet iets verder
zien dan zijn moestuin. Hij moet zijn
blik verder laten gaan en denken
dat hij niet alleen staat in de maat
schappij. Hij moet het sociaal plichts
besef in practijk breugen zijn geheele
leven door. Sociale vorming eischt
standsfierheid. De boer moet er trots
op zija, dat hij boer is Geen stand
is zoo trouw aan eigen baard en
geloof, waarop men fier moet zijn.
De standsfierheid moet beheerscht
worden door 2 sociale deugden
rechtvaardigheid en naastenliefde.
Dit laatste vooral is tegenwoordig
hard noodig. Was deze niet zoo stuk
geslagen, dan zou de wereld er in
ieder geval thans anders uit zien.
De derde trap ïs de godsdienstige
vorming, welke zeker niet de minste
is. Spreker wijst er op, boe weinig
velen van den Godsdienst weten en
vooral tegenwooidig in dezen tijd
van zedenverwildering, moet men
terdege onderlegd zijn. De toekomst
van Limburg zal voor het grootste
deel bepaald worden door onzen
gansche trek stoof in woeste vlucht
uiteen. Pluimen rezen er genoeg,
maar de gemikte haantjes waren
weg. De groote hanen kraaiden
zoo triestig scherp als hingen een
honderd sperwers dreigend boven
hun hennen.
En deze kakelden en piepten
om hulp, vlogen den zolder op,
verborgen zich in hoek en kant.
Zonder erbarmen achtervolgden
de knechts de beangstigde haant
jes, die nu eens met ingedoken
vleugels snel vooruitbeenden, dan
weder met opengespannen vlerken
zich onder de bereikende gaffels
uitmaakten.
Het was een lawaai, een ge-
krijsch en geslof, een getor en
gerijsel van vederen. En de gebu-
ren, die de verschrikte hennen
hennen zagen voorbijvlerken, vroe
gen nieuwsgierig wat er gaande
mocht zijn op den meslhof van
baas Jan. Maar de knechts hiel
den vol; zij moesten ze hebben
Van uit het hoenderhok hadden
zij ze naar den stal gedreven, waar
de koeien verschrikt uit hun lig
gende kauwing opsprongen. Nu
vlogen de schuchtere haantjes
zich onbedacht vast in de schuur.
Eentje werd onder de bestofte
wanmolen gesnapt en het ander
viel morsdood neer onder de mo
kerende gaffel van den knecht,
dichtbij de haverkist van 't paard
op den den. Fier over hun buit,
gingen zij zegevierend bij de la
chende melden, die ze zouden ont-
boerenstand. De Godsdienstkennis is
te oppervlakkig en wat aan de
oppervlakte zit gaat weg. In organi
satie en studieavonden kan deze
prachtig vermeerderd worden. Kennis
van het geloof is echter niet vol
doende, we moeten het ook beleven.
We moeten radicaal zijn in het
goede, wars van alle oppervlakkig
heid.
Hier waait gelukkig een frissche
wind. hetgeen spreker gezien heeft
bij de begrafenis van den ontslapen
eere-voorzitter. Het heeft hem ge
troffen hoe allen meezingen in de kerk
en daardoor meeleeft en meeoffert.
Wilt gij uw leven mooi maken, dan
de H. Mis plaatsen in het middel
punt van den dag.
Credo pugoo. We moeten strijden
voor ons geloof. De Burgemeester
heeft het straks reeds gezegd, dat
niemand weet wat de toekomst nog
brengen zal, doch op onze boeren
jeugd zullen we nimmer vergeefs een
beroep doen. Wij zullen klaar staan
vast aaneengesloten, schouder aan
schouder met alle standen vormend
een groot geheel den Christus be
schermend, en wij zullen zingen
Trouw aan Kruis en Trouw aan
Ploeg. Een daverend applaus be
loonde spreker voor zijn mooie met
aandacht gevolgde leziDg.
Een mooi zangnummer der ver.
Castenray en eenige interessante
films, nader toegelicht door den
Jonge Boerenleider de heer Wijn
hoven, die. der Landbouwschool
alhier, vulden dezen feestavond ver
der aan, welke met toepasselijke
woorden van dank aan allen, door
den Voorzitter te ruim half elf ge
sloten werd.
Wie (loet (lat na
Op een groot huis in New York
het huis behoorde aan een zekere
Zacharias Huntley stond het
volgend eigenaardige opschrift
„Dit huis bevat tien woningen,
die ik aan tien families te buur aan
bied. Alleen huurders met vijf kin
deren komen voor de woningen in
aanmerkingen."
Andere huiseigenaren verhuren hun
huizen liever aan echtparen in het
bezit van honden [dan in het bezit
van kinderen. Ik duld geen hond in
het huis, maar verheug mij, als ik
kinderen zie. En daarom verlaag ik
de huur bij vermeerdering van het
gezin...."
De man heeft aan zijn eigenaar
dig opschrift een alom bekenden, ja
populairen naam te danken.
Het laat ons koud. dat sommigen
hem prezen en hemelhoog verhieven
dat anderen hem voor hem voor
gek verklaarden en exentrlek
maar we zouden deze ééne vraag
willen stellen:
Is het dan zoo vreemd, dat
iemand zijn woning verhuurt alleen
aan gezinnen met minstens vijf kin
deren... en is het beelemaal niet zoo
vreemd, dat een woning alleen te
huur is voor gezinnen zonder kin
deren, of voor gezinnen met hoogs
tens een of twee kinderen
Waar is de consequentie te
zoeken
Is het laatste eigenlijk niet veel
vreemder dan het eerste
En toch, het is heelemaal geen
uitzondering vandaag aan den dag
Neen. het komt veel voor ver
schrikkelijk veel
Is het geen schande voor onze mo
derne beschaving En is het ei
genlijk niet onverantwoordelijk.
Moeten groote gezinnen, die vaak
toch al in zooveel ongunstiger con
ditie zijn dan kleine, nu ook nog ge
weerd worden uit een fatsoenlijke
woning
pluimen en lekkertjes braden.
Met begeerige handen werden
de beestjes betast. Men dacht dat
ze vetter waren.
Als wij er nog maar een kop
pel bijvingen opperde Pier.
Hola vermaande Trien.
Och ja, zoo'n twee kan ik
gemakkelijk alleen op
En meteen waren ze weg. Een
nieuwe hanenjacht begon.
Nog waren de twee eersten niet
geplukt of reeds lagen twee an
dere jonge kokolo-rusjes ter tafel
spartelend te stuiptrekken.
Terwijl de twee knechts voor
het loeiende vee en de 'klnnekende
paarden zorgden, kiskasten de
meiden in de keuken, die zelden
of nooit zulke prikkelende reuken
uitgewasemd had. Toen de feest
tafel gereed was, riepen de meiden
aan de deur Pier en Ties: Kie-
keriekiedie den roep beant
woordden met nog een krachti
ger Kiekeriekie
Met opsnuivende neuzen kwa
men de twee knechts binnen.
't Riekt hier beter dan in den
koestal.
Toen de keukenmeid de haantjes
voorschotelde, begonnen alle vier
luidop te kraaien en te schater
lachen.
Goede appetijt 1
Op de gezondheid van Jan
Pier stelde voor een kan bier
te halen. Water was te slecht om
zoo een kostelijke spijs door te
spoelen. Water en haantjes, dat
We vinden die hedendaagsche
woningpolitiek van vele hulseigena
ren min. zeer min.
En niet gaarne zouden we de
verantwoordelijk dragen van de ge
volgen eener dergelijke, niets ontzien
de koopmanschap
Is geld, en nog eens geld, dat het
eenige en het laatste, wat meespreekt
in de huidige samenleving
We voelen in het algemeen geen
neiging, om Amerikaansche zeden en
gewoonten voor onze streken te pro-
pageeren.
Maar voor het bestaande maken
we toch een uitzondering.
En we vragen met nadruk;
Wie doet dat na?
't Zou prachtige afsteken bij het
egoïstisch gedoe, dat we zoo vaak
aanschouwen
Een verstandige moeder.
Men heeft van die moeders, welke
niet het minst of slechts een greintje
verstand hebben van de opvoeding
harer eigen kinderen.
We zeggen: harer eigen kinderen,
omdat ze allemaal tot in de uiterste
bijzonderheden weten, hoe de kin
deren van anderen moeten opgevoed
worden.
Doch men heeft ook moeders
gelukkig zelfs zeer vele die de
opvoeding van eigen kinderen beter
kennen dan die van vreemde en voor
haar gebreken niet de oogen slui
ten.
Een moeder had op ,t pensionaat
een dochtertje, een ijdeltuit eerste
klas en een modepopje om zoo maar
voor de ruiten van een modemaga
zijn te plaatsen.
Op het pensionaat was iets vree-
selijks gebeurd, een ramp voor haar
poeier- en pommadegezicht. Met een
paar regels briefde het meisje het on
geluk aan moeder over:
Mijn lief raoedersje.
Er is mij een treurig ongeval
overkomen. Mijn vriendin en ik twis
ten om een spiegel en wilden hem
elkaar uit de hand rukken, toen op
eens de lijst losliet en het glas in
duizend scherven en splinters op den
grond kapot viel. Wat moet ik be
ginnen zonder spiegel? Vreeselijk
Stuur me toch zoo gauw mogelijk
een ander, want ik kan er heusch
niet buiten.
Tot ziens, moedertje
P.S. Vergeet toch vooral mijn
spiegel niet. Daaag
Wij zeiden reeds, dat het meisje
gelukkig een zeer verstandige moeder
had, die de fouten barer kinderen
niet slechts ontdekte, maar ook be
streed. Haar antwoord luidde kort
en krachtig
Mijn dierbaar kind,
Je vraagt me een spiegel. Ik mocht
je eigenlijk wel berispen, wijl dit je
eenige bezorgdheid is. Je hebt geen
enkel woord voor vader, geen enkel
voor je broers en zusjes geschreven.
O. wat ben je toch een ijdeltuit, dat
je iedereen vergeet. Ik ben bevreesd,
dat één spiegel niet voldoende is
je krijgt er daarom drie
De eerste zal toonea wat je ben
De tweede, wat je eenmaal zult
zijn
De derde, wat je moet wezen.
Je liefhebbende moeder.
Wat stond het meisje verbaasd
Drie spiegels tegelijk, en twee van
die merkwaardige 1 Hoe kan een
spiegel het beeld geven van iets wat
men wordt en moet zijn
Eindelijk na drie dagen kwam het
zoo verlangde pak aan. Bovenaan
vond zij een echten spiegel, waarin
zij haat jeugdige schoonheid bewon
derde. Van pure dankbaarheid aan
haar moeder drukte zij een kus op
het geschenk.
Dan pakte zij verder uit en vond
vloekte bij elkaar.
Ties was van oordeel, dal bij
zoo een heerlijk maal een flesch
wijn hoorde.
- Jammer, dat de boer er'geen
in den kelder heeft, zei Trien, die
alle hoekjes en kantjes van de
boerderij doormuisd had.
Snel haalde een groote kan bier
in de nabijgelegen tapperij.
Nu werd er geklonken en ge
dronken, op Jan's reis, en den
zaligen dood der bruingele haant
jes.
En ook op onze gezondheid,
riep Kaat.
Wij leven Vivat ons
Nu grepen ze met Adams vor
ken de hanen aan en beten, knab
beiden en knarsten.
Voor alle omzichtigheid deed
Trien de deur op slot. Men kon
nooit weten wie binnenkwam.
En nu overbeten en overhapten
ze de fijn gebruinde kiekerekietjes,
als eekhoorntjes dennenknoppen.
Met de glimmig-vette handen
namen zij de glazen bier, slieten
aan pn spoelden hunne kauwende
monden.
Toen zij het botenge vleesch
afgepeuzeld hadden, gingen zij de
beentjes na, beten de kleintjes
kapot, maalden ze tusschen hun
sterke tanden.
Den ganschen dag was het pan-
nekevet en offerden de dienstbo
den op het altaar van Lammetje-
smeerbuik. Koppen zoo rood als
hanenkammen kregen zij