TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Geld Jan. Niet met alle middelen. FEUILLETON. Geen tweederlei moraal. Varia. Zaterdag 3 Maart 1934 Vijf en vijftigste Jaargang No 9 Wanneer men velen over het natiooaal-socialisme hoort spreken, verneemt men steeds weer opaieuw, dat deze beweging in Duitschland misschien veel verkeerds moge heb ben gedaan, maar dat zij dan toch maar met één slag het Communisme en Socialisme vernietigd heeft. Wat dan als groote verdienste wordt ge prezen. Nu gelooven wij op de eerste plaats, dat van een vernietiging van Communisme en Socialisme in Duitschland allerminst kan worden gesproken. Uit allerlei feiten blijkt, dat vooral het Communisme nog als een uiterst actieve groep bestaat. Vernietigd is alleen de uiterlijke organisatie van Communisme en sociaal-democratie Maar beide leven nog in illegale vormen voort en het illegale Communisme zou op den duur nog wel eens gevaarlijker kun nen blijken dan het legaleook het Russische .Communisme was illegaal. Er is echter iets anders in die be wondering van velen voor de ver nietiging van Communisme Socialisme, wat niet zonder beden king is. Op zichzelf beschouwd is het verdwijnen van de georganiseerde vormen dezer levens- en wereldbe schouwingen een winst. Maar die winst is op de eerste plaats veel te duur be haald, wanneer zij wordt verkregen ten koste van den totalen staat, zooais het nationaal- socialisme die brengt. Tienmaal liever een staat, die de eigen rechten der menschelijke persoonlijkheid eerbie digt en tevens de georganiseerde vormen van ons tegenoverstaande levensbeschouwingen toelaat dan een staat die deze vormen niet toelaat doch óók, welhaast alle georganiseer de vormen van onze eigen levens beschouwingen tevens vernietigt. Op de tweede plaats kunnen de bij de vernietiging dier georganiseer de vormen van Communisme aange wende middelen zeker niet alle worden toegejuicht. Het doel heiliqt de middelen niet. En als de vernietiging dezer ge organiseerde vormen geschiedt met verkrachting van de meest elemen taire begrippen van recht en van menschelijkheid, dan moeten die middelen worden afgekeurd, ook als ze worden aangewend tegen Socia listen of Communisten. Het afranselen tot den dood toe zonder eenige rechtspleging van heden, die een. ook naar onze mee ning valsche, levensbeschouwing aan hangen, doch waarvaa de openlijke belijdenis in den Duitschen Staat vóór begin 1938 wettelijk volkomen geoorloofd was, strijdt met ieder begrip van recht en menschelijkheid. Het is een ontoelaatbaar middel voor den Christus, zelfs al weer deze, dat de Communist, die zóó behandeld wordt, tegenover den tegenstander, die hem nu de baas is, zeker niet anders zou optreden. Het gevoel tegen lieden, die in openlijken opstand komen tegen het wettige Gezag, is natuurlijk van ge heel anderen aard. Deze plegen een daad. waarvan zij weten dat die strafbaar is en zelfs strafbaar met den dood. Zij hebben zich over die straf niet te beklagen. In Duitschland echter zijn onmid dellijk na het optreden van de Nationaal- Socialistische Regeering tal van lieden in concentratiekampen opgesloten, die zich aan geen enkel vergrijp tegen de tot dan toe gel dende wet hadden schuldig gemaakt. En er zijn er ontegenzeggelijk daar onder die wreed mishandeld zijn, Een platteljindsgescliiedonis van de Belg.-Limb, grens. 2. Ook komt hij nog voor met de veeverzekering Ook al Verleden week heeft men bij Singels een koe afgemaakt en ge weet dat iedere boor, die lid is van de verzekering, in evenredig heid met zijn verzekerd vee ook vleesch moet halen. 't Is waar ook, verleden week hebben wij een hapje versch vleesch gehad. En verder En weet gij wat Jan hseft gedaan Hij sneed het vleesch eraf en 'droeg de beenderen terug zeggend dat men hem te slecht had bediend. Och kom, die 's rijksbelas tingbriefjes durft veranderen, die is tot alles in staat, woedde Ka- trien 1 Dat is waar ook 1 Laat hem maar reizen, des te beier voor ons. 't Kon ook, dat hij vandaag op een bazin uit is, jckte Peer de fcnecht. Maar ?op nu zoo iemand lichamelijk en moreel. Niet alleen Communisten en Socialisten doch ook Katholieken, die zich te voren zéér scherp tegen het nationaal- socialisme hadden uitgelaten. Dit nu is zuivere willekeur, dit is een woeste en barbaarsche uiting van volkomen gemis aan beset voor recht en persoonlijke vrijheid. Dit heeft ook niets gemeen met hetgeen de Katholieke Staten der middeleeuwen dedea tegen personen, die openlijk tegen het toen geldende recht in verzet kwamen. Want hier geldt het lieden, die volkomen gedekt werden door de rechtsorde, waarin zij leef den. Overigens kan aan den modernen staat, die niet basseert op een door allen als waar erkende leer zooals dit in de middeleeuwen wél het ge val was, die dus niet wortelt in den grond van geestelijke eenheid, doch vele geestelijk zeer uiteenloopende groepen omvat, niet het recht toe komen een of andere willekeurige leer het inzicht van enkelen als ver plichtend aan allen op te leggen, wat nog iets geheel anders is dan dat zulk een staat leerlingen verbiedt te verspreiden die juist de onder drukking der geestelijke vrijheid, waarin hij wortelt, beoogen. Dat wordt de zuivere tyrannie der ge wetens door de Staatsmacht. Dit daargelaten echter kunnen toch nooit de middelen worden goedge keurd waarmede door vreesaanjagiDg, mishandeling en moord zelfs, overi gens destructieve levensbeschouwin gen door het nationaal-socialisme van haar georganiseerde vormen zijn beroofd. Op dien grond kunnen wij niet instemmen met de bevrediging, waar mede niet zoo weinigen telkens weer de vernietiging van communisme en socialisme door het Duitsche natio naal socialisme vaststellen. En nog minder hierom dat die vernietiging is gekocht met een werkelijkheid die erger is dan het bestaan der georga niseerde vormen zelve. In de moder ne staten nu kan het alleen tot zulk een vernietiging komen als men dat gevolg op den koop toeneemt. Zw. P. De vermogensverzwygers en de werkloozen. Met de belastingaangiften schijnt wel zwaar gezondigd te zijn, zoo schrijft „De Volkskrant" Uit Friesland wordt aan de N.R. Cl. gesch even van een notaris op het platteland, die in veertien dagen tijds meer dan vijftig knoeiers bij zich had ontvangen, onder wie er waren, die een bezit van vijftig duizend gulden of meer hadden verzwegen. En een inspecteur der belastingen vertelde aan het Huisgezin, dat tal rijke aangiften waren binnengekomen vooral van kooplieden, kleinere reringdoenden, landbouwers en ren teniers, maar dat nog velen waren achterwege gebleven. Ook de safes der bankiers zijn goed gevuld met effecten en andere papier van geldswaarde en iedere bankier dien wij spreken aldus de inspecteur zegt: u moest eens weten wat er allemaal nog zit Er worden blijkbaar aan de schat kist vele en groote sommen onthou den, waarvoor nu de eerlijke men- schen moeten opdraaien. En men kan er op aan, dat er onder die belastiDgontduikers-in-het- groot een aaDtal zijn, die op z'n tijd aan de bittertafel een hartelijk woord voor man willen riep Katrien. Gij moest hem maar eens kunnen krijgen gekte Ties de tweede knecht. Met al zijn centen kan hij me dadelijk verhagelen, was 't bitsige antwoord. Geld maakt recht wat krom is, wijsgeerde Peer. Och wat, met uw stinkend geld, ik heb liever een jongen, die - maar zijn tien vingers heeft en die me uit reine liefde trouwt. Ja, leef jij maar van liefde en schoon water. En als bij uw centen hard moet werken en maar half genoeg over den tand krijgt,... Wat dan nijdigde de meid. En nu werd baas Jan haarfijn ontleed, dooreengereten als vlas door een hekel. Met iedereen in het dorp had hij geruzied, gekra keeld en met zijn vrouw zou hij ook wel vechten, dat het veeren zou stuiven. Want een kemphaan was hij I Iedereen deed een greep inJans leven, dat aaneengeweven was met knepen en streken van grab belende bezitzucht. De vrouw, die hij zou krijgen, zou er ook wel naar zijn. Daar konden ze gerust op rekenen Nu wenschlen zij vurig, dat hij maar iets vond, waar hij regel matig Zondags naar toe ging om er stil te fluisteren en hardop te liegen. Jntusschen konden ze vrij weten te zeggen over de steuntrek kers, die van bun geld leven en God betere het de overheid nog beliegen door een valsche opgave. We moeten elkanders lasten dra gen is een woord, dat in onzen tijd van solidarisme-met-den-mond sterk in zwaug is gekomen. Het solidarisme met-de-daad wordt al op zonderlinge wijze beoefend door de duizenden en duizenden die den fiscus te kort doen en daardoor hun evenmensch den een die te veel moet betalen, den ander die in zijn steun gekort wordt. De Bossche belastinginspecteur verklaarde, dat het ouderwetsche geknoei met de belastingaangiften, dat vroeger groot was, uit moet zijn. Een goede, wij hopen geen vrome wensch: maar „vroeger" waren toch enkel „nette" menschen in de belas tingen aangeslagen, een arbeider verdiende daarvoor te weinig. En toen waren valsche belasting aangiften „gewoonte": werpt dit geen eigenaardig licht op de mentaliteit van de meergegoeden en ligt daarin geen vingerwijzing om wat clemen- ter te zijn wanneer eens een werk- looze, op het voetspoor der nette menschen der nette menschen, met zijn opgaven de hand licht Men moet er geen tweeëdei mo raal op na houden. Feestvergadering Jonge Boeren. Federatie Venray. In het St. Antoniuspatronaat hield de federatie van JoDge Boeren, groep VeDray, hare feestvergadering, welke, zooals gewoonlijk, zeer druk bezocht was, zoodat de groote zaal zich tot in de uiterste hoeken vulde met belangstellenden. Behalve verschillen de Voorzitters van Boerenbonden en Geestl. Adviseurs, weren verder aan wezig de Burgemeester van Venray en de beide wethouders Pubben en Udenhoven. De Voorzitter, de heer G. Poels te Oostrum, die deze bijeenkomst op zeer mooie wijze leidde, zegt dat het hem genoegen doet, dat zoo velen wederom zijn opgekomen om deze vergadering bij te wonen. Eén missen we echter hedenavond, onze Eere voorzitter Jan Poels, die ons zoo plotseling ontviel. WanDeer men hoort van „Eere-voorzitter" wordt zoo dikwijls gedacht aan een eere- baantje en dat is het gewoonlijk ook. Hij was echter onze groote raads man en leider. Alle verdiensten wil Spreker niet nagaan, doch nog slechts op een paar punten wijzen o.a. de oprichting van de Landbouwschool te Venray, dat zijn werk was en de normalisatie der beken, op initiatief der Jonge Boeren, doch waarvan hij dé groote voortrekker was, en waar van zoowel boer als arbeider profi teeren. Hij dankt de leden voor de massale opkomst bij de begrafenis, doch het Bestuur heeft gemeend, dat dit niet voldoende was en heeft daarom besloten op dezen feestdag op alle gehuchten nog een H. Mis te laten lezen voor zijo zielerust. Staande wordt dan nog een Onze Vader gebeden. Spreker herinnert dan aan het voor stel van den heer Dings op den studiedag te Horst, om de vergade ringen te openen met den Jongen Boerengroet, hetgeen toen algemeene instemming vond. n.!. Trouw aan Kruis en Ploeg. Hou vast. Hetgeen beteekent. trouw aan Hem, die voor ons stierf aan het Kruis, aan ons Geloof en aan onzen Boerenstand, de flinkste en grootste stand onzer maatschappij. Met deze woorden opent hij dan de vergadering. ademen en beter smullen. Smullen, bak spek meteier, riep Trien. Mij goed, zei Peer. Maar een kreppelke spek krijgen wij alle dagen, jaar in jaar uit. En Vrijdags valt er ook eens een eitje, als ze maar vijf centiemen kosten. Mij dunkt, dat wij wel iets anders konden nemen grommelde de tweede meid. Kiekerekie! Haantje, kopaf is dood lekkerbekte de andere knecht. Dit voorstel viel in den smaak. Wat heerenmagen dagelijks eten, zou ook wel door een boerenmaag kunnen verduwd worden. En ze stormden naar buiten. Een koppel jonge hanen zouden hun jeugdig leven in de braadpan ten offer brengen Maar hoe ze gevangen De meid, die dagelijks de hen nen voerde, kende de dikste en de dikste. Vette hanen, de mooiste eruit, moesien geslacht worden. Voor Jan zijn kuikenkoopers waren de graatmagere goed ge noeg. Tuut, tuut, riep de meid en onmiddellijk kwam een trek hanen hennen en kiekens aan gevlogen. Een hanenschouwing had nu Toen zij 't akkoord waren over de twee beste slachtoffers, namen de knechts een gaffel om ze on verhoeds neer te vallen en sloe gen op den pikkenden troep. De Hij beet hartelijk welkom aan alle geestel. adviseurs. Voorzitters Boerenbonden, Jonge Middenstand, Credo Pugno enz. en speciaal den Burgemeester van Venray. wiens mooie woorden spreker zich nog herinnert bij de eindles der Land bouwschool waar hij sprak niet als Burgemeester, doch als een vader tot zijn kinderea. Spreker stelt dan ook voor hem hedenavond te be noemen tot Eerevoorzitter der ver- eeniging, hetgeen met applaus door de vergadering wordt bekrachtigd. De Burgemeester neemt dan het woord en zegt, dat hij eenigszins huiverig is om ja te zeggen. De Voorzitter heeft straks reeds gezegd dat de vroegere Eerevoorzitter er een was met raad en daad. Nu is spreker wel reeds 18 jaren Burge meester van een gemeente waar de landbouwbevolking de hoofdschotel vormt, toch kan hij niet zeggen dat hij zoo goed op de hoogte is als den te vroeg ontslapen Eerevoor- sitter. Al draagt spreker den boerenstand groote liefde toe. hij moet steeds de strikte onpartijdigheid in acht nemen als de gemeentebelangen dat vorderen. Hij weet echter ook dat de boerenstand de krachtigste stand van dit gewest en Venray is en deze stand steeds gesteund beeft het wereldlijk en geestelijk gezag. Met deze wetenschap, dat men op de Jonge Boeren als degelijke katholieke mannen kan bouwen, die tevens be grijpen en beseffen, dat zij leiding noodig hebben en deze ook als het moeilijk is zullen volgen, wil spreker gaarne het Eere-voorzitterschap aan vaarden en zijn krachten stellen in het belang der vereeniging. Applau3. Nadat de Voorzitter den Burge meester dank heeft gebracht voor het aannemen dezer benoeming *ordt, gezongen Kruis en Ploeg. Dan is het woord aan Rector Wevers van Posterholt, aalmoezenier van den boerenstand. Als titel van zijn onderwerp dat spreker zal behandelen, heeft hij ge kozen „Wat wil de Jonge Boeren organisatie." Bij al onze handelingen moeten we de vraag stellen waar moeten we heen en hoe komen we er. Voor de jonge Boeren is op de eerste plaats noodig, hen te vormen tot bekwame ooeren, die hun vak ken nen. Ze moeten worden gevormd, Vooral in dezen crisistijd zal de technisch best onderlegde het langste volhouden. Tweede doel is de sociale vorming. De aard van het bedrijf geeft hem een onafhankelijksgevoel. De boer moet meer worden een sociaal wezen hetgeen hij nier kan zonder hulp van anderen. Hiervoor is noodig sociaal inzicht. Hij moet iets verder zien dan zijn moestuin. Hij moet zijn blik verder laten gaan en denken dat hij niet alleen staat in de maat schappij. Hij moet het sociaal plichts besef in practijk breugen zijn geheele leven door. Sociale vorming eischt standsfierheid. De boer moet er trots op zija, dat hij boer is Geen stand is zoo trouw aan eigen baard en geloof, waarop men fier moet zijn. De standsfierheid moet beheerscht worden door 2 sociale deugden rechtvaardigheid en naastenliefde. Dit laatste vooral is tegenwoordig hard noodig. Was deze niet zoo stuk geslagen, dan zou de wereld er in ieder geval thans anders uit zien. De derde trap ïs de godsdienstige vorming, welke zeker niet de minste is. Spreker wijst er op, boe weinig velen van den Godsdienst weten en vooral tegenwooidig in dezen tijd van zedenverwildering, moet men terdege onderlegd zijn. De toekomst van Limburg zal voor het grootste deel bepaald worden door onzen gansche trek stoof in woeste vlucht uiteen. Pluimen rezen er genoeg, maar de gemikte haantjes waren weg. De groote hanen kraaiden zoo triestig scherp als hingen een honderd sperwers dreigend boven hun hennen. En deze kakelden en piepten om hulp, vlogen den zolder op, verborgen zich in hoek en kant. Zonder erbarmen achtervolgden de knechts de beangstigde haant jes, die nu eens met ingedoken vleugels snel vooruitbeenden, dan weder met opengespannen vlerken zich onder de bereikende gaffels uitmaakten. Het was een lawaai, een ge- krijsch en geslof, een getor en gerijsel van vederen. En de gebu- ren, die de verschrikte hennen hennen zagen voorbijvlerken, vroe gen nieuwsgierig wat er gaande mocht zijn op den meslhof van baas Jan. Maar de knechts hiel den vol; zij moesten ze hebben Van uit het hoenderhok hadden zij ze naar den stal gedreven, waar de koeien verschrikt uit hun lig gende kauwing opsprongen. Nu vlogen de schuchtere haantjes zich onbedacht vast in de schuur. Eentje werd onder de bestofte wanmolen gesnapt en het ander viel morsdood neer onder de mo kerende gaffel van den knecht, dichtbij de haverkist van 't paard op den den. Fier over hun buit, gingen zij zegevierend bij de la chende melden, die ze zouden ont- boerenstand. De Godsdienstkennis is te oppervlakkig en wat aan de oppervlakte zit gaat weg. In organi satie en studieavonden kan deze prachtig vermeerderd worden. Kennis van het geloof is echter niet vol doende, we moeten het ook beleven. We moeten radicaal zijn in het goede, wars van alle oppervlakkig heid. Hier waait gelukkig een frissche wind. hetgeen spreker gezien heeft bij de begrafenis van den ontslapen eere-voorzitter. Het heeft hem ge troffen hoe allen meezingen in de kerk en daardoor meeleeft en meeoffert. Wilt gij uw leven mooi maken, dan de H. Mis plaatsen in het middel punt van den dag. Credo pugoo. We moeten strijden voor ons geloof. De Burgemeester heeft het straks reeds gezegd, dat niemand weet wat de toekomst nog brengen zal, doch op onze boeren jeugd zullen we nimmer vergeefs een beroep doen. Wij zullen klaar staan vast aaneengesloten, schouder aan schouder met alle standen vormend een groot geheel den Christus be schermend, en wij zullen zingen Trouw aan Kruis en Trouw aan Ploeg. Een daverend applaus be loonde spreker voor zijn mooie met aandacht gevolgde leziDg. Een mooi zangnummer der ver. Castenray en eenige interessante films, nader toegelicht door den Jonge Boerenleider de heer Wijn hoven, die. der Landbouwschool alhier, vulden dezen feestavond ver der aan, welke met toepasselijke woorden van dank aan allen, door den Voorzitter te ruim half elf ge sloten werd. Wie (loet (lat na Op een groot huis in New York het huis behoorde aan een zekere Zacharias Huntley stond het volgend eigenaardige opschrift „Dit huis bevat tien woningen, die ik aan tien families te buur aan bied. Alleen huurders met vijf kin deren komen voor de woningen in aanmerkingen." Andere huiseigenaren verhuren hun huizen liever aan echtparen in het bezit van honden [dan in het bezit van kinderen. Ik duld geen hond in het huis, maar verheug mij, als ik kinderen zie. En daarom verlaag ik de huur bij vermeerdering van het gezin...." De man heeft aan zijn eigenaar dig opschrift een alom bekenden, ja populairen naam te danken. Het laat ons koud. dat sommigen hem prezen en hemelhoog verhieven dat anderen hem voor hem voor gek verklaarden en exentrlek maar we zouden deze ééne vraag willen stellen: Is het dan zoo vreemd, dat iemand zijn woning verhuurt alleen aan gezinnen met minstens vijf kin deren... en is het beelemaal niet zoo vreemd, dat een woning alleen te huur is voor gezinnen zonder kin deren, of voor gezinnen met hoogs tens een of twee kinderen Waar is de consequentie te zoeken Is het laatste eigenlijk niet veel vreemder dan het eerste En toch, het is heelemaal geen uitzondering vandaag aan den dag Neen. het komt veel voor ver schrikkelijk veel Is het geen schande voor onze mo derne beschaving En is het ei genlijk niet onverantwoordelijk. Moeten groote gezinnen, die vaak toch al in zooveel ongunstiger con ditie zijn dan kleine, nu ook nog ge weerd worden uit een fatsoenlijke woning pluimen en lekkertjes braden. Met begeerige handen werden de beestjes betast. Men dacht dat ze vetter waren. Als wij er nog maar een kop pel bijvingen opperde Pier. Hola vermaande Trien. Och ja, zoo'n twee kan ik gemakkelijk alleen op En meteen waren ze weg. Een nieuwe hanenjacht begon. Nog waren de twee eersten niet geplukt of reeds lagen twee an dere jonge kokolo-rusjes ter tafel spartelend te stuiptrekken. Terwijl de twee knechts voor het loeiende vee en de 'klnnekende paarden zorgden, kiskasten de meiden in de keuken, die zelden of nooit zulke prikkelende reuken uitgewasemd had. Toen de feest tafel gereed was, riepen de meiden aan de deur Pier en Ties: Kie- keriekiedie den roep beant woordden met nog een krachti ger Kiekeriekie Met opsnuivende neuzen kwa men de twee knechts binnen. 't Riekt hier beter dan in den koestal. Toen de keukenmeid de haantjes voorschotelde, begonnen alle vier luidop te kraaien en te schater lachen. Goede appetijt 1 Op de gezondheid van Jan Pier stelde voor een kan bier te halen. Water was te slecht om zoo een kostelijke spijs door te spoelen. Water en haantjes, dat We vinden die hedendaagsche woningpolitiek van vele hulseigena ren min. zeer min. En niet gaarne zouden we de verantwoordelijk dragen van de ge volgen eener dergelijke, niets ontzien de koopmanschap Is geld, en nog eens geld, dat het eenige en het laatste, wat meespreekt in de huidige samenleving We voelen in het algemeen geen neiging, om Amerikaansche zeden en gewoonten voor onze streken te pro- pageeren. Maar voor het bestaande maken we toch een uitzondering. En we vragen met nadruk; Wie doet dat na? 't Zou prachtige afsteken bij het egoïstisch gedoe, dat we zoo vaak aanschouwen Een verstandige moeder. Men heeft van die moeders, welke niet het minst of slechts een greintje verstand hebben van de opvoeding harer eigen kinderen. We zeggen: harer eigen kinderen, omdat ze allemaal tot in de uiterste bijzonderheden weten, hoe de kin deren van anderen moeten opgevoed worden. Doch men heeft ook moeders gelukkig zelfs zeer vele die de opvoeding van eigen kinderen beter kennen dan die van vreemde en voor haar gebreken niet de oogen slui ten. Een moeder had op ,t pensionaat een dochtertje, een ijdeltuit eerste klas en een modepopje om zoo maar voor de ruiten van een modemaga zijn te plaatsen. Op het pensionaat was iets vree- selijks gebeurd, een ramp voor haar poeier- en pommadegezicht. Met een paar regels briefde het meisje het on geluk aan moeder over: Mijn lief raoedersje. Er is mij een treurig ongeval overkomen. Mijn vriendin en ik twis ten om een spiegel en wilden hem elkaar uit de hand rukken, toen op eens de lijst losliet en het glas in duizend scherven en splinters op den grond kapot viel. Wat moet ik be ginnen zonder spiegel? Vreeselijk Stuur me toch zoo gauw mogelijk een ander, want ik kan er heusch niet buiten. Tot ziens, moedertje P.S. Vergeet toch vooral mijn spiegel niet. Daaag Wij zeiden reeds, dat het meisje gelukkig een zeer verstandige moeder had, die de fouten barer kinderen niet slechts ontdekte, maar ook be streed. Haar antwoord luidde kort en krachtig Mijn dierbaar kind, Je vraagt me een spiegel. Ik mocht je eigenlijk wel berispen, wijl dit je eenige bezorgdheid is. Je hebt geen enkel woord voor vader, geen enkel voor je broers en zusjes geschreven. O. wat ben je toch een ijdeltuit, dat je iedereen vergeet. Ik ben bevreesd, dat één spiegel niet voldoende is je krijgt er daarom drie De eerste zal toonea wat je ben De tweede, wat je eenmaal zult zijn De derde, wat je moet wezen. Je liefhebbende moeder. Wat stond het meisje verbaasd Drie spiegels tegelijk, en twee van die merkwaardige 1 Hoe kan een spiegel het beeld geven van iets wat men wordt en moet zijn Eindelijk na drie dagen kwam het zoo verlangde pak aan. Bovenaan vond zij een echten spiegel, waarin zij haat jeugdige schoonheid bewon derde. Van pure dankbaarheid aan haar moeder drukte zij een kus op het geschenk. Dan pakte zij verder uit en vond vloekte bij elkaar. Ties was van oordeel, dal bij zoo een heerlijk maal een flesch wijn hoorde. - Jammer, dat de boer er'geen in den kelder heeft, zei Trien, die alle hoekjes en kantjes van de boerderij doormuisd had. Snel haalde een groote kan bier in de nabijgelegen tapperij. Nu werd er geklonken en ge dronken, op Jan's reis, en den zaligen dood der bruingele haant jes. En ook op onze gezondheid, riep Kaat. Wij leven Vivat ons Nu grepen ze met Adams vor ken de hanen aan en beten, knab beiden en knarsten. Voor alle omzichtigheid deed Trien de deur op slot. Men kon nooit weten wie binnenkwam. En nu overbeten en overhapten ze de fijn gebruinde kiekerekietjes, als eekhoorntjes dennenknoppen. Met de glimmig-vette handen namen zij de glazen bier, slieten aan pn spoelden hunne kauwende monden. Toen zij het botenge vleesch afgepeuzeld hadden, gingen zij de beentjes na, beten de kleintjes kapot, maalden ze tusschen hun sterke tanden. Den ganschen dag was het pan- nekevet en offerden de dienstbo den op het altaar van Lammetje- smeerbuik. Koppen zoo rood als hanenkammen kregen zij

Peel en Maas | 1934 | | pagina 5