Tweed© Blad van „PEEL EN MAAS"
Waakzaam zijn.
FEUILLETON.
De ondergang
der Bokruiters.
Door liefde en
overleg.
Binnenland.
Zaterdag 13 Januari 1934
Vijf en vijftigste Jaargang No 2
Verbod tappen sterke drank
op Maandag 15 Januari a s.
(Allemansmarkt.)
De Burgemeester van Venray herin
nert aan het bepaalde in artikel 126
der Algemeene Politieverordening,
waarbij het verboden is op Maandag
15 Januari a.s. (Allemansmarkt) na een
uur des .namiddags in lokaliteiten,
waarvoor vergunning is verleend tot
verkoop van sterken drank in het klein,
sterken drank te verkoopen, aan te
bieden, te verruilen of te leveren, ter
beschikking te stellen, ten geschenke
te geven, te gebruiken of toe te laten,
dat aldaar sterke drank gebruikt wordt.
Bij overtreding zal onmiddellijk proces
verbaal worden opgemaakt.
Venray, 5 Januari 1934.
De Burgemeester van Venray,
O. VAN DE LOO.
Werkverschaffing'Allemansmarkt
De Burgemeester van Venray brengt
ter kennis van belanghebbenden dat
op Maandag 15 Januari a.s. (Allemans
markt) volgens de bestaande Ministe-
rieele voorschriften geen verlof wordt
gegeven om van het werk afwezig te
blijven om welke reden ook. Zij, die
op dien dag desniettemin niet op het
werk verschijnen, zijn door dit feit zelve
onmiddellijk geschorst.
Venray, 5 Januari 1934.
De Burgemeester voornoemd,
O. VAN DE LOO.
Hij was er mee klaar... het zaad
was gezaaid.
En 't zou z'n werk doen.
'n Werk van verstikking.
Want wat hij uitgezaaid had was
onkruid.
't Was hem gelukt,., omdat ze
sliepen. Omdat ze sliepen? Wie?
Wel degenen die toezicht hadden
te houden, hadden te waken.
De ouders voor hun kinderen, de
priesters voor hun geloovigen.
Nu zat het onkruid, en ze kregen
het pas in de gaten, toen het op
schoot tegelijk met het goede zaad.
Ja zoo gaat het
Sommige ouders zijn ziende blind
voor hun kinderen.
Ze kijken er niet naar om, met
wie ze spelen, waar ze gaan werken,
gaan dienen, wat ze lezen.
En intusschen slaat de vijand zijD
slag 1 Lustig zaait hij het onkruid uit
dat het voedsel ontsteelt aan het
goede, dat zij of anderen uitzaaiden,
tot het haast verstikt.
We zien dat niet alleen in de ge
zinnen, maar ook in de christelijke
gemeenten.
Zoodra de tucht en het toezicht
verslapt, is de duivel erbij om het
onkruid uit te zaaien. Die neemt z'n
kans geducht waar
Als de herders indommelen, wint
de zonde veld.
Zoo leert de kerkgeschiedenis van
19 eeuwen'
Eerst zedenverslapping, dan zeden
verwildering, dan volslagen ongeloof.
Vijftig jaar en meer kan dat in
zinken duren voor het duidelijk en
schrikwekkend aan den dag treedt.
En de latere geschiedschrijver
weet dan als oorzaak van die ver
slapping, verwildering, afval aan te
teekenen Ze sliepen en toen zaaide
de duivel lustig en listig het onkruiid.
Wat voor de gezinnen geldt en
voor de Kerkgemeenten, geldt ook
voor ieder persoon afzonderlijk.
Waakzaam moeten we zijn en
blijven.
Zoo niet, dan zullen wereld eD
duivel onkruid strooien bij hoopen.
En dan
Wel, dan zullen we helaas ver
slappen in ons gebed. Want „we
zullen er niet veel voor voelen 1"
We zullen het eene gevaarlijke
boek na het andere verslinden, en
Een zonderlinge Historie.
Naar het Duitsch.
23
De deuren vliegen voor u open,
al waren ze ook met duizend
grendels gesloten en veilig brengt
de geest u terug.
Doch deze genade wordt gij
eerst later waardig gekeurd,
wanneer gij ijver en gehoorzaam
heid betoond hebt. Klein moet gij
aanvangen, zooals ieder mensch
en dieven en woekeraars hun
zondaarsgeld ontnemen. De leiders
en de gewijden geven u hunne
bevelen en gij moet die zonder
weigering en zonder te morren
uitvoeren, anders zult gij het nooit
tot den eersten graad brengen.
Geweld moogtgij niet gebruiken,
of het moest zijn, dat gij werd
aangevallen en dal uw vrijheid
of uw leven gevaar iiep. Dan ver
oorloven de geesten te uwer red
ding, dat gij de vreemde zondaars
doodt. En hoe heerlijk is het in
onze gemeenschap 1 Ieder deelt
met zijn broeder, geen schat, die
ons de geest verraadt, blijft het
eigendom van den enkeling, maar
zeggen„dat we er geen kwaad in
zien 1"
We zullen vrijer en vrijer worden
in onze levensopvatting en gedraging
en ons wijs maken „dat het zoo erg
niet is
We verschuiven telkens het biech
ten tot het Paschen wordt.
En wie weet of ook dan
de verblinding ons niet weerhoudt.
Liefst noemen we dan de anderen
maar Farizeeën 1
Ja, 't kan komen, als we ophouden
te waken.
Moge de onverdiende genade van
Gods barmhartige liefde toch einde
lijk gehoor vinden
Klop op de borst, erken schuld en
keer rouwmoedig terug
't Is zoo troostend en bemoedigend
wat AugustinuszegtVelen, die eerst
onkruid waren, zijn nadien tarwe
geworden
Als de moderne wereld ergens
behoefte aan heeft... dan is dat niet
op de eerste plaats aan nieuwe sys
temen, leuzen, of toekomstplannen,
maar dan is dat eerst en vooral aan
echte Christenen, voor wie de liefde
in het leven weer de eerste plaats
inneemt.
De menschen moeten weer broeders
worden, zoowel in het maatschappelijk
als in het bedrijfsleven.
Verdrukking en uitbuiting van
boven af, zoowel als haat en klassen
strijd van onderen op, zijn beide
even onchristelijk.
Het is gemis aan liefde, ook bij
degenen, die zich Christen noemeD,
dat zoo nameloos veel ergernis in
de wereld heeft verwekt.
Men spreekt tegenwoordig van
farizeïsch Christendom, van een ver
burgerlijkt Christendom, van een
Christendom, dat den geest van
Christus verloren heeft en zich aan
de kapitalistische orde heeft aange
past.
Breede scharen hebben het chris
telijk geloof van zich verworpen,
omdat ze aan Christenen zoo
weinig broederzin zagen. En door
de ergernis, die ze ondervonden,
zijn ze zoo verblind geworden, dat
ze de macht der liefde niet meer
zien kunnen en alle heil verwachten
van klassenhaat en klassenstrijd.
Een paar jaren geleden verscheen
in Duitschland een boek, dat tot
titel draagt: Het proletarische ge
loof.
Daarin zijn allerlei getuigenissen
en bekentenissen opgenomen van
socialistische arbeiders over hun
houdiDg tegenover kerk en gods
dienst.
Velen hunner, die het christelijk
geloof, vooral het Protestantisme,
den rug hebben toegekeerd en nu,
voor een deel althans, met een
bitteren haat tegenover de Kerk
vervuld zijn, getuigen in dit boek
dat het gemis aan naastenliefde, dat
ze overal meenden waar te nemen,
hen tot hun afval van het Geloof en
van God zelf gebracht heeft.
Nu moge men vrij beweren en
bewijzen zelfs, dat er veel over
drevens en veel ongemotiveerds
voorkomt in dit boek.
God zij dank, zijn er ook heden
voor iedereen, die zien wil, nog veel
oprechte Christenen die hooge ernst
maken met de broederliefde.
Maar een deel van de klachten
is maar al te gerechtvaardigd en
treft zeÜ3 hen, die in het economisch
of zelfs in het kerkelijke leven een
vooraanstaande plaats innemen.
Als het katholieken zijn laden ze
een ontzaggelijke verantwoording op
eerlijk wordt alles gedeeld, klein
en groot. De arme gerechtigde,
inplaats van aan botten te knagen,
verheugt zich in dezelfde genoe
gens, welke de goddelooze rijke
zich verschaft.
Wij zijn slechts een enkele
groote schaar van broeders, reeds
beloopt ons ledental in de duizen
den en dagelijks vermeerdert nog
onze aanhang. Spoedig zullen wij
misschien een eigen rijk kunnen
stichten en openlijk optreden tegen
het geweld van de goddeloozen.
Reeds heb ik in Keulen wapens
besteld, musketten, pistolen, zwaar
den en dolken voor drie duizend
man en als wij dan de banier van
Uriel ontplooien, wie zal ons dan
kunnen weerstaan? Ja, niet tot
gebrek lijden en ontbering zijn
wij geschapen wie zich bij ons
aansluit, zal rijk en gelukkig
worden
De stem van den meester was
bij de laatste woorden luider en
doordringender geworden. Festen-
rath, die in gespannen aandacht
had geluisterd, begreep maar al
te goed het gevaarlijke van deze
leer, die den diefstal, ja zelfs den
moord verontschuldigde onder het
voorwendsel, dat de rechtvaardigen
de aardsche goederen ook noodig
hebben. Wie houdt zich zelf niet
voor rechtvaardig Wie is niet
ontevreden met zijn lot? Wie
vooral onder deze weinig door-»
denkende mannen, schuift den
rijkdom van zijn buurman niet op
zich.
Want ze bevlekken niet alleen hun
eigen geweten, maat besmeuren in de
oogen van anderen ook de Katho
lieke Kerk, aan wie ze toebehooren.
en aan wie ten onrechte maar
door een eenigszins verklaarbare
kortzichtigheid de fouten en
zonden barer kinderen verweten
worden.
We herhalen-: dat is onrecht aan
de Kerk.
Want de Kerk kan niet verant
woordelijk gesteld worden voor de
tekortkomingen dergenen, die naar
haar prediking niet luisteren of althans
er niet naar handelen.
De Kerk zelve zal bij monde van
haar prediking en krachtens haar
diepste wezen niet ophouden de
onderlinge naastenliefde te verkon
digen als de grootste hervormde
kracht in het leven en als het meest
wezenlijke bestanddeel van 'n Chris-
telijken geest.
En naarmate geluisterd en gehan
deld wordt naar haar leer en vermaan...
zal de samenleving verbeteren.
Want niet door haat en strijd,
maar door liefde en overleg moet
het herstel komen.
Waarover de men
schen ruzie maken.
In tijd van één week heb ik 54
ruzies ter oplossing gekregen. Ik kan
er niet aan beginnen om ze op te
sommen, laat staan ze te beschrijven.
Ik zal ze aangeven zoover de
ruimte het toelaat. Terloops zij ech
ter opgemerkt dat de eerbied voor
het menschelijk geslacht er niet op
vooruit gaat Als je niet oppast, ga
je het menschdom zien als een ver
zameling wezens, die van tijd tot tijd
vrij dikwijls, van achter hun vier
muren te voorschijn komen dik
wijls speelt zich het tooneel af bin
nen dè vier muren om als kemp
hanen tegenover elkaar te gaan staan.
Gebruikelijke poses hooge borst
minachtende oogen, soms gebalde
vuisteDdikwijls ook opgeheven
vinger, waarschuwend, dreigend
saamgeknepen lippen; hoofd dat op
en neer beweegt; wijd-opengesperde
mond sissende lippen ook quasie-
lieflijk stemmetje, 'n beetje hoog,
begeleid door langzaam hoofdbewegen
Dit gewoonlijk vergezeld van de
klanken o, zoo meent... u... dat of
ook wel „ach... hoe... lief I" Bij
meer beschaafde naturen of koude
harde oogen of minachting die neer
ziet van onbereikbare alpentoppen
over bijna gesloten wimpers of listig
loerende oogen die het juiste moment
bespieden om een hatelijkheid te
zeggen, die uren en uren in stilte
beschreid worden. Houding: aanleg
gen mikken om in 't hart te tref
fen.
Ja, 't zijn fijne lui de menschen
En teergevoelig. Dat is het beste
waar te nemen als onder vier oogen
bij knikkende hoofden een goede
naam achterover gedrukt wordt.
Overigens zijn deze houdingen
voor veranderingen vatbaar. Iedere
stand maakt ruzie op z'n eigen
manier. Ter zake de 54 ruzies in
een week. 't Valt lang niet mee om
daar scheidsrechter in te zijn. De
eerste gewaarwording is „menschen,
maakt toch geen ruzie. De sop is de
kool niet waard." Laatste gewaar
wording afschuw. Wat een bende
kiein-denkende, kiftende peuterige
menschen
Twee vrouwen de een dochter
des huizes. De ander een nicht.
Samen opgegroeid. Nooit ruzie ge
had. Gek op elkaar. De nicht had
al 20 jaar lang er op gerekend dat
bij het sterven van de moeder van
de dochter des huizes, zij, de nicht
die mooie gouden ketting zou krijgen
en een oud penant-kastje. Viel tegen.
Ze kreeg 'n paar oorbellen. Geen
ruzie, maar haat I De nicht beweert
dat nog vlak voor het sterven op
aanstoken van de dochter des huizes
de moeder het testament veranderd
heeft.
Ja. 't is wel vreeselijk als je ia-
plaats van een kettiDg, oorbellen
krijgt.
Marie Cosijne presidente van
een cultureele vereeniging met vier
andere dames samen het bestuur
vormend. Eea er van verstaat uit
stekend de kunst van boekhouden,
administratie en geldbelegging. De
Directeur, die er ook geen verstand
van heeft, heeft aan haar gevraagd
Maak eens 'n plannetje, hoe we de
nieuw ingekomen gelden zullen be
leggen.
De vier anderen, vooral Marie
Cosijne, aangebrand. Neemt onmid
dellijk wraak door in het stadje
rond te bazuinen dat de Directeur
en de boekhoudende collega, zoo
bevriend zijn. Het stadje schiet on
middellijk in rep en roer. Fijn schan
daaltje om over te kletsen. Marie
Cosijne geniet venijnig.
Mevr. de Boel wil niet meer mee
naar het diner van de collectanten
en gaat ook niet meer mee met pot
verteren, want Mevr. Zwager Goot-
hans heeft haar minachtend aange
keken. Eigenlijk zat er wat anders
achter. Mevr. Zwager-Goothans
nou ja dat is zoo'n aardig mensch
En de collectanten vinden dat na
tuurlijk ook wel aardig. Maar Mevr.
de Boel zegt dat Me-'r. Zwager-
Goothans haar minachtend aankijkt.
Bij Stralens is al sedert jaren, van
tijd tot tijd, groote herrie. Hij komt
uit den winkel altijd klokslag vier
uur naar boven. Dan moet de thee
klaar staan. Zijn vrouw heeft de
handen vol. De thee is ook wel eens
om vijf minuten over vier. Hij zegt
Ik moet de centen verdienen en jij
niet. Ik mot er voor werken. Dan
mot voor mij de thee klaar staan
versta je 1 Fijn lid, die Stralens.
Tusschen Dijkstra (2 hoog) en van
Gadeien (8 hoog) botert 't ook niet.
Van Gaderen heeft... een radio...!
Dijkstra heeft er geen 1
De rest weet u wel.
Jan van Dudderen heeft zich bij
zonder ingespannen voor het 25-jarig
feest van de president der Kiesver
eeniging. Hij heeft de liedjes getikt
in sexter-plo ten getale van over de
140. Dat is een heel werk. Op den
feestavond werden allen bedankt,
stuk voor stuk. Van Dudderen stond
al in de houding om zija complimen
ten in ontvangst te nemen. Werd....
vergeten.
v. Dudderen is diep gekwetst,
komt den slag niet te boven. Haat
Oom Frits en tante Greta gaan
heelemaal niet meer om met tante
Jet enoome Kees, want Marie Troost
moet aan oome Henk verteld heb
ben, die 't weer overbracht aan nicht
Georgette, vanwaar het terecht moet
gekomen zijn bij Mevr. Geurlenge-
Talata, die 't schijnt doorgegeven te
hebben aan den president van de
liefdadigheids vereeniging „Hou ze
bij elkaar," dat tante Greta vroeger
aan tante Jet moet gezegd hebben
Als ik zoo'n gezicht had als jij, ging
ik er naast loopen.
Op den verjaardag van juffrouw
Constance ging 't geweldig scherp
toe. Daar zaten al de gevaarlijke
klapeksters van de parochie bij elkaar,
't was ook geen kleinigheid. De
kapelaan, die zeer muzikaal is, gaat
elke week vast, een uurtje muziek
maken bij zijn vrienden. De oudste
klapekster eindigde het gesprek heel
gedetermineerd met„Ik moet van
de week toch bij den Deken wezen
voor den Bond van barmhartigheid.
Dan zal ik meteen de noodige stap
pen doen en hem inlichten..."
Ziezoo. Wat voor gespuis de
Deken ook al niet aan zijn deur
krijgt...
Juffrouw Watjes werd ziek, ging
Daar het ziekenhuis en liet zich neer
leggen op de 3e klas. 'n Paar weken
later werd haar vriendin Juffrouw
Datjes ook ziek, ging naar het
ziekenhuis en liet zich transporteeren
naar de... 2e klas.
Nou dat was wat
De slager had aan den kleine
jongen van Panker gezegd Zeg aan
je moeder dat ik nog geld...
Er komen nog 42 gevallen.
„Gij zult uwen evennaasten lief
hebben als u zelf."
Folkloristische
Sprokkels.
Nu hadden alle ambachten hunnen
patroon gekregen: de timmerlui St.
Jozef, de smeden hunnen St. Elooi,
de metselaars hunnen St. Stefanus,
de wevers St. Severinus, de boeren
zelfs hadden St. Isidorus en de gilde-
broeders vierden hun St. Sebastiaan
en St. Joris, maar de houtzagers
stonden daar te kijken als simpele
zotten
Zijn me dat nu mannen, werd
er gezegd, die hebben nog geen
patroon, wanneer moeten die nu een
teermaaltijd houden. Als ze St. Jozef
namen, dan kregen ze natuurlijk
woorden met de timmerlieden, dat
kunt ge zóó wel begrijpen. En noemt
gij nu eens een heilige op. die in
zijn tijd een houtzager was. Ge zult
hem lang moeten zoeken. Maar daar
moest toch raad geschaft worden,
want de houtzagers werden er danig
om geplaagd.
We zullen eens naar Mijnheer den
Pastoor gaan, zei d'r een. Wel, dat
was een goede gedachte, ja, dat
Rikske had altijd van die aardige
invallen.
In 'nen optocht, achter mekaar,
gingen ze naar Meneer den Pastoor.
Toen ze in de mooie kamer ston
den, duwden ze Rikske vooruit, die
moest het woord doen. Hij bleef met
z'n aanspraak een heel klein beetje
steken.
Maar meneer de Pastoor begreep
toch wel, waarvooral die houtzagers
kwamen.
Willen jullie 'nen patroon
mannen Awel zoekt hem dan zelf
opl Hier is 'nen boek
En ze kregen een héél dikken
bijbel mee
Rikske mocht hem dragen, met
twee handen, hoor Rik.
Toen begonnen ze te zoeken, 't
een blad na 't ander werd omgeslagen.
Ze begonnen er wat warm van te
worden, dat was ander werk dan
houtzagen. Ja, als ge zelf eens een
Patroon moest zoeken
Maar eindelijk had Rikske het
gevonden. Ze waren bij 't schoone
verhaal van de Drie Koningen ge
komen, die naar 't Kindeke zochten.
En opeens wees Rikske, die met
den bril op den neus te spellen zat,
den regel aan „En zij zagen een
ster...."
En wij zagen houtriep Rikske;
al de houtzagers stemden hem bij.
En zoo werd bij acclamatie be
sloten, dat de Drie Koningen voortaan
de patronen der houtzagers zouden
zijn.
Nieuwe Postjager-pech. De ver
hooging van den tabaksaccijns.
Corruptiestroom. Straks ko
men de balans-branden. Re
geling van het automaten-vraag
stuk. Geen versnelde brug
genbouw Het kanaal door
Zuid-Beveland. Bepalingen
voor overheidspersoneel.
De Postjager. waarmee gedemon
streerd zou worden, dat een veel
snellere postverbinding op Indië
mogelijk is, heeft tot heden maar -
weinig weten te voldoen. Op de
heenreis werd het vliegtuig langen
tijd Opgehouden in Italië wegens
motorstoring en op de terugreis
zijn de tegenslagen niet miuder.
Reeds kort na het vertrek uit Indië
moest de bemanning terugkeeren met
het vliegtuig wegens een lek in
de benzineleiding.
Nochtans heeft de bemanning be
wezen, dat er uit het vliegtuig heel
wat te halen iseen kruissnelheid
van 300 K.M. werd bereikt. De
constructie voldoet derhalve en zou
tot groote eere van de Pander-
fabrieken, dus van bet Nederland-
sche fabrikaat kunnen strekken, als
de Amerikaansche Wright-motoren
niet drie maal reeds tot onderbreking
van den tocht hadden geleid. We
herinneren er aan. dat ook het ver
trek van De Zilvermeeuw verhinderd
is geworden door een starter-breuk
van een der motoren, welke van
hetzelfde fabrikaat zijn. Toch betreft
het hier het product van een zéér
gerenommeerde fabriek.
Lindbergh heeft nog pas zeer
onlangs een wereld reis van eeD half
jaar beëindigd in een machine, welke
van slechts één Wright-motor was
voorzien en niet één keer heeft die
motor tot ongemakken onderweg
geleid. De Amerikaansche fabriek
heeft thans een ingenieur naar ons
land gestuurd, teneinde te onder
zoeken, aan wat de herhaaldelijke
motorstoringen moeten worden ge-
welen.
Uit een mededeeling van het Ned.
Correspondentiebureau valt af te
leiden, dat de verhoogde tabaks
accijns met ingang van 1 Maart zal
worden geheven. Voor de uitreiking
van cadeaux, zooals die tot heden
op sigaretten-, tabaks- en ook wel
op sigarenbons werden verleend, zal
daarna nog een respijt van één
maand worden gegeven, maar na 1
April is het onherroepelijk uit met
de cadeaux. Geïnteresseerden mogen
daar wel rekening mee houden. Ze
verzamelen hun bons soms over
maanden en jaren, ze ruilen ze onder
elkaar of koopen aantallen punten
op, waar ze daartoe de kans maar
krijgen. Het zijn soms zeer waarde
volle cadeaux, welke op dergelijke
bons beschikbaar worden gesteld.
We zagen catalogi met ameuble
menten, naaimachines, stofzuigers en
motorrijwielen. Denkt er om na 1
April hebben de bons geen waarde
meer
ir
Er waart weer een corruptiestroom
over ons land, gelijk trouwens
ook elders. Dat schijnt een uitvloei
sel te zijn van den balanstijd. Dan
worden rekeningen gecontroleerd en
verantwoordingen gevraagd. In Oud-
Beierland werd een ka;shr gearres
teerd, die meer dan f 30.000 verduis
terde en de spaargelden van vele
kleine luyden opmaakte. Een directeur
van een Haagschen houthandel schijnt
zich ook aan tienduizenden van
anderen te hebben vergrepen. Wéér
werd ook een notaris aangehouden.
Om dan maar enkele gevallen te
noemen. Straks zullen ook de be
kende Januari-branden uitbreken
Ja, zoo'n balans kan heel wat ver
oorzaken 1
De regeering is wederom zeer
actief in het gereedmaken van ver-
naam van geluk of bedrog en zou
niet gaarne in diens plaats wezen?
Hoe buitengewoon verleidelijk
werkt de gedachte, dat men zelf
ondanks alle braafheid veel moet
ontberen, terwijl de zondige rijk
aard in weelde baadt. Het laatste
geheim van dezen bond was slechts
aan de ingewijden geopenbaard,
dat wil zeggen, zij wisten, dat dit
heele spelletje bedrog was; maar
de nieuwelingen, de ondergeschik
ten moesten aan bovennatuurlijke
krachten gelooven. In den beginne
ontvingen zij hun aandeel in de
geroofde schatten zonder zelf een
hand uit te steken, maarzoodra
ze begeerig waren geworden door
de gemakkelijke wijze, waarop zij
in het bezit kwamen van die
schatten, dan moesten zij zelf de
handen uit de mouwen steken
dan wees Uriel hun bij monde
van den meester degenen aan,
die beroofd moesten worden en
eenmaal in dezen maalstroom, ge
sleurd, konden zij zich niet meer
terugtrekken, zij moesten dan
verder, ook wanneer zij later
hoorden, dat de spookverschijning
van een geest onzin was, zij
moesten dan van hun kant nieuwe
leden trachten te werven en ze
bedriegen. Welk een vreeselijke
resultaten kon zulk een combinatie
hebben, wanneer daartoe op den
duur duizenden zouden toetreden.
En sprak de meester al niet reeds
van openlijk geweld, van tegen
stand tegen het geweld van het
kwade, dat wil zeggen tegen de
overheid
Een duivelsch sluwe kop had
dit plan, dezen bond verzonnen,
om zijn eigen lusten te kunnen
bevredigen. En hoogstwaarschijn
lijk was juist hij, de meester,
slechts aan weinig ingewijden
bekend, Want wie zou in deze
kleederdracht, temidden van aller
lei zinnenverstorende goochelarijen
een bepaalde persoonlijkheid kun
nen herkennen
Mij best, dacht Festenrath
bij zichzelf, dat is naar ik hoop
vandaag je laatste helsche goochel
toer I En al zou het mij ook het
leven kosten, ontmaskeren wil ik
je en vandaag nog 1
Zijt gij nu geneigd om tot
onzen bond toe te treden vroeg
de meester aan de knielenden.
Er klonk een zacht »ja" uit drie
monden.
Zijt gij bereid de geboden
van den meester en diens helpers
getrouw en gehoorzaam op te
volgen Hebt gij bij u zelf bedacht,
dat wij verraad met den dood
straffen
Jal
Zijt gij besloten, dengene
zijn ongerechtigde schatten te
ontnemen, dien Uriel ubij monde
van zijn afgevaardigden zal aan
wijzen, al was het ook uw eigen
broeder
Ja I
Schrijft dan uw naam met
uw eigen bloed hier in dit boek
van perkament 1 riep de meester.
Want onder ons draagt gij als
nieuwe menschen ook nieuwe
namen. Pancratius, Nicodemus en
Albertus zult gij drieën heeten
Hij krabde snel met een klein
mesje langs de duimen der drie
nieuwelingen en liet ze de pen in
het te voorschijn droppelend bloed
doopen en hun namen in een
grootboek inschrijven. Nauwelijks
was dit gebeurd, of de bok, die
voortreffelijk gedresseerd moest
zijn, dook den eersten van achteren
onder de beenen door, nam hem
op zijn rug en droeg hem een eind
weg om hem daarna af te werpen.
Evenzoo geschiedde met de beide
anderen.
Hoe belachelijk deze scène ook
was, toch vertrok nergens een
gezicht. Integendeel, aller gelaat
was hoogst ernstig, vol geheim
zin nigen schrik en de drie nieuwe
lingen stonden weer op, bevend
als een espenblad en lieten zich
daarna door de broeders aan-
kleeden.
De bondsmaaltijd is gereed
riep de meester thans uit. Zoodra
deze ten einde is, heb ik enkelen
de bevelen van Uriel mede te
deelen. Geniet van het beste der
aarde, maar weest matig.
Nu begon het een druk door
elkander loopen en draven. Op
het grasveld tusschen de steenen
werden breede tafellakens uitge
spreid en snel met houten borden,
messen en vorken bedekt.
Bepaalde personen, die met dit
bijzonder deel der feestelijkheden
schenen belast te zijn, kweten
zich mei groote snelheid van hun
laak. Er scheen over 't algemeen
een zeldzame orde en strenge
discipline onder de bende te heer-
schen.
Dat Festenrath ook nu weer er
voor zorgde, een plaatsje te ver
overen, dal zoo ver mogelijk van
het vuur verwijderd was, spreekt
vanzelf.
Het eten was koud, maar van
goede hoedanigheid. Eerst werden
kleine ingemaakte vischjes opge
diend, die veel op onze tegen
woordige sardientjes leken, daarna
volgde een aalpastei en een ander
koud, ragoutachtig gerecht. Bij
ieder gerecht schonken de op
lettende broeders een «passend"
wijntje in, hoewei steeds in den
zelfden beker. Toen daagden
eenige reusachtige gekookte ham
men op en ander koud vleesch,
dal buitengewoon fijn van smaak
was. De meest verwende fijnproever
zou zich geen weelderiger maal
tijd hebben kunnen wenschen
het ging er natuurlijk een beetje
verward toe hoewel niet on
zindelijk want aan een verwis
selen der borden enz. viel in 't
geheel niet te denken de half
liggende, half zittende houding
maakte dit ten eenenmale onmoge
lijk. Zeer goede inlandsche en
vreemde kaassoorten vormden uet
dessert.