Bij Ruwe Handen Purol
Binnenland.
Van onze kinderen.
St. Maarten.
üemenjtde Berichten
baar door eene vermeerdering aan vormen, omdat het de ontmaskering
werk te scheppen in vergrooting der betreft van personen, die een ver
trouwenspositie hebben bekleed, welke
ze misbruikt bleken te hebben. De
ten laste gelegde feiten betreffen
verduisteringen of oplichtingen in
sommige gevallen zijn et zeer belang
rijke sommen mee gemoeid.
Het betreft een notaris te Maars
sen, een advocaat te Utrecht, een
ingenieur te Amersfoort, den koster
van de Nieuwe Kerk te Amsterdam
en den Rijksinspecteur voor onder
steuning van behoeftige Nederlanders
in Duitschland, zetelende te Arnhem.
In het laatste geval echter gaat het
om zededelicten. De behoeftige Neder
landers in Duitschland zijn door de
handelwijze van vorenbedoelde
inspecteur ten zeerste gedupeerd
geworden. Men herinnert zich onge
twijfeld nog wel het verslag van de
heftig bewogen vergadering der
Nederlanders te Duisburg, waar onze
gezant te Berlijn de gemoederen nog
heeft moeten kalmeeren. Op die
vergadering kwamen tal van klachten
over dien inspecteur tot uiting. Als
zijn vertegenwoordiger in Duitschland
en chef aldaar voor de hulpverleening,
had hij een minderjarig jongmenscb,
een protégé van hem, aangesteld en
aan dien onbekwamen knaap waren
de Nederlanders in Duitschland in
hun nood overgeleverd.
specifieke behoeften der menschen,
dus meer luxe. minder snelheid e.d.;
hejaas de rationalisatie en de uit
vindingen der techniek, kortom de
geestelijke en materieele „systimati-
satie" onzer samenleving vraagt des
te meer hoofden en handen.
Daarnaast nog een ander element
van aftakeling der luxe, n.l. de
werkloosheid zelve als oorzaak van
versobering voor allen, zooals de
belastingen, de afdrachten aan werk
loosheidskassen. enz. ons dagelijks
leeren.
Er moeten groote werken als
pseudo-werkgelegeoheid uitgevoerd
worden; de nog Diet werklooze
menschen betalen het tenslotte alleen,
zoodat de gezonde en echte werk
gelegenheid er tenslotte niet beter
van wordt.'
Er is geen twijfel mogelijk, dat
over eenige tientallen van jaren de
„tota'e" werkgelegenheid voor man
nen en vrouwen blijvend met vijftien
tot twintig procent verminderd is
tegenover 1910 en wel alleen ver
oorzaakt door den anders geworden
opbouw der bevolking in hare ver
schillende jaargangen.
De geschiedenis is trouwens daar,
om ons te leeren en te waarschuwen
ook zonder het uitpluizen van ge
leerde statistieken
Het Romeinsche rijk dreigde, al
dus besluit dr. Huygen, indertijd aan
dezelfde oorzaken te gronde te gaan
tn de voorzienigheid kon het slechts
redden door twee ontzaglijke hulp
middelen, n.l, de heilzame moraal
van het christendom en de zéér bit
tere medicijn der volksverhuizing,
waardoor nieuw bloed de geschokte
structuur in den bevolkingsopbouw
met geweld kwam herstellen tot de
gezonde proporties van meer kin
deren en dus naar verhouding min
der ouderen.
Rijksbijdrage voor werkloos-
heidszorg wordt verminderd.
De ontvangsten der spoorwegen
blijven aanmerkelijk terugloopen.
Defensie gaat brieven ver
branden. Protesten tegen de
vermindering der rijkssalarissen.
Typografen en bouwvak
arbeiders aanvaarden het collec
tief contract. Opzienbarende
arrestaties.
regeering heeft de gemeente
besturen ODtsteld met de mededeeling,
dat voor 1934 de rijksbijdrage voor
werkloozenzorg aanzienlijk vermin
derd zal worden. Werd door het rijk
in dit jaar voor het gemelde doel
nog 75i/s millioen besteed, voor '34
zal de bijdrage niet meer dan 46
millioen zijn. Niet ondenkbaar is,
dat de lasten der gemeenten daar
door zoodanig worden verzwaard,
dat de steunuitkeeringen moeten
worden verminderd.
Ook de spoorwegen vragen heel
wat van bet finaucieele vermogen
van den staat de tekorten immers
moeten tenslotte toch op een of
andere manier worden gedekt. Er zit
geen perspectief in het bedrijf der
spoorwegen. Niettegenstaande i
grootscheepsche reclame-actie blijven
de ontvangsten sterk terugloopen.
Thans is berekend, dat het verschil
tusschèn de ontvangsten in het eerste
halfjaar van '32 met het eerste half
jaar van '33 niet minder dan 12
millioen gulden bedraagt.
De minister van Defensie heeft
weer eens getuigd, dat hij niet af-
keerig is van het nemen van rigou-
reuse maatregelen. Hij heeft laten
weten, dat aan militairen gerichte
brieven, welke zijn voorzien van
zegels, waarin tot boycot tegen een
of anderen staat wordt opgewekt,
behooren te worden verbrand zonder
ze vooraf te openen.
Op Zondag hebben in tal van
plaatsen des lands demonstraties
plaats gevonden van het A.C.O.P.
om te protesteeren tegen de plannen
der regeering om de salarissen der
rijksambtenaren opnieuw te verlagen.
Uit den toon der gehouden rede
voeringen en den inhoud vaD de
aangenomen motie bleek intusschen
wel duidelijk, dat de ambtenaren zich
indachtig zijn geweest, dat de regee-
ring geen te scherp gestelde critiek
der ambtenaren op haar beleid meer
wenscht te dulden.
Er zijn in dezen tijd véél menschen,
die zich nolens volens moeten schik
ken in verhoudingen, welke ze
overigens niet aanstaan. Zoo hebben
nu ook de moderne bonden van de
typografen en vau de bouwvak
arbeiders het nieuwe collectief con
tract aanvaard, wacrin loonsvermin
deringen zijn vastgelegd. De arbeiders
schikken zich in de overtuiging, dat
ze door aanvaarding tenslotte weer
voor eenigen tijd nieuwe verslechte
ringen van de arbeidsvoorwaarden
hebben afgeweerd.
Op het einde der afgeloopen week
hebben verschillende arrestaties plaats
gevonden, welke onderling wel geen
verband houden met elkaar, maar
toch tesamen een merkwaardigheid
De zware mist. welke Zaterdag
en Zondag over het land hing, heeft
heel wat op zijn geweten. Door
aanrijdingen op den weg bekwamen
heel wat menschen letsel. Bij IJmui-
den liepen een paar schepen op
elkaar, waardoor nog al avernij werd
beloopen en ook liepen een paar
loggers op de kust, maar persoonlijke
ongevallen kwamen bij een en ander
niet voor. Zeer droevig echter was
de ramp, welke plaats greep bij een
onbewaakten overweg onder Amers
foort. Ook hier was mist de oor
zaak. Een kleine taxi werd door den
trein gegrepen en drie inzittenden
werden op slag gedood een vierde
inzittende bekwam levensgevaarlijke
verwondingen, waaraan zij later is
bezweken.
Lindbergh en zijn echtgenoote zijn
hun vliegtuig naar ons land ge
komen en hebben hier eenige dagen
vertoefd. De belangstelling van
publiek en pers voor het echtpaar
was groot, maar in verhouding tot
wat den Lindbergh's in het buiten
land ten deel viel, hebben ze het
hier vermoedelijk nog rustig gevon
den.
Aan de aardewerkfabriek „De
Sphinx" te Maastricht dreigt een
algemeene werkstaking om loonsver
lagiog tegen te gaan de rijksbemid
delaar voert intusschen nog bespre
kingen.
Op een onzer fascistische leiders,
den heer Adalbert Smit, is in Duitsch
land, toen hij daar een vergadering
van geestverwanten leidde, door
Nederlandsche fascisten van een
andere groepeering een moordaanslag
gepleegd, waarbij hij door verschei
dene messteken ernstig werd ver
wond.
Waarom
Nu kan het gevaarlijk zijn een
gruwelgeschiedenis als die van ver
leden keer aan kinderen te vertellen
Probeeren wij ons even in de
plaats van het kind te stellen, van
het kleinere kind wel te verstaan.
De wereld ziet er dan heel anders
uit. Vreemd, geheimzinnig vaak, vol
onontwarde raadselen. Iets wat voor
een volwassenen een doodgewoon
ding is, kan voor een kind een
wonderbaarlijk iets zijn, waaraan
magische eigenschappen worden toe
geschreven. De wereld met zijn
krachten is zoo ontzaglijk groot voor
de kleine, niet alleen omdat het nog
maar met eeu liliputterlichaampje
tusschen ons ronddribbelt, maar ook
omdat zijn zieltje nog in zoo'n be
perkt kringetje gevangen zit. Het
kind leeft zijn leventje in een wereld
van reuzen, die onbegrensde moge
lijkheden heeft evenals elke reuzen-
wereld. Die reuzen, dat zijn wij, wij
met onze beenen als boomstammen
onze vingers, die een gansch
kinderhandje vullen.
Ja, een kinderhandje is gauw ge
vuld omdat het zoo klein is. Een
kinderzieltje is gauw gevuld, omdat
het zoo eng is.
Daardoor komt het, dat een kind
heel makkelijk onder den indruk
komt van wat de volwassene het
vertelt en dit ook licht voor waar
aanneemt. Het wordt gauw heele-
maal in beslag genomen door iets.
Kleine vertrekjes zijn gauw bezet.
En nu gaan we het kind een
gruwel- en spookhistorie verhalen.
Booze roovers met bloederige dol
ken, kwaadaardige feeksen, die hun
spichtige handen op kinderhoofdjes
leggen, en dergelijke lui wandelen
binnen en dansen met giganteske
sprongen door het kinderhoofdje. Zij
verliezen de proporties, welke ze
hebben voor ons zelf, deze worden
dreigend groot, zoodat ze tenlaatste
elk perspectief benemen. Dan wordt
het kind angstig.
Ook wij zijn bang als we geen
perspectief meer zien, worden er
misschien door tot wanhoop ge
bracht.
Ook als we daarna het kind weer
tot rust trachten te breogen door te
zeggen, dat het maar een verhaaltje
was, of zelfs als uiterlijk van angst
heelemaal Diets blijkt, zullen de na-
deelige gevolgen niet uitblijven. In
vloed hebben zulke verhalen altijd.
Op 'n goeien dag merken we het
op een of andere manier.
Of het kind droomt akeligheden,
of het ligt 's avonds in zijn bedje te
rillen, of het ziet zelfs overdag ge
varen. waar absoluut niets te vreezen
is enz.
Voor zenuwachtige kinderen vooral
kunnen dergelijke dingen noodlottig
worden. Hun zieltje is nog veel ge
voeliger, vibreert reeds met lichte
tonen mee. Een zenuwachtig kind is
dadelijk zijn stuur kwijt, zelfs zonder
dergelijke paardeamanieien van den
kant van den volwassene.
Voor vandaag nu nog één
„Waarom".
Waarom vertellen we dan vaker
zulke dingen terwijl we zelf onze
teenen bij elkaar knijpen als er eenige
honderden meteoorsteenen onzen
dampkring passeeren
Antwoord Uit anqst
Ja werkelijk waai. Uit aogpt
N.K. JAC. VAN ECHT.
ZATERDAG 11 NOVEMBER
Het is zeker niet te boud ge
sproken, wanneer wij bewereD, dat
wellicht aan geen Heilige zóóveel
aandacht geschonken werd als aan
Martinus, bisschop van Tours, den
apostel van Gallië, den grooten
Heilige der Franken. In België zijn
vierhonderd kerkeD aan hem gewijd
en in ons land tel ik er zes en dertig.
De dorpen St. Maarten, St. Maartens
dijk en St. Maartenshoek dragen
zijn naam. Het bisdom Utrecht, de
stad en de burgerij, stonden onder
zijn bescherming. Zijn beeltenis stond
op de torenspits van zijn kerk, op
de hoeken der straten, in het voor
portaal der kapittelzaal en prijkte op
het oude stadswapen en de bisschop
pelijke banier. Zijn tijdgenoot en
vermoedelijk ook zijn leerling, Sul-
picius Severus, een bekend en geloof
waardig geschiedschrijver uit de IVe
eeuw, stelde het leven van den Heilige
in een aantal brieven te boek.
Fortunatus van Poitiers voegde
daar een werk van vier deelen aan
toe, dat hij opdroeg aan Gregorius,
bisschop van Tours, die op zijn
beurt nog vier deelen over den
Heilige vol schreef. Dan verscheen
er nog een heldendicht in zes deelen
Paulinus va:i Périgueux schreef,
behalve wat hij in zijn Geschiedenis
van Frankrijk omtrent Martinus ver
meldt, nog zes deelen over diens
deugden en mirakelen.
De deugd der nederigheid bezat
Martinus in hooge mate. Uit nederig
heid weigerde bij de benoeming tot
diaken, daar hij liever een mindere
plaats bekleedde. Uit nederigheid
weigerde hij den bisschopszetel van
Tours. Uit nederigheid weigerde hij
zelfs de voorbede voor een meisje,
dat de spraak verloren had hij
weigerde, omdat hij de hem om
ringende bisschoppen daartoe meer
waardig keurde. Op dringend ver
langen van den vader stemde hij toe,
liet eenige druppels olie op de tong
van het meisje vallen, gebood haar
den naam haars vaders uit te spreken,
hetgeen zij deed en zij had de
spraak teruggekregen.
Nog andere mirakelen worden den
Heilige toegeschreven, tot zelfs het
opwekken vau dooden. Wat de H.
Apostel Paulus voor de Zuidelijke
landen geweeat is, dat was de H.
Martinus in zekeren zin voor Gallië
Frankenland, waar hij de toorts
van het Evangelie deed ontbranden
in de donkere wouden der heidenen.
Waar hec woord niet krachtig ge
noeg was. kwam de krijgsman bij
hem boven en ontzag hij zich niet
heidenscbe tempels te vernielen,
heilige boomen om te hakken, af
godische altaren en beelden te ver
brijzelen.
Stellen wij ons den Heilige nog
even voor oogen.
Martinus werd omstreeks 317 uit
niet onaanzienlijke heidensche ouders
in Hongarije, op de grens van Oos
tenrijk en Stiermarken geboren. Zijn
vader was van soldaat opgeklommen
tot den rang van krijgstrlbuun of
bevelhebber. Op zijn 10e jaar namen
zijn ouders hem mede naar Pavia,
waar hij, ofschoon tegen hun wil,
zich liet opnemen onder de cate
chumenen. Op zijn 15e jaar was hij,
als de zoon eens krijgsmaus, verplicht
dienst te nemen, hoewel hij zich
meer tot den geestelijken stand ge
voelde.
Een daad van liefde wordt uit ziju
krijgsmansjaren vermeld en is ontel-
nare malen op doek of in steen
afgebeeld.
Op marsch zijnde, ontmoette de
troep, waartoe de H. Martinus be
hoorde, bij de poort van Amiëns,
een bijna naakten bedelaar, die om
een aalmoes vroeg. Het was winter
snerpend koud. Martinus, die
reeds alles had weggegeven, wat hij
bezat, sneed zijn mantel in tweeën
gaf daarvan de helft aan den
bedelaar. Den volgenden nacht zag
hij den Heiland in de gestalte des
bedelaars, met zijn mantel bekleed,
vóór zich staan en hij hoorde de
woorden „Martinus, ofschoon nog
catechumeen, heeft mij met zijn
mantel bekleed."
Een andere episode uit het leven
van den Heilige is evenzeer merk
waardig. In den strijd tegen de Duit-
schers liet de keizer den dag vóór
den aanval geschenken onder de
soldaten uitdeelen om hun moed aan
te wakkeren. Martinus weigerde het
geschenk aan te nemen, zeggende,
dat bij alleen met het Kruis op de
borst de vijandelijke benden wel zou
weerstaan. Wel nam de keizer zijn
aanbod aan, maar liet hem voor alle
zekerheid dien nacht in den kerker
opsluiten. Den volgenden dag, als
hadden zij een voorgevoel de neder
laag te zullen lijden, zonden de
vijanden afgezanten om over den
vrede te onderhandelen.
Dit werd beschouwd als een ge
nade des Hemels, aan Martinus
geschonken, waardoor de vrede werd
gebracht'zonder bloedvergieten Nog
twee jaren bleef hij in dienst en nam
in 386 zijn ontslag, waarna hij zich
naar Hilarius. bisschop van Poitiers
begaf, die hem tot diaken wilde
benoemen, waarvoor hij, zooals wij
zeiden, bedankte. Na veel omzwer
vingen waarbij hij o.a. de Alpen
overtrok en door roovers werd uit
geplunderd. kwam hij te Milaan,
waar hij zijne ouders terug vond en
zijne moeder tot het christendom
bekeerde zijn vader bleef echter bij
zijn heidensche begrippen volharden.
Naar Tours teruggekeerd, stichtte
hij een klooster bij Poitiers, het eerste
klooster in Gallië. Toen kort daarna
de bisschopszetel iD Tours open
kwam, werd hij aangezocht die plaats
in te nemen. Ook dat wees hij van
de hand, maar toen het geheele
diocees er op aandrong, liet hij zich
de keuze welgevallen en werd tot
bisschop van Tours gewijd. Toch
bleef hij even nederig als vroeger,
ofschoon het hem aan eerbewijzen
niet ontbroken heeft. Zoo w^rd hij
op zekeren keer bij keizer Maximus
ter maaltijd genoodigd en met de
grootste onderscheiding bejegend. De
keizerin bracht hem water om zijne
handen te wasschen en diende zelf
hem de spijzen toe, waarna zij zich
aan zijn voeten nederzette of zich
eerbiedig op een afstand hield. Van
deze gelegenheid maakte Martinus
gebruik om van den keizer genade
te krijgen voor ter dood veroor-
deelen of vrijstelling voor gevangenen
en teruggave van onrechtmatig ver
kregen goederen.
Twee en dertig jaar heeft hij den
bisschopszetel bekleed Op zijn 80e
jaar begaf hij zich met een talrijk
gevolg naar Candes, een plaatsje op
de grens van zijn bisdom om een
geschil tusschen de geestelijken aldaar
bij te leggen. Op de terugreis werd
hij door zwakte overvallen en hij
blies op 81-jarigen leeftijd den laat
sten adem uit.
Het stoffelijk overschot werd met
vorstelijken luister naar Tours over
gebracht en in den grafkelder van
de Kathedraal bijgezet. Tweeduizend
zijner leerlingen vormden d?n stoet,
waarbij zich een ontelbare menigte
aansloot.
In 650 heeft paus Martinus zijn
verheven voorganger en naamgenoot
heilig verklaard.
Geen wonder dat de nagedachtenis
van onzen Heilige weldra in de
folklore voortleefde en dat allerlei
feesten en gebruiken aan hem werden
gewijd. Vooreerst zijn er de St.
Maartensvuren, te zijner nagedachte
nis op zijn sterfdag ontstoken. Bij
die gelegenheid werd aan de huizeD
turf en hout gevraagd, want Sint
Maarten is de wiuterpoort en dan
moeten zachtjes aan de haardsteden
worden verzorgd.
Dan is er de St. Maartensvogel.
Hoewel in het leven van den H.
Martinus nergens een vogel voor
komt, noch bij Sulpicius Severus,
noch bij Gregorius van Tours, ont
moet men toch den St. Maartens
vogel in de gedichten der middel
eeuwen. In Frankrijk spreekt men van
l'oiseau St. Martin ook in Spanje
komt hij voor.
Binoen- enbuitenlandsche schrijvers
hebben zich over dien vogel erg
druk gemaakt, maar het probleem
niet tot een oplossing gebracht. Dr.
Schrijnen meent, dat hier de specht
bedoeld wordt met zijn donkerblauwe
staartveeren en donkerrooden nek.
Maar nu is er nog een andere
vogel, die met den Heilige in verband
wordt gebracht en welde St.
Maartensgans, waarover ook heel
wat pennen zijn in beweging gebracht,
zonder dat iemand heeft kunnen
aantoonen, waarin het verband be
staat. Wel zegt een legende, dat de
ganzen de schuilplaats van den H.
Martinus verrieden, toen hij zich
had verscholen om zich aan de bis-
schopske^e te onttrekken.
Eigenaardig is het, dat in de XlIIe
eeuw een zilveren gans voorkomt
als zinnebeeldig geschenk aan een
abdij. Op den munster te Worms
staat een gans, die ook voorkomt
achter den naam van Sint Maarten
opNoorsche en Tyroolsche kalenders.
Geleerden uit de XVlIe en XVIIIe
eeuw hebben verhandelingen over
de St. Maartensgans geschreven, ja
zelfs de uitnemende oudheidkenner
Dr. L. J. F. Janssen heeft er een
studie aan gewijd en kwam tot de
slotsom, dat de geheele ganzen-
geschiedenis niets met den H. Martinus
te maken had. Er was hier eenvoudig
sprake van een smulpartij, een ge
bruik, dat reeds bij de Egyptenaren
bestond, door de Romeinen werd
overgenomen en in Westersche lan
den voortgezet.
Hooger en beter dan in de folklore
werd onze Heilige vereerd in de
christelijke kunst, die hem op ver
schillende wijten voorstelt, te voet.
te paard, afzonderlijk, in een groep
of in een cyclus van tafereelen. Een
der eerste daarvan komt voor in het
Sacramentarium te Udine uit de IXe
of Xe eeuw. waar hij voor de poort
eener stad staat, waarboven drie
Engelen zijn afgebeeld, in bet midden
ziet men op een gouden aardbol den
Heiland tronenrechts beneden rust
de H. Martinus op zijn legerstede,
waarboven weder drie Engelen ver
schijnen. Als ruiter, 2ijn mantel ver-
deelende, wordt hij verscheidene
malen voorgesteld, vooral door de
Duitsche en Vlaamsche kuDSt, o.a,
door van Dijck. Schongauer teekent
hem als krijgsman, maar zonder
paard. Een oude miniatuur in de
Kathedraal van Chartres en een
andere in de St. Marlinuskerk te
Keulen geven hem op het oogenblik
dat Christus met den hal ven mantel
aan hem verschijnt. Jorduens schildert
den Heilige in de hoofdfiguur der
St. Martinuskerk te Doornik, thans
in het museum te Brussel, in bis
schoppelijk gewaad, waar hij een
krankzinnige geneest.
De belangrijkste cyclys van tafe
reelen uit het leven van den Heilige,
van de hand van Simone di Marthino,
bevindt zich in de kapel der basiliek
van St. Martino te Assisi. In een
dubbele rij, links van den ingang
beginnende, wordt de geschiedenis
des Heiligen weergegeven, waaronder
gebeürtenissen zijn opgenomen, die
in de gewone legenden niet voor
komen en daardoor moeilijk te be
grijpen zijn.
Deze cyclus omvat meer dan
éénige andere voorstelling, als een
opengeslagen boek, het leven
sterven van den H. Martinus.
U66$dpifa,liiespii*v
bedaart spoedig met een
Itliinliacdt'Jloeder
Per stuk 8 et. Doos 45 ct. Bij Uw drogist
140-8
Nederlander over de grens gelokt
Zaterdag was de chauffeur van
den garagehouder W uit Well even
over de Duitsche grens door douane
beambten gearresteerd, wegens het
smokkelen van Nederlandsche land
bouwproducten. De groenten en den
vrachtwagen werden in beslag ge
nomen. Nog denzelfden dag werd
W. in Well door eenige Duitsche
douanebeambten bezocht en uitge-
noodigd even in verband met de
arrestatie van ziju chauffeur mee te
gaan. De niets vermoedende W.
nam zijn luxe-wagen en reed met de
beambten mede. Zijn wagen stalde
hij aan het Nederlandsche douane
kantoor, en liep zelf op Duitsch
grondgebied, waar bij zonder eenige
reden gearresteerd werd. De oorzaak
waarom W. gearresteerd is, wordt
doov de Duitschers geheim gehouden.
Massa-vergiftiging tc Haelen.
Maandagmiddag deed zich in het
gezin van M. te Haelen bij Roer
mond een geval van vergiftiging
voor. Aanstonds werd dr. Smits uit
Heijthuizen gewaarschuwd, die over
brenging naar het St. Laurentius-
ziekenhuis te Roermond noodzakelijk
achtte.
Twaalf personen, onder wie het
geheele gezin M. en vier woon
wagenbewoners, bij wie eveneens
vergiftigingsverschijnselen zich voor
deden, zijn naar het ziekenhuis over
gebracht.
Naar we vernemen is de vergifti
ging ingetreden na het gebruik van
vleesch.
Yalsehc munter aangehouden.
Door de Eindho vesche politie is aan
gehouden en gevankelijk naar's Her
togenbosch overgebracht de 32-jarige
fotograaf J. W., aldaar, verdacht van
het voorhanden hebben van matriaal
ter vervaardiging van valsche ^bank
biljetten van f 10. Hij is in het Huis
van Bewaring te 's Hertogenbosch
ingesloten.
De miserie van de onbewaakte
overwogen.
Weer vier dooden.
Zondagochtend heeft op den on-
bewaakten overgang, onder de ge
meente Hoogland, een ontzettend
ongeluk plaats gehad, waarbij drie
personen, op slag zijn gedood.
Een auto, een z.g. Gooitax, welke
op de rails stond te wachten om
den trein, welke om 10,53 uur uit
Apeldoorn te Amersfoort moet aan
komen, te laten passeeren, werd
gegrepen door trein 159, welke om
10.47 uit Amersfoort naar Apeldoorn
vertrekt.
Het wagentje werd ongeveer 150
meter meegesleurd en geheel vernield,
waarbij van de inzittenden, de chauf
feur en twee kindereD, meisjes van
resp. twee en vijf jaar, direct werden
gedood, terwijl de moeder van de
kinderen in hoogst ernstigen toe
stand werd opgenomen. De vrouw
in het ziekenhuis Lichtenberg te
Amersfoort overleden.
Smokkelaar aangeschoten.
Tusschen Weert en Someren is
zekere J. uit Soerendonk, die een
partij margarine smokkelde door de
douane aangeschoten. De hagel ging
hem dwars door een arm. De ge
wonde maakt het vrij goed.
ERGERLIJKE TOESTANDEN.
De verzorging van „regecrings-
koeien" allertreurigst.
De Deventer-correspondent van
de Msb. schrijft
Teneinde ons persoonlijk te kun
nen overtuigen van de waarheid der
herhaalde klachten over mishande
ling. waaraan de in groole hoeveel
heden aangevoerde regeeringskoeien
ten prooi zijn, hebben wij de heeren
Speur en van Oosten, resp. inspec
teur der dierenbescherming te Deven
ter en brig, commandant der Maré
chaussee, vergezeld op een tocht
door weiden en al die plaatsen in
de omstreken van Deventer, waar
het vee der Crisisrundveecentrale i:
ondergebracht. Zonder eenige over
drijving mogen wij op grond van
de opgedane ervaringen deze con
clusie trekken, dat het over het
algemeen met de verzorging der
regeeringskoeien allertreurigst is ge
steld. Koeien, die den stal gewend
waren, jaagt men eenvoudig weiden
in, welke voor het meerendeel zijn
kaalgevreten of plat getrapt, zoodat
er bij wijze van spreken, geen sprietje
gras meer over is voor de dieren
om hun honger te stillen.
Men behoeft er de tallooze inge
zonden stukken in de diverse dag
bladen maar op na te lezen, om tot
de overtuiging te geraken dat de
mishandeling een inderdaad nationaal
karakter heeft gekregen. Bij het over
nemen van vee kunnen hoogdrach
tige dieren geweigerd, heet het. Maar
deze bepaling is niets meer dan een
fictief begrip. Getroost de tcgeering
in casu de Rundvpecentrale zich de
moeite eens een serieus onderzoek
te stellen in weiden en stallen,
dan zou ze tot de o.itdekking komen,
dat menige koe nog kort voor haar
stervensuur een kalf ter wereld
brengt. Uit Olst kwamen dergelijke
gebeurtenissen te onzer kennis en
elders zal het wel niet veel beter
zijn. Onze speurtocht leidde aller
eerst naar Bathmen, waar we in een
weide koeien aantroffen die er aller
ellendigst aan toe waren. De bena
ming weide is eigenlijk totaal mis
plaatst, aangezien de bodem slechts
bestond uit een modderige vlakte,
waar geen gras meer groeide. Het
was akelig om te zien hoe de koe
beesten, die geen greintje voer
krijgen, te keer gingen. Den geheelen
nacbt door loeieu de dieren van
honger en dorst en toen wij zoo
hier en daar eens vroegen, waarom
men de dieren niet voerde, luidde
meestal het antwoord „ze motte
immers toch dood".
In dezelfde streek troffen wij dooi
door zieke dieren aan, rillend
n kou, honger en dorst. Slech's
bij booge uitzondering ontmoetten
we op onzen tocht een gelegpnheid,
waar de koeien niet aan honger en
dorst waren prijsgegeven. Tot onder
Apeldoorn hebben wij ons onder
zoek voortgezetwaar we ook
kwamen zagen wij hetzelfde drama
stallen en weiden met uitgehongerde
van dorst versmachtende regeerings
koeien.
Goering de „geweldige"
De Pruisische Minister-president,
Goering, is Zaterdag als „getuige"
voor de vierschaar verschenen.
Het optreden vau Goering is voor
het gerechtshof een ver schrikkelijke
blamage geworden
De buitenlandsche pers spreekt
unaniem vau een misselijke vertoo
ning.
Heer Goering beefl van de ge
rechtszitting een politieke sportver-
tooning gemaakt, een staatsman on
waardig.
Goering heeft geen getuigeverkla-
ring gegeven maar wel in brullende
taal een politieke redevoering ge-
hcuJen. Hij nam doodeenvoudig den
president de leiding uit handen.
In zijn „getuigenis" schetste hij
zijn geweldig optreden tegen de Com
munisten en Socialisten, de reorgani
satie van de politie, kortom men kan
gelooven, dat Hermann Goering
Duitschland gezuiverd heeft van alle
gespuis.
Deze „getuige" ging zelfs zoo ver
om het gerechtshof een waarschu
wing te geven wat de heeren rech
ters ook mochten beslissen, hij,
miuister- president van Pruisen zou de
schuldigen wel aan de galg brengen.
En toen begon deze hooge staats
man een ongewoon sterke scheld
partij op Dimitroff en Torgler. De
vriendelijke woorden „boef," „schurk,"
„bandiet," vlogen door de zaal.
Dimitroff verklaarde zeer tevreden
te zijn met de uitlatingen van Goe
ring.
In plaats dat de president des
beeren Goering's politieke redevoe
ring had onderbroken en hem op z'n
prestige had gewezen, werd Dimi
troff uit de zaal gezet.
Het z.g. voor-proces in Londen
was een comedie, maar Berlijn dreigt
bet te zullen overtreffen.
De heeren rechters houden ge
recht, doch heer Goering heeft voor
de beklaagden reeds bet doodvonnis
geteekend.
Citroenen.
Citroenen worden altijd dwars door
gesneden. indien men ze wil persen.
In de?'lengte doorgesneden worden
de cellen der vruchten geopend en
geven dus meer sap.
Een niersteen van 3i/« pond.
In medische kringen te Colombo
is groote belangstelling gewekt door
een operatie, welke in het ziekenhuis
aldaar is verricht, ea waarbij van
een patient een niersteen is weg
genomen, die de grootste geacht
wordt, welke men tot dusver heeft
gezien.
De patient was een Singalees. De
niersteen weegt drie en een half
pond, heeft een maximum omtrek g
van bijna 40 c.M. en een minimum
doende)
maandelijk t inte
de H. Ti
De o vi ilielcd
„eereleden' leelac
de gebedi It we
Zusters j of I
der Zielen vuur
een zeer H,H
Cornm e ma
tot dezer in G
den opgei I
Dezelfde «ordi
„eereleden' na b
lijden.
Door Pi wen
Juli 1860 leteh
volle aflaat lok tc
op de zieli vage
1. op d hum
ving.
2. den iveml
zielendag.
3. den rabe
van de H,
4. den it, fe
den H. Jos
5. den :t, fe
O. L. Vr. p.
6. den Hag d
van H. Sa l2g. f
H. Hart vi
7. den f
den H. Igo Lo>
J. in he s do
aanroeping kus.
heidberoi «de i
zoo niet t tno
minste met
De am* in he
die voor i niets
doen, en d»pkt 1
moeten zeep v
dat zich vel oedi
deze Z nd e
zullen opfli
P.