Bij Ruwe Handen Purol Binnenland. Van onze kinderen. St. Maarten. üemenjtde Berichten baar door eene vermeerdering aan vormen, omdat het de ontmaskering werk te scheppen in vergrooting der betreft van personen, die een ver trouwenspositie hebben bekleed, welke ze misbruikt bleken te hebben. De ten laste gelegde feiten betreffen verduisteringen of oplichtingen in sommige gevallen zijn et zeer belang rijke sommen mee gemoeid. Het betreft een notaris te Maars sen, een advocaat te Utrecht, een ingenieur te Amersfoort, den koster van de Nieuwe Kerk te Amsterdam en den Rijksinspecteur voor onder steuning van behoeftige Nederlanders in Duitschland, zetelende te Arnhem. In het laatste geval echter gaat het om zededelicten. De behoeftige Neder landers in Duitschland zijn door de handelwijze van vorenbedoelde inspecteur ten zeerste gedupeerd geworden. Men herinnert zich onge twijfeld nog wel het verslag van de heftig bewogen vergadering der Nederlanders te Duisburg, waar onze gezant te Berlijn de gemoederen nog heeft moeten kalmeeren. Op die vergadering kwamen tal van klachten over dien inspecteur tot uiting. Als zijn vertegenwoordiger in Duitschland en chef aldaar voor de hulpverleening, had hij een minderjarig jongmenscb, een protégé van hem, aangesteld en aan dien onbekwamen knaap waren de Nederlanders in Duitschland in hun nood overgeleverd. specifieke behoeften der menschen, dus meer luxe. minder snelheid e.d.; hejaas de rationalisatie en de uit vindingen der techniek, kortom de geestelijke en materieele „systimati- satie" onzer samenleving vraagt des te meer hoofden en handen. Daarnaast nog een ander element van aftakeling der luxe, n.l. de werkloosheid zelve als oorzaak van versobering voor allen, zooals de belastingen, de afdrachten aan werk loosheidskassen. enz. ons dagelijks leeren. Er moeten groote werken als pseudo-werkgelegeoheid uitgevoerd worden; de nog Diet werklooze menschen betalen het tenslotte alleen, zoodat de gezonde en echte werk gelegenheid er tenslotte niet beter van wordt.' Er is geen twijfel mogelijk, dat over eenige tientallen van jaren de „tota'e" werkgelegenheid voor man nen en vrouwen blijvend met vijftien tot twintig procent verminderd is tegenover 1910 en wel alleen ver oorzaakt door den anders geworden opbouw der bevolking in hare ver schillende jaargangen. De geschiedenis is trouwens daar, om ons te leeren en te waarschuwen ook zonder het uitpluizen van ge leerde statistieken Het Romeinsche rijk dreigde, al dus besluit dr. Huygen, indertijd aan dezelfde oorzaken te gronde te gaan tn de voorzienigheid kon het slechts redden door twee ontzaglijke hulp middelen, n.l, de heilzame moraal van het christendom en de zéér bit tere medicijn der volksverhuizing, waardoor nieuw bloed de geschokte structuur in den bevolkingsopbouw met geweld kwam herstellen tot de gezonde proporties van meer kin deren en dus naar verhouding min der ouderen. Rijksbijdrage voor werkloos- heidszorg wordt verminderd. De ontvangsten der spoorwegen blijven aanmerkelijk terugloopen. Defensie gaat brieven ver branden. Protesten tegen de vermindering der rijkssalarissen. Typografen en bouwvak arbeiders aanvaarden het collec tief contract. Opzienbarende arrestaties. regeering heeft de gemeente besturen ODtsteld met de mededeeling, dat voor 1934 de rijksbijdrage voor werkloozenzorg aanzienlijk vermin derd zal worden. Werd door het rijk in dit jaar voor het gemelde doel nog 75i/s millioen besteed, voor '34 zal de bijdrage niet meer dan 46 millioen zijn. Niet ondenkbaar is, dat de lasten der gemeenten daar door zoodanig worden verzwaard, dat de steunuitkeeringen moeten worden verminderd. Ook de spoorwegen vragen heel wat van bet finaucieele vermogen van den staat de tekorten immers moeten tenslotte toch op een of andere manier worden gedekt. Er zit geen perspectief in het bedrijf der spoorwegen. Niettegenstaande i grootscheepsche reclame-actie blijven de ontvangsten sterk terugloopen. Thans is berekend, dat het verschil tusschèn de ontvangsten in het eerste halfjaar van '32 met het eerste half jaar van '33 niet minder dan 12 millioen gulden bedraagt. De minister van Defensie heeft weer eens getuigd, dat hij niet af- keerig is van het nemen van rigou- reuse maatregelen. Hij heeft laten weten, dat aan militairen gerichte brieven, welke zijn voorzien van zegels, waarin tot boycot tegen een of anderen staat wordt opgewekt, behooren te worden verbrand zonder ze vooraf te openen. Op Zondag hebben in tal van plaatsen des lands demonstraties plaats gevonden van het A.C.O.P. om te protesteeren tegen de plannen der regeering om de salarissen der rijksambtenaren opnieuw te verlagen. Uit den toon der gehouden rede voeringen en den inhoud vaD de aangenomen motie bleek intusschen wel duidelijk, dat de ambtenaren zich indachtig zijn geweest, dat de regee- ring geen te scherp gestelde critiek der ambtenaren op haar beleid meer wenscht te dulden. Er zijn in dezen tijd véél menschen, die zich nolens volens moeten schik ken in verhoudingen, welke ze overigens niet aanstaan. Zoo hebben nu ook de moderne bonden van de typografen en vau de bouwvak arbeiders het nieuwe collectief con tract aanvaard, wacrin loonsvermin deringen zijn vastgelegd. De arbeiders schikken zich in de overtuiging, dat ze door aanvaarding tenslotte weer voor eenigen tijd nieuwe verslechte ringen van de arbeidsvoorwaarden hebben afgeweerd. Op het einde der afgeloopen week hebben verschillende arrestaties plaats gevonden, welke onderling wel geen verband houden met elkaar, maar toch tesamen een merkwaardigheid De zware mist. welke Zaterdag en Zondag over het land hing, heeft heel wat op zijn geweten. Door aanrijdingen op den weg bekwamen heel wat menschen letsel. Bij IJmui- den liepen een paar schepen op elkaar, waardoor nog al avernij werd beloopen en ook liepen een paar loggers op de kust, maar persoonlijke ongevallen kwamen bij een en ander niet voor. Zeer droevig echter was de ramp, welke plaats greep bij een onbewaakten overweg onder Amers foort. Ook hier was mist de oor zaak. Een kleine taxi werd door den trein gegrepen en drie inzittenden werden op slag gedood een vierde inzittende bekwam levensgevaarlijke verwondingen, waaraan zij later is bezweken. Lindbergh en zijn echtgenoote zijn hun vliegtuig naar ons land ge komen en hebben hier eenige dagen vertoefd. De belangstelling van publiek en pers voor het echtpaar was groot, maar in verhouding tot wat den Lindbergh's in het buiten land ten deel viel, hebben ze het hier vermoedelijk nog rustig gevon den. Aan de aardewerkfabriek „De Sphinx" te Maastricht dreigt een algemeene werkstaking om loonsver lagiog tegen te gaan de rijksbemid delaar voert intusschen nog bespre kingen. Op een onzer fascistische leiders, den heer Adalbert Smit, is in Duitsch land, toen hij daar een vergadering van geestverwanten leidde, door Nederlandsche fascisten van een andere groepeering een moordaanslag gepleegd, waarbij hij door verschei dene messteken ernstig werd ver wond. Waarom Nu kan het gevaarlijk zijn een gruwelgeschiedenis als die van ver leden keer aan kinderen te vertellen Probeeren wij ons even in de plaats van het kind te stellen, van het kleinere kind wel te verstaan. De wereld ziet er dan heel anders uit. Vreemd, geheimzinnig vaak, vol onontwarde raadselen. Iets wat voor een volwassenen een doodgewoon ding is, kan voor een kind een wonderbaarlijk iets zijn, waaraan magische eigenschappen worden toe geschreven. De wereld met zijn krachten is zoo ontzaglijk groot voor de kleine, niet alleen omdat het nog maar met eeu liliputterlichaampje tusschen ons ronddribbelt, maar ook omdat zijn zieltje nog in zoo'n be perkt kringetje gevangen zit. Het kind leeft zijn leventje in een wereld van reuzen, die onbegrensde moge lijkheden heeft evenals elke reuzen- wereld. Die reuzen, dat zijn wij, wij met onze beenen als boomstammen onze vingers, die een gansch kinderhandje vullen. Ja, een kinderhandje is gauw ge vuld omdat het zoo klein is. Een kinderzieltje is gauw gevuld, omdat het zoo eng is. Daardoor komt het, dat een kind heel makkelijk onder den indruk komt van wat de volwassene het vertelt en dit ook licht voor waar aanneemt. Het wordt gauw heele- maal in beslag genomen door iets. Kleine vertrekjes zijn gauw bezet. En nu gaan we het kind een gruwel- en spookhistorie verhalen. Booze roovers met bloederige dol ken, kwaadaardige feeksen, die hun spichtige handen op kinderhoofdjes leggen, en dergelijke lui wandelen binnen en dansen met giganteske sprongen door het kinderhoofdje. Zij verliezen de proporties, welke ze hebben voor ons zelf, deze worden dreigend groot, zoodat ze tenlaatste elk perspectief benemen. Dan wordt het kind angstig. Ook wij zijn bang als we geen perspectief meer zien, worden er misschien door tot wanhoop ge bracht. Ook als we daarna het kind weer tot rust trachten te breogen door te zeggen, dat het maar een verhaaltje was, of zelfs als uiterlijk van angst heelemaal Diets blijkt, zullen de na- deelige gevolgen niet uitblijven. In vloed hebben zulke verhalen altijd. Op 'n goeien dag merken we het op een of andere manier. Of het kind droomt akeligheden, of het ligt 's avonds in zijn bedje te rillen, of het ziet zelfs overdag ge varen. waar absoluut niets te vreezen is enz. Voor zenuwachtige kinderen vooral kunnen dergelijke dingen noodlottig worden. Hun zieltje is nog veel ge voeliger, vibreert reeds met lichte tonen mee. Een zenuwachtig kind is dadelijk zijn stuur kwijt, zelfs zonder dergelijke paardeamanieien van den kant van den volwassene. Voor vandaag nu nog één „Waarom". Waarom vertellen we dan vaker zulke dingen terwijl we zelf onze teenen bij elkaar knijpen als er eenige honderden meteoorsteenen onzen dampkring passeeren Antwoord Uit anqst Ja werkelijk waai. Uit aogpt N.K. JAC. VAN ECHT. ZATERDAG 11 NOVEMBER Het is zeker niet te boud ge sproken, wanneer wij bewereD, dat wellicht aan geen Heilige zóóveel aandacht geschonken werd als aan Martinus, bisschop van Tours, den apostel van Gallië, den grooten Heilige der Franken. In België zijn vierhonderd kerkeD aan hem gewijd en in ons land tel ik er zes en dertig. De dorpen St. Maarten, St. Maartens dijk en St. Maartenshoek dragen zijn naam. Het bisdom Utrecht, de stad en de burgerij, stonden onder zijn bescherming. Zijn beeltenis stond op de torenspits van zijn kerk, op de hoeken der straten, in het voor portaal der kapittelzaal en prijkte op het oude stadswapen en de bisschop pelijke banier. Zijn tijdgenoot en vermoedelijk ook zijn leerling, Sul- picius Severus, een bekend en geloof waardig geschiedschrijver uit de IVe eeuw, stelde het leven van den Heilige in een aantal brieven te boek. Fortunatus van Poitiers voegde daar een werk van vier deelen aan toe, dat hij opdroeg aan Gregorius, bisschop van Tours, die op zijn beurt nog vier deelen over den Heilige vol schreef. Dan verscheen er nog een heldendicht in zes deelen Paulinus va:i Périgueux schreef, behalve wat hij in zijn Geschiedenis van Frankrijk omtrent Martinus ver meldt, nog zes deelen over diens deugden en mirakelen. De deugd der nederigheid bezat Martinus in hooge mate. Uit nederig heid weigerde bij de benoeming tot diaken, daar hij liever een mindere plaats bekleedde. Uit nederigheid weigerde hij den bisschopszetel van Tours. Uit nederigheid weigerde hij zelfs de voorbede voor een meisje, dat de spraak verloren had hij weigerde, omdat hij de hem om ringende bisschoppen daartoe meer waardig keurde. Op dringend ver langen van den vader stemde hij toe, liet eenige druppels olie op de tong van het meisje vallen, gebood haar den naam haars vaders uit te spreken, hetgeen zij deed en zij had de spraak teruggekregen. Nog andere mirakelen worden den Heilige toegeschreven, tot zelfs het opwekken vau dooden. Wat de H. Apostel Paulus voor de Zuidelijke landen geweeat is, dat was de H. Martinus in zekeren zin voor Gallië Frankenland, waar hij de toorts van het Evangelie deed ontbranden in de donkere wouden der heidenen. Waar hec woord niet krachtig ge noeg was. kwam de krijgsman bij hem boven en ontzag hij zich niet heidenscbe tempels te vernielen, heilige boomen om te hakken, af godische altaren en beelden te ver brijzelen. Stellen wij ons den Heilige nog even voor oogen. Martinus werd omstreeks 317 uit niet onaanzienlijke heidensche ouders in Hongarije, op de grens van Oos tenrijk en Stiermarken geboren. Zijn vader was van soldaat opgeklommen tot den rang van krijgstrlbuun of bevelhebber. Op zijn 10e jaar namen zijn ouders hem mede naar Pavia, waar hij, ofschoon tegen hun wil, zich liet opnemen onder de cate chumenen. Op zijn 15e jaar was hij, als de zoon eens krijgsmaus, verplicht dienst te nemen, hoewel hij zich meer tot den geestelijken stand ge voelde. Een daad van liefde wordt uit ziju krijgsmansjaren vermeld en is ontel- nare malen op doek of in steen afgebeeld. Op marsch zijnde, ontmoette de troep, waartoe de H. Martinus be hoorde, bij de poort van Amiëns, een bijna naakten bedelaar, die om een aalmoes vroeg. Het was winter snerpend koud. Martinus, die reeds alles had weggegeven, wat hij bezat, sneed zijn mantel in tweeën gaf daarvan de helft aan den bedelaar. Den volgenden nacht zag hij den Heiland in de gestalte des bedelaars, met zijn mantel bekleed, vóór zich staan en hij hoorde de woorden „Martinus, ofschoon nog catechumeen, heeft mij met zijn mantel bekleed." Een andere episode uit het leven van den Heilige is evenzeer merk waardig. In den strijd tegen de Duit- schers liet de keizer den dag vóór den aanval geschenken onder de soldaten uitdeelen om hun moed aan te wakkeren. Martinus weigerde het geschenk aan te nemen, zeggende, dat bij alleen met het Kruis op de borst de vijandelijke benden wel zou weerstaan. Wel nam de keizer zijn aanbod aan, maar liet hem voor alle zekerheid dien nacht in den kerker opsluiten. Den volgenden dag, als hadden zij een voorgevoel de neder laag te zullen lijden, zonden de vijanden afgezanten om over den vrede te onderhandelen. Dit werd beschouwd als een ge nade des Hemels, aan Martinus geschonken, waardoor de vrede werd gebracht'zonder bloedvergieten Nog twee jaren bleef hij in dienst en nam in 386 zijn ontslag, waarna hij zich naar Hilarius. bisschop van Poitiers begaf, die hem tot diaken wilde benoemen, waarvoor hij, zooals wij zeiden, bedankte. Na veel omzwer vingen waarbij hij o.a. de Alpen overtrok en door roovers werd uit geplunderd. kwam hij te Milaan, waar hij zijne ouders terug vond en zijne moeder tot het christendom bekeerde zijn vader bleef echter bij zijn heidensche begrippen volharden. Naar Tours teruggekeerd, stichtte hij een klooster bij Poitiers, het eerste klooster in Gallië. Toen kort daarna de bisschopszetel iD Tours open kwam, werd hij aangezocht die plaats in te nemen. Ook dat wees hij van de hand, maar toen het geheele diocees er op aandrong, liet hij zich de keuze welgevallen en werd tot bisschop van Tours gewijd. Toch bleef hij even nederig als vroeger, ofschoon het hem aan eerbewijzen niet ontbroken heeft. Zoo w^rd hij op zekeren keer bij keizer Maximus ter maaltijd genoodigd en met de grootste onderscheiding bejegend. De keizerin bracht hem water om zijne handen te wasschen en diende zelf hem de spijzen toe, waarna zij zich aan zijn voeten nederzette of zich eerbiedig op een afstand hield. Van deze gelegenheid maakte Martinus gebruik om van den keizer genade te krijgen voor ter dood veroor- deelen of vrijstelling voor gevangenen en teruggave van onrechtmatig ver kregen goederen. Twee en dertig jaar heeft hij den bisschopszetel bekleed Op zijn 80e jaar begaf hij zich met een talrijk gevolg naar Candes, een plaatsje op de grens van zijn bisdom om een geschil tusschen de geestelijken aldaar bij te leggen. Op de terugreis werd hij door zwakte overvallen en hij blies op 81-jarigen leeftijd den laat sten adem uit. Het stoffelijk overschot werd met vorstelijken luister naar Tours over gebracht en in den grafkelder van de Kathedraal bijgezet. Tweeduizend zijner leerlingen vormden d?n stoet, waarbij zich een ontelbare menigte aansloot. In 650 heeft paus Martinus zijn verheven voorganger en naamgenoot heilig verklaard. Geen wonder dat de nagedachtenis van onzen Heilige weldra in de folklore voortleefde en dat allerlei feesten en gebruiken aan hem werden gewijd. Vooreerst zijn er de St. Maartensvuren, te zijner nagedachte nis op zijn sterfdag ontstoken. Bij die gelegenheid werd aan de huizeD turf en hout gevraagd, want Sint Maarten is de wiuterpoort en dan moeten zachtjes aan de haardsteden worden verzorgd. Dan is er de St. Maartensvogel. Hoewel in het leven van den H. Martinus nergens een vogel voor komt, noch bij Sulpicius Severus, noch bij Gregorius van Tours, ont moet men toch den St. Maartens vogel in de gedichten der middel eeuwen. In Frankrijk spreekt men van l'oiseau St. Martin ook in Spanje komt hij voor. Binoen- enbuitenlandsche schrijvers hebben zich over dien vogel erg druk gemaakt, maar het probleem niet tot een oplossing gebracht. Dr. Schrijnen meent, dat hier de specht bedoeld wordt met zijn donkerblauwe staartveeren en donkerrooden nek. Maar nu is er nog een andere vogel, die met den Heilige in verband wordt gebracht en welde St. Maartensgans, waarover ook heel wat pennen zijn in beweging gebracht, zonder dat iemand heeft kunnen aantoonen, waarin het verband be staat. Wel zegt een legende, dat de ganzen de schuilplaats van den H. Martinus verrieden, toen hij zich had verscholen om zich aan de bis- schopske^e te onttrekken. Eigenaardig is het, dat in de XlIIe eeuw een zilveren gans voorkomt als zinnebeeldig geschenk aan een abdij. Op den munster te Worms staat een gans, die ook voorkomt achter den naam van Sint Maarten opNoorsche en Tyroolsche kalenders. Geleerden uit de XVlIe en XVIIIe eeuw hebben verhandelingen over de St. Maartensgans geschreven, ja zelfs de uitnemende oudheidkenner Dr. L. J. F. Janssen heeft er een studie aan gewijd en kwam tot de slotsom, dat de geheele ganzen- geschiedenis niets met den H. Martinus te maken had. Er was hier eenvoudig sprake van een smulpartij, een ge bruik, dat reeds bij de Egyptenaren bestond, door de Romeinen werd overgenomen en in Westersche lan den voortgezet. Hooger en beter dan in de folklore werd onze Heilige vereerd in de christelijke kunst, die hem op ver schillende wijten voorstelt, te voet. te paard, afzonderlijk, in een groep of in een cyclus van tafereelen. Een der eerste daarvan komt voor in het Sacramentarium te Udine uit de IXe of Xe eeuw. waar hij voor de poort eener stad staat, waarboven drie Engelen zijn afgebeeld, in bet midden ziet men op een gouden aardbol den Heiland tronenrechts beneden rust de H. Martinus op zijn legerstede, waarboven weder drie Engelen ver schijnen. Als ruiter, 2ijn mantel ver- deelende, wordt hij verscheidene malen voorgesteld, vooral door de Duitsche en Vlaamsche kuDSt, o.a, door van Dijck. Schongauer teekent hem als krijgsman, maar zonder paard. Een oude miniatuur in de Kathedraal van Chartres en een andere in de St. Marlinuskerk te Keulen geven hem op het oogenblik dat Christus met den hal ven mantel aan hem verschijnt. Jorduens schildert den Heilige in de hoofdfiguur der St. Martinuskerk te Doornik, thans in het museum te Brussel, in bis schoppelijk gewaad, waar hij een krankzinnige geneest. De belangrijkste cyclys van tafe reelen uit het leven van den Heilige, van de hand van Simone di Marthino, bevindt zich in de kapel der basiliek van St. Martino te Assisi. In een dubbele rij, links van den ingang beginnende, wordt de geschiedenis des Heiligen weergegeven, waaronder gebeürtenissen zijn opgenomen, die in de gewone legenden niet voor komen en daardoor moeilijk te be grijpen zijn. Deze cyclus omvat meer dan éénige andere voorstelling, als een opengeslagen boek, het leven sterven van den H. Martinus. U66$dpifa,liiespii*v bedaart spoedig met een Itliinliacdt'Jloeder Per stuk 8 et. Doos 45 ct. Bij Uw drogist 140-8 Nederlander over de grens gelokt Zaterdag was de chauffeur van den garagehouder W uit Well even over de Duitsche grens door douane beambten gearresteerd, wegens het smokkelen van Nederlandsche land bouwproducten. De groenten en den vrachtwagen werden in beslag ge nomen. Nog denzelfden dag werd W. in Well door eenige Duitsche douanebeambten bezocht en uitge- noodigd even in verband met de arrestatie van ziju chauffeur mee te gaan. De niets vermoedende W. nam zijn luxe-wagen en reed met de beambten mede. Zijn wagen stalde hij aan het Nederlandsche douane kantoor, en liep zelf op Duitsch grondgebied, waar bij zonder eenige reden gearresteerd werd. De oorzaak waarom W. gearresteerd is, wordt doov de Duitschers geheim gehouden. Massa-vergiftiging tc Haelen. Maandagmiddag deed zich in het gezin van M. te Haelen bij Roer mond een geval van vergiftiging voor. Aanstonds werd dr. Smits uit Heijthuizen gewaarschuwd, die over brenging naar het St. Laurentius- ziekenhuis te Roermond noodzakelijk achtte. Twaalf personen, onder wie het geheele gezin M. en vier woon wagenbewoners, bij wie eveneens vergiftigingsverschijnselen zich voor deden, zijn naar het ziekenhuis over gebracht. Naar we vernemen is de vergifti ging ingetreden na het gebruik van vleesch. Yalsehc munter aangehouden. Door de Eindho vesche politie is aan gehouden en gevankelijk naar's Her togenbosch overgebracht de 32-jarige fotograaf J. W., aldaar, verdacht van het voorhanden hebben van matriaal ter vervaardiging van valsche ^bank biljetten van f 10. Hij is in het Huis van Bewaring te 's Hertogenbosch ingesloten. De miserie van de onbewaakte overwogen. Weer vier dooden. Zondagochtend heeft op den on- bewaakten overgang, onder de ge meente Hoogland, een ontzettend ongeluk plaats gehad, waarbij drie personen, op slag zijn gedood. Een auto, een z.g. Gooitax, welke op de rails stond te wachten om den trein, welke om 10,53 uur uit Apeldoorn te Amersfoort moet aan komen, te laten passeeren, werd gegrepen door trein 159, welke om 10.47 uit Amersfoort naar Apeldoorn vertrekt. Het wagentje werd ongeveer 150 meter meegesleurd en geheel vernield, waarbij van de inzittenden, de chauf feur en twee kindereD, meisjes van resp. twee en vijf jaar, direct werden gedood, terwijl de moeder van de kinderen in hoogst ernstigen toe stand werd opgenomen. De vrouw in het ziekenhuis Lichtenberg te Amersfoort overleden. Smokkelaar aangeschoten. Tusschen Weert en Someren is zekere J. uit Soerendonk, die een partij margarine smokkelde door de douane aangeschoten. De hagel ging hem dwars door een arm. De ge wonde maakt het vrij goed. ERGERLIJKE TOESTANDEN. De verzorging van „regecrings- koeien" allertreurigst. De Deventer-correspondent van de Msb. schrijft Teneinde ons persoonlijk te kun nen overtuigen van de waarheid der herhaalde klachten over mishande ling. waaraan de in groole hoeveel heden aangevoerde regeeringskoeien ten prooi zijn, hebben wij de heeren Speur en van Oosten, resp. inspec teur der dierenbescherming te Deven ter en brig, commandant der Maré chaussee, vergezeld op een tocht door weiden en al die plaatsen in de omstreken van Deventer, waar het vee der Crisisrundveecentrale i: ondergebracht. Zonder eenige over drijving mogen wij op grond van de opgedane ervaringen deze con clusie trekken, dat het over het algemeen met de verzorging der regeeringskoeien allertreurigst is ge steld. Koeien, die den stal gewend waren, jaagt men eenvoudig weiden in, welke voor het meerendeel zijn kaalgevreten of plat getrapt, zoodat er bij wijze van spreken, geen sprietje gras meer over is voor de dieren om hun honger te stillen. Men behoeft er de tallooze inge zonden stukken in de diverse dag bladen maar op na te lezen, om tot de overtuiging te geraken dat de mishandeling een inderdaad nationaal karakter heeft gekregen. Bij het over nemen van vee kunnen hoogdrach tige dieren geweigerd, heet het. Maar deze bepaling is niets meer dan een fictief begrip. Getroost de tcgeering in casu de Rundvpecentrale zich de moeite eens een serieus onderzoek te stellen in weiden en stallen, dan zou ze tot de o.itdekking komen, dat menige koe nog kort voor haar stervensuur een kalf ter wereld brengt. Uit Olst kwamen dergelijke gebeurtenissen te onzer kennis en elders zal het wel niet veel beter zijn. Onze speurtocht leidde aller eerst naar Bathmen, waar we in een weide koeien aantroffen die er aller ellendigst aan toe waren. De bena ming weide is eigenlijk totaal mis plaatst, aangezien de bodem slechts bestond uit een modderige vlakte, waar geen gras meer groeide. Het was akelig om te zien hoe de koe beesten, die geen greintje voer krijgen, te keer gingen. Den geheelen nacbt door loeieu de dieren van honger en dorst en toen wij zoo hier en daar eens vroegen, waarom men de dieren niet voerde, luidde meestal het antwoord „ze motte immers toch dood". In dezelfde streek troffen wij dooi door zieke dieren aan, rillend n kou, honger en dorst. Slech's bij booge uitzondering ontmoetten we op onzen tocht een gelegpnheid, waar de koeien niet aan honger en dorst waren prijsgegeven. Tot onder Apeldoorn hebben wij ons onder zoek voortgezetwaar we ook kwamen zagen wij hetzelfde drama stallen en weiden met uitgehongerde van dorst versmachtende regeerings koeien. Goering de „geweldige" De Pruisische Minister-president, Goering, is Zaterdag als „getuige" voor de vierschaar verschenen. Het optreden vau Goering is voor het gerechtshof een ver schrikkelijke blamage geworden De buitenlandsche pers spreekt unaniem vau een misselijke vertoo ning. Heer Goering beefl van de ge rechtszitting een politieke sportver- tooning gemaakt, een staatsman on waardig. Goering heeft geen getuigeverkla- ring gegeven maar wel in brullende taal een politieke redevoering ge- hcuJen. Hij nam doodeenvoudig den president de leiding uit handen. In zijn „getuigenis" schetste hij zijn geweldig optreden tegen de Com munisten en Socialisten, de reorgani satie van de politie, kortom men kan gelooven, dat Hermann Goering Duitschland gezuiverd heeft van alle gespuis. Deze „getuige" ging zelfs zoo ver om het gerechtshof een waarschu wing te geven wat de heeren rech ters ook mochten beslissen, hij, miuister- president van Pruisen zou de schuldigen wel aan de galg brengen. En toen begon deze hooge staats man een ongewoon sterke scheld partij op Dimitroff en Torgler. De vriendelijke woorden „boef," „schurk," „bandiet," vlogen door de zaal. Dimitroff verklaarde zeer tevreden te zijn met de uitlatingen van Goe ring. In plaats dat de president des beeren Goering's politieke redevoe ring had onderbroken en hem op z'n prestige had gewezen, werd Dimi troff uit de zaal gezet. Het z.g. voor-proces in Londen was een comedie, maar Berlijn dreigt bet te zullen overtreffen. De heeren rechters houden ge recht, doch heer Goering heeft voor de beklaagden reeds bet doodvonnis geteekend. Citroenen. Citroenen worden altijd dwars door gesneden. indien men ze wil persen. In de?'lengte doorgesneden worden de cellen der vruchten geopend en geven dus meer sap. Een niersteen van 3i/« pond. In medische kringen te Colombo is groote belangstelling gewekt door een operatie, welke in het ziekenhuis aldaar is verricht, ea waarbij van een patient een niersteen is weg genomen, die de grootste geacht wordt, welke men tot dusver heeft gezien. De patient was een Singalees. De niersteen weegt drie en een half pond, heeft een maximum omtrek g van bijna 40 c.M. en een minimum doende) maandelijk t inte de H. Ti De o vi ilielcd „eereleden' leelac de gebedi It we Zusters j of I der Zielen vuur een zeer H,H Cornm e ma tot dezer in G den opgei I Dezelfde «ordi „eereleden' na b lijden. Door Pi wen Juli 1860 leteh volle aflaat lok tc op de zieli vage 1. op d hum ving. 2. den iveml zielendag. 3. den rabe van de H, 4. den it, fe den H. Jos 5. den :t, fe O. L. Vr. p. 6. den Hag d van H. Sa l2g. f H. Hart vi 7. den f den H. Igo Lo> J. in he s do aanroeping kus. heidberoi «de i zoo niet t tno minste met De am* in he die voor i niets doen, en d»pkt 1 moeten zeep v dat zich vel oedi deze Z nd e zullen opfli P.

Peel en Maas | 1933 | | pagina 8