Tweede Blad van „FEIL MM MAAS" FEUILLETON. De ondergang der Bokruiters. Regeering en Middenstand. Huisarts en specialist. Zaterdag 11 November 1933 Vier en vijftigste Jaargang No. 45 Onze regeering moet weerbaar zijn. EEN BIJEENKOMST VAN II,II li Ij BOSCH E It A A DSLEDEN EN WERKGEVERS. Door de onlangs opgerichte pro vinciale organisatie van R.K. Raads leden werd in samenwerking met de R.K. Limb. Werkgeversvereenigiog in het St. Christoffelhuis te Roer mond een druk bezochte vergadering gehouden. In een rede door Mr. Kortenhorst aldaar gehouden, constateerde hij, dat Limburg reeds jaren in de oppositie is t.a.v, de economische politiek zooals die vanuit Holland gevoerd wordt. Er is voor het ver zet van Limburg een gegronde mot:- veering. Thans is er niet alleen verzet in Limburg maar overal in Jen lande. Bij de economische ontevredenheid gaat de ontstemming uit naar het parlement en de volksvertegenwoor diging. Jarenlang heeft in ons kleine landje de gedachte overheerscht, dat wij eigenlijk geen speciale en eigen handelspolitiek noodig hadden. Die z.g. offlcieele politiek economische houding verraadt een calvinistische inslag. Men beschouwde het als zonde als men in de richting van protectionnisme ging. In het licht van dit beginsel moet men de trage ontwikkeling zien van een actieve handelspolitiek. De R. K. Staatspartij heeft nooit van de handelspolitiek een beginsel gemaakt. Wij erkennen, dat voor ons land in normale omstandigheden aan den vrijhandel de voorkeur moet worden gegeven. Maar men moet niet blind zijn voor de bijzondere omstandigheden waarin het internationale economische leven zich momenteel bevindt. Daarbij dient men ook aandacht te schenken aan de gewijzigde natio nale omstandigheden. De Nederlaad- sche industrie heeft de laatste twintig jaar een zeer snelle ontwikkeling doorgemaakt. Aan het totale volks inkomen draagt de industrie meer bij dan alle andere bedrijven en onder nemingen te zamen Sinds 1920 nam het aantal personen, werkzaam in de industrie toe met 20.2 pet., bij het landbouwbedrijf met 2 7 pet. en bij den handel met 46 7 pet. Wij zien hieruit, dat handel en industrie een snelle vaart hebben gekregen. De landbouw daarentegen bleef vrij stabiel. De crisis heeft al deze onder nemingen in de kern aangetast. Bij den snellen economischen terug gang hebben wij het eigenaardige verschijnsel kunnen waarnemen, dat wij zijn blij ven'bankieren en rente nieren. Toen wij eens de rekening gingen opmaken, constateerden wij. dat Nederland met 3i/s milliard Rijks mark de grootste schuldeischer is van Duitscbland. Het wordt tijd om onze houding als crediteur tegenover de wereld te herzien. De huidige positie is niet te verantwoorden. Wanneer men het complex van begeleidende factoren beziet, dan moet men erkennen, dat er niet meer gesproken kan worden van een con junctuurcrisis, maar van een diep ingrijpende structuurwijziging. Wij zien hoe het economisch aanschijn der aarde zich gaat vernieuwen en veranderen. Misschien is de oorlog van 1914 geen oorzaak van de crisis maar een gevolg van de toen reeds rich wijzigende structuur. Hoe staat onze regeering tegen over de wereldcrisis Eenige jaren heeft onze regeering Een zonderlinge Historie. Naar het Duitsch. 14 Doch deze gedachten zouden hem later wel bezighouden Het kwam er nu in de eerste plaats op aan, een ontmoeting met die mannen te vermijden en ze zoo mogelijk in den waan te laten, dat zij zich vergist hadden, dat hij op dit uur heeletnaal niet hier was geweest. Hij luisterde nog een minuut lang. Diepe stilte heersehle overal om hem heende drie mannen, die elkander nu al ge troffen moesten hebben, stonden dus eveneens op de loer. Wat te beginnen In 't algemeen* kende de kapitein het omliggend terrein. Achter hem tusschen de heg en den stadsmuur, bevond zich een breede strook gras, waarover hij vanuit zijn raam, toen hij nog bij de weduwe Mertens woonde, dikwijls genoeg zijn blikken had laten gaan. Gelukte het hem, ongemerkt over deze grasstrook naar den stadsmuur te komen en van daar naar de poort, dan was hij gebor gen. pas3ief en gelaten gestaan tegenover de diepingrijpende hervormingen. Onze regeering is in gebreke ge bleven om zich tijdig economische bondgenooten te verzekeren. Reeds in 1925 heeft spr. in de Kamer met klem aangedrongen op een actieve handelspolitiek. Maar de regeering wilde er Diet aan, zoodat ons land langzaam geïsoleerd werd. Wij ston den nog steeds onvoorbereid tegen over de politiek economische maat regelen van het buitenland. De crisiswetten en economische maatregelen van den laatsten tijd zijn waarlijk niet spontaan verkregen. De regeering is slechts schoorvoetend over de biug gekomen. Men zag eenvoudig de groote lijn niet waar langs gewerkt moet worden. Er werden slechts kleine dingen van den dag gedaan, zonder dat de regeering de groote werk-hypothese zag. Voor kort is er door de regeering een nieuwe koers ingeslagen. Met betrekking tot den landbouw zijn er afgeronde maatregelen geno men. Wij hebben de groote Iand- bouwcrisiswet gekregen, waarin de landbouwbelangen als één geheei worden bezien. Helaas is dit voor de industrie nog niet gedaan. Spr. scnetst dan de gevolgen van de landbouwcrisiswet, met als voor naamste verschijnsel de gebonden economie. De regeering treedt prijs- regelend op en wil evenwicht bren gen in vraag en aanbod. Deze be moeiingen van de regeering, waar tegen spr. geen bezwaar heeft, gaan schatten kosten. Voor het eerste jaar kunnen de kosten geraamd worden op 150 tot 160 millioen gulden. Een bezwaar is, dat de regeering te weinig aandacht schenkt aan de consekwenties van de geDO- men maatregelen. Voor spr. is het teleurstellend, dat de regeering nog geen aandacht heeft geschonken aan de noodlijdende industrie. Het zou goed zijn, eens na te gaan, inhoeverre onze iodustrie zelf de artikelen kan vervaardigen, die thans met groote hoeveelheden door het buitenland worden inge voerd. Ons land zit voor hooge en zware lasten. De belastingen zijn tot het uiterste opgeschroefd. Alle bronnen zijn aangesproken, behalve de invoer rechten. Waarom wordt daarmee zoo lang getreuzeld Volgens raming zal de openbare kas voor het komende jaar 1 mil liard gulden noodig hebben. Waar moet hec heeD, als het totale volks inkomen vermoedelijk slechts 21/2 a 3 milliard gulden zal bedragen Spr. durft vrijuit te zeggen, dat ons land technisch slecht geleid wordt Wij moeten komen tot eeD gezonde bedrijfsorganisatie, waarbij het vormen van kartels misschien wel geboden is. Dat wij met een actieve handels politiek wel iets kuDnen bereiken, b.v. tegenover het groote Duitsch- iand, blijkt uit de overeenkomst in zake scrips welke voor 100 pet. voldaan zullen worden. Dit is een succes voor de regeering. De politiek van onze regeering moet er op gericht jzijn, dat een gezond evenwicht wordt gebracht in den in- en uitvoer. Onze export staat in geen enkele verhouding tot den veel te grooten invoer. Ook het goud dienen wij als ruil-object te behandelen. Wij moeten niet zondzr meer de vrijgevige wereldcrediteur spelen. Als wij groote sommen leenen aan het buitenland, moeten wij daarvoor een tegenprestatie verlangen Tenslotte spoorde spr. allen aan om zich niet aan politieke experi menten te vergooien maar trouw de katholieke voormannen te blijven volgen. Aarzelen mocht hij niet, want er bleef hem hoegenaamd geen andere uitweg over. Hij sloop door het kleine tuintje, dat door de heg van den straatweg werd ge scheiden, bereikte het grasperk en kwam zoo aan den stadsmuur. Dezen volgde hij haastig, zoo min mogelijk gerucht makend, opdat men hem niet zou hooren. Toen hij de poort bereikt had, stond hij een oogenblik stil, om te luisteren, of hij niets van de mannen ont dekte. Neen, alles was stil. Hij liep de poort door en de stad weer in en ging langzaam naar de woning van den overste. Intusschen overlegde hij bij zichzelf. Vliet speelde met zijn tegenstanders onder één hoedje, daaraan kon hij niet twijfelen. In dien bewusten nacht mocht de volkomen verraste waard het eerlijk gemeend hebben, waarschijnlijk omdat de kapitein indruk op hem maakte en omdat hij zich over den diefstal bij den rentmeester ergerde, dien Carsten op zijn eigen houtje had ondernomen. Later moest hij blijkbaar van meening veranderd zijn, wat hij een man met zulk een zwak karakter heel gemakkelijk was. Vermoedelijk had hij Carsten of Kirchhoff wil len uithooren en was daarbij natuurlijk door deze veel sluwere mannen overtroefd en tot werktuig van hun eigen plannen gemaakt. Dat was een zware slag voor hem. Maar was desondanks het De Memorie vau Antwoord op het voorloopig verslag over de Rijks- begrooting kondigt een aantal maat regelen aan tot steun aan den Mid denstand. De voornaamste is wel, dat een wetsontwerp inzake een steunregeling voor ten gevolge van de crisis in liquiditeitsmoeilijkheden geraakte mid denstandsbedrijven niet meer lang op zich zal laten wachten. Een drukfout deed verschillende bladen spreken van liquidatie-moei lijkheden, hetgeen natuurlijk iets heel anders is dan liquiditeits moeilijk heden. Onder deze laatste zullen we moeten verstaan een gebrek aan betalingsmiddelen, hetzij omdat de middenstander door onmacht zijner klanten niet betalen kan, hetzij om dat hij blijft zitten met een goede renvoorraad, waaruit hij zijn be talingsmiddelen moet patten. Verder deelt de regeering mede, dat een voorontwerp van wet in gereedheid wordt gebracht inzake het euvel der uitverkoopen. De regeering wacht hieromtrent de uitkomsten af van *een onderzoek van het Econo misch Instituut voor den Midden stand. Op de derde plaats wordt tusschen de betreffende Ministers overleg ge pleegd inzake een vereenvoudigde regeling voor het langs gerechtelijken weg incasseeren van kleine vorde ringen. Vervolgens houdt de regeering zich bezig met een wettelijke regeling van het cadeaustelsel, waarvoor de Mid- denstandsraad haar in den loop des jaars een denkbeeld aan de hand deed, waarover de regeering 't advies inwint van den Nijverheidsraad. De regeering stelt hiermede voor den Middenstand zeer belangrijke vraagstukken aan de orde, welker oplossing aan gerechtvaardigde ver langens van den Middenstand tege moet zal komen. Het voornaamste ontwerp, dat inzake de steunregeling, is het eerste tegemoet te zien. Het parlement be trachte daarmede bekwamen spoed. En de regeering moge niet lang behoeven te wachten op de resul taten van het onderzoek, advies of overleg in verband met de drie overige maatregelen, welke zij aankondigt. Een golf van specialisatie, centra lisatie en rationalisatie heeft den specialist, den arts, die zich iu het bijzonder toelegt op de behandeling van een enkele ziekte, omhoog ge dreven en hem geplaatst in de voor aanstaande positie, welke hij heden ten dage bekleedt. Deze golf schijnt intusschen haar hoogtepunt bereikt te hebben en be gint thans weer langzamerhand weg te ebben. De menschen beginnen zich hoe langer hoe meer af te vragen, of de buisdokter, de eenvoudige arts, die hen van binnen en van buiten kent, zoowel wat temperament als wat gastronomische neigingen betreft, toch eigenlijk niet voorkeur verdient boven den specialist. Een Engelsche arts, dr. John Stan ford, heeft dezer dagen in de pers een lans voor den huisdokter gebro ken, waarbij hij natuurlijk geheel uitging van de toestanden, zooals die in Engeland heerschen. Tot nog toe, aldus betoogt deze doctor, was het de gewoonte, om plan niet te volvoeren van welks slagen Festenralh's toekomst af hing? Met list, zooals hij eerst gehoopt had, stellig niet meer. De weg van het geweld bleef hem weliswaar steeds over, lot het laatste oogenblik. Maar dat was de onzekerste weg. Als men men schen zooals Carsten, Vliet en Til gevangen nam zouden zij ook maar iels over hun kamera den, hun aanvoerders loslaten Zeer waarschijnlijk niet. Het begon wat te regenen. Voor het huis aangekomen, waar de overste woonde, zag hij, dat de vensters nog helder verlichr waren. Dat was een geluk voor hem en Festenrath was geneigd, dit als een gunstig voorteeken te beschouwen, dat hem ook verder het toeval zou begunstigen. Hij vroeg aan den oppasser van den officier of de overste alleen was. Hij schudde ontkennend het hoofd en noemde als bezoekers de beide officieren, die Festenrath in den nacht van den overval bij de kapel had gezien; de eene had de kleine expeditie aangevoerd, ter wijl de andere hem toen op de wacht in ontvangst had genomen. Festenrath liet zich natuurlijk onder den naam Meisner aan dienen en werd door den ouden overste met vreugde begroet. Hij trof de heeren onder een glas wijn aan, waarbij hij zich als vanzelfsprekend direct moest aan sluiten. als er een familielid ernstig ziek werd, de huisdokter te ontbieden. Dit speelde zich dan als volgt af: De huisdokter wordt opgebeld. Hij komt terstond, geruststellend en zeker van zija zich zelf. U heeft hem al jaren gehad. Hij is gelijk matig en zeker van zijn zaak, de soort man, die men nauwelijks op merkt totdat men hem noodig heeft, precies zooals men nooit erg heeft in de banden van een auto of fiets, tot er eentje op een gegeven oogen blik het leven laat. In uw angst voor de gezondheid van uw familielid begint u echter te twijfeleD, of hij wel de capaciteiten bezit, om het ziektegeval zelfstandig te behandelen. ,',Er zouden zich com plicaties kunnen voordoen." Dokter, begint u bedeesd, vindt u het erg, als we er eens een spe cialist bijroepen 1 U noemt den naam van dokter Dinges Zus en Zoo. De eenvoudige huisdokter komt ouder den indruk: - Dokter Dinges Zus en Zoo Hij herhaalt den imponeerenden naam en durft niet te weigeren. Op deze wijze wordt de Groote Specialiteit in de zaak betrokken. Hij is een forsche man, met een goed onderhouden uiterlijk. Zijn kleeding en manieren zijn tot in de puntjes verzorgd. Zijn schoenen glimmen, schitteren bijna. Het is, alsof hij uit een prachtige limousine is gestapt, om een paar passen met den nederigen voetganger mee te wandelen. Hij straalt een aureool van be wust zelfvertrouwen uit. Zelfs de huisdokter voelt een lichte neiging om aan het buigen te gaan. Hij is voor het oogenblik de stilschijnende kaars tegenover de felbrandende electrische lamp. Met nederbuigende beleefdheid begint de groote man te spreken. Wel, dokter, laten we samen het geval eens bespreken. Zij gaan naar een andere kamer en daar verloopt het gesprek als volgt Hoe, vraagt de specialist, is het verloop van het geval. De huisdokter, die zijn patiënte door en door kent, geeft hem het vruchtgebruik van zijn ondervinding. Zij overeet zich zelf Wat denkt u dat er aan man keert De huisdokter vertelt het. Begrepen. Is het een ernstig geval O neen in het geheel niet. de operatie zou heel eenvoudig zijn. Wel, wel, zullen we de pa tiënte eens gaan bekijken Hij „bekijkt" de patiënte en on derzoekt haar. Dan, met heerlijke zekerheid: Ja, ik zal moeten opereeren. Hierop gaat hij de kamer uit, om Dog eens een gesprek te voeren met den huisdokter. Uw diagnosis, begint hij, was correct. Doch het kwaad gaat ver der naar de liukerzijde. Ik wilde u juist veitelleo... De specialist steekt de hand op. Ach, ja, ja, een interessant geval Hij opereert de patiënte, brengt haar nog eens een visite en stuurt dan een rekening van honderd pond. Hij wordt per keerendepost betaaid. De huisdokter, die het eerst de diagnose heeft gesteld en al de ver antwoordelijkheid voor de behande ling na operatie heef: gedragen, stuurt zijn rekening drie maanden later in en declareert een bescheiden som van tien pond. Deze eenigzins gechargeerde be- beschrijving van den gang van zaken bij een ziektegeval van meer ernsti- gen aard, aldus gaat dr. Standford Ha, nu zit je toch eindelijk eens veilig bij ons, riep de oude heer. Nu kom je niet meer zoo gemakkelijk los Daarvoor behoeft u thans voorloopig niet bang te zijn, zei de kapitein glimlachend. Ik blijf het liefst den heelen nacht bij u, tenminste als het gelegen komt. Hoera, dat mag ik hoorei», en ik laat u niet gaan riep hij geestdriftig uit, klepte op de tafel totdat de oppasser verscheen en slak tweemaal vijf vingers om hoog. Dat beleekende nog tien flesscher.. Halt! zei toen de overste, opmerkzaam geworden. Er is toch niets gebeurd? Neen, maar er zal binnen kort iets gebeuren, antwoordde Festenrath. En ik behoef voor de andere heeren geen geheim meer te hebben. Ik ben de bandieten op het spoor, maar zij zijn mij eveneens op het spoor en zij wil len mij uit den weg ruimen. Toen vertelde hij, dal hij zich bij Vliet had laten inkwartieren en deze overgehaald had om hem mee te nemen naar de eerstvol gende bijeenkomst der bokruiters, hoe hij echter door den schavuit bedrogen was geworden en wat hij zoo juist gehoord had. YVij zouden de kerels dus dadelijk kunnen laten arresteeren, zeide hij. Maar dan zou de eigen lijke leider, de aanvoerder van de gansche bende ontbreken. Hij zou dan voort, is niet bedoeld als een op zichzelf staaode illustratie van de moderne neigiDg, om teveel op de specialisten te vertrouwen. Deze nei ging van bet groote publiek is na melijk nog sterker, als het gaat om een laboratoriumdiagnose. In het laboratorium wordt de pa tiënte geheel en al uitgeschakeld. Mannen, gewapend met microscopen, onderzoeken de bloeddeelen van den patiënt, doch de zieke zelf wordt absoluut vergeten. Hierom vooral gaan er steeds meer stemmen op tegen dergelijke zuiver mechanische metho den, om een diagnose testellen. Men ziet in, dat, tenzij men meer gaat voortbouwen op de wetenschap, wel ke alleen verkregen kan worden aan het ziekbed zelf, de ware genees kun de in gevaar wordt gebracht. In gevallen van diphtheritis bij voorbeeld, waarvan hij tallooze ge vallen heeft meegemaakt, moet de huisarts het veld ruimrn en het stel len van de stellen van de diagnose geheel overlateD aan het laboratori um. Daar houdt de man met de mi croscoop, die misschien sinds zijn studententijd geen patiënt meer heeft gezien, vol, dat hij en hij alleen, een juiste diagnose stellen kan. Hij vergat echter, dat het alleen door het onderzoek van den huis dokter, die honderden dergelijke ge vallen onderbande heeft gehad, mo gelijk is geweest, de symptonen iu verschillende klassen onder te ver deelen en aldus de ontdekking van de oorzaak dezer ziekte mogelijk te maken. Waarschijnlijk ziet men over het algemeen niet voldoende iD, hoe talrijk en veelomvattend de ervarin gen zijn, welke door den huisarts worden opgedaan. Vaak wordt hij ervan beschuldigd, te leven tusschen oude, vergane my'hen en verouder de gedachten. Het tegendeel is echter het geval want hij staat in het nauw ste contact met de groote massa der zieken. Zelfs als naar de meening van een specialist een operatie noodzake lijk is, ligt vaak de uiteindelijke be slissing bij den huisdokter. Hij is in staat, om de kansen van slagen te beoordeelen. Hel is de huisarts ook, die zooveel weet van de betrekke lijkheid van een chirurgisch ingrijpen en de grenzen en mogelijkheden daarvan, dat hij zijn patiënt van advies kan dienen, wanneer operatief moet worden ingegrepen, terwijl hij zelfs kan aangeven, welke soort operatie het meest geschikt is. Het is de huisarts en niet de chirurg, die de resultaten van een operatie ziet. En het is de huisdok ter ook en Diet de chirurg, die de factoren in het dagelijksche leven van zijn patiënt keut, welke den uitslag van een operatie beïnvlcedeo. Hij is. in feite, de man van de practijk, die onveranderlijk het stand punt van den patiënt tot het zijne maakt. De huisdokter za! u bijvoorbeeld vertellen, dat er niets gewonnen wordt, enkele zeldzame gevallen uitgezonderd, met het voorschrijven van een duur preparaat, als hetzelfde bereikt kan worden met een prepa raat van enkele centen. Hij is een expert op het gebied van de men schelijke natuur, met een uitgebreide kennis van de gewoonten en ge dachten van de verschillende klassen der bevolking, met welke hij te maken heeft. Inderdaad, de huisdoktéc is de hard werkende man, wiens talent door ermee te woekeren, vertien voudigd is Dr. Stanford besluit zijn pleidooi voor den huisarts met er op te wijzen, dat deze laatste in tegen stelling met den specialist, geregeld contact blijft houden met de men- of tijd winnen om te kunnen ont snappen of om uitvluchten te zoeken. En tot op heden ontbreekt mij iedere aanleiding om direct tegen uem op te treden. Ik heb slechts vermoedens, geen bewijzen. Laat u dus morgenavond, overste al uw manschappen gereed hou den om op een gegeven teeken uit te rijden. Ik wanhoop er nog niet aan, Vliet morgen door list te overtroeven en mijn doel te bereiken. Maar je zult je toch niet onder die heele bende bokruiters wagen, als men verdenking tegen je koestert riep de oude heer uil. En je kent immers ook niet de verzamelplaats van al die schavuiten. Er slaat mij een plan voor den geest, antwoordde Festenrath. Gelukt het niet, welnu dan zijn uw dragonders nog bij de hand. Ingeval van nood laat u 's nachts de poorten bezetten, die nu steeds open slaan. Dan zullen wij over morgen wel ontdekken, wier er dien nacht buiten de stad geweest is. Jammer, juist diegene, op wien ik het speciaal voorzien heb, die woont buiten de poort. Er bleef niets anders over. De oude overste, hoe graag hij er ook direct op losgetrokken was, moest een beetje geduld oefenen en wachten op de verdere mede- deelingen van Festenrath. Deze leidde zelf het gesprek al spoedig van dit onderwerp af en schelijkheid der massa, „de bron van ille wijsheid en wetenschap" en hij spreekt de vaste verwachting uit, dat de man van de practijk lang zamerhand weer zijn oude, voor- Dame positie in het maatschappelijke leven zal herwinnen. Ook voor ons, Nederlanders, bevat het betoog van den Engelschen doctor, zij het in mindere mate wel licht dan voor de Engelschen, ver schillende behartenswaardige wenken en waarheden. Ook wij 3tellen vaak te weinig vertrouwen in de be kwaamheid van den hnisdokter, die „slechts" het woordje arts achter zijn naam mag plaatsen:. Ook wij zien dikwijls al te zeer op tegen capaci teiten van den specialist, vooral als bij de letters dr. voor zijn naam beeft staan.^ Laten we nooit te spoedig, en ze ker niet tegen het advies van onzen ouden, vertrouwden huisdokter in, een specialist in een ziektegeval be trekken. Maar overigens behoede men zich vooral en bovenal voor overdrijving Invloed der geboorte- vermindering op de werkeloosheid. Hoe ongelooflijk en paradoxaal het sommigen in de ooren moge klinken maar waar is het, dat de geboorte beperking op den duur de werkloos heid in de hand werkt. De natuur Iaat zich Diet ongestraft verkrachten. Dr. ir. F. C. Huygen, uit Amers foort, houdt hieromtrent in „de Maasbode" een betoog, dat de volle aandacht verdient. De jaargangen der bevolking der prilste en prille jeugd, ja zelfs reeds die tot den 20 jarigen leeftijd begin nen bij ons volk en de ons omrin gende volken, zoo schrijft hij, een dusdanige verdunning te vertoonen. dat de opbouw der bevolking een vervorming, een tegenstelling gaat vertoonen, tegenover hetgeen we vroeger gewend waren. Met dien opbouw der bevolking hangt de werkgelegenheid samen. Het is belangwekkend te verne men. dat tot voor korten tijd in Nederland ruw gerekend 50 men schen nuttig werkten op de 100 ten einde in alle behoeften van zichzelf en de 50 overigen te voorzien (d.w.z. „werken" in den meest uitgebreiden zin van het woord) of anders uitge drukt: één men3ch werkte voor twee. Binnen niet langen tijd zal, tenge volge van de dalende geboortecijfers sinds 1910, dit aantal bedragen plm. 60 op de 100 of één werkend mensch voor 1.666 mensch, dit is een verlies van werkgelegenheid van niet minder dan zeventien procent Of anders uitgedrukt: deze 60 men schen konden 2 maal 60 is 120 menschen in leven houden; er zijn echter slechts 100 menschen aan wezig. Minder wiegen, minder verpleeg sters of vroedvrouwen, minder schoolbanken, minder industrie voor houtbewerking, minder scholen, min der onderwijzers en onderwijzeres sen, minder kinderen, minder behoef te aan hulp in het huisgezin, enz. en o fatum, tegelijkertijd meer men schen in de kracht van hun leven, want de procentueele bezetting der middelleeftijden is verhoogd. Het is een tweesnijdend zwaard, dat de werkgelegenheid vermoordt. Het proces is in ons land reeds twintig jaar gaande en de gevolgen zijn goed bemerkbaar; in vele Euro- peesche stalen is het reeds vee slimmer. 1 Er ware eene compensatie voor het tekort aanwerkgelegenheid denk- niet lang daarna waren de vier mannen verdiept in de gebeurte nissen van den jongsten oorlog en vertoefden met hun gedachten cp de slagvelden van Hessen, Hannover, Saksen, Bohemen en Silezie. Glas na glas en de eene flesch na de andere werd geledigd. Het was twee uur toen de beide jonge luitenants zich met zware schre den verwijderden. Spoedig snurkte ook de overste in zijn bed en Festenrath, zorg vuldig in twee mantels gewikkeld sliep op de sofa in de huiskamer de slaap des rechtvaardigen. VI. Hoe matig Festenrath ook ge dronken had, gevoelde hij zich den volgenden morgen, toen hij ontwaakte, doch eenigszins dof in het hoofd, want hij was deze in zijn soldatenleven soms onvermij delijke drinkgelagen sinds lang niet meer gewoon. Ook de oude overste verscheen met eenigszins roode oogen en een zeer verdachten hoest in de deur van zijn slaapkamer. Maar- na een verfrisschend bad was dit spoedig voorbij en beiden dronken behaaglijk van hun koffie en be spraken nogmaals de mogelijk' heden, die de avond en de nacht zouden kunnen brengen. Werdt vervolgd.

Peel en Maas | 1933 | | pagina 7