Tweede Blad van „FEIL MM MAAS"
FEUILLETON.
De ondergang
der Bokruiters.
Regeering en
Middenstand.
Huisarts en
specialist.
Zaterdag 11 November 1933
Vier en vijftigste Jaargang No. 45
Onze regeering moet
weerbaar zijn.
EEN BIJEENKOMST VAN
II,II li Ij BOSCH E It A A DSLEDEN
EN WERKGEVERS.
Door de onlangs opgerichte pro
vinciale organisatie van R.K. Raads
leden werd in samenwerking met de
R.K. Limb. Werkgeversvereenigiog
in het St. Christoffelhuis te Roer
mond een druk bezochte vergadering
gehouden.
In een rede door Mr. Kortenhorst
aldaar gehouden, constateerde hij,
dat Limburg reeds jaren in de
oppositie is t.a.v, de economische
politiek zooals die vanuit Holland
gevoerd wordt. Er is voor het ver
zet van Limburg een gegronde mot:-
veering.
Thans is er niet alleen verzet in
Limburg maar overal in Jen lande.
Bij de economische ontevredenheid
gaat de ontstemming uit naar het
parlement en de volksvertegenwoor
diging.
Jarenlang heeft in ons kleine landje
de gedachte overheerscht, dat wij
eigenlijk geen speciale en eigen
handelspolitiek noodig hadden. Die
z.g. offlcieele politiek economische
houding verraadt een calvinistische
inslag. Men beschouwde het als
zonde als men in de richting van
protectionnisme ging. In het licht
van dit beginsel moet men de trage
ontwikkeling zien van een actieve
handelspolitiek.
De R. K. Staatspartij heeft nooit
van de handelspolitiek een beginsel
gemaakt. Wij erkennen, dat voor
ons land in normale omstandigheden
aan den vrijhandel de voorkeur moet
worden gegeven.
Maar men moet niet blind zijn
voor de bijzondere omstandigheden
waarin het internationale economische
leven zich momenteel bevindt.
Daarbij dient men ook aandacht
te schenken aan de gewijzigde natio
nale omstandigheden. De Nederlaad-
sche industrie heeft de laatste twintig
jaar een zeer snelle ontwikkeling
doorgemaakt. Aan het totale volks
inkomen draagt de industrie meer bij
dan alle andere bedrijven en onder
nemingen te zamen Sinds 1920 nam
het aantal personen, werkzaam in de
industrie toe met 20.2 pet., bij het
landbouwbedrijf met 2 7 pet. en bij
den handel met 46 7 pet. Wij zien
hieruit, dat handel en industrie een
snelle vaart hebben gekregen. De
landbouw daarentegen bleef vrij
stabiel.
De crisis heeft al deze onder
nemingen in de kern aangetast.
Bij den snellen economischen terug
gang hebben wij het eigenaardige
verschijnsel kunnen waarnemen, dat
wij zijn blij ven'bankieren en rente
nieren.
Toen wij eens de rekening gingen
opmaken, constateerden wij. dat
Nederland met 3i/s milliard Rijks
mark de grootste schuldeischer is
van Duitscbland.
Het wordt tijd om onze houding
als crediteur tegenover de wereld te
herzien. De huidige positie is niet
te verantwoorden.
Wanneer men het complex van
begeleidende factoren beziet, dan
moet men erkennen, dat er niet meer
gesproken kan worden van een con
junctuurcrisis, maar van een diep
ingrijpende structuurwijziging. Wij
zien hoe het economisch aanschijn
der aarde zich gaat vernieuwen en
veranderen. Misschien is de oorlog
van 1914 geen oorzaak van de crisis
maar een gevolg van de toen reeds
rich wijzigende structuur.
Hoe staat onze regeering tegen
over de wereldcrisis
Eenige jaren heeft onze regeering
Een zonderlinge Historie.
Naar het Duitsch.
14
Doch deze gedachten zouden
hem later wel bezighouden Het
kwam er nu in de eerste plaats
op aan, een ontmoeting met die
mannen te vermijden en ze zoo
mogelijk in den waan te laten,
dat zij zich vergist hadden, dat
hij op dit uur heeletnaal niet hier
was geweest. Hij luisterde nog een
minuut lang. Diepe stilte heersehle
overal om hem heende drie
mannen, die elkander nu al ge
troffen moesten hebben, stonden
dus eveneens op de loer. Wat te
beginnen
In 't algemeen* kende de kapitein
het omliggend terrein. Achter hem
tusschen de heg en den stadsmuur,
bevond zich een breede strook
gras, waarover hij vanuit zijn
raam, toen hij nog bij de weduwe
Mertens woonde, dikwijls genoeg
zijn blikken had laten gaan.
Gelukte het hem, ongemerkt
over deze grasstrook naar den
stadsmuur te komen en van daar
naar de poort, dan was hij gebor
gen.
pas3ief en gelaten gestaan tegenover
de diepingrijpende hervormingen.
Onze regeering is in gebreke ge
bleven om zich tijdig economische
bondgenooten te verzekeren. Reeds
in 1925 heeft spr. in de Kamer met
klem aangedrongen op een actieve
handelspolitiek. Maar de regeering
wilde er Diet aan, zoodat ons land
langzaam geïsoleerd werd. Wij ston
den nog steeds onvoorbereid tegen
over de politiek economische maat
regelen van het buitenland.
De crisiswetten en economische
maatregelen van den laatsten tijd zijn
waarlijk niet spontaan verkregen. De
regeering is slechts schoorvoetend
over de biug gekomen. Men zag
eenvoudig de groote lijn niet waar
langs gewerkt moet worden. Er
werden slechts kleine dingen van
den dag gedaan, zonder dat de
regeering de groote werk-hypothese
zag.
Voor kort is er door de regeering
een nieuwe koers ingeslagen.
Met betrekking tot den landbouw
zijn er afgeronde maatregelen geno
men. Wij hebben de groote Iand-
bouwcrisiswet gekregen, waarin de
landbouwbelangen als één geheei
worden bezien. Helaas is dit voor
de industrie nog niet gedaan.
Spr. scnetst dan de gevolgen van
de landbouwcrisiswet, met als voor
naamste verschijnsel de gebonden
economie. De regeering treedt prijs-
regelend op en wil evenwicht bren
gen in vraag en aanbod. Deze be
moeiingen van de regeering, waar
tegen spr. geen bezwaar heeft, gaan
schatten kosten. Voor het eerste
jaar kunnen de kosten geraamd
worden op 150 tot 160 millioen
gulden. Een bezwaar is, dat de
regeering te weinig aandacht schenkt
aan de consekwenties van de geDO-
men maatregelen.
Voor spr. is het teleurstellend, dat
de regeering nog geen aandacht heeft
geschonken aan de noodlijdende
industrie. Het zou goed zijn, eens
na te gaan, inhoeverre onze iodustrie
zelf de artikelen kan vervaardigen,
die thans met groote hoeveelheden
door het buitenland worden inge
voerd.
Ons land zit voor hooge en zware
lasten. De belastingen zijn tot het
uiterste opgeschroefd. Alle bronnen
zijn aangesproken, behalve de invoer
rechten. Waarom wordt daarmee zoo
lang getreuzeld
Volgens raming zal de openbare
kas voor het komende jaar 1 mil
liard gulden noodig hebben. Waar
moet hec heeD, als het totale volks
inkomen vermoedelijk slechts 21/2 a
3 milliard gulden zal bedragen
Spr. durft vrijuit te zeggen, dat
ons land technisch slecht geleid
wordt Wij moeten komen tot eeD
gezonde bedrijfsorganisatie, waarbij
het vormen van kartels misschien
wel geboden is.
Dat wij met een actieve handels
politiek wel iets kuDnen bereiken,
b.v. tegenover het groote Duitsch-
iand, blijkt uit de overeenkomst in
zake scrips welke voor 100 pet.
voldaan zullen worden. Dit is een
succes voor de regeering.
De politiek van onze regeering
moet er op gericht jzijn, dat een
gezond evenwicht wordt gebracht in
den in- en uitvoer. Onze export
staat in geen enkele verhouding tot
den veel te grooten invoer. Ook het
goud dienen wij als ruil-object te
behandelen. Wij moeten niet zondzr
meer de vrijgevige wereldcrediteur
spelen. Als wij groote sommen leenen
aan het buitenland, moeten wij
daarvoor een tegenprestatie verlangen
Tenslotte spoorde spr. allen aan
om zich niet aan politieke experi
menten te vergooien maar trouw de
katholieke voormannen te blijven
volgen.
Aarzelen mocht hij niet, want
er bleef hem hoegenaamd geen
andere uitweg over. Hij sloop door
het kleine tuintje, dat door de
heg van den straatweg werd ge
scheiden, bereikte het grasperk en
kwam zoo aan den stadsmuur.
Dezen volgde hij haastig, zoo min
mogelijk gerucht makend, opdat
men hem niet zou hooren. Toen
hij de poort bereikt had, stond hij
een oogenblik stil, om te luisteren,
of hij niets van de mannen ont
dekte. Neen, alles was stil. Hij
liep de poort door en de stad weer
in en ging langzaam naar de
woning van den overste.
Intusschen overlegde hij bij
zichzelf. Vliet speelde met zijn
tegenstanders onder één hoedje,
daaraan kon hij niet twijfelen. In
dien bewusten nacht mocht de
volkomen verraste waard het eerlijk
gemeend hebben, waarschijnlijk
omdat de kapitein indruk op hem
maakte en omdat hij zich over
den diefstal bij den rentmeester
ergerde, dien Carsten op zijn eigen
houtje had ondernomen. Later
moest hij blijkbaar van meening
veranderd zijn, wat hij een man
met zulk een zwak karakter heel
gemakkelijk was. Vermoedelijk
had hij Carsten of Kirchhoff wil
len uithooren en was daarbij
natuurlijk door deze veel sluwere
mannen overtroefd en tot werktuig
van hun eigen plannen gemaakt.
Dat was een zware slag voor
hem. Maar was desondanks het
De Memorie vau Antwoord op het
voorloopig verslag over de Rijks-
begrooting kondigt een aantal maat
regelen aan tot steun aan den Mid
denstand.
De voornaamste is wel, dat een
wetsontwerp inzake een steunregeling
voor ten gevolge van de crisis in
liquiditeitsmoeilijkheden geraakte mid
denstandsbedrijven niet meer lang op
zich zal laten wachten.
Een drukfout deed verschillende
bladen spreken van liquidatie-moei
lijkheden, hetgeen natuurlijk iets heel
anders is dan liquiditeits moeilijk
heden. Onder deze laatste zullen we
moeten verstaan een gebrek aan
betalingsmiddelen, hetzij omdat de
middenstander door onmacht zijner
klanten niet betalen kan, hetzij om
dat hij blijft zitten met een goede
renvoorraad, waaruit hij zijn be
talingsmiddelen moet patten.
Verder deelt de regeering mede,
dat een voorontwerp van wet in
gereedheid wordt gebracht inzake het
euvel der uitverkoopen. De regeering
wacht hieromtrent de uitkomsten af
van *een onderzoek van het Econo
misch Instituut voor den Midden
stand.
Op de derde plaats wordt tusschen
de betreffende Ministers overleg ge
pleegd inzake een vereenvoudigde
regeling voor het langs gerechtelijken
weg incasseeren van kleine vorde
ringen.
Vervolgens houdt de regeering zich
bezig met een wettelijke regeling van
het cadeaustelsel, waarvoor de Mid-
denstandsraad haar in den loop des
jaars een denkbeeld aan de hand
deed, waarover de regeering 't advies
inwint van den Nijverheidsraad.
De regeering stelt hiermede voor
den Middenstand zeer belangrijke
vraagstukken aan de orde, welker
oplossing aan gerechtvaardigde ver
langens van den Middenstand tege
moet zal komen.
Het voornaamste ontwerp, dat
inzake de steunregeling, is het eerste
tegemoet te zien. Het parlement be
trachte daarmede bekwamen spoed.
En de regeering moge niet lang
behoeven te wachten op de resul
taten van het onderzoek, advies of
overleg in verband met de drie overige
maatregelen, welke zij aankondigt.
Een golf van specialisatie, centra
lisatie en rationalisatie heeft den
specialist, den arts, die zich iu het
bijzonder toelegt op de behandeling
van een enkele ziekte, omhoog ge
dreven en hem geplaatst in de voor
aanstaande positie, welke hij heden
ten dage bekleedt.
Deze golf schijnt intusschen haar
hoogtepunt bereikt te hebben en be
gint thans weer langzamerhand weg
te ebben.
De menschen beginnen zich hoe
langer hoe meer af te vragen, of de
buisdokter, de eenvoudige arts, die
hen van binnen en van buiten kent,
zoowel wat temperament als wat
gastronomische neigingen betreft,
toch eigenlijk niet voorkeur verdient
boven den specialist.
Een Engelsche arts, dr. John Stan
ford, heeft dezer dagen in de pers
een lans voor den huisdokter gebro
ken, waarbij hij natuurlijk geheel
uitging van de toestanden, zooals
die in Engeland heerschen.
Tot nog toe, aldus betoogt deze
doctor, was het de gewoonte, om
plan niet te volvoeren van welks
slagen Festenralh's toekomst af
hing? Met list, zooals hij eerst
gehoopt had, stellig niet meer. De
weg van het geweld bleef hem
weliswaar steeds over, lot het
laatste oogenblik. Maar dat was
de onzekerste weg. Als men men
schen zooals Carsten, Vliet en
Til gevangen nam zouden zij
ook maar iels over hun kamera
den, hun aanvoerders loslaten
Zeer waarschijnlijk niet.
Het begon wat te regenen.
Voor het huis aangekomen,
waar de overste woonde, zag hij,
dat de vensters nog helder verlichr
waren. Dat was een geluk voor
hem en Festenrath was geneigd,
dit als een gunstig voorteeken te
beschouwen, dat hem ook verder
het toeval zou begunstigen.
Hij vroeg aan den oppasser van
den officier of de overste alleen
was. Hij schudde ontkennend het
hoofd en noemde als bezoekers de
beide officieren, die Festenrath in
den nacht van den overval bij de
kapel had gezien; de eene had de
kleine expeditie aangevoerd, ter
wijl de andere hem toen op de
wacht in ontvangst had genomen.
Festenrath liet zich natuurlijk
onder den naam Meisner aan
dienen en werd door den ouden
overste met vreugde begroet.
Hij trof de heeren onder een
glas wijn aan, waarbij hij zich als
vanzelfsprekend direct moest aan
sluiten.
als er een familielid ernstig ziek
werd, de huisdokter te ontbieden.
Dit speelde zich dan als volgt af:
De huisdokter wordt opgebeld.
Hij komt terstond, geruststellend en
zeker van zija zich zelf. U heeft
hem al jaren gehad. Hij is gelijk
matig en zeker van zijn zaak, de
soort man, die men nauwelijks op
merkt totdat men hem noodig heeft,
precies zooals men nooit erg heeft
in de banden van een auto of fiets,
tot er eentje op een gegeven oogen
blik het leven laat.
In uw angst voor de gezondheid
van uw familielid begint u echter te
twijfeleD, of hij wel de capaciteiten
bezit, om het ziektegeval zelfstandig
te behandelen. ,',Er zouden zich com
plicaties kunnen voordoen."
Dokter, begint u bedeesd, vindt
u het erg, als we er eens een spe
cialist bijroepen 1
U noemt den naam van dokter
Dinges Zus en Zoo.
De eenvoudige huisdokter komt
ouder den indruk: - Dokter Dinges
Zus en Zoo
Hij herhaalt den imponeerenden
naam en durft niet te weigeren.
Op deze wijze wordt de Groote
Specialiteit in de zaak betrokken.
Hij is een forsche man, met een
goed onderhouden uiterlijk. Zijn
kleeding en manieren zijn tot in de
puntjes verzorgd. Zijn schoenen
glimmen, schitteren bijna. Het is,
alsof hij uit een prachtige limousine
is gestapt, om een paar passen met
den nederigen voetganger mee te
wandelen.
Hij straalt een aureool van be
wust zelfvertrouwen uit. Zelfs de
huisdokter voelt een lichte neiging
om aan het buigen te gaan. Hij is
voor het oogenblik de stilschijnende
kaars tegenover de felbrandende
electrische lamp.
Met nederbuigende beleefdheid
begint de groote man te spreken.
Wel, dokter, laten we samen
het geval eens bespreken.
Zij gaan naar een andere kamer
en daar verloopt het gesprek als
volgt
Hoe, vraagt de specialist, is
het verloop van het geval.
De huisdokter, die zijn patiënte
door en door kent, geeft hem het
vruchtgebruik van zijn ondervinding.
Zij overeet zich zelf
Wat denkt u dat er aan man
keert
De huisdokter vertelt het.
Begrepen. Is het een ernstig
geval
O neen in het geheel niet.
de operatie zou heel eenvoudig zijn.
Wel, wel, zullen we de pa
tiënte eens gaan bekijken
Hij „bekijkt" de patiënte en on
derzoekt haar. Dan, met heerlijke
zekerheid: Ja, ik zal moeten
opereeren.
Hierop gaat hij de kamer uit, om
Dog eens een gesprek te voeren met
den huisdokter.
Uw diagnosis, begint hij, was
correct. Doch het kwaad gaat ver
der naar de liukerzijde.
Ik wilde u juist veitelleo...
De specialist steekt de hand op.
Ach, ja, ja, een interessant
geval
Hij opereert de patiënte, brengt
haar nog eens een visite en stuurt
dan een rekening van honderd pond.
Hij wordt per keerendepost betaaid.
De huisdokter, die het eerst de
diagnose heeft gesteld en al de ver
antwoordelijkheid voor de behande
ling na operatie heef: gedragen, stuurt
zijn rekening drie maanden later in
en declareert een bescheiden som van
tien pond.
Deze eenigzins gechargeerde be-
beschrijving van den gang van zaken
bij een ziektegeval van meer ernsti-
gen aard, aldus gaat dr. Standford
Ha, nu zit je toch eindelijk
eens veilig bij ons, riep de oude
heer. Nu kom je niet meer zoo
gemakkelijk los
Daarvoor behoeft u thans
voorloopig niet bang te zijn, zei
de kapitein glimlachend. Ik blijf
het liefst den heelen nacht bij u,
tenminste als het gelegen komt.
Hoera, dat mag ik hoorei»,
en ik laat u niet gaan riep hij
geestdriftig uit, klepte op de tafel
totdat de oppasser verscheen en
slak tweemaal vijf vingers om
hoog. Dat beleekende nog tien
flesscher..
Halt! zei toen de overste,
opmerkzaam geworden. Er is toch
niets gebeurd?
Neen, maar er zal binnen
kort iets gebeuren, antwoordde
Festenrath. En ik behoef voor de
andere heeren geen geheim meer
te hebben. Ik ben de bandieten
op het spoor, maar zij zijn mij
eveneens op het spoor en zij wil
len mij uit den weg ruimen.
Toen vertelde hij, dal hij zich
bij Vliet had laten inkwartieren
en deze overgehaald had om hem
mee te nemen naar de eerstvol
gende bijeenkomst der bokruiters,
hoe hij echter door den schavuit
bedrogen was geworden en wat
hij zoo juist gehoord had.
YVij zouden de kerels dus
dadelijk kunnen laten arresteeren,
zeide hij. Maar dan zou de eigen
lijke leider, de aanvoerder van de
gansche bende ontbreken. Hij zou
dan voort, is niet bedoeld als een
op zichzelf staaode illustratie van de
moderne neigiDg, om teveel op de
specialisten te vertrouwen. Deze nei
ging van bet groote publiek is na
melijk nog sterker, als het gaat om
een laboratoriumdiagnose.
In het laboratorium wordt de pa
tiënte geheel en al uitgeschakeld.
Mannen, gewapend met microscopen,
onderzoeken de bloeddeelen van den
patiënt, doch de zieke zelf wordt
absoluut vergeten. Hierom vooral
gaan er steeds meer stemmen op tegen
dergelijke zuiver mechanische metho
den, om een diagnose testellen. Men
ziet in, dat, tenzij men meer gaat
voortbouwen op de wetenschap, wel
ke alleen verkregen kan worden aan
het ziekbed zelf, de ware genees kun
de in gevaar wordt gebracht.
In gevallen van diphtheritis bij
voorbeeld, waarvan hij tallooze ge
vallen heeft meegemaakt, moet de
huisarts het veld ruimrn en het stel
len van de stellen van de diagnose
geheel overlateD aan het laboratori
um. Daar houdt de man met de mi
croscoop, die misschien sinds zijn
studententijd geen patiënt meer heeft
gezien, vol, dat hij en hij alleen, een
juiste diagnose stellen kan.
Hij vergat echter, dat het alleen
door het onderzoek van den huis
dokter, die honderden dergelijke ge
vallen onderbande heeft gehad, mo
gelijk is geweest, de symptonen iu
verschillende klassen onder te ver
deelen en aldus de ontdekking van
de oorzaak dezer ziekte mogelijk te
maken.
Waarschijnlijk ziet men over het
algemeen niet voldoende iD, hoe
talrijk en veelomvattend de ervarin
gen zijn, welke door den huisarts
worden opgedaan. Vaak wordt hij
ervan beschuldigd, te leven tusschen
oude, vergane my'hen en verouder
de gedachten. Het tegendeel is echter
het geval want hij staat in het nauw
ste contact met de groote massa der
zieken.
Zelfs als naar de meening van
een specialist een operatie noodzake
lijk is, ligt vaak de uiteindelijke be
slissing bij den huisdokter. Hij is in
staat, om de kansen van slagen te
beoordeelen. Hel is de huisarts ook,
die zooveel weet van de betrekke
lijkheid van een chirurgisch ingrijpen
en de grenzen en mogelijkheden
daarvan, dat hij zijn patiënt van
advies kan dienen, wanneer operatief
moet worden ingegrepen, terwijl hij
zelfs kan aangeven, welke soort
operatie het meest geschikt is.
Het is de huisarts en niet de
chirurg, die de resultaten van een
operatie ziet. En het is de huisdok
ter ook en Diet de chirurg, die de
factoren in het dagelijksche leven
van zijn patiënt keut, welke den
uitslag van een operatie beïnvlcedeo.
Hij is. in feite, de man van de
practijk, die onveranderlijk het stand
punt van den patiënt tot het zijne
maakt.
De huisdokter za! u bijvoorbeeld
vertellen, dat er niets gewonnen
wordt, enkele zeldzame gevallen
uitgezonderd, met het voorschrijven
van een duur preparaat, als hetzelfde
bereikt kan worden met een prepa
raat van enkele centen. Hij is een
expert op het gebied van de men
schelijke natuur, met een uitgebreide
kennis van de gewoonten en ge
dachten van de verschillende klassen
der bevolking, met welke hij te
maken heeft.
Inderdaad, de huisdoktéc is de
hard werkende man, wiens talent
door ermee te woekeren, vertien
voudigd is
Dr. Stanford besluit zijn pleidooi
voor den huisarts met er op te
wijzen, dat deze laatste in tegen
stelling met den specialist, geregeld
contact blijft houden met de men-
of tijd winnen om te kunnen ont
snappen of om uitvluchten te
zoeken. En tot op heden ontbreekt
mij iedere aanleiding om direct
tegen uem op te treden. Ik heb
slechts vermoedens, geen bewijzen.
Laat u dus morgenavond, overste
al uw manschappen gereed hou
den om op een gegeven teeken
uit te rijden. Ik wanhoop er nog
niet aan, Vliet morgen door list
te overtroeven en mijn doel te
bereiken.
Maar je zult je toch niet
onder die heele bende bokruiters
wagen, als men verdenking tegen
je koestert riep de oude heer
uil. En je kent immers ook niet
de verzamelplaats van al die
schavuiten.
Er slaat mij een plan voor
den geest, antwoordde Festenrath.
Gelukt het niet, welnu dan zijn
uw dragonders nog bij de hand.
Ingeval van nood laat u 's nachts
de poorten bezetten, die nu steeds
open slaan. Dan zullen wij over
morgen wel ontdekken, wier er
dien nacht buiten de stad geweest
is. Jammer, juist diegene, op wien
ik het speciaal voorzien heb, die
woont buiten de poort.
Er bleef niets anders over. De
oude overste, hoe graag hij er
ook direct op losgetrokken was,
moest een beetje geduld oefenen
en wachten op de verdere mede-
deelingen van Festenrath.
Deze leidde zelf het gesprek al
spoedig van dit onderwerp af en
schelijkheid der massa, „de bron van
ille wijsheid en wetenschap" en hij
spreekt de vaste verwachting uit,
dat de man van de practijk lang
zamerhand weer zijn oude, voor-
Dame positie in het maatschappelijke
leven zal herwinnen.
Ook voor ons, Nederlanders, bevat
het betoog van den Engelschen
doctor, zij het in mindere mate wel
licht dan voor de Engelschen, ver
schillende behartenswaardige wenken
en waarheden. Ook wij 3tellen vaak
te weinig vertrouwen in de be
kwaamheid van den hnisdokter, die
„slechts" het woordje arts achter zijn
naam mag plaatsen:. Ook wij zien
dikwijls al te zeer op tegen capaci
teiten van den specialist, vooral als
bij de letters dr. voor zijn naam
beeft staan.^
Laten we nooit te spoedig, en ze
ker niet tegen het advies van onzen
ouden, vertrouwden huisdokter in,
een specialist in een ziektegeval be
trekken. Maar overigens behoede
men zich vooral en bovenal voor
overdrijving
Invloed der geboorte-
vermindering op de
werkeloosheid.
Hoe ongelooflijk en paradoxaal het
sommigen in de ooren moge klinken
maar waar is het, dat de geboorte
beperking op den duur de werkloos
heid in de hand werkt. De natuur
Iaat zich Diet ongestraft verkrachten.
Dr. ir. F. C. Huygen, uit Amers
foort, houdt hieromtrent in „de
Maasbode" een betoog, dat de volle
aandacht verdient.
De jaargangen der bevolking der
prilste en prille jeugd, ja zelfs reeds
die tot den 20 jarigen leeftijd begin
nen bij ons volk en de ons omrin
gende volken, zoo schrijft hij, een
dusdanige verdunning te vertoonen.
dat de opbouw der bevolking een
vervorming, een tegenstelling gaat
vertoonen, tegenover hetgeen we
vroeger gewend waren.
Met dien opbouw der bevolking
hangt de werkgelegenheid samen.
Het is belangwekkend te verne
men. dat tot voor korten tijd in
Nederland ruw gerekend 50 men
schen nuttig werkten op de 100 ten
einde in alle behoeften van zichzelf
en de 50 overigen te voorzien (d.w.z.
„werken" in den meest uitgebreiden
zin van het woord) of anders uitge
drukt: één men3ch werkte voor
twee.
Binnen niet langen tijd zal, tenge
volge van de dalende geboortecijfers
sinds 1910, dit aantal bedragen plm.
60 op de 100 of één werkend
mensch voor 1.666 mensch, dit is
een verlies van werkgelegenheid van
niet minder dan zeventien procent
Of anders uitgedrukt: deze 60 men
schen konden 2 maal 60 is 120
menschen in leven houden; er zijn
echter slechts 100 menschen aan
wezig.
Minder wiegen, minder verpleeg
sters of vroedvrouwen, minder
schoolbanken, minder industrie voor
houtbewerking, minder scholen, min
der onderwijzers en onderwijzeres
sen, minder kinderen, minder behoef
te aan hulp in het huisgezin, enz.
en o fatum, tegelijkertijd meer men
schen in de kracht van hun leven,
want de procentueele bezetting der
middelleeftijden is verhoogd.
Het is een tweesnijdend zwaard,
dat de werkgelegenheid vermoordt.
Het proces is in ons land reeds
twintig jaar gaande en de gevolgen
zijn goed bemerkbaar; in vele Euro-
peesche stalen is het reeds vee
slimmer. 1
Er ware eene compensatie voor
het tekort aanwerkgelegenheid denk-
niet lang daarna waren de vier
mannen verdiept in de gebeurte
nissen van den jongsten oorlog
en vertoefden met hun gedachten
cp de slagvelden van Hessen,
Hannover, Saksen, Bohemen en
Silezie.
Glas na glas en de eene flesch
na de andere werd geledigd. Het
was twee uur toen de beide jonge
luitenants zich met zware schre
den verwijderden.
Spoedig snurkte ook de overste
in zijn bed en Festenrath, zorg
vuldig in twee mantels gewikkeld
sliep op de sofa in de huiskamer
de slaap des rechtvaardigen.
VI.
Hoe matig Festenrath ook ge
dronken had, gevoelde hij zich
den volgenden morgen, toen hij
ontwaakte, doch eenigszins dof in
het hoofd, want hij was deze in
zijn soldatenleven soms onvermij
delijke drinkgelagen sinds lang
niet meer gewoon.
Ook de oude overste verscheen
met eenigszins roode oogen en
een zeer verdachten hoest in de
deur van zijn slaapkamer. Maar-
na een verfrisschend bad was dit
spoedig voorbij en beiden dronken
behaaglijk van hun koffie en be
spraken nogmaals de mogelijk'
heden, die de avond en de nacht
zouden kunnen brengen.
Werdt vervolgd.