Tweed.© Klad van „FEEL MM MAAS"
Levenswijding
door Liturgie.
FEUILLETON.
De ondergang
der Bokruiters.
Ontgoocheling.
Groot- of klein
bedrijf
Opvoeding tot
oorlog.
Zaterdag 16 September 1933
Vier en vijftigste Jaargang No. 36
LITURGISCHE GEEST.
WERELDSCHE GEEST.
In de week van 2027 Aug. Is te
Venray de 17de Nederl. Lit. Week
gehouden en tevens in die week, 24
Aug., de diocesane Liturgische Dag.
Het algemeene onderwerp van die
bovennatuurlijk-sociale Studieweek
was: Levenswijding door de Liturgie;
met andere woorden, hoe het geheele
menschelijke leven, in al zijn veel
zijdigheid en ingewikkeldheid, door
de Liturgie of den kerkelijken eere-
dienst aan God wordt toegewijd,
toegeheiligd.
Het menschelijke leven 1
Is er iets zoo veelzijdig, zoo in
gewikkeld als het menschelijke leven
Ziel; lichaam; irdividu; lid van een
huisgezin, als vader, moeder of kind;
lid der maatschappij als burger eener
gemeente en vaderlander; met een
apart vak, beroep, of bedrijf, met
zijn lectuur, kleeding ontspanning en
vermaken enz. enz. 't behoort al
les tot het menschen leven. Maar,
wat we ook zijn of wat we ook
doen, altijd en overal moet 's men
schen leven toegewijd zijn aan God,
volgens deze twee antwoorden uit
ue Catechismus (waarin alle levens
wijsheid steekt): dat God de wereld
heeft geschapen tot zijn eigen ver
heerlijking en tot geluk zijner rede
lijke schepselen en dat de mensch
op aarde is om God te dienen en
daardoor den hemel te verdienen.
De H. Liturgie wijdt het huisgezin,
grondslag van Kerk en Maatschappij
aan God toe, heiligt het huisgezin:
door het Sacrament des huwelijks;
door de huwelijksmis met den huwe
lijkszegen; ze wijdt de kinderen aan
God toe door het H. Doopsel,
waardoor ze tevens lid worden van
de groote natuurlijke maatschappij,
de Kerk; ze heiligt de moeder door
den kerkgang; ze heiligt het huis en
de beelden in huis door Kerkelijke
zegeningen; ze zegent de automo
bielen voor de zaak en men bidt
het Kerkelijk reisgebed; de akkers
worden gezegend door het palmtakje
en de St. Marcus-processie en de
kruisdagen; het vee kan worden ge
zegend door een kerkelijke zegening;
er zijn Missen „voor het weer'', niet
alleen voor de boeren, maar ook
voor de zakenmenscheo in de stad
van belang; er zijn patroonheiligen
vooralle vakken, beroepen, bedrijven
ambachten en als ze er nog niet
zijn, ze zullen komen
Hebben we al niet een heilig fa
brieksmeisje en een heiligen fabiieks-
arbeider: Margaretha Sinclair en Mac
Tarbott
Is er in huis een zieke: de medi
cijnen kunnen worden gezegend en
de zieke zelf door een aparte zieken
zegen, ook voor kinderen; de ster
vende in huis: hoe zorgt onze
Moeder de H. Kerk niet voor dat
haar zoo dierbaar kind: H. Teer
spijze, H. Oliesel en Pauselijke
zegen
En de lieve doode: het lijk wordt
naar de kerk gedragen (eerste en
laatste gang van den chjisteDmensch
naar de Kerk en dan gedragen 1) en
later in de aarde gelegd, alweer
gezegend.
Hoe wijdt de H. Liturgie den tijd
niet aan God toe, door de viering
van het Kerkelijke Jaar, de groote
Kerkelijke feesten met hunne voor-
en naviering, de groote kerkelijke
boetetijden; ieder oogenblik van d:n
dag en den nacht door het H. Mis
ofEer, door de duizenden priesters
opgedragen; door het Koorgebed der
monniken en het breviergebed van
de priesters.
Hoevele wereldlijke feesten houden
verbaod met Kerkelijke feesten of
gebruiken (vroeger nog meer dan
thans) Kermis met Kerstmis; Vasten
avond met de vasten; St. Nicolaas;
Kerstkribbe; PaascheiereD*, St. Maar
tensvuren; Driekoningenkoek, Palm-
paasch enz.; hoe was vroeger vooral
niet het geestelijke volkslied en het
tooneel verbonden met de Liturgie
der Kerk, toen het volk ook ver
stond in de kerk te zingen.
Hoe is de burgerlijke maatschappij
geheiligd daar, waar de bovenna
tuurlijke maatschappij der Katholieke
Kerk met hare parochies, die werk
plaatsen van bovennatuurlijk leven,
de burgerlijke maatschappij kan
doordringen.
Op vele plaatsen in de zuiver
katholieke streken zoo mooi uitge
drukt, doordat parochie en gemeente
één zijn en de geestelijke en bur
gerlijke. autoriteiten kunnen samen
werken voor het behoud van het
geloof en de goede zeden,...
Ziedaar in bovenstaande met enkele
korte woorden aangegeven, hoe dat
de Liturgie of Eeredienst der Kerk
heel het menschelijke leven aan God
toewijdt en heiligt.
Stel daar nu tegenover de walge
lijke wereldsche geest: wat hij aan
raakt, dat bezoedelt hij.
Raakt de wereldsche geest de
kleeding aan, hij maakt ze verfijnd,
zinnelijk en schaamteloos; raakt hij
de bioscopen aan, hij maakt ze zwoel
met broeierige liefdegeschiedenissen,
met een ontkrachting van 't frissche,
energieke, blije plichtleven; raakt hij
de bioscopen aan, hij maakt ze zwoel,
met broeierige liefdesgeschiedenissen,
met een ontkrachting van het fris
sche, energieke, blije plichtleven;
raakt hij het huwelijk aan, hij doodt
de levenskiemen in de intimiteit van
het echtelijke leven raakt hij het
ambacht, vak, beroep of bedrijf aan,
hij maakt het gewetenloos volgens
de spreuk„Zaken zijn nu eenmaal
zaken"raakt de wereldsche geest
de ontspanning aan. het wordt een
uitlevering van eer en van deugd
en zelfs van gewoon burgerlijk
fatsoen, zie het tegenwoordige toe-
ristendom en de publieke bad- en
zwemgelegenheden raakt hij den
godsdienst aan, hij brengt voort
slappe, futlooze sleur en naamkatho
liekenraakt hij den tijd aan, bij
doet de eeuwigheid vergeten. Dal is
de wereldsche geestBederven en
bedorven worden.
De kerkelijke, liturgische geest
wat hij aanraakt, dat heiligt hij.
Heiligen en geheiligd worden, dat is
de kerkelijke, de liturgische geest.
De wereldsche geestdat is als
het offer van den somberen Caïn
aan den Vorst dezer wereld, waar
van de stinkende walm neerslaat
naar deze aarde.
De liturgische geest dat is als
het offer van den blijmoedigen Abel,
waarvan de geurige, zon-doorschenen
wolkjes overal en onophoudelijk op
stijgen ten hemel als een schoon
gebed voor Gods aanschijn...
ZAAIER.
Een zonderlinge Historie.
Naar het Duitsch.
25
Toen echter, zich dadelijk her
stellend, voegde Vliet er aan toe
Zoo, als je die menschen zoo
precies kent, laat je dan door hen
bij de bende opnemen I
Ik heb je toch immers al
gezegd, dwaas die je bent, dat zij
niemand naast zich willen dulden
die even slim is als zij want
als je denkt, dat zij alles eerlijk
met je deelen, dan zijn jullie alle
maal ezels. Je wordt door hen
bedrogen, zooals in 't dagelijksch
leven iedere domme door den
slimme. En dan heb ik ook geen
lust, om iedereen aan den neus
te hangen, dat het mij slecht gaat,
Bovendien zou mij dat bij andere
plannen- kunnen schaden. Ben ik
echter eenmaal in hun midden,
dan moeten zij mij natuurlijk ook
dulden. En dan zal ik mij zelf
omhoog weten te brengen. In uw
nadeel zal het in geen geval zijn.
Al zullen we nu niet bepaald
alles voor de helft deelen, toch
zul je dan per jaar spelenderwijs
meer verdienen, zonder een hand
Allerwege heerscht biftere onte
vredenheid. Ook onder den midden
stand. Niet uitgezonderd de midden
stand bij onze Oosterburen, de
Duitschers.
Ja, het schijnt zelfs, dat daar de
ontevredenheid nog grooter is dan
elders.
Waarom
Omdat daar aan den slechten gang
van zaken in de eigen onderneming
uit te steken, dan nu met al je
moeiten en zorgen. Ik geef je de
verzekering, dat ik mij van leer
ling heel gauw tot meester zal
weten op te werken. Dus wat heb
je eigenlijk te riskeeren, als je
me een keer meeneemt Ik zou
een spion kunnen zijn, daar heb
je gelijk aan. Maar dan wist ik
toch feitelijk al genoeg, om een
partij ..Van jullie aan de galg te
brengén en de anderen zouden
wel spoedig volgen. Wees dus nu
verstandig. De nacht is alhaast
voorbij. Laat ons eën accoord
aangaan 1
Het blinken der vijftig guldens
op de tafel misle zijn uitwerking
niet op den waard. Ook was het
niet onmogelijk dat hij dacht, dat
een man, die al zoo veel wist, de
rest wel mocht weten.
Er wordt beweerd, dat de
bokruiters iederen verrader dooden,
zei hij loerend. Als ik dus tot hen
behoorde, zou ik moeten sterven,
indien ik sprak, net zoo goed als
wanneer ik aan het gerecht zou
worden uitgeleverd.
Je zult in het geheel niet
behoeven te spreken I riep Festen-
rath kwaad uit, daar hij het lange
onderhandelen moe werd. Je zult
je me alleen maar meenemen naar
de eerstvolgende vergadering en
het verdere zal vanzelf wel komen
Het zal, zooals ik je al reeds
meer gezegd heb, in je eigen
belang zijn, als ik mij omhoog
werk. Zulke hocus-pocus, zooals
ztch nog paart, het besef, bij den
neus genomen te zijn.
Want het valt niet langer te ont
kennen, dat de Duitsche middenstand
die in grooten getale zoo dapper
heeft meegeholpen, om Hitier aan
de macht te helpen, bitter ontstemd
is over de niet-inlossing der beloften,
welke de „Führerbij het voeren
van zijn campagne had uitgesproken
inzake bescherming van den midden
stand tegenover verbruikscoöperatie
en warenhuis.
We hebben er al eens op gewezen
hoe weinig van die beloften feitelijk
zijn nagekomen.
Niet alleen met betrekking tot de
verbruikscoöperatie, doch evenzeer
ten aanzien van het warenhuis
wezen.
Als motief daarvoor wordt aan
gevoerd, dat het niet aangaat, te
eischen, dat door sluiting der waren
huizen het leger der werkeloozen
nog eens met meer dan honderd
duizend nieuwe leden wordt uitge
breid.
Bovendien: er zijn gegroeide toe
standen, die niet zoo maar met een
hand-omdraai kunnen worden weg
gewerkt.
Ook niet waar het credletverhou-
dingen betreft.
Daarom is thans van Nazi-zijde
voorgesteld, dat door den midden
stand de honderd millioenen crediet-
schuld der warenhuizen zal worden
overgenomen.
Eerst als dit is geschied, kan over
sluiting der warenhuizen worden
gesproken.
Mits dan tevens bereikt wordt,
dat het personeel der warenhuizen
door den zelfstandigen kleinhandel
wegens verwachte vermeerdering van
omzet in dienst zal worden genomen.
't Laat zich verstaan, dat bij zoo'n
voorstel, vele Duitsche middenstan
ders 't voelen kriebelen in de keel,
en zij ternauwernood een verwen-
schiog kunnen onderdrukken.
Waarom heeft men hen dan met
zoo stellige beloften gepaaid en door
deze ertoe gebracht, achter het vaan
del van Hitler aan te loopen
Er heerscht groote ontstemming
over deze handelwijze der nazi's bij
den Duitschen middenstand.
Trouwens, dat het nationaal
socialisme, voor zoover dit princi
pieel is gelijk te stellen met facisme
ook tegenover de verbruikscoöpera
tie niet zoo vijandig staat, als door
velen wordt gemeend, moge mede
hieruit blijken, dat het Italiaansche
fascisme, bij zijn ordening van het
bedrijfsleven, de verbruikscoöperatie
niet alleen niet heeft weggewerkt,
maar die zelfs officieel in de betref
fende ordening heeft opgenomen.
Daar toch telt men onder de acht
groepeeringen, waarin van rechts
wege alle werkgevers en werknemers
zijn ingedeeld, naast die van den
landbouw en van de nijverheid, ook
de groepeering van handel en coö
peratieve instellingen.
Op het komend congres van den
Middenstand worden dan ook de
vraagstukken der verbruikscoöperatie
en van het grootwinkelbedrijf be
handeld, los van wat ten aanzien
van die problemen in het buitenland
is beloofd, maar vrijwel onuitgevoerd
gebleven.
Wij achten dit juist gezien.
En wij verheugen er ons over,
dat die behandeling niet is gedicteerd
geworden door den waan van den
dag.
Maar dat is maar een zakelijke
basis, waarop gepoogd wordt, een
redelijke houding met betrekking tot
die kwestie te bepalen.
op een uitspraak van den vroegeren
Minister van Buitenlandsche Zaken,
den bekenden en gevierden Strese-
mann, die op een vergadering van
de Duitsche Volkspartij zou hebben
verklaard
„Duitschland is een arm land. De
middenstand is verdwenen en ver-
proli^ariseerd. Dit is een verlies
voor het Duitsche volk. dat erger
is dan het verlies van de provin
cies en er moest vóór alles naar
worden gestreefd, dezen midden
stand weer te doen ontstaan, ten
einde weer onafhankelijk te worden
van de buitenlandsche credieten."
In aansluiting hierop zij onzerzijds
mede gewezen op een andere uit
spraak van nog jongere datum en
wel uit den mond van den nieuwen
Rijkshankpresident, dr. Schacht.
In een radio-rede toch, welke deze
heeft gehouden omstreeks midden
Maart van het loopende jaar, zeide
deze bekende figuur uil de Duitsche
financieele wereld
„Waar zich ook maar productieve
mogelijkheden in Duitschland voor
doen, zij het in den landbouw, zij
het in het bedrijfsleven, zal de
Rijksbank n.l. hulp verleenen. Juist
van het initiatief en de verant
woording van den onafhaokelijken
kleinen zakenman, zal zooveel
mogelijk tegemoet moeten komen,
nadat de over-organisatie en bu
reaucratiseeriDg van de groote
concerns, niet slechts sociaal, doch
ook zooveel economische nadeelen
aan het licht heeft gebracht."
Deze uitspraak is mede van belang
voor het komende congres van onzen
Middenstandsbond, waar immers be
handeld zal worden het vraagstuk
der wettelijke bescherming van het
klein- tegenover het grootbedrijf.
Intusschen zijn door groote man
nen in binnen- en buitenland reeds
zoo herhaaldelijk en met zooveel
nadruk dergelijke uitspraken gedaan,
dat we daaraan eigenlijk geen be
hoefte hebben.
We zouden liever zien, dat door
de verantwoordelijke autoriteiten
nu ook eens naar die uitspraken
werd „gehandeld".
Doch daaraan ontbreekt nog vrij
wel alles
En toch, op de „daad" komt het
n 1
Onlangs wees de Bredasche Courant
jullie bij Til met George Merlens
hebt uitgehaald, kan ik ook op
een jongen toepassen en ik geloof
dat ik het nog slimmer zou aan
pakken, zonder dat het noodig
zou zijn om een onschuldigen
knaap te vergiftigen.
Festenrath bracht de laatste
woorden slechts met moeite uit,
ondanks de schijnbare gemakke
lijkheid en onbevangenheid waar
mee hij zich voordeed, had hij
slechts met groote inspanning en
zelfbeheersching gesproken. Was
hij er wel zeker van, dat hij op
den goeden weg was Was het
niet mogelijk, dat hij zich vergiste
en dat hij hier bedenkingen uit
sprak, die van allen grond waren
ontbloot
Het was voor den kapitein een
lastige taak. Maar hij kon het
raadsel niet anders oplossen en
tot nu toe had de houding van
Vliet hem in zijn overtuiging
versterkt, dat hij zich in zijn ver
moedens niet vergist had.
Inderdaad scheen dan ook deze
laatste troef den waard volkomen
te ontwapenen.
Hoe... wat? stamelde hij. Wat
zeg je daar George Mertens ver
giftigd Door wien
Beste vriend, dat weetje net
zoo goed als ik, antwoordde de
kapitein. En ik vind, dat wij ons
beiden daarvan niets hebben aan
te trekken, als de overheid er
zich niet mee bemoeit. Je zult je
mondje natuurlijk dicht houden
Er vertoonen zich weer grimmige
tegenstellingen in Europa en de
mogelijkheid van oorlog wordt
openlijk bediscuteerd. Men kan als
geruststelling daartegen aanvoeren,
dat de leidende staatslieden toch
steeds alle oorlogszuchtige bedoeling
verwerpen en het kostelijke goed
van den vrede prijzen. Zelfs Hitier
heeft pas nog op den Partijdag te
Neurenberg verklaard, dat het Duit'
sche volk heelemaal niet noodig
heeft, zich nieuwe lauweren op het
slagveld te verwerven.
Doch zulke woorden zeggen zoo
weinig, als men daarnaa.it ziet. hoe
de nieuwe volksopvoeding door-
deesemd wordt van de gedachte, dat
er in de toekomst weer gevochten
moet worden.
Een typeerend voorbeeld daarvan
is een boekje, getiteld „Wehrwissen-
schaft", dat Professor Ewald Banse,
hoogleeraar aan de Technische
Hoogeschool te Brunswijk, tot auteur
heeft. In het „Handelsblad" lezen
we daaromtrent het volgende
Deze professor Banse behoort
tot degenen, die eenigen tijd geleden
aangewezen zijn om onderwijs te
geven aan de Duitsche hoogescholen
in de militaire wetenschappen, welke
en ik zal dat ook doen, want wie
een knaap gift toedient, kan dal
ook een man doen. Overigens geef
ik je mijn woord, dat jij, wat er
ook gebeuren mag, straffeloos vri
uit zult gaan, zoodra je getoonc
hebt, dat je het oprecht met me
meent en doet wat ik verlang. Ik
sta op goeden voet met de politie,
niet alleen hier, maar ook elders
en ik zal altijd nog wel een
achterdeurtje voor mij en mijne
vrienden weten te vinden.
Festenrath had juist geoordeeld
toen hij verwachtte, dat deze laat
ste woorden den waard geheel en
al zouden overwinnen inplt
van hem versteld te doen staan
Want Vliet moest nu eindelijk
wel begrepen hebben, dat deze
man in ieder geval een zeer
bruikbare vriend kon zijn, niet
alleen als medelid der bende, maar
ook in het ergste geval als redde
in den nood.
Zoodra hij Festenrath voor een
schurk hield, geloofde hij er stellig
aan, dat deze, waar het schurken
streken betrof, eerlijk zou zijn en
hem niet zou verraden.
Maak mijn handen los zei
hij. Het andere zal wel in orde
komen. We zullen daar morgen
verder over praten I
Neen, zoo is de bedoeling
niet 1 antwoordde Festenrath koel.
Daar ligt het geld Wil je het
hebben en eerlijk verdienen, sla
dan toe en handel dienovereen
komstig. Verraad je mij, neem je
thans een plaats innemen op de
roosters van de universiteiten. Deze
functie van den schrijver verhoogt
de beteekenis van het verschenen
werkje, dat de samensteller gebezigd
zou willen zien als handleiding voor
het onderwijzend personeel.
De „Times-correspondent" te
Berlijn vestigt de aandacht op het
handboek van prof. Banse, en dit
is volkomen te begrijpen, indien
men kennis neemt van den hoogst
ernstigen en gevaarlijken inhoud.
Blijkens het uitvoerige uittreksel,
dat de correspondent van deze studie
geeft (de pers had indertijd het
voorschrift gekregen, geen melding
te maken van de benoemingen der
hoogleeraren in de militaire weten
schappen, hetgeen te denken geeft 1)
aanvaardt prof. Banse als een axioma
dat de wereldoorlog onvermijdelijk
is en moet komen. Als consequentie
uit deze stelling acht hij het nood
zakelijk, dat het Duitsche volk door
drongen wordt van dit onvermijdelijk
is en moet komen. Als consequentie
uit deze stelling acht hij het nood
zakelijk, dat het Duitsche volk door
drongen wordt van dit onvermijde
lijk feit en dat dientengevolge dit
geheele volk, moreel en physiek,
behoort te worden voorbereid op
den oorlog. Daartoe behoort z.i. de
Duitscher van kindsbeen at ver
trouwd te worden gemaakt met oor
log en met alles wat daaraan vastzit.
Blanse's boek is geen technisch werk
over den gewapenden strijd, maar
bedoeld te zijn een middel om den
geest van eiken Duitscher te door
dringen van de oorlogsmentaliteit.
Het opgroeiende geslacht, zoo schrijft
hij o.a., moet erop getraind worden
om de geheele natuur, de gesteldheid
van den bodem enz. te bekijken van
uit het militaire gezichtspunteen
meer bij v. moet men leeren zien, niet
alleen als een willekeurige watervlakte
maar als een factor, welke invloed
kan oefenen op troepenbewegingen
..Klaagliederen over het vredes
verdrag van Versailles", constateert
prof. Banse in zijn voorwoord,
„leiden nergens toe en maken ons
alleen maar belachelijk, indien wij
ons lot niet in eigen handen nemen
en ons niet in de eerste plaats in
stellen op den oorlog. Want nie
mand mag er aan twijfelen, dat er
oorlog staat tusschen het heden en
de toekomst van Duitschland."
Waarna de hoogleeraar het beeld
van den modernen oorlog teekent,
en er tegen waarschuwt, dezen te
beschouwen als een „frisschen en
vroolijken veldtocht", doch als een
geduchte beproeving.
„Zulk een beproeving kan alleen
een volk doormaken, waarvan ieder
individu sinds jaren weet en er vast
van overtuigd is, dat zijn leven den
staat en den staat alleen, behoort.
Wij willen daarom den oorlog niet
in lichte kleuren afschilderen, en wij
wenschen hem niet, maar wij zijn
overtuigd, dat hij zal komen en dat
de weg Daar de vrijheid alleen over
oorlog kan leiden. Des te meer is
het noodig, dat elke man en iedere
vrouw beseft, wat de idee „oorlog"
beteekent".
Vervolgens prijst prof. Banse den
oorlog als den „eeuwigen vernieuwer"
verzekert, dat in het Derde Rijk de
beoefening van de militaire deugden
niet tot een klasse, zooals vroeger,
zal worden beperkt, maar zal worden
uitgestrekt over alle weerbare krach
ten van het Duitsche volk; consta
teert, dat de Kerk Haar deel moet
hebben aan de psychologische voor
bereiding op den oorlog en houdt
ten slotte een pleidooi voor den
bacteriologischen oorlog (ofschoon
Duitschland behoort tot de landen,
die de conventie van 1925, welke
deze methode van oorlogvoering
verbiedt, hebben onderteekend). Deze
soort oorlog acht hij „ongetwijfeld
het aangewezen wapen voor een
natie, die ontwapend is. De Vo'ken
bond heeft dezen vorm van oorlog
voering weliswaar verboden, maar
wanneer het gaat om het leven van
een staat en een volk, dan is elk
middel bruikbaar om den vijand
eronder te krijgen."
Ziedaar een paar grepen uit Pro
fessor Banses studie, die bewijzen,
hoe de oude militairisthche gedachten
bewust en methodisch weer zullen
worden ingedruppeld in het daarvoor
zoo vatbare Duitsche volk.
Wat beteekenen daartegenover de
verzekeringen, dat men den oorlog
niet wenschl De aankweeking van
het fatalistisch besef, dat de oorlog
toch niet te weerhoudeu is en dat
men dan maar weer ieder middel
gebruiken mag, vergiftigt de sfeer
voor de propaganda en doorwerking
der vredesgedachte totaal.
Plechtige installatie
van den Z. E. Heer
Verheggen, Pastoor te
Castenray.
Het was feest te Castenray ter
gelegenheid van de installatie van
den Zeereerw. Heer Verheggen als
Pastoor der nieuwe Parochie Casten
ray.
Met kwistige hand was door de
parochianen een mooie versiering
aangebracht met groen en bloemen
en dundoek. Eerebogen prijkten bij
het Patronaat en de Kerk.
Bij het Patronaat werd de stoet
opgesteld, welke werd geopend
door de Ruiterclub, dan volgden de
Schoolkinderen met onderwijzend
personeel, Boerenbond en Jonge
Boeren. Een 40-tal bruidjes en
palmtakken dragende Maagden gaven
aan het geheel een aardig cachet.
Na het Zangkoor en het Kerkbe
stuur kwam de nieuwe Herder, be
geleid door den H. E. Heer Deken
Thielen uit Venray en den Z. E.
Heer Verheggen, Pastoor te Blitters-
wijk, broeder van den nieuwen
Pastoor.
Ook zagen we in den stoet naast
familie Verheggen, den Z. E. Heer
Willems, Pastoor te Buggenum, den
E. A. Heer Burgemeester v. d. Loo
uit Venray.
Nadat bij het Patronaatsgebouw
door een tweetal lieve bruidjes den
nieuwen Herder onder een passende
toespraak de Herdersschop was aan
geboden, zette de stoet zich in be
weging en ging men naar de Kerk,
waar de Heer Geurts, als lid van
het kerkbestuur, den nieuwen Herder
onder eene toespraak, de sleutels der
kerk aanbood, waarop de nieuwe
Pastoor antwoordde, dat hij was
gekomen vooral om de liefde te
prediken en te doen beoefenen. In
den Naam des Heeren heeft hij het
Herders-ambt aanvaard en hoopt
onder Godszegen veel voor zijn
parochianen te bereiken. Groot ge
loof en groote liefde leven onder de
Parochianen, die tal van offers heb
ben gebracht vo.>r hun kerk en
Rectorsfonds. De voldoening zal dan
ook groot zijn, nu Castenray tot
parochie verheven is. Gaarne zal
Spreker dan ook zijn beste krachten
geven om den Goeden Herder te
zijn in de parochie, die klein in om
vang, doch groot in offervaardigheid
is. Spreker dankt allen, die door
gebed en arbeid dit feest hebben
opgezet en wijst er op, dat hij nu
met de zoo juist ontvangen sleutels
teekens zijner macht de kerk
gaat openen, hopende dat al zijn
parochianen steeds veel hun C hristus-
Koning zullen komen bezoeken tot
heil hunner zielen en het welzijn der
parochie.
dan in acht.
Nog was Vliet niet geheel ge
wonnen.
Mag ik eerst meteen vriend
daarover praten, die zooals ik
meen te weten, tot de bokruiters
behoort en mij dan zelf ook kan
laten opnemen vroeg hij.
Larie riep de kapitein. Je
bent zelf zoon goed medelid, dat
het niet noodig is om anderen te
vragen. En wees nu niet dwaas.
Wie zoo gesproken heeft, zooals
ik met jou, die meent het goed
Jij zult me tot eer en rijkdom
brengen en je zult daarvoor een
belooningontvangen, die volkomen
aan je verdiensten beantwoordt.
De bende zal je bovendien dank
baar zijn, dat je een lid hebt
aangeworven, dal meer kan, dan
eten en drinken Als het gezel
schap mij niet bevalt, dan trek ik
mij stelletjes terug en jij houdt
toch het geld, dat daar ligt.
Nou, voor den duivel, vooruit
dan maar I riep Vliet. Maar als
je een verrader bent...
Dan mag je met me doen.
wat je wil I vulde Festenrath aan,
ging kalm op hem toe, sneed de
touwen door en wees met zijn
hand naar het geld op de tafel.
Vliet wreef zich de stijve han
den, t^ad daarna op de tafel toe,
telde het geld en stak het in zijn
zak.
Dus afgesproken I zei de
kapitein. Maar denk er aan, jou
mondje toe l Zoodra ik merk, dat
je geen zuiver spel speelt en er
met anderen over praat, dan sta
je den hemel bij Je zoudt niet
de....
Festenrath voltooide dezen zin
niet, waarvoor hij zelf terugschrok
maar desondanks misten de onuit
gesproken woorden hun uitwerking
op Vliet niet.
Als ik eenmaal wat beloofd
heb, dan kun jij je ook daarop
verlaten! bromde Vliet. Onze af
spraak gaat echter maar zoo ver,
dat ik je alleen mee neem naar
de volgende vergadering.
Afgesproken I Ik hoop, dal
jullie niet meer door de dragon
ders uit elkaar wordt gejaagd
zeide Festenrath kortaf. En thans
wensch ik je goeden nacht. Ik
ben erg moe zooals je wel kunt
denken, want ik heb de laatste
nachten niet bijzonder veel ge
slapen
Hij maakte de deur los en liet
Vliet uit, die nog maar steeds
half in een droom verkeerde.
Festenrath grendelde de deur
achter hem, ging ook naar de
andere deur en sloot ook deze.
Toen ging hij als uitgeput op een
stoel zitten, kruiste de armen over
de borst en keek langen tijd strak
voor zich uit.
Wel had hij reden lot nadenken.
Het was een gevaarlijke stap, die
hij gewaagd had. Indien de waard
hem niet verried, werd hij tot de
bokruiters toegelaten, dan was hij
later aan de wraak van de bende
overgeleverd. Wordt vervolgd.