li De volkszang Hongersnood in de Sovjethel. FEUILLETON. De ondergang der Bokruiters. De detailhandel in den knel. Moderne Sport en.... dierenbescherming. Zaterdag 2 September 1933 Vier en vijftigste Jaargang No. 35 99 !99 Het trof mij zoo schrijft Piet van 't Munster in de Nieuwe Koe rier dat in de Liturgische Week en op den Liturgischen Dag te Ven- ray zooveel gesproken werd over zang en volkszang, dat daar zooveel over gesproken moest worden 1 Inderdaad, ons volk zingt niet. Zelfs het Limburgscbe, dat zooveel behoefte heeft om gevoelens des harten te uiten, geeft zich weinig in den zang. De ware volkszang ont breekt, welke in Duitschland nog altijd beoefend wordt door alle lijden en moeilijkheden heen, blijde en zwaarmoedige, krijgshaftige en tee- dere zang. Zeker, onze koren staan hoog, er is lust tot aansluiting en tot oefening en tot bet zingen van machtige koorwerken. Maar het volk zingt niet. In de kerken onzer stad (Roer mond) hoort men het volk zelfs bijna ntet meer zingen. Dat valt pijnlijk op, vooral aan bem, die na lange afwezigheid terugkeert in de oude veste. En in de kerken moest toch de volkszang bij uitnemendheid worden geboord het zingen der H. Mis door de geloovigen. Als leek zelfs voel ik, wat de opleiding daartoe kost aan arbeid en zweet, aan pijniging en hartelijden van onze gevoelige koordirecteuren. Maar het inniger laten medewerken aan de heiligste handelingen van onzen godsdienst is het offer waard. Daarvoor zijn grootere gebracht En waar heeft men er zelfs een begin mee gemaakt Waar aange pakt Waar men 't deed, beleefde men heerlijke resultaten, waar elk koor directeur om 't te bereiken wat tem peren van zijn zenuwen voor over heeft. Te Venray zong Donderdag op den Liturgschen dag het geheele volk de pontificale Mis. Onrroerend schoon I Een missionaris van de Philippij- nen, uit Venray, kreeg de tranen in de oogen en, sprak diep getroffen: „Wat ben ik gelukkig, dat nu ook mijn volk van Venray zingen kan." Zijn volk van de Philippijnen ken de 't al lang; zijn inboorlingen, die hun christelijke cultuur geen 1500 jaar bezitten, maar hoogstens enkele geslachten. En Limburg kan het niet EN EUROPA VOEDT ZICII MET RUSSISCH GRAAN. Het Russische communisme be weerde het land radicaal te zullen verlossen van het kapitalisme, maar de sovjetbeulen zijn feller door goud zucht aangetast dan de vuigste kapitalist. Het telegraafagentschap van de sovjet meldt als een reclame voor de beurs, dat de schitterende oogst in de Oekraine dit jaar die der vorige 32 jaren overtreft. De oogst van alle soorten granen overtreft er de raming met 41 percent. Maar kardinaal lnnitzer, aarts bisschop van Weeoen, richt zich tot de menschheid, om haar te bewegen de hongerende bevolking van Oekraine en den noordelijken JKaukasus ter hulp te komen. Naar de sovjetpers openlijk toe geeft, aldus schrijft de kardinaal, wordt onder toepassing van allerlei dwangmiddelen aan de boeren in de Oekraine, de Kaukasus en elders de Een zonderlinge Historie. Naar het Duitsch. 23 Maar op heizelfde oogenblik kreeg de nieuwsgierige vreemde ling een slag op zijn hoofd, zoo dat hij geheel verdoofd ineen zakt en tien seconden later waren hem de handen mei hot touw op zijn rug gebonden. Festenrath ging rustig naar de tafel, waarop vuurslag, tonder en een zwaveldraadje lagen en slak licht aan. Toen de kaars brandde, zag de kapitein den nog steeds bewuste- loozen Vliet op de vloer liggen. Hij ging naar hem toe, over tuigde zich dat de waard geen wapens bij zich had en dat het touw zijn handen stevig omkneld had, daarna schudde hij den ver suften man op wien de plotselinge schrik een even diepen indruk had gemaakt als de slag, gooide hem wat water in het gezicht en wreef zijn voorhoofd. Vliet sloeg de strakke, ontstelde oogen op en staarde den kapitein aan als een gebonden, boosaardige wolf. Hel scheen pas langzamerhand oogst ontnomen. De hongersnood zal daardoor bin nen weinige maanden een nieuw hoogtepunt hebben bereikt en opnieuw zullen millioenen menschen te gronde gaan. Het zijn de woorden van den kardinaal. In sommige districten van Rusland is reeds een vierde der bevolking doodgehongerd. Herhaaldelijk zijn hartverscheurende brieven uit Rusland in de pers ver schenen. Elk jaar is er hongersnood tengevolge der duivelsche sovjet- politiek. Maar nooit waren de nood kreten erger dan nu. De Kath. Wereldpost brengt uit Berlijn een aantal fragmenten uit brieven van het arme volk. Men leze de volgende bijzonderheden. Uit de honderden en duizenden brieven, die de Duitsche boeren uit het Wolga-gebied. het Noorden van den Kaukasus en de Ukraine naar hun familie en bekenden zenden, klinkt de vreeselijke wanhopige klacht „Wij sterven van honger." De meeste brieven beginnen onge veer als volgt „Toen wij uit de Kolchozen wer den verbannen, werden ons alle levensmiddelen afgenomen alleen 4 pond aardappelen en knolrapen mochten we behouden. Moeder werd gearresteerd en tot 15 jaar gevange-- nisstraf veroordeeld. Zij verblijft nu reeds een maand in de gevangenis, waar ze bijna niets te eten krijgt. De rapen, die we haar hebben ge zonden, zijn door den cipier opge geten."... „Men heeft on3 thans alle levensmiddelen afgenomen." „Welke misdaad is er toch be gaan. dat daarvoor honderdduizenden menschen veroordeeld moeten wor den om dwangarbeid te verrichten of den hongerdood te sterven Allen worden veroordeeld, omdat ze niet voldoende graan hebben afgeleverd. Zij moesten meer graan afleveren dan zij geoogst hadden „voor eigen gebruik of voor zaaizaad hadden wij niets meer over." „Al het graan, zelfs het zaaigoed, bovendien ons eenig paard en twee koeien heefi men ons afgenomen wegens verzet tegen de plaatselijke Sovjet-autoriteiten kreeg vader een jaar gevangenisstraf." Dat is de gelijkluidende jammer klacht in ongeveer alle brieven. Het is duidelijk, dat de machthebbers naar voorwendsels zoeken om de boeren van al hun bezittingen te be- rooven. De gevolgen zijn vreeselijk. „Gij kunt U niet voorstellen hoe het hier toegaat." Voor geld is hier niets meer te koop. Nauwelijks was de oogst rijp, of alles werd ons afgenomen, zoodat er thans een bittere hongersnood heerscht". Het is thans nog veel erger dan in het beruchte hongerjaar (1921). Er wordt nergens anders over ge sproken, dan over 't sterven van zoovele duizenden menschen.' St. was verleden week ia N.N. op één enkele dag waren daar 16 mensch :n gestorven daags te voren stonden er niet miader dan 40 lijken boven aarde. In L. is de toestand precies betzelfde de menschen ver dwijnen er als vliegen in het najaar. Wanneer er voor ons geen hulp komt opdagen, dan zijn wij ook verloren. Terwijl ik dit zit te schrij ven, heb ik zoo'n honger, dat alles wee wordt in m'n binnenste.... „Lieve Oom, ik wil probeeren U een brief te zenden. Wij hebben nog een paar emmers aardappelen en enkele koolrapen, dat is alles. Maar we zijn bang. dat we van honger zullen moeten sterven. Vader is al een jaar en vijf maanden in een concentratiekamp en moeder is al lot hem door te dringen, wat er mei hem gebeurd was, hij keek het vertrek eens rond en scheen te verwachten dat Festenrath, die rustig met de pistolen voor hem stond, hem zou aanspreken. Maar Festenrath kon geduld oefenen. Hij scheen zich te ver lustigen in de grenzenlooze ver bazing en ontsteltenis van den waard, glimlachte kwaadaardig wat anders niet zijn gewoonte was en zweeg. Voor den duivel en volgde nog een flinke vloek over Vliets lippen U hebt mij be drogen In hoeverre, mijn jongen vroeg de kapitein spottend. Met dat slapensteunde Vliet, die zien van dien vuistslag nog maar niet scheen te kunnen herstellen. Ah zoo, je dacht dus, dat ik werkelijk zoo vast sliep hernam Festenrath. Neen, ik bemerkte je bedoeling en er was me veel aan gelegen eens nader met je kennis te maken. En dat genoe gen is me nu te beurt gevallen Wat zal ik met je doen, mijn jongen Geef me zelf het adres maar op, waar ik je moet brengen Je bent een echte duivel bromde Vliet, wiens blikken als gebonden aan de oogen van den kapitein hingen, die hem geen oogenblik uil het vizier verloren. Laat me gaan, of... Nu Ik wacht I zeide Festenrath na maanden ziek, zoodat zij U niet kan schrijven. Ik ben 12 jaar en heb nog 5 kleinere zusjes..." Er komt geen einde aan het wee- geklaag en hulpgeschrei uit dezen jammerlijken nood. Het is vreeselijk, wanneer alles moet zwijgen voor dat eene groote verlangen naar voedsel. Wij wenden ons met afgrijzen af, wanneer we lezen, dat menschen op een gestorven dier aanvallen om het rauwe vleesch te verslinden... „Het is een afgrijselijk verhaal, maar ik moet toch eerlijk bekennen dat wij ous in den Iaatsten tijd heb ben gevoed met dierenkrengen. Dit is voor duizenden het eenige voed sel. Wij krijgen weliswaar nog niet voldoende eten, maar met dit weinige zijn we al heel blij. Maar dit is het ergste nog niet. Wie zou ooit hebben kunnen ver moeden, wat er onlangs in een Rus sisch dorp is geschied„In ons dorp zijn al veel menschen van honger gestorven. De menschen vragen aan de Sovjet toestemming om hun doode kinderen te mogen opeten. Toen hier onlangs iemand in de buurt was gestorven, wachtten de buren tever geefs op een uitnoodiging voor de begrafenis. Toen ik in het sterfhuis eens een kijkje ging nemen, zag ik de moeder met haar kinderen rondom het lijk van hun vader. Ineens riep de moeder mij toe „Ik ben met mijn kinderen aan het overleggen wat wij met vader zu len doen, be graven of opeten Is het niet ontzettend wat we hier te hooren krijgen En bij dit alles blijft deze boeren bevolking nog een groot godsver trouwen bewaren Voortdurend lezen we nog in hunne brieven „Wanneer het Gods wil is, dat wij verhongeren dan is het goed." Als wij dergelijke brieven lezen, worden we tot het diepst van onze ziel ontroerd Wanneer het waar is, dat alle menschen broeders zijn, en dat God zijn kinderen door hun broeders wil laten helpen, dan ligt er heden ten dage een ontzaggelijk groot arbeidsveld voor ons open. Wij moeten niet helpen uit humani teit, maar omdat wij Gods werktuig willen zijn. Dit is de taak, die ieder onzer is opgelegd onze broeders in Christus, die den hongerdood sterven, onze hand toereiken als de hand van God. Wij moeten daarbij de woor den overdenken van dien Duitschen boer uit het Wolga-gebied „Wees zoo goed en sluit uw hart niet voor God en voor mij. Bidt dat wij elkaar nog mogen weerzien. Vergeet mij niet in mijn grooten nood." Sublieme woorden „Wanneer het Gods wil is, dat wij verhongeren dan is het goed." Neen, de sovjet heeft met al haar helschen haat tegen den godsdienst, het Russische volk dat allerkost baarste bezit niet ontnomen. De hongerende Rus beseft, dat hij aanvaarden moet. wat God toelaat. En hij aanvaardt het uit liefde tot Hem. Wij schamen ods, wanneer wij zien, welke gevoelens Europa be zielen tegenover dat tot het uiterste lijdende volk. Kardinaal lnnitzer ving zijn oproep tot hulp voor de hongerende Russen aan met deze indrukwekkende woor den „In het uur, waarin het verant woordelijkheidsbesef der beschaafde menschheid wordt wakker geroepen". Verantwoordelijkheidsbesef Europa eet het graan, dat aan de van honger stervende Russen is ont stolen door dieven, die niets men- schelijks meer hebben. Een staat, die zich onrechtvaardig goed toeeigent, is een dief. een korte pauze. Je durft me zelfs nog te dreigen? Je bent je leven niet zeker, als je me uitlevert, zeide Vliet, die thans een beetje op zijn ver haal scheen te komen. Mijn vrienden zullen je wel krijgen, als je me verraadt Om je vrienden bekommer ik mij nel zoo veel antwoordde Festenrath, terwijl hij verachtelijk over zijn vingers blies. Ik heb wel met andere menschen te doen gehad dat merk je wel. D wat zal ik met je doen Zal ik je aan den muur vastbinden en de politie halen Voor een ieder, die den kapitein kende, zou het, wanneer hij hem thans had kunnen zien, geen oogenblik twijfelachtig zijn ge weest, dat deze hier slechts een rol speelde. Zijn gelaal vertoonde iets zeer kwaadaardigs, wantrou wends, misnoegds. Maar Vliet kende hem nu juist niet en voor dezen speelde hij zijn rol voor treffelijk. Je bent een ware duivel bromde Vliet wederom. Maar het zal je ingepeperd worden I Daar ben ik toch nieuws gierig naar 1 zeide de kapitein. In ieder geval heeft de duivel je dan nu toch te pakken I Maar sta eerst eens op 1 voegde hij eraan toe en meteen tilde hij den waard al als een veertje om hoog en plakte hem op een stoel Hoe moeten wij hen noemen, die dat concurreerende Russische graan koopen, wetende wat zij koopen koren, dat onttrokken is aan bet hongerende volk dat het verbouwde en er het volle recht op had. "Wij moeten ons schamen, want wij eten dat brood. Waar men het goedkoope Russische hout niet wei gert, gezaagd en geschaafd en ver sjouwd door onschuldige dwang arbeiders, de besten der Russische natie, zal men ook het graan niet weigeren. Nederland kocht in het eerste halfjaar 1933 500.000 ton hout, bijna een derde van den heelen Russischen uitvoer. Van alle landen koopt Ne derland het meeste Russische hout. God spare Europa, dat zoo weinig elementaire menschenliefde heeft, voor zijn vloek 1 Wie kan, make goed, wat een laagstaand kapitalisme misdrijft door te luisteren naar de stem van kar dinaal lnnitzer. die hulp vraagt voor onze van honger stervende Russische broeders Nieuwe problemen doen zich weer in Amerika voor en telkens worden nieuwe maatregelen beraamd om ze tot een oplossing te brengen. Dit kunstmatig ingrijpen in het Ameri- kaansche economisch leven gaat echter niet zonder moeilijkheden gepaard. Zij stapelen zich voort durend op en de geneesmiddelen, welke toegepast worden zijn meestal niet afdoende voor de ernstige kwaal, waaraan het Amerikaansche bedrijfsleven lijdende is. Aanvankelijk meende president Roosevelt, geadviseerd door zijn beken Je „bre intrust" als onfeilbaar middel tegen de economische de pressie tot inflatie te moeten over gaan. Een waardedaling van de dollar zou automatisch tot een prijs stijging leiden en indien het prijs niveau maar steeg, dan zou verder alles wel volgen. De vraag naar producten zou dan toenemen, daar door zouden handel en industrie tot opleving komen en de werkloosheid verminderen. Deze geheele redenee ring sloot als een bus en door het eenvoudige middel van inflatie, zou binnen afzienbaren tijd alle leed ge leden zijn. President Roosevelt was zoo overtuigd van het succes van dit middel, dat niemand ter wereld hem tot andere gedachten kon bren gen. Zelfs zijn vertrouwenspersoon op de economische wereldconferentie Londen, waren niet in staat Roosevelt tot een beter en juister inzicht te brengen, zoodat zelfs de economische wereldconferentie tot mislukkig gedoemd was en stranden moest op den onwil van president Roosevelt om tot een stabilisatie van der. dollar over te gaan. Aanvankelijk scheen president Roosevelt gelijk te krijgen. Door de dollardaling liepen de prijzen in Amerika inderdaad op en nam de bedrijvigheid met den dag toe. Dit herstel-proces ging zelfs zoo angstig snel in zijn werk, dat een ieder bc vreesd was voor de uiteindelijke gevolgen. Want uit alles bleek dat men hier met een kunstmatige en daardoor ongezonde ontwikkeling te doen had. Het duurde dan ook niet lang of de reactie kwam. Zoowel op de productenmarkten als op de effectenbeurzen dreigden het sterk opgevoerde prijs- en koers- niveau als een kaartenhuis ineen te storten. De koersdaling en de terug gang op de graan- en katoenmarkt dreigde zelfs tot een paniekstemming te leiden. President Roosevelt moest dus weer snel ingrijpen. Er moest naar nieuwe middelen getocht worden nu het „inflatiespuitje" niet meer werkte en aan de patiënt geen opbeuring gaf. Roosevelt wist niet beter te doen, dan het geheele economische rader werk tijdelijk stop te zetten. De beurzen werden gesloten en prijs- limites voor graan- en katoen werden ingevoerd. De geheele goederen handel werd dus aan banden gelegd. Minimumprijzen werden gedecreteerd. Het zou echter al te naief zijn om te meenen, dat door zoo'n enkel decreet, het geheele economisch leven zou beheerscht kunnen worden. President Roosevelt moet dit ge weten hebben, doch blijkbaar dacht hij „Tijd gewonnen, alles gewonnen." Men zocht naar nieuwe middelen om het economisch leven weer op gang te brengen. Het inflatiemiddel had afgedaan, want duidelijk bleek hieruit, dat daardoor eenerzijds hel loonniveau gedrukt werd en ander zijds de prijzen opliepen, dus de levensstandaard steeg. Dit leidde niet tot een stijging van het verbruik en zonder een grootere consumptie kon ook een hoogere productie en een toegenomen bedrijvigheid geen stand houden. President Roosevelt kwam ook nu tot een geheel ander genees middel voor het zieke bedrijfsleven. Van prijsstijging wilde hij niets meer weten. Integendeel de prijzen moeten zooveel mogelijk naar omlaag ge bracht worden. De levensstandaard moet dalen en daarom werd reeds bepaald, dat de detailhandel niet tot prijsverhoogingen mag overgaan en dat de Public Utilities o.a. de United Gas Corp. de tarieven voor het publiek moet verlagen. De codes gaan echter nog verder. Zij eischen ook een verkorting van den arbeidsduur, teneinde aldus de werkloosheid te verminderen en daarnaast nog een verhooging der loonen om de koopkracht aan het verhoogde prijspeil te doen aanwas Men ziet dus, dat president Roosevelt bet nu eens van een ge heel anderen kant wil probeeren om tot een conjunctuur-opleving te komen. Zijn aanvankelijk inflatieprogram was ten voordeele van de industrie. Deze profiteerden van de prijsstijging door het maken van hoogere wins ten, terwijl anderzijds door de inflatie de productiekosten daalden. Het nieuwe middel van Roosevelt n.l. de invoering der codes, beteekent ech ter een groote druk voor het bedrijfs leven. Op de schouders der industrie worden nu extra lasten gelegd. De kortere arbeidsduur en de hoogere loonen beteekenen een stijging der productiekosten. En deze extra lasten kunnen nu niet door overeenkomstige prijsverhoogingen worden gecompen seerd. Vooral in den detailhandel worden deze nadeelen aan den lijve onder vonden. En millioenen winkeliers hebben dan ook met groote moei iijkheden te kampen. Zij worden practisch gedwongen om de code te accepteereu. Immers anders verkrij gen zij niet het onderkenningsteeken „The Blue Eagle". Dit teeken heb ben zij noodig, daar het publiek anders de artikelen boycot en de winkelier zijn zaak wel kan sluiten. Het accepteeren van de code betee kent echter voor hem een verkorting van den arbeidstijd en een verhoo- ging van de salarissen van het per soneel. Zijn vaste lasren worden dus belangrijk grooter. terwijl hij ander zijds zijn prijzen niet mag verhoogen. Toch wil president Roosevelt de doorvoering van deze codes, omdat bij meent, dat na voltooiiog van zijn neer, dat het kraakte, zoowel in de voegen van de stoel als in de ledematen van Vliet. Menschen als Vliet plegen voor niets grooter respect te hebben, dan voor geestelijke vastberaden heid en lichamelijke kracht. Deze beide trof hij bij zijn gast in zulk een hoogen graad aan, dal hij reeds geheel aan hem onderworpen was. Aan tegenstand dacht hij al niet meer, doch eerder aan een list om zich uit zijn hachelijke positie te redden. Nu, wat wil je nu 'eigenlijk toch mei me beginnen vroeg hij toen hij weer wat op adem was gekomen. Ja, daar sta ik juist over te denken, antwoordde Festenrath, voortdurend zijn oogen op hem gevestigd houdend. Zal ik je met de beenen omhoog uil hel raam hangen, als een nieuw uithang bord voor het logement, met het opschrift; De betrapte Bokruiter. Toer. de kapitein dat laatste woord noemde, ging er een schok door den waard en zijn mond ging half open, schijnbaar hevig ont sleld. Ook de strakke oogen open den zich wijder. Toen sloeg hij ze snel neer, want juist op dit oogenblik doorboorden de oogen van den kapitein hem bijna. Wat hoe kom je daar bij Ik ben toch geen bokruiter? Jij niet/ lachte Festenrath Als jij het niet bent, dan is het geen mensch in Herlogenrade en herstelprogram de koopkracht zal stijgen en dus ook de omzetten der winkeliers. De grootere omzet zal dan t.z.t. de hoogere vaste lasten dan goed maken. De kleine winkeliers protesteeren hiertegen en zij merken zeer terecht op, dat hun kapitaalspositie niet van dien aard is om zoo lang te wachten. Zij hebben geen geld en geen crediet om deze hoogere lasten te blijven betalen, totdat een algemeen herstel van het economische leven intreedt. Daaren tegen kunnen de groote warenhuizen het wel eenigen tijd volhouden. Hun kaspositie is voldoende krachtig om deze overgangsperiode te overbrug- geD. Dergelijke moeilijkheden doen zich echter niet alleen in den detailhandel voor, doch feitelijk in het geheele bedrijfsleven waar de kleine baasjes de dupe worden van de nieuwe code-maatregelen van president Roosevelt. Zij beschikken niet over het noodzakelijk kapitaal en de banken, die reeds zooveel bevroren credieten hebben, wenschen even min onder deze omstandigheden, tot een ruimere credietpolitiek over te gaan. Het is dan ook begrijpelijk, dat generaal Johnson, als N.R.A. „admi nistrator' thans weder naar nieuwe middelen zoekt om deze moeilijkheden te overwinnen. Hij schijnt nu naar een methode te zoeken om aan het bedrijfsleven op gemakkelijke wijze credieten te verleenen. Hij confereert daarom met de Federal Reserve Board en met de Reconstruction Finance Corp. En met belangstelling wacht men intusschen af hoe het herstelprogram ten slotte op het economisch leven van Amerika zal uitwerken. In ieder ge ./al kan thans reeds geconstateerd worden, dat Roosevelt van zijn aanvankelijke plannen is teruggekomen en nu een herstelpro gram van een geheel anderen aard doorvoert. zoudt vijzen Aangenaam tien mijlen in den omtrek. Juist daarom heb ik mijn intrek bij je genomen, en ook juist daarom heb ik mij de gelegenheid verschafl, om eens gezellig alleen met je te pralen. Ilm hoe zou hel je lijken, als ze je morgen de duim schroeven eens aanzetten en je armen eens een beelje uitrekten, opdat je je brave kameraden en in de eerste plaats »den meester' vooruitzicht, vindt je niet? De grootte van het gevaar maakte den waard nadenkend voorzichtig. Festenrath bemerkte dat wei. Ik weet niets van de bok ruiters af, bromde Vliet, die thans van zijn kant den kapitein nauw keurig gadesloeg. Als je me daa om bij de neus hebt genomen en in den val hebt gelokt, dan heb je je vergist. Laat me dus los Ik heb niets weggenomen. Ik ben in deze kamer gekomen om een oude jas te halen, die in de kast was blijven hangen. Ik wilde je niet wakker maken. Maak de touwen los, of ik maak alarm Zoodra je een mond los durft te doen, schiet ik je een kogel door den kop riep Festenrath dreigend. Denk maar niet, dat ik iemand ben, die met zich laat spotten. Ik heb hier niet voor niet nachten gewaakt om je hier te vangen en aan maar te laten loopen. Ik wilde een gelegenheid hebben, om eens alleen met je te De Telegraaf" schreit krokedillen- tranen over het tragisch lot van de jeugdige Duitsche zwemster, Ruth Litzig, die het slachtoffer is gewor den van een waanzinnige sport. Ruth Litzig was een verwoede zwemster, eu haar beeltenis, mitsga ders haar stoutmoedige praestaties zullen den Telegraafiezer wel vaak zijn voorgehouden als die eener sportbeldin, voor wie altijd weet de bewondering der sportlievende Tele- gcaaflezers wordt gevraagd. Natuurlijk had de jonge Ruth Lit zig een record op haar naam staan. Verleden jaar had zij reeds niet min der dan 73 uur achter elkaar in het Rijn-Herue-kanaal heen en weer ge zwommen. Wij hebben jarenlang gestreden voor een billijke beperking van den zwaren arbeidsuur, ook de arbeider moet een menschwaardig bestaan hebben, en wee den werkgever, die zijn arbeider tot overwerk dwingt, want bij wordt in de pers aan de kaak gesteld als een onbarmhartige slavenjager. Maar bier geldt het een jong meis je, bijna een kind nog, dat men on gestraft 73 uren achter elkaar in een kanaal laat zwemmen, en geen stem van verontwaardiging gaat op om te protesteeren legen zulk een afschu welijke afbeuling. Integendeel, het kind wordt ge vierd en gehuldigd als een der sport- heldinnen van onzen tijd. praten. Wat ik met je zal doen, dat weel ik nog niet. Dat hangt van je zelf af. Ik heb twee plan netjes: het eene, om je aan de overheid uit te leveren, totdatje de medeleden van de bende hebt aangewezen en dan de belooning op te strijken, die de regeering voor de ontdekking van de bok ruiters heeft uitgeloofd. Wat denk je daar zelf van is dat niet een heel mooi plannetje? Je bent een schurk om een eerlijk man zoo in de verleiding te brengen steunde Vliet. Meen je dal sprak Festen rath honend. Wat zul je mooi fluiten, als ze je gloeiende draden onder de nagels schuiven en de duimschroeven je pijnigen, of je bij de haren aan de balken han gen, of je op een gloeiende stoel zetten.... Vliet scheen door den drank verzwakt en futloos; Festenrath, die zijn gevangene al nauwkeurig bestudeerd had, zag het thans aan de onts ellenis, die er uit de bleeke gelaatstrekken van den waard sprak. Dat vooruitzicht schijnt je niet bijzonder aanlokkelijk! ging de kapitein verder. Wel, wat zou je er van zeggen, als ik je nu vrijliet, als ik je vergiffenis schonk en je bovendien nog eenige gul dens op den koop toe gaf? Vliet hief zijn hoofd op. Zijn gezicht scheen te verhelderen en hij bromde eenige onverslaanbare woorden. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1933 | | pagina 7