Tweed© Blad van MAAS" De Duitsche Nazi- propaganda in ons land. FEUILLETON. De ondergang der Bokruiters. Voor de mannen. FOSTERS MAAGPILLEN Over zwemmen. pUROL HoofdpijnKiespijn l/HijnUacdt'Voeder Venray naar Bernadette. Zaterdag 15 Juli 1933 Vier en vijftigste Jaargang No. 28 Wat Dr. Poels aan een „Volk"- redacteur zei. „Laat Colyn toonen, dat hy een sterke man is." Een redacteur van het „Volk" heeft een onderhoud gehad met mgr. dr. Poels over de Duitsche nazi- propaganda in ons land en speciaal in Limburg. Sprekend over het fas- ciome zei dr. Poels „Fascistisch gevaar in Limburg Het bestaat alleen van Duitschen kant. De hier wonende Duitsche nationalisten voeren in ons land voor hun partij en haar beginse len een politieke actie, die, spe ciaal voor buitenlanders, in ons land, naar mijn meening. niet lan ger toelaatbaar is. Het is geen wonder, dat de hier wonende Duit- schers er door geinfecteerd worden. Immers, zij werken met angst- aanjaging, deze nazi propagandisten van het type Tykfer, den nazi gouwleider io Zuid Limburg. Het is voor mij onbegrijpelijk, ja, raadselachtig zelfs, dat de re geering dat duldt. Treedt zij tegen een overstrooming van Zuid-Lim burg met Duitsche nazi-propagan- da niet op, dan schiet zij in haar taak tekort Er moet iets aan ge daan worden. Het is toch te dwaas, dat mannen als Tykfer hier maar rocdloopen en hun onheil zaam werk verrichten. Er moet iets aan gedaan worden, het moet. Wat een taak voor Colijo, om ons land eens te zuiveren 1 Wat met den Kettelerbond die ontbon den werd op bevel van Tykfer gebeurd is, is toch een ongehoor de schande". Verder wees dr. Poels erop, dat er een fascistische strooming ook door ons land vloeit. „Dat is duide lijk merkbaar. Voor een deel is die te verklaren doordat de regeering niet krachtig genoeg optreedt tegen verschillende gebruiken en misstanden die in ons volksleven zijn ingeslopen. Voor een ander deel treden de poli tieke en ook de vakorganisaties dik wijls te demagogisch, te onwaarach tig op. Men begint daar genoeg van te krijgen. Daarom moet Duitschlaud voor ons een les zijn. Wij moeten onzen koers wat omleggen". En nogmaals terugkomend op wat in Limburg gebeurt zei dr. Poels „Laat Colijn nu eens toonen dat hij een sterke man is. Het is toch te gek, dat wij hier in Limburg dag in dag uit den last ondervinden van buitenlanders, die hier propaganda voor hun beginselen maken, op de meest oneerbare wijze soms. Dat zij hier onrust stoken en verbittering zaaien. Dat zij hier hun gang mogen gaan, terwijl wij in Duitschland aan handen en voeten gebonden worden. De regeering dient hier in te grijpen. Snel en krachtig". Wie is Conrad Tyfker In de te Heerlen gehouden verga dering sprak dr. Poels in zijn rede over den nat. socialist Tyfker, die in Limburg zijn politieke actie voert Het „Volk" vertelt, dat deze heer geroyeerd is uit den socialistischen mijnwerkersbond. omdat bet vast staat, dat hij over de grens de nazi uniform droeg. Hij kwam, ter ver antwoording geroepen, met twee zijner kornuiten, versierd met nazi insignes op het kantoor en trad zeer brutaal op. Tyfker dook onmiddellijk na zijn royeering uit den bond op als... Een zonderlinge Historie. Naar het Duitsch. 16 Het was dat echte gesprek van klein-steedschen, die elkander allemaal precies kennen en niet vrij van humor zijn. Festenralh volgde hen op een flinken afstand tot aan Tils huis. Hij hoorde, hoe de huisdeur achter de mannen ge grendeld werd en stelde zich thans op korten afstand van het huis verdekt op. De luiken waren her metisch gesloten. Nu en dan hoorde hij stemmen uit het eene vertrek, dat tamelijk helder ver licht was, want uit de kleine hart vormige openingen in de venster luiken drong een felle lichtstraal naar buiten. Maar deze openingen waren veel te hoog om hetgeen daar binnen gebeurde, te bespieden. Festenrath bemerkte wel, dat hij heel wat dichter moest naderen en zich bij het venster moest op stellen, als hij iets wilde hooren van hetgeen daarbinnen gesproken werd. De heele omgeving was zeer eenzaam. Niemand kwam voorbij. Langzaam liep hij op het huis toe. Toen scheen een hond op de ambtenaar bij het Duitsch consulaat te Heerlen. Ziedaar een snelle carrière. Den eenen dag eenvoudig mijnwerkef. Den anderen dag consulair ambte naar van een der grootste mogend heden van Europa. En een paar dagen later nog hooger... gouwleider van de N.S.D.A.P. Een functie, die veel meer macht geeft, dan die van een consul. Daar zit Tyfker nu op het Heer- lensche consulaat. Een aparte kamer, vol nazi-emblemen. Tyfker heeft van het consulaat een centrum van nazi- actie gemaakt. Hier klopt het bruine hart van deze streek. Hier hangt een zwarte lijst, waarop alle Duit- schers staan, die in Zuid-Limburg werkzaam zijn en niet voldoende nazi-gezind bleken. Met geen andere bedoeling zijn hun namen opgetee kend dan dat er op hen „gelet" zal worden als zij naar Duitschland terugkeeren". De Regeeting blijkt reeds oor ge had te hebben voor de waarschuwin gen, uit Limburg opklinkend. Naar wij n.l. vernemen heeft de minister van Justitie aan de procu reurs-generaal bij de Gerechtshoven, fungeerend directeuren van politie, opdracht gegeven ten scherpste toe te zien op. en tegen te gaan iedere politieke organisatie, actie of werk zaamheid op welke wijze en in welken vorm ook door hier te lande vertoevende vreemdelingen. Vreem delingen, die zich niet strikt van elke politieke gedraging onthouden, moeten als ongewenschte vreemde lingen worden beschouwd, aan wie verder verblijf in ons land zal dienen te worden ontzegd. Goed zoo 1 Lotsverbetering. De man wordt als de heer der scheppiDg beschouwd en om zijn kracht en gespierde ledematen gere kend tot het sterke deel der mensch- heid (al worden ook pootige exem plaren onder het zwakkere geslacht gevonden). Op hem berust de plicht van kost winner. Door zijn handen- of gees tesarbeid moet hij het huisgezin onderhouden. Hij is er de kracht van de mannen zijn ook de eersten, om door vereenigingen en bonden de samenleving, die aan de vliegende tering lijdt, wat meer gezondheid te geven. Is bij van het huisgezin de ver zorger en de groote steun, hij is het ook, die een zeer grooten invloed heeft op de overtuiging, godsdienst zin van moeder en kinderen. Zijne overtuiging, mannelijk vol gehouden en doorgezet wordt gaan deweg de overtuiging, de geestes richting van het huis. De kracht van den man hierin is niet te onder schatten. Nu kan men zeggen, dat vader moet werken. Een mensch is echter niet slechts een geldverdiener, een werkezel, de man moet de sterke partij zijn niet alleen in de spieren, in voorkomen en den durf, maar ook in zijn vaste godsdienstige overtui ging, in zijn ernstige opvatting vau het leven, in mannelijke plichtsbe trachting. Zoo moet bij het merg, de levenskracht van het huisgezin zijn. Wij mogen gelukkig zijn eene vereeniging te hebben, die hem hierin helpt, eerie vereenigiag die reeds zooveel goeds gedaan heeft en steeds voortgaat, dienwaren mannelijken geest te schenken, nl. de H. Familie. Bonden zijn er bij dozijnen, doch de meeste hebben, gedreven door binnenplaats de lucht van hem gekregen te hebben en sprong met woedend geblaf tegen de hooge schutting, die de binnenplaats af sloot. Festen rath trok zich zoo snel mogelijk terug en de hond kal meerde langzamerhand Ook hoorde de kapitein, hoe een vrouwelijke stem op de binnenplaats den hond tot kalmte aanmaande. Nog een andere list, die Festen- rath verzon, bleek eveneens ver- geefsch te zijn. Hij wilde over de straat het huis voorbijgaan en dan weer terugkeeren, dsarbij echter eenige minuten bij het venster blijven staan en trachten iels van het gesprek op te vangen. De hond verijdelde echter ook deze poging, want zoodra hij voet stappen hoorde, begon hij te blaf fen of tenminste te grommen, zoo dat de kapitein niets kon verstaan. Hij zag zich dus genoodzaakt, zijn plan op te geven. Graag zou hij de mannen die hier bijeengekomen waren, bespied hebben, zoodra zij naar huis gingen. Maar hoe lang zou hij dan wel moeten wachten En als hij zelf eens ontdekt en aangesproken werd moest dat dan geen achterdocht opwekken Langzaam, nu en dan weer staan blijvend, of weer enkele iassen omkeerend, ging hij naar luis, zocht in het donker zijn kamer op en leunde, zonder licht aan te steken, uit het raam, om dan tenminste den terugkeer van George af te wachten. den geldhonger van den tegenwoor- digen tijd, onder fje mooie spreuken van hunne vaandels geschreven „salarisactie" en „meer winst". Doch de H. Familie, die in Neder land hare leden niet met duizenden maar met honderdduizenden telt, is de vereeniging, die de mannen thans het meeste noodig hebben. Men is bezig de samenleving op te kalefate ren, als van een lamp de stukken in elkaar aan 't zetten, maar de olie, die ze doet branden, is het plichts gevoel, de godsdienstige overtuiging deze wordt in de H. Familie ver sterkt. Dit plichtsgevoel moet ook voor iederen man hetzelfde zijn hoog en laag, werkgever en werknemer heb ben hun huisgezin met dezelfde gods dienstzin en levensopvatting te be zielen allen ook hooren in de H. Familie. Deze schoone vereeniging van mannen streeft ook naar lotsverbete ring, thans zoo Doodig, de verbete ring en versterking van den inner- lijken, christelijken geest. Velen zijn er, die nog nooit zich inlijfden bij deze keurbende dat ze dit alsnog doen. In onze dagen blijkt duidelijk, dat de christelijke geest moet herlevenkiest dan de vereeni ging, die onder leiding van haren ijverigen directeur biervoor werkt. Doch men dient ook een goed lid te zijn, dat trouw de vergadering bezoekt. Zoo heeft de H. Familie gaandeweg een grooten en heilzamen invloed op de leden, en al bemerkt men het niet ineens, wordt er veel godsdienstzin bewaard en aange kweekt. Verstopping en slechte spijsvertering beder ven Uw humeur. Neem de zacht werkende Foster's Maagpillen en gij gevoelt U spoedig frisch en opgewekt, f 0.65 per flacon. In „De Bron", het orgaan voor het personeel der verbonden petro leum maatschappijen, houdt de off. v. gez. N.I L. 2e kl., arts C. Borg- meijer, een medisch getiDt praatje over -zwemmen. Wij ontleenen er een en ander aan Vraagt men een groot aantal niet- zwemmers waarom zij het niet doen, dan krijgt men meestal ten antwoord dat het zoo gevaarlijk is, dat er zoo dikwijls ongelukken gebeuren. Dit is nu geheel in strijd met de waarheid. Er is geen sport (bridge en tafel tennis uitgesloten) waarbij zoo weinig ongelukken gebeuren als bij zwem men. Een groot medisch sportdes- kundlge in Duitschland, schrijft, dat bet eenige ongeval bij het eigenlijke zwemmen is, dat men een enkelen keer zijn nek verrekt, een onschuldig ongeval, dat op zijn hoogst eenige uren wat pijn, evt. een scheven nek bezorgt. Ik wil daarbij nog noemen het optreden van kramp, d.i. over matige langdurende samentrekking van een of meer spieren. Wordt men hierdoor overvallen, dan doet men het beste met zoo snel mogelijk het water te verlaten. Men zorge er in ieder geval voor zijn tegenwoordigheid van geest niet te verliezen en probeere voor alles het in elkaar krimpen van pijn te voorkomen. Het best is zich op den rug te werken en met handbewegin-* gen naar den kant zien te komen. Zooals men weet, treedt de kramp Het was ongeveer tien uur, toen de knaap aan de hand van een der mannen naderde, in wien Festenralh Til vermoedde. De knaap was zeer levendig en sprak in een zekere opwinding, zoodat Til eens tot hem zei Luister eens, George, je moet je mond houden Anders halen ij je niet meer bij ons in de kamer. Dat hoeft niet iedereen te weten Och neen, oom Til, ik zeg ook niets, stellig niet! betuigde de knaap. Toen hoorde Festenrath, hoe Til den knaap aan zijn moeder over gaf en het huis verliet. Hij kon de gestalte van dezen man niet herken nen. Niet lang daarna hoord§ hij luide mannenstemmen en een aantal mannen ging voorbij zijn raam zij spraken over goed en over slecht bier en over tabak. Een der stemmen kwam den kapi tein bekend voor en hij hoorde, hoe deze eenmaal op de vraag Garsten, waar heb je tegen- oordig je tabak vandaan ant woordde - Ik breng ze gewoonlijk mee uit Maastricht daar is ze het goedkoopst! waarop de anderen Degonnen te lachen. Het scheen Festenrath, alsof hun gesprek iets gedwongens hadmaar daarin kon hij zich vergissen. Hij nam den naam Garsten goed in zijn geheu gen op. Toen ging hij naar bed en daas hij door de wandeling en het meest in de beenspieren op. Op den kant gaat men dan plat op beide voeten staan, evt. zitten, waarbij men dan zorgt, dat beide geheele voetzolen flinken tegendruk onder vinden, b.v. tegen een muur. en be gint dan te masseeren, eerst zachtjes, later steviger, steeds naar het hoofd toe wrijven, waardoor in de getroffen spieren een betere bloedsafvoer komt, giftige stoffen, die dooi spier werking ontstaan en een oorzaak voor kramp kunnen zijn, goed afge voerd worden. Is de kramp over, dan gaat men zich aankleeden. Men zorge er althans voor, de eerste uren niet meer het water ia te gaan. op straffe van herhaling van de kramp met mogelijk verdrinkingsgevaar. Welken menschen moet verboden worden om te zwemmen Dat zijn die, welke een gebrek hebben aan het orgaan, waar het bij sport het meest op aankomt, dat is het hart. Immers, hier dreigt altijd, dat het hart niet meer aan de verzwaarde eischen die er bij zwemmen aan gesteld worden, kan voldoen, waar door een plotseling onwel worden met gevolg verdrinkingsgevaar ont staat. Het is hier de plaats om er even op te wijzen, dat veel jongelui van zoowat 17—23 jaar, zich dikwijls voor niets ongerust over hun hart maken. Juist op dien leeftijd komt het voor, dat ze een min of meer pijnlijke gewaarwording, meestal als steken in de hartstreek hebben, een verschijnsel, dat absoluut niets te beteekenen heeft, en waar ze door de geruststellende verklaring van een arts, meestal ineens van genezen zijn. Dat menschen met open wonden niet moeten gaan zwemmen is duide lijk meestal toch is het water voor wonden infectieus, terwijl de normale huid daar weerstand tegen biedt ten tweede kunnen reeds geïnfec teerde wonden het betrekkelijk schoone water besmetten. Terecht worden dan ook menschen met steenpuisten döor badpersoneel uit zweminrichtingen geweerd. Juist de vreesin zwembaden (water) infectie op te doen, weerhoudt som mige menschen deze sport te beoefe nen. Toch overdrijven deze men schen. Behalve de ziekte van Weil en soms typhus, heeft men niet veel infectieziekten te duchten. De verwekkers van de ziekte van Weil, worden door ratten overge bracht, waar dus veel ratten zijn moet men het water als besmet en gevaarlijk beschouwen en mijde men dus te zwemmen. Volgens sommige medici zou er nog een belangrijk gevaar bij zwem men bestaan en dit zou in de ooren zijn oorzaak vinden, n.l. zeggen zij, menschen, die zoogenaamd in draai kolken (vooral in groote rivieren) verdrinken, doen dit niet door de draaikolken, maar doordat er water in hun gehoororgaan dringt, waar door er evenwichtsstoornis op zou treden, waardoor de betrokkenen niet meer weten wat onder of boven is en daardoor onder blijven en ver drinken. Ik voor mij acht het gevaar niet zoo groot, gelet op het groote aantal zwemmers dat vroeger aan loopooren geleden heeft en nooit last heeft. Aan loopooren, die ontstaan door middenoorontsteking, en vooral bij de jeugd veel voorkomen, zullen n.l. alle of bijna alle memchen geleden hebben, die in draaikolken verdrinken. J Doorzittend!^ Stukloopen^^ Zonnebrand/d Doos 30 en 60. Tube 80 ct. Bij Apofh. en Drogisten. 372-10 door de avondlucht mue was ge worden, sliep hij heel gauw in. Hij kon nog niet heel lang ge slapen hebben, toen hij gewekt werd door luid kloppen op zijn deur. Och, mijnheer Meisner, klonk de angstige slem van de weduwe Mertens, doet u mij een plezier en staat u direct op. Mijn George is ziek, ik weet niet meer wat te doen. Festenrath sprong direct uit bed, kleedde zich vluchtig aan, sloeg zijn jas om en stond eenoogenblik later op de gang voor zijn kamer. Juffrouw Mertens maakte duizend maal excuus; haar slem verried een doodelijken angst en toen de kapitein, nadat hij getracht had de vrouw gerust te stellen, haar kamer binnenging en een blik op George wierp, die op bed lag, begreep hij tot zijn grooten schrik, dat deze angst maar al te zeer gerechtvaardigd was. De knaap trilde over al zijn ledematen, draaide zich telkens woest om, had de dekens van zich afgeschud; zijn roode gezwollen oogen glin sterden geheimzinnigook zijn gezicht vertoonde een hoogroode deur hij mompelde onverslaan bare woorden, viel dan weer uit geput neer en lag een tijdlang als verdoofd, om zich dan plotseling weer op te richten en wild on samenhangende woorden te stame len. Hij was ai in slaap gevallen, bedaart spoedig met een Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist 140-8 Wat is het nu onder meer het geen zwemmen zoo gezond doet zijn Het eerste is reinheid, men schen die zwemmen zijn zindelijke menschen, hoewel niet alle menschen die niet zwemmen, onzindelijk zijn. Maar voornamer vind ik bet vol gende Er is bijna geen sport waarbij zoo harmonisch practisch alle spieren van het lichaam gebruikt worden en juist dit heeft zoo'n gunstigen in vloed op den bloedsomloop. Ver schillende organen worden beter doorstroomd worden daardoor beter gevoed, komen in beteren toestand de ademhaling verdiept, longdeelen, die zich ander3 weinig of niet ont plooien, worden nu opgeblazen en ververscht van lucht en bloed, waar door zelfs beginnende kleine ont- stekingsprocesjes opgeruimd kunnen worden. De bloedverdeeling in het lichaam wordt anders bij zwemmen in water van goede temperatuur, worden de buidvaten verwijd, na aanvankelijk samengetrokken ^te zijn, waardoor andere organen die dikwijls betrek kelijk overvuld zijn. ontlast werden. Door betere doorstrooming van de huid komt het tot betere voeding van de huid, enz. Deze verandering in bloedverdeeling verklaart ook, hoe het komt, dat zwemmen of baden vlak na een maaltijd gevaarlijk is. Het maagdarmstelsel is Da den maal tijd in flinke fuDCtie, dit vraagt flinke bioedverzorging, zoodat zich veel bloed van de hersenen, ledemateD, enz. naar den buik begeeft. Gaat nu zoo'n mensch te water, dan komt er door de aanvankelijke afkoeling van de huid een contractie van de vaten waardoor ineens weer veel bloed naar de z.g. diepe circulatie gaat daardoor wordt aan de z.g. perifere circulatie zooveel hloed onttrokken, dat er een betrekkelijke bloedarmoede ontstaat, zoo ook in de hersenen en door deze bloedarmoede van de hersenen, ontstaat een flauwte of bewusteloosheid, waardoor de zwem mer komt te verdrinken. Men zij dus gewaarschuwd. In verband met het bovenstaande betreffende de veranderde bloedver deeling, mag nog iets over het douchegebruik gezegd worden en wel dit. Vele zwemmers en zwem sters zijn gesteld op een langdurige warme douche, 15 minuten eu langer Hierdoor komt er een blijvende vaat- verwijding in de huid, zoodanig, dat de vaten zich bij afkoeling Diet meer samentrekken. Gaat men dan zwem men, dan reageeren de huidvaten niet meer en nu ontstaat in het koudce water een grooter warmte verlies, zoodat de zwemmer het gauw koud gaat krijgen en min of meer rillerig en onbehaaglijk het water verlaat. Was men niet te lang onder de douche gebleven, dan waren de vaten niet verlamd, hadden zich samengetrokken en zoo overmatige warmteafgifte tegengegaan bij blijven in het water volgt dan nu weer een actief wijder worden van de vaten, waardoor in alles een prettig even wicht heerscht. Zulke menschen nu kunnen het in het water lang uit houden, een uur en laDger achter elkaar (de meeste polospelers). Ingekomen en vertrokken personen van 30 Juni tot 7 Juli. INGEKOMEN W. Ch. Jilisen, dienstkn., Merselo zei juffrouw Mertens, die bleek en radeloos voor het bed stond. Plot seling hoorde ik ik was zelf op het punt in te slapen hoe hij zich bewoog en steunde en toen begon over te geven. Ik sprong overeind en hield zijn hoofd vast. Aan dat overgeven scheen maar geen eind te zullen komen. Hij viel uitgeput in de kussens terug, toen echter begon zijn lichaam te schokken en ging hij ijlen. Hij moet bepaald hevige koorts hebben. Zoo komt het mij ook voor, zei de kapitein, die de hand van den knaap gegrepen had en zijn pols voelde. George George, mijn jonAen ken je ne niet? De knaap keek hem met zijn roodgezwollen oogen, die hun zachte, vriendelijke glans verloren hadden, een oogenblik aan, pro beerde te glimlachen en fluisterde: Oom Meisner. Daarna richtte hij zich echter Dlotseling hoog op, vouwde zijn landen en riep met akelig klin kende, zonderling vermoeide stem, den blik naar boven geheven In naam van den drieëenigen, almachtigen God, die gebiedt over goeden en kwaden, bezweer ik u, Uriel, te verschijnen, u naar ons toe le buigen, ons een teeken te geven en uw getrouwe dienaren ter wille te zijn, die u in geknielde houding wachten zooals ik... Hij viel weer terug en nog slechts een hevig gerochel klonk uit zijn mond. N 19 van WaDroy J. Lüttgen, slager, Henseniusstraat 16 van Beesel M. H. H. v.d. Vorle. dienstknecht, Veltum L 85a van Maashees F. H. Bergmans en gezin, machine- bankw., Eindstr. 11 van Venlo. J. H. Lenssen, z.b., Eindstr. 11a van Maashees J. P. N. Muis, onderwijzer, School straat 24 van Venlo J. P. Manders, z.b., Tuinstraat 2 van Eindhoven P. Th. van Opbergen, z.b., Hoen derstraat 18 van Eindhoven I. Samuel, z.b., Henseniusplein 1 van Salzkotten S. Samuel, idem van Gennep C. O. Vink.Uandbouwer. Brukske C 75 van Sambeek P. J. v. d. Homberg, dienstknecht, Nachtigaal M 78 van Venlo C. C. Cuypers, verpleegster, St. Annalaan 5 van Eindhoven A. C, Verhaeg, idem, van Horst. VERTROKKEN M. A. Garretsen, verpleegster, naar Gent (B.) G. H. Volleberg, landbouwer, n. Deurne, Langstraat M. P. Geurts, z.b,, naar idem P. v d. Berk, dienstb., n. Berghem J. G. Vermeulen, z.b., naar Schim- mert. Bies 47 H. Breukel, idem, naar Nijmegen, Parkweg 32 G. H. M. Linders, z.b., naar Maashees-Overloon W. M. G. Linders, idem, naar Montfoti A. G. M. Linders, idem, n. idem E. Th. M. Derks, z.b., n. Eind hoven P. A. J. Jacobs, z.b., n. Roermond A. A. van Kessel, dienstkn., naar Horst B. P. M. Klaassen, dienstkn., naar Wanssum G. W. Messemaeckers, bakker, naar Beek, Wolfsend G. A. Hanen, z.b„ naar Utrecht J. N. Metz, idem, naar Oeffeit G. W. Rutten, monteur, naar Eindhoven Hoogstraat 70; W. Hendriks, dienstbode, naar Helmond Markt 4; H. RiittermanD, dienstbode, naar Vierlingsbeek; J. Laurense, bakkersknecht, naar Leende; H. MaesseD, z.b., naar Boxtel; M. Strijbosch, z.b.. naar Heerlen. Onder buitengewoon groote belang stelling (wij telden méér dan 800 mannen en 150 vrouwen), en bij buitengewoon mooi processieweer trok verleden Zondagmiddag de Venraysche H. Familie ter bedevaart Daar Tienray (Klein gourdes), ter viering van het 75-jarige jubilé der verschijning van O. L. te Lourdes aan de kleine, arme Bernadette Soubirous. Om tien minuten vóór twee be gonnen de bussen te loopen vanaf de Groote Markt, en de chauffeur van onze gemeente-autobusdienst bad voor deze gelegenheid zijn pret tigste Zondagsgezicht meegebracht.... Tegen half drie vertrok de tjok volle extra-trein, welke spoedig in Tienray aankwam. Onmiddellijk stel de de stoer onder de ervaren leiding van den Directeur, Kapelaan Geurts en de heeren Prefecten, in de beste orde op. Voorop wapperde de nieuwe H. Familie-vlag, daarachter vier rood- getoogde en gekraagde misdienaars, die eene offerkaars voortdroegen. Nu volgden de biddende mannen, allen fier hun Congregatie-medaille dragend, met in hun midden de Nu hoort uzelf wat hij zegt! riep de sidderende, doodsbleeke vrouw. Dat is nu de vierdemaal, dat hij diezelfde woorden uit spreekt! Ik hoor het, ik hoor het antwoordde Festenrath, wiens ernstige, bedroefde blik onafge broken op den knaap gericht bleef. Ik ga dadelijk naar den chirurg. O, mijnheer, als u dat zou willen doen God zegene u. Festenrath liet de vrouw niet uitspreken. Hij snelde naar zijn kamer. Zonderling genoeg, nam hij, behalve een wandelslok, ook nu weer zijn beide pistolen mee. Toen begaf hij zich op weg naar den chirurg. Toen hij voorbij Tils huis kwam, hoorde bij daar zachtjes een kin derstem kermen. Natuurlijk liet hij zich daardoor niet ophouden. In enkele minuien was hij voor het huis van den chirurg. De luiken waren gesloten, maar tus- schen de reten zag de kapitein licht schemeren. Door een plot selinge ingeving gedreven, klom hij op den rand van den steenen trap voor de huisdeur en keek door een reet van het vensterluik in het vertrek. Kirchhoff, die nog geheel ge kleed was, zat voor een groote kast, op een uittrekklap daarvan lagen een massa voorwerpen, die l estenrath niet goed kon onder scheiden. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1933 | | pagina 5