Derde Blad van „PBEI. EM MAAS"
9 JULI
Politieke
ontwikkeling.
Naar goedkooper
geld?
De goudhonger.
Ons Weekpraatje.
Openluchtspel
Overloon
Broerken.
Zaterdag 1 Juli 1933
Vier en vijftigste Jaargang No. 26
Limburgers en Duit-
schers.
Weg met het on-Limburg-
sche fascisme.
Katholiek Limburg voere
daartegen een krachtig
verzet.
Wie bet nog niet wist dat de
Katholieke Kiesverenigingen na de
Tweede Kamerverkiezing niet op
nieuw mochten indutten, zal dit in
ons Limburg wel langzamerhand be
ginnen te begrijpen. Politiek blijft
aan de orde en we moeten zorgen
van het gedoe van anderen in ons
midden niet de dupe te worden.
We wonen al'etnaal niet zoo heel
ver van onze oosterburen, de Duit
schers. We zijn er altijd heel ple
zierig mee omgegaan. We waren
graag bij hen en we zagen ze graag
bij ons. Maar den laatsten tijd zijn
velen hunner ongenietbaar geworden.
De politiek heeft bun den kolder in
den kop gejaagd. Daar worden den
laatsten tijd zulke onzinnige dingen
vertoond dat we ons afvragen wat
onze „gemütliche alte Freunde" be
zielt.
Toen ze de socialisten en commu
nisten op hun nummer zeiten, waren
er wel onder ons die dat kranig
vonden, maar er waren er toch ook
die dieper doordachten en zich af
vroegen of er geen recht geschonden
werd en of men niet te ver ging.
Vandaag hij, morgen wij, vreesde
men dan.
Ook in Duitschland stelde men
zulke vragen. En daarom herhaalde
Hilter zoo dikwijls Denk eraan, het
is revolutie Ja, zie je. in revolutie-
tijd heet de wet opgeheven. Hitier
ging slechte lectuur opruimen. Goed
Hij beschermde in enkele opzichten
de goede zeden. Best 1 Maar meet
daarnaar Hitiers fascisme niet af!
Hitier ging de joden vervolgen, liet
ongestraft de katholieke Kolpingge-
zellen ergerlijk mishandelen, laat de
band uitsteken tegen goede priesters,
randt de christelijke vakvereenigingen
en bun leiders aan, die in Duitsch
land de communistische revolutie
hebben tegengehouden. Daar toont
het nieuwe regiem zich van een
andere zijde.
Het nationaal-socialisme is geluk
kig niet in het bevriende Rijnland
uitgevonden en dat de meerderheid
zich daar vrijwillig en met plezier
„gleicbschalten" laat. is voor ons
ongelooflijk, al loopen er honderd
duizenden in optochten mee. Ge
dwongen werk, we weten er alles
van Vrees en dwang doen zich hier
gelden.
Nu zouden we de Duitschers rustig
bezig kunnen laten met hun politieke
genoegens zonder ons al te veel ons
goede humeur te laten bederven.
Maar het gekke van het geval is,
dat er in ons land zijn. die dat in
Duitschland uit den oorlog, de na
oorlogsche ellende, den druk der
overwinnaars en den ouden militai
ristlschen Juokergecst geborene nati
onaal socialisme in ons goede land
willen na apen, zooals er anderen
zijn, die in zulke strapazzen Musso
lini tot toonbeeld nemen, alsof wij
Italianen waieo.
Nu begint het ons zelf aan te
gaan 1
En ook in ons Limburg wordt
den laatsten tijd niet weinig aan dat
fascistisch geliefhebber gedaan. De
een houdt het ook bier met Hitier.
de ander met Mussolini; een derde
wil geen van beiden maar acht zich
sterk genoeg zelf een fascistisch
stelsel te brouwen en er is een vier
de, een vijfde en een heele serie.
Dat gedoe is tcch wel buitenge
woon on Limburgsch
Die „zegening" komt dan ook
weer van boven den Moerdijk. Men
lette maar eens op wie de lakens
uitdeelen.
Die fascistische roering zit vooral
ir de Mijnstreek, waar zooveel niet-
Limburgers zitten en veelal onder
de niet katholieken, waarmee de mij
nen ons hebben opgeknapt.
Maar ongelukkig zijn er weer
goede Limburgers genoeg, die zich
door niet-Limburgers laten opdraaien.
Laten we toch uit onze oogen zien.
We hebben het liberalisme uit Lim
burg gejaagd, het socialisme tot
staan gebracht, terwijl hier van
communisme nauwelijks sprake is,
maar laten we nu niet in triomf een
vijand binnenhalen die veel ver
derfelijker is, omdat hij tot ons komt
onder een vedeidelijken schijn van
goed, onder schoonschijnende leuzen
Laten we toch in 's hemels naam
ons verstand gebruiken en Limbur
gers zijn en blijven Nooit moeten
we den aanhang leveren om die
menscbenzich op onze schouders
naar boven te laten werken.
Katholiek Limburg moet zich
tegen het fascisme verzetten.
Wij katholieken moeten ons zelf
blijven. Anders is het met onze
evenredige macht en invloed ge
daan.
Dacht nu een katholiek Limbur
ger dat wanneer in Nederland het
fascisme baas wordt, de katholieken
ooit den „leider" zullen leveren
Neen, dan zullen, wij. katholieken,
in Holland nooit de „leidende" maar
absoluut zeker altijd de „lijdende
partij worden.
Wij blijven onze oude tradities
getrouw en daarom verzet tegen het
on-Limburgsche fascisme
Het fascisme heeft geen beginselen,
dan die welke hun grondslag hebben
in hun grondprinciep, dat de staat
het begin en het einde van alles is.
De staat is er volgens hen niet
voor de menschen, maar de men-
schen zijn er voor den staat.
'n Mooie boel. als de menschen
moeten dienen tot materiaal, waar
mee de leiders kunnen omspringen
naar willekeur. Maar dien kant gaat
het op in Duitschland. En daarbij
schijnt Hitier langzamerhand meer
geleid te worden dan te leiden.
Hitler was tegen de vervolging
der katholieke gezellen te Munchen
dat weten we uit goede broD. Maar
de. gezellen werden toch maar neer-
geranseld. Hitier heeft zijn menschen
niet meer in de hand.
In ons land ligt het facisme be
lachelijk uiteen in een dozijn dwerg-
partijen, omdat er even zooveel
sterke mabnen zijn, die de leider
willen spelen en ook omdat de
splitsingkanker de „Hollanders" in
het bloed zit. We kunnen dat spel
letje blijven aanzien, maar laten we
zorgen, dat Limburg, het katholieke
Limburg vrij blijft van die besmet-
ting.
We moeten één blijven en daarom
ook een krachtig katholiek verzet
tegen eiken fascistischen invloed.
Limburgsche Kiesvereenigingen,
licht uwe leden voor 1 Toont van
onderen op een levendige actie voor
de Kath. Staatspartij en voor het uit
de wereld helpen van misstanden
onder hare leidiDg.
Volgt de leiding van het Bonds-
bestuur, welks wenscb ge uitvoert,
wanneer ge paraat zijt voor een
zuiver houden van onze rangen en
ons blazoen en voor een krachtig
verzet tegen geïmporteerde on Lim
burgsche invloeden. De katholieke
zaak gaat boven alles
ROELAND.
Eigenlijk is het vraagstuk, of we
een beetje inflatie" moeten toepas
sen om een opbloei van onzen handel
en industrie te forceeren, reeds lan
gen tijd acuut. Het is op het oogen
blik alleen in een stadium van
hernieuwde belangstelling getreden.
een vooraanstaand zakenleider en
econoom als sir Henri Deterding
zich vóór ioflatie heeft uitgesproken.
Het denkbeeld van inflatie heeft
enthousiaste voorstanders gevonden,
maar stuit ook af op hardnekkige
bestrijding van velen De meeste
menschen hebben ter zake bun stand
punt reeds bepaald en ze lieten zich
daarbij niet weinig door het eigen
belang leiden Vandaar dat redeneeren
niet veel meer helpt en ook het
woord van Deterding geen bijzondere
uitwerking meer zal doen gelden.
Als de beer Deterding een zijner
bekende voorspellingen deed over
den a.s. ondergang van den Rus-
sischen communistischen staat, dan
vond dat oordeel een voorname
plaats in zekere groote dagbladen,
want sir Henri Deterding was nu
eenmaal de man, die het weten kan.
En als dezelfde Deterding een mee
ning ten beste gaf over sport of
over onderwijs, ook dan werd zijn
oordeel als gezaghebbend gelanc?erd.
Maar nu de heer Deterding inflatie
aanbeveelt, nu schudden de redacties
dierzelfde bladen meewarig het hoofd
en verkondigen ze mei nadruk, dat
de beer Deterding verstandiger deed
met zich aan zijn petroleum te houden.
Wij voor ons. we hebben geen
reden om den heer Deterding bij te
vallen, maar ook niet om hem te
verguizen om zijn inflatie-ideeën.
Inflatie is ten allen tijde een kwaad,
maar een kwaad kan onontkoombaar
wezen en. dan moet men het weten
te nemen, al ware het maar om
erger kwaad te ontgaan.
Er is zoowel vóór als tegen in
flatie veel te zeggen Inflatie verhoogt
voorloopig de concurrentiemogelijk
heden en maakt 's lands lasten
dragelijker. Inflatie kan leiden tot
vermindering van werkloosheid. In
flatie voorkomt veel loonstrijd en
breogt den levensstandaard auto
matisch op lager peil.
Tegen inflatie valt aan te voeren,
dat de voordeelen er van zeer wille
keurig worden verdeeld. Een huizen
bezitter b.v. zal bij inflatie eer voor-
dan nadeel hebben. In geldswaarde
zullen panden stijgen en... hypotheken
kunnen gemakkelijker worden afge
lost. Het zijn dan ook de hypotheek
houders, die door inflatie zeer zeker
gedupeerd zullen worden. Zij krijgen
aan waarde minder terug dan ze
eens uitleenden. Schade lijden ook
spaarders, verzekerden, pensioen
gerechtigden. De guldens, die ze ont
vangen gaan, zijn niet de guldens,
welke hun eens gegarandeerd werden.
Ook de loontrekkenden zullen met
een gelijk gebleven inkomen minder
aan waarde gaan ontvangen.
Niemand ontkent de door ons
genoemde nadeelen van inflatie, maar
de voorstanders meenen. dat die
nadeelen zullen meevallen. Wanneer
de waardedaling niet te erg is. b.v.
niet meer dan een derde van de
oorspronkelijke waarde omvat, dan
zoo zeggen ze zal inflatie geen
noemenswaardige prijsstijging ten
gevolge hebben. Ten bewijze daarvan
wijzen ze op Engeland, waar de
levensstandaard niet noemenswaardig
zou zijn verhoogd, ondanks de daling
van het pond. Voor het binnenland
zou het pond het pond zijn gebleven
en zoo er al ergens een tendens tot
prijsopvoering ontstond, dan werd
die door concurrentiezucht aanstonds
vernietigd. Het volk had geen be
zwaar om een daling van het pond
te aanvaarden, maar het heeft zich
met succes verzet tegen een opvoering
van den levensstandaard.
Indien dat alles juist is en ook
voor ons land zou blijken op te gaan,
dan is het inderdaad niet van zoo
veel beteekenis. of loonen, pensioenen,
renten enz. in intensieve waarde, in
goudwaarde dus, achteruitgaan, als
de koopkracht op de binnenlandsche
markt ongeveer dezelfde zou zijn
gebleven. Dan zouden we inderdaad
grif de voordeelen van inflatie kun
nen aanvaarden, welke gelegen zijn
in verhoogde concurrentiemogelijk
heden op de internationale markt,
dus in een opleving van handel en
industrie, afname der werkloosheid,
een aanzienlijke flnancieele ontlasting
van den staat enz.
Toch blijven voor ons twee groote
bezwaren bestaan. Het eerste is van
zedelijken aard. Moedwillige inflatie
beteekent altijd een willekeurige ont-
rechting. Het tweede bezwaar is
uitsluitend van practischen aard.
Nederland met zijn gulden wordt
beschouwd als laatste burcht van
den gouden standaard. Valt ook deze
burcht, dan krijgen we onvermijde
lijk den monetairen chaos. Inflatie
kan alleen voordeelen bieden, wan
neer de geldswaarde in anderelanden
op hooger peil gehandbaaft blijft.
Indien inflatie overal wordt toege
past, resten alleen de nadeelen er
van. In dat geval zullen de staten
dus een wedstrijd in verlagiag van
hun muntwaarde met el cander moeten
aangaan. Tot het bittere einde van
de algeheele economische ontwrich
ting.
Hiermee hebben we de voornaam
ste voor- en nadeelen van inflatie
geschetst. Het is echter niet noodig.
dat ge er u toe zet om nu rustig te
gaan overwegen, wat ge kiezen zult.
Er is voor ons niet te kiezen. We
zullen gedwongen worden, óf tot het
een, óf tot het ander, door de ont
wikkeling van de economische en
monetaire verhoudingen.
Onze regeering en de Nederland-
sche Bank staan nog pal voor onzen
goudgulden, niet uit braafheid alléén,
maar omdat zulks op het moment
voor ons nog het voordeeligste
schijnt. Het hangt geheel af van
hetgeen in het buitenland gebeurt en
van hetgeen o.a. ter Economische
Conferentie zal worden bereikt, of
we niet eens, misschien wel spoedig,
gedwongen zullen worden om tot
inflatie over te gaan.
Van den Nederlnndsclien handelHar
Het is algemeen bekend, dat
sovjet-Rusland slavenwerk laat ver
dichten in de Russische bosschen.
Boeren, priesters, bisschoppen, aan
hangers van het oude Rusland,
oud officieren en hoevelen meer be
werken in een lange dagtaak dat
hout en worden beloond met slechts
een weinig voedsel en een schamel
nachtverblijf, 't Is de meest ergerlijke
slavernij onder een regeering, die
beweerde het Russische volk vrij
heid te brengen.
Die houtproductie wordt voort
durend grooter, hetgeen bewijst, dat
er meer slaven komen en dat deze
harder worden afgejakkerd
En toch. er is alle kans, dat onze
huizen met dat door slavernij ge
wonnen Russische hout. waaraan
het bloed en zweet kleeft van zoo
vele ongelukkigeD. gebouwd worden,
Nederland betrekt volgens een
handelsbericht vier maal zooveel hout
uit Rusland als het vorig jaar. Een
vijfde deel van den Russischen bout-
uitvoer gaat naar Nederland. Aan
de Zaan heerscht thans een groote
drukte met het lossen van dat hout.
De Nederlandsche bandelaar heeft
het meest van allen de oude Romein
sche spreuk tot de zijne gemaakt,
dat geld niet riekt. Men kan er niet
aan ruiken, hoe het gewonnen werd.
Het luchtje zou anders dikwijls
onverdraaglijk zijn.
Intusschen zijn we de indirecte
helpers in de gruwelijke practijken
van de sovjets.
'n Mensch weet zich tenslotte
onder velerlei omstandigheden te
schikken, als-ie maar een keetje
kan huichelen. Journalisten weten
daarvan mee te praten. Of hebt u
soms ooit in het verslag van een
uitvoering of andere feestelijkheid
gelezen, dal de verslaggever zich
stierlijk had zitten vervelen? Een
goede verslaggever verveelt zich
nooit Hij doet, of alles hem even
interessant voorkomt en dat stemt
zijn omgeving, meestal het be
stuur van de ontvangende veree-
niging zóó prettig, dat ze hem den
tijd met allerlei kleine attenties
weten te dooden.
Tijdens den oorlog werden we
in Leuven bij de verwoesting der
stad door de Duitschers gearre
steerd en gevangen gezet, een lot
dat we met vele burgers, ook deel
den met een journalist. Den an
deren dag werden we door e«>n
hoogen officier verhoord. Toen den
vreemden journalist gezegd werd,
dat Leuvens burgers vanuit hun
huizen een moorddadig vuur op
de Duitsch troepen hadden geo
pend. beweerde de gevangene.dat
hij daarvan niets gemerkt had. En
toen de officier, met het verhoor
belast, ook nog verklaarde, dat de
Duitschers slechts noode en ge
dwongen door de omstandigheden,
tot de verwoesting van de slad
hadden moeten besluiten, haalde
de verdachte ongeloovigzijn schou
ders op. Hij werd toen een paar
maanden in het half verwoeste
fort Pontisse bij Luik opgesloten
en had in dien tijd zooveel com
passie met zich zeiven leeren
krijgen, dat hij de ellende der
Leuvenaars vergeten was.
Toen we zelf aan de beurt
waren en ook ons van deschand-
daden der burgers van Leuven
was verteld geworden, hebben we
meewaardlg het hoofd geschud,
en we hebben gezucht, toen ons
werd voorgehouden, dal de Duit
schers slechts uit uiterste nood
zaak lot hun krasse maatregelen
waren overgegaan. Door dal
hoofd schudden en zuchten waren
we direct frère et ami geworden
met de Duitsche bevelvoering in
Leuven; een officier trok met ons
door de verwoeste stad en een
Duitsche legerautc voerde ons
tenslotte naar de Hollandsche grens
om ons in staat te stellen, spoedig
verslag der gebeurtenissen te doen.
Bij hel samenstellen daar/an
echter hebben we ons alleen door
de waarheid laten leiden, niet
door de bewezen vriendelijkheid.
En we waren blij, toen onze
laak eindelijk was afgeloopen en
we niet meer naar België terug
boefden, want al moet een jour
nalist al eens weten te huichelen
uit beroepshoofde, als mensch
staat hem dat toch geweldig tegen.
Wat we op het oogenblik al
niet zouden prakkezeeren, als we
in Berlijn zaten als Hollandscb
correspondent, weten we niet,
maar omdsl we wel weten, dal
we ons als mensch niet vrijwillig
in omslandigheden wenschen te
brengen, welke een dosis huiche
larij vereischen, daarom weten we
wel, dat we van dit jaar als
vacanlieganger de Oostgrens van
ons land niet zullen overschrijden
Vast niet
De Duil8che autoriteiten mogen
nog zoo nadrukkelijk verzekeren,
dat buitenlanders op haar gebied
met respect zullen worden be
handeld, wie de geestelijke atmos
feer kent, welke op het oogenblik
over Duitschland hangt, weet. dat
het daar op het oogenblik heel
moeilijk ademen is voor degenen
die op het behoud van en het
respectvoor eigen persoonlijkheid
is gesteld.
Wie voor zijn plezier naar
Duitschland beoogt te gaan, moet
er ven doordrongen wezen, dat
daar een fanatieke, geestesstroo
ming waart, waarin hij zich als
nuchter en vrijheidslievend Hol
lander moeilijk kan laten opnemen
Wil hij er een ersatz aan ver
tier en genoegen smaken, dan zal
hij meeleven moeten huichelen
met dingen, welke hij verfoeit en
hij zal zich moeten vernederen
tot het stellen van daden, waar
legen zijn gemoed in opstand
komt. Anders zal hij moeten
rekenen op een zure vacanlie en.,
misschien ook op een weerkeer
in hel vaderland met blauwe
builen en striemen.
Wie in het Duitschland van
Hitier wil verkeeren, moet zich
aan de Nat. Socialistische manie
ren weten aan te passen. De
nieuwe machthebbers eischen dat
van al hun landgenoolen op de
eerste plaats. De burgemeester
van Gronau heeft het dezer dagen
nog in een bekendmaking laten
weten, dat hij er vreeselijk over
ontsticht was, dat sommige men
schen in de stralen der stad roet
de handen in den zak liepen te
lummelen en geen eerbied be
toonden bij hel passeeren van Nat.
Soc. vaandels en emblemen of
het ontmoeten van nieuwe gezags
dragers. De burgemeester eischle
dat in al zulke gevallen het ge
bruikelijke eerbetoon zou worden
gebracht en dat er dan stram zou
worden gegroet. Overtredingen
zouden in den vervolge ter plaatse
worden gestraft. Dal laat aan
duidelijkheid niets te wenschen
Aan rang 3 uur.
Entrée
f 1.50, !•-, 0.50.
Gezelschappen van
minstens 10 personen
10 red. bij aanvrage
uiterlijk daags tevoren.
TELEFOON 3.
over. Zeker, voor buitenlanders
gelden deze regelen misschien niet.
maar een pak slaag heeft men
licht te pakken, alvorens men ge
legenheid heeft om een paspoort
voor den dag te halen.
Er is in den tegenwoordigen tijd
alles voor te zeggen om vacantie
in eigen land door te brengen,
het is zeker beter en verstandiger
dan een reis naar Duitschland.
Door in het eigen land te blijven
laat men zijn guldens aan land
genoolen en men bewaart hel
eigen karakter.
Bij trage zware druppels, uiteen-
gewaaierd door een nukkigen wind.
viel de koele Septemberregen, die
het hooge verwilderde gras op de
braaklanden langs den Ijzer neer
sloeg. en baan en frontwegels door
zijpelde tot modderpoelen.
De gevechtslijn laogs was alles stil;
alleen in de verte, aan de kanten
van de „Nieuwe Herberg", bromde
't zwaar kanon van den gepantserden
trein.
In de kleine dekking, waar ze
gezesseD sliepen, drie boven drie,
was de telefonist even opgestaan,
had iets gebromd tusschen zijne tan
den over 't slecht weer...
Elf uurdoor,tijd voorde soep...
doch ze hadden brood kunnen bij
koopen en boter't was de moeite
niet zoover door den regen naar de
keuken te loopen om een keteltje
schotelwater
Nabij Caeskerke, kletterde een
machinegeweer.
Hoor 1 Fritz slaat opzijn gamel
bij heeft ook honger!
Geen van zijne makkers roerde
ze hadden een barren nacht door
leefd. geschoten met 't kanon tot
tegen den morgen, en eerst, toen de
dag in de lucht kwam, waren zij
doodvermoeid op hun stroozak gaan
liggen.
De telefonist kroop terug onder
zijne sargie....
Het zwart katje, dat op zijn voeten
eind ineengerold te slapen lag. en dat
hij bad gestoord, werd aan den
overkant door Jozef bijgeroepen
Kom poesie 1
Poesie kwam al spinnend op het
hoofdeind gesprongen.
Kom, kruip onder deken, leg
u in mijn arm, zoo...
Jozef lag warm onder de deken,
daarbij zijn mantel hoog over zijn
aaogezicht getrokken, toch bad hij
sinds den morgen geen oog kunnen
luiken. Hij had een bang voorgevoel:
groote broer was ziek aan den over
kant van de lijn, en sedert langeD
tijd had geen brief, met een Hol-
landsch koninginnekopje, nog nieuws
van huis gebracht.
Groote broer, die seminarist was,
lag hem om deze reden dubbel aan
't hart in een land van geloof als
Vlaanderen is de priester van de
familie de eer en de kroon. En telken
morgen bad Jozef
Heere, indien uw doodsengel
iemand van ons moet slaan, spaar
grooten broer en ook broerken, en
neem mij.
Even werd de zak,die als voor
hang van hel deurgat dienst deed,
opgelicht, en een piot stak zijn hoofd
door de opening.
Is Jozef thuis
Ja, kom binnen zijt gij het.
Karei, wat nieuws
De twee vrienden wisselden een
handdruk Karei trok een ban'csken
uit een hoek en zat neer bij Jozef,
die zich half had opgericht, steunende
op een elleboog
't Was donker iu de dekking;
toch scheen het Jozef, dat er een
droeve lijn lag op het wezen van
zijn dorpsgenooten daar deze
draalde, hervroeg Jozef
Slecht nieuws, zeker
Goed en slecht, antwoordde
Karei, terwijl bij zijn vriend eene
sigaret aanbood. Groote broer is.
heelemaal opgeknapt, terug naar 't
Groot Seminarie gegaan...
Was dat eene opluchting 1 Als 't
met grooten broer goed ging, van
waar kon er dan onheil dreigen
Maar met broerken, met Rafaël..
Met broerken Wat mocht er met
dien blozenden bengel gaande zijn
Kon bem iets overkomen
Met Rafaël is 't slecht... Hij
had eene zware verkoudheid opge
daan met de Paaschvacantie hij
was er mee terug naar 't college
gegaan en had zich niet genoeg doen
verzorgen. Toen het te laat was...
Toen het te laat was vroeg
Jozef angstig.
hebben ze hem naar huis ge
stuurd een specialist heeft er zijne
beste zorgen nog aan besteed, doch
vruchteloos....
Karei boog even over het hoofd
van zijo viiend en zei stiller, opdat
de anderen 't niet hooren zouden
Rafaël is in den hemel, met
halfoogst ts hij gestorven. Hier is de
brief
Dien avond had Jozef de wacht
bij 't stukenkele mitrailleuzen rak-
takten bij tusscheopoozen, soms deed
een opgaande vuurpijl bet maanlicht
verduisteren, doch dan werd het stil
weer en maneklaar.
Jozef dacht aan broerken.
In zijoe verbeelding zag hij hem,
op de speelplaats van zijn eigen oud
college, joelen en stoeien onder de
bottende kastanjeboomen... kommer-
looze kinderjaren!... Te lang had
broerken gewacht, alvorens die on
gelukkige borstkwaal te doen ver
zorgen in de ziekenzaal. De Dokter
zag er geen erg in, doch omdat zij
nog weicen aansleepte, werd broerken
in 't end naar huis gestuurd.
Hoe blij was hij in den vollen
zomer thuis te komen, als de kersen
tusschen de bladeren beginnen te
blozen, als de vogels hunne jongen
azen en over de velden het oogst
lied weerklinkt van pikkers en bind-
sters
Hij was aan 't tollen in het lom
merhuisje. als vader, die van eerst af
een slecht oog had in broerkens
ziekte, met den specialist den tuin
ingewandeld kwam.
Jongen, ge moet seffens te bed.
Maar ik ben niet ziek, mijnheer
de dokter
Aan vader alleen vertrouwde de
dokter het onzalig nieuws toe:
Onnoodig mij nog te doen
roepenmaak hem zijne laatste
weken zacht. Er is niets aan te
doen vliegende tering.
Boven lag broerken in de kussens,
vermagerend van dag tot dag. doch
altijd welgezind en blij, spelend met
paard en zweep, met soldaatjes en
kanonnen en immer moest er
iemand bij hem zitten om te praten.
Dikwijls speelde hij viool en vaker
nog vroeg hij, dat eene van zijn
zusters beneden zou piano spelen
met open deur.
Toen zijn gehoor verzwakte, vroeg
hij, dat zijn bed zou beueden ge
bracht "worden in de voorkamer nabij
het venster.
Daar zag hij de kinderen naar
school gaan, de hooikarren voorbij
rijden. daar zag bij de zwaluwen
/wieren en hoorde hij onder de
dakpannes het gepiep der jonge
spreeuwen, als de oudjes hun aas
aanbrachten.
Met vreeselijken spoed teerde bij
weg. doch de piano mocht niet stil
staan. en toen de vacantie daar
was en de studenten hem kwamen
bezoeken met dicht en gezang, was
bij blijer dan ooit.
Daags vóór O.L. Vrouw Hemel
vaart kwamen zijne tantes over en
aan zijne meter vroeg hij