Derde Blad van „PBEI. EM MAAS" 9 JULI Politieke ontwikkeling. Naar goedkooper geld? De goudhonger. Ons Weekpraatje. Openluchtspel Overloon Broerken. Zaterdag 1 Juli 1933 Vier en vijftigste Jaargang No. 26 Limburgers en Duit- schers. Weg met het on-Limburg- sche fascisme. Katholiek Limburg voere daartegen een krachtig verzet. Wie bet nog niet wist dat de Katholieke Kiesverenigingen na de Tweede Kamerverkiezing niet op nieuw mochten indutten, zal dit in ons Limburg wel langzamerhand be ginnen te begrijpen. Politiek blijft aan de orde en we moeten zorgen van het gedoe van anderen in ons midden niet de dupe te worden. We wonen al'etnaal niet zoo heel ver van onze oosterburen, de Duit schers. We zijn er altijd heel ple zierig mee omgegaan. We waren graag bij hen en we zagen ze graag bij ons. Maar den laatsten tijd zijn velen hunner ongenietbaar geworden. De politiek heeft bun den kolder in den kop gejaagd. Daar worden den laatsten tijd zulke onzinnige dingen vertoond dat we ons afvragen wat onze „gemütliche alte Freunde" be zielt. Toen ze de socialisten en commu nisten op hun nummer zeiten, waren er wel onder ons die dat kranig vonden, maar er waren er toch ook die dieper doordachten en zich af vroegen of er geen recht geschonden werd en of men niet te ver ging. Vandaag hij, morgen wij, vreesde men dan. Ook in Duitschland stelde men zulke vragen. En daarom herhaalde Hilter zoo dikwijls Denk eraan, het is revolutie Ja, zie je. in revolutie- tijd heet de wet opgeheven. Hitier ging slechte lectuur opruimen. Goed Hij beschermde in enkele opzichten de goede zeden. Best 1 Maar meet daarnaar Hitiers fascisme niet af! Hitier ging de joden vervolgen, liet ongestraft de katholieke Kolpingge- zellen ergerlijk mishandelen, laat de band uitsteken tegen goede priesters, randt de christelijke vakvereenigingen en bun leiders aan, die in Duitsch land de communistische revolutie hebben tegengehouden. Daar toont het nieuwe regiem zich van een andere zijde. Het nationaal-socialisme is geluk kig niet in het bevriende Rijnland uitgevonden en dat de meerderheid zich daar vrijwillig en met plezier „gleicbschalten" laat. is voor ons ongelooflijk, al loopen er honderd duizenden in optochten mee. Ge dwongen werk, we weten er alles van Vrees en dwang doen zich hier gelden. Nu zouden we de Duitschers rustig bezig kunnen laten met hun politieke genoegens zonder ons al te veel ons goede humeur te laten bederven. Maar het gekke van het geval is, dat er in ons land zijn. die dat in Duitschland uit den oorlog, de na oorlogsche ellende, den druk der overwinnaars en den ouden militai ristlschen Juokergecst geborene nati onaal socialisme in ons goede land willen na apen, zooals er anderen zijn, die in zulke strapazzen Musso lini tot toonbeeld nemen, alsof wij Italianen waieo. Nu begint het ons zelf aan te gaan 1 En ook in ons Limburg wordt den laatsten tijd niet weinig aan dat fascistisch geliefhebber gedaan. De een houdt het ook bier met Hitier. de ander met Mussolini; een derde wil geen van beiden maar acht zich sterk genoeg zelf een fascistisch stelsel te brouwen en er is een vier de, een vijfde en een heele serie. Dat gedoe is tcch wel buitenge woon on Limburgsch Die „zegening" komt dan ook weer van boven den Moerdijk. Men lette maar eens op wie de lakens uitdeelen. Die fascistische roering zit vooral ir de Mijnstreek, waar zooveel niet- Limburgers zitten en veelal onder de niet katholieken, waarmee de mij nen ons hebben opgeknapt. Maar ongelukkig zijn er weer goede Limburgers genoeg, die zich door niet-Limburgers laten opdraaien. Laten we toch uit onze oogen zien. We hebben het liberalisme uit Lim burg gejaagd, het socialisme tot staan gebracht, terwijl hier van communisme nauwelijks sprake is, maar laten we nu niet in triomf een vijand binnenhalen die veel ver derfelijker is, omdat hij tot ons komt onder een vedeidelijken schijn van goed, onder schoonschijnende leuzen Laten we toch in 's hemels naam ons verstand gebruiken en Limbur gers zijn en blijven Nooit moeten we den aanhang leveren om die menscbenzich op onze schouders naar boven te laten werken. Katholiek Limburg moet zich tegen het fascisme verzetten. Wij katholieken moeten ons zelf blijven. Anders is het met onze evenredige macht en invloed ge daan. Dacht nu een katholiek Limbur ger dat wanneer in Nederland het fascisme baas wordt, de katholieken ooit den „leider" zullen leveren Neen, dan zullen, wij. katholieken, in Holland nooit de „leidende" maar absoluut zeker altijd de „lijdende partij worden. Wij blijven onze oude tradities getrouw en daarom verzet tegen het on-Limburgsche fascisme Het fascisme heeft geen beginselen, dan die welke hun grondslag hebben in hun grondprinciep, dat de staat het begin en het einde van alles is. De staat is er volgens hen niet voor de menschen, maar de men- schen zijn er voor den staat. 'n Mooie boel. als de menschen moeten dienen tot materiaal, waar mee de leiders kunnen omspringen naar willekeur. Maar dien kant gaat het op in Duitschland. En daarbij schijnt Hitier langzamerhand meer geleid te worden dan te leiden. Hitler was tegen de vervolging der katholieke gezellen te Munchen dat weten we uit goede broD. Maar de. gezellen werden toch maar neer- geranseld. Hitier heeft zijn menschen niet meer in de hand. In ons land ligt het facisme be lachelijk uiteen in een dozijn dwerg- partijen, omdat er even zooveel sterke mabnen zijn, die de leider willen spelen en ook omdat de splitsingkanker de „Hollanders" in het bloed zit. We kunnen dat spel letje blijven aanzien, maar laten we zorgen, dat Limburg, het katholieke Limburg vrij blijft van die besmet- ting. We moeten één blijven en daarom ook een krachtig katholiek verzet tegen eiken fascistischen invloed. Limburgsche Kiesvereenigingen, licht uwe leden voor 1 Toont van onderen op een levendige actie voor de Kath. Staatspartij en voor het uit de wereld helpen van misstanden onder hare leidiDg. Volgt de leiding van het Bonds- bestuur, welks wenscb ge uitvoert, wanneer ge paraat zijt voor een zuiver houden van onze rangen en ons blazoen en voor een krachtig verzet tegen geïmporteerde on Lim burgsche invloeden. De katholieke zaak gaat boven alles ROELAND. Eigenlijk is het vraagstuk, of we een beetje inflatie" moeten toepas sen om een opbloei van onzen handel en industrie te forceeren, reeds lan gen tijd acuut. Het is op het oogen blik alleen in een stadium van hernieuwde belangstelling getreden. een vooraanstaand zakenleider en econoom als sir Henri Deterding zich vóór ioflatie heeft uitgesproken. Het denkbeeld van inflatie heeft enthousiaste voorstanders gevonden, maar stuit ook af op hardnekkige bestrijding van velen De meeste menschen hebben ter zake bun stand punt reeds bepaald en ze lieten zich daarbij niet weinig door het eigen belang leiden Vandaar dat redeneeren niet veel meer helpt en ook het woord van Deterding geen bijzondere uitwerking meer zal doen gelden. Als de beer Deterding een zijner bekende voorspellingen deed over den a.s. ondergang van den Rus- sischen communistischen staat, dan vond dat oordeel een voorname plaats in zekere groote dagbladen, want sir Henri Deterding was nu eenmaal de man, die het weten kan. En als dezelfde Deterding een mee ning ten beste gaf over sport of over onderwijs, ook dan werd zijn oordeel als gezaghebbend gelanc?erd. Maar nu de heer Deterding inflatie aanbeveelt, nu schudden de redacties dierzelfde bladen meewarig het hoofd en verkondigen ze mei nadruk, dat de beer Deterding verstandiger deed met zich aan zijn petroleum te houden. Wij voor ons. we hebben geen reden om den heer Deterding bij te vallen, maar ook niet om hem te verguizen om zijn inflatie-ideeën. Inflatie is ten allen tijde een kwaad, maar een kwaad kan onontkoombaar wezen en. dan moet men het weten te nemen, al ware het maar om erger kwaad te ontgaan. Er is zoowel vóór als tegen in flatie veel te zeggen Inflatie verhoogt voorloopig de concurrentiemogelijk heden en maakt 's lands lasten dragelijker. Inflatie kan leiden tot vermindering van werkloosheid. In flatie voorkomt veel loonstrijd en breogt den levensstandaard auto matisch op lager peil. Tegen inflatie valt aan te voeren, dat de voordeelen er van zeer wille keurig worden verdeeld. Een huizen bezitter b.v. zal bij inflatie eer voor- dan nadeel hebben. In geldswaarde zullen panden stijgen en... hypotheken kunnen gemakkelijker worden afge lost. Het zijn dan ook de hypotheek houders, die door inflatie zeer zeker gedupeerd zullen worden. Zij krijgen aan waarde minder terug dan ze eens uitleenden. Schade lijden ook spaarders, verzekerden, pensioen gerechtigden. De guldens, die ze ont vangen gaan, zijn niet de guldens, welke hun eens gegarandeerd werden. Ook de loontrekkenden zullen met een gelijk gebleven inkomen minder aan waarde gaan ontvangen. Niemand ontkent de door ons genoemde nadeelen van inflatie, maar de voorstanders meenen. dat die nadeelen zullen meevallen. Wanneer de waardedaling niet te erg is. b.v. niet meer dan een derde van de oorspronkelijke waarde omvat, dan zoo zeggen ze zal inflatie geen noemenswaardige prijsstijging ten gevolge hebben. Ten bewijze daarvan wijzen ze op Engeland, waar de levensstandaard niet noemenswaardig zou zijn verhoogd, ondanks de daling van het pond. Voor het binnenland zou het pond het pond zijn gebleven en zoo er al ergens een tendens tot prijsopvoering ontstond, dan werd die door concurrentiezucht aanstonds vernietigd. Het volk had geen be zwaar om een daling van het pond te aanvaarden, maar het heeft zich met succes verzet tegen een opvoering van den levensstandaard. Indien dat alles juist is en ook voor ons land zou blijken op te gaan, dan is het inderdaad niet van zoo veel beteekenis. of loonen, pensioenen, renten enz. in intensieve waarde, in goudwaarde dus, achteruitgaan, als de koopkracht op de binnenlandsche markt ongeveer dezelfde zou zijn gebleven. Dan zouden we inderdaad grif de voordeelen van inflatie kun nen aanvaarden, welke gelegen zijn in verhoogde concurrentiemogelijk heden op de internationale markt, dus in een opleving van handel en industrie, afname der werkloosheid, een aanzienlijke flnancieele ontlasting van den staat enz. Toch blijven voor ons twee groote bezwaren bestaan. Het eerste is van zedelijken aard. Moedwillige inflatie beteekent altijd een willekeurige ont- rechting. Het tweede bezwaar is uitsluitend van practischen aard. Nederland met zijn gulden wordt beschouwd als laatste burcht van den gouden standaard. Valt ook deze burcht, dan krijgen we onvermijde lijk den monetairen chaos. Inflatie kan alleen voordeelen bieden, wan neer de geldswaarde in anderelanden op hooger peil gehandbaaft blijft. Indien inflatie overal wordt toege past, resten alleen de nadeelen er van. In dat geval zullen de staten dus een wedstrijd in verlagiag van hun muntwaarde met el cander moeten aangaan. Tot het bittere einde van de algeheele economische ontwrich ting. Hiermee hebben we de voornaam ste voor- en nadeelen van inflatie geschetst. Het is echter niet noodig. dat ge er u toe zet om nu rustig te gaan overwegen, wat ge kiezen zult. Er is voor ons niet te kiezen. We zullen gedwongen worden, óf tot het een, óf tot het ander, door de ont wikkeling van de economische en monetaire verhoudingen. Onze regeering en de Nederland- sche Bank staan nog pal voor onzen goudgulden, niet uit braafheid alléén, maar omdat zulks op het moment voor ons nog het voordeeligste schijnt. Het hangt geheel af van hetgeen in het buitenland gebeurt en van hetgeen o.a. ter Economische Conferentie zal worden bereikt, of we niet eens, misschien wel spoedig, gedwongen zullen worden om tot inflatie over te gaan. Van den Nederlnndsclien handelHar Het is algemeen bekend, dat sovjet-Rusland slavenwerk laat ver dichten in de Russische bosschen. Boeren, priesters, bisschoppen, aan hangers van het oude Rusland, oud officieren en hoevelen meer be werken in een lange dagtaak dat hout en worden beloond met slechts een weinig voedsel en een schamel nachtverblijf, 't Is de meest ergerlijke slavernij onder een regeering, die beweerde het Russische volk vrij heid te brengen. Die houtproductie wordt voort durend grooter, hetgeen bewijst, dat er meer slaven komen en dat deze harder worden afgejakkerd En toch. er is alle kans, dat onze huizen met dat door slavernij ge wonnen Russische hout. waaraan het bloed en zweet kleeft van zoo vele ongelukkigeD. gebouwd worden, Nederland betrekt volgens een handelsbericht vier maal zooveel hout uit Rusland als het vorig jaar. Een vijfde deel van den Russischen bout- uitvoer gaat naar Nederland. Aan de Zaan heerscht thans een groote drukte met het lossen van dat hout. De Nederlandsche bandelaar heeft het meest van allen de oude Romein sche spreuk tot de zijne gemaakt, dat geld niet riekt. Men kan er niet aan ruiken, hoe het gewonnen werd. Het luchtje zou anders dikwijls onverdraaglijk zijn. Intusschen zijn we de indirecte helpers in de gruwelijke practijken van de sovjets. 'n Mensch weet zich tenslotte onder velerlei omstandigheden te schikken, als-ie maar een keetje kan huichelen. Journalisten weten daarvan mee te praten. Of hebt u soms ooit in het verslag van een uitvoering of andere feestelijkheid gelezen, dal de verslaggever zich stierlijk had zitten vervelen? Een goede verslaggever verveelt zich nooit Hij doet, of alles hem even interessant voorkomt en dat stemt zijn omgeving, meestal het be stuur van de ontvangende veree- niging zóó prettig, dat ze hem den tijd met allerlei kleine attenties weten te dooden. Tijdens den oorlog werden we in Leuven bij de verwoesting der stad door de Duitschers gearre steerd en gevangen gezet, een lot dat we met vele burgers, ook deel den met een journalist. Den an deren dag werden we door e«>n hoogen officier verhoord. Toen den vreemden journalist gezegd werd, dat Leuvens burgers vanuit hun huizen een moorddadig vuur op de Duitsch troepen hadden geo pend. beweerde de gevangene.dat hij daarvan niets gemerkt had. En toen de officier, met het verhoor belast, ook nog verklaarde, dat de Duitschers slechts noode en ge dwongen door de omstandigheden, tot de verwoesting van de slad hadden moeten besluiten, haalde de verdachte ongeloovigzijn schou ders op. Hij werd toen een paar maanden in het half verwoeste fort Pontisse bij Luik opgesloten en had in dien tijd zooveel com passie met zich zeiven leeren krijgen, dat hij de ellende der Leuvenaars vergeten was. Toen we zelf aan de beurt waren en ook ons van deschand- daden der burgers van Leuven was verteld geworden, hebben we meewaardlg het hoofd geschud, en we hebben gezucht, toen ons werd voorgehouden, dal de Duit schers slechts uit uiterste nood zaak lot hun krasse maatregelen waren overgegaan. Door dal hoofd schudden en zuchten waren we direct frère et ami geworden met de Duitsche bevelvoering in Leuven; een officier trok met ons door de verwoeste stad en een Duitsche legerautc voerde ons tenslotte naar de Hollandsche grens om ons in staat te stellen, spoedig verslag der gebeurtenissen te doen. Bij hel samenstellen daar/an echter hebben we ons alleen door de waarheid laten leiden, niet door de bewezen vriendelijkheid. En we waren blij, toen onze laak eindelijk was afgeloopen en we niet meer naar België terug boefden, want al moet een jour nalist al eens weten te huichelen uit beroepshoofde, als mensch staat hem dat toch geweldig tegen. Wat we op het oogenblik al niet zouden prakkezeeren, als we in Berlijn zaten als Hollandscb correspondent, weten we niet, maar omdsl we wel weten, dal we ons als mensch niet vrijwillig in omslandigheden wenschen te brengen, welke een dosis huiche larij vereischen, daarom weten we wel, dat we van dit jaar als vacanlieganger de Oostgrens van ons land niet zullen overschrijden Vast niet De Duil8che autoriteiten mogen nog zoo nadrukkelijk verzekeren, dat buitenlanders op haar gebied met respect zullen worden be handeld, wie de geestelijke atmos feer kent, welke op het oogenblik over Duitschland hangt, weet. dat het daar op het oogenblik heel moeilijk ademen is voor degenen die op het behoud van en het respectvoor eigen persoonlijkheid is gesteld. Wie voor zijn plezier naar Duitschland beoogt te gaan, moet er ven doordrongen wezen, dat daar een fanatieke, geestesstroo ming waart, waarin hij zich als nuchter en vrijheidslievend Hol lander moeilijk kan laten opnemen Wil hij er een ersatz aan ver tier en genoegen smaken, dan zal hij meeleven moeten huichelen met dingen, welke hij verfoeit en hij zal zich moeten vernederen tot het stellen van daden, waar legen zijn gemoed in opstand komt. Anders zal hij moeten rekenen op een zure vacanlie en., misschien ook op een weerkeer in hel vaderland met blauwe builen en striemen. Wie in het Duitschland van Hitier wil verkeeren, moet zich aan de Nat. Socialistische manie ren weten aan te passen. De nieuwe machthebbers eischen dat van al hun landgenoolen op de eerste plaats. De burgemeester van Gronau heeft het dezer dagen nog in een bekendmaking laten weten, dat hij er vreeselijk over ontsticht was, dat sommige men schen in de stralen der stad roet de handen in den zak liepen te lummelen en geen eerbied be toonden bij hel passeeren van Nat. Soc. vaandels en emblemen of het ontmoeten van nieuwe gezags dragers. De burgemeester eischle dat in al zulke gevallen het ge bruikelijke eerbetoon zou worden gebracht en dat er dan stram zou worden gegroet. Overtredingen zouden in den vervolge ter plaatse worden gestraft. Dal laat aan duidelijkheid niets te wenschen Aan rang 3 uur. Entrée f 1.50, !•-, 0.50. Gezelschappen van minstens 10 personen 10 red. bij aanvrage uiterlijk daags tevoren. TELEFOON 3. over. Zeker, voor buitenlanders gelden deze regelen misschien niet. maar een pak slaag heeft men licht te pakken, alvorens men ge legenheid heeft om een paspoort voor den dag te halen. Er is in den tegenwoordigen tijd alles voor te zeggen om vacantie in eigen land door te brengen, het is zeker beter en verstandiger dan een reis naar Duitschland. Door in het eigen land te blijven laat men zijn guldens aan land genoolen en men bewaart hel eigen karakter. Bij trage zware druppels, uiteen- gewaaierd door een nukkigen wind. viel de koele Septemberregen, die het hooge verwilderde gras op de braaklanden langs den Ijzer neer sloeg. en baan en frontwegels door zijpelde tot modderpoelen. De gevechtslijn laogs was alles stil; alleen in de verte, aan de kanten van de „Nieuwe Herberg", bromde 't zwaar kanon van den gepantserden trein. In de kleine dekking, waar ze gezesseD sliepen, drie boven drie, was de telefonist even opgestaan, had iets gebromd tusschen zijne tan den over 't slecht weer... Elf uurdoor,tijd voorde soep... doch ze hadden brood kunnen bij koopen en boter't was de moeite niet zoover door den regen naar de keuken te loopen om een keteltje schotelwater Nabij Caeskerke, kletterde een machinegeweer. Hoor 1 Fritz slaat opzijn gamel bij heeft ook honger! Geen van zijne makkers roerde ze hadden een barren nacht door leefd. geschoten met 't kanon tot tegen den morgen, en eerst, toen de dag in de lucht kwam, waren zij doodvermoeid op hun stroozak gaan liggen. De telefonist kroop terug onder zijne sargie.... Het zwart katje, dat op zijn voeten eind ineengerold te slapen lag. en dat hij bad gestoord, werd aan den overkant door Jozef bijgeroepen Kom poesie 1 Poesie kwam al spinnend op het hoofdeind gesprongen. Kom, kruip onder deken, leg u in mijn arm, zoo... Jozef lag warm onder de deken, daarbij zijn mantel hoog over zijn aaogezicht getrokken, toch bad hij sinds den morgen geen oog kunnen luiken. Hij had een bang voorgevoel: groote broer was ziek aan den over kant van de lijn, en sedert langeD tijd had geen brief, met een Hol- landsch koninginnekopje, nog nieuws van huis gebracht. Groote broer, die seminarist was, lag hem om deze reden dubbel aan 't hart in een land van geloof als Vlaanderen is de priester van de familie de eer en de kroon. En telken morgen bad Jozef Heere, indien uw doodsengel iemand van ons moet slaan, spaar grooten broer en ook broerken, en neem mij. Even werd de zak,die als voor hang van hel deurgat dienst deed, opgelicht, en een piot stak zijn hoofd door de opening. Is Jozef thuis Ja, kom binnen zijt gij het. Karei, wat nieuws De twee vrienden wisselden een handdruk Karei trok een ban'csken uit een hoek en zat neer bij Jozef, die zich half had opgericht, steunende op een elleboog 't Was donker iu de dekking; toch scheen het Jozef, dat er een droeve lijn lag op het wezen van zijn dorpsgenooten daar deze draalde, hervroeg Jozef Slecht nieuws, zeker Goed en slecht, antwoordde Karei, terwijl bij zijn vriend eene sigaret aanbood. Groote broer is. heelemaal opgeknapt, terug naar 't Groot Seminarie gegaan... Was dat eene opluchting 1 Als 't met grooten broer goed ging, van waar kon er dan onheil dreigen Maar met broerken, met Rafaël.. Met broerken Wat mocht er met dien blozenden bengel gaande zijn Kon bem iets overkomen Met Rafaël is 't slecht... Hij had eene zware verkoudheid opge daan met de Paaschvacantie hij was er mee terug naar 't college gegaan en had zich niet genoeg doen verzorgen. Toen het te laat was... Toen het te laat was vroeg Jozef angstig. hebben ze hem naar huis ge stuurd een specialist heeft er zijne beste zorgen nog aan besteed, doch vruchteloos.... Karei boog even over het hoofd van zijo viiend en zei stiller, opdat de anderen 't niet hooren zouden Rafaël is in den hemel, met halfoogst ts hij gestorven. Hier is de brief Dien avond had Jozef de wacht bij 't stukenkele mitrailleuzen rak- takten bij tusscheopoozen, soms deed een opgaande vuurpijl bet maanlicht verduisteren, doch dan werd het stil weer en maneklaar. Jozef dacht aan broerken. In zijoe verbeelding zag hij hem, op de speelplaats van zijn eigen oud college, joelen en stoeien onder de bottende kastanjeboomen... kommer- looze kinderjaren!... Te lang had broerken gewacht, alvorens die on gelukkige borstkwaal te doen ver zorgen in de ziekenzaal. De Dokter zag er geen erg in, doch omdat zij nog weicen aansleepte, werd broerken in 't end naar huis gestuurd. Hoe blij was hij in den vollen zomer thuis te komen, als de kersen tusschen de bladeren beginnen te blozen, als de vogels hunne jongen azen en over de velden het oogst lied weerklinkt van pikkers en bind- sters Hij was aan 't tollen in het lom merhuisje. als vader, die van eerst af een slecht oog had in broerkens ziekte, met den specialist den tuin ingewandeld kwam. Jongen, ge moet seffens te bed. Maar ik ben niet ziek, mijnheer de dokter Aan vader alleen vertrouwde de dokter het onzalig nieuws toe: Onnoodig mij nog te doen roepenmaak hem zijne laatste weken zacht. Er is niets aan te doen vliegende tering. Boven lag broerken in de kussens, vermagerend van dag tot dag. doch altijd welgezind en blij, spelend met paard en zweep, met soldaatjes en kanonnen en immer moest er iemand bij hem zitten om te praten. Dikwijls speelde hij viool en vaker nog vroeg hij, dat eene van zijn zusters beneden zou piano spelen met open deur. Toen zijn gehoor verzwakte, vroeg hij, dat zijn bed zou beueden ge bracht "worden in de voorkamer nabij het venster. Daar zag hij de kinderen naar school gaan, de hooikarren voorbij rijden. daar zag bij de zwaluwen /wieren en hoorde hij onder de dakpannes het gepiep der jonge spreeuwen, als de oudjes hun aas aanbrachten. Met vreeselijken spoed teerde bij weg. doch de piano mocht niet stil staan. en toen de vacantie daar was en de studenten hem kwamen bezoeken met dicht en gezang, was bij blijer dan ooit. Daags vóór O.L. Vrouw Hemel vaart kwamen zijne tantes over en aan zijne meter vroeg hij

Peel en Maas | 1933 | | pagina 9