MKELIOa
Ei®
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
PINKSTEREN.
'OORDEEUQSI/
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Colijn's Crisis-
program.
Een daad.
Binnenland.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 3 Juni 1933
Vier en vijftigste Jaargang No. 22
Ut
p MANUFACTUREN
BLIJKEN
TOCH HET
PEEL EN MAAS
UFACTUREN
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER AuVFRTENTlEN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7'et.
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNUKHOF VENRAY
Telefoon 51 GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent
voor het buitenland 1 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent
0. L. Vrouw Behoudenis
der Krankeu, Oostrum.
Als de groote feiten uit de wording
der christenheid worden herdacht,
dan laten velen en wij behooren
tot hen zich leiden tot het treffen
van vergelijkingen met een korter
verleden of met de gebeurtenissen
van het heden. Ook een geloovig
menscb is en mag critisch zijn. We
kunnen ontzag hebben voor de god
delijke werken en toch behoefte ge
voelen om de goddelijkheid, het
wonderbaarlijke, in die werken voor
eigen overtuiging zéker te stellen.
Toen in de dagen van pentakostos
(Pinksteren) de apostelen zich ver-
eenigd hadden, werden zij vervuld
van den Heiligen Geest en daarmee
werden de eenvoudige visschersliedeo,
die ongeletterd waren, in staat ge
steld tot groote dingen. Tot de ver
kondiging van God's woord in talen,
welke ze voorheen niet verstonden.
Tot verded.ging van Christus' leer
tegenover gestudeerden en ontwik
kelden.
Is dat alles nu werkelijk zooveel
bijzonders? Beteekent het veel meer,
dan dat ze vervuld werden van den
goeden geest, welke benoodigd is om
met hart een zaak te dienen en
daarbij moeilijkheden te overwinnen?
Hoevele eenvoudige lieden kennen
we niet uit eigen omgeving, die óók
met zulken goeden geest, ten opzichte
van zeer verschillende en vaak tegen
strijdige zaken, zijn vervuld Hebben
we trouwens ook niet zelf het een
of ander ideaal, hetwelk we met
begeestering aanhangen, colporteeren
en verdedigen?
De ongeletterde apostelen werden
plots in staat gesteld om de waar
heid, zooals ze die gevonden meen
den te hebben, in allerlei taal en
uitbeelding te gaan verkondigen. Dat
kan op een goddelijk ingrijpen wijzen,
maar wordt door sommigen als een
Oostersche beeldspraak opgevat,
waarmee te kennen werd gegeven,
dat de heilige drift voor prediking
der waarheid ze alle moeilijkheden
van taal en anderszins deed over
winnen, op energieke, maar tenslotte
natuurlijke wijze, door eigen aan
passing en aanleering derhalve.
En zulke geestdrift voor een goede
zaak, zoo kunnen we meenen, uit
zich ook nu nog wel op de wereld.
Als we ons bij het zoeken van
vergelijkingen aan de feitelijkheden
houden, dan denken we al gauw
aan de jongste uitdragers van z.g.
wereld-hervormende beginselen, die
het voor de vervulling van hun
idealen niet alleen zonder het christen
dom meenden te kunnen stellen, maar
wier groote voorgangers en voor
naamste volgelingen zelfs tegenover
het christendom stelling kozen.
Ze meenden het misschien goed,
maar ze dwaalden en dat bleek in
de ure des gevaars, in de oogenbl/k-
ken der beproeving, in den tijd van
vervolging. Dan gaat de meest
energieke geest ten onder; alleen de
goede, heilige geest is on\erwinnelijk
omdat deze een geest Gods is, een
hemelsche genade, welke door geen
menschelijk geweld is uit te bannen.
Op een goeden Zondag klonk het
in Berlijn uit honderdduizenden vuis
ten omhoog. Zestig duizend man,
zoo werd toen verkondigd, stonden
in Duitschland's hoofdstad klaar, om
met de wapenen in de hand de
vrijheid te verdedigen. Een
paar Zondagen later lag heel dat
leger, door dreiging alleen, lam ge
slagen en rood werd een ongeziene
kleur in Berlijn.
We veroordeelen den geest niet,
welke die menschen beeft beheerscht
maar het was een onmachtige,
menschelijke geest, waarvan ze waren
vervuld. We m-'gen menschelijke
idealen stellen, maar als die niet
gebaseerd zijn op goddelijk recht en
onderwerping aan de leiding ^aD
de goddelijke Voorzienigheid, dan is
het geen goede, geen onoverwinne
lijke, geen onvergankelijke geest.
De discipelen van Jezus werden
op Pinksteren vervuld van den
goeden Geest, die uit God zelf
voortkwam, uit de goddelijke per
soonlijkheid was ontsproten. Die
geest gat ze kracht om moeilijkheden
van taal en ontwikkeling, of van
welken anderen aard ook, te over
winnen. Die geest gaf ze sterkte
om met vreugde te lijden en te
sterven voor de waarheid.
Op één na. ziju alle apostelen,
verspreid over de wereld, den
marteldood gestorven, maar de geest,
van welken ze vervuld werden, leeft
voort en geeft na negentien eeuwen
nog steeds aan nieuwe apostelen de
kracht om „Leve Cristus-Koning'' te
juichen, als hun bart door moordend
lood of staal wordt vaneen gereten.
„Zoo vaag als een Troonrede",
zoo hooiden we in onze omge
ving minister Colijn's regeeringsver
klaring beoordeelen. Dat is toch niet
juist. Van een minister-president, die
slechts sedert enkele dagen de zware
moeilijkheden van een kabinetsvor
ming heeft overwonnen, mag men
niet verwachten, dat hij reeds in
staat zou zijn om de Volksvertegen
woordiging een gedetailleerd regee-
ringsprogram voor te leggen, zeker
niet wèar dat hier een saneerings-
plan zou moeten uitmaken, hetwelk
ouze maatschappelijke positie in de
zwaarste economische wereldcrisis
uit de geschiedenis, veilig stelt.
Wanneer de heer Colijn nu reeds
klaar en duidelijk aanwijst, op welke
pijlers hij het gehavende gebouw
onzer economische en maatschappe
lijke welvaart wil reconstrueeren, dan
heeft hij aan elke redelijke voor
waarde van inzicht en beleid voldaan.
En die pijlers heeft hij ons getoond.
Hij heeft te kennen gegeven
allereerst 1 dat het onze taak is
om aan de internationale herstel
pogingen mee te werken, omdat alle
streven voor zelfbehoud tot misluk
king moet zijn gedoemd, als orde en
welvaart niet opnieuw het bezit
werden van heel de wereld. De
crisis is een internationale ziekte.
Colijn is dan ook niet begonnen met
zeggen steun, wat ik ga doen, maar
hij riep op om te helpen aan de
groote reconstructiewerken van inter
nationale politieke figuren. Hij zei
onvoorwaardelijken steun toe aan
de boodschap van president Roose
velt en aan de Economische wereld
conferentie te Londen.
Colijn blijkt voorts herstel te
zoeken van het financieel evenwicht
door inperking van publieke uitgaven,
handhaving van geldende heffingen
en invoering van een omzetbelasting.
Iedereen begrijpt, dat voor 's lands
zelfbehoud zulk herstel van het
financieel evenwicht noodzakelijk is.
Een tekort dreigt op de a.s. begroo
ting van 270 millioen 1 Honderd vijf
en twintig millioen moet door be
zuiniging worden gevonden. Zullen
loonen en salarissen voor verdere
vermindering gespaard kunnen blijven
Handhaving van geldelijke heffingen,
wil dat niet zegqen, dat alle
tijdelijke heffingsmaatregelen in defi
nitieve zullen worden omgezet De
omzetbelasting, welke zoo lang ge
dreigd heeft, zal worden ingevoerd.
Er zullen wel méérdere nieuwe lasten
moeten worden uitgedacht.
Het blijkt uit de regeeringsverkla
ring Colijn durft, maar we moeten
in onze omstandigheden een minister
hebben, die durft, anders gaan we
er aan. Anders zal ons laatste beetje
welvaart wegvallen en door inflatie
zou elke bestaanszekerheid ophouden
en onze laatste reserve zou worden
vernietigd.
Colijn zal duiven. Hij zal heilige
huisjes moeten ontwijden de heilige
huisjes van eigen persoonlijke en
industrieele vrijheden. Colijn zal het
bedrijfsleven „ordenen", mede tot
bestrijding der werkloosheid. De
nieuwe minister-president kan het
alles nog niet precies zeggen, hoe
hij het doen zal. Zal hij arbeidstijden
willen regelen, uitvoerpremiën willen
geven, loonkwesties beïnvloeden
Hij zal misschien niet kunnen ont
komen, noch aan het een, noch aan
het ander. Aan de aanwijzingen
echter, welke hij geeft, zien we reeds,
dat hij geen straffe en ongewone
middelen zal ontzien om land en
volk te dienen. Als het moet, dan
ook tegen de vox populi in.
De nieuwe regeering zal niet dul-
deu, dat de noodzaak van gestreng
heid door demagogen zal worden
uitgebuit om bet vólk op te zetten
tegen de meesters, die wonden
moeten cureeren. Om een sareerings-
actie te doen slagen, is vóór alles
orde, rust en tucht noodig. En daar- cjueDties niet tot in het absurde
om zal de nieuwe regeering. nairze
liet weten, terreur noch anarchie
dulden.
Bij dat alles rekent ze op de een
dracht van h«t volk, op de mede
werking van alle goedwillende
elementen.
Wij voor ons, we vinden het een
regeeringsverklaring, welke misschien
nog maar weinig precies zegt, maar
toch een inhoud heeft, welke ver-
wachtigen wettigt.
Met een variatie op een bekende
buitenlandsche groet, heeft menigeen
na het lezen van de jongste regee
ringsverklaring, onderwijl hij zijn.,
portemonnaie voor den dag haalde,
zuchtend gejuichtHeil Colijn
Ter voorkoming van liet
werkloosheidsvraagstuk.
Het werkloosheidsvraagstuk biedt
velerlei aspecten en als we aan een
„oplossing" gaan denken, dan komt
het er op aan, hoe men de zaak be
ziet. Men kan de huidige werkloos
heid beschouwen uitsluitend als
„crisisverschijnsel" en derhalve een
oplossing pogen te forceeren door
zooveel mogelijk het herstel van het
„normale" economische leven te
bevorderen. Er zijn echter ook men
schen, die beweren, dat hetgeen we
„normaal" noemen, nimmer zal weer-
keereD, omdat de ontwikkeling der
techniek en andere oorzaken de
medewerking van steeds minder
levende werkkrachten in het productie
proces zullen vereischen.
Het is moeilijk om te bepalen, wie
het werkloosheidsprobleem op de
meest juiste wijze beziet. Onze groote
economen en financiers hebben geen
van allen de huidige crisis voorzien
en voorspeld. Eerst toen de maat
schappelijke ontwrichting er was,
hebben zij ons haarfijn uitgelegd, hoe
deze noodzakelijkerwijze geboren is
moeten worden, maar zelfs in de
aanwijzing dier oorzaken loopen hun
meeningèn nog vet uiteen. Wie deze
geweldige crisis niet hebben kunnen
voorspellen, behoeven ons thans niet
wijs te maken, dat ze gauw gedaan
zal wezen, of nimmer gedaan zal
raken of wel door een nieuwe maat
schappelijke en economische wereld
orde zal worden opgevolgd.
Theoretiseeren over de crisis kan
heel interessant en misschien ook
wel nuttig wezen; voor een oogen-
blikkelijke verbetering van den toe
stand hebben we er niets aan. Van
meer direct belang is het om de
bestaande werkloosheid als een nood
zakelijk kwaad te aanvaarden en dan
na te gaan, hoe de lasten van deze
bezoeking het minst moeilijk te
dragen worden gemaakt voor individu
en maatschappij. In bedoeld opzicht
heeft de directie der Kwatta fabrieken
dezer dagen een mooi voorbeeld
gesteld. Tegenover alle getheöretiseer
over de crisis heeft ze een daad ge
steld, een daad, welke misschien
zegenrijke gevolgen kan hebben, als
ze algemeen wordt nagevolgd.
De directie der Kwatta-fabrieken
heeft aan een aantal vrouwelijke
werkkrachten in haar onderneming
ontslag gegeven en in de open
gekomen plaatsen jonge mannelijke
werkkrachten aangesteld op arbeids
voorwaarden, welke mede door de
confessioneele en moderne vak
organisaties waren goedgekeurd. Het
was een experiment, maar reeds na
een paar dagen bleek, dat de jonge
mannelijke werknemeers al gauw
zooveel handigheid kregen in het te
verrichten werk, dat ze voor de
vrouwelijke voorgangsters weldra
niet zullen behoeven onder te doen.
Natuurlijk zijn aan zulke regeling
bezwaren verbonden er worden
immers „slachtoffers" gemaakt. Het
zijn jonge meisjes en vrouwen, die
eerst werkloos worden gemaakt om
de jonge mannen aan den arbeid te
kunnen zetten. Inderdaad. Het gaat
er ook niet om, om de werkloosheid
te verminderen, maar om dezer lasten
doelmatiger te verdeelen. Werkende
jonge meisjes en dito vrouwen be
werken meestal slechts de verhooging
van een gezinsinkomen, terwijl jonge
mannen aangewezen zijn om een
gezinsinkomen te verwerven en op
overheidshulp zijn aangewezen, als
ze door de heerschende werkloosheid
daarin niet slagen.
De economische ontwrichting van
het maatschappelijk leven heeft ver
moedelijk een heel samenstel van
oorzaken. Een daarvan is ongetwij
feld ook het feit, dat in en na den
oorlog honderdduizenden vrouwen
zich een plaats hebben veroverd in
fabriek, magazijn, werkplaats, kantoor
of anderzins, waar vroeger uitsluitend
mannelijk personeel werd aangesteld.
Ook dat heeft tot ontwrichting in
de maatschappelijke verhoudingen
geleid. We zullen hier den terugweg
moeten betreden, al zullen de conse-
mogen worden getrokken. Ook de
directie der Kwatta-fabrieken heeft
bet vrouwelijk personeel gehandhaafd
voor werkzaamheden, welke om haar
aard 'meer speciaal voor meisjes en
vrouwen geschikt zijn, b v. in de
wikkel- afdeelingen.
De heer van Iersel, directeur der
Kwatta fabrieken, heeft nog een
andere gedachte opgeworpen om de
lasten der werkloosheid practischer
te verdeelen.
Vele tienduizenden jonge mannen
loopen werkloos rond en moeten
door steunmaatregelen worden onder
houden, terwijl ook aan kindertoe
slagen dan nog millioenen per jaar
heengaan. Door samenwerking tus-
schen werkgevers, werknemers en
overheid, moest steun, maar dan in
den vorm van wachtgeld, slechts ge
geven worden aan personen boven
55 jaar. Dat zou practisch beteeke-
nen, dat alle jonge mannen en huis
vaders weer aan loonenden arbeid
kwamen, terwijl wachtgeld zou wor
den uitgekeerd aan degenen, die
ouder ziju dan 55 jaar, dus op rust
het meeste recht hebben en boven
dien niet zooveel levensbehoeften
(gezinsonderhoud) meer kennen.
Keeren „normale" maatschappelijke
verhoudingen inderdaad terug, dan
zouden ook de wachtgelders weer
geleidelijk in het productieproces
kunnen wotdea opgenomen.
De nieuwe Kamer en het
Crisisministerie in actie. Heil
den belastingbetaler! En heil
den gulden 1 Zal Braat nog
van de partij zijn De A.J.C.
krijgt geen militair tentendak.
Vrijwillige of gedwongen ver
korting van den arbeidstijd.
Varia.
Dinsdag is de nieuwe Tweede
Kamer aan haar normale parlemen
taire werkzaamheden begonnen. Ze
moest zich allereerst weer vao een
voorzitter voorzien, want de bee'
van Schaik (R.K.), die door de
Koningin, op voordracht van de
Kamer, als zoodanig was benoemd,
is intusschen minister geworden. Hij
zal nu als voorzitter der Kamer
worden opgevolgd door een partij
genoot, die nog pas minister was,
n.l. door dea heer Ruys de Beeren-
brouck, die trouwens al méér met
het voorzittersbijltje (lees hamertje)
heeft gehakt.
En Woensdag heeft de nieuwe
premier, Dr. Colijn, aau beide zijden
van het Binnenhof zijn regeerings
verklaring afgelegd, welke een diepen
indruk op de aanwezigen heeft ge
maakt. De heer Colijn heeft ons den
ernst van 's lands economischen toe
stand scherp voor oogen gehouden
en ons op het-brengen van zware
offers voorbereid. Reeds uit de ge
publiceerde correspondentie, gevoerd
tijdens de onderhandelingen voor de
kabinetsformatie, waren enkele cijfers
bekend geworden, welke ons als
goede burgers en belastingbetalers
hebben doen huiveren... Een begro
tingstekort voor '34 van 270 millioen,
waarvan 125 millioen door bezuini
ging moet worden gevonden en de
rest.... Siddert, belastingbetalers 1
Wat een geluk, dat uit het jaar
verslag van de Ned. Bank tenminste
gebleken is, dat de positie van den
gulden hecht en sterk is. Desondanks
vermaant ook de directie van de
Ned. Bank ons met nadruk, „dat
we niet kunnen voortgaan met op
den tegenwoordigen voet te leven
en er alle aanleiding bestaat om de
als urgent en onvermijdelijk bepleite
maatregelen te treffen voor de aan
passing aan de gewijzigde omstan
digheden."
Is het niet, of de directie van de
Ned. Bank zich hier achter den heer
Colijn opstelt als een wrekende
Nemesis, het land en ods laatste
beetje welvaart met vernietiging be
dreigende, als we niet van des Colijns
wille zouden blijken te zijn?
Het is verheugend, dat de nieuwe
regeering de medewerking van een
oud-parlementariër als de heer Braat
wellicht toch niet zal behoeven te
ontberen. De heer Braat Is eigenlijk
op onrechtvaardige wijze „gewipt"
door Mr. Vervoorn, die op de
plattelanderslijsten maar 6000 stem
men verkreeg tegenover den heer
Braat 35,000 stemmen. Alleen door
de eigenaardige techniek van de
Kieswet, waarmee bij de samenstelling
en samenvoeging der lijsten niet vol
doende rekening is gehouden, werd
de heer Vervoorn gekozen verklaard.
Er wordt nu echter onderhandeld
tusschen de kiezers en den heer
Vervoorn, die bereid schijnt te zijn
om plaats te maken voor den heer
Braat.
God en Vaderland zijn voor velen
begrippen, welke slechts worden
gekend, als men er niet buiten kan.
Daar hebben we de socialistische
jeugdorganisatie, de A. J. C. Die
is natuurlijk principieel anti-railitairis-
tisch, maar als er hier of daar een
kamp moet worden opgeslagen, dan
worden aan „Defensie" militaire ten
ten en dekens ter leen gevraagd.
Die zijn dan ook altijd gegeven
maar van het jaar heeft minister
Deckers geweigerd. Wat ons be
treft, we hadden die tenten best aan
de jongelui gegund, maar het moet
o.i. toch niet prettig wezen om met
een anti-militairistischen geest onder
oorlogs-tentmateriaal in slaap te
gaan.
De Hooge Raad van Arbeid heeft
onder voorzitterschap van prof. Aal-
berse vergaderd over o.m.
eventueele verkorting van den ar
beidstijd in ons land, over een vrij
willige verkorting en van eene, welke
door de regeering voor bepaalde
bedrijfstakken na een zekere proce
dure zou kunnen worden verordend
Over het laatste denkbeeld staak
ten de stemmen met 18—18. Zooals
men weet, is de Hooge Raad van
Arbeid een college, dat slechts ad
viseert (aan de regeering).
Tenslotte eenige Varia. De
groote huurstakingen, welke in Am
sterdam onder communistische leiding
zijn georganiseerd geworden, werden
door de stakers, welke zich volledig
hebben moeten overgeven, verloren.
Ook de achterstallige huren zullen
volledig moeten worden betaald en
mede de kosten, welke gemiddeld
circa 90 g!d. per gezin zullen be
dragen. Een deel der huurpenningen
was aan het „stakingscomité" atge
dragen, dat een aanzienlijk deel voor
allerlei andere doeleinden dan die van
huurbetaling heeft uitgegeven.
Het wordt dus een zeer dure strop
voor de betrokkenen. We hebben
Dinsdag weer eens een treinongelukje
gekend. Een „electrische" derailleerde
bij Krommenie; ééa licht gewonde.
Het publieke rechtsgevoelen
heeft de bevrediging gekend, dat de
smokkelaar, die er van wordt ver
dacht, dat hij een kommies opzet
telijk heeft doodgereden, in Amsterdam
kon worden gearresteerd.
Overloonsch Fanfare
25 jaar.
Op 5 Juni a.s. zal de Overloonsche
Fanfare „Vriendenkring" haar 25-jarig
bestaan herdenken Met een grootsch
festival, waaraan niet minder dan 24
gezelschappen deelnemen, zal dit
jubileum worden gevierd.
De gewoonte getrouw men wil
immers van 'n hij of zij, in dit geval
een vereeniging, die een gedenk
waardig feit herdenkt, hetwelk men
mei een deftig woord jubilé pleegt
te noemen enkele wetenswaardige
bijzonderheden. Een kijkje als 't
ware in het voorbije leven, waarin
voorspoed vreugde schonk en nieuwe
hoop, tegenspoed harde slagen bracht
en offers vroeg.
Een korte historie-schets van het
jubileerend gezelschap moge hier dus
volgen. 1908 is het gedenkwaardige
jaar, waarin de fanfare Vrienden
kring geboren werd, voortgekomen
uit de voordien bestaande Zaogver-
eeniging. Als oprichters staan ver
meld de heeren L. v. Sleeuwen, toen
kapelaan alhier, L. v. d. Berg, toen
hoofd der school alhier, Jac. Heur-
kens, Jan Henckens, P. J. Wlllems,
Mart. Poels, Mart. Jans, Piet Bloemen,
H. J. Tiesen en Mich. Janssen. Aan
den Weleerw. Heer van Sleeuwen,
van wien voornamelijk het initiatief
uitging, aan den Weled. Heer v. d.
Berg, destijds President der fanfare
en hun mede oprichters brengen wij
vanaf deze plaats dank voor hun
onvermoeide werkkracht en tactvolle
leiding.
Dankbaar herdenken wij tevens
den Zeereerw. Heer P. W. v. Coll,
in wien de oprichters een dankbaren
steun mochten ondervinden. Daarbij
mogen we vooral niet vergeten
degenen der oprichters, die sedert
gestorven zijn en wier verdiensten
bij ons in dankbare herinnering
voortleven.
Behalve de Zeereerw. Heer van
Coll, die in 1918 overleed, zijn nog
gestorven de heeren Mart. Poels.
kerkmeester, Jac. Heurkens, molenaar
Mich. Janssen, koster en Piet Bloe
men. Een bijzondere gelukwecsch
mag voorts niet onthouden worden
aan de heeren Jan Henckens ea M.
Jans, die tot de oprichters behooren
en thans hun zilveren jubileum vieren
als bestuurslid, terwijl we een zelfden
gelukwensch moeten richten tot den
heer Ant. Janssen, die van de op
richting af onafgebroken als zeer
verdienstelijk werkend lid heeft ge
fungeerd. Als eerste Directeur trad
op de Zeereerw. Heer v. Sleeuwen.
De eerste repetities werden toen
gehouden in een der lokalen der
destijds O. L. School. In 1908 nog
kreeg de fanfare een eigen lokaal,
terwijl het ledental steeg en ook
meer en meer de belangstelling der
ingezetenen. Bij zijn verrek naar
Hilvarenbeek werd Directeur van
Sleeuweu opgevolgd door deu
Weled. Heer Jan Henckens. Onder
diens verdienstvolle leiding werden
de moeilijke oorlogsjaren doorge
maakt. Men wist er zich echter
kranig door heen te slaan. Wegens
drukke bezigheden moest directeur
Henckens in 1920 ontslag nemen.
Opvolger werd thans de heer Piet
Willems, onder wiens kunstvolle
leiding het eerste succes behaald
werd. in 1925 in Tegelen. Door
drukke bezigheden elders moest ook
hij in 1926 ontslag nemen. Hij werd
opgevolgd door den heer M. van
Opbergen, die thans nog als zoodanig
fungeert. Onder diens hooggeroemde
leiding werden de meeste bekronin
gen behaald, waarvan 't laatst in
1932 nl. de eerste prijs in de eerste
afdeeling te Best.
Aan de achtereenvolgende Direc
teuren zeggeD wij nogmaals onzen
oprechten dank. En tenslotte wen-
schen wij het bestuur en hen, die
thans deel uit maken van de jubilee
rende fanfare een welgemeend profi
ciat voor gepresteerden arbeid met
den wensch dat zij hunne vereeni
ging helpen in stand houden zooals
ze nu is, groot gemaakt door een
drachtig samenwerken en onderling
begrijpen.
Namens bet Festival en
Openluchtspel-Comité.
W. Crooijmans, algem. voorz.
A. Janssen, algem. secr.
VENRAY. 3 Juni 1933.
Jacht en Yisscliery.
De Burgemeester van Venray
brengt ter algemeene kennis dat ter
secretarie verkrijgbaar zijn formulieren
voor het aanvragen van visch- en
jachtakten.
Venray 29 Mei 1933.
De Burgemeester vaa Venray.
O. VAN DE LOO.
Lichting 1935.
Loting op 15 Juni 1933.
De loting voor den militairen
dienstplicht ter bepaling van den
ingeschrevene, die in elke gemeente
of in elke groep van gemeenten het
eerst in aanmerking komt om tot
gewoon dienstplichtige te worden
bestemd, heeft in het openbaar plaats
voor de lichting 1935 op Donderdag
15 Juni 1933 's middags om twee
uur te Den Haag in de Rolzaal.
Binnenhof 8.
50-Jarig jubileum.
Donderdag 1 Juni was het 50
jaren geleden, dat het spoorweg
verkeer op de lijn VenloNijmegen
geopend werd.
Gouden jubilé
Op 2e Pinksterdag viert de machinist
stoker G. Versteegen in het Klooster
Jerusalem alhier den dag waarop hij
voor 50 jaar bij de Eerw. Zusters
Ursulinen in dienst trad.
Tot tijdelijk onderwijzeres aan
de Bijzondere School Overl. weg 2
is benoemd mej. van Dijnen uit
Sevenum.
Uit de sigarenindustrie.
Dinsdagmiddag werden in café de
Kroon te 's Gravenhage de onder
handelingen voortgezet tusschen de
partijen in de sigarenindustrie onder
leiding van den heer H. v. d. Putt,
voorzitter van de Nederl. Katholieke
Sigarenfabrikanten veieeniging.
De geschilpunten werden tenslotte
voor de beide in aanmerking komen
de categorieën teruggebracht tot 6
en 8 pet., met uitzondering van de
categorie sigarenmakers, met wie
vroeger een overeenkomst is ver
kregen. De arbeidersvertegenwoor
digers hadden verlagingen van -1 pet.
voorgesteld.
Tenslotte werd een compronis be
reikt over een loonsaftrek van 5 en
6 pet.