Tweed© Blad van „F11L EN MAAS" Het Heilig Jaar. FEUILLETON. De ondergang der Bokruiters. De Ziel in Bloei... Rond de boerderij Zaterdag 15 April 1933 Vier en vijftigste Jaargang No. 15 Aangifte verhuizingen. In herinnering wordt gebracht: a. Dat van alle verhuizingen, zoowel binnen de gemeente als naar een andere plaats en van elke ver andering in het gezin, dus ook wan neer een zoon of dochter gaat uitwonen of naar huis komt, als een dienstbode of knecht vertrekt of wanneer er een nieuwe komt, als men een kostganger krijgt of er een ver trekt, dus steeds wanneer er eenige verandering ia bet gezin plaats heeft, het gezinshoofd binnen 14 dagen moet kennis geven ter gemeente Secretarie, ook wanneer men kost gangers krijgt, die geen Nederlander zijn. Nog steeds komen er vele Duitscheis in Venray werken en gaan hier of daar in den kost. Het gezins hoofd is verplicht daarvan ter Secre tarie aangifte te doen. b. Dat men bij elk verzuim in deze proces-verbaal kan krijgen en straf ^.beloopen. Venray, 7 April 1933. Burgemeester en Wethouders van Venray, O. VAN DE LOO. De Secretaris, VAN HAAREN. Welke aflaten en faculteiten tydens het Heilig Jaar huiten Rome worden opgeheven en welke nog van kracht bl\j ven Volmachten te Rome. In de constitutio apostolica Nullo non tempore van den 30en Januari 1933 stelt Z. H. de Paus vast, dat. gedureüde den geheelen loop van het Heilig Jaar d.i. van den 2e April 1933 tot den 2en April 1934, de gewone aflaten overal, ook in de Oostersche Kerk, worden opgeheven. Op dezen algemeenen regel worden uitzonderingen gemaakt. Want van de aflaten, die voor de levenden verleend zijn, blijven de volgende onveranderd, zoodat deze in het Heilige Jaar overal kunnen verdiend worden. 1. De aflaten, te verdienen in het uur van den dood. 2. De aflaat, die verdiend kan worden door allen, die op het luiden der klok het „Engel des Heeren" of naar gelang van den tijd het „Koningin des Hemels", of als geen van beide kan gebeden worden, vijf maal het Weesgegroet bidden. 3. De aflaten, verleend aan dege nen, die godvruchtig de kerken be zoeken, waar het Allerheiligste Sacra ment gedurende het Veertigurengebed ter aanbidding wordt uitgesteld. - 4. De aflaten, die kunnen ver diend worden door degenen, die het Allerheiligste Sacrament vergezellen, als Het naar de zieken wordt ge bracht. of een fakkel of kaars aan bieden, door anderen te dragen. 5. De toties quoties aflaat, vei leend aan degenen, die de Portiun- cula kapel in de kerk van de H. Maria ter Engelen bij Assisië uit godsvrucht bezoeken (toties quoties d.w.z. te verdienen telkens als men die kapel bezoekt). 6. De aflaten, verbonden aan de heilige plaatsen van Palestina, alleen ten gunste van hen, die gedurende het Jubilé-jaar die heilige plaatsen godvruchtig bezoeken. Deze gunst wordt daarom wel willend verleend, opdat de geloovi- gen gedurende dit eeuwfeest over vloedig zouden deelen in de geeste lijke voordeelen op die plaatsen, welke als het tooneel der Goddelijke Verlossing waren. 7. De volle aflaat, welke door Z. H. den Paus onlangs werd ver leend, en welke slechts eenmaal kan Een zonderlinge Historie. Naar het Duitsch. 3. Het laatsle gedeelte verstond kapitein Festenrath niet, alleen 't antwoord van den kleinste: Ja, maar wat gaat mij dal aan Ik kan hem niet helpen. En nu nog iets Dezer dagen zal een vreemdeling in de stad aan komen, een vroegere officier, Festenrath is zijn naam. Als je hem in handen zoudt kunnen krijgen, misschien.... De spreker had zich omgedraaid, zoodat de luisterende de laatste woorden niet kon hooren. Boven dien schreeuwden en joelden de dansenden bij het vuur zoo hevig, dat daardoor-alleen die woorden reeds overstemd zouden zijn. De beide mannen gingen thans weer naar de kapel. De blikken van den kapitein volgden hen in strakke verbazing. Hij uad zijn eigen naam gehoord en toch wist niemand, dat hij hierheen zou komen, zelfs niet eens de familie, over welke reeds eerder sprake was. de familie Riedenburg, waar hij iemand door verdiend door hem, die op een dag naar verkiezing de grot vao Lourdes godvruchtig bezoekt van den llen Febr. 1933 tot en met den llen Febr. 1934. In dit tijdverloop wordt gevierd de Verschijning van de Onbevlekte Maagd Maria, welke daar vóór 75 jaar op wonderbare wijze is geschied. Daar toch dit jaar ten einde loopt de 19e eeuw na de Verlossing van het menschelijk ge slacht, is het zeer passend, dat de geloovigen ook vereeren de H. Maagd, Moeder van God, tot Moeder van alle menschen aangesteld door Jesus Christus stervende aan het kruis. I. De aflaten, die de Kardinalen, de Apostolische Nuntü, alsmede de Aartsbisschoppen, de Bisschoppen, de Abten of Prelaten nullius. de apostolische Vicarissen en de Apos tolische Prefecten bij pontificale plechtigheden of bij het geven van den zegen of in een anderen gebrui- kelijken vorm gewoon zijn te ver- leeneD. Bepaald wordt, dat alle overige ofle en gedeeltelijke aflaten, hetzij rech strepks verleend door den Apostolischen Stoel, hetzij door n Jeren verleend of te verleenen ge- durende het geheele Hiilige Jaar, nergens aan de levenden kunnen ten goede komen, maar alleen aan de overledenen kunnen worden toege voegd. Verder wordt streng gebodeo, onder straf van excommunicatie, door het feit zelf in te loopen, en andere door den Ordinarius op te leggen straffen, dat behalve den Jubilé-aflaat en behalve de bovenuitgezonderde aflaten, geen enkele aflaat op geener lei wijze mag afgekondigd worden. Evenals de aflaten voor de leven den behoudens enkele uitzonderingen worden opgeheveD, zoo worden gedurende het Heilig Jaar ook opge heven de verleende faculteiten met uitz mdering van enkele, we ke blijven behouden. Zoo blijven o.a.'behouden 1. al de faculteiten of volmachten, op welke wijze ook verleend door bet Kerkelijk Wetboek 2. de faculteiten door den Apos tolischen Stoel proforo externo ver leend, o.a. aan de plaatselijke Ordi- narissen ten voordeele van hun eigen ocderhoorigen 3. de faculteiten, welke de H. Poenitentiarie pleegt te geven pro foro interno aan de Ordinarissen eD ds biechtvaders met dien verstande, dat van die faculteiten alleen gebruik mag worden gemaakt voor dit biech telingen, die ten ii,d: dat zij han biecht spreken volgens het oordeel van den Ordinarius of van den biechtvader niet zonder groot be zwaar naar Rome kunnen gaan. Welke personen kunnen buiten Rome deze Jubilé-aflaat verdienen en onder welke voorwaarden Aanwijzing der bijzondere facul teiten. Als regel staat vast, dat de Jubilé- aflaat alleen te Rome.kan verdiend worden. Uitzondering wordt gemaakt voor hen, die wegens omstandig heden in de onmogelijkheid verkee- ren, naar Rome te komen. De volgende klassen van personen nu, kunnen dien vollen aflaat van het Jutilé buiten Rome verdienen 1. Alle vrouwelijke religieuzen met de novicen, de postulanten, en allen die als dienstboden, als ver pleegden, of om een andere wettige reden met de vrouwelijke religieuzen één huis samenwonen. 2. Godvruchtige vrouwen, die een gemeenschappelijk leven leiden, ook al leggen zij geen geloften af, maar wier instelling door het kerke lijk gezag is goedgekeurd, met haar novicen en postulanten en allen, die met haar samenwonen. 3. Meisjes en vrouweo, die in zijn komst een prettige verrassing dacht te bezorgen, vooropgesteld, dat zij nog steeds, zooals hij hoopte, zijn beeld trouw in haar hart had bewaard! Wat beleekende dat? Een minuut lang was hij als ver doofd. Waren deze geheimzinnige menschen werkelijk in het bezit van bovennatuurlijke krachten? Hij wilde te voorschijn springen, zich zelf overtuigen, hoe of dit alles in elkaar zat, op gevaar af... Daar bemerkte hij een plotselinge opwinding onder de verzamelde menigte een haastig heen en weerlo pen hij hoorde de kreet: Ze komen! Ze komen! Uit de richting van Ilertogenrade Het vuur werd uit elkander getrapt en bluschle spoedig uit. In de nachtelijke duisternis want de maan was intusschen in den nevel aan den horizon onder gegaan zag hij nog een on duidelijk verward door elkander loopen men liep elktar toe, dreef tot spoed aan de kapitein hoorde paardengetrappel ge daanten slopen voorbij in groote haast, als schaduwen in den nacht Toen werd het volkomen stil. Slechts paardengetrappel klonk achter hem, in de richting, van- I waar hij zelf gekomen was, daar- na ander paardenge'rappel, voor i hem. achter Jen heuvel; heteerste I geluid verwijderde zich, hel laatste naderde merkbaar, j Hij was steeds nog als versuft vermande zich toen echter enver- iaternaten of opleidingsinrichtingen I verblijven, ook al staan deze niet onder leiding van vrouwelijke reli gieuzen. 4. Mannelijke kloosterlingen, die, aan slot en eenzaamheid gebonden, een contemplatief leven leiden, zooals Trappisten, Camaldulensen en Kar- thuizers. 5. Gevangenen van beider ge slacht, onverschillig op welke wijze hun vrijheid van beweging is ont nomen, of degenen, die in verbeter huizen ve/toeven. 6. Geloovigen van beider geslacht die wegens ziekte of wankelende gezondheid tijdens het Jubeljaar niet naar Rome kunnen gaan of te Rome de voorgeschreven bezoeken aan de basilieken niet kunnen afleggen. 7. Degenen, die in ziekenhuizen de zieken geregeld verplegen. 8. WerkliedeD, die door dagelijk- schen arbeid in hun levensonderhoud voorzien en niet zoolang afwezig kunDen zijn, dat zij de reis naar Rome kunnen ondernemen. 9. Allen, die 70 jaar oud zijn. De voorwaarden, voor het ver dienen van den Jubilé aflaat aan voorme'de per ionen gesteld, zijn de volgende le. Biecht, met de intentie om den Jubilé aflaat te verdienen 2e. H. Communie 3e. Gebed volgens de meening van Z. H. den Paus, d.i. voor den groei der Katholieke Kerk, voor de uitroeiing der ketterijen, voor de eendracht onder de vorsten en voor de rust en den vrede van de geheele menschelijke samenleving 4e. Volbrengen van de overige werken, welke inplaats van de be zoeken der vier basilieken te Rome zijn opgelegd. Deze werken kan de Ordinarius of wel zelf ofwel door den biechtvader aanwijzen. Als zoodanige werken leggen Wij hierbij aan de voormelde personen, als zij daartoe in staat zijn op in plaats van het drievoudig bezoek van elk der vier basiliecen, 12 maal het bezoek eener kerk cf kapel, waar het H. Sacrament wordt be waard, en het daar telkens storten der gebeden, door Z. H. den Paus voorgeschreven welke Wij hieronder aangeven. Voor degenen, die geen kerk of kapel kunnen bezoeken of die ge beden niet kunnen verrichten, zullen de biechtvaders andere godvruchtige werken aanwijzen. De Jubilé-aflaat kan opnieuw ver diend worden telkens als men aan de voorgeschreven voorwaarden opnieuw voldoet. Voormelde personen, ook vrouwe lijke religieuzen, mogen voor de Jubilé biecht naar verkiezen een van de biechtvaders nemen, die door hun eigen Ordinarius overeenkomstig het Kerkelijk Wetboek zijn goedgekeurd. Aan deze biechtvader worden voor de Jubilé-biecht bijzondere bevoegd heden geschonken tot het vergeven van zonden, het opheffen van cen- suren en het dispenseeren in gelofteD. Bij ieder kerkbezoek moeten ge beden worden a) voor het altaar van het H. Sacrament5 maal Onze Vader. Wees gegroet en Glorie zij den Vader, en bovendien nog ééns tot de intentie van Z. H. den Paus; b) Voor het Kruisbeeld 3 maal de geloofsbelijdenisIk geloof in God den almachtigen Vader en 1 maal het schietgebed „Wij aanbid den U Christus en wij loven U, omdat gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt" of een ander dergelijk schietgebed c) Tot de H. Maagd Maria, Moeder van God onder het over wegen van haar smarten (d.i. de smarten die zij gevoelde bij de voor spelling van het lijden van haar moedde, zijn gedachten weer wat verzamelend, dat de uiteengedreven bende waarschijnlijk door een af- deeling gendarmen of andere der gelijke bewapende dienaren van de openbare veiligheid op de vlucht was gejaagd en dal men hem, indien men hem hier aantrof vermoedelijk voor een iid van de bende zou houden. Hij overlegde bij zichzelf, of het voor hem beter zou zijn le vluch ten of zich met den aanvoerder der gewapende macht in verbin ding le stellen. Hij gaf aan dit laatste de voorkeur. Want haalde men hem op zijn vlucht in wat bij de afmatting van zijn paard zeer waarschijnlijk was dan moest men hem even eens voor een misdadiger houden en een lang vooi arrest kon dan wel eens zijn lot zijn. Hij trad uit het kreupelhout te voorschijn en begaf zich naar de plaats, waar hel vuur had gebrand. Smeulende houtblokken wezen hem den weg. Spoedig daarop hoorde hij de ruiterafdeeling vlak in zijn nabij heid. Er scheen toch halt ge commandeerd te zijn, want het volgende oogenblik was alles weer stil. De kapitein ging nu eenige passen in de richting van de plek, waar de ruiters zich moesten hebben opgesteld en riep met luider stemDegenen die gij zoekt, zijn verdwenen. Zij hebben uw komst vanaf dezen heuvel Goddelijk Kind door den heiligen grijsaard Simeon, bij de vlucht naar Egypte en tijdens het verblijf aldaar, bij het verlies van haar Goddelijk Kind te Jerusalem, bij het ontmoeten van Jezus op den kruisweg, bij den doodstrijd van Jezus aan het kruis, bij het doorsteken van Jezus' zijde met een lans, bij het neerleggen van Jezus in het graf) 7 maal Weesge groet en 1 maal het gebedje „Heilige Moeder, wil de wonden van den Gekruisigde diep in mijn hart drukken" of een ander degelijk gebed. d) Voor het altaar van het H. Sacramentnogmaals de geloofs belijdenis Ik geloof in God den almachtigen Vader. I&tuoBisa Msis&tlt&aiB. Zoo oud, als gy u voelt I Het leven is een genot, zelfs als gij 80 jaar zijt. mits gij u maar jong voelt. Natuurlijk zijt gij niet meer zoo sterk, doch vele kwalen van den ouden dag kunnen voorkomen wor den door de organen gezond te houden. Pijn in de lendenen, stijve en pijnlijke gewrichten en spieren, urine- stoornissen, aanvallen van duizelig heid en soortgelijke klachten zijn te ernstig om verwaarloosd te worden Draag zorg, dat urinezuur en andere vergiftige onzuiverheden behoorlijk uit het bloed gefiltreerd worden dan bestaat geen gevaar voor rug pijn, rheumatiek, ischias, spit, blaas- stoornissen of waterzucht. Neem zonder uitstel Foster's Rug pijn Pillen. Dit speciale middel heeft duizenden dankbare gebruikers geluk kig gemaakt, frisch, gezond en opge wekt. Volg hun voorbeeld en gebruik Foster's Pillen. „Foster's Rugpijn Pillen zijn verkr. bij alle drogisten enz. a f 1.—f 1.75 en f 3.— per doos". 29 Ik kwam mijn erf op in een op- wekkendeo, schoonen ochtend-zon- neschijn. Het geboomte van het Ly ceum Carnot was zacht-groen be licht. De duiven met hare goudbruine vleugels dartelden op de verlaten binnenplaatsen. De Parijsche musschen de over levende van den strengen winter namen versterkende baden in het stroomend water der heldere beken, zooals de Heilige Franciscus van Sales zejde. Maar bij het binnenkomen van mijn huis was 't gansch anderj I De werksters hadden op dien Stillen Zaterdag alle kranen van de waterleiding opengezet. Het was een ware overstrooming. Men waschte..., men plaste... en men ploeterde... Wel gelukgewenscht zeide ik haar. Javandaag riep een werkster mij toe is 't groote schoonmaak I de trappen..., de lichamen en de zielen En iu het stralende licht zwaaide ze met een dweil vol ongerechtig heden van het heele jaar. 't Is „groote schoonmaak"zoo als in den volksmond de vertaling luidt van „alles reinigen" deze brave huisvrouw heeft werkelijk het juiste woord gevonden. Om naar waarde Paschen te vieren, het feest van het Leven, moet men rein zijn. Het feest van het Leven... Zie rondom U... De aarde..., het koren..., de knop pen..., de nestenalles trilt in de bemerkt. En wie zijt gij, die ons dat toe roept antwoordde een stem terug. Een vreemdeling, een Pruisisch officier, die toevallig getuige van deze avontuurlijke bijeenkomst is geweest. Komt gerust naderbij! Er is niemand behalve mijn persoon op deze plaats. Waarschijnlijk vermoedden de ruiters de een of andere hinder laag, want er verliep eenige tijd, alvorens de kapitein verdere be weging hoorde. Hij bemerkte, dat eenige man nen hem kruipend naderden. Op mijn woord, zei hij rustig ik ben alleen. Hier hebt ge mijn handen Het licht van een plotseling ge opende lantaarn bescheen zijn ge laat. Toen voelde hij zich bij zijn armen vastgegrepen en men bond hem de handen op den rug. Dal is niet noodig, zeide de officier rustig Maar ik moet het mij korten tijd laten welgevallen. Toen werden verscheidene lan taarns geopend, de Pruisische soldaten want dat schenen ze naar hun uniform te oordeelen te zijn belichtten den omtrek naar alle kanten. Daar zij niets meer ontdekten, kwam iemand, die te paard gebleven was en wat rond gereden had, op den kapitein toe, liet hem met een lantaarn belichten en nam hem geruimen tijd scherp op. zon die eindelijk is teruggekomen... Zelfs in het stoffige Parijs, met z n asphalt en geraas, zijn er nesten tusschen de spleten der steenen, onder de daken en soms zelfs in die gefolterde wezens welke, in weerwil van alles, trachten reuzen stammen te zijn. Maar hoeveel te meer, buiten 1 Wat een trilling, overal Men hoort de schorsen kraken... Het blauw van den hemel is als't ware een liefkoozing geworden, ter wijl men 's morgens en 's avonds ziet, dat de reusachtige zon ons nadert met een snelheid van ver schillende millioenen mijlen per dag. En toch, wat beteekent dat, ver geleken bij de gewaarwording wan neer men verheven boven dendruk- kenden last der stoffelijke wereld, zich opricht naar het visioen van... de andere wereld. Dagelijks, gedurende de Goede Week, van de opening tot de slui ting der kerken, zijn tallooze zielen gekomen, in ootmoed en beschaamd, om het stof en het slijk dat aan hen kleefde, te bekennen. Velen hunner waren gewond, als de soldaat op het slagveld. Velen waren dood, als het lijk in het graf. Het grootste aantal hunoer bevond zich tusschen leven en dood, kwij nend en zonder groeikracht. Maar zij zijn thans opgestaan, opnieuw gereinigd, verjongd, gereed om met opgewektheid een nieuw leven te beginnen. En dat leven, was Christus. Goddelijke deugd van de Paasch belijdenis Wanneer het lichaam is aangetast door een doodelijke kwaal, roept men de tusschenkomst in van den geneesheer of den heelmeester. Hij betast... onderzoekthij legt de plek open... snijdt... en bespreekt eenige oogenblikken de ontleding van deze inwendige en pijnlijke aandoening waarvan de patiënt moet worden genezen. Wanneer een ziel ziek is, sterven de... sterft..., vergaat, is een bekente nis... 'n uiting van berouw aan de voeten van den priester, voldoende,.. En dat is het Leven de Opstan ding Evenals zijn liefde, is ook de vergiffenis van God onbegrensd. Het is ontzaggelijk om in te den ken, dat de „eerst uitverkorene", die den grooten Meester volgde over de grenzen van het hemelsche Paradijs, de deerniswaardige bandiet was, die de voorbijgangers op den hoek der wegen van Jeruzalem uitplunderde De ellendeling deed een berouw vol gebaar en Christus stortte Zijn volle goedheid over hem uit door te zeggen „Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn". Dat is het ware vóórjaar... Wie zal U de innerlijke Paasch vreugde schetsen...., het geluk vaü een geweteD, dat U niet meer ver teert..., het genot om een kerk bin nen te treden en te zien, dat het licht van de Godslamp U toelacht en zich thuis te gevoelen onder de bescherming van Hem, die den dood heeft overwonnen.... Zijn dood en bij voorbaat den dood van hen die in Hem gelooveo. O I... Gelukkig zijt gij die UweD Paaschplicht hebt vervuld..., gij die herleeft..., gij voor wie niet alleen de natuur, maar ook de ziel in bloei staatgij, die met de Uwen den Heer hebt ontvangen en die thans zult opgaan naar het Volmaakte, onderweg beschermd door de genade Gods... gij. die U hebt overgegeven aan de Oneindige Liefde, waartegen over andere liefdesbetuigingen zoo Hij scheen het hoofd van den troep te zijn en was nog een heel jonge man. Dat de uitdrukking van zijn overigens openhartig en vertrouwenwekkend gelaat juist nu niet bepaald vriendelijk viel te noemen, liet zich wegens de mislukte onderneminggemakkelijk verklaren. Nu, u ziet er werkelijk niet uil als een bokruiter, zeide hij. Ubent een Pruisisch officier, zegt u Hoe is uw naam Op dit oogenblik herinnerde de kapitein zich de woorder, die een der beide onbekenden daar straks over hem gesproken had en die hem deden vermoeden, dal hij in deze streek weliswaar orn hem geheel en al onverklaarbareredenen een vijand had, die hem on aangenaamheden wilde bereiden. Hij achtte het daarom beter,zijn naam niet openlijk le noemen. Luitenant, zei hij, zou u mij niet toestaan u deze mededeoling later te doen, hetzij ambtelijk of in vertrouwen, zooals uwenscht? Ik heb bijzondere redenen die ik u dan natuurlijk ook niet zal verzwijgen om mijn naam hier geen al le groote ruchtbaar heid te geven. Nu. zooals u wil, zei de officier. Natuurlijk bent u mijn gevangene Dat beschouw ik in 't geheel niet als een ongeluk, omdat deze toestand zich wel gauw zal wijzi gen, antwoordde Festenrath glim lachend. vaak niet anders dan zelfzuchtig of een misdadige bespotting daarvan zijn. Helaas Er zijn anderen die geen „grooten schoonmaak" hebben ondergaan, zou mijn werkster zeggen, en die de Paaschvreugde ingaan met een gefolterde of duistere ziel. Zij weten zelfs niet meer, hoe hun ziel bestoven of bevuild is, evenmin als paarden of ossen zulks weten. Zouden zij zich nog wel weten te herinneren, dat zij een ziel hebben Zij eten, drinken, werken en rollen voort... En dat is alles... Het Paaschfeest zal voor hen zijn een tocht per auto, of worst zitten eten in het gras. onder het tappen van eenige flauwe of schuine mop pen.., Daarna nemen ze hun juk weer op evenals de paarden en de ossen. Ja..., wel gelukkig zijn zij die ge- Iooven... Wel gelukkig zijn zij, die de Paaschklokken hebben hooren lulden en de hartroerende taal ervan hebben begrepen... Wel gelukkig zijn zij die, dit stuk gelezen hebbende, hunne oogen kun nen sluiten en zeggen Ik ben een Christen En omdat ik te Commuuie ben geweest, heb ik de volle Paaschzon, het ganscbe leven met al zijn hoopvolle ver wachtingen, in mijn menschelijke borst... Dit is voor mijn 't feest zonder schaduw... Halleluja PIERRE L'ERMITE. Steun aan den boer of de boer aan den steun. Met bovenstaande bewering wil ik niet zeggen, dat de boer niet wordt gesteund, o neen, maar wel dat niet in die mate wordt gesteund, dat den boer een bestaansmogelijk heid wordt gegeven, schrijft een boer uit Someren in de Zuidwillemsvaart. Op de eerste plaats kwam men te laat met steun, welke bovendien onvoldoende is, vooral voor den Zandboer. Suikerbietensteun: deze geeft aan de bietenverbouwers iets meer dan productiekosten. De Tarwewet, ook deze wordt zoo uitgevoerd, dat de tarwever- bouwers ook niet van verlies be hoeven te spreken, doch, en steun aan de bietenverbouwers en de tarweverbouwers, heeft voor den Zandboer weinig waarde. Door de Crisisvarkenswet zou de Zandboer kunnen worden geholpen, als deze wet werd uitgevoerd zooals vroeger in de pers werd bekend ge maakt, n.l. wanneer als richtprijs der varkens zou worden genomen 3 maal voedermeelprijs plus 10 cent per pond. Dit zou op den oogenblik alzoo worden: plm. 36i/t cent per K. G. levend gewicht. Dus dan bracht een varken van 100 K.G. op 36i/2 gulden, nu gemiddeld f28 50 Laten wij nu eens berekenen wat en bij dezen prijs aan een varken wordt verdiend. Een big van 15 K.G. kost mo menteel f 8,—. Om nu die big tot een gewicht van 100 K.G. levend gewicht te krijgen moet er nog 85 K.G. bij. Rekenen wij, dat voor 1 K.G. gewichtsvermeerdering noodig is 4 K.G. meel, wordt dit 4x85 =- 340 K.G. meel. Berekent men 140 K.G. varkens- U gelooft dus, dat deze bok ruiters allen gezamenlijk op de vlucht zijn geslagen vroeg de luitenant. Festenrath gat als zijn meening te kennen, dat waarschijnlijk slechts zeer enkelen zich in het naaslbijzijnde struikgewas of in de kapel verscholen konden heb ben. Een onderzoek ter plaatse werd onmiddellijk ingesteld. De kapitein verzocht om toestemming om zijn paard op ie halen en door twee dragonders begeleid begaf hij zich naar de plaats, waar hij zijn ros had vastgebonden. Hij trof het staande in slapenden toe stand aan; toch was het dier spoedig weer frisch en gewillig. Het onderzoek van het omlig gende terrein, dat bij het schijnsel der lantaarns met de grootste nanwkeurigheid plaats vond. had geen bijzonder ophelderende ge volgen. In de nabijheid van het uitgedoofde vuur vond men een gewone wollen muts, op eenigen afstand daarvan een grof bewerk ten valschen baard. Bovendien lagen in de buurt van het vat een aantal kruiken. Het vat zelf was op een klein gedeelte na, dat Rijnsche landwijn scheen le zijn, leeggetapt. De kapel, die, zooals Festenrath had vermoed, niet in gebruik scheen te zijn, was eveneens goheel leeg. Zij werd zeer nauwkeurig door zocht, echter tevergeefs. (Wordt vervolgd)

Peel en Maas | 1933 | | pagina 7