Tweed© Blad van „F11L EN MAAS"
Het Heilig Jaar.
FEUILLETON.
De ondergang
der Bokruiters.
De Ziel in Bloei...
Rond de boerderij
Zaterdag 15 April 1933
Vier en vijftigste Jaargang No. 15
Aangifte verhuizingen.
In herinnering wordt gebracht:
a. Dat van alle verhuizingen,
zoowel binnen de gemeente als naar
een andere plaats en van elke ver
andering in het gezin, dus ook wan
neer een zoon of dochter gaat
uitwonen of naar huis komt, als een
dienstbode of knecht vertrekt of
wanneer er een nieuwe komt, als men
een kostganger krijgt of er een ver
trekt, dus steeds wanneer er eenige
verandering ia bet gezin plaats heeft,
het gezinshoofd binnen 14 dagen
moet kennis geven ter gemeente
Secretarie, ook wanneer men kost
gangers krijgt, die geen Nederlander
zijn. Nog steeds komen er vele
Duitscheis in Venray werken en gaan
hier of daar in den kost. Het gezins
hoofd is verplicht daarvan ter Secre
tarie aangifte te doen.
b. Dat men bij elk verzuim in
deze proces-verbaal kan krijgen en
straf ^.beloopen.
Venray, 7 April 1933.
Burgemeester en Wethouders van
Venray,
O. VAN DE LOO.
De Secretaris,
VAN HAAREN.
Welke aflaten en faculteiten tydens
het Heilig Jaar huiten Rome
worden opgeheven en welke
nog van kracht bl\j ven
Volmachten te Rome.
In de constitutio apostolica Nullo
non tempore van den 30en Januari
1933 stelt Z. H. de Paus vast, dat.
gedureüde den geheelen loop van
het Heilig Jaar d.i. van den 2e April
1933 tot den 2en April 1934, de
gewone aflaten overal, ook in de
Oostersche Kerk, worden opgeheven.
Op dezen algemeenen regel worden
uitzonderingen gemaakt. Want van
de aflaten, die voor de levenden
verleend zijn, blijven de volgende
onveranderd, zoodat deze in het
Heilige Jaar overal kunnen verdiend
worden.
1. De aflaten, te verdienen in het
uur van den dood.
2. De aflaat, die verdiend kan
worden door allen, die op het luiden
der klok het „Engel des Heeren"
of naar gelang van den tijd het
„Koningin des Hemels", of als geen
van beide kan gebeden worden, vijf
maal het Weesgegroet bidden.
3. De aflaten, verleend aan dege
nen, die godvruchtig de kerken be
zoeken, waar het Allerheiligste Sacra
ment gedurende het Veertigurengebed
ter aanbidding wordt uitgesteld. -
4. De aflaten, die kunnen ver
diend worden door degenen, die het
Allerheiligste Sacrament vergezellen,
als Het naar de zieken wordt ge
bracht. of een fakkel of kaars aan
bieden, door anderen te dragen.
5. De toties quoties aflaat, vei
leend aan degenen, die de Portiun-
cula kapel in de kerk van de H.
Maria ter Engelen bij Assisië uit
godsvrucht bezoeken (toties quoties
d.w.z. te verdienen telkens als men
die kapel bezoekt).
6. De aflaten, verbonden aan de
heilige plaatsen van Palestina, alleen
ten gunste van hen, die gedurende
het Jubilé-jaar die heilige plaatsen
godvruchtig bezoeken.
Deze gunst wordt daarom wel
willend verleend, opdat de geloovi-
gen gedurende dit eeuwfeest over
vloedig zouden deelen in de geeste
lijke voordeelen op die plaatsen,
welke als het tooneel der Goddelijke
Verlossing waren.
7. De volle aflaat, welke door
Z. H. den Paus onlangs werd ver
leend, en welke slechts eenmaal kan
Een zonderlinge Historie.
Naar het Duitsch.
3.
Het laatsle gedeelte verstond
kapitein Festenrath niet, alleen 't
antwoord van den kleinste:
Ja, maar wat gaat mij dal
aan Ik kan hem niet helpen.
En nu nog iets Dezer dagen zal
een vreemdeling in de stad aan
komen, een vroegere officier,
Festenrath is zijn naam. Als je
hem in handen zoudt kunnen
krijgen, misschien....
De spreker had zich omgedraaid,
zoodat de luisterende de laatste
woorden niet kon hooren. Boven
dien schreeuwden en joelden de
dansenden bij het vuur zoo hevig,
dat daardoor-alleen die woorden
reeds overstemd zouden zijn. De
beide mannen gingen thans weer
naar de kapel.
De blikken van den kapitein
volgden hen in strakke verbazing.
Hij uad zijn eigen naam gehoord
en toch wist niemand, dat hij
hierheen zou komen, zelfs niet
eens de familie, over welke reeds
eerder sprake was. de familie
Riedenburg, waar hij iemand door
verdiend door hem, die op een dag
naar verkiezing de grot vao Lourdes
godvruchtig bezoekt van den llen
Febr. 1933 tot en met den llen
Febr. 1934. In dit tijdverloop wordt
gevierd de Verschijning van de
Onbevlekte Maagd Maria, welke
daar vóór 75 jaar op wonderbare
wijze is geschied. Daar toch dit jaar
ten einde loopt de 19e eeuw na de
Verlossing van het menschelijk ge
slacht, is het zeer passend, dat de
geloovigen ook vereeren de H.
Maagd, Moeder van God, tot Moeder
van alle menschen aangesteld door
Jesus Christus stervende aan het
kruis.
I. De aflaten, die de Kardinalen,
de Apostolische Nuntü, alsmede de
Aartsbisschoppen, de Bisschoppen,
de Abten of Prelaten nullius. de
apostolische Vicarissen en de Apos
tolische Prefecten bij pontificale
plechtigheden of bij het geven van
den zegen of in een anderen gebrui-
kelijken vorm gewoon zijn te ver-
leeneD.
Bepaald wordt, dat alle overige
ofle en gedeeltelijke aflaten, hetzij
rech strepks verleend door den
Apostolischen Stoel, hetzij door
n Jeren verleend of te verleenen ge-
durende het geheele Hiilige Jaar,
nergens aan de levenden kunnen ten
goede komen, maar alleen aan de
overledenen kunnen worden toege
voegd.
Verder wordt streng gebodeo,
onder straf van excommunicatie, door
het feit zelf in te loopen, en andere
door den Ordinarius op te leggen
straffen, dat behalve den Jubilé-aflaat
en behalve de bovenuitgezonderde
aflaten, geen enkele aflaat op geener
lei wijze mag afgekondigd worden.
Evenals de aflaten voor de leven
den behoudens enkele uitzonderingen
worden opgeheveD, zoo worden
gedurende het Heilig Jaar ook opge
heven de verleende faculteiten met
uitz mdering van enkele, we ke blijven
behouden.
Zoo blijven o.a.'behouden
1. al de faculteiten of volmachten,
op welke wijze ook verleend door
bet Kerkelijk Wetboek
2. de faculteiten door den Apos
tolischen Stoel proforo externo ver
leend, o.a. aan de plaatselijke Ordi-
narissen ten voordeele van hun eigen
ocderhoorigen
3. de faculteiten, welke de H.
Poenitentiarie pleegt te geven pro
foro interno aan de Ordinarissen eD
ds biechtvaders met dien verstande,
dat van die faculteiten alleen gebruik
mag worden gemaakt voor dit biech
telingen, die ten ii,d: dat zij han
biecht spreken volgens het oordeel
van den Ordinarius of van den
biechtvader niet zonder groot be
zwaar naar Rome kunnen gaan.
Welke personen kunnen buiten
Rome deze Jubilé-aflaat verdienen en
onder welke voorwaarden
Aanwijzing der bijzondere facul
teiten.
Als regel staat vast, dat de Jubilé-
aflaat alleen te Rome.kan verdiend
worden. Uitzondering wordt gemaakt
voor hen, die wegens omstandig
heden in de onmogelijkheid verkee-
ren, naar Rome te komen.
De volgende klassen van personen
nu, kunnen dien vollen aflaat van het
Jutilé buiten Rome verdienen
1. Alle vrouwelijke religieuzen
met de novicen, de postulanten, en
allen die als dienstboden, als ver
pleegden, of om een andere wettige
reden met de vrouwelijke religieuzen
één huis samenwonen.
2. Godvruchtige vrouwen, die
een gemeenschappelijk leven leiden,
ook al leggen zij geen geloften af,
maar wier instelling door het kerke
lijk gezag is goedgekeurd, met haar
novicen en postulanten en allen, die
met haar samenwonen.
3. Meisjes en vrouweo, die in
zijn komst een prettige verrassing
dacht te bezorgen, vooropgesteld,
dat zij nog steeds, zooals hij hoopte,
zijn beeld trouw in haar hart had
bewaard! Wat beleekende dat?
Een minuut lang was hij als ver
doofd. Waren deze geheimzinnige
menschen werkelijk in het bezit
van bovennatuurlijke krachten?
Hij wilde te voorschijn springen,
zich zelf overtuigen, hoe of dit
alles in elkaar zat, op gevaar af...
Daar bemerkte hij een plotselinge
opwinding onder de verzamelde
menigte een haastig heen en
weerlo pen hij hoorde de kreet:
Ze komen! Ze komen! Uit
de richting van Ilertogenrade
Het vuur werd uit elkander
getrapt en bluschle spoedig uit.
In de nachtelijke duisternis
want de maan was intusschen in
den nevel aan den horizon onder
gegaan zag hij nog een on
duidelijk verward door elkander
loopen men liep elktar toe,
dreef tot spoed aan de kapitein
hoorde paardengetrappel ge
daanten slopen voorbij in groote
haast, als schaduwen in den nacht
Toen werd het volkomen stil.
Slechts paardengetrappel klonk
achter hem, in de richting, van-
I waar hij zelf gekomen was, daar-
na ander paardenge'rappel, voor
i hem. achter Jen heuvel; heteerste
I geluid verwijderde zich, hel laatste
naderde merkbaar,
j Hij was steeds nog als versuft
vermande zich toen echter enver-
iaternaten of opleidingsinrichtingen
I verblijven, ook al staan deze niet
onder leiding van vrouwelijke reli
gieuzen.
4. Mannelijke kloosterlingen, die,
aan slot en eenzaamheid gebonden,
een contemplatief leven leiden, zooals
Trappisten, Camaldulensen en Kar-
thuizers.
5. Gevangenen van beider ge
slacht, onverschillig op welke wijze
hun vrijheid van beweging is ont
nomen, of degenen, die in verbeter
huizen ve/toeven.
6. Geloovigen van beider geslacht
die wegens ziekte of wankelende
gezondheid tijdens het Jubeljaar niet
naar Rome kunnen gaan of te Rome
de voorgeschreven bezoeken aan de
basilieken niet kunnen afleggen.
7. Degenen, die in ziekenhuizen
de zieken geregeld verplegen.
8. WerkliedeD, die door dagelijk-
schen arbeid in hun levensonderhoud
voorzien en niet zoolang afwezig
kunDen zijn, dat zij de reis naar
Rome kunnen ondernemen.
9. Allen, die 70 jaar oud zijn.
De voorwaarden, voor het ver
dienen van den Jubilé aflaat aan
voorme'de per ionen gesteld, zijn de
volgende
le. Biecht, met de intentie om
den Jubilé aflaat te verdienen
2e. H. Communie
3e. Gebed volgens de meening
van Z. H. den Paus, d.i. voor den
groei der Katholieke Kerk, voor de
uitroeiing der ketterijen, voor de
eendracht onder de vorsten en voor
de rust en den vrede van de geheele
menschelijke samenleving
4e. Volbrengen van de overige
werken, welke inplaats van de be
zoeken der vier basilieken te Rome
zijn opgelegd.
Deze werken kan de Ordinarius of
wel zelf ofwel door den biechtvader
aanwijzen.
Als zoodanige werken leggen Wij
hierbij aan de voormelde personen,
als zij daartoe in staat zijn op in
plaats van het drievoudig bezoek
van elk der vier basiliecen, 12 maal
het bezoek eener kerk cf kapel,
waar het H. Sacrament wordt be
waard, en het daar telkens storten
der gebeden, door Z. H. den Paus
voorgeschreven welke Wij hieronder
aangeven.
Voor degenen, die geen kerk of
kapel kunnen bezoeken of die ge
beden niet kunnen verrichten, zullen
de biechtvaders andere godvruchtige
werken aanwijzen.
De Jubilé-aflaat kan opnieuw ver
diend worden telkens als men aan
de voorgeschreven voorwaarden
opnieuw voldoet.
Voormelde personen, ook vrouwe
lijke religieuzen, mogen voor de
Jubilé biecht naar verkiezen een van
de biechtvaders nemen, die door hun
eigen Ordinarius overeenkomstig het
Kerkelijk Wetboek zijn goedgekeurd.
Aan deze biechtvader worden voor
de Jubilé-biecht bijzondere bevoegd
heden geschonken tot het vergeven
van zonden, het opheffen van cen-
suren en het dispenseeren in gelofteD.
Bij ieder kerkbezoek moeten ge
beden worden
a) voor het altaar van het H.
Sacrament5 maal Onze Vader.
Wees gegroet en Glorie zij den
Vader, en bovendien nog ééns
tot de intentie van Z. H. den Paus;
b) Voor het Kruisbeeld 3 maal
de geloofsbelijdenisIk geloof in
God den almachtigen Vader en 1
maal het schietgebed „Wij aanbid
den U Christus en wij loven U,
omdat gij door uw H. Kruis de
wereld verlost hebt" of een ander
dergelijk schietgebed
c) Tot de H. Maagd Maria,
Moeder van God onder het over
wegen van haar smarten (d.i. de
smarten die zij gevoelde bij de voor
spelling van het lijden van haar
moedde, zijn gedachten weer wat
verzamelend, dat de uiteengedreven
bende waarschijnlijk door een af-
deeling gendarmen of andere der
gelijke bewapende dienaren van
de openbare veiligheid op de
vlucht was gejaagd en dal men
hem, indien men hem hier aantrof
vermoedelijk voor een iid van de
bende zou houden.
Hij overlegde bij zichzelf, of het
voor hem beter zou zijn le vluch
ten of zich met den aanvoerder
der gewapende macht in verbin
ding le stellen. Hij gaf aan dit
laatste de voorkeur.
Want haalde men hem op zijn
vlucht in wat bij de afmatting
van zijn paard zeer waarschijnlijk
was dan moest men hem even
eens voor een misdadiger houden
en een lang vooi arrest kon dan
wel eens zijn lot zijn. Hij trad
uit het kreupelhout te voorschijn
en begaf zich naar de plaats, waar
hel vuur had gebrand.
Smeulende houtblokken wezen
hem den weg.
Spoedig daarop hoorde hij de
ruiterafdeeling vlak in zijn nabij
heid. Er scheen toch halt ge
commandeerd te zijn, want het
volgende oogenblik was alles weer
stil. De kapitein ging nu eenige
passen in de richting van de plek,
waar de ruiters zich moesten
hebben opgesteld en riep met
luider stemDegenen die gij
zoekt, zijn verdwenen. Zij hebben
uw komst vanaf dezen heuvel
Goddelijk Kind door den heiligen
grijsaard Simeon, bij de vlucht naar
Egypte en tijdens het verblijf aldaar,
bij het verlies van haar Goddelijk
Kind te Jerusalem, bij het ontmoeten
van Jezus op den kruisweg, bij den
doodstrijd van Jezus aan het kruis,
bij het doorsteken van Jezus' zijde
met een lans, bij het neerleggen van
Jezus in het graf) 7 maal Weesge
groet en 1 maal het gebedje
„Heilige Moeder, wil de wonden
van den Gekruisigde diep in mijn
hart drukken" of een ander degelijk
gebed.
d) Voor het altaar van het H.
Sacramentnogmaals de geloofs
belijdenis Ik geloof in God den
almachtigen Vader.
I&tuoBisa Msis&tlt&aiB.
Zoo oud, als gy u voelt I
Het leven is een genot, zelfs als
gij 80 jaar zijt. mits gij u maar jong
voelt. Natuurlijk zijt gij niet meer
zoo sterk, doch vele kwalen van den
ouden dag kunnen voorkomen wor
den door de organen gezond te
houden.
Pijn in de lendenen, stijve en
pijnlijke gewrichten en spieren, urine-
stoornissen, aanvallen van duizelig
heid en soortgelijke klachten zijn te
ernstig om verwaarloosd te worden
Draag zorg, dat urinezuur en andere
vergiftige onzuiverheden behoorlijk
uit het bloed gefiltreerd worden
dan bestaat geen gevaar voor rug
pijn, rheumatiek, ischias, spit, blaas-
stoornissen of waterzucht.
Neem zonder uitstel Foster's Rug
pijn Pillen. Dit speciale middel heeft
duizenden dankbare gebruikers geluk
kig gemaakt, frisch, gezond en opge
wekt.
Volg hun voorbeeld en gebruik
Foster's Pillen.
„Foster's Rugpijn Pillen zijn verkr.
bij alle drogisten enz. a f 1.—f 1.75
en f 3.— per doos". 29
Ik kwam mijn erf op in een op-
wekkendeo, schoonen ochtend-zon-
neschijn. Het geboomte van het Ly
ceum Carnot was zacht-groen be
licht.
De duiven met hare goudbruine
vleugels dartelden op de verlaten
binnenplaatsen.
De Parijsche musschen de over
levende van den strengen winter
namen versterkende baden in het
stroomend water der heldere beken,
zooals de Heilige Franciscus van
Sales zejde.
Maar bij het binnenkomen van
mijn huis was 't gansch anderj I
De werksters hadden op dien
Stillen Zaterdag alle kranen van de
waterleiding opengezet.
Het was een ware overstrooming.
Men waschte..., men plaste... en
men ploeterde...
Wel gelukgewenscht zeide ik
haar.
Javandaag riep een
werkster mij toe is 't groote
schoonmaak I de trappen..., de
lichamen en de zielen
En iu het stralende licht zwaaide
ze met een dweil vol ongerechtig
heden van het heele jaar.
't Is „groote schoonmaak"zoo
als in den volksmond de vertaling
luidt van „alles reinigen" deze brave
huisvrouw heeft werkelijk het juiste
woord gevonden.
Om naar waarde Paschen te vieren,
het feest van het Leven, moet men
rein zijn.
Het feest van het Leven...
Zie rondom U...
De aarde..., het koren..., de knop
pen..., de nestenalles trilt in de
bemerkt.
En wie zijt gij, die ons dat toe
roept antwoordde een stem terug.
Een vreemdeling, een Pruisisch
officier, die toevallig getuige van
deze avontuurlijke bijeenkomst is
geweest. Komt gerust naderbij!
Er is niemand behalve mijn
persoon op deze plaats.
Waarschijnlijk vermoedden de
ruiters de een of andere hinder
laag, want er verliep eenige tijd,
alvorens de kapitein verdere be
weging hoorde.
Hij bemerkte, dat eenige man
nen hem kruipend naderden.
Op mijn woord, zei hij rustig
ik ben alleen. Hier hebt ge
mijn handen
Het licht van een plotseling ge
opende lantaarn bescheen zijn ge
laat. Toen voelde hij zich bij zijn
armen vastgegrepen en men bond
hem de handen op den rug.
Dal is niet noodig, zeide de
officier rustig
Maar ik moet het mij korten
tijd laten welgevallen.
Toen werden verscheidene lan
taarns geopend, de Pruisische
soldaten want dat schenen ze
naar hun uniform te oordeelen te
zijn belichtten den omtrek naar
alle kanten. Daar zij niets meer
ontdekten, kwam iemand, die te
paard gebleven was en wat rond
gereden had, op den kapitein toe,
liet hem met een lantaarn belichten
en nam hem geruimen tijd scherp
op.
zon die eindelijk is teruggekomen...
Zelfs in het stoffige Parijs, met
z n asphalt en geraas, zijn er nesten
tusschen de spleten der steenen,
onder de daken en soms zelfs in
die gefolterde wezens welke, in
weerwil van alles, trachten reuzen
stammen te zijn.
Maar hoeveel te meer, buiten 1
Wat een trilling, overal
Men hoort de schorsen kraken...
Het blauw van den hemel is als't
ware een liefkoozing geworden, ter
wijl men 's morgens en 's avonds
ziet, dat de reusachtige zon ons
nadert met een snelheid van ver
schillende millioenen mijlen per dag.
En toch, wat beteekent dat, ver
geleken bij de gewaarwording wan
neer men verheven boven dendruk-
kenden last der stoffelijke wereld,
zich opricht naar het visioen van...
de andere wereld.
Dagelijks, gedurende de Goede
Week, van de opening tot de slui
ting der kerken, zijn tallooze zielen
gekomen, in ootmoed en beschaamd,
om het stof en het slijk dat aan hen
kleefde, te bekennen.
Velen hunner waren gewond, als
de soldaat op het slagveld.
Velen waren dood, als het lijk in
het graf.
Het grootste aantal hunoer bevond
zich tusschen leven en dood, kwij
nend en zonder groeikracht.
Maar zij zijn thans opgestaan,
opnieuw gereinigd, verjongd, gereed
om met opgewektheid een nieuw
leven te beginnen.
En dat leven, was Christus.
Goddelijke deugd van de Paasch
belijdenis
Wanneer het lichaam is aangetast
door een doodelijke kwaal, roept
men de tusschenkomst in van den
geneesheer of den heelmeester. Hij
betast... onderzoekthij legt de plek
open... snijdt... en bespreekt eenige
oogenblikken de ontleding van deze
inwendige en pijnlijke aandoening
waarvan de patiënt moet worden
genezen.
Wanneer een ziel ziek is, sterven
de... sterft..., vergaat, is een bekente
nis... 'n uiting van berouw aan de
voeten van den priester, voldoende,..
En dat is het Leven de Opstan
ding
Evenals zijn liefde, is ook de
vergiffenis van God onbegrensd.
Het is ontzaggelijk om in te den
ken, dat de „eerst uitverkorene", die
den grooten Meester volgde over de
grenzen van het hemelsche Paradijs,
de deerniswaardige bandiet was, die
de voorbijgangers op den hoek der
wegen van Jeruzalem uitplunderde
De ellendeling deed een berouw
vol gebaar en Christus stortte Zijn
volle goedheid over hem uit door
te zeggen „Heden zult gij met Mij
in het Paradijs zijn".
Dat is het ware vóórjaar...
Wie zal U de innerlijke Paasch
vreugde schetsen...., het geluk vaü
een geweteD, dat U niet meer ver
teert..., het genot om een kerk bin
nen te treden en te zien, dat het
licht van de Godslamp U toelacht
en zich thuis te gevoelen onder de
bescherming van Hem, die den dood
heeft overwonnen.... Zijn dood en
bij voorbaat den dood van hen die
in Hem gelooveo.
O I... Gelukkig zijt gij die UweD
Paaschplicht hebt vervuld..., gij die
herleeft..., gij voor wie niet alleen de
natuur, maar ook de ziel in bloei
staatgij, die met de Uwen den
Heer hebt ontvangen en die thans
zult opgaan naar het Volmaakte,
onderweg beschermd door de genade
Gods... gij. die U hebt overgegeven
aan de Oneindige Liefde, waartegen
over andere liefdesbetuigingen zoo
Hij scheen het hoofd van den
troep te zijn en was nog een heel
jonge man. Dat de uitdrukking
van zijn overigens openhartig en
vertrouwenwekkend gelaat juist
nu niet bepaald vriendelijk viel
te noemen, liet zich wegens de
mislukte onderneminggemakkelijk
verklaren.
Nu, u ziet er werkelijk niet uil
als een bokruiter, zeide hij. Ubent
een Pruisisch officier, zegt u
Hoe is uw naam
Op dit oogenblik herinnerde de
kapitein zich de woorder, die een
der beide onbekenden daar straks
over hem gesproken had en die
hem deden vermoeden, dal hij in
deze streek weliswaar orn hem
geheel en al onverklaarbareredenen
een vijand had, die hem on
aangenaamheden wilde bereiden.
Hij achtte het daarom beter,zijn
naam niet openlijk le noemen.
Luitenant, zei hij, zou u mij
niet toestaan u deze mededeoling
later te doen, hetzij ambtelijk of
in vertrouwen, zooals uwenscht?
Ik heb bijzondere redenen
die ik u dan natuurlijk ook niet
zal verzwijgen om mijn naam
hier geen al le groote ruchtbaar
heid te geven.
Nu. zooals u wil, zei de officier.
Natuurlijk bent u mijn gevangene
Dat beschouw ik in 't geheel
niet als een ongeluk, omdat deze
toestand zich wel gauw zal wijzi
gen, antwoordde Festenrath glim
lachend.
vaak niet anders dan zelfzuchtig of
een misdadige bespotting daarvan
zijn.
Helaas Er zijn anderen die
geen „grooten schoonmaak" hebben
ondergaan, zou mijn werkster zeggen,
en die de Paaschvreugde ingaan met
een gefolterde of duistere ziel.
Zij weten zelfs niet meer, hoe hun
ziel bestoven of bevuild is, evenmin
als paarden of ossen zulks weten.
Zouden zij zich nog wel weten te
herinneren, dat zij een ziel hebben
Zij eten, drinken, werken en rollen
voort...
En dat is alles...
Het Paaschfeest zal voor hen zijn
een tocht per auto, of worst zitten
eten in het gras. onder het tappen
van eenige flauwe of schuine mop
pen..,
Daarna nemen ze hun juk weer
op evenals de paarden en de ossen.
Ja..., wel gelukkig zijn zij die ge-
Iooven...
Wel gelukkig zijn zij, die de
Paaschklokken hebben hooren lulden
en de hartroerende taal ervan hebben
begrepen...
Wel gelukkig zijn zij die, dit stuk
gelezen hebbende, hunne oogen kun
nen sluiten en zeggen
Ik ben een Christen En omdat
ik te Commuuie ben geweest, heb
ik de volle Paaschzon, het ganscbe
leven met al zijn hoopvolle ver
wachtingen, in mijn menschelijke
borst...
Dit is voor mijn 't feest zonder
schaduw...
Halleluja
PIERRE L'ERMITE.
Steun aan den boer of de boer
aan den steun.
Met bovenstaande bewering wil
ik niet zeggen, dat de boer niet
wordt gesteund, o neen, maar wel
dat niet in die mate wordt gesteund,
dat den boer een bestaansmogelijk
heid wordt gegeven, schrijft een boer
uit Someren in de Zuidwillemsvaart.
Op de eerste plaats kwam men
te laat met steun, welke bovendien
onvoldoende is, vooral voor den
Zandboer.
Suikerbietensteun: deze geeft aan
de bietenverbouwers iets meer dan
productiekosten.
De Tarwewet, ook deze wordt
zoo uitgevoerd, dat de tarwever-
bouwers ook niet van verlies be
hoeven te spreken, doch, en steun
aan de bietenverbouwers en de
tarweverbouwers, heeft voor den
Zandboer weinig waarde.
Door de Crisisvarkenswet zou de
Zandboer kunnen worden geholpen,
als deze wet werd uitgevoerd zooals
vroeger in de pers werd bekend ge
maakt, n.l. wanneer als richtprijs der
varkens zou worden genomen
3 maal voedermeelprijs plus 10 cent
per pond.
Dit zou op den oogenblik alzoo
worden: plm. 36i/t cent per K. G.
levend gewicht. Dus dan bracht
een varken van 100 K.G. op 36i/2
gulden, nu gemiddeld f28 50
Laten wij nu eens berekenen wat
en bij dezen prijs aan een varken
wordt verdiend.
Een big van 15 K.G. kost mo
menteel f 8,—.
Om nu die big tot een gewicht
van 100 K.G. levend gewicht te
krijgen moet er nog 85 K.G. bij.
Rekenen wij, dat voor 1 K.G.
gewichtsvermeerdering noodig is 4
K.G. meel, wordt dit 4x85 =- 340
K.G. meel.
Berekent men 140 K.G. varkens-
U gelooft dus, dat deze bok
ruiters allen gezamenlijk op de
vlucht zijn geslagen vroeg de
luitenant.
Festenrath gat als zijn meening
te kennen, dat waarschijnlijk
slechts zeer enkelen zich in het
naaslbijzijnde struikgewas of in
de kapel verscholen konden heb
ben. Een onderzoek ter plaatse
werd onmiddellijk ingesteld. De
kapitein verzocht om toestemming
om zijn paard op ie halen en door
twee dragonders begeleid begaf
hij zich naar de plaats, waar hij
zijn ros had vastgebonden. Hij
trof het staande in slapenden toe
stand aan; toch was het dier
spoedig weer frisch en gewillig.
Het onderzoek van het omlig
gende terrein, dat bij het schijnsel
der lantaarns met de grootste
nanwkeurigheid plaats vond. had
geen bijzonder ophelderende ge
volgen. In de nabijheid van het
uitgedoofde vuur vond men een
gewone wollen muts, op eenigen
afstand daarvan een grof bewerk
ten valschen baard. Bovendien
lagen in de buurt van het vat een
aantal kruiken.
Het vat zelf was op een klein
gedeelte na, dat Rijnsche landwijn
scheen le zijn, leeggetapt.
De kapel, die, zooals Festenrath
had vermoed, niet in gebruik scheen
te zijn, was eveneens goheel leeg.
Zij werd zeer nauwkeurig door
zocht, echter tevergeefs.
(Wordt vervolgd)