Tweed© Blad Tan „FI1L EI MAAS"
Gulielmus,
FEUiLLËTv/I.
Motiris de Snijer.
Onze eier-export
bedreigd.
Rondde boerderij
Algemeen overzicht.
Drie en vijftigste Jaargang No. 52
door de Genade Gods en de gunst
van den H. Apostolisclien Stoel,
BISSCHOP VAN ROERMOND,
aan de Eerwaarde Geestelijkheid en
de Geloovigen van ons Bisdom,
HEIL EN ZALIGHEID IN
DEN HEER.
Wij naderen het schoone Kerst
feest. We zuilen in den geest in dien
heiligen nacht wederom nederknielen
bij de Kribbe in het stalletje bij dal
eerste tabernakel 1 Want inderdaad,
D. G. de kleine kribbe was het eerste
tabernakel en dat stalletje kaï?. gerust
hec eerste kerkje genoemd worden.
Daar woonde O.L Heer voor de
eerste keer onder de menschen.
Er is in onze kerken, rondom onze
tabernakels, nog altijd iets over van
de sfeer van het stalletje van Bethle
hem. Al zijn de kerken grcot en
schoon geworden, al wil onze liefde
Jezus thans laten verblijven in een
waardige woning, toch voelen wij
ons in de kerk bij O.L. Heer. als
de herders, toen zij bij de kribbe
mochten neerknielen. Wij zijn dan
immers even dicht bij Jezus. Hierin
ligt dan ook de nooit volprezen
waarde van onze keiken, dat zij de
plaats zijn waar wij tot Jezus mogen
gaan en Hem als wij Hem ontvan
gen, zoo dicht mogen benaderen, als
geen kind zijn eigen Vader.
De Kerk is ons geestelijk tehuis
geworden, onze hemel op aarde,
waar wij troost en steun, vergiffenis
en kracht kunnen gaan halen, waar
altijd door uit het tabernakel ons
toeklinkt„Komt allen tot mij, die
belast en beladen zijt en Ik zal U
verkwikken", waar de ongelukkige,
arme mensch rust en vrede kan vin
den, want evenals bij de Kribbe,
geldt 't ook bij 't tabernakel„Vrede
aan de menschen van goeden wil."
Het is dan ook geenszins te ver
wonderen, D. G. dat de Chri tenen
altijd zooveel van hunne kerken
hebben gehouden en dat zij daarvoor
de grootste offers, voor bouw, onder
steuning en versiering hebben ge
bracht. Goddank, de geloovigen van
ons Bisdom blijken deze liefde en
offervaardigheid in hooge mate te
bezitten. Tientallen van kerken im
mers zijn in den laatsten tijd bijge
bouwd. En Wij mogen gerust zeggen,
over het algemeen zijn de gelden, die
daarvoor noodig waren, op buiten
gewoon edelmoedige wijze bijeen
gebracht. Vooral de bewoners der
plaats zelf, waar de nieuwe kerk
moest komen, hebben daarvoor veel
geofferd. Zij" hebben het zich tot een
eer en plicht gerekend O. L. Heer
in hun midden een waardige woning
te bezorgeD. Zoo moet het ook zijn,
D. G. en Wij rekenen voor de toe
komst er vast op, dat juist de be
woners der plaats, waar een nieuwe
kerk zou moeten komeD, gaarne offers
naar vermogen zullen brengen.
Gewoonlijk echter zijn deze offers
toch nog niet voldoende, en er zijn
paiochies, vooial nieuwe, waar de
parochianen onmogelijk alles kun
nen doen. Dan werd in het ver
leden vanzelf sprekend naar andere
middelen gezocht. O.a. moet men
noodzakelijk er op uit trekken om in
andere parochies z.g.n. „bedelpreeken"
te houden. En, God zij dank, ook
dit middel heeft vele herders gehol
pen. Toch is dit in de meeste ge
vallen geen voldoende hulp gebleken.
Niet alleen bleven er vele arme
kerken over, die groote schuldenlasten
dragen, en de la3ten werden op deze
wijze ook ongelijk verdeeld.
Daarom hebben Wij. in overleg
met onze geestelijkheid, besloten om
in bet vervolg jaarlijks op den 2eo
Kerstdag, ia alle Kerken onder de
H. Diensten, een collecte te doen
houden voor arme en voor nieuwe
kerken in ons bisdom.
Wij hopen, D. G. dat deze collecte
goed, zeer goed zal slagen.
Vooreerst hangt op dien dag het
jeluk van den Kerstnacht nog zoo
evendig in de herinnering en zoo
zal onze ziel iu dankbare wederliefde
gaarne geneigd zijn om voor de
woningen van Jezus hier op aarde te
zorgen.
Vervolgens zal ieder edel denkende
geloovige, vooral als hij daartoe door
zijn herder nog eeüs wordt aange-
poord, goed beseffen, dat hem hier
iets wordt gevraagd, dat rechtstreeks
strekt tot verheerlijking Gods, die
immers in de Kerk woont, en tot
behoud van het H. Geloof in ons
Bisdom, dat immers vele kerken eischt.
Ten slotte zal men op deze manier,
als tenminste allen naar vermogen
willen helpen, de priesters, die de
zware opdracht krijgen een nieuwe
kerk te bouwen, zooveel mogelijk vrij
maken van tijdroovend rondtrekken v Moet Nederland zich d t
en zal men Ons, Uw aller Herder en laten welgevallen en lijdelijk toezien
Vader, de vreugde bereiden om de
arme kerken in ons Bisdom eindelijk
wat meer te kunnen steunen.
Geve O. L. Moeder Maria, de
Patrones van ods Bisdom, Zij, die
voor de eerste woning van Jezus
Hos heeft gedaan wat zij kon, dat
al onze geloovigen gaarne naar ver
mogen helpen om steeds voldoende
en waardige Godshuizen op te richten.
f GULIELMUS.
Bisschop van Roermond.
Een Tafereel uit 't Noord-
Brabantsclie dorpsleven, uit
„de tachtiger jaren."
2.
Wat een ongehoorde weelde,
een planken vloer 1 gij schudt
het hoofd bij zooveel overdaad
wees verzekerd dat het geheels
dorp voor u reeds heizelfde gedaan
heeft, maar Mouris de Snijer
stoort er zich niet aan, integen
deel, hij heeft zijne kamer op het
prachtigst gemeubileerd; heeft hij
niet een spiegel met vergulden
lijst; hangen er geene schilderijen
aan de wanden, staan er geen
geboende stoelen tegen den muur"
En dan zie, daar, een groot
antiek kabinet Mouris beweert
dat er "hem door een meneer uit
de stad tweehonderd gulden voor
geboden is en of dat alles niet
genoeg ware, tegenover dat kabinet
staat nog een nieuwmodische,
mahoniehouten chiffonnière, een
sivejeer, zooals Mours zegt.
Die twee zoo verschillende meu
bels zijn wel niet met elkander in
harmonie, maar het staat toch
mooi, rijk en heerachtig
De boeren pruttelen wel een
"u-Een verhooging van het "invoer
recht tot 50 R.M. beteekent een be
lasting van f 1.80 a f 1.90 per 100
eieren (bijna 2 cents per eihetgeen
practisch wil zeggen, dat Duitschland
zijn grenzen voor eieren sluit.
Gedurende een reeks van jaren
werd ongeveer driekwart gedeelte
van onzen jaarlijkschen eierenexport
door Duitschland afgenomen. Gaat
de Duitsche markt verloren, zoo zal
volkomen vernietiging van den Ne-
derland-chen eierenexport met over-
eenkomstigen terugslag op de eieren
export biervan het onafwendbaar
gevolg zijn.
Na met cijfers aangetoond te
hebben, dat onze eieren export een
landsbelang van groote beteekenis is
en wegkwijning van dezen tak van
export belangrijke vermindering van
onze volkswelvaart beteekent en
speciaal ten plattelande verarming en
werkloosheid zal doen toenemen,
vraagt de Ned. Industrie en Han-
delsraad voor Land- en Tuinbouw.
alles
en voor Denemarken gedeeltelijk het
geval is, zoodat op de Duitsche
maikt thans reeds een verbitterde
concurrentie-strijd wordt gevoerd,
zou die verhooging een zwaren slag
voor onze nationale pluimveeteelt
beteekenen.
Des te meer zal dit spreken, wan
neer ik er aan mag herinneren, dat
onze uitvoer aan eieren het niet te
onderschatten bedrag van pl.m. 8G
millioen gulden per jaar beloopt,
terwijl de kippenhouderij nog het
eenige winstgevende onderdeel van
het landbouwbedrijf is, de kurk
waarop de kleine gemengde boerde
rijen drijven. Het gevaar kan nog
worden afgewend, wanneer het der
regeering mogen gelukken, vóór 7
Maart aanstaande een lager invoer
recht dan 30 Mark per 100 Kg. te
bedingen.
Wat zal Duitschland doen
Verlies van de Duitsche markt
beteekent vernietiging van
onzen export.
Groote ongerustheid.
De Nederlandsche Industrie- en
Handelsraad voor Land- en Tuin
bouw meldt
Onze eierenexport en de daaraan
ooafschei lelijk verbonden Nederland
sche pluimveehouderij staan opnieuw
in een feeken van zorg 1
De slechte economische verhou
dingen, deviezeobeperking, contin
genteeriogsmaatregelen en andere on
gunstige invloeden, waaronder deze
tak van handel en bedrijf het afge
loopen jaar reeds zoo zwaar te lij
den had, dat de regeering zich tot
steunmaatregelen gedwongen zag,
schijnen slechts een voorspel te zijn
geweest van de werkelijke catastro
phe, die thans te wachten staat.
Vooruitzichten niet gunstig.
Ingevolge de overeenkomst der
meestbegunstiging, bedroeg het in
voerrecht van Hollandsche eieren in
Duitschland 5 R.M. per 100 kg., een
basis vaü het handelsverdrag tusschen
Duitschland en Zuid-Slavië, op 6
October 1927 gesloten.
Dit verdrag is inmiddels opgezegd.
Tenzij voor dien datum eenig
ander land met Duitschland een li
ger tarief overeenkomt, treedt vanaf
7 Maart 1933 het autonome invoer
recht op eieren in Duitschland in
werking, hetgee 30 R.M. per 100
kg, bedraagt.
Duitsche perspublicaties vermelden
inmiddels, dat het Rijkskabinet zou
hebben besloten, dit autonome recht
neg te verhoopen tot 50 R.M. per
100 kg.
Zelfs zijn geruchten "in omloop,
waarbij een verhooging tot 100 R.M
in het vooruitzicht wordt gesteld.
hoe een groep van Duitsche agra
riërs „rücksichtslos" slechts hun
eigen belangen voorstaan Is in
Duitschland dan elk gezond verstand
zoek, waar een zoo sterk doorge
dreven protectionisme een „volks
voedsel" buiten bereik doet plaatsen
der normale beurzen en practisch tot
luxe middel doet promoveeren
Is men in Duitschland nog steeds
blind voor het feit, dat vermindering
van invoer onherroepelijk overeen
komstige vermindering van uitvoer
tengevolge heeft
Verhooging der invoerrechten
Met evenveel waardeering als door
Holland werd waargenomen, dat
Duitschland neiging vertoonde zijn
contiogeuteeringsplannen te laten
varen, zooveel ontstemming wordt
thans weer verwekt door het steeds
toenemend streven tot verhooging
van invoerrechten. Is het wonde'
indien deze gesties hier te lande
straks bij hernieuwing aanleiding
zullen geven tot steeds sterkere op
positie tegen den invoer van Duitsche
goedereD Het particuliere bedrijfs
leven heeft zich, evenals de land- en
tuinbouw door den nood der tijden
in Nederland sterker georganiseerd.
Een hernieuwde prikkeling van
Duitsche zijde zou voor Duitschland
wel eeDs veider strekkende gevolgen
kunnen hebben dan een jaar geleden
Ook onze Regeering beschikt nog
over w-pens, die tot dusver niet
gebruikt worden.
Wij zijn er van overtuigd, dat èo
de Regeering èn het particuliere be
drijfsleven de oplossing bij voorkeur
zullen zoeken langs den weg van
vredelievend overleg, doch het heeft
den schijn alsof Duitschland vergeet,
dat er tenslotte grenzen zijn, zoowel
in het maken van voorschriften, als
aan het geduld van heu die daardoor
gedupeerd worden.
Geen hernieuwing van het
handelsverdrag
De heer D. J. Holsteijn schrijft
Binnenkort loopt het handelsver
drag Nederland-Duitschland af, over
welks vernieuwing beide regeeringen
thans in onderhandeling zijn getreden
Er loopen oncontroleerbare geruchten
dat onze regeering er naar zou streven
het op deDzelfden voet vernieuwd
te krijgen. Een vernieuwing van het
handelsverdrag zonder meer beteekent
voor ons land, dat met ingang van
7 Maact aanstaande het invoerrecht
der eieren naar Duitschland 6 maal
zoo hoog wordt, namelijk van 5 mark
op 30 Mark per 100 Kg. komt.
Aangezien Engeland door zijn
pondenkoeis voor het contineut
practisch is uitgeschakeld ea ons ge-
heele surplus dus naar Duitschland
moet, hetgeen voor België eveneens
er in dar. slsl lang zoo niet uil-
ziet als in de groote, prachtige
kamer met hare overdadige meu
belen, maar is Moris de Snijer
den geen lid van den raad, wet
houder en, wie weet, mettertijd
burgemeester
Het wordt echter tijd, dat wij
©enigszins nader kennis maken
met het huishouden van Mouris
de Snijer en met het karakter van
stal vee.
Mouris nog een jongeman, was
nu zelf baas; hij was nu heer en
meester vau een mooi »gcdoei"
hard werken was echter niet bij
zonder naar zijn smaak, want om
de waarheid le zeggen, had hij in
het »boeren" al even weinig zin
als vroeger in het kleermaken of'
het leeren. Veel werken, zich af
te matten, was nooit zijn zwak
den boer-wethouder, waarvan wij 'geweest, en zelfs toen hij getrouwd
reeds een zjner hoofdtrekken deden was en zijne vrouw hem een
dochlerlje schonk, liet hij het
grootste gedeelte van het werk
aan den knecht over en deed hij
weinig meer dan nu en dan zijne
akkers rond te slenteren
's Zondags inet zijn paard le pron
ken. Hel ging Mouris echter niet
slechthet waren goede boeren
jaren des zomers regende het op
zijn tijd, dat is, drie dagen in de
week; des winters, als hel hard
vroor, bedekte een dikke en war
me sneeuwlaag den grond en be
hoedde het koren voor bevriezen,
Daarenboven had Mouris toen een
knecht van den echten stempel
zooals men ze in den goeden
ouden lijd vond; maar die lang
zamerhand beginnen uit te ster
ven
als
raden.
Mouris Verdonk was de zoon
van den /oormaligen kleermaker
van het dorp aan die omstandig
heid zal hij zijn bijnaam »de
Snijer" te danken hebben. Mouris
had tot zijn veertiende jaar school
gegaan zijn vader, die meende
dat er een flinke kop op hem zat,
wilde hem tot meester opgeleid
hebben en daarom bleef zijn zoon
zoo lang op school; maar de
onderwijzer van het dorp ver
klaarde, dat Mouris het nooit tot
den vierden, laat staan tot den
de den rang zou brengen, en
raadde den vader aa zijn jongen
maar in de boerderij of op de
snijderslafel te gebruiken. Er viel
niets tegen te doen, en daar
Mouris vols'rekt geen lust had in
het edele kleermakersvak, schoot
er voor hem niets anders over
dan in 's hemelsnaam maar boer
le worden. Toen de oude kleer
maker stierf, liet hij Mouris eene
beetje, zij beweren zelfs, dat het goede boerderij na met een flinken
VI
Ia de R.K. Boeren- en Tuinders
stand van 1 Dec. j.l. vinden we een
uittreksel van een adres van „het
Grondbezit" over de Crisispachtwet
aan den Minister van Justitie, lui
dende
De vereeaiging „Het Grondbezit'
heeft een adres gericht aan den
Minister van Justitie, waarin zij uit
voerig motiveerend hetoogt dat de
crisispachtwet niet aan de vecwach
tingen voldoet en dat die wet de
uitvoerders voor onoverkomelijke
moeilijkheden stelt. Deze wet wakkert
de hartstochten ten bate van persoon
lijke voordeelen aan en krijgt een
geheel speculatief karakter (1).
De beslissingen zonder nadere
motiveering en net persoonlijk ele
ment bij die beslissingen doordat
vaste lichtsnoeren onmogelijk kannen
worden gegeven brengen aldus
het adres, de hoogheid der Neder
landsche rechtspraak dermate ii
twijfel, dat verscheidene kantonge
rechten een bepaalde reputatie hebben
gekregen.
Van vele, vooral ook kleine ver
pachters. heeft zich groote verbitte
ring meester gemaakt en men komt
tot de oprichting van landsverpach
tersbonden die een u terst verbitterde
actie zullen voeren.
De eventueel aan te brengen ver
beteringen zijn nog Diet aan de prac-
tijk getoetst en zullen licht aanleiding
kunnen geven tot een soort pacht-
pxijszetting van overheidswege.
- Daar tal van verpachters niet meer
aaa de op de pachtsom gebaseerde
verplichtingen kunnen voldoen (hypo
theekrente, enz.) zal voor hen staats
steun noodzakelijk worden. Een
billijke uitspraak is slechts na een
uitgebreid technisch-economisch ge
rechtelijk onderzoek te óoiq, hetgeen
volgens adressante thans niet te ver
antwoorden kosten medebrengt.
Constateerende, dat de sympathie
voor deze wet, die zoo overhaast en
met zooveel ideologie is tot stand
gebracht, vrijwel geheel vervlogen
is en dat de werking economisch,
moreel en staatkundig funest blijkt,
meent adressante, dat van verbetering
weinig heil valt te verwachten.
Er op wijzende, dat een actie tot
steun aan verpachters, stichtingen
enz. die geheel aan den grond zijn
geraakt, niet zal kunnen uitblijven,
een steun, die op dezelfde wijze zal
moeten werken als de Iaodbouw-
maatschappijen voor de hypotheek
boeren voorstaan, dringt adressante
er bij den minister op aan, met den
meesten spoed te bevorderen, dat in
art. 13 der wet de woorden „voor
1 Januari 1936J' worden vervangen
door „voor 1 Januari 1933."
(1) Hier moet ik toch een aparte
opmerkiDg maken. Zou het grondbezit
minder dan de crisispachtwet de
hartstochten ten bate van persoon
lijke voordeelen aanwakkeren en in
verleden aangewakkerd hebben
Het verwondert mij, dat de R.K.
Boerenstand geen enkel commentaar
aan dit bericht heeft toegevoegd.
Wat denkt de vereeniging „Grond
bezit" te bereiken, door de crisis-
pachtwet om hals te brengen
Denken zij dan van de pachters
de gelden binnen te krijgen om...
aan de op de pachtsom gebaseerde
verplichtingen te kunnen voldoen
(hypotheekrente enz) Weet de ver
eeniging „Het Grondbezit" niet, dat
de productiewaarde ver, ontzaglijk
ver. beneden den pachtprijs van den
grond ligt En dat de pachter enkel
alleen van de productiewaarde
kan betalen
Een jaar hadden de verpachters
misschien hun oude pacht kunnen
krijgen door zoo ongeveer den ge-
heelen pachtersstand te laten uitver-
koopen. Ik zeg misschien
Maar dan zouden ze. niet misschien
maar zeer zeker, met de opbrengst
vo'gens de productiewaarde van hun
verpachten grond moeten zien om te
springen, trots de op de pachtsom
gebaseerde verplichtingen
En dan zou „grondbezit" wel eens
van den wal in de sloot kunnen ge
raken. Als de vereenigden in de ver
eeniging „Het grondbezit" de klappen
van de crisispachtwet-Ebels niet
kunnen dragen, moeten ze mee ia
gareel om de productiewaarde van
den grond te verhoogen. Wanneer
ze dit k'aar krijgen zouden ze meer
gebaat zijn dan mee een vrije huis
sla zhting voor de pachtpiijswet-Ebels,
op 1 Januaii a.s.
Ofschoon echter verhooging der
landbouwproductieprijzen noodzake
lijk is, zou ik toch niet gaarne mee
werken, om in de gegeven omstan
digheden deze zoodanig op te voeren,
dat de crisispachtwet geheel over
bodig werd. Ook de vereeniging „Het
Grondbezit" behoeft geen heilig
huisje te zijn wat de crisis niet zelfs
even mag aanraken.
Maar ook de hypotheekhouders
niet. Ten deze had ook al lang iets
moeten zijn gebeurd. Als door de
crisispachtwet de verpachter zijn
hypotheekrente Diet zou kunnen be
talen, is het natuurlijk niet billijk,
dat deze wet ook niet even langs
den hypotheekhouder schuurt.
Dat de sympathie voor deze wet
welhaast geheel vervlogen is, was
mij nog niet bekend Op het gezag
van „Het Grondbezit" zullen we dat
maar aannemen, althans daar 1
Als verpachters tengevolge van de
crisispachtwet hun verplichtingen niet
kunnen nakomen, is het zeer zeker
te billijken, dat ook zij op hun beurt
voorzieningen vragen. Maar dat zij
daarvoor de wet willen afmaken, i;
onbegrijpelijk. Want als zij hunne
verplichtingen, gebaseerd op de vroe
gere pachtopbrengsten, niet kunnen
voldoen, omdat die opbrengsten
worden verlaagd, moet het vooral
hun toch duidelijk zijn, dat de boeren
de pachtsom, gebaseerd op de vroege
re productiewaarde van deD grond,
bij dc huidige afbraakprijzen aller
minst kunnen opbrengen.
Eigen bezwaren worden vaak hevig
gevoeld, doch de onmogelijkheden
van anderen nauwelijks of niet.
Dat zien we ook weer in de
memorie van Antwoord van den
Minister van Economische Zaken en
Arbeid, waar hij zegt, geen termen
te kunnen vinden om den landbouw
tijdelijk van de sociale verplichtingen
te ontheffen.
Als de Regeering gevraagd wordt
om maatregelen, die geld kosten, of
aandrang wordt uitgeoefend om be
zuinigingsmaatregelen niet uit te
voeren, dan beroept zij zich in vele
gevallen op de economische of fioan-
cieele noodzakelijkheid. Doch als hare
onderdanen, om dezelfde reden, uit
nog grootere noodzakelijkheid, maat-
egelen vragen, worden geen termen
gevonden daarmee rekening te hou
den. En toch, de massa der boeren
kan niet meer betalen en ook geen
crediet meer krijgen, maar van de
Regeering hebben we nog geen
moeilijkhedea in deze vernomen.
De Minister ware juister geweest,
als hij geen termen had kunnen vin
den, om den landbouw, van de voor
vele boeren, anti-sociale wetten te
ontheffen. Juister in uitdrukking,
maar niets meer in overeenstemming
met de sociale rechtvaardigheid.
Want het is en blijft een slag in
het aangezicht van de sociale recht
vaardigheid, dat de lasten der onder
havige verzekeringen blijven loopen
over de bedrijven. Over de bedrijven
die met verlies werken, waar nooit
woekerwinsten, zelfs geen groote
winsten zijn gemaakt, waar geen
reserves zijn, maar door alle eeuwen
de strijd om het bestaan gevoerd
moeten worden, zooals in de massa
der boerenbedrijven.
Nu de winter nabij is en het
tegenovergestelde verwacht werd,
gaan de boterprijzen ook al weer
dalen.
Waar moet het heen?
Maar de Regeering aanvaardt de
onmogelijkheden van hare onderdanen
nietAGRARUS.
betalen deed hij goedop een
stuiver of wat zag hij niet, en al
was die mildheid meer le wijten
aan zijn zucht om meer te doen
dan zijne buren en om te laten
zien dat hij goed betalen kon, dan
wel hieraan, dat hij inzag en be
greep wat een goeden arbeider
toekwam, toch bereikte hij er zijn
doel mede. Hij behoefde nooit
verlegen te slaan de oogst kwam
altijd op lijd binnen, het gras
werd er bekwamer tijd gemaaid
en gehooid en turf had hij altijd
in voorraad in zijne »schop". Dat
alles kostte hem wel een heele
handvol geld, maar hard achter
uitgaan deed hij toch niet.
Üm de boel »richtig" te houden
werkte wel het meest mede zijne
brave en oppassende vrouw, die
arbeiders en werkvolk en vooral
den stal goed naging en over alles
haar scherpziend'oog liet gaan.
Sedert zijn echter verscheidene
jaren verloopen vrouw Verdonk
rust reeds lang c-p het groene
kerkhof in de schaduw van het
groote houten kruis, dat, op een
beuve'. geplant, den doodenakker
siert; Hanneke, de dochter, is een
frissche boerenmeid van twintig
hij kon er op vertrouwen j jaar geworden, terwijl vader
op zich zeiven of eigenlijk j Mouris nog altijd dezelfde is ge-
meer dan op zich zeiven. Het werk j bleven, of neen, hij is hooger ge-
op de boerderij raakte altijd op j stegen trotsch op zijne groote be
lijd gedaan, want al werkte Mouris j kwaamheden in het lezen en
zelf niet veel mee, arbeiders kon I schrijven, trotsch ook omdat hij
hij ^altijd genoeg krijgem jin zijne jeugd de kans had gehad
bovendien op zijn groot en sierlijk
huis en zijn jong, vurig paard,
deed hij zich als lid van den raad
voordragen en was als zoodanig
benoemd en later zelfs tot wet
houder gekozen. Het uiterlijke van
zijn persoon was er tevens zeer
op verbeterd, zoo zelfs, dat hi^
's Zondags reeds schoenen begon
te dragen en een lakensch vest
en dito jas. Ja, met plechtige
legenheden, met Paschen of Pink
steren bijvoorbeeld, of als hij naar
het raadhuis ging, om de verga
dering van den gemeenteraad bij
le wonen, droeg hij tot ergernis
van velen een boordje en over
hemd.
Hemel, wat een verwaandheid
Waar zelfs de burgemeester zich
op klompen en in zijn bombazij
nen werkpakje naar de raadkamer
begif en waarom ook niet"
verscheen Mouris de Snij
gedost en gekraagd als een groote
menheer uit de stad. En dat was
nog het eenige üiet. De boeren
vertelden elkander, dat de wet
houder een hoogen hoed bezat,
dien hij in Heidekamp wel nooit
opz Ite, maar in zijn karretje
meenam als hij naar de stad ging.
Ten minste, Peer Willems en
Thomas Thomassen hadden hem
daar eens ontmoet met zulk een
Een accoord met de rijks
ambtenaren. De korting der
Indische salarissen. - Verlenging
van de Tarwewet. Bruggen
bouw. De burgemeester van
Heesch. Diphterle in Valkens-
waard. Allerlei.
Het georganiseerd overleg tusschen
de regeering en de rijksambtenaren
over nieuwe salariskorting, heeft
dezen keer een positief resultaat op
geleverd, d.w.z. dat men van beide
zijden het over een accoord eens is
kunnen worden. Minister de Geer
vond dat zoo mooi, dat bij daarom
alleen dezen keer eens niet het
onderste uit de kan verlangde; hij
heeft voor 'n millioen of wat, toe
gegeven. Volgens het verkregen
accoord zal de tijdelijke korting voor
gehuwden worden opgevoerd tot 4
(voorgesteld was 5) en van onge
huwden tot 5 (voorgesteld was 7)
procent. De regeling gaat in op
I januari '33 en geldt vootloopig
tot 1 Maart '35.
Ze beteekent een voordeel van
11.3 millioen voor de schatkist boven
de reeds verkregen 7 millioen als
gevolg van de eerst toegepaste kor
ting.
De regeering zal thans geen ge
bruik maken van de haar door de
Kamer verleende bevoegdheid tot
verhoogd premie-verhaal.
o
Slechter nog dan hun Hollandsche
collega's zija de Iadische ambtenaren
er aan toe. Met ingang van 1 Jan.
a.s. worden dezer salarissen gekort
met 17 procent, terwijl voor later
oog een definitieve salarisherziening
is aangekondigd. Van stopzetting
echter der periodieke verhoogingen
is voorloopig afgezien.
Men begint wel in te zien, dat
de crisis Dog van langen duur zal
wezen, althans, dat het herstel van
den economischen toestand slechts
in een zeer langzaam tempo te ver
wachten zal zijn. Nu de regeering
den werkingsduur van de Tarwewet
moest verlengen, heeft ze dan ook
jes kon behooren.
Ook de waning van Mouris was
er zeer op verbeterd wij hebben
reeds gezien dat zijn dak half met
pannen is gedekt, dat hij een
tuintje voor zijn huis heeft en
dat zijne pronk- of logeerkamer
met eene schier overdadige weel
de gemeubileerd is.
Hoe zou het met 'l overige, met
zijne boerderij, met zijoe zaken
gesteld zijn
Wij wagen het vooralsnog niet
er een antwoord op te geven,
maar als men de algemeene ge
ruchten gelocven mag, dan zou
den die niet al te brillant staan,
wel is zijn stal nog goed voorzien
want behalve de varkens en kal
veren, houdt hij er niet minder
dan vijf koeien en een paard op
na, maar het vee is dood mager
en erg vervallen, beweren de
boeren en alleen het paard ziet
eJ goed uit en krijgt volop voer,
niet omdat het hard werken moet,
maar dewijl het nu en dan zijn
meester moet dragen en in de
stad de eer van wethouder Ver
donk moet ophouden.
Verder zeggen de boeren dat de
boerderij zwaar »verhipeleekt" is;
of dit ook laster is, zullen wij op
dit oogenblik nog niet uitmaken
het zou echter wel waar kunnen
zijn, want zooals wij reeds zeiden
rust de bezorgde vrouw Verdonk
reeds lang in het graf, zoow« 1 als
de oude trouwe knecht, en Mouris
de Snijer blijft voortgaan met
hoed op, in gezelschap van een
sl8dschen menheer. ntusscheD, j niets te'doen, vooral sedert hij de
op een dorp wordt zóóveel kwaad gewichtige betrekking van lid van
- - w - ogeproken, dat ook dit wonderlijk den Heidekamper gemeenteraad
Het moet ook gezegd worden, om meester te worden, trotsch verhaal wei tot het rijk der sprook- aanvaard heeft. Wordt vervolgd.