Rond de boerderij
in
FEUILLETON.
Van jagers en
stroopers.
MISDAAD EN BOETE
Q mini8lttC
Algemeen overzicht.
Ook de heer Arts voelt het meeste voor een aardebaan, vooral
omdat er daardoor weer meer werk komt.
Wethouder Pubben stelt er prijs op te verklaren, dat er met het
voorbijgaan van den Burgemeester bij de Commissie geen bijbedoelin
gen hebben voorgezeten.
Spreker heeft verder met veel genoegen gehoord, dat de Raad alge
meen overtuigd is, dat daar na verloop van tijd en natuurlijk met den
'noodigen steun een verharde weg moet komen.
Laat ons daarom thans eerst het streekplan afwachten; als we dat
kennen, kunnen we met meer inzicht over deze aangelegenheid oordeelen.
Ook hij zou het echter gewenscht vinden, dat B. en W. nu reeds
onderzoeken en nagaan, wat een weg zooals bedoeld, zoo ongeveer zal
kosten; daattegen is ook niet het minste bezwaar.
De Voorzitter leest vervolgens de ingekomen adhaesiebetuigingen van
de R. K. WerkliedenvereeDiging, den R. K. Venrayschen Middenstand
en de Atd. Merseio van den Limb. Land- en Tuinbouwbond voor en
zegt, dat hij een aardebaan geen weggegooid geld acht, indien de weg
wordt gelegd, zooals hij op het wegenplan zal voorkomen; er kan dan
ook een eenvoudig fietspad aangelegd worden, zooals dit door Volks
belang geschiedde. Spreker zal zich zoo spoedig mogelijk met de be
voegde autoriteiten en den inspecteur der werkverschaffing in verbinding
stellen en hoopt, dat in den zomer met het werk kan worden begonnen.
De heer Millen meent, dat het dan nog veel te lang duurt. Spreker
had gedacht, dat hiermede zeker al in het voorjaar een begin werd
gemaakt.
De Voorzitter wijst et op, dat men toch zoo maar niet op stel en
sprong kan beginnen, er moet toch nog van alles gevraagd worden,
overleg gepleegd worden enz. Spreker kan echter wel verklaren, dat
B. en W. er zooveel mogelijk spoed achter zullen zetten.
Dit wordt algemeen goedgevonden.
Hierna wordt behandeld het request der R. K. Werkliedenvereeniging
met verzoek een steunregeling te willen invoeren.
Na voorlezing van het request, zegt de Voorzitter, dat in verband
met de reeds het vorig jaar gevraagde steunregeling inlichtingen zijn ge
vraagd aan den Minister en uit het toen ontvangen antwoord blijkt,
dat hier geen steunregeling kan gemaakt worden, aangezien allen in de
werkverschaffing kunnen tewerk gesteld worden. Spreker leest ook dit
schrijven voor en zegt voorts, dat voor de bij de werkverschaffing te
werkgestelde personen regelingen voor vorst en ander onwerkbaar weer
zijn vastgesteld.
Wethouder Odenhoven zegt, dat wij sinds het van den Minister
ontvangen antwoord weer een jaartje verder zijn en ook een Minister
wel eens van meening verandert, vooral in dezen desolaten toestand.
Spreker acht een steunregeling voor Venray noodzakelijk. Ongeveer
alle gemeenten, die met Venray te vergelijken zijn, hebben er een. Zeker
er is bier veel gedaan voor de werkverschaffing en hiervoor brengt
Spreker gaarne een woord van hulde. Er zijn er echter nu al, die niet
bij de werkverschaffing kunnen komen en dezulken zullen er steeds meer
komeD, dat hangt soms van een kleinigheid af. Ook zijn er velen bij
de werkverschaffing, die daar met het oog op hun gezondheidstoestand
niet thuis hooren. Vooral voor deze menschen is een steunregeling
noodzakelijk.
De Voorzitter heeft wel eens gezegd, dat naast een werkverschaffing
geen steunregeling kon bestaan, doch dit schijnt wel mogelijk, want het
is b.v. zoo in Gennep.
Ook voor deze gemeente, acht Spreker naast de werkverschaffing, en
dit moet hoofdzaak blijven, een steunregeling noodzakelijk.
De Voorzitter zegt, nooit beweerd te hebben, dat naast de werkver
schaffing geen steunregeling kon bestaan, want dit is in tientalle i ge
meenten het geval. Daar is echter de toestand heel anders dan hier en
heeft men, in verband met te weinig werkobjecten, het z.g. rouleerings-
systeem toegepast. In eene gemeente echter, waar alle werkloozen werk
kunnen vinden, is practisch geen steunregeling bestaanbaar.
Dit was het vorig jaar zoo, toen de brief van den Minister kwam en
dit is nog zoo, dus die brief is nog van kracht.
Mocht echter in de werkgelegenheid verandering komen, dan veran
deren ook de omstandigheden en is dus wellicht wel een steunregeling
mogelijk.
Wij kunnen hier echter ook plotseling voor andere omstandigheden
komen, zooals bijv. vorst enz., zegt Wethouder Odenhoven.
Dan kunnen maar halve weken worden uitbetaald en zitten wij zonder
steunregeling.
De Voorzitter zegt, dat in dergelijke gevallen de Minister maatregelen
neemt, en de betrokken gemeenten telegrafisch hiermede in kennis stelt.
De heer Stoot ziet er geen bezwaar in. een steunregeling te ontwerpen,
die eerst in werking treedt, wanneer de Minister dit noodig acht.
Wij kemen dan niet voor verrassingen te staan, hebben eene steun
regeling kant en klaar liggen en als de nood aan den man komt, kunnen
B. en W. den Minister telegrafisch mededeelen, dat de toestand van
noodzakelijkheid der steunregeling is ingetreden.
De heer Millen gelooft ook niet. dat een steunregeling zal worden
afgekeurd. Hij is dan ook voor een steunregeling zooals door den heer
Stoot bedoeld, een steunregeling dus die slaaptdaadwerkelijke steun
kan dan tenminste gegeven worden, direct als het noodig iszoolang
de steunregeling niet practisch noodig is en laten wij hopen, dat dit
lang zal zijn laten we haar eenvoudig ongebruikt liggen.
De heer Van Boven onderstreept ten volle het gezegde van Weth.
Odenhoven.
Spreker wij3t op de werkzaamheid en ordelievendheid onzer arbeiders
en begrijpt maar niet, dat de menschen boven den Moerdijk steeds veel
en veel royaler gesteund blijven worden dan hier. Ook hier moet zoo
spoedig mogelijk een steunregeling komen. Die arme stumpers van arbei
ders moeten hard werken voor weinig loon en van dat zuur verdiende
beetje geld nog zoo veel missen voor de boeren, in den vorm van dure
boter, duur vleesch enz.
De loonen in de werkverschaffing zijn veel te laag. Spreker ontkent
niet, dat een vakman meer kan en moet verdienen dan iemand, die geen
vak kent, maar 13 a 14 gulden per week is toch voor een gezinshoofd
veel te weinig.
De Voorzitter zegt: dat de loonen hier lager zijn, ligt aan den loon-
standaard. Van den anderen kant moet men begrijpen, dat, als iemand,
die vakman, b.v. timmerman is, bij de werkverschaffing komt, hij daar
minder verdient dan in zijn vak. Hij herhaalt echter, dat, zoolang alle
gehuwden en kostwinners kunnen worden tewerkgesteld, van een steun
regeling geen sprake kan zijn- Het is echter mogelijk, dat in een ge
geven geval. b.v. plotselinge stopzetting eener groote fabriek, dat niet
meer mogelijk is, en ook hier het rouleeringssysteem zoude moeten wor
den toegepast.
B. en W. zijn daarom bereid te komen met een ontwerp-steunregeliog
met eene bepaling als door den heer Stoot bedoeld.
De heer Vermeulen zou de menschen aan de buitenwegen in werk
verschaffing zetten met rijkssteun en desnoods zonder steun.
De Voorzitter zegt, dat als eerste principe blijft, zooveel mogelijk
werken, alleen als dit onmogelijk is steun. Rijksbijdrage in loonen wordt
alleen gegeven voor werken, die daarvoor zijn aangewezen. Spreker
herhaalt, dat B. en W. met een ontwerp-steunregeliog zullen komen.
Laat ons deze nu eens afwachten.
Wordt algemeen goedgevonden.
Dan wordt aangeboden het Gemeenteverslag over 1931.
Wordt algemeen goedgevonden dit verslag voor de leden ter Secre
tarie ter inzage te leggen.
Vervolgens is aan de orde request van L. H. Janssen e.a. om toe
kenning eener gratificatie.
De Voorzitter leest het request voor en zegt, dat B. en W. op het
standpunt staan, dat de dienaren van politie wel een extraatje mogen
hebben, nu tengevolge van de gewijzigde gemeentewet de vacature Fila
zoolang Diet is aangevuld kunnen worden en dientengevolge de dienst
zwaarder is geweest. In verband met de kortingswet is er echter een
administratieve moeilijkheid, en daarom verzoekt Spreker dit punt aan
te houden tot de volgende vergadering, waarin B. en W. met een voor
stel zullen komen.
Wordt algemeen goedgevonden.
De heer Vermeulen meent, dat de op de ambtenaren toegepaste kor
ting niet noodig was geweest.
De Voorzitter antwoordt, dat de door hem ingewonnen inlichtingen
zoodanig waren, dat B. en W. zich niet verantwoord achtten, indien zij niet
met die voorstellen v/aren gekomen, uit vrees dat wij dan in geen geval
aan de korting der R.ijksuitkeering zouden ontkomen.
De heer Vermeulen zal te gelegener tijd over deze kwestie verder
spreken en wil nu slechts zeggen, dat er zelfs op de Provinciale Griffie
mee gelachen is, dat hier nog gekort werd.
De Voorzitter zegt, dat ook de officieele vertegenwoordiger der
A.R.K.A. het met de korting eens was en zijne inlichtingen overigens
\an bevoegde zijden zijn verkregen.
Naar aanleiding van het ingekomen request der vroedvrouw om de
voorgenomen salariskorting niet op haar van toepassing te verklaren,
zegt de Voorzitter, dat dit natuurlijk niet gaat, omdat deze korting voor
alle vastaangestelde gemeente-ambtenaren is toegepast.
De heer Millen vraagt, of het geen aanbeveling verdient deze vroed
vrouw te pensionneeren.
De Voorzitter zou daarover straks liever in geheime vergadering
willen spreken.
Vervolgens leest de Voorzitter voor de ingekomen dankbetuiging van
den heer Willem Winters voor de welwillende wijze, waarop Is tege
moet gekomen aan het verzoek om aan het wandelpark in de School
straat den naam te geven „Jan Hensenpark".
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De heer Van Boven vraagt, of nog niet kan worden overgegaan tot
plaatsing van een lantaarn bij Lichleveld.
De Voorzitter antwoordt, dat dit zal worden bekeken bij de a.s. be
grooting.
De heer Van Boven vraagt, of de Raad dit wel aan B. en W. moet
vragen. Spreker meent, dat de Raad dit B. en W. kan opdragen.
De Voorzitter zegt, dat de Raad de posten op de begrooting uittrekt,
maar de plaatsing der lantaarns aan B. en W. is overgelaten. Een der
eerst aan de beurt komende lantaarns is daar, maar laat ons nu wachten
tot bij de begrooting.
De heer Van Haren vraagt, of het niet mogelijk is de politieverorde
ning te wijzigen in verband met het gebruik van electrische toestelleo,
waarvan de radioluisteraars vooral des avonds veel hinder ondervinden.
De Voorzitter zal dit zeer gaarne onderzoeken, doch gelooft, dat het
zeer moeilijk zal zijn.
De heer Arts zag er gaarne de aandacht van het Gemeentebestuur
van Horst op gevestigd, dat de menschen in Castenray, zoo'n last hebben
van de bewoners van het woonwagenkamp onder Horst.
De heer Geurts moet dit ten volle onderschrijven. Hij heeft persoonlijk
het woonwagenkamp wel eens onder oogenschouw genomen, doch er
ls niets; de bewoners hebben zelfs geen water.
De Voorzitter zal dit direct ter kennis brengen van het Gemeentebe
stuur van Horst en dit verzoeken afdoende maatregelen te treffen.
De heer Arts meent, dat bij de brug aan den Overlocnscheweg
zuiniger gewerkt had kunnen worden, al zijn de kosten ook voor het
Rijk; hij heeft direct gewaarschuwd tóen er een scheur kwam in de
brug en had men toen direct deze hersteld, dan was een nieuwe brug
niet noodig geweest.
De Voorzitter zegt, dat deze weiken behooren tot de Bekennormali
satie en deze voor zoover de bruggen betreft, door den technischen dienst
van de Prov. Waterstaat worden uitgevoerd. Feitelijk hoort deze aan
gelegenheid hier dan ook niet thuis. Om verkeerde voorstellingen te
voorkomen, wil hij echter wel zeggeD, dat de brug geheel moest worden
vernieuwd, omdat zij na de normalisatie der beek niet meer voldoende
doorlaatvermogen had. Dat zij dus na de scheuring niet meer hersteld
is, doch direct een noodbrug is gelegd, is juist geweest om kosten te
vermijden, dus het tegenovergestelde van wat de heer Arts meent.
Thans niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord
verlangende, sluit de Voorzitter de openbare vergadering met gebed en
gaat de Raad in geheime zitting over.
Mijn vorig artikel werd ook door
andere menschen dan boeren gelezen.
Ik hoorde n.l. vertellen, dat de
schrijver iemand moet zijn met eenige
liberale neigingen, 't Bewijs daarvoor
vernam ik niet of het móet zijn, dat
ik, volgens heD, de sociale verzeke
ringswetten durfde aanranden, waar
van nog juist geschreven is, dat
daardoor zoo juist geschreven is,
dat daardoor zooveel millioeoeu uit
gekeerd wordt aan personen, die
anders ten laste kwamen van het
armenwezen.
En dan zou men wel eens uitge
legd willen zien, hoe de sociale
lasten van anderen afgewenteld wor
den op den boerenstand.
Daar mogelijk bij meerderen deze
I vragen opgekomen zijn, wil ik hier
op wel eens antwoord geven.
Het groot aantal uitgekeerde mil-
lioenen kan wel de noodzakelijkheid
der sociale verzekeringswetten aan-
toonen, maar bewijst geenszins, dat
een rechtvaardige verdeeling der
lasten is opgelegd. En daar alleen
bad ik het over. Ik randde niet de
sociale weiten aan, maar noemde
slechts leemten en dat is toch geeD
veroordeeling van het geheele stelsel!
Nu ik daar toch weer over praat,
wil ik op die leemten nog even
dieper ingaan.
Ik kan het mij van een sociale wet
maar niet goed begrijpen, dat deze
geen rekening houdt met tijd en
omstandigheden, zooals o.a. met het
bijzonder karakter van den boeren
stand. Die sleutel moet op alle sloten
passen. En toch, zou men de huidige
sociale wetten bij de vroegere huis
industrie wel op zijn plaats hebben
gevonden Een groot gedeelte van
de boerenbedrijven heeft daarmee
veel overeenkomst. Het wil mij voor
komen dat er, in sociaal opzicht,
een groot verschil bestaat tusschen
iemand, die zijn geheel leven in loon
dienst werkt, en een ander, die alleen
in zijn jonge jaren in z.g. loondienst
gaat, maar later een eigen bedrijf
begint. Er is, om geen ander voor
beeld te noemen, groot verschil
tusschen een rijke groot-boer, die
gehuwde arbeiders in dienst heeft,
en een boeitje, die een knecht noodig
heeft, maar zelf minstens evenveel
arbeider is, die met hem eet aan
dezelfde tafel, met hem leeft in den
familiekring en.... die misschieD (en
thans zeker) nog minder kan over
leggen dan de knecht. Die er niet
aan kan denken voor eigen eventueele
invaliditeit en ouderdom te zorgen
Als men al deze dingen rondom
zich ziet gebeuren, moet men toch
voelen, dat dit een leemte is in onze
sociale verzekeringswetten, die juist
uit sociaal oogpunt in deze dringend
verbetering behoefden, ofwel zooals
ik de vorige maal schreef verbete
ring van des toestand van hen, die de
lasten moeten dragen.
Hier was een lesje te nemen aan
de pachtwet-Ebels.
Daar wil men dat rekening wordt
gehouden met den financieelen toe
stand van pachter en verpachter. Dat
lijkt mij het juiste sociale en het
rechte democratische pad. al klinkt
het wonder, dat dit juist uitgevonden
werd toen er iets voor de boeren
moest gedaan worden. Maar 't is in
orde. Thans rest nog aan te toonen,
boe de sociale lasten voor een groot
gedeelte worden afgeschoven op den
boerenstand.
Hiervoor het volgende voorbeeld:
Iemand kocht een paar wollen
sokken, welke 50 gram wogen. Dit
half ons wol berekende bij, met in
begrip van kleurstof enz. vanaf
boerderij op 5 cent. wol alleen 2i/ï
cent. De sokken kosten echter... f 1.05
Ziehier de bekende rekening zooals
die werd gemaakt
Grondstoffen af boerderij f 0.05
Comm. loon Commissionair
20 pet f 0.01
f 0 06
Vracht spoorwegen 65 pet van
de goederen waarde (gew. tarief) f 0 04
Grondst offen franco fabriek f 0.10
Kosten van wasschen en ge
wichtsverlies 100 pet. f 0.10
t 0.20
Arbeidsloon en verdere kosten
aan fabricage f 0.25
Inkoopsprijs fabrikant van
de sokken f 0.45
Winstmarge fabrikant 20 pet. f 0.09
f 0.54
Provisie voor den fabrieks-
reiziger 10 pet., afronden naar
boven is gewoonte f 0.06
Inkoopprijs grossier f 0.60
Winstmarge grossier 20 pet. f 0.12
f 0.72
Provisie reiziger van den
grossier 10 pet. f 0.08
Inkoopprijs winkelier f 0.80
Winstmarge winkelier 30 pet. f 0.25
Verkoopprijs a. d. gebruiker f 1.05
Wij zien, dat de fabrikant, de
grossier, de winkelier en de reizigers
hun winst en provisie uitdrukken in
procenten, waarmee ieder voor zich
de duurdere productiekosten van zich
afschuift. Zoo loopt de wenteltrap
door heel het economisch leven en
de onderste trede komt terecht op
den oer-producent, die niet meer
verder schuiven kan.
Als 't maar zoo eenvoudig was,
dat men de sociale politiek slechts
behoefde te toetsen aan den ecooo-
mischen toestand van de arbeiders en
ambtenaren eenerzijds en de geneug
ten van 't kapitalisme aan den ande
ren kant. Dan was het duidelijk, dat
men demonstreerde, protesteerde en
met 't volste recht argumenteeren
18
Zoo ging het den jager. Er was
wel niemand die zoo ongelukkig
en ellendig was als hij. Dag en
nacht achtervolgde hem het beeld
van den vermoorde, hoe hij zich
wrong in den harden doodstrijd
hoe hij zijn brekend oog op den
moordenaar gericht hield.
Het leed dat de houtvesters
familie en het arme meisje ter
neder drukte greep hem in de
ziel; ieder plekje der boerderij
waar hij met Johan als knaap
gespeeld en gezongen had, was
hem een kwellende herinnering;
hij rilde er van wanneer hij de
buks zag waarmee hij de daad had
bedreven, 's Nachts gingen ver
warde beelden hem door den geest
een havelooze knaap ging weenend
achter een lijkbaar; twee knapen
speelden op de boerderij en
dwaalden door veld en bosch rond
dan kwam hem weder de onzalige
plaats voor oogen waar de gru
welijke daad gepleegd was.
Niets hield hem meer in het
dorp waar allen voor hem uit den
weg gingen, waar alles hem zijn
bloedschuld herinnerde. Zij dreef
kon, dat er ook van loonaftrek bij
lagere ambtenaren en arbeiders geen
sprake mag zijn. Maar als men ze
vergelijkt bij, en weet dat deze druk
ken op, den reoteloozen arbeid van
den voor een groot gedeelte weer-
loozen, boerenstand, dan is de con
clusie, ook uit sociaal oogpunt be
keken, iets anders.
Als men de sociale verbeteringen
door 't kapitaal wil laten dragen,
zullen diens afweDtelbewapeDingen
heel wat moeten warden beperkt.
Nu komt de druk grootendeels op
den boerenstand. Van zijn afweer
middelen maken de moderne demo
craten en de liberale patriarchen
liever stamppot in de vrijhandels-
gaarkeuken. Dat smaakt beiden en is
goedkoop
En de boerenstand is de pakezel
van het kapitalisme en de democratie,
die hem echter onvoldoende van
voedsel voorzien. Dit kan hij niet
volhouden de teekenen wijzen daar
al op. Maar al kan hij niet verder,
hij zal toch te eten moeten hebben
en zijn lasten zullen geheel moeten
worden overgenomen.
Door wien
Zal het niet 2ijn door hen, die
thans geen gedeelte willen overnemen?
En zullen zij hem geen voedsel
moeten verstrekken, die hem nu de
kruimels van hun tafel onthouden
Het is niet in 't belang van den
boerenstand alleen, dat hij kan blijven
bestaan, maar in 't belang van de
geheele maatschappij
AGRARUS.
SLOT.
„Zooveel te beter, snauwde Jaap,
lafaard
Een hevige onrust ten prooi, ging
Teun terug naar de kerk en slenter
de rond tusschen de banken. „God
't Is vreeselijk, en 't is mijn schuld
Versuft zakte hij neer op een bad
stoel. Doch even later sprong hij
weer recht en klemde de tanden op
elkaar „Nonsens Waarom zou ik
me terugtrekken Ik heb afgehandeld
met het verleden. Afgehandeld met
al dien rompslomp. Jaap heeft gelijk,
ik ben een lafaard „Ik ben toch
geen kind meer, dat bang is voor
die hersenschimmen."
Toen, plots flitste een gedachte
door zijn hoofd: „Als moeder me
hier eens zag 1"... Moeder, met wie
hij zoo dikwijls hier in de kerk was
geweest... vroeger... Hij kan zich
haar nog zoo goed voorstellen, zoo
als ze dan te bidden zat, stil-devoot,
met gesloten oogen... Hij ziet weer
zoo duidelijk hoe bij dan, met iets
van ontzag, had opgekeken naar
haar vredig gelaat, en stil had ge
luisterd naar de fluisterklanken die
soms van haar lippen vloeiden... Bid
voor ons zondaars nu en in het uur
van onzen dood. Amen... En onver
anderlijk bad ze hem daarna bij de
hand genomen, en hem mee doen
knielen, onder in de kerk voor
Maria s beeltenis...
Onwillekeurig gaat Teun terug tot
beneden in de kerk. Hier was het
beeld en daar stond het bankje...
Gek. dat hij daar nou aan denken
moest. En toch, wat was het mooi
geweest, toen...
In gepeins verzonken zette Teun
zich neder aan de voeten van Maria's
beeld, en het hoofd in de handen,
liet bij zich willens gaan in helleven
van die blijde kinderjaren... Hij ver
gat waarvoor hij gekomen was en
dat ginds iemand bezig was het
Tabernakel open te breken... En 't
was of er telkens een stem fluisterde
in zijn binnenste„Bid voor ons
zondaars, nu en in het uur van
onzen dood."
Een hevig gekraak deed hem ont
zet overeindspringen. en plots be
sefte bij wat gruwel bij begaan bad.
En alles vergetend, behalve dat déér
de grootste misdaad ging gebeuren,
die bedreven worden kan, stormde
hij vooruit naar het priesterkoor. In
den vagen lichtschijn zag hij Jaap's
hem voort met onweerstaanbaar
geweld van de plaats waar hij de
daad verricht bad. De broeder
van den graaf had boven in hel
gebergte eenige dagreizen van het
dorp een grooten schoonen bouw-
hof. Met gretigheid nam de jager
de betrekking aan, die deze hem
daar aanbood. Niemand ging het
aan het hart toen hij het dorp
verliet waar hij zoolang vertoefd
had. Maar hij bedroog zich wan
neer hij meende dat de knagende
worm des gewetens van hem
zoude wijken als de plek der
bloedschuld achter hem lag.
Niet de plaats herb'ergt de schuld
maar het hart; daar had de worm
zich vastgezet dien hij zocht te
ontvluchten. Om zich zeiven te
vergeten, greep hij zijn nieuw
bedrijf met gretigheid aan. Groote
bosschen en uitgestrekte jacht-
gronden, behoorden bij het gced.
De bedrijvigheid verstrooide hem
maar vroolijk werd hij toch nooit.
Hij liep in zich zeiven gekeerd
en had met geen mensch omgang.
Niet lang echter bleef hij op
deze plaats. Dezelfde hartstocht
waarvan Johan als offer gevallen
was, werd ook de oorzaak van
zijn val. Hij was de eenige jager
op het goed; de graaf was den
meesten tijd afwezig, de wouden
hadden wild in overvloed. Daar
had hij heimelijk wild geschoten
en het op zij gelegd. Een hotel
houder uit de naburige stad had
zich met hem in verbinding ge-
gekromden rug en het fonkelen van
een der H. Vaten...
Met een vloek draalde Jaap zich
om. Teun stond voor hem. met fon
kelende oogen. „Blijf eraf, ellende
ling Heel zijn lijf sidderde van
nauw-bedwongen toorn en afschuw.
Bedaard stapte Jaap op hem af.
onheilspellend kalm...
„Dacht je nu werkelijk, ventje, dat
ik me aan jou kletspraatjes storen
zou Dacht je, dat ik nu mijn werk
in den steek zou latennu, op het
laatste oogenblik Nee hoor Ik zou
je aanraden kalm te blijveD. Ik be
grijp niet wat je mankeert, zoo op
eens 1"
Bedaard klom hij de treden van
het Altaar weer op. doch nog voor
hij boven was, was Teun hem in den
rug gesprongen, en beide kerels rol
den worstelend over den vloer. Teun
vocht met de kracht der wanhoop,
en beide hij wilde dezen Godroof
verhinderen. Met ijzeren greep
schroefden zijn krachtige vingers
zich rond Jaap's keel. doch plotse
liDg gaf Teun een gesmcorden gil
Hij voelde in zijn zijde een koude,
stekende pijn en wist wat het was.
De greep zijner vingers verslapte...
rochelend wentelde hij zich om, op
het priesterkoor.
Jaap boog zich over hem heeD,
het bloedige mes in zijn vuist.
„Idioot, 't is je eigen schuld 1" Nog
stond hij over de roerlooze gestalte
heengehogen, toen van buiten af het
blaffen van een hond tot hem door
drong. Verschrikt schrok hij recht...
Als die kreet van Teun eens ge
hoord was... Als ze hem hier eens
vonden... hier... bij een opengebro
ken Tabernakel... en bij een lijk...
Wat dan...?
En in 'n opwelling van plotselin-
gen angst liet hij alles in de steek,
sprong de kerk in, en was een
oogenblik later verdwenen, door het
raampje boven den biechtstoel.
Even kwam Teun tot bewustzijn
en ondanks de vreeselijke pijnen
doorstroomde hem een heerlijk ge
voel van vrede en rust.
Moeizaam rich te hij zich op, op
zijn elleboog en blikte omhoog naar
't altaarGoddank, de H. Vaten
stonden er nog 1 Met de laatste
kracht die in hem was, doopte hij
zijn vinger in bet bloed en schreef...
Dan zakte hij voorover... dood...
De menschen dromden samen voor
het kerkgebouw, waar een ernstige
politiedienaar stond, om het binnen
treden te beletten.
En cp het priesterkoor knielde de
oude pastoor, in dankbare aanbid
ding, om wat er niet, gebeurd was.
Ze hadden Teun gevonden, bet
aangezicht ter aarde, den vinger
zijner reehterhand wijzend in de
richting van het Tabernakel. Eu toen
men zijn lichaam omwentelde, zag
men twee woorden, beverig geschre
ven mei bloed „Ik nietl"
H. B. N.
A,s ,n 2ulliy*i
sproken Word;
dan moet "j
de meerderUj
"n9 hi,er»«4«
zeer vele led^Jii
tgeving viT,
genoemd. Je
betoogd, da|$
minister vi^J:
en zij hetbqJS
we'P zou ^ler,
Men kan ffe
deze dagen
van de rej^
stand kan 1$*^
zien, staan Je.*
Donner
provinciale
kantongerecht k
slecht. ZoojJn^,
zal zijn tot^,,
van boop.
Het lot van de provinciale
rechtbanken en de landelijke
kantongerechten. Geen ver
laging van het peil van het
IJsselmeer. Jachtdrama's.
Allerlei.
Aan het behoud van de provin
ciale rechtbanken en van de lande
lijke kantongerechten zijn vaak groote
plaatselijke- of streekbelangen ver
bonden. Zoo is het te verklaren, dat
hier en daar geweldige acties zijn
ontketend tegen het voornemen van
den minister van justitie om niet
minder dan zeven van de bedoelde
rechtbanken en 48 kantongerechten
te offeren aan den bezuinigingsgod.
Met groote belangstelling zal daarom
op veie plaatsen zijn ot worden
kennisgenomen van het voorloopig
verslag, uitgebracht op het desbe
treffende wetsontwerp van minister
Donner.
Welnu, bedoeld voorloopig ver
slag is niet anders dan vernietigend.
steld. Voor hem schoot hij wild
op de jachtgronden van zijn heer
en leverde het af op een geheime
plek in het bosch, waar de waard
het door een knecht, die in het
geheim was ingewijd, liet afhalen
Een bode die dikwijls naar de
stad ging, bracht zonder dat hij
het wist, aan den waard bericht
dat er weer iets voor hem klaar
lag; hij moest voor den jager
allerlei snuisterijen meebrengen
en daaraan merkte deze wat hij
halen moest. Twee jaren ging
het goed.
Eindelijk kwam de meester er
achter en joeg den jager onmid
dellijk uit zijn dienst. Een door
trekkend handelsman uil den om
trek had het bericht naar Hannethal
gebracht. Daarna hoorde men in
lange niet meer van den jager.
De oorlog van 1866 was uitge
broken. Vreeselijk lichtte de krijgs-
fakkel tusschen de Boheemsche
bergen die reeds zoo 'dikwijls
vijandelijke heiren hadden gezien.
Dagelijks kwamen berichten van
de zegevierende Pruisen die met
den stormpas vooruit trokken
Bange verwachting heerschte in
aller harten.
Daar zat een moeder in angstige
gedachten, hare lippen murmelden
een stil gebed; zou zij haar zoon
wederzien, den steun van haar
oude jaren Daar weende een
bruid heete tranen van angst;
misschien heeft reeds een vijande
lijke kogel het jonge leven van
Het jachtüiioeiv
jaar al het) oojA
maal zijn «jlacj
voorgekomen. Oj
vorige weel bij
advocaat geioolfo
geweer peroogdi
Ernstiger aog k
beurde te Epd
konijnenstrop»
gewapend vaiwd
door een jaditcpÉ
dien jachtcjMM
met verwijiicjiï
welke hen si too
zouden hebbeo gtipe
moet dan loch v
ongeschikt wotdto
zenuwachtige jé
verklaart bovnfc
weer zou. httót i
eerstens wasdtiK
reeds zeiden, oogw
dens werd dat b
troffen in kk
dij, dat... hg i:
van achtera at
We beeqbgi
van politiefaé
ondankbaar ragt
om juist roott an
voor uitkleKoi
functie, diealbss
zijn met huorevjv
Als ze zich ia
woorden krijgen*
misbruik van in»
het zoo vaak; dit
hebben gevoeld ii
geen gewoon ah
gevaarlijk kan ki
hun revolver bp#
en de kogel tri
ongeluk ten te
van het slacbtcfo
lucht en ter waak
zijn afgeschoten!
hiermee aan eenp
cessen uit den Jafl
Vooral vt^j
recht mag worjo
van de hoogewii