lad van
Li
MAA.
ft
Spoedeischende Vergadering van
den Raad der gemeente Venray,
FEUILLETON.
Van jagers en
stroopers.
Aan den laagsten
inschrijver?
Plan tot bestrijding
der werkloosheid.
Zaterdag 15 October 1932
Drie en vijftigste Jaargang No. 42
gehouden op 23 September 1932,
des namiddags halt zes.
Voorzitter: de heer O. L. P. van de Loo, Burgemeester.
Secretaris: de heer A. F. M. van Haaren.
Afwezig de heer van Dijck.
De Voorzitter opent de vergadering met gebed.
Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 10 getrokken is, zoo
dat bij stemmingen in deze vergadering no. 10 der presentielijst, i.e. de
heer M. H. Arts, het eerst zijn stem moet uitbrengen.
Dan is aan de orde: voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het aangaan eener geldleening, groot f 10.000.
De Voorzitter zet het dozl der leening uiteen en zegt, dat op de be
grooting 1931 een bedrag was uitgetrokken voor de ten laste der ge
meente blijvende kosten voor de verbetering van den weg Oostrum
Wanssum, ad f 23000. De aanlegkosten zijn echter minder geweest dan
oorspronkelijk gedacht, zoodat slechts noodig was f 17500.— In de be
grooting 1932 was voor aflossing opgenomen een post van f 7500.—
De aan te gane geldleening is echter, vooral omdat er zoo moeilijk aan
geld te komen was, uitgesteld. Wij kunnen nu beter den post van
f 7500,— direct voor den weg besteden, dan behoeven wij slechts
f 10.000.te leenen, welke ia twee jaren zullen worden afgelost, en
wel telkens f 5000.op 31 Dec. 1933 en 31 Dec. 1931.
Deze leening kan worden aangegaan met de N. V. Bank voor Nederl.
Gemeenten te 's Hage, tegen eene rente van 5l/t pCt. en een koers
van 100, zonder kosten van provisie, alléén f 1.30 voor zegelkosten.
De heer Millen vraagt, of die f 7500 zijn van het batig saldo, waar
op de Voorzitter ontkennend antwoordt, de post voor aflossingen geld-
leeningeu wordt met f 7530.— verminderd, de uitgaven van f 7500.—
bijgedragen in den kapitaaldiensi, de eindcijfers blijven dan precies het
zelfde.
De heer Millen is er dan voor de aflossingen minder te doen zijn,
en b v. te verdeelen over 10 jaren. Het is thans crisis en laat hen, die
na ons komen, ook maar zorgen.
De heer Stoot zegt dit indertijd reeds gezegd te hebben, toen besloten
werd den weg ie verbeteren.
Juist, zegt de Voorzitter, doch toen is door den Raad besloten, de
leening af te lossen in 3 jaar. Aldus is het besluit ook door Gedepu
teerde Staten goedgekeurd en daar moeten wij ons aan houden.
De heer van Haren vraagt, of deze leening een gevolg is van een
reeds vroeger door den Raad genomen bes'uit, hetgeen de Voorzitter
bevestigt.
De heer Millen vindt 5i/s pCt. wel wat hoog,
Ook de heer Stoot meent, dat dit bedrag wel voordeeliger van par
ticulieren te krijgen is. Men moet niet vergeten, dat een geldleening aan
de gemeente nog altijd veiliger is dan een hypotheek of effecten, die
aan schommeling onderhevig zijn.
De Voorzitter wijst er op, dat geruimen tijd een advertentie in de
courant heeft gestaan voor een geldleening aan de gemeente, doch hier
op niets is gehoord.
De heer Stoot zou !och nog eens de gelegenheid openstellen om het
geld op onderhandsche schuldbekentenis te verstrekken.
De Voorzitter zegt, dat de leening bij de N. V. Bank voor Neder-
landsche Gemeenten inderdaad op onderhandsche schuldbekentenis wordt
gesloten. Uitstel moet hij echter ten zeerste ontraden in verband met in
deze gewenschten spoed, daar het bindende aanbod van de Bank voor
Nederl. Gemeenten slechts korten tijd geldig is.
De heer Goumans zegt, dat de Boerenleenbank mogelijk het geld kan
verstrekken.
Ook dit is reeds zonder succes geprobeerd, zegt de Voorzitter, aange
zien deze in de huidige tijdsomstandigheden geene gelden uitleenen
buiten den landbouw.
Wordt algemeen goedgevonden de leening aan te gaan. overeenkom
stig het voorstel van 3. en W. met de N V. Bank voor Nederlandsche
Gemeenten te 's Hage.
Dan is aan de orde het voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot verpachting van circa 12i/2 H.A. land.
De Voorzitter zegt, dat deze grond op het oogenblik nog verpacht
is, doch deze pacht 15 Nov. a s. afloopt.
Nadat Wethouder Pubben deze zaak heeft toegelicht en gezegd heeft,
dat de bedoeling is dezen grond te verpachten tot 31 October 1936. op
welken datum ook de pacht der daarbij liggende boerderij afloopt,
wordt algemeen goedgevonden deze verpachting over te laten aan B.
en VV.
De heer Millen vraagt de notulen voortaan vroeger te zenden aan de
Raadsleden.
De Voorzitter antwoordt, dat de gemeente Venray een tusschenge-
meente is en wij hier geen commies-redacteur hebben of een ambtenaar
speciaal voor de notulen. Er wordt echter steeds gezorgd, dat de no
tulen vóór de volgende vergadering in het bezit der Raadsleden zijn.
Zoo is men thans ook bezig met het uitwerken der notulen van de
vergadering van 30 Augustus, maar wij moeten niet vergeten, dat dit
uitwerken een omvangrijk stuk werk is. Bovendien is dit een onver
wachte vergadering.
De heer Millen weet wel dat er veel werk is op de secretarie, maar
meent toch, dat de notulen wel vroeger dan acht dagen voor de vol
gende vergadering kunnen worden verzonden.
De Voorzitter kan dit niet toezeggen; het maken der notulen moet
tusschen het ander werk door geschieden.
De heer Stoot vraagt of de overdracht der wegen aan de Eerw.
Zusters notarieel is geschied en deze wegen op de leggers zijn ge
bracht, waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt.
De heer Millen vraagt hoeveel de weg Oostrum Wanssum heeft
gekost, waarop de Voorzitter antwoordt circa f 37400.
De heer Millen vraagt of deze weg nu aan het Rijk of de Provincie
u
Het waren een paar verdachte
gezellen die men niet gaarne bij
nacht of donker zoude ontmoeten,
stroopers van beroep en reeds
dikwijls genoeg gestraft. Zij had
den het voetspoor der steedsche
stroopers gevolge, die zoo ver in
hun overmoed gingen, dat zij zich
geheel en al als jagers kleedden:
ook zij droegen grijze buizen mei
groenen zoom en jachtknoopen,
broeken met breede strepen, mut
sen van groen doek en met
vederen voorzien. Alles echter
toonde den schurk aan.
Hoeveel betaalt men hier dan
wel voor een goeden reebok
vroeg een der beide gasten, met
de oogen pinkend. Het was de
»zwarle schoenmaker» uil een na
burig dorp
Het dwalende oog, de loerende
blik en het bleeke galgengezicht,
door een pikzwarten baard om
lijst, toonden genoeg aan, dat hij
een gevaarlijk mensch was.
Dat is er naar, zeide de
waard. Naar dat het kalf is, daar
naar het geld, zei d<* jood. Het
komt er op vier, vijf thalers niet
op aan, daar ik hem hebben
moet.
De tijd is kort, zei de twee
de gast, een lange magere kerel
Hij was voorheen schaapherder
in het dorp, geen boer echter
wilde hem vanwege zijn dieverij
meer in dienst nemen. Wanneer
gij echter zes thaler geeft, dan
kon ik u een vetten reebok be
zorgen. Ik moet hem ook eerst
koopen.
Goed dan wanneer het niet
anders is. Wanneer de boer zegt:
ik wil dan moet hij raad schaf
fen. Wanneer gij mij den reebok
brengt, ontvangt gij geld. Drink
eens uit; ik tracteer.
Op denzelfden avend dat dit ge
sprek in de dorpsherberg aan gene
zijde van het bosch gevoerd werd
vertelde aan de andere zijde van
het bosch de knecht Koenrasd
zijn meester, dat een slank groot
hert boven op den rug van het
gebergte stond.
Reeds veertien dagen was het
daar en reeds driemaal had hij 't
's morgens gezien. Het was een
kleinigheid hem neer te leggen,
hij wou zijn kop wagen, dat, als
zij morgenvroeg uittrokken, het
hert hun was.
Johan willigde gemakkelijk in
Zelfs de tranen en gebeden van
Setje konden hem niet van dit
onzalige bedrijf afhouden.
Sinds den dag dat het meisje
hem in het bosch gezien had, was
hij niet meer op strooperij uit
overgaat
De Voorzitter antwoordt ontkennend en zegt, dat wij wel eene pro
vinciale bijdrage krijgen van 50 pCt., omdat dezen op het provinciaal
wegenplan is geplaatst en wij kunnen blijven hopen, dat hij eens
op het Rijkswegenplan komt.
De heer Goumans vraagt of deze bijdrage ook betaald wordt van de
loonen der kantonniers, waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt.
Ook bij verbeteringskosten vraagt de heer Stoot.
Hiervan wordt eerst eene begrooting opgemaakt en ingezonden, zegt
de Voorzitter en daarna wordt hierop bij apart besluit van Heeren Ge
deputeerde Staten beslist; wordt de verbetering goedgekeurd, dan is de
bijdrage ook daarin 50 pCt.
Wethouder Odenhoven vraagt of voor den weg Venray—Deurne ook
eene provinciale bijdrage verleend is van 50 pet.
Neen, antwoordt de Voorzitter, hiervoor krijgen wij 35 pCt.,
deze komt ook niet op het provinciaal wegenplan, doch is wel van
provinciaal belang verklaard.
De heer Vermeulen zegt, dat de menschen aan de Langstraat klagen,
dat de boomen zooveel licht benemen aan de huizen en er veel dor hout
in zit.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. deze zaak onder de oogen zullen
zien en zoo noodig de boomen zullen laten snoeien.
De heer van Boven wijst er op, dat bij Lichteveld aan den Merselosche
weg wel een lanraarnarm is geplaatst, doch daarop geen lantaarn is be
vestigd. Hij ^erzoekt deze alsnog aan te brengen, wijl het in dien hoek
verbazend donker is en het ook meermalen is voorgekomen, dat daar
vrouwen werden lastig gevallen.
De Voorzitter zegt, dat wij in deze .voorzichtig moeten zijn, van het I
een komt het ander en een groote verlichting is wel mooi, maar duur.
De heer van Boven zegt, dat dit antwoord hem niet bevredigt. Die
eene lantaarn zal het bankroet der gemeente niet tot gevolg hebben.
Laat de lantaarn desnoods tot 10 uur branden.
De Voorzitter stelt voor deze zaak te laten wachten tot de a.s. be
grooting.
De heer van Boven verzoekt den Voorzitter zelf eens ter plaatse te
gaan kijken, hetgeen deze toezegt.
Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord ver
langende, sluit de Voorzitter de vergadering met gebed.
Ecfi futaal systeem.
Algemeene regel is bij aanbeste
dingen het werk te gunnen aan den
laagsten inschrijver schrijft N. S. in
de Msb.
De algemeenheid van dezen regel
nog geen waarborg voor zijn
deugdelijkheid. En wij aarzelen niet
de deugdelijkheid ervan te ontkennen
en in dien regel een bron te zien
van veel onrechtvaardigheid, een
van de hoofdschuldigen aan de wan
toestanden die in het bouwbedrijf etc.
te betreuren zijn.
Ongetwijfeld de wedloop naar de
laagste prijsopgave voorkomt woeker
prijzen. Maar al wat geen woeker
prijs is, is nog geen rechtvaardige
prijs. Een prijs mag niet te hoog
zijn, maar een prijs mag ook niet te
laag zijn. Althans ieder systeem dat
dwingt tot te lage prijzen is afkeu
renswaardig en moet als een afper
singssysteem gebrandmerkt worden.
Dit nu is juist de grief die gemaakt
moet worden tegen het gunnen aan
den laagsten inschrijver.
Er moet gebouwd worden, zeg
een raadhuis. De architect begroot
den bouw op één ton. Het werk
wordt aanbesteed. Een twintigtal
aannemers schrijft in. Vijftien zweven
met hun prijzen zoo om en om de
begrootingssom, sommige er wat
onder, sommige er wat boven. Maar
de vijf anceren schieten er een heel
eind onder door, acht, tien, tot vijf
tienduizend gulden. Men volgt het
systeem van den laagsten inschrijver.
Vijftien duizend pop beneden de
begroeting
Het zal een strop voor hem zijn.
Maar als hij 't er voor maken wil...
In ieder gevcfl wij komen er goed
koop af. Jawel, maar hoe kan die
adDnemer het voor dien prijs doen
Waarom vraagt het overgroot deel
der inschrijvers zooveel meer Zijn
ze er wellicht niet op gesteld het
werk te hebben BereKenen zij soms
woekerprijzen Of kunnen zij niet
rekenen En waarom is de begroo
ting zooveel hooger Hoe kan die
aannemer en enkele anderen met
geweest, de gewoonte echter, de
hartstocht voor de jacht, de goede
gelegenheid, boven alles de sluwe
knecht, waren sterker geweest
dan hare tranen.
Den anderen morgen trok de
jonge boer met den knecht vroeg
tijdig uit. Langs verborgen paden
drongen zij steeds dieper en die
per in het gebergte.
De schoone morgen, die hen
van alle kanten tegenlachte, kon
hun weinig schelen; zij hadden
slechts oor en oog voor de jagers
wien zij onrioopen wilden en
voor het wild, dat hun niet ont-
loopen kon.
Plotseling bemerkten zij voet
sporen in het gras en weken ver
schrikt terug. Zij hoorden spreken
spoedig verborgen zij zich achter
boomen en struiken.
Komt maar op. Gij behoeft
u niet te verbergen wij kunnen
samengaan, riep de zwarte schoen
maker en sprong te voorschijn.
De lange schaapherder volgde
hem. Zij wilden den reebok gaan
schieten, dien de waard noodig
had en zoo goed betalen wilde.
Ook Johan en de knecht kwa
men thans uit hun schuilhoek te
voorschijn.
Ik dacht dat het Buchholz
met den jager was, zei de zwarte
schoenmaker.
Wij ook, antwoordde Johan,
ik geloof echter niet dat hij hier
is vanmorgen.
Niet? Hij loopt anders dag
hem dan zooveel lager prijzen be
rekenen
Een algemeen antwoord is op die
vraag niet te geven, en ieder geval
zou op zich beoordeeld moeten
wordeu. Soms kan het zijo, dat die
bijzonder lage inschrijvers door om
standigheden veel op de anderen
voor hebben. Zij wonen dichtbij,
zijn beter bekend met het terrein,
beschikken ruimer over financiën,
zijn beter voorzien van machinerieën.
Vandaar hun lage prijzen.
Maar ook andere redenen kunnen
zich doen gelden en dat doen zij
ook. Het gebeurt, dat aannemers
wetens en willens te laag iDSchrijven.
Zij hebben al zoo lang niets gehad
als dat zoo doorgaat raken ze er
heelemaal uitze zullen er op moeten
toeleggen, maar hebben ze het werk
niet, daa hebben ze nog grooter
schadepost. Ea dan, je kan nooit
weten. Misschien dalen de prijzen
van het materiaal. Misschien komt
er genoeg bijwerk bij om den prijs
weer goed te maken. Misschien is
de architect de kwaaiste niet en ziet
hij wat door de vingers Misschien
laat de principaal zich wel bewegen
bij te betalen, als hem voorgerekend
wordt dat de prijs veel te laag is
geweest. En met een dergelijk rijtje
misschiens steken ze van wal. Valt
het tegen, in Gods naam. Maar je
moet wel wat wagen Geet je een
redelijken prijs op, dan kom je nooit
aan de beurtBovendien het gebeurt
dat aannemers stevig in de schulden
zitten. Hoe ze te betalen Ze zien
er geen gat in. Faillissement is
eigenlijk het eenige wat er op zit.
Maar failliet gaan kan je over een
hall jaar of een jaar ook nog. Daar
om liever nog een kans gewaagd.
En al is het gewone vooruitzicht
en het normale verloop, dat de
schulden door een voor zoo'n lagen
prijs aangenomen werk nog aanzien
lijk stijgen, voorloopig zijn ze toch
weer gered. En zoo lang er leven is,
is er hoop.
Wij meenen dan ook te mogen
beweren, dat krachtens het systeem
van de gunning aan den laagsten
inschrijver in de bouwbedrijven etc.
een ongezonde concurrentie en een
nog ongezonder speculatie een ge
wichtige rol spelen. Wie van de
inschrijvers daar niet aan meedoet
en zijn eerlijk berekenden prijs op
geeft, kan in de meeste gevallen wel
thuis blijven, omdat hij toch geen
kans heeft. Als wij ons niet vergis
sen, onthouden meerdere aannemers
zich dan ook van mee te doen hij
publieke aanbestedingen en schrijven
alleen in, als de aanbesteding uit
sluitend is voor genoodigden, omdat
dan tenminste nog eenige kans be
staat met een redelijken prijs in aan
merking te komen.
De conclusie van deze beschou
wing kan niet anders zijn, dan dat
gebroken moet worden met het heer-
schende systeem en een andere weg
gezocht moet worden, waardoor èn
de belangen van den principaal èn
de belangen van de aannemers veilig
gesteld worden.
Is echter zoo'n weg te vinden
Iemand uit de praktijk opperde
een plac, dat hierop neerkomt. Moet
er een werk aanbesteed worden,
dan maakt de architect daarvan de
begrooting op. Hetzelfde geschiedt
door afgevaardigden van de bouw-
vakpatroonsvereenigingen, deskun
dige personen natuurlijk, die daar
voor hun vaste aanstelling krijgen.
Zoo worden dus door een vier of
vijftal personen begrootingen opge
maakt. Uit deze begcootiogen be
rekent men het gemiddelde, bij welke
berekening men wellicht de door den
architect beraamde som een grooter
gewicht kan toekennen. Nu volgt de
inschrijving. Wie van de inschrijvers
het gemiddelde het dichtst benadert,
hij zij de uitverkorene die de op
dracht krijgt om het werk uit te
voeren. Deze meerdere begrootingen
zijn gewenscht, omdat als enkel de
begrooting van den architect maat
gevend zou worden, een tendenz bij
meerdere architecten zou kunnen
ontstaan om de begrooting onmogelijk
laag te houden, zoodat men dan nog
even ver van huis bleef. Bovendien
zou aanbesteding dan overbodig
worden, daar de architect na zijn
begrooting opgemaakt te hebben
dezen en genen zou kunnen aan
schrijven of hij bereid is voor die
of die som het werk uit te voeren.
Wij beelden ons geenszins in, dat
dit plan zoo maar zonder meer voor
de praktijk geschikt is. Integendeel,
wij zijn er van overtuigd, dat er
meerdere moeilijkheden aan vastzit
ten. Maar wellicht kan het een aan
wijzing zijn voor de richting, waarin
gezocht moet worden of kan worden
om het fatale nu van kracht zijnde
aanbestedingssysteem door een beter
en gezonder te vervangen.
en nacht hier rond en Iet op alles
Hij zal nog eens hier komen
spoken als hij dood is.
Zijt gij het hert nog niet op
het spoor, dat hier ergehs moet
weiden vroeg Johan.
Neen, wij hebben nog geen
sporen gezien. Eigenlijk wilden
wij een reebok aan het lijf.
Dan moet gij naar beneden
gaan, daar staat een grooten ree
bok. Wanneer gij blaat, zal hij
spoedig naar u toekomen. Ik wou
het hert 't levenslicht uitblazen.
Ik heb geen lokfluitje bij me
en wanneer we slechts een goed
stuk wild onder schot krijgen,
is hel mij hetzelfde. Worst is ook
vleesch.
Een reefluitje kan ik u leenen
zei Johan. Gij kunt echter zeker
ook op een beukenblad blaten.
Laat dat ding maar rusten,
wij willen eerst dezen slag slaan.
Wij vertegenwoordigen met ons
vieren vier buksen en het zou de
duivel halen, wanneer wij niets
onder schot kregen.
Ik geloof, dat het beter was
dat wij ons verdeelden. Tweeman
maken minder leven dan vier en
kunnen gemakkelijker ontkomen,
meende Johan.
Wat, verdeelen Vier zien
en schieten ook meer dan twee.
Eerst willen wij echter eens goed
drinken. En hiermede haalde de
zwarte schoenmaker zijn groote,
met hertenhuid overtrokken veld-
flesch te voorschijn en na een
De crisis maakt vindingrijk.
In Haarlems Dagblad wordt een
plan ontwikkeld tot bestrijding der
werkloosheid door werkloozen aan
het werk te zetten, zonder dat er
zwaardere lasten op de gemeenschap
gelegd behoeven te worden.
In het kort komt het plan hierop
neer.
Duizend werklooze arbeiders wor
den opgenomen in een personeel-
reserve en aan het werk gezet tegen
f 30 per week of zooveel minder als
voor hun vak geldend is.
Aan die 1000 man wordt nu on
geveer f 15.000 per week steun
verleend. Het rijk moet dien steun
blijven verleenen.
Van die 1000 man moet de ge
meente er 600 aan groote werken
zetten, die anders in deze omstan
digheden niet zouden worden uitge
voerd. Zij kan den gewonen weg
der aanbesteding hiervoor blijven
volgen.
Hoe nu de 400 overigen aan
Hinken slok genomen te hebben
reikte hij den jongen boer over
Top, broeder, leve de edeh
jacht
Johan nam de flesch en dronk
er een weinig uit. Het stuitte hem
tegen de borst, dat het tuig alles
zoo lichtvaardig opnam. Gaarne
had hij zich van he,n ontdaan,
maar zij lieten zich zoo; maar niet
wegzenden,
Hij hield zich altijd voor een
extra fijnen strooper, ofschoon hij
in den grond der zaak niets beter
was dan zij. Wat zij waren, kon
hij worden en hij was reeds ta
melijk ver op weg. Miar hij durf
de zich niet uitlaten hoezeer hij
die schurken verachtte. Zij waren
zulke dikke vrienden als hadden
zij. elkander honderd jaar gekend.
Zoo gaat het. Wie zich met
wolven afgeeft, moet meehuilen.
Overigens wordt men nooit zoo
gemakkelijk vertrouwd als wan
neer men gemeenschappelijk op
verboden weg gaat; het is waar,
de vriendschap der boozen houdt
in nood en gevaar weinig stand,
maar zij steunen elkander toch
hun drijven, zoolang het geen
grootere offers kost en in dit op
zicht kunnen de beteren, die meest
hun eigen weg gaan, van hen
leeren.
Ook de stroopers kennen elkaar
tenminste bij naam en wanneer
zij elkaar nog niet kenden, dan
was het eerste samentreffen en
de gedachte reeds genoeg; Gij
werk te krijgen
Doordat die groote werken worden
uitgevoerd, krijgen in nevenbedrijven
ook vele arbeiders werk.
Naar schatting 10 man voor tran
sport van steenen en pannen, 10
voor houtleverantie, 10 voor meubel-
fabricage, 4 voor glasleverantie, 5 -
voor verffabricage, 5 voor vervoer
van zand, kalk enz., 5 voor het
maken van klein ijzerwerk, 2 voor
loodpletten, 2 voor tegelfabricage.
Totaal 73 man.
De te werk gestelden moeten ver
plicht worden een deel van het ver
diende op een aangewezen manier
besteden, b.v. f 0.75 voor den
schoenmaker. Opbrengst per 1000
man f 750 in de week. Werk voor
15 schoenmakers. En op deze manier
worden ook 20 kleermakers, 10
sigarenmakers zij moeten voor
0.50 sigaren rooken 10 behan-
jers en 20 bleekers aan werk ge-
ïolpen.
Totaal 75 man.
Die 1000 te werk gestelden kun
nen nu hun huur betalen. Hun huis
eigenaars moeten op zich nemen een
vijfde van de ontvangen huur te
besteden aan onderhoud en verbete
ring der huizen.
Hierdoor kunnen 20 a 25 man
werk krijgen.
Die 1000 meDschen en hun gezin
nen moeten f 12 per week besteden
bij leveranciers ter plaatse. Winke
liers enz., die voor deze leverantie
in aanmerking willen korren, moeten
10 pet. van den verkoop in de kas
der arbeidsreserve storten.
Dat brengt f 1200 per week op.
De gemeente zegt verder aan in-
dustrieele ondernemingen voor het
aanvaarden van opdrachten die
anders naar het buitenland zouden
gaan, f 10 per man en per week toe.
Als op die manier 220 man aan
gesteld worden is de uitgaaf per
week f 2200.
Voor controle en uitvoering der
arbeidsreserve zijn ongeveer 7 man
noodig.
De 1000 man zijn nu allen aan
het werk.
Nu de rekening.
Vooreerst zijn er de f 15.000 rijks-
steun.
Van het loon der 600 wordt 4
op den kapitaaldienst geschreven,
zoodat daaruit per week f 4500
voor de arbeidsreserve ter beschik
king wordt gesteld.
De winkeliers dragen f 1200 bij.
Totaal der inkomsten f 20.700.
Ten laste van de arbeidsreserve
komen 600 maal f30 loon is f 18.000
7 man controle f 210, steun aan de
industrie f 2200.
Totaal der uitgaven 20.410.
Dus is er een reserve van f 290
per week over.
Die 600 man verwerken aan loon
f 936.000 per jaar. Deskundigen
zeggen, dat ongeveer het derde van
een groot bouwwerk bestaat uit
kosten voor materialen, dan zullen
f 465,000 aan materiaal verwerkt
worden.
Ten laste van den kapitaaldienst
komen, dus f 465,000 plus f242.500
loon (i/4) is rond f 700.000. Voor
rente en afschrijving is dus f 50,000
per jaar noodig
De gemeente ontvangt een be
langrijk hoogere belasting, per arbei
der te stellen op f 40, zoodat de
hoogere kapitaalsuitgaven door be
lastingopbrengst vrijwel gedekt wor
den. Verder zullen die 600 wel
f 10,000 meer gas en electriciteit ge
bruiken, zoodat die f 50.000 ruim
terugkomen, want ook voor school
geld enz. wordt meer ontvangen.
De vermindering der werkloosheid
zou verder haar uitwerking hebben
stroopt! om elkander reeds als
broeders te beschouwen en elkaar
wederkeerig te helpen.
Zij gingen verder; niets kregen
zij onder schot. Het wild scheen
van weide veranderd te zijn.
Wij willen eerst wat eten,
zei de zwarte schoenmaker en
dan zullen wij op den reebok los
gaan. En weder haalde hij zijn
flesch te voorschijn en reikte haar
Johan toe om er uit te drinken.
Koenraad pakte ook uil en deel
de brood en vleesch rond.
Zij zetten zich op een boomstam
het geweer in den arm. De lange
schaapherder echter, aan niets
doen achter zijn schapen gewoon,
wierp de buks weg en legde zich
zoo lang als hij was op 't groene
gras neer. Zij slaken hunne pijpen
aan.
Wanneer men zoo ronddoolt
zonder iets te schieten, zou men
een weerzin tegen het handwerk
krijgen, zeide de zwarte schoen
maker.
En wanneer men de zaak in
den grond beschouwt, is het ook
een slecht en verwenscht hand
werk, zei Johan en zuchtte diep.
Hij dacht aan Setje. Ik wou dat
ik nooit een geweer had gezien.
Met u is het wat anders,
meende gane. Gij kunt toch leven,
maar wij arme duivels niet. Wij
moeten stroopen wanneer wij niet
willen verhongeren.
En niet versmachten van
dorst, zei de schaapherder geeu
wend. Reik mij de flesch nog
aan
Wordt vervolgd.