lad van Li MAA. ft Spoedeischende Vergadering van den Raad der gemeente Venray, FEUILLETON. Van jagers en stroopers. Aan den laagsten inschrijver? Plan tot bestrijding der werkloosheid. Zaterdag 15 October 1932 Drie en vijftigste Jaargang No. 42 gehouden op 23 September 1932, des namiddags halt zes. Voorzitter: de heer O. L. P. van de Loo, Burgemeester. Secretaris: de heer A. F. M. van Haaren. Afwezig de heer van Dijck. De Voorzitter opent de vergadering met gebed. Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 10 getrokken is, zoo dat bij stemmingen in deze vergadering no. 10 der presentielijst, i.e. de heer M. H. Arts, het eerst zijn stem moet uitbrengen. Dan is aan de orde: voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan eener geldleening, groot f 10.000. De Voorzitter zet het dozl der leening uiteen en zegt, dat op de be grooting 1931 een bedrag was uitgetrokken voor de ten laste der ge meente blijvende kosten voor de verbetering van den weg Oostrum Wanssum, ad f 23000. De aanlegkosten zijn echter minder geweest dan oorspronkelijk gedacht, zoodat slechts noodig was f 17500.— In de be grooting 1932 was voor aflossing opgenomen een post van f 7500.— De aan te gane geldleening is echter, vooral omdat er zoo moeilijk aan geld te komen was, uitgesteld. Wij kunnen nu beter den post van f 7500,— direct voor den weg besteden, dan behoeven wij slechts f 10.000.te leenen, welke ia twee jaren zullen worden afgelost, en wel telkens f 5000.op 31 Dec. 1933 en 31 Dec. 1931. Deze leening kan worden aangegaan met de N. V. Bank voor Nederl. Gemeenten te 's Hage, tegen eene rente van 5l/t pCt. en een koers van 100, zonder kosten van provisie, alléén f 1.30 voor zegelkosten. De heer Millen vraagt, of die f 7500 zijn van het batig saldo, waar op de Voorzitter ontkennend antwoordt, de post voor aflossingen geld- leeningeu wordt met f 7530.— verminderd, de uitgaven van f 7500.— bijgedragen in den kapitaaldiensi, de eindcijfers blijven dan precies het zelfde. De heer Millen is er dan voor de aflossingen minder te doen zijn, en b v. te verdeelen over 10 jaren. Het is thans crisis en laat hen, die na ons komen, ook maar zorgen. De heer Stoot zegt dit indertijd reeds gezegd te hebben, toen besloten werd den weg ie verbeteren. Juist, zegt de Voorzitter, doch toen is door den Raad besloten, de leening af te lossen in 3 jaar. Aldus is het besluit ook door Gedepu teerde Staten goedgekeurd en daar moeten wij ons aan houden. De heer van Haren vraagt, of deze leening een gevolg is van een reeds vroeger door den Raad genomen bes'uit, hetgeen de Voorzitter bevestigt. De heer Millen vindt 5i/s pCt. wel wat hoog, Ook de heer Stoot meent, dat dit bedrag wel voordeeliger van par ticulieren te krijgen is. Men moet niet vergeten, dat een geldleening aan de gemeente nog altijd veiliger is dan een hypotheek of effecten, die aan schommeling onderhevig zijn. De Voorzitter wijst er op, dat geruimen tijd een advertentie in de courant heeft gestaan voor een geldleening aan de gemeente, doch hier op niets is gehoord. De heer Stoot zou !och nog eens de gelegenheid openstellen om het geld op onderhandsche schuldbekentenis te verstrekken. De Voorzitter zegt, dat de leening bij de N. V. Bank voor Neder- landsche Gemeenten inderdaad op onderhandsche schuldbekentenis wordt gesloten. Uitstel moet hij echter ten zeerste ontraden in verband met in deze gewenschten spoed, daar het bindende aanbod van de Bank voor Nederl. Gemeenten slechts korten tijd geldig is. De heer Goumans zegt, dat de Boerenleenbank mogelijk het geld kan verstrekken. Ook dit is reeds zonder succes geprobeerd, zegt de Voorzitter, aange zien deze in de huidige tijdsomstandigheden geene gelden uitleenen buiten den landbouw. Wordt algemeen goedgevonden de leening aan te gaan. overeenkom stig het voorstel van 3. en W. met de N V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 's Hage. Dan is aan de orde het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verpachting van circa 12i/2 H.A. land. De Voorzitter zegt, dat deze grond op het oogenblik nog verpacht is, doch deze pacht 15 Nov. a s. afloopt. Nadat Wethouder Pubben deze zaak heeft toegelicht en gezegd heeft, dat de bedoeling is dezen grond te verpachten tot 31 October 1936. op welken datum ook de pacht der daarbij liggende boerderij afloopt, wordt algemeen goedgevonden deze verpachting over te laten aan B. en VV. De heer Millen vraagt de notulen voortaan vroeger te zenden aan de Raadsleden. De Voorzitter antwoordt, dat de gemeente Venray een tusschenge- meente is en wij hier geen commies-redacteur hebben of een ambtenaar speciaal voor de notulen. Er wordt echter steeds gezorgd, dat de no tulen vóór de volgende vergadering in het bezit der Raadsleden zijn. Zoo is men thans ook bezig met het uitwerken der notulen van de vergadering van 30 Augustus, maar wij moeten niet vergeten, dat dit uitwerken een omvangrijk stuk werk is. Bovendien is dit een onver wachte vergadering. De heer Millen weet wel dat er veel werk is op de secretarie, maar meent toch, dat de notulen wel vroeger dan acht dagen voor de vol gende vergadering kunnen worden verzonden. De Voorzitter kan dit niet toezeggen; het maken der notulen moet tusschen het ander werk door geschieden. De heer Stoot vraagt of de overdracht der wegen aan de Eerw. Zusters notarieel is geschied en deze wegen op de leggers zijn ge bracht, waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt. De heer Millen vraagt hoeveel de weg Oostrum Wanssum heeft gekost, waarop de Voorzitter antwoordt circa f 37400. De heer Millen vraagt of deze weg nu aan het Rijk of de Provincie u Het waren een paar verdachte gezellen die men niet gaarne bij nacht of donker zoude ontmoeten, stroopers van beroep en reeds dikwijls genoeg gestraft. Zij had den het voetspoor der steedsche stroopers gevolge, die zoo ver in hun overmoed gingen, dat zij zich geheel en al als jagers kleedden: ook zij droegen grijze buizen mei groenen zoom en jachtknoopen, broeken met breede strepen, mut sen van groen doek en met vederen voorzien. Alles echter toonde den schurk aan. Hoeveel betaalt men hier dan wel voor een goeden reebok vroeg een der beide gasten, met de oogen pinkend. Het was de »zwarle schoenmaker» uil een na burig dorp Het dwalende oog, de loerende blik en het bleeke galgengezicht, door een pikzwarten baard om lijst, toonden genoeg aan, dat hij een gevaarlijk mensch was. Dat is er naar, zeide de waard. Naar dat het kalf is, daar naar het geld, zei d<* jood. Het komt er op vier, vijf thalers niet op aan, daar ik hem hebben moet. De tijd is kort, zei de twee de gast, een lange magere kerel Hij was voorheen schaapherder in het dorp, geen boer echter wilde hem vanwege zijn dieverij meer in dienst nemen. Wanneer gij echter zes thaler geeft, dan kon ik u een vetten reebok be zorgen. Ik moet hem ook eerst koopen. Goed dan wanneer het niet anders is. Wanneer de boer zegt: ik wil dan moet hij raad schaf fen. Wanneer gij mij den reebok brengt, ontvangt gij geld. Drink eens uit; ik tracteer. Op denzelfden avend dat dit ge sprek in de dorpsherberg aan gene zijde van het bosch gevoerd werd vertelde aan de andere zijde van het bosch de knecht Koenrasd zijn meester, dat een slank groot hert boven op den rug van het gebergte stond. Reeds veertien dagen was het daar en reeds driemaal had hij 't 's morgens gezien. Het was een kleinigheid hem neer te leggen, hij wou zijn kop wagen, dat, als zij morgenvroeg uittrokken, het hert hun was. Johan willigde gemakkelijk in Zelfs de tranen en gebeden van Setje konden hem niet van dit onzalige bedrijf afhouden. Sinds den dag dat het meisje hem in het bosch gezien had, was hij niet meer op strooperij uit overgaat De Voorzitter antwoordt ontkennend en zegt, dat wij wel eene pro vinciale bijdrage krijgen van 50 pCt., omdat dezen op het provinciaal wegenplan is geplaatst en wij kunnen blijven hopen, dat hij eens op het Rijkswegenplan komt. De heer Goumans vraagt of deze bijdrage ook betaald wordt van de loonen der kantonniers, waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt. Ook bij verbeteringskosten vraagt de heer Stoot. Hiervan wordt eerst eene begrooting opgemaakt en ingezonden, zegt de Voorzitter en daarna wordt hierop bij apart besluit van Heeren Ge deputeerde Staten beslist; wordt de verbetering goedgekeurd, dan is de bijdrage ook daarin 50 pCt. Wethouder Odenhoven vraagt of voor den weg Venray—Deurne ook eene provinciale bijdrage verleend is van 50 pet. Neen, antwoordt de Voorzitter, hiervoor krijgen wij 35 pCt., deze komt ook niet op het provinciaal wegenplan, doch is wel van provinciaal belang verklaard. De heer Vermeulen zegt, dat de menschen aan de Langstraat klagen, dat de boomen zooveel licht benemen aan de huizen en er veel dor hout in zit. De Voorzitter zegt, dat B. en W. deze zaak onder de oogen zullen zien en zoo noodig de boomen zullen laten snoeien. De heer van Boven wijst er op, dat bij Lichteveld aan den Merselosche weg wel een lanraarnarm is geplaatst, doch daarop geen lantaarn is be vestigd. Hij ^erzoekt deze alsnog aan te brengen, wijl het in dien hoek verbazend donker is en het ook meermalen is voorgekomen, dat daar vrouwen werden lastig gevallen. De Voorzitter zegt, dat wij in deze .voorzichtig moeten zijn, van het I een komt het ander en een groote verlichting is wel mooi, maar duur. De heer van Boven zegt, dat dit antwoord hem niet bevredigt. Die eene lantaarn zal het bankroet der gemeente niet tot gevolg hebben. Laat de lantaarn desnoods tot 10 uur branden. De Voorzitter stelt voor deze zaak te laten wachten tot de a.s. be grooting. De heer van Boven verzoekt den Voorzitter zelf eens ter plaatse te gaan kijken, hetgeen deze toezegt. Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord ver langende, sluit de Voorzitter de vergadering met gebed. Ecfi futaal systeem. Algemeene regel is bij aanbeste dingen het werk te gunnen aan den laagsten inschrijver schrijft N. S. in de Msb. De algemeenheid van dezen regel nog geen waarborg voor zijn deugdelijkheid. En wij aarzelen niet de deugdelijkheid ervan te ontkennen en in dien regel een bron te zien van veel onrechtvaardigheid, een van de hoofdschuldigen aan de wan toestanden die in het bouwbedrijf etc. te betreuren zijn. Ongetwijfeld de wedloop naar de laagste prijsopgave voorkomt woeker prijzen. Maar al wat geen woeker prijs is, is nog geen rechtvaardige prijs. Een prijs mag niet te hoog zijn, maar een prijs mag ook niet te laag zijn. Althans ieder systeem dat dwingt tot te lage prijzen is afkeu renswaardig en moet als een afper singssysteem gebrandmerkt worden. Dit nu is juist de grief die gemaakt moet worden tegen het gunnen aan den laagsten inschrijver. Er moet gebouwd worden, zeg een raadhuis. De architect begroot den bouw op één ton. Het werk wordt aanbesteed. Een twintigtal aannemers schrijft in. Vijftien zweven met hun prijzen zoo om en om de begrootingssom, sommige er wat onder, sommige er wat boven. Maar de vijf anceren schieten er een heel eind onder door, acht, tien, tot vijf tienduizend gulden. Men volgt het systeem van den laagsten inschrijver. Vijftien duizend pop beneden de begroeting Het zal een strop voor hem zijn. Maar als hij 't er voor maken wil... In ieder gevcfl wij komen er goed koop af. Jawel, maar hoe kan die adDnemer het voor dien prijs doen Waarom vraagt het overgroot deel der inschrijvers zooveel meer Zijn ze er wellicht niet op gesteld het werk te hebben BereKenen zij soms woekerprijzen Of kunnen zij niet rekenen En waarom is de begroo ting zooveel hooger Hoe kan die aannemer en enkele anderen met geweest, de gewoonte echter, de hartstocht voor de jacht, de goede gelegenheid, boven alles de sluwe knecht, waren sterker geweest dan hare tranen. Den anderen morgen trok de jonge boer met den knecht vroeg tijdig uit. Langs verborgen paden drongen zij steeds dieper en die per in het gebergte. De schoone morgen, die hen van alle kanten tegenlachte, kon hun weinig schelen; zij hadden slechts oor en oog voor de jagers wien zij onrioopen wilden en voor het wild, dat hun niet ont- loopen kon. Plotseling bemerkten zij voet sporen in het gras en weken ver schrikt terug. Zij hoorden spreken spoedig verborgen zij zich achter boomen en struiken. Komt maar op. Gij behoeft u niet te verbergen wij kunnen samengaan, riep de zwarte schoen maker en sprong te voorschijn. De lange schaapherder volgde hem. Zij wilden den reebok gaan schieten, dien de waard noodig had en zoo goed betalen wilde. Ook Johan en de knecht kwa men thans uit hun schuilhoek te voorschijn. Ik dacht dat het Buchholz met den jager was, zei de zwarte schoenmaker. Wij ook, antwoordde Johan, ik geloof echter niet dat hij hier is vanmorgen. Niet? Hij loopt anders dag hem dan zooveel lager prijzen be rekenen Een algemeen antwoord is op die vraag niet te geven, en ieder geval zou op zich beoordeeld moeten wordeu. Soms kan het zijo, dat die bijzonder lage inschrijvers door om standigheden veel op de anderen voor hebben. Zij wonen dichtbij, zijn beter bekend met het terrein, beschikken ruimer over financiën, zijn beter voorzien van machinerieën. Vandaar hun lage prijzen. Maar ook andere redenen kunnen zich doen gelden en dat doen zij ook. Het gebeurt, dat aannemers wetens en willens te laag iDSchrijven. Zij hebben al zoo lang niets gehad als dat zoo doorgaat raken ze er heelemaal uitze zullen er op moeten toeleggen, maar hebben ze het werk niet, daa hebben ze nog grooter schadepost. Ea dan, je kan nooit weten. Misschien dalen de prijzen van het materiaal. Misschien komt er genoeg bijwerk bij om den prijs weer goed te maken. Misschien is de architect de kwaaiste niet en ziet hij wat door de vingers Misschien laat de principaal zich wel bewegen bij te betalen, als hem voorgerekend wordt dat de prijs veel te laag is geweest. En met een dergelijk rijtje misschiens steken ze van wal. Valt het tegen, in Gods naam. Maar je moet wel wat wagen Geet je een redelijken prijs op, dan kom je nooit aan de beurtBovendien het gebeurt dat aannemers stevig in de schulden zitten. Hoe ze te betalen Ze zien er geen gat in. Faillissement is eigenlijk het eenige wat er op zit. Maar failliet gaan kan je over een hall jaar of een jaar ook nog. Daar om liever nog een kans gewaagd. En al is het gewone vooruitzicht en het normale verloop, dat de schulden door een voor zoo'n lagen prijs aangenomen werk nog aanzien lijk stijgen, voorloopig zijn ze toch weer gered. En zoo lang er leven is, is er hoop. Wij meenen dan ook te mogen beweren, dat krachtens het systeem van de gunning aan den laagsten inschrijver in de bouwbedrijven etc. een ongezonde concurrentie en een nog ongezonder speculatie een ge wichtige rol spelen. Wie van de inschrijvers daar niet aan meedoet en zijn eerlijk berekenden prijs op geeft, kan in de meeste gevallen wel thuis blijven, omdat hij toch geen kans heeft. Als wij ons niet vergis sen, onthouden meerdere aannemers zich dan ook van mee te doen hij publieke aanbestedingen en schrijven alleen in, als de aanbesteding uit sluitend is voor genoodigden, omdat dan tenminste nog eenige kans be staat met een redelijken prijs in aan merking te komen. De conclusie van deze beschou wing kan niet anders zijn, dan dat gebroken moet worden met het heer- schende systeem en een andere weg gezocht moet worden, waardoor èn de belangen van den principaal èn de belangen van de aannemers veilig gesteld worden. Is echter zoo'n weg te vinden Iemand uit de praktijk opperde een plac, dat hierop neerkomt. Moet er een werk aanbesteed worden, dan maakt de architect daarvan de begrooting op. Hetzelfde geschiedt door afgevaardigden van de bouw- vakpatroonsvereenigingen, deskun dige personen natuurlijk, die daar voor hun vaste aanstelling krijgen. Zoo worden dus door een vier of vijftal personen begrootingen opge maakt. Uit deze begcootiogen be rekent men het gemiddelde, bij welke berekening men wellicht de door den architect beraamde som een grooter gewicht kan toekennen. Nu volgt de inschrijving. Wie van de inschrijvers het gemiddelde het dichtst benadert, hij zij de uitverkorene die de op dracht krijgt om het werk uit te voeren. Deze meerdere begrootingen zijn gewenscht, omdat als enkel de begrooting van den architect maat gevend zou worden, een tendenz bij meerdere architecten zou kunnen ontstaan om de begrooting onmogelijk laag te houden, zoodat men dan nog even ver van huis bleef. Bovendien zou aanbesteding dan overbodig worden, daar de architect na zijn begrooting opgemaakt te hebben dezen en genen zou kunnen aan schrijven of hij bereid is voor die of die som het werk uit te voeren. Wij beelden ons geenszins in, dat dit plan zoo maar zonder meer voor de praktijk geschikt is. Integendeel, wij zijn er van overtuigd, dat er meerdere moeilijkheden aan vastzit ten. Maar wellicht kan het een aan wijzing zijn voor de richting, waarin gezocht moet worden of kan worden om het fatale nu van kracht zijnde aanbestedingssysteem door een beter en gezonder te vervangen. en nacht hier rond en Iet op alles Hij zal nog eens hier komen spoken als hij dood is. Zijt gij het hert nog niet op het spoor, dat hier ergehs moet weiden vroeg Johan. Neen, wij hebben nog geen sporen gezien. Eigenlijk wilden wij een reebok aan het lijf. Dan moet gij naar beneden gaan, daar staat een grooten ree bok. Wanneer gij blaat, zal hij spoedig naar u toekomen. Ik wou het hert 't levenslicht uitblazen. Ik heb geen lokfluitje bij me en wanneer we slechts een goed stuk wild onder schot krijgen, is hel mij hetzelfde. Worst is ook vleesch. Een reefluitje kan ik u leenen zei Johan. Gij kunt echter zeker ook op een beukenblad blaten. Laat dat ding maar rusten, wij willen eerst dezen slag slaan. Wij vertegenwoordigen met ons vieren vier buksen en het zou de duivel halen, wanneer wij niets onder schot kregen. Ik geloof, dat het beter was dat wij ons verdeelden. Tweeman maken minder leven dan vier en kunnen gemakkelijker ontkomen, meende Johan. Wat, verdeelen Vier zien en schieten ook meer dan twee. Eerst willen wij echter eens goed drinken. En hiermede haalde de zwarte schoenmaker zijn groote, met hertenhuid overtrokken veld- flesch te voorschijn en na een De crisis maakt vindingrijk. In Haarlems Dagblad wordt een plan ontwikkeld tot bestrijding der werkloosheid door werkloozen aan het werk te zetten, zonder dat er zwaardere lasten op de gemeenschap gelegd behoeven te worden. In het kort komt het plan hierop neer. Duizend werklooze arbeiders wor den opgenomen in een personeel- reserve en aan het werk gezet tegen f 30 per week of zooveel minder als voor hun vak geldend is. Aan die 1000 man wordt nu on geveer f 15.000 per week steun verleend. Het rijk moet dien steun blijven verleenen. Van die 1000 man moet de ge meente er 600 aan groote werken zetten, die anders in deze omstan digheden niet zouden worden uitge voerd. Zij kan den gewonen weg der aanbesteding hiervoor blijven volgen. Hoe nu de 400 overigen aan Hinken slok genomen te hebben reikte hij den jongen boer over Top, broeder, leve de edeh jacht Johan nam de flesch en dronk er een weinig uit. Het stuitte hem tegen de borst, dat het tuig alles zoo lichtvaardig opnam. Gaarne had hij zich van he,n ontdaan, maar zij lieten zich zoo; maar niet wegzenden, Hij hield zich altijd voor een extra fijnen strooper, ofschoon hij in den grond der zaak niets beter was dan zij. Wat zij waren, kon hij worden en hij was reeds ta melijk ver op weg. Miar hij durf de zich niet uitlaten hoezeer hij die schurken verachtte. Zij waren zulke dikke vrienden als hadden zij. elkander honderd jaar gekend. Zoo gaat het. Wie zich met wolven afgeeft, moet meehuilen. Overigens wordt men nooit zoo gemakkelijk vertrouwd als wan neer men gemeenschappelijk op verboden weg gaat; het is waar, de vriendschap der boozen houdt in nood en gevaar weinig stand, maar zij steunen elkander toch hun drijven, zoolang het geen grootere offers kost en in dit op zicht kunnen de beteren, die meest hun eigen weg gaan, van hen leeren. Ook de stroopers kennen elkaar tenminste bij naam en wanneer zij elkaar nog niet kenden, dan was het eerste samentreffen en de gedachte reeds genoeg; Gij werk te krijgen Doordat die groote werken worden uitgevoerd, krijgen in nevenbedrijven ook vele arbeiders werk. Naar schatting 10 man voor tran sport van steenen en pannen, 10 voor houtleverantie, 10 voor meubel- fabricage, 4 voor glasleverantie, 5 - voor verffabricage, 5 voor vervoer van zand, kalk enz., 5 voor het maken van klein ijzerwerk, 2 voor loodpletten, 2 voor tegelfabricage. Totaal 73 man. De te werk gestelden moeten ver plicht worden een deel van het ver diende op een aangewezen manier besteden, b.v. f 0.75 voor den schoenmaker. Opbrengst per 1000 man f 750 in de week. Werk voor 15 schoenmakers. En op deze manier worden ook 20 kleermakers, 10 sigarenmakers zij moeten voor 0.50 sigaren rooken 10 behan- jers en 20 bleekers aan werk ge- ïolpen. Totaal 75 man. Die 1000 te werk gestelden kun nen nu hun huur betalen. Hun huis eigenaars moeten op zich nemen een vijfde van de ontvangen huur te besteden aan onderhoud en verbete ring der huizen. Hierdoor kunnen 20 a 25 man werk krijgen. Die 1000 meDschen en hun gezin nen moeten f 12 per week besteden bij leveranciers ter plaatse. Winke liers enz., die voor deze leverantie in aanmerking willen korren, moeten 10 pet. van den verkoop in de kas der arbeidsreserve storten. Dat brengt f 1200 per week op. De gemeente zegt verder aan in- dustrieele ondernemingen voor het aanvaarden van opdrachten die anders naar het buitenland zouden gaan, f 10 per man en per week toe. Als op die manier 220 man aan gesteld worden is de uitgaaf per week f 2200. Voor controle en uitvoering der arbeidsreserve zijn ongeveer 7 man noodig. De 1000 man zijn nu allen aan het werk. Nu de rekening. Vooreerst zijn er de f 15.000 rijks- steun. Van het loon der 600 wordt 4 op den kapitaaldienst geschreven, zoodat daaruit per week f 4500 voor de arbeidsreserve ter beschik king wordt gesteld. De winkeliers dragen f 1200 bij. Totaal der inkomsten f 20.700. Ten laste van de arbeidsreserve komen 600 maal f30 loon is f 18.000 7 man controle f 210, steun aan de industrie f 2200. Totaal der uitgaven 20.410. Dus is er een reserve van f 290 per week over. Die 600 man verwerken aan loon f 936.000 per jaar. Deskundigen zeggen, dat ongeveer het derde van een groot bouwwerk bestaat uit kosten voor materialen, dan zullen f 465,000 aan materiaal verwerkt worden. Ten laste van den kapitaaldienst komen, dus f 465,000 plus f242.500 loon (i/4) is rond f 700.000. Voor rente en afschrijving is dus f 50,000 per jaar noodig De gemeente ontvangt een be langrijk hoogere belasting, per arbei der te stellen op f 40, zoodat de hoogere kapitaalsuitgaven door be lastingopbrengst vrijwel gedekt wor den. Verder zullen die 600 wel f 10,000 meer gas en electriciteit ge bruiken, zoodat die f 50.000 ruim terugkomen, want ook voor school geld enz. wordt meer ontvangen. De vermindering der werkloosheid zou verder haar uitwerking hebben stroopt! om elkander reeds als broeders te beschouwen en elkaar wederkeerig te helpen. Zij gingen verder; niets kregen zij onder schot. Het wild scheen van weide veranderd te zijn. Wij willen eerst wat eten, zei de zwarte schoenmaker en dan zullen wij op den reebok los gaan. En weder haalde hij zijn flesch te voorschijn en reikte haar Johan toe om er uit te drinken. Koenraad pakte ook uil en deel de brood en vleesch rond. Zij zetten zich op een boomstam het geweer in den arm. De lange schaapherder echter, aan niets doen achter zijn schapen gewoon, wierp de buks weg en legde zich zoo lang als hij was op 't groene gras neer. Zij slaken hunne pijpen aan. Wanneer men zoo ronddoolt zonder iets te schieten, zou men een weerzin tegen het handwerk krijgen, zeide de zwarte schoen maker. En wanneer men de zaak in den grond beschouwt, is het ook een slecht en verwenscht hand werk, zei Johan en zuchtte diep. Hij dacht aan Setje. Ik wou dat ik nooit een geweer had gezien. Met u is het wat anders, meende gane. Gij kunt toch leven, maar wij arme duivels niet. Wij moeten stroopen wanneer wij niet willen verhongeren. En niet versmachten van dorst, zei de schaapherder geeu wend. Reik mij de flesch nog aan Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1932 | | pagina 5