ïweede Blad ?n „F1EL EM MAAS"
FEUILLETON
Van jagers en
stroupers.
Duitschland en
de crisis
De Crisis-Varkenswet
Zaterdag 17 September 1932
Drie en vijftigste Jaargang No. 38
Zitting van den
herkeuringsraad.
De Burgemeester van Venray
brengt ter kennis van belanghebben
den dat door den heer Minister van
Defensie het navolgende is bepaald
1. In November en December a.s.
houdt de herkeuringsraad in eenige
gemeenten een zitting.
2. De Voorzitter van den Her
keuringsraad kan aan voor den
dienstplicht ingeschreven personen,
die nog niet bij de land of de zee
macht zijn ingelijfd, of die wel daar
bij zijn ingelijfd, doch nog niet als
dienstplichtige in werkelijken dienst
zijn geweest, de gelegenheid geven
om bij genoemden raad een onder
zoek naar hun geschiktheid voor den
dienstplicht te ondergaan.
3. Behoudens bijzondere machti
ging van den Minister van Defensie
worden tot het onderzoek niet toe
gelaten personen
adie bestemd zijn tot buitenge
woon dienstplichtige of als zoodanig
zija ingelijfd.
b. die in 1932 tijdelijk ongeschikt
voor den dienst werden verklaard.
c. die als vrijwilliger behooren
tot de landmacht uitgezonderd
den vrijwilligen landstorm tot de
zeemacht of tot de overzeesche weer
macht.
4. Overigens wordt een persoon
als in het tweede lid bedoeld tot het
onderzoek slechts toegelaten, indien
door hem of te zijnen behoeve daar
toe een aanvrage wordt gedaan en
in de aanvraag aannemelijk wordt
gemaakt
a. zoo het een persoon geldt, die
in 1932 door een der keuringsraden
geschikt verklaard werd dat hij na
de uitspraak van den keuringsraad
vermoedelijk ongeschikt voor den
dienst is geworden.
b. zoo het een persoon geldt,
omtrent wien in 1932 geen der
keuiingsraden uitspraak deeddat
hij vermoedelijk ongeschikt is voor
den dienst.
5. Hij. die de aanvraag doet moet
daarin daarin ten aanzien van den
ingeschrevene vermelden;
a. zijn geslachtsnaam en voor
namen;
b. het jaar en den datum van
geboorte;
c. de gemeente, waar hij voor
den dienstplicht is ingeschreven
d. de lichting, voor welke hij is
ingeschreven;
e. het korps, korpsonderdeel of
dienstvak, waaraan hij is toe
gewezen of waartoe hij be
hoort en het tijdvak of den
datum voor zijne inlijving of
zijn opkomst in werkelijken
dienst vastgesteld, een en an
der voor zoover het hem be
kend is;
f. zijn volledig adres;
g. of hij in 1932 voor een der
keuringsraden is verschenen
en zoo ja, hoe de uitspraak
luidJe.
6. De aanvraag moet worden ge
richt aan den Voorzitter van den
herkeuringsraad en zoo spoedig mo
gelijk verzonden worden aan het
volgende adres
Aan den Heer Voorzitter van den
Herkeuringsraad gebouw Departement
van Defensie P ein 4, 's Gravenhage
7. De aanvaag behoeft niet op
zegel, maar moet wel gefrankeerd
worden gezonden.
Venray 7 September 1932.
De Burgemeester van Venray
O. VAN DE LOO.
VERPACHTING VAN GRONDEN.
Burgemeester en Wethouders van
Venray zullen onderhands verpach
ten behoudens goedkeuring van den
Gemeenteraad drie perceelen bouw
en weiland gelegen te Venray aan
Een oude buks met vuursteen,
die zij op een afgelegen zolder-
ka liertje ontdekten, haalden zij
voor den dog en ofschoon het
juist geen pracht van een geweer
was, het ging er mee en dal was
voldoende. Eerst beproefden zij
hun edele kunst aan kraaien en
spreeuwen, aan planken, beschot
ten en boomstammen en als de
hazen en vossen van het naburige
woud het eens in \'l hoofd gekre
gen hadden om stil te staan, dan
zouden zij er niets uit gemaakt
hebben ze met een handvol lood
te begroeten.
Strooi hun zout op den
staart, dan kunt gij ze vangen,
zoo zegt het spreekwoord, maar
zoover lieten enze jagers het niet
eens komen, zij oefenden hun
handwerk uit, zonder verlof te
vragen.
Het is waar, menigmaal brand
de het kruit van de pan en wei
gerde het geweer, maar men werd
niet moede het zundgat met de
naald weer te ontruimen en aldus
werd hier ook het spreekwoord
bewaarheid; geduld overwint alles
zelfs een verstopt en "erroest
het Zwartwater voor de periode
van 15 November 1932 31 Octo
ber 1936.
Perceel I. gcoot circa 5.50 H.A.
gedeelte van perceel kadastraal be
kend Sectie H 1914, thaDS in pacht
bij W. H. Thoonen.
Perceel II. groot circa 4.50 H.A.
gedeelte van perceel kadastraal be
kend Sectie H no. 1914 thans in
pacht bij P. J. Wienen,
Perceel III. groot circa 2.52 H.A.
gedeelte van perceel kadastraal be
kend Sectie H no. 1561 thans in
pacht bij A. Deeoea.
Nadere inlichtingen verstrekt den
heer Wethouder P. Pubben te
Venray, Merselo, Beek.
Venray 6 September 1932
Burgemeester en Wethouders voorn.
O. VAN DE LOO.
De Secretaris.
VAN HAAREN.
Toen de Duitsche rijkskanselier
Von Papen ODlangs te Münster
zijn groote programrede hield, die
door alle Duitsche radio-stations
werd uitgezonden, wisten we reeds,
dat er groote maatregelen op komst
waren.
De regeering gaat nu, in opdracht
van den rijkskanselier, de crisis be
strijden en ze doet dat met een
noodverordening.
Ia de eerste plaats is het streven
natuurlijk gericht op vermindering
van de ontstellende werkloosheid.
De regeering wil meer menschen
tewerk stellen in de industrie en in
't particulier bedrijf in 't algemeen
en daardoor de productie opvoeren.
Om meer menschen aan het werk
te kunnen zetten, wordt loonsver
laging toegepast, terwijl den werk
gevers een werkverschaffiogspremie
wordt toegekend.
Door de loonsverlaging wordt de
kostprijs der artikelen gedrukt en
dus de prijs verlaagd, waardoor de
omzet kan toenemen,
Voor hulpverleening aan den in-
dustrieelen middenstand dienen ook
de bepalingen der verordening, waar
bij aanzienlijke bedragen ter beschik
king worden gesteld voor credieten
op langen termijn aan middelgroote
en kleinere ondernemingen, zoomede
ten behoeve van industrieele crediet-
corporaties en verbruiks-corporaties,
welke het depositiebedrijf uitoefenen.
Ten hehoeve van den landbouw
dient de onmiddellijke ontlasting tot
een bedrag van 40 pet. der belasting
op gronden en de opheffing der om
zetbelasting op gepasteuriseerde
melk.
Bovendien zal het principieele be
sluit inzake de toepassing van con
tingenten met grooten spoed wor
den bestudeerd. Met de betrokken
lauden zullen onderhandelingen wor
den gevoerd. Voorts wordt gestreefd
naar een merkbare verlichting der
rentelasten.
Het belang van ons land
Vatten we deze maatregelen in 't
kort samen, speciaal uit een oogpunt
vau de belangen, welke er ook voor
Nederland mee gemoeid zijn, dan
onderscheiden we voornamelijk:
le. maatregelen tot prijsverlaging
der artikelen.
2e. Verhooging der productie,
welke grooteten uitvoer veronder
stelt.
3e. Streven naar een merkbare
verlichting der rentelasten.
Bezien we deze maatregelen wat
nader, dan zien we allereerst, dat
er groot heil verwacht wordt van
geweer.
De vader van den jongen boer
stierf. De geheele last kwam nu
op de schouders van dezen te
rusten.
Treurig over het zwaar verlies
konden arbeid en zorgen hem
slechts afleiding verschaffen. Ook
Kamper had de boerderij verlaten
en was in dienst gelreden. Met
den tijd echter schikt men zich
in alles. Hij vond genoeg vrijen
tijd op de Zondag-namiddagen.
Het dorpje lag ver van de kerk
Vesper was er niet, slechts de
oude pastoor hield een toespraak
waarbij hij koster en pastoor te
gelijk was. Dat was spoedig afge-
loopen en dan had men den ge-
heelen namiddag voor zich. Wan
neer men zoo niets aan de hand
heeft, vei valt men tol alles
Het was weder Zondag. Jo-
han zat in de zijkamer; hel geeu
wende spook der verveling viel
dreigend op hem.
Wat zou hij doen
Daar lachle hem zijns vaders
buks vriendelijk van den wand
tegen als wilde zij zeggen
Haal mij er ,af en neem me
mee naar het bosch.
Johan verstond de kunst met
haar om te gaan: reeds dikwijls
had zij hem den ee rep rijs bij het
vogelschieten doen winnen. Maar
durfde hij ook zoo frank en vrij
met zijn geweer in het bosch te
gaan
Waarom niet? gij schiet hoogs-
loocsverlaging der werkers.
De overheid gaat de looneu druk
ken, of om met de Geldr. te spreken
de regeering gaat de industrie steu
nen met Japansche maatregelen.
In Japan immers regelt de Staat
de loonen met bet oog op de con
currentie in bet buitenland. De ex
port wordt daar geforceerd, doordat
de Regeering zelf den kostprijs van
het product naar beneden baalt, o a
door verlaging der loonen.
De Japansche arbeider laat zich
dat welgevallen, hij werkte altijd voor
hongerloonen, maar schijnt in den
laatsten tijd stelselmatig te worden
uitgeknepen. De Regeering schijnt te
probeeren, hoe lang hij 't uithoudt,
tot hij erbij neervalt of revolutie
maakt.
Intusschen slaat de Japansche ex
port alle concurrentie in het buiten
land. Men koopt in onze winkels
tegenwoordig een heel servies voor
'n prijs, welke men voor een enkele
kop en-schotel zou betalen, ware
deze in Nederland gemaakt.
Von Papen kan deze Japansche
methode slechts heel uit de verte
navolgen, maar navolgen doet hij.
Het systeem neemt bij over: verla
ging van den kostprijs door loons
verlaging.
Hij moet nog wat meer doen dan
ziju Japansche voorgangers, want de
Duitsche fabrieken kunnen niet voor-
u:t vanwege het geldgebrek; welnu
het bedrijfskapitaal verschaft hij ook
in den vorm van belastiogbons.
De kostprijs van 't product gaat
omlaag doordat de werkgever voor
eiken nieuwen werkman 400 Maik
ontvangt en vervolgens, wijl de
werkgever verlof krijgt om de loonen
van het collectief contract tot 12i/s
pet. toe naar beneden te halen.
Wij nemen alleen het feit, de be
oordeeling ervan zou ons te ver
voeren.
Men bedenke b.v. alleen, dat het
hier loonen betreft, welke door de
betrokken partijen in onderlinge
overeenkomst zijn vastgesteld, welke
loonen door een regeeringsmaatregel
eenvoudig op losse schroeven wor
den gezet.
Maar houden wij ons aan de fel
ten: de loonen worden op kunst
matige wijze belangrijk verlaagd en
de industrie krijgt van het geld, dat
zij aan belastingen heeft opgebracht
een deel terug, waarmede zij haar
belastingen in volgende jaren zal
voldoen.
Uit deze prijsverlaging en produc-
tieverhoogir.g vloeit voor andere
landen en niet 't miDSt voor Neder
land. nog de onaangename factor
voort, dat we moeten rekenen met
een nieuwe, verscherpte en verzwaar
de concurrentie van Duitschland.
Duitschland zal produceeren tegen
prijzen, waar wij niet aan kunnen
reiken en van zijn productie zooveel
mogelijk op de Nederlandsche markt
gooien.
Wat geproduceerd is, moet toch
verkocht worden 1
De Duitsche markt kau toch niet
plotseling zooveel sterker worden
dat zij het meerdere product ver
slinden kan Als zij dat morgen
zou kunnen, waarom dan vandaag
niet
En bovendren, wat in bet binnen
land wordt gekocht, verzet slechts
binnenlandsche rijkdom en moet
van buiten af goud naar Duitsch
land stroomen.
Alleen de export kan het arme
vaderland redden. Wij krijgen de
volle laag, daarvan kan men op aan.
Verder hangt onzen landbouw een
nieuw gevaar boven het hoofd: er
zal met spoed verder gecontingen
teerd worden.
Renteverlaging.
En nu het derde punt: rentever-
tens een kraai of een spreeuw en
dat nog niet altijd en vroeger
zijt ge zoo dikwijls in het bosch
geweest. Maar wanneer u de
oude Buchholz eens aantrof Nu
dat is ook het ergste niet en dat
zal zich wel schikken.
En zal hij u dan altijd zien
Ga door den boomgaard, spring
over het hek iri den hollen weg
en vandaar hebt ge nauwelijks
honderd schreden noodig om in
het bosch te komen. De doornen
heg aan den rand van den hollen
weg dekt u, wanneer gij des
houtvesters woning voorbij gaat
Zulke gedachten speelden Johan
door hel hoofd.
Nog hing de buks aan den
wand; maar zij wenkte hem zoo
vertrouwelijk toe, hij nam ze en
was spoedig in 't bosch verdwe
nen.
Zoo ging het meerdere Zonda
gen. Hij schoot een spreeuw, een
meerkol en ook wel eens niets.
Maar het was voor hern zoo'n
zalige gedachte met de buks in
den arm door bosch en heide te
sluipen. Hij voelde zich zoo licht
als hij het geweer bij zich had.
Een prachtige reebok stond
vooraan in het bosch.
Hij was zoo stout dat hij op
vollen dag uit het dichte struik
gewas in het open veld kwam.
Meer dan eens had Johan hem
gezien. Weder was hij in het
bosch.
Ik wil toch den reebok eens
laging.
Nederland heeft voor drie milliard
aan Duitsche papieren en de rente
daarvan bedraagt een 150 a 200 mil-
lioen per jaar.
Von Papen zal ook die rente gaan
verlagen eu dat komt ons wellicht
op eenige tientallen millioenen per
jaar te staan.
Tegen dat alles staan we machte
loos
Zoo zien we, dat wij wel degelijk
te maken hebben met het grootsch
program, dat Von Papen ontwikkeld
heeft. Dat program is grootsch,
maar ook in hooge mate conserva
tief en heeft met de christelijk-socia-
le gedachte bitter weinig te maken.
Mogelijk komen we op deze
grootsche plannen nog wel eens
nader terug.
H009 de naastenliefde
Allerwege wurdt door
lijkf» en wereldlijke autoriteiten
aangedrongen om de helpende
hand le bieden, nu er zooveel
gebrek en ellende geleden wordt.
Nu de nood steeds grooler
wordt en de winter voor de deur
staat, lijkt het ons dienstig, een
aanlal citaten te laten volgen, die
alle de naastenliefde tol onder
werp hebben en als het ware
geschreven zijn voor dezen tijd
van werkloosheid, armoede en
ellende.
»Men kan niet God en den
Mammon dienen", staat in het
Evangelie van den II. Mattheus
en in het Evangelie van den H.
Lucas wordt gezegd »Wie twee
mantels heeft, geeft er een aan
hem, die er geen heeft".
In hetzelfde Evangelie is sprake
van een rijke, die zooveel bezat,
dal hij niet wisi, wat er mede te
doen het II. Evangelie zegt van
hem »Gij dwsas, nog dezen nacht
zal uwe ziel van u worden weg
genomen".
De H. Augustinus legt deze
woorden als volgt uit; »de rijke
zal verdoemd worden, omdat hij
zijn overbodige rijkdommen ach
terliet."
St. Ambrosius: »Wat een onge
rechtigheid is het, wanneer ik
weliswaar van niemand iets weg
neem, maar mijn eigen goederen
zorgvuldig voor mij zelf bewaar.
O dwaze meening Noemt gij uw
goederen uw eigendom Het is
evengoed een misdaad den armen
aalmoezen te weigeren als men in
staat is ze te geven, dan iets van
een ander te stelen of weg le
nemen."
St. Chrysoslomus zegt»Is uw
bezit werkelijk uw eigendom
De goederen der armen zijn aan
uwe hoede toevertrouwd, of gij
deze verkregen hebt door uw
eigen arbeid of door overerving"
St. Augustinus zegt; »Wat de
rijke niet noodig beeft, komt de
arme tekort. Wie meer bezit dan
hij noodig heeft, bezit meer dan
hem toekoml«.
Bij den 11. Gregorius lezen wij
»De aarde is ons gemeenschap
pelijk bezit en zij draagt vruchten
voor aliens.
Eu bij den II. Bernardus: »De
armen roepen klagend het is ons
eigendom, dat gij verkwist en ons
bezit, dat gij zoo roekeloos weg-
werpl«
De H Thomas van Aquine
schrijft: »De goederen, die velen
bezitten, meer dan zij noodig
hebben, zijn verschuldigd voor
het onderhoud der armen. De
Heer beveelt niet het tiende deel
aan de armen te geven, doch alles
wat overbodig is«.
opzoeken. Zoo gezegd, zoo gedaan
Om hem le schieten, daaraan
dacht hij nog niet. Met 't wijfji
en h8ar jong zocht de reebok
meestal de vlakte om op moeras
sige plaatsen het jonge gras en
klaver af te vreten.
Johan begaf zich hierheen; een
grasveld strekte zich voor hem
uit; rustig zat hij daarneer,geheel
en al oor en oog. De kans was
hem gunstig. Eensklaps ruischte
het in de struiken; rossig sche
merde het door het groene loof.
De reegeit ging vooraan, het
jong trippelde haar achterna; het
laatste trad de bok majestueus uit
de struiken Le voorschijn,
Hoorbaar klopte Johans hart.
Het was een kapitale bok. Zou
hij schieten Neen schieten wilde
hij niet.
Maar aanleggen op den vetten
bok, dat was zoo erg niet. Hij
bracht de buks aan den schouder
en mikte. Of de dieren het wel
merkte, toen hij den haan over
haalde? het'wijfje spitste de ooren
en zag om zich heen, maar zij
hoorde niets, zij graasde rustig
voort.
De bok trad nu in het vrije.
Johan legde nu nog eenmaal
aan, hij had slechts te drukken
en de bok was geveld. Zijn vin
gers trilden en onwillekeurig
greep hij naar den grendel.
Zou hij schieten..,.?
Neen. I Pafl daar knalde
het
Deze nieuwe wet schijnt bij onze
boeren nog weinig in den smaak te
vallen. Allerwege worden protest-
vergaderingen gehouden en in de
couranten regent bet ingezonden
stukken en raadgevingen, hoe deze
wet eigenlijk wel moest zijn.
In „De Echo van het Land van
Cuyk, vonden we het volgende
ingezonden stuk van den Heer J.
van Daal te Linden
Met den dag wordt de ontstem
ming der boeren grooter over de
uitvoering der crisis-varkenswe*
Enkele bepalingen ontstemmen zoo
zeer dat somnrgen de geheele wet
naar de Mookerhei wenscben. Dit
nu is wel wat overdreven. Er zijn
er die er op staan om gezamenlijk
te weigeren de varkens te laten
merken. Men bedenke echter dat
zulks groote nadeelige gevolgen kan
hebben. Bovendien acht ik 't merken
op zichzelf niet 't grootste bezwaar.
Ook begrijp ik dat men bij steunmaat
regelen ook niet moet verlangen dat
de betrokkenen niets daarvoor mag
worden opgelegd.
Als de wet verder maar aan haar
doel beantwoordt. Nu geloof ik wel
dat heel wat minder omslachtig te
werk gegaan had kunnen worden en
het lijkt me toe dat men er alles op
heeft gezet om 't meest mogelijke
ingewikkelde systeem uit te deuken.
Daarbij zal de wet m.i. absoluut on
voldoende steun brengen aan de
kleinere boeren. Doch napraten helpt
niet.
Dat 't ontstemming wekt, dat de
varkens niet op tijd kunnen worden
afgenomen, waardoor ze Loven 't
gewicht komen en dan 2 cent per
pond minder opbrengen, 't is te
begrijpen. Dat men het onbillijk en
een grievende tegenstelling acht om
accijns te heffen, voor huisslachtiDgen,
en moet betalen voor 't merken is
evenmin te verwonderen.
Op de extra belasting voor de
groote gezinnen en dat degenen die
t meest van de wet kunnen profi
teeren daaraan missch en 't minst be
hoeven bij te dcageD, zoomede op
de fopspeen dat door die heffing de
richtprijs iets hooger kan worden,
werd in dit blad reeds op gewezen.
Maar is 't bovendien niet gek, dat
men eerst regeeriog en volksvertegen
woordiging tracht te overtuigen van
den bitteren nood der boeren, waar
voor zonder regeeringshulp geen
redding meer is, terwijl als de regee
ring de helpende hand uitsteekt, dan
plotseling... de boeren, groot of klein
zoo kapitaalkrachtig geacht worden,
dat ze in staat zijn voorschotten te
doen op hun straks te verwachten
steun. Heeft men 't ooit gehoord dat
een steuntrekker denk even na,
lezer, steuntrekker eerst een
waarborgsom moet storten om later
steun te kunnen ontvangen Voor
boeren echter lijkt geen combinatie
te zonderling.
Doch wat zal mea doen met dege
nen die niet in staat zijn heffiagen te
betalen Zullen deze niet aan de
mogelijke voordeden der wet deel
achtig kunnen worden Maar voor
dezulken is toch vooral de wet ge
komen, want juist zij zijn de verper
soonlijking van de ca'egoriën de
regeering voorgehouden, staande aan
den rand van den afgrond, waarvoor
steunmaatregelen geen dag en geen
uur mochten uitblijven.
Dat er velen zijn, zooals ook de
heer Janssen uit Weurt schreef, die
de heffingen voor huisslachtingen
straks niet zullen kunnen betalen, is
zeker niet overdreven. Deze krijgen
dan geen stukje spek of moeten naar
den slager om misschien met stukjes
en brokjes 'n gedeelte van bun eigen
varkens en niet 't beste duur
der te gaan terug koopen, omdat...
't steuntrekkers zijn.
Vele boeren met groote gezinnen
hebben reeds plan gemaakt hoogstens
één varken te slachten en zoo moge
lijk voor de rest 't spek te betrek
ken van de slagers. Zoo dwingt
men hen de beste deelen hunner
producten te laten verorberen door
de overige bevolking en zelf 't rug-,
vooral 't buikspek te consumeeren,
voor zoover ook dit voor hen geen
onbereikbaar weelde-artikel wordt.
Niet tegen de wet, doch tegen de
grievende en onbillijke gevolgen der
uitvoering gaat ons protest.
Men kan deze bezwaren kleineeren,
doch dan weet men, of wil men niet
weten den werkelijken toestand bij
de boeren. Doch allerminst hadden
we dit verwacht van onze eigen
organisatiemannen. We hadden ge
dacht dat deze op de bres stonden
evenals eertijds Pater van den Elzen
toen de boeren brood van eigen
graan duurder moesten inkoopen. En
toen konden 't de boeren in ieder
geval nog betalen.
Welk eene buitengewone en ver
strekkende beteekenis ligt er opge
sloten in de schijnbaar simpele ver
zuchting welke ik laatst van een
college hoorde Wij hebben geen
Pater v.d. Elzen meerI
Een angstige, kort afgebroken
kreel van het wijfje klonk door
de lucht, zij sprong voort, db
schrik dreef het jong ook hel
bosch in.
De bok deed een sprong verder
en zakte ineen. Toen de kruitdamp
uil het bosch was opgetrokken
was hij reeds niet meer, de jager
had hem door en door geschoten
Vroolijk slapte Johan naar het
statige dier toe. Maar wat zou hij
er nu mee aanvangen
En als de houtvester het schol
eens gehoord had en naderbij
kwam
Fluks wierp hij het geweer in
het hooge heidekruid. Alles bleef
rustig. Hij ging naar het dorp.
Hij wilde den bok laten liggen;
maar was het geen zonde van 't
mooie dier?
Naar huis dorst hij hem niet
te brengen, zijl moeder zou hem
wal anders gezegd hebben.
Hij wist niet wat hij doen zou
maar het fameuze schot deed 'm
toch plezier.
De knecht Koen raad kwam hem
tegen; het was een slimme gast,
die voor alles raad wist.
Koenraad Ik heb een stom
me srieek gedaan. Gij moet mij
helpen Maar voor alles moet ge
van deze zaak zwijgen. Kan ik
me hierop verlaten
Zekerlijkik zal zwijgen als
het graf, maak daar staat op. En
wat ik zeg, staat zoo vast, dal
men er huizen op kan kouwen.
Kapitalist en
communist.
Nu de Russische sovjet langzamer
hand tot de erkenning moest komen,
dat met communistische ideeën geen
land te regeeren is, moet zij de hand
om hulp uitsteken naar anderen.
Een van die anderen is Amerika,
de kapitalistische Vereenigde Staten,
die zelf ziek zijn door de buiten
sporigheden van hun kapitalisme.
Onder het opschriftTwee zieken,
wijst De Standaard op het merk
waardige van dit geval
Dit nu is wel een merkwaardig
geval.
Men heett er in de jaren van
schijnweelde meermalen van gehoord,
dat in de Vereenigde Staten het
„kapitalisme"' de deuren wijd open
wierp voor een wereld van louter
geluk en voorspoed. Amerikaansche
schrijvers hebben dit succes der
„kapitalistische" industrie ons in rijke
kleuren geteekend. Het panacée voor
alle sociale en politieke kwaal was
gevonden door den groei der indus
trieele ontwikkeling op kapitalis-
tischen grondslag.
De uitkomst was niet schitterend.
Wij behoeven er niet veel van te
zeggen.
Tegenover dat succes van het
kapitalisme werd dan geplaatst de
zegepraal van het communisme, die
ook al hierin bestond, dat de machine,
door Amerikaansche ingenieurs in
werking gesteld, den grooten opbloei
zou brengen en dat de industrialisatie,
ditmaal op communistische leest ge-
schoeid, de volkeren zou bevrijden
van den godsdienst allereerst en
daarna ook van alle sociaal leed.
Zoo boden die twee tegen elkan
der op.
De vrienden van het Amerikaan
sche kapitalisme pochten op de over
winning van hun stelsel.
De vrienden van het Russische
communisme riepen luid van het
stervend kapitalisme en van de over
winning van hun vinding.
Maar ook in Rusland liep het mis.
De honger waart er rond. En zoo
zien wij dan thans het merkwaardig
verschijnsel, dat de Russische zieke
aan de stervenssponde van den
Amerikaanschen patiëut verschijnt eu
bedelt om hulp.
De communistische zieke heeft
Nu goed Koenraad! boor!
zooeven ga ik met hel geweer uit
loop zoo heen en weor en ont
moet daar in de vlakte den be
roemden reebok. Ik had de buks
geladen mikte en mikte alleen
uit aardigheid, [drukte eensklaps
los zonder dal ik het juist wil en
de bok valt neer, een pracht van
een bok 1 Maar wat nu
AI9 het anders niets is, zal
ik er wel voor zorgen. Waar ligt
de bok
Wanneer ik zeker was, dat
de houtvester niet in het bosch
was, ging ik mee.
Die zal ons op 't oogenblik
niet overvallen. Hij zit gelijk alle
Zondagen om dezen tijd rustig eu
wel in de Kroon, drinkt zijn glas
bier en speelt pandoer.
Johan loonde den knecht zijn
geweer weder op en begaf zich
naar de Kroon in hei, dorp.
De knecht liet zich 's avonds
bij het eten niet vinden. Eerst
laat kwam hij thuis en toonde
Johan vijf blanke daalders, die
hij voor 't wild in de naburige
stad gekregen had; meteen haalde
hij 't nog bloedend gewei van
onder zijn kiel te voorschijn.
Het was een prachtstuk van 'u
reeëngewei, breede, wijd uit el
kander staande takken met sterk
uitkomende paarlen en een groote
breedgerande roos. Van het geld
raakte Johan niets aan.
Koenraad was reeds lang op de
boerderij. Hij was een allemans-