ïweede Blad ?n „F1EL EM MAAS" FEUILLETON Van jagers en stroupers. Duitschland en de crisis De Crisis-Varkenswet Zaterdag 17 September 1932 Drie en vijftigste Jaargang No. 38 Zitting van den herkeuringsraad. De Burgemeester van Venray brengt ter kennis van belanghebben den dat door den heer Minister van Defensie het navolgende is bepaald 1. In November en December a.s. houdt de herkeuringsraad in eenige gemeenten een zitting. 2. De Voorzitter van den Her keuringsraad kan aan voor den dienstplicht ingeschreven personen, die nog niet bij de land of de zee macht zijn ingelijfd, of die wel daar bij zijn ingelijfd, doch nog niet als dienstplichtige in werkelijken dienst zijn geweest, de gelegenheid geven om bij genoemden raad een onder zoek naar hun geschiktheid voor den dienstplicht te ondergaan. 3. Behoudens bijzondere machti ging van den Minister van Defensie worden tot het onderzoek niet toe gelaten personen adie bestemd zijn tot buitenge woon dienstplichtige of als zoodanig zija ingelijfd. b. die in 1932 tijdelijk ongeschikt voor den dienst werden verklaard. c. die als vrijwilliger behooren tot de landmacht uitgezonderd den vrijwilligen landstorm tot de zeemacht of tot de overzeesche weer macht. 4. Overigens wordt een persoon als in het tweede lid bedoeld tot het onderzoek slechts toegelaten, indien door hem of te zijnen behoeve daar toe een aanvrage wordt gedaan en in de aanvraag aannemelijk wordt gemaakt a. zoo het een persoon geldt, die in 1932 door een der keuringsraden geschikt verklaard werd dat hij na de uitspraak van den keuringsraad vermoedelijk ongeschikt voor den dienst is geworden. b. zoo het een persoon geldt, omtrent wien in 1932 geen der keuiingsraden uitspraak deeddat hij vermoedelijk ongeschikt is voor den dienst. 5. Hij. die de aanvraag doet moet daarin daarin ten aanzien van den ingeschrevene vermelden; a. zijn geslachtsnaam en voor namen; b. het jaar en den datum van geboorte; c. de gemeente, waar hij voor den dienstplicht is ingeschreven d. de lichting, voor welke hij is ingeschreven; e. het korps, korpsonderdeel of dienstvak, waaraan hij is toe gewezen of waartoe hij be hoort en het tijdvak of den datum voor zijne inlijving of zijn opkomst in werkelijken dienst vastgesteld, een en an der voor zoover het hem be kend is; f. zijn volledig adres; g. of hij in 1932 voor een der keuringsraden is verschenen en zoo ja, hoe de uitspraak luidJe. 6. De aanvraag moet worden ge richt aan den Voorzitter van den herkeuringsraad en zoo spoedig mo gelijk verzonden worden aan het volgende adres Aan den Heer Voorzitter van den Herkeuringsraad gebouw Departement van Defensie P ein 4, 's Gravenhage 7. De aanvaag behoeft niet op zegel, maar moet wel gefrankeerd worden gezonden. Venray 7 September 1932. De Burgemeester van Venray O. VAN DE LOO. VERPACHTING VAN GRONDEN. Burgemeester en Wethouders van Venray zullen onderhands verpach ten behoudens goedkeuring van den Gemeenteraad drie perceelen bouw en weiland gelegen te Venray aan Een oude buks met vuursteen, die zij op een afgelegen zolder- ka liertje ontdekten, haalden zij voor den dog en ofschoon het juist geen pracht van een geweer was, het ging er mee en dal was voldoende. Eerst beproefden zij hun edele kunst aan kraaien en spreeuwen, aan planken, beschot ten en boomstammen en als de hazen en vossen van het naburige woud het eens in \'l hoofd gekre gen hadden om stil te staan, dan zouden zij er niets uit gemaakt hebben ze met een handvol lood te begroeten. Strooi hun zout op den staart, dan kunt gij ze vangen, zoo zegt het spreekwoord, maar zoover lieten enze jagers het niet eens komen, zij oefenden hun handwerk uit, zonder verlof te vragen. Het is waar, menigmaal brand de het kruit van de pan en wei gerde het geweer, maar men werd niet moede het zundgat met de naald weer te ontruimen en aldus werd hier ook het spreekwoord bewaarheid; geduld overwint alles zelfs een verstopt en "erroest het Zwartwater voor de periode van 15 November 1932 31 Octo ber 1936. Perceel I. gcoot circa 5.50 H.A. gedeelte van perceel kadastraal be kend Sectie H 1914, thaDS in pacht bij W. H. Thoonen. Perceel II. groot circa 4.50 H.A. gedeelte van perceel kadastraal be kend Sectie H no. 1914 thans in pacht bij P. J. Wienen, Perceel III. groot circa 2.52 H.A. gedeelte van perceel kadastraal be kend Sectie H no. 1561 thans in pacht bij A. Deeoea. Nadere inlichtingen verstrekt den heer Wethouder P. Pubben te Venray, Merselo, Beek. Venray 6 September 1932 Burgemeester en Wethouders voorn. O. VAN DE LOO. De Secretaris. VAN HAAREN. Toen de Duitsche rijkskanselier Von Papen ODlangs te Münster zijn groote programrede hield, die door alle Duitsche radio-stations werd uitgezonden, wisten we reeds, dat er groote maatregelen op komst waren. De regeering gaat nu, in opdracht van den rijkskanselier, de crisis be strijden en ze doet dat met een noodverordening. Ia de eerste plaats is het streven natuurlijk gericht op vermindering van de ontstellende werkloosheid. De regeering wil meer menschen tewerk stellen in de industrie en in 't particulier bedrijf in 't algemeen en daardoor de productie opvoeren. Om meer menschen aan het werk te kunnen zetten, wordt loonsver laging toegepast, terwijl den werk gevers een werkverschaffiogspremie wordt toegekend. Door de loonsverlaging wordt de kostprijs der artikelen gedrukt en dus de prijs verlaagd, waardoor de omzet kan toenemen, Voor hulpverleening aan den in- dustrieelen middenstand dienen ook de bepalingen der verordening, waar bij aanzienlijke bedragen ter beschik king worden gesteld voor credieten op langen termijn aan middelgroote en kleinere ondernemingen, zoomede ten behoeve van industrieele crediet- corporaties en verbruiks-corporaties, welke het depositiebedrijf uitoefenen. Ten hehoeve van den landbouw dient de onmiddellijke ontlasting tot een bedrag van 40 pet. der belasting op gronden en de opheffing der om zetbelasting op gepasteuriseerde melk. Bovendien zal het principieele be sluit inzake de toepassing van con tingenten met grooten spoed wor den bestudeerd. Met de betrokken lauden zullen onderhandelingen wor den gevoerd. Voorts wordt gestreefd naar een merkbare verlichting der rentelasten. Het belang van ons land Vatten we deze maatregelen in 't kort samen, speciaal uit een oogpunt vau de belangen, welke er ook voor Nederland mee gemoeid zijn, dan onderscheiden we voornamelijk: le. maatregelen tot prijsverlaging der artikelen. 2e. Verhooging der productie, welke grooteten uitvoer veronder stelt. 3e. Streven naar een merkbare verlichting der rentelasten. Bezien we deze maatregelen wat nader, dan zien we allereerst, dat er groot heil verwacht wordt van geweer. De vader van den jongen boer stierf. De geheele last kwam nu op de schouders van dezen te rusten. Treurig over het zwaar verlies konden arbeid en zorgen hem slechts afleiding verschaffen. Ook Kamper had de boerderij verlaten en was in dienst gelreden. Met den tijd echter schikt men zich in alles. Hij vond genoeg vrijen tijd op de Zondag-namiddagen. Het dorpje lag ver van de kerk Vesper was er niet, slechts de oude pastoor hield een toespraak waarbij hij koster en pastoor te gelijk was. Dat was spoedig afge- loopen en dan had men den ge- heelen namiddag voor zich. Wan neer men zoo niets aan de hand heeft, vei valt men tol alles Het was weder Zondag. Jo- han zat in de zijkamer; hel geeu wende spook der verveling viel dreigend op hem. Wat zou hij doen Daar lachle hem zijns vaders buks vriendelijk van den wand tegen als wilde zij zeggen Haal mij er ,af en neem me mee naar het bosch. Johan verstond de kunst met haar om te gaan: reeds dikwijls had zij hem den ee rep rijs bij het vogelschieten doen winnen. Maar durfde hij ook zoo frank en vrij met zijn geweer in het bosch te gaan Waarom niet? gij schiet hoogs- loocsverlaging der werkers. De overheid gaat de looneu druk ken, of om met de Geldr. te spreken de regeering gaat de industrie steu nen met Japansche maatregelen. In Japan immers regelt de Staat de loonen met bet oog op de con currentie in bet buitenland. De ex port wordt daar geforceerd, doordat de Regeering zelf den kostprijs van het product naar beneden baalt, o a door verlaging der loonen. De Japansche arbeider laat zich dat welgevallen, hij werkte altijd voor hongerloonen, maar schijnt in den laatsten tijd stelselmatig te worden uitgeknepen. De Regeering schijnt te probeeren, hoe lang hij 't uithoudt, tot hij erbij neervalt of revolutie maakt. Intusschen slaat de Japansche ex port alle concurrentie in het buiten land. Men koopt in onze winkels tegenwoordig een heel servies voor 'n prijs, welke men voor een enkele kop en-schotel zou betalen, ware deze in Nederland gemaakt. Von Papen kan deze Japansche methode slechts heel uit de verte navolgen, maar navolgen doet hij. Het systeem neemt bij over: verla ging van den kostprijs door loons verlaging. Hij moet nog wat meer doen dan ziju Japansche voorgangers, want de Duitsche fabrieken kunnen niet voor- u:t vanwege het geldgebrek; welnu het bedrijfskapitaal verschaft hij ook in den vorm van belastiogbons. De kostprijs van 't product gaat omlaag doordat de werkgever voor eiken nieuwen werkman 400 Maik ontvangt en vervolgens, wijl de werkgever verlof krijgt om de loonen van het collectief contract tot 12i/s pet. toe naar beneden te halen. Wij nemen alleen het feit, de be oordeeling ervan zou ons te ver voeren. Men bedenke b.v. alleen, dat het hier loonen betreft, welke door de betrokken partijen in onderlinge overeenkomst zijn vastgesteld, welke loonen door een regeeringsmaatregel eenvoudig op losse schroeven wor den gezet. Maar houden wij ons aan de fel ten: de loonen worden op kunst matige wijze belangrijk verlaagd en de industrie krijgt van het geld, dat zij aan belastingen heeft opgebracht een deel terug, waarmede zij haar belastingen in volgende jaren zal voldoen. Uit deze prijsverlaging en produc- tieverhoogir.g vloeit voor andere landen en niet 't miDSt voor Neder land. nog de onaangename factor voort, dat we moeten rekenen met een nieuwe, verscherpte en verzwaar de concurrentie van Duitschland. Duitschland zal produceeren tegen prijzen, waar wij niet aan kunnen reiken en van zijn productie zooveel mogelijk op de Nederlandsche markt gooien. Wat geproduceerd is, moet toch verkocht worden 1 De Duitsche markt kau toch niet plotseling zooveel sterker worden dat zij het meerdere product ver slinden kan Als zij dat morgen zou kunnen, waarom dan vandaag niet En bovendren, wat in bet binnen land wordt gekocht, verzet slechts binnenlandsche rijkdom en moet van buiten af goud naar Duitsch land stroomen. Alleen de export kan het arme vaderland redden. Wij krijgen de volle laag, daarvan kan men op aan. Verder hangt onzen landbouw een nieuw gevaar boven het hoofd: er zal met spoed verder gecontingen teerd worden. Renteverlaging. En nu het derde punt: rentever- tens een kraai of een spreeuw en dat nog niet altijd en vroeger zijt ge zoo dikwijls in het bosch geweest. Maar wanneer u de oude Buchholz eens aantrof Nu dat is ook het ergste niet en dat zal zich wel schikken. En zal hij u dan altijd zien Ga door den boomgaard, spring over het hek iri den hollen weg en vandaar hebt ge nauwelijks honderd schreden noodig om in het bosch te komen. De doornen heg aan den rand van den hollen weg dekt u, wanneer gij des houtvesters woning voorbij gaat Zulke gedachten speelden Johan door hel hoofd. Nog hing de buks aan den wand; maar zij wenkte hem zoo vertrouwelijk toe, hij nam ze en was spoedig in 't bosch verdwe nen. Zoo ging het meerdere Zonda gen. Hij schoot een spreeuw, een meerkol en ook wel eens niets. Maar het was voor hern zoo'n zalige gedachte met de buks in den arm door bosch en heide te sluipen. Hij voelde zich zoo licht als hij het geweer bij zich had. Een prachtige reebok stond vooraan in het bosch. Hij was zoo stout dat hij op vollen dag uit het dichte struik gewas in het open veld kwam. Meer dan eens had Johan hem gezien. Weder was hij in het bosch. Ik wil toch den reebok eens laging. Nederland heeft voor drie milliard aan Duitsche papieren en de rente daarvan bedraagt een 150 a 200 mil- lioen per jaar. Von Papen zal ook die rente gaan verlagen eu dat komt ons wellicht op eenige tientallen millioenen per jaar te staan. Tegen dat alles staan we machte loos Zoo zien we, dat wij wel degelijk te maken hebben met het grootsch program, dat Von Papen ontwikkeld heeft. Dat program is grootsch, maar ook in hooge mate conserva tief en heeft met de christelijk-socia- le gedachte bitter weinig te maken. Mogelijk komen we op deze grootsche plannen nog wel eens nader terug. H009 de naastenliefde Allerwege wurdt door lijkf» en wereldlijke autoriteiten aangedrongen om de helpende hand le bieden, nu er zooveel gebrek en ellende geleden wordt. Nu de nood steeds grooler wordt en de winter voor de deur staat, lijkt het ons dienstig, een aanlal citaten te laten volgen, die alle de naastenliefde tol onder werp hebben en als het ware geschreven zijn voor dezen tijd van werkloosheid, armoede en ellende. »Men kan niet God en den Mammon dienen", staat in het Evangelie van den II. Mattheus en in het Evangelie van den H. Lucas wordt gezegd »Wie twee mantels heeft, geeft er een aan hem, die er geen heeft". In hetzelfde Evangelie is sprake van een rijke, die zooveel bezat, dal hij niet wisi, wat er mede te doen het II. Evangelie zegt van hem »Gij dwsas, nog dezen nacht zal uwe ziel van u worden weg genomen". De H. Augustinus legt deze woorden als volgt uit; »de rijke zal verdoemd worden, omdat hij zijn overbodige rijkdommen ach terliet." St. Ambrosius: »Wat een onge rechtigheid is het, wanneer ik weliswaar van niemand iets weg neem, maar mijn eigen goederen zorgvuldig voor mij zelf bewaar. O dwaze meening Noemt gij uw goederen uw eigendom Het is evengoed een misdaad den armen aalmoezen te weigeren als men in staat is ze te geven, dan iets van een ander te stelen of weg le nemen." St. Chrysoslomus zegt»Is uw bezit werkelijk uw eigendom De goederen der armen zijn aan uwe hoede toevertrouwd, of gij deze verkregen hebt door uw eigen arbeid of door overerving" St. Augustinus zegt; »Wat de rijke niet noodig beeft, komt de arme tekort. Wie meer bezit dan hij noodig heeft, bezit meer dan hem toekoml«. Bij den 11. Gregorius lezen wij »De aarde is ons gemeenschap pelijk bezit en zij draagt vruchten voor aliens. Eu bij den II. Bernardus: »De armen roepen klagend het is ons eigendom, dat gij verkwist en ons bezit, dat gij zoo roekeloos weg- werpl« De H Thomas van Aquine schrijft: »De goederen, die velen bezitten, meer dan zij noodig hebben, zijn verschuldigd voor het onderhoud der armen. De Heer beveelt niet het tiende deel aan de armen te geven, doch alles wat overbodig is«. opzoeken. Zoo gezegd, zoo gedaan Om hem le schieten, daaraan dacht hij nog niet. Met 't wijfji en h8ar jong zocht de reebok meestal de vlakte om op moeras sige plaatsen het jonge gras en klaver af te vreten. Johan begaf zich hierheen; een grasveld strekte zich voor hem uit; rustig zat hij daarneer,geheel en al oor en oog. De kans was hem gunstig. Eensklaps ruischte het in de struiken; rossig sche merde het door het groene loof. De reegeit ging vooraan, het jong trippelde haar achterna; het laatste trad de bok majestueus uit de struiken Le voorschijn, Hoorbaar klopte Johans hart. Het was een kapitale bok. Zou hij schieten Neen schieten wilde hij niet. Maar aanleggen op den vetten bok, dat was zoo erg niet. Hij bracht de buks aan den schouder en mikte. Of de dieren het wel merkte, toen hij den haan over haalde? het'wijfje spitste de ooren en zag om zich heen, maar zij hoorde niets, zij graasde rustig voort. De bok trad nu in het vrije. Johan legde nu nog eenmaal aan, hij had slechts te drukken en de bok was geveld. Zijn vin gers trilden en onwillekeurig greep hij naar den grendel. Zou hij schieten..,.? Neen. I Pafl daar knalde het Deze nieuwe wet schijnt bij onze boeren nog weinig in den smaak te vallen. Allerwege worden protest- vergaderingen gehouden en in de couranten regent bet ingezonden stukken en raadgevingen, hoe deze wet eigenlijk wel moest zijn. In „De Echo van het Land van Cuyk, vonden we het volgende ingezonden stuk van den Heer J. van Daal te Linden Met den dag wordt de ontstem ming der boeren grooter over de uitvoering der crisis-varkenswe* Enkele bepalingen ontstemmen zoo zeer dat somnrgen de geheele wet naar de Mookerhei wenscben. Dit nu is wel wat overdreven. Er zijn er die er op staan om gezamenlijk te weigeren de varkens te laten merken. Men bedenke echter dat zulks groote nadeelige gevolgen kan hebben. Bovendien acht ik 't merken op zichzelf niet 't grootste bezwaar. Ook begrijp ik dat men bij steunmaat regelen ook niet moet verlangen dat de betrokkenen niets daarvoor mag worden opgelegd. Als de wet verder maar aan haar doel beantwoordt. Nu geloof ik wel dat heel wat minder omslachtig te werk gegaan had kunnen worden en het lijkt me toe dat men er alles op heeft gezet om 't meest mogelijke ingewikkelde systeem uit te deuken. Daarbij zal de wet m.i. absoluut on voldoende steun brengen aan de kleinere boeren. Doch napraten helpt niet. Dat 't ontstemming wekt, dat de varkens niet op tijd kunnen worden afgenomen, waardoor ze Loven 't gewicht komen en dan 2 cent per pond minder opbrengen, 't is te begrijpen. Dat men het onbillijk en een grievende tegenstelling acht om accijns te heffen, voor huisslachtiDgen, en moet betalen voor 't merken is evenmin te verwonderen. Op de extra belasting voor de groote gezinnen en dat degenen die t meest van de wet kunnen profi teeren daaraan missch en 't minst be hoeven bij te dcageD, zoomede op de fopspeen dat door die heffing de richtprijs iets hooger kan worden, werd in dit blad reeds op gewezen. Maar is 't bovendien niet gek, dat men eerst regeeriog en volksvertegen woordiging tracht te overtuigen van den bitteren nood der boeren, waar voor zonder regeeringshulp geen redding meer is, terwijl als de regee ring de helpende hand uitsteekt, dan plotseling... de boeren, groot of klein zoo kapitaalkrachtig geacht worden, dat ze in staat zijn voorschotten te doen op hun straks te verwachten steun. Heeft men 't ooit gehoord dat een steuntrekker denk even na, lezer, steuntrekker eerst een waarborgsom moet storten om later steun te kunnen ontvangen Voor boeren echter lijkt geen combinatie te zonderling. Doch wat zal mea doen met dege nen die niet in staat zijn heffiagen te betalen Zullen deze niet aan de mogelijke voordeden der wet deel achtig kunnen worden Maar voor dezulken is toch vooral de wet ge komen, want juist zij zijn de verper soonlijking van de ca'egoriën de regeering voorgehouden, staande aan den rand van den afgrond, waarvoor steunmaatregelen geen dag en geen uur mochten uitblijven. Dat er velen zijn, zooals ook de heer Janssen uit Weurt schreef, die de heffingen voor huisslachtingen straks niet zullen kunnen betalen, is zeker niet overdreven. Deze krijgen dan geen stukje spek of moeten naar den slager om misschien met stukjes en brokjes 'n gedeelte van bun eigen varkens en niet 't beste duur der te gaan terug koopen, omdat... 't steuntrekkers zijn. Vele boeren met groote gezinnen hebben reeds plan gemaakt hoogstens één varken te slachten en zoo moge lijk voor de rest 't spek te betrek ken van de slagers. Zoo dwingt men hen de beste deelen hunner producten te laten verorberen door de overige bevolking en zelf 't rug-, vooral 't buikspek te consumeeren, voor zoover ook dit voor hen geen onbereikbaar weelde-artikel wordt. Niet tegen de wet, doch tegen de grievende en onbillijke gevolgen der uitvoering gaat ons protest. Men kan deze bezwaren kleineeren, doch dan weet men, of wil men niet weten den werkelijken toestand bij de boeren. Doch allerminst hadden we dit verwacht van onze eigen organisatiemannen. We hadden ge dacht dat deze op de bres stonden evenals eertijds Pater van den Elzen toen de boeren brood van eigen graan duurder moesten inkoopen. En toen konden 't de boeren in ieder geval nog betalen. Welk eene buitengewone en ver strekkende beteekenis ligt er opge sloten in de schijnbaar simpele ver zuchting welke ik laatst van een college hoorde Wij hebben geen Pater v.d. Elzen meerI Een angstige, kort afgebroken kreel van het wijfje klonk door de lucht, zij sprong voort, db schrik dreef het jong ook hel bosch in. De bok deed een sprong verder en zakte ineen. Toen de kruitdamp uil het bosch was opgetrokken was hij reeds niet meer, de jager had hem door en door geschoten Vroolijk slapte Johan naar het statige dier toe. Maar wat zou hij er nu mee aanvangen En als de houtvester het schol eens gehoord had en naderbij kwam Fluks wierp hij het geweer in het hooge heidekruid. Alles bleef rustig. Hij ging naar het dorp. Hij wilde den bok laten liggen; maar was het geen zonde van 't mooie dier? Naar huis dorst hij hem niet te brengen, zijl moeder zou hem wal anders gezegd hebben. Hij wist niet wat hij doen zou maar het fameuze schot deed 'm toch plezier. De knecht Koen raad kwam hem tegen; het was een slimme gast, die voor alles raad wist. Koenraad Ik heb een stom me srieek gedaan. Gij moet mij helpen Maar voor alles moet ge van deze zaak zwijgen. Kan ik me hierop verlaten Zekerlijkik zal zwijgen als het graf, maak daar staat op. En wat ik zeg, staat zoo vast, dal men er huizen op kan kouwen. Kapitalist en communist. Nu de Russische sovjet langzamer hand tot de erkenning moest komen, dat met communistische ideeën geen land te regeeren is, moet zij de hand om hulp uitsteken naar anderen. Een van die anderen is Amerika, de kapitalistische Vereenigde Staten, die zelf ziek zijn door de buiten sporigheden van hun kapitalisme. Onder het opschriftTwee zieken, wijst De Standaard op het merk waardige van dit geval Dit nu is wel een merkwaardig geval. Men heett er in de jaren van schijnweelde meermalen van gehoord, dat in de Vereenigde Staten het „kapitalisme"' de deuren wijd open wierp voor een wereld van louter geluk en voorspoed. Amerikaansche schrijvers hebben dit succes der „kapitalistische" industrie ons in rijke kleuren geteekend. Het panacée voor alle sociale en politieke kwaal was gevonden door den groei der indus trieele ontwikkeling op kapitalis- tischen grondslag. De uitkomst was niet schitterend. Wij behoeven er niet veel van te zeggen. Tegenover dat succes van het kapitalisme werd dan geplaatst de zegepraal van het communisme, die ook al hierin bestond, dat de machine, door Amerikaansche ingenieurs in werking gesteld, den grooten opbloei zou brengen en dat de industrialisatie, ditmaal op communistische leest ge- schoeid, de volkeren zou bevrijden van den godsdienst allereerst en daarna ook van alle sociaal leed. Zoo boden die twee tegen elkan der op. De vrienden van het Amerikaan sche kapitalisme pochten op de over winning van hun stelsel. De vrienden van het Russische communisme riepen luid van het stervend kapitalisme en van de over winning van hun vinding. Maar ook in Rusland liep het mis. De honger waart er rond. En zoo zien wij dan thans het merkwaardig verschijnsel, dat de Russische zieke aan de stervenssponde van den Amerikaanschen patiëut verschijnt eu bedelt om hulp. De communistische zieke heeft Nu goed Koenraad! boor! zooeven ga ik met hel geweer uit loop zoo heen en weor en ont moet daar in de vlakte den be roemden reebok. Ik had de buks geladen mikte en mikte alleen uit aardigheid, [drukte eensklaps los zonder dal ik het juist wil en de bok valt neer, een pracht van een bok 1 Maar wat nu AI9 het anders niets is, zal ik er wel voor zorgen. Waar ligt de bok Wanneer ik zeker was, dat de houtvester niet in het bosch was, ging ik mee. Die zal ons op 't oogenblik niet overvallen. Hij zit gelijk alle Zondagen om dezen tijd rustig eu wel in de Kroon, drinkt zijn glas bier en speelt pandoer. Johan loonde den knecht zijn geweer weder op en begaf zich naar de Kroon in hei, dorp. De knecht liet zich 's avonds bij het eten niet vinden. Eerst laat kwam hij thuis en toonde Johan vijf blanke daalders, die hij voor 't wild in de naburige stad gekregen had; meteen haalde hij 't nog bloedend gewei van onder zijn kiel te voorschijn. Het was een prachtstuk van 'u reeëngewei, breede, wijd uit el kander staande takken met sterk uitkomende paarlen en een groote breedgerande roos. Van het geld raakte Johan niets aan. Koenraad was reeds lang op de boerderij. Hij was een allemans-

Peel en Maas | 1932 | | pagina 5