mmwr Weekblad voor VENRAY, HOEST en Omstreken. l i) MANUFACTUREN (i MANUFACTUREN iYOOBDEEUGSTj Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. Berg opwaarts Verkeerde zuinigheid De Kippenhouderij op het Platteland Provinciaal Nieuws Zaterdag 18 Juni 1932 Drie en vijftigste Jaargang No. 23 BLIJKEN TOCH HET PEEL EN MAAS BLIJKEN TOCH HET PRIJS DER ADVERTENT1EN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7'.* ct. bij abonnement lagere tarieven. Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNUKHOF VENKAY Telefoon 51 GIRO 150652 ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent 0. L. Vrouw Behoudenis der Krankeo, Oostrum. Alle kranten bevatten regelmatig artikelen over de middelen tot op lossing van de crisis. Het nuttig effect van al dat geschrijf is nog wel niet merkbaar, maar och moeten de redacties er mee voortgaan, want wie vinden wil, moet eerst zoeken en zoolang we zoeken, blijft althans de hoop levendig. Dezen keer echter willetj we het toch niet zoozeer hebben over de wijze, waarop de crissis kan worden beëindigd, maar over de manier, waarop we ze moeten doorstaan, In zekeren zin is het doorstaan van een crisis toch ook weer mede het middel om ze te overwinnen, want als we narigheid niet weten te ver drageD, dan "vergaan we er in. De tijden zijn slecht, maar als we daar elkander voortdurend op wijzen, en de ecfh den ander blijft suggereeren, dat hrfet leven nog slechter en moei lijkccv%" zal worden, dan zaaien we daarmee een geest van verslapping, waaruit nooit iets goeds kan worden geboren. Een Engelsch blad critiseerde dezer dagen zulke défaitisten op scherpe wijze. Ze zijn, aldus werd betoogd, als fietsrijders, die zich in heuvel land langs een helling omlaag bege ven. Ze zitten rechtop, verwaand, één hand op den rug, de andere losjes aan het stuur ze kijken links en rechts om zich heen, als koningen al-ver jogeoden, voor wie alles, wat ze ondernemen, een kleinigheid is. Met een spottend lachje, waarin inede een gevoel van eigen superiori teit besloten ligt, zien ze neer op de fietsers, die hen tegemoet rijden, d.w.z. berg-opwaarts, en die moede zuchten, onderwijl ze zwaar trappend het lichaam van links naar rechts en omgekeerd overgooien, een enkele maal met knorrig gelaat opkijken naar het booge en verre doel. Zij die richting hebben op het dal, blijven onvervaard doorrijden, zonder zorg, met een gevoel van al-verwin naars. Maar dan, als ze eenmaal beneden zijn gekomen en de weg weer opwaarts gaat, dan verliezen ze ineens alle branie, hun geziehten worden gram, hun blijde glimlach gaat over in een knorrig vertrekken van den mond ze trappen niet met regelmaat, maar met driftnu eens leggen ze alle kracht in hun trappen, dan weer verslappen ze plots het tempo ze zijn gauw vermoeid, stappen eindelijk af en geven dan op, ze gaan loopen of liggen. De weg van het economische leven is ook niet glad en vlak, maar nu eens verheft deze zich, dan weer gaat ze omlaag. Als we een berg van moeilijkheden achter ons weten, dan zijn we allemaal triumphators in het leven dan loopt ons karretje o, zoo gemakkelijk, als van-zelf. We voelen ons en dagen anderen uit om het te aanschouwen, hoe vlot we ons bewegen. We rekenen ons als een persoonlijke verdienste aan, wat in werkelijkheid te danken is aan den invloed der omstandig heden. Heel anders worden we plots, als we een berg van bezwaren voor ons zien oprijzen. Even probeeren we om er tegen op te komen in een korte, nijdige spriot. maar al gauw hebben we onze krachten verbruikt. Dan gaan we den moei lijken weg verder, met horten en stooten, in verbetenheid. Al wie met ods moeten optrekken, vertellen we het, hoe ver het doel nog wel is en hoe moeilijk de weg er heen. We komen er nooit, suggereeren we onze omgeving. Kijk, zoo zeg gen we, daar wordt de weg nog stijler en daar weer boDkiger... We zaaien ons mistrouwen uit en zouden oorzaak kunnen worden, dat de tocht werkelijk mislukt. Een moedig en verstandig man bestijgt den berg van moeilijkheden met een vast vertrouwen en gelijk- matigen wil. Hij verdeelt zija krach ten en voedt die onderweg met zijn blijmoedigheid. Als hij anderen tegen komt. die reeds moede zijn. dan zal hij ze niet met sombere voorspel lingen heelemaal down praten, maar hij noodigt ze uit om een stukje tesamen te gaan, met de armen ge strengeld, en zelf gaat hij dan mis schien voorop, een lied zingend. Blijmoedigheid en gelijkmoedigheid, ze zijn de geestelijke benzine, welke de levensmotor behoeft om te blij ven loopen. We gaan op het oogenblik allen een moeilijk pad. Verzwakken we toch eikaars krachten niet met voort durend er op te wijzen, welke moei lijkheden nog zullen komen en nog kunnen komen. Als we be^g opwaaris moeten - fietsen, dan komen we er niet met klagen, noch minder met vloeken, maar met gelijkmatig trap pen, rustig, beheerscht. opgewekt voor zoover de omstandigheden dat toelaten en met vertrouwen Wij, die ons zulke levenskunste naars wisten, toen we een berg van moeilijkheden achter ons hadden en als var-zelf de helling afliepen naar het geluk, toonen we ons nu ook de levensdapperen, nu we voor een nieuwen berg van moeilijkheden staan. Juist wanneer eeu mensch in de knoei zit, vergeet hij zoo gemakke lijk, dat er ook nog een zuinigheid is, wHke de wijsheid bedriegt. Als de inkomsten schaarsch zijn of dtei gen op te houden, groeit de angst en wc rdt zuinigheid een systeem dat, alle soepelheid mist. Het schijnt, dat ook de staatsman niet aan deze psychische inv'oeden ontkomt. Het Kamerlid Henri Hermans cr.it seerde eens de al te ver doorgevoerde ra tionalisatie van dezen tijd bij de uitvoering van openbare werken. Als kanalen moeten worden ge graven, zoo betoogde hij, dan s elt men eer» geweldige machine in wer king, „IJzeren Man" geheeten, welke den arbeid vervangt van 20 of meer arbeiders. In normale omstandighe den kan dat economisch zijn, maar nu, zoo stelde hij vast, is het krankzinnig, want de arbeiders, die worden „uitgespaard", vergrooten het leger van werkloozen, dat door de overheid, meestentijds zonder dat er prestaties tegenover staan, moet worden onderhouden. Aan die woorden van Henri Her mans dachten we. toen we van de bezuinigingen lazen, welke bij den dienst der P.T.T., zijn ingevoerd. Op kleine plaatsen vervalt een postbestelling en op zeer vele plaat sen worden de postkantoren enkele uren per dag gesloten. Gevolg van deze bezuiniging zal zijn, dat een groot aantal bestellers en hulpbestel lers kan worden ontslagen en ook het aantal ambtenaren geleidelijk kan worden teruggebracht. Er is. zuiver zakelijk bezien, natuurlijk wel wat te zeggen voor deze dienstbesprekingen. Het geldt hier een bedrijf en dat moet economisch worden beheerd: als een tekort dreigt, moeten maat regelen worden beraamd en uitge voerd, welke het dreigende tekort kunnen tegengaan. Toch staat het geval, wanneer het een overheidsbedrijf geldt, iets anders, dan met een particuliere onderneming het geval zou zijn. Wat in deze laatste wordt uitge spaard, is inderdaad een bezuiniging welke geconstateerd kan worden in kas en boeken van de onderneming, maar elke besparing op een staats bedrijf, beteekent nog geen voordeel voor den staat, dus voor de gemeen schap. Elke werknemer, die thans de straat wordt opgestuurd, vergroot het leger der werkloozen. zelfs al zou hij direct ander werk kunnen krijgen, want op het oogenblik is geen arbeid te vergeven, dan ten koste der arbeidsgelegenheid van een ander. De uitgespaarde werk krachten van de P.T.T. komen dus ten laste van de gemeenschap; het bedrijfsbudget kan wellicht sluitend worden gemaakt, maar de anders geleden verliezen komen nu ten laste van een ander hoofdstuk van het staatsbudget. Ongerekend blijft dan nog het moreele verlies van weer een aantal menschen, die tot lediggang worden gedoemd. Er komt nog meer bij. Wanneer het aantal bestellingen wordt ingekrompen, de uren van openstelling der postkantoren wor den beperkt, dan heeft dat een de- primeerenden invloed op de massa, welke er een steeds meer naac be neden afschuivende beweging van het economisch welzijn in bestatigt. Bovendien leidt beperking van den dienst tot verminderde vlotheid, dus ook tot verminderde lust om er gébruik vaa te maken: de omzet cijfers zullen steeds lager worden naarmate de dienst zelf verschrom pelt en aldus tot nieuwe beperkin gen, nieuwe bezuiniging, vermeerderd ontslag leiden. Het algemeen vertrouwen in hel economisch herstel wankelt; de over heid vermijde alles, wat het maat schappelijk défaitisme zou stimuleeren. Loonsverlagingen zijn een weinig populair middel tot economische saneering, maar ze zijn nog te pre- fereeren boven het omslag van werkenden, met de demoraliseerende gevolgen van lediggang als nasleep. De bezuinigiDgszweep van minister De Geer knalt en onder het geweld er van bukken zich de leiders der overheidsbedrijven om naarstig te zoeken naar objecten, waarop kan worden uitgespaard. Om alleen nog het bedrijf der P.T.T. als voorbeeld te nemen, postbestellingen worden beperkt, diensturen op postkantoren worden tot een minimum terugge bracht, misschien door verbe terd, maar de voor ondersteuning van werkloozen vereischte kapitalen groeien van dag tot dag. Op onbewaakte overwegen sneu velen automobilisten en spelende kinderen, - legers van werkloozen die graag het toezicht op zich zou den nemeo, worden betaald voor lediggang. De onveiligheid op het platteland groeit onrustbarend; alleen- wonenden worden beroofd en ver moord, de overheid betaalt hon derden millioenen per jaar menschen, vóór wie geen werk zou zijn nog vele van zulke tegeiste!- lingen zouden gereleveerd kunnen worden. De staat voert een zelfde politiek als de huisvrouw, die een tientje op het voedsel zou besparen om als gevolg van die bezuiniging 25 gulden kwijt te raken aan medicijnen. Ingezonden. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Mijnheer de Redacteur. Het nummer van Peel en Maas van 11 Juni j.l. bevat een ingezonden artikel, onderteekend door den heer L. HartmaD, leider der Afd. Ver bruiksontwikkeling der S.V.M. onder den titel t>Gas contra Electriciteit." In dit artikel matigt zich de schrij ver een oordeel aan dat hem in geen enkel opzicht past en geeft hij in zijn verder geschiijf zooveel onjuist heden dat ik mij verplicht acht deze met een enkel woord te weerleggen. Ik wil echter vooraf uitdruKkelijk verklaren, dat ik over de kwestie gas contra electriciteit met den inzender niet verder zal discussieeren, aangezien ik mij zelf en evenmin de inzender van het ingezonden artikel competent acht deze kwestie op te lossen. Elk der twee energiën hebben hun eigen domeinelectriciteit als krachtbron, gas als warmtebron. Wij constateerden in onze adver- tiën I M3 gas be; at 4000 W. E., een K.W.U. bevat slechts 862 W.E de juistheid hiervan kan de schrijver van het ingezonden artikel niet be twisten, doch hij tracht dit met wat dikke woorden in het belachelijke te trekken en de aandacht hiervan af te leiden. Verder zegt de schrijver, waar het juist om gaat is welk percentage der caloriën wordt nuttig gebruikt en even verder gaat hij voorthet zal echter de huisvrouwen in het algemeen onverschillig zijn, hoeveel caloriën de éene en hoeveel de andere energiebron heeft, resp. welk nuttig effect het gasapparaat en welk nuttig effect het electrische apparaat heeft. Den schrijver van het artikri was het echter niet onverschillig en daar om kende hij aan een gasfornuis slechts een nuttig effect toe van 50 percent, aan een electrisch fornuis 70 percent hier geeft de schrijver onjuiste cijfers, daar het nuttig effect van een gasfornuis op 60 percent kan worden gesteld. Voorts geeft de schrijver een over zicht van de gas- en electriciteits- tarieven voor Venray bij de gas- tarieven wederom onjuiste voorstel lingen, hier toch laat hij buiten be schouwing. dat het vastrecht door de gasverbruikers slechts voor een half jaar wordt aangegaan, zoodat een gasverbruiker. die in de zomer maanden gas gebruikt hoofdzakelijk voor keukendoeleinden, niet gedwon gen is gedurende de overige maan- den van het jaar vastrecht te betalen; indien dit in zijn voordeel is, kan in October worden overgegaan tot het gewone gastarief. Als elzctriciteit-prijzen worden genoemd 6 en 4 ct. per K.W.U. Waarom wordt hier het gewone tarief van 25 ct. per K.W.U. niet genoemd, is dit tarief vervallen Hier worden dus de gastarieven (waar wel het gewone tarief van 16 cent wordt genoemd) ongunstig, de elec- triciteitstarieven zoo gunstig mogelijk voorgesteld. Doch dat alles was blijkbaar nog niet voldoende om tot een schijnbaar gunstig verbruikscijfer te komen echter geen nood, hij weet raad hij laat eenvoudig bet te betalen vastrecht voor electriciteit. maar niet voor gas, in zijne bereke ning buiten beschouwing en met deze door hem pasklaar gemaakte gegevens zet hij verder eene berekening op, waarbij electrisch koken bijna met gas kan concureeren. De gasmenschen zeggen, zoo gaat de schrijver dan verder, dat 1 M3 gas gelijk moet worden gesteld aan 3 kilowatturen, de electriciteits- menschen daarentegen beweren dat dit slechts 2.2 kilowatturen moet zijn, hij is dan wel zoo royaal het ver schil te deelen en stelt 1 M3 gas gelijk met 2.6 kilowatturen. Maar dat klopt heelemaal niet met de door hem vroeger aangenomen cijfers van het nuttig effect, welke, zooals wij reeds opmerkten voor het gasfornuis reeds 10 percent te laag werden genomen, doch rekenende met de door hem genoemde cijfers van 50 voor het gasfornuis en 70 voor het electriciteitsfornuis krijgen we dus voor gas 50 pCt. van 4000 cal. is 2000 cal. voor electriciteit 70 pCt. van 862 cal. is 603 cal. De verhouding blijkt dus te zijn, 1 M3 gas gelijkwaardig met 2000/603 x 1 K.W.U. electriciteit is 3.32 kilo watt uren en niet 2.6 kilowatturen, zooals door den schrijver werd aan genomen. U ziet ook hier weer worden onjuiste cijfers aangenomen om een eenigszins dragelijk cijfer als uitkomst te krijgen. De vergelijking 120 kilowatturen zijn gelijk aan rond 46 M3 gas, is dus onjuist en moet zijn 120 kilowatturen zijn gelijk aan rond 36 M3 gas. Laten we onze berekening uitgaan van deze juiste cijfers, dan krijgen we voor gas 12 x 36 xlOis £43.20, Wij laten hier even als hij het vast recht buiten beschouwing. 120 kilo watturen volgens zijne berekening kosten f 69.60. dat is f 26 40 meer dan voor eene gelijkwaardige hoe veelheid gas. Bovendien zijn deze cijfers in de praktijk nog gunstiger ten voordeele van gas, daar geen rekening werd gehouden met de bereiding van warm water, waarbij h3t stroomver bruik. nog ongunstiger afsteekt. De door den schrijver genoemde resultaten met het electrische fornuis kunnen misschien bereikt worden door eene kookleerares, waarbij ge rechten worden klaar gemaakt, waar van te voren is vastgesteld, dat er practisch een minimum aan stroom verbruik noodig ;s, om ze eetklaar te maken. Hier zou ik in omgekeerden zin als de schrijver van het ingezonden stuk willen vragen is het nu geen grove misleiding, wanneer men be- beweert, dat electriciteit even voor deelig is als gas voor kookdoeiein- den Wat nu volgt in het bewuste ar tikel is beneden alle critiek en was tot nu toe alleen gebruikelijk bij aanprijzing vaa kwakzalvers-artikelen. Wij kunnen ons echter voorstellen, dat de schrijver als leider der Afd. Verbruiksontwikkeling op alle moge lijke manieren wil trachten zijn kwan tum electridteits-fornuizen van de hand te doeo, wat blijkbaar niet zoo eenvoudig is, gezien de -middelen die hij er voor te baat neemt. Thans nog een enkel woord over de aanleg- en onderhoudskosten. Wij schreven in onze advertentie, dat bij electrisch koken in de meeste geval len de aansluit- en binnenleiding moet worden verzwaard en dat de electriciteitsmeter vervangen moest worden door een van grootere ca paciteit. Dc schrijver antwoordt hierop, dat verzwaring der leiding in de meeste gevallen door de S.V.M. gratis ge schiedt; dit neemt echter niet weg, dat verzwaring der leidingen groote kosten met zich brengt en zullen deze toch direct of indirect door de stroomverbruikers moeten betaald worden. Üver de meerdere kosten aan huur aan een grooteren electri^ citeitsmeter wordt wijselijk gezwegen; toch had dit bedrag in zijne kosten berekening moeten worden opgeno men. De onderhoudskosten van een electrisch fornuis, zegt de schrijver verder, zijn practisch nihil, hij voegt er echter onmiddellijk aan toe: „bo vendien is elke kookplaat en eik element van den oven afzonderlijk uitwisselbaar", waaruit kan blijken, dat deze zoo nu en dan vernieuwd moeten worden, hetgeen natuurlijk niet zonder vrij hooge kosten kan geschieden. Mij dunkt, dat hiermede voldoen de is aangetoond, dat hetgeen wij in onze adverfentiëo vermeldden, geen misleiding van het publiek was en voor schrijver allerminst aanlei ding kan zijn een dergelijk ingezon den artikel te plaatsen. Hoe niet alleen gasmenschen, doch ook geheel onpartijdige buitenstaan ders denken over electriciteit als warmtebron, kan blijken uit een schrijven van den Minister van Bin- nenlaodsche Zaken en Landbouw aandebetrekken Hoofden van Dienst, waarin het gebruiken van electrische kachels wordt gerangschikt onder „buitensporigheden." Zie het GAS d.d. 1 September 1931, waarin dit bericht is aangehaald uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant van Zondag 24 Mei 1931, ochtendblad D. pag. 5. Gas, met oordeel toegepast, Is een weldaad, houd dat vast. Hartelijk dank, mijnheer de redac teur, voor de verleende plaatsruimte. Hoogachtend, H. J. DRIESSEN. Directeur van het Gem. Gasbedrijf, Venray. Vragen te zenden met post zegel aan Bureau Plaatselijke Pers Laanstraat Soestdijk. Ziekten van jonge hennen. Er is voor den pluimveehouder niets triester denkbaar dan het suk kelen met ziekten onder de jonge hennen. In het voorjaar heeft hij steeds met groote bewondering het donzige koppeltje kuikens aanschouwd waarvan hij zooveel verwachtte voor de toekomst, en nu zitten daar de jonge hennen, zwak en ziek en in een verfomfaaid veerenpakje in een hoek bijeen. Het is om er wanhopig onder te worden. Wil men dat alles voorkomen, dan bestede men aan den opfok van het jonge goedje veel zorg. Een vol wassen kip kan tenslotte heel wat verdragen, maar jonge dieren zija in ons klimaat nu eenmaal uiterst vat baar voor voor verschillende ziekten. Een zeer intensieve teelt, vaak in teelt, en het houden van groote koppels op steeds meer beperkte ruimten, heeft bovendien in den loop van jaren ernstige epidemiën onder het hoendervolkje in het leven ge roepen en daarvan zijn nog vele smetstofdraagsters overgebleven, die een voortdurend gevaar der nieuwe generaties zijn. Pullorum, coccidiosis, diphteritis en pokken zijn ziekten, welke het leven van kuikeos en jonge hennen steeds bedreigen. Om besmettingsgevaren zooveel mogelijk te keeren, passe men in hokken en rennen de grootste zinde lijkheid toe de ontlasting der kui kens en jonge hennen moet steeds regelmatig worden verwijderd, de creoline-spuit moet van tijd tot tijd worden gehanteerd; eteas- en Jria- kensbakken bebooren dagelijks met kokend water te worden uitgewas scbenen vooralzieke kuikens en jonge hennen moeten aanstonds van den koppel worden verwijderd en afzonderlijk gezet, tot ze volledig zijn hersteld. Men geve nauwkeurig acht op de verschijnselen van diarrhee. Witte diarrhee is veelal een aan wijzing, dat het dier aan pullorum of coccidiosis lijdt, zéér besmettelijke en meestal doodelijke kuikeoziekten. Men bevordere een krachtigen op bouw der jonge hennen door in dezer hokken zooveel mogelijk direct zonlicht te laten binnentreden de zon is de beste leverancierster van vitaminen. Daarnaast moet veelvuldig versch en fijn gesneden groenvoer, vooral van bladgroenten, worden verstrekt. In droog, lang gras, zit; niet veel; als het niet zeer kort wordt geknipt, dan geven de vezels j van lange grassprieten bovendien aanleiding tot kropverstoppingen, waaraan de beesten, indien niet operatief wordt ingegrepen, sterven. Men begint den kuikens reeds op een leeftijd van 8 dagen eea weinig groen te voeren reeds enkele weken later kan men ze er volop van geven, maar altijd onderbreke men de groen- voedering een paar dagen, als diarrhee optreedt. Tegen de pullorum-ziekte zijn geen kruiden gewassen. Het beste is om broedeieren en kuikens te betrekken van adressen, waar het fokmateriaal op pullorum wordt onderzocht (bloed onderzoek). Is de ziekte eenmaal uitgebroken, dan de aangetaste kuikens verwijderen en liefst ze dooden en verbranden. Hokken en rennen moe ten terdege worden ontsmet. Coccidiosis, veroorzaakt door een kleine parasiet, welke ia het slijm vlies van den dunnen darm en van de beide blinde darmen leeft en deze door sterke vermeerdering totaal ver woest. heeft evenals pullorum een sterke diarrhee als uiterlijk verschijn sel. De ontlasting is wit en min of meer vloeibaar, soms met bloed ver mengd. Het veederkleed der dieren wordt ruig als gevolg van deze ziekte, de vleugels hangen af. eetlust ontbreekt. De besmetting geschiedt door de ontlasting, maar deze krijgt eerst na 24 dagen haar gevaarlijk karakter. We kunnen derhalve veel besmettingsgevaar voorkomen door het regelmatig reinigen van bodem en mestplank. De meest verderfelijke van alle kippenziekten. de diphteritis, kunnen we tegenwoordig volkomen be zweren. Aan deze ziekte stierven vroeger in het najaar vele duizenden stuks pluimvee. In een paar maanden tijd kon door deze ziekte het bedrijf ^an een pluimveehouder racficaal worden vernietigd. Het is een vieze ziekte, gepaard gaande met zwel lingen van den kop van het aange taste dier, etterige ontstekingen, vooral rond de oogen, en andere afzichtelijkheden. Op den tong vormde zich een kaasachtige aanslag, welke tenslotte de luchtpijp afsloot en een vers ikkingsdood veroorzaakte. Dank zij het „Antidiphterin". een vinding van prof. de Blieck en Dr. van Heelsbergen. kunnen we de jonge hennen afdoende tegen de ziekte beschermen. Men moet niet zelf gaan knoeien met dit preparaat, dat vanuit Duitschland tegenwoordig ook wel via den particulieren handel wordt geleverd. Men roepe de be middeling in van den dierenarts ter plaatse of uit de streek hij kan voor ecsch serum zorgen, waatvan men anders geenszins verzekerd is. Indien een paar honderd kippen tegelijk kunnen worden geënt, hetzij uit eigen bedrijf, dan wel door be middeling van een vcreeniging van pluimveehouders, of door samen werking van kippenhouders uit buurt of streek, dan blijven de kosten nog beneden 10 cent per kip. Elk jaar de jpnge hennen alléén laten enten, is afdoende. Juli is wel de meest geschikte maand voor de behandeling; men treffe dus tijdig maatregelen. VENRAY. 18 Juni 1932. Posterijen en Telegrafie. In verband met de tegenwoordige tijdsomstandigheden worden de opensteilingsuren voor den post- en telegraafdienst van de kantoren Venray, Oostrum en Tienray met ingang van Maandag 20 dezer op werkdagen nader vastgesteld als volgt Venray: 8—12.30, 14—16.30 en 17.30-19.30. Oostrum: 8.30—11, 14—15 en 17.30—19. Tienray 8.30-11.30, 14-15 en 18-19. De telefoonopenstelling voor de aangeslotenen blijft ongewijzigd. Priesterwijding. Op 15 Juli e.k. hoopt de Eerw. Heer Jos. Verstappen uit Oirlo in de Parochiekerk te Neerbosch door Z. E. Diepen tot Priester te worden gewijd. 24 Juli e.k. hoopt Zijn Eerw. in de Parochiekerk van de H. Gertrudis te Oirlo zijne Eerste H. Mis op te dragen. Zondag hield de Handboog schutterij St. Oda haar jaarlijks koningschieten. Het koningschap werd behaald door K. Hendriks met 109 punten. Na een kort woord van den Voorzitter werden de prijzen uitgereikt en verder den dag ge/.ellig met elkander doorgebracht. V»n Ouders die 't niet weten... Ouders, weet gij waar uw jonge kinderen heengaan, na schooltijd, des Woensdagsmiddags, ca afloop van 't werk en op Zondag Ouders, weet gij met wie ze heengaan Is het u bekend, dat er lage sujetten rondsluipen, die uw dierbaar kind den schoonsten schat willen ontrooven, ook wel in ruil van enkele centen of wat snoepgoed Zijt gij op de hoogte van het feit, dat kinderen op een leeftijd dat ze vroeger nog onschuldig waren, vol strekt niet meer onschuldig zijn Dat kinderenonder de tien jaar andere kinderen aansteken Neen. verscheidene ouders weten bet niet Anders zouden ze, daar ze toch weikelijk goedmeenend zijn, tienmaal beter de voorzichtigheid betrachten, wat kleeding betreft en omgang en toezicht. N.

Peel en Maas | 1932 | | pagina 1