mmwr
Weekblad voor VENRAY, HOEST en Omstreken. l
i) MANUFACTUREN (i
MANUFACTUREN
iYOOBDEEUGSTj
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Berg opwaarts
Verkeerde zuinigheid
De Kippenhouderij op
het Platteland
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 18 Juni 1932
Drie en vijftigste Jaargang No. 23
BLIJKEN
TOCH HET
PEEL EN MAAS
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENT1EN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7'.* ct.
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNUKHOF VENKAY
Telefoon 51 GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent
voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent
0. L. Vrouw Behoudenis
der Krankeo, Oostrum.
Alle kranten bevatten regelmatig
artikelen over de middelen tot op
lossing van de crisis. Het nuttig
effect van al dat geschrijf is nog
wel niet merkbaar, maar och moeten
de redacties er mee voortgaan, want
wie vinden wil, moet eerst zoeken
en zoolang we zoeken, blijft althans
de hoop levendig.
Dezen keer echter willetj we het
toch niet zoozeer hebben over de
wijze, waarop de crissis kan worden
beëindigd, maar over de manier,
waarop we ze moeten doorstaan,
In zekeren zin is het doorstaan van
een crisis toch ook weer mede het
middel om ze te overwinnen, want
als we narigheid niet weten te ver
drageD, dan "vergaan we er in. De
tijden zijn slecht, maar als we daar
elkander voortdurend op wijzen, en
de ecfh den ander blijft suggereeren,
dat hrfet leven nog slechter en moei
lijkccv%" zal worden, dan zaaien we
daarmee een geest van verslapping,
waaruit nooit iets goeds kan worden
geboren.
Een Engelsch blad critiseerde dezer
dagen zulke défaitisten op scherpe
wijze. Ze zijn, aldus werd betoogd,
als fietsrijders, die zich in heuvel
land langs een helling omlaag bege
ven. Ze zitten rechtop, verwaand,
één hand op den rug, de andere
losjes aan het stuur ze kijken links
en rechts om zich heen, als koningen
al-ver jogeoden, voor wie alles, wat
ze ondernemen, een kleinigheid is.
Met een spottend lachje, waarin
inede een gevoel van eigen superiori
teit besloten ligt, zien ze neer op de
fietsers, die hen tegemoet rijden,
d.w.z. berg-opwaarts, en die moede
zuchten, onderwijl ze zwaar trappend
het lichaam van links naar rechts
en omgekeerd overgooien, een enkele
maal met knorrig gelaat opkijken
naar het booge en verre doel. Zij
die richting hebben op het dal,
blijven onvervaard doorrijden, zonder
zorg, met een gevoel van al-verwin
naars. Maar dan, als ze eenmaal
beneden zijn gekomen en de weg
weer opwaarts gaat, dan verliezen
ze ineens alle branie, hun geziehten
worden gram, hun blijde glimlach
gaat over in een knorrig vertrekken
van den mond ze trappen niet met
regelmaat, maar met driftnu eens
leggen ze alle kracht in hun trappen,
dan weer verslappen ze plots het
tempo ze zijn gauw vermoeid,
stappen eindelijk af en geven dan
op, ze gaan loopen of liggen.
De weg van het economische
leven is ook niet glad en vlak, maar
nu eens verheft deze zich, dan weer
gaat ze omlaag. Als we een berg
van moeilijkheden achter ons weten,
dan zijn we allemaal triumphators in
het leven dan loopt ons karretje o,
zoo gemakkelijk, als van-zelf. We
voelen ons en dagen anderen uit
om het te aanschouwen, hoe vlot
we ons bewegen. We rekenen ons
als een persoonlijke verdienste aan,
wat in werkelijkheid te danken is
aan den invloed der omstandig
heden.
Heel anders worden we plots, als
we een berg van bezwaren voor
ons zien oprijzen. Even probeeren
we om er tegen op te komen in
een korte, nijdige spriot. maar al
gauw hebben we onze krachten
verbruikt. Dan gaan we den moei
lijken weg verder, met horten en
stooten, in verbetenheid. Al wie
met ods moeten optrekken, vertellen
we het, hoe ver het doel nog wel
is en hoe moeilijk de weg er heen.
We komen er nooit, suggereeren
we onze omgeving. Kijk, zoo zeg
gen we, daar wordt de weg nog
stijler en daar weer boDkiger... We
zaaien ons mistrouwen uit en zouden
oorzaak kunnen worden, dat de
tocht werkelijk mislukt.
Een moedig en verstandig man
bestijgt den berg van moeilijkheden
met een vast vertrouwen en gelijk-
matigen wil. Hij verdeelt zija krach
ten en voedt die onderweg met zijn
blijmoedigheid. Als hij anderen tegen
komt. die reeds moede zijn. dan zal
hij ze niet met sombere voorspel
lingen heelemaal down praten, maar
hij noodigt ze uit om een stukje
tesamen te gaan, met de armen ge
strengeld, en zelf gaat hij dan mis
schien voorop, een lied zingend.
Blijmoedigheid en gelijkmoedigheid,
ze zijn de geestelijke benzine, welke
de levensmotor behoeft om te blij
ven loopen.
We gaan op het oogenblik allen
een moeilijk pad. Verzwakken we
toch eikaars krachten niet met voort
durend er op te wijzen, welke moei
lijkheden nog zullen komen en nog
kunnen komen. Als we be^g opwaaris
moeten - fietsen, dan komen we er
niet met klagen, noch minder met
vloeken, maar met gelijkmatig trap
pen, rustig, beheerscht. opgewekt
voor zoover de omstandigheden dat
toelaten en met vertrouwen
Wij, die ons zulke levenskunste
naars wisten, toen we een berg van
moeilijkheden achter ons hadden en
als var-zelf de helling afliepen naar
het geluk, toonen we ons nu ook
de levensdapperen, nu we voor een
nieuwen berg van moeilijkheden
staan.
Juist wanneer eeu mensch in de
knoei zit, vergeet hij zoo gemakke
lijk, dat er ook nog een zuinigheid
is, wHke de wijsheid bedriegt. Als
de inkomsten schaarsch zijn of dtei
gen op te houden, groeit de angst
en wc rdt zuinigheid een systeem dat,
alle soepelheid mist. Het schijnt, dat
ook de staatsman niet aan deze
psychische inv'oeden ontkomt. Het
Kamerlid Henri Hermans cr.it seerde
eens de al te ver doorgevoerde ra
tionalisatie van dezen tijd bij de
uitvoering van openbare werken.
Als kanalen moeten worden ge
graven, zoo betoogde hij, dan s elt
men eer» geweldige machine in wer
king, „IJzeren Man" geheeten, welke
den arbeid vervangt van 20 of meer
arbeiders. In normale omstandighe
den kan dat economisch zijn, maar
nu, zoo stelde hij vast, is het
krankzinnig, want de arbeiders, die
worden „uitgespaard", vergrooten
het leger van werkloozen, dat door
de overheid, meestentijds zonder dat
er prestaties tegenover staan, moet
worden onderhouden.
Aan die woorden van Henri Her
mans dachten we. toen we van de
bezuinigingen lazen, welke bij den
dienst der P.T.T., zijn ingevoerd.
Op kleine plaatsen vervalt een
postbestelling en op zeer vele plaat
sen worden de postkantoren enkele
uren per dag gesloten. Gevolg van
deze bezuiniging zal zijn, dat een
groot aantal bestellers en hulpbestel
lers kan worden ontslagen en ook
het aantal ambtenaren geleidelijk kan
worden teruggebracht. Er is. zuiver
zakelijk bezien, natuurlijk wel wat te
zeggen voor deze dienstbesprekingen.
Het geldt hier een bedrijf en dat
moet economisch worden beheerd:
als een tekort dreigt, moeten maat
regelen worden beraamd en uitge
voerd, welke het dreigende tekort
kunnen tegengaan.
Toch staat het geval, wanneer het
een overheidsbedrijf geldt, iets
anders, dan met een particuliere
onderneming het geval zou zijn.
Wat in deze laatste wordt uitge
spaard, is inderdaad een bezuiniging
welke geconstateerd kan worden in
kas en boeken van de onderneming,
maar elke besparing op een staats
bedrijf, beteekent nog geen voordeel
voor den staat, dus voor de gemeen
schap. Elke werknemer, die thans
de straat wordt opgestuurd, vergroot
het leger der werkloozen. zelfs al
zou hij direct ander werk kunnen
krijgen, want op het oogenblik is
geen arbeid te vergeven, dan ten
koste der arbeidsgelegenheid van
een ander. De uitgespaarde werk
krachten van de P.T.T. komen dus
ten laste van de gemeenschap; het
bedrijfsbudget kan wellicht sluitend
worden gemaakt, maar de anders
geleden verliezen komen nu ten
laste van een ander hoofdstuk van
het staatsbudget. Ongerekend blijft
dan nog het moreele verlies van
weer een aantal menschen, die tot
lediggang worden gedoemd.
Er komt nog meer bij.
Wanneer het aantal bestellingen
wordt ingekrompen, de uren van
openstelling der postkantoren wor
den beperkt, dan heeft dat een de-
primeerenden invloed op de massa,
welke er een steeds meer naac be
neden afschuivende beweging van
het economisch welzijn in bestatigt.
Bovendien leidt beperking van
den dienst tot verminderde vlotheid,
dus ook tot verminderde lust om er
gébruik vaa te maken: de omzet
cijfers zullen steeds lager worden
naarmate de dienst zelf verschrom
pelt en aldus tot nieuwe beperkin
gen, nieuwe bezuiniging, vermeerderd
ontslag leiden.
Het algemeen vertrouwen in hel
economisch herstel wankelt; de over
heid vermijde alles, wat het maat
schappelijk défaitisme zou stimuleeren.
Loonsverlagingen zijn een weinig
populair middel tot economische
saneering, maar ze zijn nog te pre-
fereeren boven het omslag van
werkenden, met de demoraliseerende
gevolgen van lediggang als nasleep.
De bezuinigiDgszweep van minister
De Geer knalt en onder het geweld
er van bukken zich de leiders der
overheidsbedrijven om naarstig te
zoeken naar objecten, waarop kan
worden uitgespaard. Om alleen nog
het bedrijf der P.T.T. als voorbeeld
te nemen, postbestellingen worden
beperkt, diensturen op postkantoren
worden tot een minimum terugge
bracht, misschien door verbe
terd, maar de voor ondersteuning
van werkloozen vereischte kapitalen
groeien van dag tot dag.
Op onbewaakte overwegen sneu
velen automobilisten en spelende
kinderen, - legers van werkloozen
die graag het toezicht op zich zou
den nemeo, worden betaald voor
lediggang. De onveiligheid op het
platteland groeit onrustbarend; alleen-
wonenden worden beroofd en ver
moord, de overheid betaalt hon
derden millioenen per jaar
menschen, vóór wie geen werk zou
zijn nog vele van zulke tegeiste!-
lingen zouden gereleveerd kunnen
worden.
De staat voert een zelfde politiek
als de huisvrouw, die een tientje op
het voedsel zou besparen om als
gevolg van die bezuiniging 25 gulden
kwijt te raken aan medicijnen.
Ingezonden.
Buiten verantwoordelijkheid
der Redactie.
Mijnheer de Redacteur.
Het nummer van Peel en Maas
van 11 Juni j.l. bevat een ingezonden
artikel, onderteekend door den heer
L. HartmaD, leider der Afd. Ver
bruiksontwikkeling der S.V.M. onder
den titel t>Gas contra Electriciteit."
In dit artikel matigt zich de schrij
ver een oordeel aan dat hem in geen
enkel opzicht past en geeft hij in
zijn verder geschiijf zooveel onjuist
heden dat ik mij verplicht acht deze
met een enkel woord te weerleggen.
Ik wil echter vooraf uitdruKkelijk
verklaren, dat ik over de kwestie
gas contra electriciteit met den
inzender niet verder zal discussieeren,
aangezien ik mij zelf en evenmin de
inzender van het ingezonden artikel
competent acht deze kwestie op te
lossen. Elk der twee energiën hebben
hun eigen domeinelectriciteit als
krachtbron, gas als warmtebron.
Wij constateerden in onze adver-
tiën I M3 gas be; at 4000 W. E.,
een K.W.U. bevat slechts 862 W.E
de juistheid hiervan kan de schrijver
van het ingezonden artikel niet be
twisten, doch hij tracht dit met wat
dikke woorden in het belachelijke te
trekken en de aandacht hiervan af
te leiden. Verder zegt de schrijver,
waar het juist om gaat is welk
percentage der caloriën wordt nuttig
gebruikt en even verder gaat hij
voorthet zal echter de huisvrouwen
in het algemeen onverschillig zijn,
hoeveel caloriën de éene en hoeveel
de andere energiebron heeft, resp.
welk nuttig effect het gasapparaat
en welk nuttig effect het electrische
apparaat heeft.
Den schrijver van het artikri was
het echter niet onverschillig en daar
om kende hij aan een gasfornuis
slechts een nuttig effect toe van 50
percent, aan een electrisch fornuis
70 percent hier geeft de schrijver
onjuiste cijfers, daar het nuttig effect
van een gasfornuis op 60 percent
kan worden gesteld.
Voorts geeft de schrijver een over
zicht van de gas- en electriciteits-
tarieven voor Venray bij de gas-
tarieven wederom onjuiste voorstel
lingen, hier toch laat hij buiten be
schouwing. dat het vastrecht door
de gasverbruikers slechts voor een
half jaar wordt aangegaan, zoodat
een gasverbruiker. die in de zomer
maanden gas gebruikt hoofdzakelijk
voor keukendoeleinden, niet gedwon
gen is gedurende de overige maan-
den van het jaar vastrecht te betalen;
indien dit in zijn voordeel is, kan in
October worden overgegaan tot het
gewone gastarief.
Als elzctriciteit-prijzen worden
genoemd 6 en 4 ct. per K.W.U.
Waarom wordt hier het gewone
tarief van 25 ct. per K.W.U. niet
genoemd, is dit tarief vervallen Hier
worden dus de gastarieven (waar
wel het gewone tarief van 16 cent
wordt genoemd) ongunstig, de elec-
triciteitstarieven zoo gunstig mogelijk
voorgesteld. Doch dat alles was
blijkbaar nog niet voldoende om tot
een schijnbaar gunstig verbruikscijfer
te komen echter geen nood, hij weet
raad hij laat eenvoudig bet te
betalen vastrecht voor electriciteit.
maar niet voor gas, in zijne bereke
ning buiten beschouwing en met deze
door hem pasklaar gemaakte gegevens
zet hij verder eene berekening op,
waarbij electrisch koken bijna met
gas kan concureeren.
De gasmenschen zeggen, zoo gaat
de schrijver dan verder, dat 1 M3
gas gelijk moet worden gesteld aan
3 kilowatturen, de electriciteits-
menschen daarentegen beweren dat
dit slechts 2.2 kilowatturen moet zijn,
hij is dan wel zoo royaal het ver
schil te deelen en stelt 1 M3 gas
gelijk met 2.6 kilowatturen.
Maar dat klopt heelemaal niet met
de door hem vroeger aangenomen
cijfers van het nuttig effect, welke,
zooals wij reeds opmerkten voor het
gasfornuis reeds 10 percent te laag
werden genomen, doch rekenende
met de door hem genoemde cijfers
van 50 voor het gasfornuis en 70
voor het electriciteitsfornuis krijgen
we dus voor gas 50 pCt. van 4000
cal. is 2000 cal. voor electriciteit 70
pCt. van 862 cal. is 603 cal. De
verhouding blijkt dus te zijn, 1 M3
gas gelijkwaardig met 2000/603 x 1
K.W.U. electriciteit is 3.32 kilo
watt uren en niet 2.6 kilowatturen,
zooals door den schrijver werd aan
genomen. U ziet ook hier weer
worden onjuiste cijfers aangenomen
om een eenigszins dragelijk cijfer als
uitkomst te krijgen. De vergelijking
120 kilowatturen zijn gelijk aan rond
46 M3 gas, is dus onjuist en moet
zijn 120 kilowatturen zijn gelijk aan
rond 36 M3 gas.
Laten we onze berekening uitgaan
van deze juiste cijfers, dan krijgen
we voor gas 12 x 36 xlOis £43.20,
Wij laten hier even als hij het vast
recht buiten beschouwing. 120 kilo
watturen volgens zijne berekening
kosten f 69.60. dat is f 26 40 meer
dan voor eene gelijkwaardige hoe
veelheid gas.
Bovendien zijn deze cijfers in de
praktijk nog gunstiger ten voordeele
van gas, daar geen rekening werd
gehouden met de bereiding van
warm water, waarbij h3t stroomver
bruik. nog ongunstiger afsteekt.
De door den schrijver genoemde
resultaten met het electrische fornuis
kunnen misschien bereikt worden
door eene kookleerares, waarbij ge
rechten worden klaar gemaakt, waar
van te voren is vastgesteld, dat er
practisch een minimum aan stroom
verbruik noodig ;s, om ze eetklaar
te maken.
Hier zou ik in omgekeerden zin
als de schrijver van het ingezonden
stuk willen vragen is het nu geen
grove misleiding, wanneer men be-
beweert, dat electriciteit even voor
deelig is als gas voor kookdoeiein-
den
Wat nu volgt in het bewuste ar
tikel is beneden alle critiek en was
tot nu toe alleen gebruikelijk bij
aanprijzing vaa kwakzalvers-artikelen.
Wij kunnen ons echter voorstellen,
dat de schrijver als leider der Afd.
Verbruiksontwikkeling op alle moge
lijke manieren wil trachten zijn kwan
tum electridteits-fornuizen van de
hand te doeo, wat blijkbaar niet zoo
eenvoudig is, gezien de -middelen die
hij er voor te baat neemt.
Thans nog een enkel woord over
de aanleg- en onderhoudskosten. Wij
schreven in onze advertentie, dat bij
electrisch koken in de meeste geval
len de aansluit- en binnenleiding
moet worden verzwaard en dat de
electriciteitsmeter vervangen moest
worden door een van grootere ca
paciteit.
Dc schrijver antwoordt hierop, dat
verzwaring der leiding in de meeste
gevallen door de S.V.M. gratis ge
schiedt; dit neemt echter niet weg,
dat verzwaring der leidingen groote
kosten met zich brengt en zullen
deze toch direct of indirect door de
stroomverbruikers moeten betaald
worden. Üver de meerdere kosten
aan huur aan een grooteren electri^
citeitsmeter wordt wijselijk gezwegen;
toch had dit bedrag in zijne kosten
berekening moeten worden opgeno
men.
De onderhoudskosten van een
electrisch fornuis, zegt de schrijver
verder, zijn practisch nihil, hij voegt
er echter onmiddellijk aan toe: „bo
vendien is elke kookplaat en eik
element van den oven afzonderlijk
uitwisselbaar", waaruit kan blijken,
dat deze zoo nu en dan vernieuwd
moeten worden, hetgeen natuurlijk
niet zonder vrij hooge kosten kan
geschieden.
Mij dunkt, dat hiermede voldoen
de is aangetoond, dat hetgeen wij
in onze adverfentiëo vermeldden,
geen misleiding van het publiek was
en voor schrijver allerminst aanlei
ding kan zijn een dergelijk ingezon
den artikel te plaatsen.
Hoe niet alleen gasmenschen, doch
ook geheel onpartijdige buitenstaan
ders denken over electriciteit als
warmtebron, kan blijken uit een
schrijven van den Minister van Bin-
nenlaodsche Zaken en Landbouw
aandebetrekken Hoofden van Dienst,
waarin het gebruiken van electrische
kachels wordt gerangschikt onder
„buitensporigheden." Zie het GAS
d.d. 1 September 1931, waarin dit
bericht is aangehaald uit de Nieuwe
Rotterdamsche Courant van Zondag
24 Mei 1931, ochtendblad D. pag. 5.
Gas, met oordeel toegepast,
Is een weldaad, houd dat vast.
Hartelijk dank, mijnheer de redac
teur, voor de verleende plaatsruimte.
Hoogachtend,
H. J. DRIESSEN.
Directeur van het Gem.
Gasbedrijf, Venray.
Vragen te zenden met post
zegel aan Bureau Plaatselijke
Pers Laanstraat Soestdijk.
Ziekten van jonge hennen.
Er is voor den pluimveehouder
niets triester denkbaar dan het suk
kelen met ziekten onder de jonge
hennen. In het voorjaar heeft hij
steeds met groote bewondering het
donzige koppeltje kuikens aanschouwd
waarvan hij zooveel verwachtte voor
de toekomst, en nu zitten daar de
jonge hennen, zwak en ziek en in
een verfomfaaid veerenpakje in een
hoek bijeen. Het is om er wanhopig
onder te worden.
Wil men dat alles voorkomen,
dan bestede men aan den opfok van
het jonge goedje veel zorg. Een vol
wassen kip kan tenslotte heel wat
verdragen, maar jonge dieren zija in
ons klimaat nu eenmaal uiterst vat
baar voor voor verschillende ziekten.
Een zeer intensieve teelt, vaak in
teelt, en het houden van groote
koppels op steeds meer beperkte
ruimten, heeft bovendien in den loop
van jaren ernstige epidemiën onder
het hoendervolkje in het leven ge
roepen en daarvan zijn nog vele
smetstofdraagsters overgebleven, die
een voortdurend gevaar der nieuwe
generaties zijn. Pullorum, coccidiosis,
diphteritis en pokken zijn ziekten,
welke het leven van kuikeos en
jonge hennen steeds bedreigen.
Om besmettingsgevaren zooveel
mogelijk te keeren, passe men in
hokken en rennen de grootste zinde
lijkheid toe de ontlasting der kui
kens en jonge hennen moet steeds
regelmatig worden verwijderd, de
creoline-spuit moet van tijd tot tijd
worden gehanteerd; eteas- en Jria-
kensbakken bebooren dagelijks met
kokend water te worden uitgewas
scbenen vooralzieke kuikens en
jonge hennen moeten aanstonds van
den koppel worden verwijderd en
afzonderlijk gezet, tot ze volledig zijn
hersteld. Men geve nauwkeurig acht
op de verschijnselen van diarrhee.
Witte diarrhee is veelal een aan
wijzing, dat het dier aan pullorum
of coccidiosis lijdt, zéér besmettelijke
en meestal doodelijke kuikeoziekten.
Men bevordere een krachtigen op
bouw der jonge hennen door in
dezer hokken zooveel mogelijk direct
zonlicht te laten binnentreden de
zon is de beste leverancierster van
vitaminen. Daarnaast moet veelvuldig
versch en fijn gesneden groenvoer,
vooral van bladgroenten, worden
verstrekt. In droog, lang gras, zit;
niet veel; als het niet zeer kort
wordt geknipt, dan geven de vezels j
van lange grassprieten bovendien
aanleiding tot kropverstoppingen,
waaraan de beesten, indien niet
operatief wordt ingegrepen, sterven.
Men begint den kuikens reeds op
een leeftijd van 8 dagen eea weinig
groen te voeren reeds enkele weken
later kan men ze er volop van geven,
maar altijd onderbreke men de groen-
voedering een paar dagen, als diarrhee
optreedt.
Tegen de pullorum-ziekte zijn geen
kruiden gewassen. Het beste is om
broedeieren en kuikens te betrekken
van adressen, waar het fokmateriaal
op pullorum wordt onderzocht (bloed
onderzoek). Is de ziekte eenmaal
uitgebroken, dan de aangetaste kuikens
verwijderen en liefst ze dooden en
verbranden. Hokken en rennen moe
ten terdege worden ontsmet.
Coccidiosis, veroorzaakt door een
kleine parasiet, welke ia het slijm
vlies van den dunnen darm en van
de beide blinde darmen leeft en deze
door sterke vermeerdering totaal ver
woest. heeft evenals pullorum een
sterke diarrhee als uiterlijk verschijn
sel. De ontlasting is wit en min of
meer vloeibaar, soms met bloed ver
mengd. Het veederkleed der dieren
wordt ruig als gevolg van deze
ziekte, de vleugels hangen af. eetlust
ontbreekt. De besmetting geschiedt
door de ontlasting, maar deze krijgt
eerst na 24 dagen haar gevaarlijk
karakter. We kunnen derhalve veel
besmettingsgevaar voorkomen door
het regelmatig reinigen van bodem
en mestplank.
De meest verderfelijke van alle
kippenziekten. de diphteritis, kunnen
we tegenwoordig volkomen be
zweren. Aan deze ziekte stierven
vroeger in het najaar vele duizenden
stuks pluimvee. In een paar maanden
tijd kon door deze ziekte het bedrijf
^an een pluimveehouder racficaal
worden vernietigd. Het is een vieze
ziekte, gepaard gaande met zwel
lingen van den kop van het aange
taste dier, etterige ontstekingen,
vooral rond de oogen, en andere
afzichtelijkheden. Op den tong vormde
zich een kaasachtige aanslag, welke
tenslotte de luchtpijp afsloot en een
vers ikkingsdood veroorzaakte.
Dank zij het „Antidiphterin". een
vinding van prof. de Blieck en Dr.
van Heelsbergen. kunnen we de
jonge hennen afdoende tegen de
ziekte beschermen. Men moet niet
zelf gaan knoeien met dit preparaat,
dat vanuit Duitschland tegenwoordig
ook wel via den particulieren handel
wordt geleverd. Men roepe de be
middeling in van den dierenarts ter
plaatse of uit de streek hij kan voor
ecsch serum zorgen, waatvan men
anders geenszins verzekerd is.
Indien een paar honderd kippen
tegelijk kunnen worden geënt, hetzij
uit eigen bedrijf, dan wel door be
middeling van een vcreeniging van
pluimveehouders, of door samen
werking van kippenhouders uit buurt
of streek, dan blijven de kosten nog
beneden 10 cent per kip. Elk jaar
de jpnge hennen alléén laten enten,
is afdoende. Juli is wel de meest
geschikte maand voor de behandeling;
men treffe dus tijdig maatregelen.
VENRAY. 18 Juni 1932.
Posterijen en Telegrafie.
In verband met de tegenwoordige
tijdsomstandigheden worden de
opensteilingsuren voor den post- en
telegraafdienst van de kantoren
Venray, Oostrum en Tienray met
ingang van Maandag 20 dezer op
werkdagen nader vastgesteld als
volgt
Venray: 8—12.30, 14—16.30 en
17.30-19.30.
Oostrum: 8.30—11, 14—15 en
17.30—19.
Tienray 8.30-11.30, 14-15 en
18-19.
De telefoonopenstelling voor de
aangeslotenen blijft ongewijzigd.
Priesterwijding.
Op 15 Juli e.k. hoopt de Eerw.
Heer Jos. Verstappen uit Oirlo in
de Parochiekerk te Neerbosch door
Z. E. Diepen tot Priester te worden
gewijd.
24 Juli e.k. hoopt Zijn Eerw. in
de Parochiekerk van de H. Gertrudis
te Oirlo zijne Eerste H. Mis op te
dragen.
Zondag hield de Handboog
schutterij St. Oda haar jaarlijks
koningschieten. Het koningschap
werd behaald door K. Hendriks met
109 punten. Na een kort woord van
den Voorzitter werden de prijzen
uitgereikt en verder den dag ge/.ellig
met elkander doorgebracht.
V»n Ouders die 't niet weten...
Ouders, weet gij waar uw jonge
kinderen heengaan, na schooltijd, des
Woensdagsmiddags, ca afloop van
't werk en op Zondag
Ouders, weet gij met wie ze
heengaan
Is het u bekend, dat er lage
sujetten rondsluipen, die uw dierbaar
kind den schoonsten schat willen
ontrooven, ook wel in ruil van
enkele centen of wat snoepgoed
Zijt gij op de hoogte van het feit,
dat kinderen op een leeftijd dat ze
vroeger nog onschuldig waren, vol
strekt niet meer onschuldig zijn
Dat kinderenonder de tien jaar
andere kinderen aansteken
Neen. verscheidene ouders weten
bet niet
Anders zouden ze, daar ze toch
weikelijk goedmeenend zijn, tienmaal
beter de voorzichtigheid betrachten,
wat kleeding betreft en omgang en
toezicht. N.