JACFONOi5 Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. iJACfONCifr NttEEÜflf manufacturen! YQQRDtfLI&m 1UFACTUREN BLIJKEN TOCH HET Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. Posthuma- Verschuur. Over den Oceaan! Over sparen. Algem. weekoverzicht Provinciaal Nieuws zaterdag 28 Mei "1932 Drie en vijftigste Jaargang No. 22 BLIJKEN TOCH HET PEEL EN MAAS PRIJS DER ADVERTENTIEN1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7'/« ct. bij abonnement lagere tarieven. Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF VENRAT Telefoon 51 GIRO 150652 ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent O. L. Vrouw Behoudenis der Krauken, Oostrum. Er is een conflict gerezen tusschen den oud-minister Posthuma in zijn kwaliteit als voorzitter van het Comité van Economisch Verweer der Land- en Tuinbouworganisaties en den huidigen minister Verschuur. Om een objectief inzicht in dat conflict te krijgen, moet men met zijn gedachten even teruggaan tot in de oorlogsjaren. Ook toen roerden de boeren zich en belegden ze protest vergaderingen, niet omdat ze nood hadden, maar omdat ze in de vrije uitoefening van hun bedrijf werden belemmerd. Het buitenland wilde met goud betalen, wat het bier aan levens middelen kon koopen en ook in het binnenland boden degenen, die op geen geld behoefden te zien, tegen elkaar op om aan hun lust tot ham steren te voldoen. Om het volk te beschermen en de voorraden zoo gelijk mogelijk te verdeelen. moesten deze laatste door de regeering worden opgevorderd. Het verzet bij de boeren was aan vankelijk groot, omdat ze de voor deden van den vrijen handd dreig den te verliezen. In dien tijd leidde minister Post huma het departement, dat zich met de requisities, rantsoeneeringen en... prijsbepalingen belastte. Genoemde minister heeft zich toen zeer ver dienstelijk gemaakt voor de gemeen schap, óók voor de boeren, die voor het afstaan hunner voorraden, in het algemeen gesproken, rijkelijk werden schadeloos gesteld, al kregen ze niet de prijzen, welke ze in den vrijen handel hadden kunnen makenhet volk immers moest tegen de uitwas sen der „bijzondere tijdsomstandig heden" worden beschermd. In ieder geval er was toen een crisis, waarin een minister populair kon worden aan het volk, dat goed verdiende, leverde hij de voorraden en tegenover de boeren kon hij kwistig zijn met geld. Heel anders staat minister Ver schuur tegenover de huidige crisis. Nu zijn er voorraden te óver. maar de boeren krijgen hun arbeid en kosten niet betaald. Het is nu tijd voor het volk om te bedenken, dat thans de boeren als slachtoffers van de tijdsomstandigheden moeten wor den geholpen. Maar het volk het spreeKt vanzelf moppert over den meerprijs, dien het straks te betalen krijgt, terwijl het algemeen inkomen steeds dalende is, en aan den anderen kant zijn de boeren met de toebe deelde „beetjes" niet of nauwelijks geholpen. In deze omstandigheden kan een minister zich al heel moeilijk populair maken. Een en ander had voor den oud minister Posthuma aanleiding kunnen zijn om met groote welwillendheid en verontschuldigend tegenover minister Verschuur te staan. Dat deed hij echter niet geheel en al, om het eens voorzichtig uit te druk ken. De heer Posthuma is voorzitter van het Comité voor Economisch Verweer uit de Land- en Tuinbouw organisaties, hetwelk den laatsten tijd een bijzondere actie ontwikkelt tegenover Duitschland in het bij zonder, dat aan onzen uitvoer allerlei belemmeringen in den weg legt en omgekeerd aan ons toch de beste klant heeft. Het Comité drong meermalen bij de regeering aan op „maatregelen" ter verbetering van de exportmogelijkheden en dreigde zelfa met de organisatie van een boycot van Duitsche goederen. Terwijl iedereen weet, althans beseffen kan, hoe moeilijk onderhan delingen thans zijn met het buiten land, waar men eigen landbouw en industrie in de huidige omstandig heden óók wenscht te beschermen, meende het Comité voornoemd, dat de regeering niet spoedig genoeg brieven met voorstellen, resp. van 29 Februari en 15 April j.l., heeft beantwoord en in een telegram van den heer Posthuma, namens dat Comité verzonden, werd dat eens hartig aan den minister gezegd. Daarin heette het o.m. „Comité is van oor deel, dat de regeering niet voldoende beseft, hoe ernstig de toestand in den land- en tuinbouw en de veehouderij is." Voorts „Het Comité wenscht te weten, of deze besprekingen (nieuwe onderhandelingen te Berlijn) zullen gevoerd worden al of niet op basis van.. enz. „Organisatieshebben nu lang genoeg gewacht óp maat regelen der regeering..." enz. De minister antwoordde, dat de toon van het telegram grof was en zulks samenwerking met de regeering dreigde te verstoren. In een „Open Brief" heeft oud minister Posthuma dat karakter van zijn telegram eigen lijk zelf toegegeven door te verklaren, dat op voorstel van een der Comité leden besloten was, dat „aan de regeering zoo grof mogelijk zal wor den voorgehouden, dat de vertegen woordigers van den georganiseerden landbouw zich niet kunnen laten welgevallen, te worden behandeld als tot nu toe door de regeeiing is' ge schied. Het geruimen tijd onbeantwoord laten van brieven moge in het burger lijk verkeer als onbeleefd worden aangemerkt, in de ambtelijke organi satie, welke toch ook door den heer Posthuma wordt gekend, is het niet vreemd. Uit de jongste begrotings stukken viel op te maken, dat de ministerieele departementen zelfs elkaar wel eens.... 3 jaar op een antwoord lieten wachten. Het is ambtelijk gebruikelijk, om eerst nader te berichten, wanneer concrete feiten of beslissingen daartoe aanleiding geven. Zoolang geen resultaten zijn te vermelden, ge^en „antwoorden" altijd aanleiding tot nieuw geschrijf en op het Departe ment voor Economische Zaken is op het oogenblik waarlijk wel wat anders te doen dan met allerlei organisaties een welwillende, maar weinig vruchtdragende briefwisseling op touw te zetten. De regeering moet bovendien voorzichtig wezen met haar antwoorden. Als het Comité voor Economisch Verweer aan de regeering schrijft, dat het van plan is om desnoods een boycot tegen Duitschland te organiseeren, dan mag de minister in zijn hart meenen van „daar hebben ze gelijk in", als minister mag hij zeker niet officieel zijn sanctie aan zoo'n voornemen schenken. We erkennen den grooten nood van land- en tuinbouwers en vee houders, alsmede de noodzaak van nog meerdere regeeringshulp, maar we hebben toch ook geen reden om aan de activiteit der regeering te twijfelen. Straks, als ook de Melk- wet door de Kamers zal zijn aan vaard, wordt de steun aan het platteland rond 25C millioen groot. Dat moet worden opgebracht door een volk, hetwelk over sterk ver minderde inkomsten heeft te beschik ken. in tegenstelling met de mobilisatiejaren, toen de maatregelen van minister Posthuma uit gevulde beurzen konden worden betaald. De plattelanders moeten worden geholpen, zullen worden geholpen, maar zij hebben er rekèning mee te houden, dat het overige deel des volks evenmin weelde kent en dat het nu voor een regeering moeilijk is om ons voordeelen af te dwiDgen van een buitenland, waar de nood misschien nog grooter is dan hier. De plattelanders moeten blijven vechters voor zelfbehoud, maar be denken, dat strijders, die hun be- heersching verliezen, zich zelve in hét nadeel plaatsen. De eerste vrouw is over den Oceaan gekomen, d.w.z. alléén en als bestuurster van een vliegtuig. De koene pilote zelve, mrs. Earhart, was er verrukt over en de wereld genoot van de sensatie. Straks zullen misschien nog meerdere vrouwen volgen en óók zullen er onderweg blijven, verzwolgen door het water, dat ze wilden tarten. Een vrouw, een gehuwde vrouw, die haar man rustig thuis laat, zelf in een vliegtuig stapt en een sensa- tioneelen vliegtocht onderneemt, duizenderlei gevaren trotseerende, het is toch waarlijk nog wat nieuws voor ons. Over kleinere wateren hebben tal van sexegenooten van mevr. Earhart al lang den sprong gewaagdover wateren en zeeën n.l. van conventie, traditie, zede of natuurlijke bestemming heen. Som migen zijn behouden aangekomen, velen dompelden onder en vergingen. Misschien zijn al deze vrouwen geen buitensporige naturen geweest, waar voor we ze met onzen conservatie ven blik wel eens hebben aangezien, doch verdienen ze werkelijk baan- breeksters te heeten van een nieuwen tijd, waarin alle verhoudingen zich snel-schokkend ontwikkelden. Het kan zijn, dat de vrouw in de toe komst niet langer meer mét den man een positie inneemt, maar naast hem, geheel afzonderlijk, zelfstandig. Wel licht ook, dat het zóó goed zal worden en aannemelijk voor de mannen uit den nieuwen, komenden tijd, maar voor wie er niet in ge boren en getogen zijn, is het toch, ais ontvalt er van dag tot dag veel schoons en ideëels aan het mensch- dom. Er was vroeger toch meer innigheid in de verhoudingen tot de vrouw, die men mét zich wist, dan eens zijn zal in de toekomst, waar men zich slechts een vrouw naast zich mag droomen. De echtgenoot van mevr. Earhart heeft een uitgeverij van boeken. „Had uw man geen bezwaren tegen dezen tocht zoo vroeg een inter viewer. blijkbaar nog een van den ouden stempel, haar. En het ant woord luidde „Ik bemoei me niet met de uitgeverij van mijn man en hij bemoeit zich niet met mijn vliegerij. Zóó dus schijnt voor de toekomst de ideale verhouding van man en vrouw te zullen zijn. Eén ding is ons nog niet duidelijkwaarom trouwen die menschzn eigenlijk nog met elkaar Zeker, we hebben respect voor wat mevr. Earhart ondernam en vol bracht we hebben respect voor alle dappere vrouwen, die sensationeele dingen ondernemen. Gelijk we be wondering hebben voor koorddan sers, vuureters, slangenbezweerders, fakirs en soms ook voor roover- hoofdmannen, al zouden we ze geen van alle graag in de familie hebben. De gedurfde daden van moderne vrouwen wekken steeds onze be wondering op. Die vrouwen vormen een nieuwe groep in de samenleving. We hebben echter wel eens meenen op te merken, dat ze voorzoover ze het nog noodig vonden om zich aan een echtgenoot le verbinden over het algemeen niet veel aan het houden van kinderen doen, wat ze trouwens dadelijk minder zelfstandig zou maken. En daarom vreezen we wel eens, dat dit moderne ras weer heel spoedig zal uitsterven... Waarna de maatschappij weer tot de ouder wetsche levensverhoudingen zou terugkeeren 1 Mevr. Earhart vloog over den Oceaan, maar gaat weer met de boot naar huis. Zóó zal het misschien met heel het moderne vrouwendom gaan. De tijd ?noge de vrouwen al eens tot buitensporigheid hebben geprikkeld, ze zullen wel weer verstandig worden en langs rustigen weg teruggaan tot de plaats, waar ze thuis hooren, de plaats, waar ze worden verwacht, waar naar ze wordt verlangd en waar ze ook liefde, verzorging en bescherming zullen vinden, tot welke haar natuur uitgaat. Een ouderwetsch groen varken is een goede en practische spaarpot. Want slechts met behulp van een mes en veel moeite kan je er guldens, kwartjes, dubbeltjes en centen uit terug tooveren. Stukslaan is zonde en daartoe komt men niet zoo gauw, tenzij het varken dik en gevuld is en dus ge slacht moet worden. Hoe verrassend is het, om zoo'n zorgvuldig gemest varken te openen, den inhoud te tellen en... hoeveel mogelijkheden zijn er dan. Sparen is moeilijk, vooral in dezen tijd, maar toch zoo alleraardigst, om dat het zooveel voldoening geeft. Men kan sparen voor een of ander genoegen, voor iets practisch, voor een goed doel, voor een hevig be geerd voorwerp en.... voor allerlei. Maar als de spaarpot eenmaal ge ledigd wordt, is het altijd een buiten kansje. En voor het genot daarvan moet men iets over hebben, zich af en toe iets ontzeggen.... Velen kijken beteuterd en ietwat verontwaardigd en vragen „Wat Wat moet ik nu sparen Het kan toch niet:" En ze vergeten allerlei kleine, bijna amusante mogelijkheden: sparen op de gewone dagelijksche dingen, op kleeren, snoeperij en van alles. Als men gewoon is, wat royaal te zijn met gas, water en licht, legt men er zich op toe, dat wat te menageeren en zal aan het einde der maand zien, dat er een belangrijk bedrag is bezuinigd geeft men vrij v>el uit aan kleeren en snoeperij, dan vermindert men dat en heeft tot resultaateen aardig surplus aan het einde der maand. Op kleeren kan meestal wel wat bezuinigd worden, op uitgaan soms (want in deze sombere tijden zijn er al velen, die heelemaal niet meer uitgaan) op tram en reisgeld ook enloopen is zoo verschrikkelijk gezond. Maar, men moet dit natuurlijk niet overdrijven, want als men heel groote afstanden loopt en in ons heerlijk Hollandsch klimaat overvallen wordt door een flinke bui, dan bederft men meer aan kleeren en schoenen, hoed en humeur, dan men met het tram geld bespaart, dus soms is dat zui nigheid, die de wijsheid bedriegt, Maar met allerlei listige verzinsels kan men altijd wel iets besparen met b.v. iets zuiniger om te gaan met tandpasta, papier, reep, touw en allerlei dagelijksche dingen, die in elk huishouden nu eenmaal noodig zijn. Ik ken iemand, die nog nooit een stuk pakpapier of een kluwen touw heeft gekocht, zelfs niet in den Sinterklaastijd, als er massa's pakjes en pakken haar deur uitgaan die altijd zuinig alle touwen en papieren en doosjes bewaart en soms nog wel iets verpakt in een stuk papier van vóór haar zilveren bruiloft, waar je dan een heel oud adres op leest. Het is natuurlijk makkelijker, een winkel binnen te loopen en een vel stevig papier plus wat touw te koopen, maar als men in ernst een steenen varken vet wil mesten, moet men juist op de kleinig heden letten. Op eten moet men meestal niet te veel bezuinigen, want goed krachtig voedsel is een eerste vereischte, speciaal in dezen zenuwachtigen tijd, die veel van de krachten vergt. Luxe dingen kan men natuurlijk afschaffen of monageeren, maar ver der, als men dagelijks iets minder thee, koffie, suiker en al die gewone dingen gebruikt, scheelt dat in een maand alweer h^el wat, zonder dat iemand daar iets van behoeft te merken, kan men dan toch wat in de spaarpot laten glijden. Een beetje minder rooken helpt ook en als elk der huisgenooten meehelpt, zal het groene varken goed gedijen en de moeite van het slachten overwaard zijn. Hoe heerlijk om iemand met den inhoud van het varken te verrassen om er iets voor te koopen en te weten, dat het een nieuwe en leuke sport is, sparen in dezen vervelen den tijd, nu elk ongedacht voor deeltje en elk klein genoegen een extra verheugenis is en het „Doe wel en zie niet om", bovendien nog tot de eerste geboden hoort. Laat de handel in groene varkens verle vendigen, het verlevendigt tevens uw dagelijksch leven van plichten enkleine genoegens. De landkaart van Nederland herzien. Economisch nieuws. Klein goed. Als alles goed is gegaan, dan hebben we deze week de Zuiderzee verloren en is het Flevomeer ge schapen. Door het gereed komen van den afsluitdijk is de Zuiderzee defi nitief een binnenwater geworden. Daarmee is tevens aan duizenden een bron van bestaan ontnomen, maar misschien zullen nóg meerderen op het aan de baren ontwoekerd ge bied zich eens een nieuwe toekomst kunnen scheppen. Laten we het hopen, De eerste plannen tot drooglegging van de Zuiderzee dateeren van 1849 (ontwerp Van Biggelen), waarin ook de Wadden- en Lauwerzee waren begrepen. In 1866 publiceerde Ir. Beyerink een tweede plan (afsluitdijk via Urk). In 1877 werd het eerste wetsontwerp tot drooglegging door het ministerie-Heemskerk ingediend later werd het door het ministerie Kappeyne van de Copello ingetrok ken. Een initiatiefontwerp van het Friesche Kamerlid Buma werd in 1882 ingediend en een jaar later ver worpen. In 1887—1891 werd het plan-Lely geschapen, dat thans in uitvoering is. Voorstellen tot gedeeltelijke uit voering van het plan-Lely werden in 1901 en 1907 verworpen in 1918, toen Ir. Lely voor de derde maal minister was, werd zijn plan aan vaard. De werkzaamheden der droog legging begonnen iu 1920 ln 1925 kwam de dijk N. H.-kust naar Wie- ringen tot stand; in 1929 de dijk Wieringen—Medemblik in 1930 werd de Wieringermeer droog ge malen thans kwam de algemeene afsluitdijk N. Holland-Friesland tot stand. Het staat op het oogenblik nog niet vast, in welk tempo de werk zaamheden der inpoldering zullen worden voortgezet. Ware het werk een halve eeuw vroeger uitgevoerd, dan zouden de kosten zeer zeker reeds lang door de baten zijn gedekt, maar op het oogenblik is er geens zins een dringende behoefte aan den grond, welke men met zooveel moeite en kosten aan de zee ontwoekert, maar we mogen aannemen, dat de tijden wel weer een gunstiger aspect zullen gaan vertoonen. Op het oogenblik hebben onze ingenieurs in de Zuiderzee nog slechts technische wonderen verrichtmoge de dure onderneming ook nog eens economische baten gaan afwerpen. Op een deel der Zuiderzeegronden verrijzen reeds huizen, kerken en scholen prinses Juliana onthulde van de week een gedenkplaat in de eerste N.H. kerk in den Wieringerpoldei. Overigens zijn de economische perspectieven nog weinig hoopvol. De Mijnindustrie is opnieuw ge troffen door verzwaarde contingen- teeringsmaatregelen in Frankrijk. Uitvoering dus van het plan vaD het Comité voor Economisch Ver weer, om aan Duitschland boter tegen steenkolen te ruilen, zou wei nig geschikt wezen om deze Lim- burgsche nijverheid te schragen. Ons volk zal juist moeten leeren om de binnenlandsche kolen boven die uit den vreemde te prefereeren. Lapmiddeltjes helpen niet. Onze regeering, al antwoordt ze niet on middellijk op alle driftige of zenuw achtige epistels, is wel degelijk ac tief. Ze heeft de Duitsche regeering aan het verstand trachten te brengen dat we hier meer respect verwach ten voor een klant, welke van Duitschland drie maal meer koopt dan het aan dat land levert En toen de Duitsche regeering weigerachtig bleef om eeaige tege moetkomendheid te betrachten, heeft onze regeering in Berlijn laten mede- deelen, dat als geen resultaten be reikt worden, Nederland tot een eenzijdige deviezenregeling. d.w.z. tegen Duitschland gericht, zal over gaan. Minister Verschuur zei het op Woensdag in de Kamer, dat thans een verdrag van „Lamme Goedzak" niet in overeenstemming met den nood in ons land is, een verklaring, welke luide werd toe gejuicht. Het zal heel ons volk goed doen, dat de regeering met zooveel energie, ja met eigenlijk on- Hollandsch temperament hier voor onze belangen, voor onze rechten opkomt. Is de wanhoopstemming onzer boeren niet ver klaarbaar Het bestuur van den Kath. Nederl. Boeren- en Tuindersbond heeft het noodig geoordeeld in verband met den noodtoestand in den land- en tuinbouw een buitengewone, alge meene vergadering bijeen te roepen. Deze werd Woensdag te Den Bosch onder overgroote belangstelling ge houden. Als eenig onderwerp kwam in behandeling, de noodtoestand in dea landbouw, ingeleid door den heer H. Ruijter, secretaris van den Aartsdioc. Boeren- en Tuindersbond te Arnhem, Spreker wil in deze vergadering bovenstaande vraag stellen en beant woorden. De boer voelt, dat hij wegzinkt in de ellende, dat hij zijn bedrijf, zijn bestaan verliest. En dan vraagt hij met bitterheid zich af, als hij de Kamerverslagen leest, of de Kamer nu niets beters te doen heeft, dan te praten over contingenteeringsbesiuiten en te beraadslagen of de damesjurken naar het gewicht of naar de waarde belast moeten worden. En dan leest hij dat er een ernstig debat gevoerd is of de jurken nu ze dit jaar geen mouwen meer hebben in gewicht hetzelfde zijn gebleven nu de jurken langer geworden zijn, waarbij een Minister in vollen ernst opmerkt, dat zij ook breedere zoomen hebben dan het vorige jaar Dan vraagt de boer zich af. waar om wij in Nederland een Warenwet en Melkbesluit, Keuringsdiensten en veeartsen hebben voor rekening van den boer aan de Zuivelfabrieken, om het vee op t.b.c. te onderzoeken en streptococcen te Jagen, terwijl anderzijds toch onbeperkt binnen kan komen Argentijnsche en Russi sche boter om onze goede boter te beconcurreeren. Boter van welker bereiding men niets afweetOf gelden alleen voor de Hollandsche producten de eischen voor onze groote Volksgezondheidkundige be langen Dan vraagt de boer zich af, waarom hij direct door de sociale wetten voor zijn arbeider en indirect door alles wat hij noodig heeft, zijn bedrijfsonkosten beduidend ziet ver hoogd, waarom de Regeering hem niet beschermt tegenover buitenland- sche concurrentie die deze lasten niet hebben. Dan vraagt de boer zich af, waar om hij de lasten der sociale verzeke ringen moet betalen, terwijl hij economisch zwakker is dan de arbeider. Bedragen die hij niet kan betalen. Ze moet betalen en ze betaalt van het geld wat hij anders aan zijn leveranciers zou betalen, of waarmee hij zijn gezin moet onderhouden. De boer vraagt zich af, hoe men kan praten over duurder worden van de prijzen in de steden ais de varkens een stuiver per pond meer opbrengen. En hij gaat wrokkend naar huis als hij een varken in de stad aan een oude klant afleveit en tot de ont dekking komt dat de keurings- en abattoirkosten, bijna net zooveel bedragen als het heele varken op brengt. De boer vraagt zich af. als hij in de vleeschkeuringswet leest, dat de keuriogsveearts bij de keuring voor het slachten moet opletten of een varken „opgewekt" kijkt en daarvoor zijn kosten betaalt, of hij soms ook opgewekt moet kijken, nu hij en zijn stand wordt afgeslacht. De boer vraagt zich af waarom de gehate uitzonderingsbelasting, de grondbelasting blijft bestaan en waar om de grond die thans bijna geen gebruikswaarde heeft hem wordt aangerekend tegen een verkoops- waarde, die met de verbruikswaatde niet het minste verband houdt. Zoo zouden wij kunnen doorgaan, maar het is genoeg. De boer voelt dat hem geen recht wordt gedaan en dat is het ergste van al. Het ergste van al, omdat hier en daar de boer moede wordt en zich afvraagt, waartoe een machtige R.K. boerenorganisatie dient als ons deze ?elfs niet kan helpen En gelukzoekers gaan rond en trachten de boeren te vangen onder de leuze één groen front. En Braat geeft als zijn oplossing voor de crisis aan „Op de scholenbouw kan ook heel wat gevonden worden door weder een staatsschool, kan niet schelen wat voor school dat is, in te voeren en aan de splitsing een einde te maken." Anderen gaan weer over tot het oprichten eener R.K. Boerenpartij. Zij vergeten blijkbaar, dat onze Ka merfractie in haar geheel steeds voor alle wetten stemde, die de Regeering voor de boeren voorstelde. VENRAY, 28 Mei 1932. In de Maandagavond te Heerlen gehouden raadsvergadering is be noemd tot wethouder van de be drijven (vacature Stins) de heer Ir. H. J. Raedts. ingenieur der Oranje- Nassaumijnen, geboren te Venray. De heer Raedts nam de benoe ming aan en werd door den voor zitter geluk gewenscht. Ir. Raedts is 34 jaar en sinds 10 jaar als in genieur bij de Oranje-Nassaumijnen werkzaam. Examen Krankzinnigenverpleging St. Servatiusgesticht te Venray Staatsdiploma B. Boden zich aan 5 candidaten. Geslaagd 5 Bogmans H. M. A. (Br. Anscharius) Essing J. C. Noy K. H. Rutten J. H. Th. R. en Ta- dema P. Het zwembad te Geysteren geopend. Het is ten strengste verboden door het weiland te loopen en te rijden op andere dan de aangewezen wegen. Evenals het vorig jaar zal de politie streng toezicht houden en niet toelaten dat buiten het zwembad wordt gebaad en gezwommen. Overtredingen zijn in het vorig jaar door het Kantongerecht met f 10 boete gestraft. Voor minder geld kan men van de inrichting ge bruik maken. Badmeester is weer J. Eling „De Villa" Wanssumsche weg Geysteren. Zaterdagmorgen werd door een onbekend persoon een rijwiel geplaatst voor het café H. alhier. Daar het 's avonds nog niet was teruggehaald, werd hiervan aangifte gedaan bij de politie, daar vermoed werd, dat het rijwiel in Noord- Brabant gestolen is. Tot heden werd het nog niet afgehaald. Onze dorpsgenoote Mej. Grada van Meijel behaalde bet diploma Costumière op de mode-

Peel en Maas | 1932 | | pagina 1