JACFONOi5
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
iJACfONCifr
NttEEÜflf
manufacturen!
YQQRDtfLI&m
1UFACTUREN
BLIJKEN
TOCH HET
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Posthuma-
Verschuur.
Over den Oceaan!
Over sparen.
Algem. weekoverzicht
Provinciaal Nieuws
zaterdag 28 Mei "1932
Drie en vijftigste Jaargang No. 22
BLIJKEN
TOCH HET
PEEL EN MAAS
PRIJS DER ADVERTENTIEN1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7'/« ct.
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF VENRAT
Telefoon 51 GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent
voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent
O. L. Vrouw Behoudenis
der Krauken, Oostrum.
Er is een conflict gerezen tusschen
den oud-minister Posthuma in zijn
kwaliteit als voorzitter van het
Comité van Economisch Verweer
der Land- en Tuinbouworganisaties
en den huidigen minister Verschuur.
Om een objectief inzicht in dat
conflict te krijgen, moet men met zijn
gedachten even teruggaan tot in de
oorlogsjaren. Ook toen roerden de
boeren zich en belegden ze protest
vergaderingen, niet omdat ze nood
hadden, maar omdat ze in de vrije
uitoefening van hun bedrijf werden
belemmerd. Het buitenland wilde met
goud betalen, wat het bier aan levens
middelen kon koopen en ook in het
binnenland boden degenen, die op
geen geld behoefden te zien, tegen
elkaar op om aan hun lust tot ham
steren te voldoen.
Om het volk te beschermen en
de voorraden zoo gelijk mogelijk te
verdeelen. moesten deze laatste door
de regeering worden opgevorderd.
Het verzet bij de boeren was aan
vankelijk groot, omdat ze de voor
deden van den vrijen handd dreig
den te verliezen.
In dien tijd leidde minister Post
huma het departement, dat zich met
de requisities, rantsoeneeringen en...
prijsbepalingen belastte. Genoemde
minister heeft zich toen zeer ver
dienstelijk gemaakt voor de gemeen
schap, óók voor de boeren, die voor
het afstaan hunner voorraden, in het
algemeen gesproken, rijkelijk werden
schadeloos gesteld, al kregen ze niet
de prijzen, welke ze in den vrijen
handel hadden kunnen makenhet
volk immers moest tegen de uitwas
sen der „bijzondere tijdsomstandig
heden" worden beschermd. In ieder
geval er was toen een crisis, waarin
een minister populair kon worden
aan het volk, dat goed verdiende,
leverde hij de voorraden en tegenover
de boeren kon hij kwistig zijn met
geld.
Heel anders staat minister Ver
schuur tegenover de huidige crisis.
Nu zijn er voorraden te óver. maar
de boeren krijgen hun arbeid en
kosten niet betaald. Het is nu tijd
voor het volk om te bedenken, dat
thans de boeren als slachtoffers van
de tijdsomstandigheden moeten wor
den geholpen. Maar het volk het
spreeKt vanzelf moppert over den
meerprijs, dien het straks te betalen
krijgt, terwijl het algemeen inkomen
steeds dalende is, en aan den anderen
kant zijn de boeren met de toebe
deelde „beetjes" niet of nauwelijks
geholpen. In deze omstandigheden
kan een minister zich al heel moeilijk
populair maken.
Een en ander had voor den oud
minister Posthuma aanleiding kunnen
zijn om met groote welwillendheid
en verontschuldigend tegenover
minister Verschuur te staan. Dat
deed hij echter niet geheel en al,
om het eens voorzichtig uit te druk
ken. De heer Posthuma is voorzitter
van het Comité voor Economisch
Verweer uit de Land- en Tuinbouw
organisaties, hetwelk den laatsten tijd
een bijzondere actie ontwikkelt
tegenover Duitschland in het bij
zonder, dat aan onzen uitvoer allerlei
belemmeringen in den weg legt en
omgekeerd aan ons toch de
beste klant heeft. Het Comité drong
meermalen bij de regeering aan op
„maatregelen" ter verbetering van de
exportmogelijkheden en dreigde zelfa
met de organisatie van een boycot
van Duitsche goederen.
Terwijl iedereen weet, althans
beseffen kan, hoe moeilijk onderhan
delingen thans zijn met het buiten
land, waar men eigen landbouw en
industrie in de huidige omstandig
heden óók wenscht te beschermen,
meende het Comité voornoemd, dat
de regeering niet spoedig genoeg
brieven met voorstellen, resp. van
29 Februari en 15 April j.l., heeft
beantwoord en in een telegram van
den heer Posthuma, namens dat
Comité verzonden, werd dat eens
hartig aan den minister gezegd. Daarin
heette het o.m. „Comité is van oor
deel, dat de regeering niet voldoende
beseft, hoe ernstig de toestand in den
land- en tuinbouw en de veehouderij
is." Voorts „Het Comité wenscht
te weten, of deze besprekingen
(nieuwe onderhandelingen te Berlijn)
zullen gevoerd worden al of niet op
basis van.. enz. „Organisatieshebben
nu lang genoeg gewacht óp maat
regelen der regeering..." enz.
De minister antwoordde, dat de
toon van het telegram grof was en
zulks samenwerking met de regeering
dreigde te verstoren. In een „Open
Brief" heeft oud minister Posthuma
dat karakter van zijn telegram eigen
lijk zelf toegegeven door te verklaren,
dat op voorstel van een der Comité
leden besloten was, dat „aan de
regeering zoo grof mogelijk zal wor
den voorgehouden, dat de vertegen
woordigers van den georganiseerden
landbouw zich niet kunnen laten
welgevallen, te worden behandeld als
tot nu toe door de regeeiing is' ge
schied.
Het geruimen tijd onbeantwoord
laten van brieven moge in het burger
lijk verkeer als onbeleefd worden
aangemerkt, in de ambtelijke organi
satie, welke toch ook door den heer
Posthuma wordt gekend, is het niet
vreemd. Uit de jongste begrotings
stukken viel op te maken, dat de
ministerieele departementen zelfs
elkaar wel eens.... 3 jaar op een
antwoord lieten wachten.
Het is ambtelijk gebruikelijk, om
eerst nader te berichten, wanneer
concrete feiten of beslissingen daartoe
aanleiding geven. Zoolang geen
resultaten zijn te vermelden, ge^en
„antwoorden" altijd aanleiding tot
nieuw geschrijf en op het Departe
ment voor Economische Zaken is op
het oogenblik waarlijk wel wat
anders te doen dan met allerlei
organisaties een welwillende, maar
weinig vruchtdragende briefwisseling
op touw te zetten. De regeering moet
bovendien voorzichtig wezen met
haar antwoorden. Als het Comité
voor Economisch Verweer aan de
regeering schrijft, dat het van plan
is om desnoods een boycot tegen
Duitschland te organiseeren, dan mag
de minister in zijn hart meenen van
„daar hebben ze gelijk in", als
minister mag hij zeker niet officieel
zijn sanctie aan zoo'n voornemen
schenken.
We erkennen den grooten nood
van land- en tuinbouwers en vee
houders, alsmede de noodzaak van
nog meerdere regeeringshulp, maar
we hebben toch ook geen reden om
aan de activiteit der regeering te
twijfelen. Straks, als ook de Melk-
wet door de Kamers zal zijn aan
vaard, wordt de steun aan het
platteland rond 25C millioen groot.
Dat moet worden opgebracht door
een volk, hetwelk over sterk ver
minderde inkomsten heeft te beschik
ken. in tegenstelling met de
mobilisatiejaren, toen de maatregelen
van minister Posthuma uit gevulde
beurzen konden worden betaald.
De plattelanders moeten worden
geholpen, zullen worden geholpen,
maar zij hebben er rekèning mee te
houden, dat het overige deel des
volks evenmin weelde kent en dat
het nu voor een regeering moeilijk
is om ons voordeelen af te dwiDgen
van een buitenland, waar de nood
misschien nog grooter is dan hier.
De plattelanders moeten blijven
vechters voor zelfbehoud, maar be
denken, dat strijders, die hun be-
heersching verliezen, zich zelve in
hét nadeel plaatsen.
De eerste vrouw is over den
Oceaan gekomen, d.w.z. alléén en
als bestuurster van een vliegtuig.
De koene pilote zelve, mrs. Earhart,
was er verrukt over en de wereld
genoot van de sensatie. Straks zullen
misschien nog meerdere vrouwen
volgen en óók zullen er onderweg
blijven, verzwolgen door het water,
dat ze wilden tarten.
Een vrouw, een gehuwde vrouw,
die haar man rustig thuis laat, zelf
in een vliegtuig stapt en een sensa-
tioneelen vliegtocht onderneemt,
duizenderlei gevaren trotseerende,
het is toch waarlijk nog wat nieuws
voor ons. Over kleinere wateren
hebben tal van sexegenooten van
mevr. Earhart al lang den sprong
gewaagdover wateren en zeeën
n.l. van conventie, traditie, zede of
natuurlijke bestemming heen. Som
migen zijn behouden aangekomen,
velen dompelden onder en vergingen.
Misschien zijn al deze vrouwen geen
buitensporige naturen geweest, waar
voor we ze met onzen conservatie
ven blik wel eens hebben aangezien,
doch verdienen ze werkelijk baan-
breeksters te heeten van een nieuwen
tijd, waarin alle verhoudingen zich
snel-schokkend ontwikkelden. Het
kan zijn, dat de vrouw in de toe
komst niet langer meer mét den man
een positie inneemt, maar naast hem,
geheel afzonderlijk, zelfstandig. Wel
licht ook, dat het zóó goed zal
worden en aannemelijk voor de
mannen uit den nieuwen, komenden
tijd, maar voor wie er niet in ge
boren en getogen zijn, is het toch,
ais ontvalt er van dag tot dag veel
schoons en ideëels aan het mensch-
dom. Er was vroeger toch meer
innigheid in de verhoudingen tot de
vrouw, die men mét zich wist, dan
eens zijn zal in de toekomst, waar
men zich slechts een vrouw naast
zich mag droomen.
De echtgenoot van mevr. Earhart
heeft een uitgeverij van boeken.
„Had uw man geen bezwaren tegen
dezen tocht zoo vroeg een inter
viewer. blijkbaar nog een van den
ouden stempel, haar. En het ant
woord luidde „Ik bemoei me niet
met de uitgeverij van mijn man en
hij bemoeit zich niet met mijn
vliegerij.
Zóó dus schijnt voor de toekomst
de ideale verhouding van man en
vrouw te zullen zijn. Eén ding is
ons nog niet duidelijkwaarom
trouwen die menschzn eigenlijk nog
met elkaar
Zeker, we hebben respect voor
wat mevr. Earhart ondernam en vol
bracht we hebben respect voor alle
dappere vrouwen, die sensationeele
dingen ondernemen. Gelijk we be
wondering hebben voor koorddan
sers, vuureters, slangenbezweerders,
fakirs en soms ook voor roover-
hoofdmannen, al zouden we ze geen
van alle graag in de familie hebben.
De gedurfde daden van moderne
vrouwen wekken steeds onze be
wondering op. Die vrouwen vormen
een nieuwe groep in de samenleving.
We hebben echter wel eens meenen
op te merken, dat ze voorzoover
ze het nog noodig vonden om zich
aan een echtgenoot le verbinden
over het algemeen niet veel aan het
houden van kinderen doen, wat ze
trouwens dadelijk minder zelfstandig
zou maken. En daarom vreezen we
wel eens, dat dit moderne ras weer
heel spoedig zal uitsterven... Waarna
de maatschappij weer tot de ouder
wetsche levensverhoudingen zou
terugkeeren 1
Mevr. Earhart vloog over den
Oceaan, maar gaat weer met de
boot naar huis. Zóó zal het misschien
met heel het moderne vrouwendom
gaan. De tijd ?noge de vrouwen al
eens tot buitensporigheid hebben
geprikkeld, ze zullen wel weer
verstandig worden en langs rustigen
weg teruggaan tot de plaats, waar
ze thuis hooren, de plaats, waar
ze worden verwacht, waar naar ze
wordt verlangd en waar ze ook
liefde, verzorging en bescherming
zullen vinden, tot welke haar natuur
uitgaat.
Een ouderwetsch groen varken is
een goede en practische spaarpot.
Want slechts met behulp van een
mes en veel moeite kan je er guldens,
kwartjes, dubbeltjes en centen uit
terug tooveren.
Stukslaan is zonde en daartoe
komt men niet zoo gauw, tenzij het
varken dik en gevuld is en dus ge
slacht moet worden.
Hoe verrassend is het, om zoo'n
zorgvuldig gemest varken te openen,
den inhoud te tellen en... hoeveel
mogelijkheden zijn er dan.
Sparen is moeilijk, vooral in dezen
tijd, maar toch zoo alleraardigst, om
dat het zooveel voldoening geeft.
Men kan sparen voor een of ander
genoegen, voor iets practisch, voor
een goed doel, voor een hevig be
geerd voorwerp en.... voor allerlei.
Maar als de spaarpot eenmaal ge
ledigd wordt, is het altijd een buiten
kansje. En voor het genot daarvan
moet men iets over hebben, zich af
en toe iets ontzeggen....
Velen kijken beteuterd en ietwat
verontwaardigd en vragen „Wat
Wat moet ik nu sparen Het kan
toch niet:" En ze vergeten allerlei
kleine, bijna amusante mogelijkheden:
sparen op de gewone dagelijksche
dingen, op kleeren, snoeperij en van
alles. Als men gewoon is, wat royaal
te zijn met gas, water en licht, legt
men er zich op toe, dat wat te
menageeren en zal aan het einde der
maand zien, dat er een belangrijk
bedrag is bezuinigd geeft men vrij
v>el uit aan kleeren en snoeperij,
dan vermindert men dat en heeft tot
resultaateen aardig surplus aan het
einde der maand.
Op kleeren kan meestal wel wat
bezuinigd worden, op uitgaan soms
(want in deze sombere tijden zijn er
al velen, die heelemaal niet meer
uitgaan) op tram en reisgeld ook
enloopen is zoo verschrikkelijk
gezond.
Maar, men moet dit natuurlijk niet
overdrijven, want als men heel groote
afstanden loopt en in ons heerlijk
Hollandsch klimaat overvallen wordt
door een flinke bui, dan bederft men
meer aan kleeren en schoenen, hoed
en humeur, dan men met het tram
geld bespaart, dus soms is dat zui
nigheid, die de wijsheid bedriegt,
Maar met allerlei listige verzinsels
kan men altijd wel iets besparen
met b.v. iets zuiniger om te gaan
met tandpasta, papier, reep, touw en
allerlei dagelijksche dingen, die in
elk huishouden nu eenmaal noodig
zijn. Ik ken iemand, die nog nooit
een stuk pakpapier of een kluwen
touw heeft gekocht, zelfs niet in
den Sinterklaastijd, als er massa's
pakjes en pakken haar deur uitgaan
die altijd zuinig alle touwen en
papieren en doosjes bewaart en
soms nog wel iets verpakt in een
stuk papier van vóór haar zilveren
bruiloft, waar je dan een heel oud
adres op leest. Het is natuurlijk
makkelijker, een winkel binnen te
loopen en een vel stevig papier plus
wat touw te koopen, maar als men
in ernst een steenen varken vet wil
mesten, moet men juist op de kleinig
heden letten.
Op eten moet men meestal niet te
veel bezuinigen, want goed krachtig
voedsel is een eerste vereischte,
speciaal in dezen zenuwachtigen tijd,
die veel van de krachten vergt.
Luxe dingen kan men natuurlijk
afschaffen of monageeren, maar ver
der, als men dagelijks iets minder
thee, koffie, suiker en al die gewone
dingen gebruikt, scheelt dat in een
maand alweer h^el wat, zonder dat
iemand daar iets van behoeft te
merken, kan men dan toch wat in
de spaarpot laten glijden. Een beetje
minder rooken helpt ook en als elk
der huisgenooten meehelpt, zal het
groene varken goed gedijen en de
moeite van het slachten overwaard
zijn.
Hoe heerlijk om iemand met den
inhoud van het varken te verrassen
om er iets voor te koopen en te
weten, dat het een nieuwe en leuke
sport is, sparen in dezen vervelen
den tijd, nu elk ongedacht voor
deeltje en elk klein genoegen een
extra verheugenis is en het „Doe
wel en zie niet om", bovendien nog
tot de eerste geboden hoort. Laat
de handel in groene varkens verle
vendigen, het verlevendigt tevens
uw dagelijksch leven van plichten
enkleine genoegens.
De landkaart van Nederland
herzien. Economisch nieuws.
Klein goed.
Als alles goed is gegaan, dan
hebben we deze week de Zuiderzee
verloren en is het Flevomeer ge
schapen. Door het gereed komen van
den afsluitdijk is de Zuiderzee defi
nitief een binnenwater geworden.
Daarmee is tevens aan duizenden
een bron van bestaan ontnomen,
maar misschien zullen nóg meerderen
op het aan de baren ontwoekerd ge
bied zich eens een nieuwe toekomst
kunnen scheppen. Laten we het hopen,
De eerste plannen tot drooglegging
van de Zuiderzee dateeren van 1849
(ontwerp Van Biggelen), waarin ook
de Wadden- en Lauwerzee waren
begrepen. In 1866 publiceerde Ir.
Beyerink een tweede plan (afsluitdijk
via Urk). In 1877 werd het eerste
wetsontwerp tot drooglegging door
het ministerie-Heemskerk ingediend
later werd het door het ministerie
Kappeyne van de Copello ingetrok
ken. Een initiatiefontwerp van het
Friesche Kamerlid Buma werd in
1882 ingediend en een jaar later ver
worpen.
In 1887—1891 werd het plan-Lely
geschapen, dat thans in uitvoering
is. Voorstellen tot gedeeltelijke uit
voering van het plan-Lely werden in
1901 en 1907 verworpen in 1918,
toen Ir. Lely voor de derde maal
minister was, werd zijn plan aan
vaard. De werkzaamheden der droog
legging begonnen iu 1920 ln 1925
kwam de dijk N. H.-kust naar Wie-
ringen tot stand; in 1929 de dijk
Wieringen—Medemblik in 1930
werd de Wieringermeer droog ge
malen thans kwam de algemeene
afsluitdijk N. Holland-Friesland tot
stand.
Het staat op het oogenblik nog
niet vast, in welk tempo de werk
zaamheden der inpoldering zullen
worden voortgezet. Ware het werk
een halve eeuw vroeger uitgevoerd,
dan zouden de kosten zeer zeker
reeds lang door de baten zijn gedekt,
maar op het oogenblik is er geens
zins een dringende behoefte aan den
grond, welke men met zooveel moeite
en kosten aan de zee ontwoekert,
maar we mogen aannemen, dat de
tijden wel weer een gunstiger aspect
zullen gaan vertoonen.
Op het oogenblik hebben onze
ingenieurs in de Zuiderzee nog slechts
technische wonderen verrichtmoge
de dure onderneming ook nog eens
economische baten gaan afwerpen.
Op een deel der Zuiderzeegronden
verrijzen reeds huizen, kerken en
scholen prinses Juliana onthulde van
de week een gedenkplaat in de eerste
N.H. kerk in den Wieringerpoldei.
Overigens zijn de economische
perspectieven nog weinig hoopvol.
De Mijnindustrie is opnieuw ge
troffen door verzwaarde contingen-
teeringsmaatregelen in Frankrijk.
Uitvoering dus van het plan vaD
het Comité voor Economisch Ver
weer, om aan Duitschland boter
tegen steenkolen te ruilen, zou wei
nig geschikt wezen om deze Lim-
burgsche nijverheid te schragen.
Ons volk zal juist moeten leeren
om de binnenlandsche kolen boven
die uit den vreemde te prefereeren.
Lapmiddeltjes helpen niet. Onze
regeering, al antwoordt ze niet on
middellijk op alle driftige of zenuw
achtige epistels, is wel degelijk ac
tief. Ze heeft de Duitsche regeering
aan het verstand trachten te brengen
dat we hier meer respect verwach
ten voor een klant, welke van
Duitschland drie maal meer koopt
dan het aan dat land levert
En toen de Duitsche regeering
weigerachtig bleef om eeaige tege
moetkomendheid te betrachten, heeft
onze regeering in Berlijn laten mede-
deelen, dat als geen resultaten be
reikt worden, Nederland tot een
eenzijdige deviezenregeling. d.w.z.
tegen Duitschland gericht, zal over
gaan. Minister Verschuur zei het
op Woensdag in de Kamer, dat
thans een verdrag van „Lamme
Goedzak" niet in overeenstemming
met den nood in ons land is, een
verklaring, welke luide werd toe
gejuicht. Het zal heel ons volk
goed doen, dat de regeering met
zooveel energie, ja met eigenlijk on-
Hollandsch temperament hier voor
onze belangen, voor onze rechten
opkomt.
Is de wanhoopstemming
onzer boeren niet ver
klaarbaar
Het bestuur van den Kath. Nederl.
Boeren- en Tuindersbond heeft het
noodig geoordeeld in verband met
den noodtoestand in den land- en
tuinbouw een buitengewone, alge
meene vergadering bijeen te roepen.
Deze werd Woensdag te Den Bosch
onder overgroote belangstelling ge
houden. Als eenig onderwerp kwam
in behandeling, de noodtoestand in
dea landbouw, ingeleid door den
heer H. Ruijter, secretaris van den
Aartsdioc. Boeren- en Tuindersbond
te Arnhem,
Spreker wil in deze vergadering
bovenstaande vraag stellen en beant
woorden.
De boer voelt, dat hij wegzinkt in
de ellende, dat hij zijn bedrijf, zijn
bestaan verliest.
En dan vraagt hij met bitterheid
zich af, als hij de Kamerverslagen
leest, of de Kamer nu niets beters
te doen heeft, dan te praten over
contingenteeringsbesiuiten en te
beraadslagen of de damesjurken naar
het gewicht of naar de waarde belast
moeten worden. En dan leest hij dat
er een ernstig debat gevoerd is of
de jurken nu ze dit jaar geen
mouwen meer hebben in gewicht
hetzelfde zijn gebleven nu de jurken
langer geworden zijn, waarbij een
Minister in vollen ernst opmerkt,
dat zij ook breedere zoomen hebben
dan het vorige jaar
Dan vraagt de boer zich af. waar
om wij in Nederland een Warenwet
en Melkbesluit, Keuringsdiensten en
veeartsen hebben voor rekening van
den boer aan de Zuivelfabrieken,
om het vee op t.b.c. te onderzoeken
en streptococcen te Jagen, terwijl
anderzijds toch onbeperkt binnen
kan komen Argentijnsche en Russi
sche boter om onze goede boter te
beconcurreeren. Boter van welker
bereiding men niets afweetOf
gelden alleen voor de Hollandsche
producten de eischen voor onze
groote Volksgezondheidkundige be
langen
Dan vraagt de boer zich af,
waarom hij direct door de sociale
wetten voor zijn arbeider en indirect
door alles wat hij noodig heeft, zijn
bedrijfsonkosten beduidend ziet ver
hoogd, waarom de Regeering hem
niet beschermt tegenover buitenland-
sche concurrentie die deze lasten
niet hebben.
Dan vraagt de boer zich af, waar
om hij de lasten der sociale verzeke
ringen moet betalen, terwijl hij
economisch zwakker is dan de
arbeider. Bedragen die hij niet kan
betalen. Ze moet betalen en ze betaalt
van het geld wat hij anders aan zijn
leveranciers zou betalen, of waarmee
hij zijn gezin moet onderhouden.
De boer vraagt zich af, hoe men
kan praten over duurder worden van
de prijzen in de steden ais de varkens
een stuiver per pond meer opbrengen.
En hij gaat wrokkend naar huis als
hij een varken in de stad aan een
oude klant afleveit en tot de ont
dekking komt dat de keurings- en
abattoirkosten, bijna net zooveel
bedragen als het heele varken op
brengt.
De boer vraagt zich af. als hij in
de vleeschkeuringswet leest, dat de
keuriogsveearts bij de keuring voor
het slachten moet opletten of een
varken „opgewekt" kijkt en daarvoor
zijn kosten betaalt, of hij soms ook
opgewekt moet kijken, nu hij en zijn
stand wordt afgeslacht.
De boer vraagt zich af waarom
de gehate uitzonderingsbelasting, de
grondbelasting blijft bestaan en waar
om de grond die thans bijna geen
gebruikswaarde heeft hem wordt
aangerekend tegen een verkoops-
waarde, die met de verbruikswaatde
niet het minste verband houdt.
Zoo zouden wij kunnen doorgaan,
maar het is genoeg. De boer voelt
dat hem geen recht wordt gedaan en
dat is het ergste van al.
Het ergste van al, omdat hier en
daar de boer moede wordt en zich
afvraagt, waartoe een machtige R.K.
boerenorganisatie dient als ons deze
?elfs niet kan helpen
En gelukzoekers gaan rond en
trachten de boeren te vangen onder
de leuze één groen front. En Braat
geeft als zijn oplossing voor de crisis
aan
„Op de scholenbouw kan ook heel
wat gevonden worden door weder
een staatsschool, kan niet schelen
wat voor school dat is, in te voeren
en aan de splitsing een einde te
maken."
Anderen gaan weer over tot het
oprichten eener R.K. Boerenpartij.
Zij vergeten blijkbaar, dat onze Ka
merfractie in haar geheel steeds voor
alle wetten stemde, die de Regeering
voor de boeren voorstelde.
VENRAY, 28 Mei 1932.
In de Maandagavond te Heerlen
gehouden raadsvergadering is be
noemd tot wethouder van de be
drijven (vacature Stins) de heer Ir.
H. J. Raedts. ingenieur der Oranje-
Nassaumijnen, geboren te Venray.
De heer Raedts nam de benoe
ming aan en werd door den voor
zitter geluk gewenscht. Ir. Raedts
is 34 jaar en sinds 10 jaar als in
genieur bij de Oranje-Nassaumijnen
werkzaam.
Examen Krankzinnigenverpleging
St. Servatiusgesticht te Venray
Staatsdiploma B.
Boden zich aan 5 candidaten.
Geslaagd 5 Bogmans H. M. A.
(Br. Anscharius) Essing J. C. Noy
K. H. Rutten J. H. Th. R. en Ta-
dema P.
Het zwembad te Geysteren
geopend.
Het is ten strengste verboden door
het weiland te loopen en te rijden
op andere dan de aangewezen wegen.
Evenals het vorig jaar zal de
politie streng toezicht houden en niet
toelaten dat buiten het zwembad
wordt gebaad en gezwommen.
Overtredingen zijn in het vorig
jaar door het Kantongerecht met
f 10 boete gestraft. Voor minder
geld kan men van de inrichting ge
bruik maken. Badmeester is weer
J. Eling „De Villa" Wanssumsche
weg Geysteren.
Zaterdagmorgen werd door
een onbekend persoon een rijwiel
geplaatst voor het café H. alhier.
Daar het 's avonds nog niet was
teruggehaald, werd hiervan aangifte
gedaan bij de politie, daar vermoed
werd, dat het rijwiel in Noord-
Brabant gestolen is. Tot heden werd
het nog niet afgehaald.
Onze dorpsgenoote Mej.
Grada van Meijel behaalde bet
diploma Costumière op de mode-