TVf A A Pater Innocentius Verriet O.P. benoemd tot Vicaris Apostolicus en Bisschop van Curasao. Ia twee werelddeelen FEUILLETON Openbare vergadering van den Raad der gemeente Venray ZATfiRDAtl 21 NOVOMB3R 1931 Twee en Vijftigste Jaargang No 47 Vrijdagavond ontving men hieruit Rome de verblijdende tijding, dat opvolger van wijlen. Mgr. Gregorius Michael Vuylsteke tot Vicaris Apos tolicus en Bisschop van Curasao is benoemd, onze oud-dorpsgenoot de Zeereerw. Pater Innocentius Verriet O.P., die sinds 1909 als missionaris op Curasao werkzaam is. Zondag bracht Venray's Fanfare corps eene serenade aan Zijne Excel lentie Mgr. Vecriet O.P., die bij zijne familie alhier de vacantie door brengt. Een groote menig! e wés saamge- stroomd voor het huis, waarin Z Exc thans verblijft. Nadat de Fanfare een muziekstuk ten uitvoer gebracht had, nam de President der Fanfare, Dr. Sala het woord en wees er op, dat Venray zoo gaarne genoemd wordt de parel der Peel, doch een andere eeretitel zou spreker er bij willen voegengeboorteplaats van priesters. Binnen en buiten onze Vaderland- sche grenzen zijn immers zoo vele edele zonen als priester in den dienst des Heeren werkzaam, terwijl nu zelfs een zoon van Venray is uitverkoren tot het hooge Bisschopsambt. Spreker deed ons het geheele leven van zijne Excellentie zien, vanaf zijn kinderjaren, die geleid werden door den grooten godsdienstzin zijner brave ouders, zijne studententijd, zijn lecraarstijd aan h«t College te Nij megen, zijn werken en streven als volijverige Missionaris gedurende ruim 20 jaren in het verre Curacao, al hetwelk bekroond werd door zijne uitverkiezing tot Bisschop na een zeer eervolle voordracht voor dit hooge ambt door zijne mede-missionarissen. Een zoo werkzaam leven voor het zielenheil van ontelbaren is voor allen een voorbeeld en Venray mag terecht trots zijn. Spreker eindigde zijne rede, met het verzoek, dat Zijne Excellentie indien het mogelijk is, zou bevot deren dat de Bisschopswijding in onze monumentale Parochiekerk zou geschieden. Na een „Lang zal hij leven" van de Fanfare, dankte Zijne Excellentie zichtbaar aangedaan voor de hem gebrachte hulde, die hij echter niet voor zich aanvaardde, doch geheel terugbracht op den ouden godsdienst zin der Venrayers, die steeds hun priesters hooghouden. Naast God dankte Z. Excellentie zijnen priesterlijken staat aan zijne ouders, wier godsdienstzin Dr. Sala zoo juist geschetst had. Thans zijn er een 70-tal priesters uit Venray in den dienst van God. die even zoo velen getuigen zijn van Venray's katholiciteit. Zijne Excellentie verzocht allen voor hem te willen bidden, opdat hij kracht moge krijgen om het zware Bisschopskruis, Gode welgevallig te dragen. Nadat velen persoonlijk Z. E. ge feliciteerd hadden, terwijl de Fanfare nog musiceerde, gingen allen onder den indruk van het gesprokene huis waarts. Over deze voor Venray zoo eer volle benoeming lezen wij in de Maasbode 't Heeft wel lang geduurd, voor er een opvolger werd benoemd van Mgr. Vuylsteke, die 4 Augustus, Sint Dominicusdag, 1930, overleed. Maar uit Rome werd bepaald, dat de gezamenlijke Dominicanermissiona rissen, die in West-Indië werkzaam zijn, ieder voor ?ich een voordracht mochten opmaken, wie zij 't liefst als opvolger van Mgr. Vuylsteke zagen aangewezen. Als ooit het oude „Vox populi, vox Dei" mag gelden, dan is dit zeker het geval met de benoeming van dezen nieuwen Bisschop van Curasao. Uit deze benoeming blijkt, welk een groote genegenheid en vereering door zijn confraters en medemissiona- risseu dezen bescheiden, heiligen en werkzamen priester wordt toege dragen. Pater Innocentius Verriet werd op 4 November 1880 te Venray ge boren. De plaats van zijn geboorte wees den jongeman, die roeping voor het priesterambt voelde, als van zelf aan waar hij zijn voorbereidende studies zou beginnen. In Venray toch hebben de Paters Franciscanen hun gerenommeerd college voor priester studenten-opleiding en de jonge Ver riet behoorde ongetwijfeld tot de beste leerlingen van zijn tijd, die een groote belofte voor de toekomst in zich droegen. Op achttienjarigen leeftijd trad de jonge Verriet als novice in de Orde der Dominicanen. Een voorbeeldig religieus, een voortreffelijk en veel belovend student, een algemeen ge liefd confrater. Leeraar in Nymcgen. Priester gewijd in 1905, werd hij tot leeraar benoemd aan het Sint Dominicuscoliege te Nijmegen, een taak, die hem ideaal leek en vol komen strookte met den heiligen ijver van zijn priesterhart, een taak, die hij, nog jong, zelf eenmaal schet ste als „geen schooner en verhevener werk dan zijn krachten en talenten te wijden aan de opleiding van jeugdige levieten, die geroepen zijn om zelf eenmaal door woord en voorbeeld een licht der wereld te zijn, om eenmaal als middelaar te staan in Christus' Naam en met Christus' gezag omkleed, tusschen God en de menschen." In deze schoone woorden teekende de jonge Pater Verriet wel zijneigen hooge opvatting van zijn priesterlijke roeping en taak. Slechts drie jaren mocht Pater Verriet als leeraar aan het Sint Dominicuscoliege verbonden zijn met even groote toewijding en ge hoorzaamheid gaf hij gevolg aan het verzoek zijner Oversten om voortaan zijn uitverkoren talenten en zeer ge waardeerde krachten te gaan wijden aan het Dominicaansche missiewerk op Curasao. In de Missie. 16 Mei 1909 kwam Pater Innocen tius op Curasao. De roep van zijn talenten behoefde hem niet vooraf te gaan, hij droeg ze blijkbaar zicht baar mee in zijn toch zoo bescheiden, bijna bedeesde persoonlijkheid. Hij werd allereerst kapelaan te Pietermaai en Otrobanda, daarna geruimen tijd secretaris van den Bis schop. Dan Pastoor te West-Punt en daarna Pastoor te Playa op het eiland Aruba. De beste mensch van de wereld, wijlen Pastoor Saris, een patente 17 Het zijn schandelijke, diploma tieke geheimenissen. En toch, die hebben over het lot van dat heldenvolk beslist, dat wij de Boeren noemen, en dat op de gemeenste, de wraakroepenste wijze, door datzelfde Engeland is veitrapt en uitgemoord. En dat onder de oogen der zich beschaafd noemende wereld neen om ook maar één woord te spreken, tegen zulk verkrachten van alle menschen- en volken rechten. Geen enkele, ik vergis me, onze lieve Koningin heeft het ge- durft, en het heldenstuk bestaan, om voor dat volk op te komen, en onze eerste* minister, de eenige ook onder alle eerste mi nisters. heeft de stem verstaan van het ongelukkig broedervolk. En dat zal Neerland's glorie zijn. Maar wij moeten tot onze lui terugkeeren, en dat heeft haast. Zij gingen aan land, anders immers waren zij er niet geko men, -- maar in de stad, neen, daar wilde Meester Dorrens het niet probeeren, daar was het hem Rotterdammer, die voor enkele jaren plotseling op zijn missiepost gestor ven is. volgde hem op. Maar bij had geen kans om zijn eminenten voor ganger bij de bevolking in de scha duw te stellen. Weet je", placht Pastoor Saris van zijn voorganger te zeggen, „hoe het volk van West-Punt pastoor Verriet noemt Pastoor Ta Bon I" Het woord heeft geen vertaling noodig. "t Moest al heel mis zijo, wilde Pastoor Verriet iemand wat weigeren Van West-Punt werd hij Pastoor te Playa op het eiland Aruba. Dat heeft hem zijn gezondheid gekost. Zijn buurtgenooten getuigen nog bewonderend van hei vele werk, dat hij daar verzet heeft. Was hij, zooals bekend, gul met aalmoezen, „een aalmoes verdwaalt nooit" placht hij te zeggen, nog gul ler was hij met spreken. Het Brood des Levens hetfc hij overvloedig voor zijn voik gebro ken. Voor den biechtstoel was hij altijd te vinden en dat de oprichter van een inlandsche kinderkrant punc tueel was in den catechismus voor de jeugd, spreekt bijna vanzelf. Geen dokter ging zijn zieken af als Pas toor Verriet, hij vergat nimmer een van zijn parachianen. Geen wonder, dat zijn gezondheid er onder moest lijden. „Op een goe den dag" zoo vertelt een zijner buurtgenooten, de oud-Rotterdammer pater Kuypers, pastoor op het aan grenzende Santa Cruz „deelde Pas toor Verriet mij mede, dat hij bin nen eenige weken Aruba zou veria ten om voor ziekte naar Holland te gaan Ik nam 't als gekheid op en zei plagend: „Gelukkig, da's een op ruiming, hoe eerder hoe beier, rie mand zal je missen." Die grap moet hem pijn gedaan hebben, al liet hij niets merken. Toen ik eenige dagen later in de gaten kreeg, dat het wel degelijk ernst wa3, kon ik niet nalaten ver legen en wel pardon te vragen voor dat niet zoo bedoelde onhartelijk en grievend gezegde. „Maar ik wist 't niet", voegde ik er als excuus bij. ..O, dat dacht ik wel was zijn laconieke antwoord. Geen wolkje was er meer aan de lucht. Een paar weken later bracht ik hem naar de bark, in gezelschap van eenige notabelen van Aruba. Schei den doet wee. Passtoor Verriet had Aruba lief, zijn beste krachten en een deel van zijn gezondheid had hij voor Aruba gegeven." Hij is er niet meer terug geweest, maar nog altijd heeft Aruba zijn voorliefde en uitgesproken sympa' thie. „Let er maar eens op, spot Pater Kuypers, hoeveel ruimte er woedt afgestaan in La Union en De Ami- goe; de twee kranten door Pater Verriet geredigeerd aan de Aru bianen Maar hoe heeft Pater Kuypers zijn goeden trouwen missiebuurmau gemist. Hij, die altijd vroolijk was en opgeruimd, altijd eender van hu meur, altijd gastvrij met de bekende jovialiteit van een echten Limbur ger. En daarbij een voorbeeld, dat men niet gaarne missen wou. Afgekeurd in Holland op zijn eerste gedwon gen verlof wachtte hem een groote teleurstelling, op medisch advies werd hij voor de missie afgekeurd, Maar Pater Verriet kon in dit harde vonnis niet berusten. Curasao trok hem met hart en ziel. Tenslotte mocht hij teruggaan, maar op voor waarde. dat hij geen zielzorg meer mocht uitoefenen, niet meer preeken en biechthooren. „God zal ec in voorziendacht hij met Vader Abraham en welge niet pluis, wie weet! of men hem niet zou erkennen, daar kon iemand wezen, die hem vroe ger te Maastricht gezien en ge kend had. Hij had wel gehoord en meer dan eens, dat er van Heer en Meersen en ook van Sint Pieter en Maastricht zelve, enkelen naar Amerika waren verhuisd, en die zouden misschien Meester Dorrens van de Kleine gracht ge kend hebben, en dat on» geen prijs. Dus was het zaak om dieper landwaarts in te gaan en dan heil en geluk te zoekeu en een zaak op te richten. Maar hier in de groote stad werden de voorraden opgedaan en ingeslagen en daarna trok men verder. Amerikaansche practijken, zoo goedkoop mogelijk inslaan, a! was het slecht of min, en dan tegen den hoogst mogelijken prijs van de hand doen, overigens, wilden de klanten niet koopen, zij konden het laten staan, maar moesten ze niet, zoo ver van allen handel, en had men niet de moeite gehad, waren van aller lei aard, zoo ver te transporteeren en hun te koop aan te bieden Dat er een hel, een eeuwigheid, een ziel is, dat deert de Ameri kanen niet, dat alles is afgedaan afgeschud en uitgemaakt, hoe zou men rijk worden, als men aan zijn ziel begon te denken, dan moest men eerlijk en recht schapen zijn, en ja! wel zoo kwam het dat wij weldra in een kleine open vlakte, te midden van eindelooze bosschen, niet ver van de oevers van de Hudson- rivier, een houten huis zagen staan, tamelijk goed gebouwd en hecht, dat van buiten er waarlijk niet slecht uitzag, en dal een schild voerde boven de deur: „Rendors Harril^<". Dat was de naam der nieuwe firma. Wie die Rendor was, dat wist niemand. Het was een zeer bedrijvig, steeds werkzaam man, die bij na niet sprak, maar iedereen met de grootste zorg bediende in zijn winkel, die druk, overdruk beklant was, en die ongeveer alles aanbood, wat een menschen kind maar zoo al noodig kon hebben vooral in een wildernis, zooals die rondom zich uitstrekte. Alle etenswaren verdrongen zich hier om strijd, afwisselend met alle benoodigdheden voor elk huis houden, voor jagers en boeren voor visschers en reizigers, voor mannen, vrouwen en kinde ren, alle keukengerief, niets minder, en akkergereedschap pen incluis. In één woord, het mogelijke en het onmogelijke, het denkbare en hei ondenkbare, een magazijn, een bazar, alles, alles, alles hebbende en biedende, en voor niets bijna alles biedende. moed keerde hij naar Curasao terug. Een werker als Pater Verriet vindt altijd wel weer een andere taak. Zijn taak lag al voor hem gereed toen hij op Curasao terug kwam. Terug als sociaal werker. Onze veel gesmade kolonie begon in die dagen economisch op te leven, vooral door de gelukkige vestiging van de Bataafsche Pater Verriet zag hier zijn taak aangewezen, de orga nisatie van de meestal katholieke arbeiders. Pater Verriet heeft toen prachtig werk gedaan. De R.K. Volksbond kwam hier tot een zeld- zamen opbloei. Maat hij heeft er „bien payé de sa personne." 't Was geen sinecure voor hem, en persoonlijk heeft hij er geen gemakkelijker leven mee ge kregen. In de plaats van zijn vriendelijke pastorie op Aruba kreeg hij nu weer een klein en bekrompen klooster- jcajnertje. Z'n preekstoel slonk tot 'n lessenaar, waarop hij het eigen orgaan voor de arbeiders, de „Union" redigeerde. En toen dat zoo voor treffelijk lukte, kreeg hij er spoedig de redactie van de „Amigoe di Cura^oa" nog bij. En als hij dan na de hitte van den tropischen dag zijn bureautje sluit, waar hij heel alleen heel zijn redactiestaf vertegen woordigt en de zetters en drukkers gaan rusten van hun vermoeiende dagtaak, dan wacht Pater Verriet altijd weer de eene of andere ver gadering met of zonder spreekbeurt. En is dat dan ook niet precies eiken avond, dan toch zeker drie- of vier maal in de week. Waar men in de kolonie wel op eikaars vriendschap en genegenheid moet steunen, beteekende dat voor Pater Verriet altijd opoffering, ver sterving en zelfverloochening. Maar plicht is hem steeds vóór alles gegaan. Als wij dit nu alles overwegen, dan zal 't ons wel be grijpelijk voorkomen, dat waar de paters missionarissen nu zelve in de gelegenheid werden gesteld hun stem uit te brengen op een candidaat voor het hooge bisschopsambt, hun voor keur, liefde en genegenheid eenstem mig zijn uitgegaan naar den man, die, eenvoudig en deemoedig van hart, maar achttienkaraats goud van karakter en gemoed, hen meer dan twintig jaar lang gesticht heeft door zijn pastoralen arbeid, zijn socialen zin, zijn groote menschenkennis, door zijn arbeidslust en toewijding, door zijn wetenschap en eruditie, den man, die zelf zeker nooit het „opus bonum t magnum van het episcopaat'- zou hebben begeerd, maar die door zijn karakter, aanleg, wetenschap en deugd daartoe werd voorgedragen en ge schikt bevonden. Toen tien jaar geleden ter gele genheid van het gouden feest der werkzaamheid der Paters Domini canen op Curasao een keurig ge denkschrift verscheen, was 't ook Pater Verriet, die daar een aanmer kelijk deel toe heeft bijgedragen. Moge 't nu aan Bisschop Verriet vergund zijn aan deze missiegeschie denis een nieuw hoofdstuk toe te voegen, dat van zijn eigen zoo veel belovend, heilbrengend geestelijk be stuur over de hem zoo dierbare vaderlandsche kolonie. Een dosis Foster's Maagpil- len bij het naar bed gaan verschaft 's morgens ge makkelijke en normale ont- f 0.65 per En het was er druk bij Ren dors Harrike, en, wie wai hij Onze lezers, die in rechst- er handelszaken thuis zijn, zullen misschien verwonderd opgezien hebben, hoe dat zoo alles, zonder verdere wettelijkheden en moei lijkheden, zoo maar van stapel loopen kon, en niet zonder reden Tegenwoordig zou men in New- York en omstrekeD, zoo makkelijk niet meer geworden, of de politie zou dien op de hielen zitten en gauw ook. Maar toen, hoewel in Ame rika ook thans nog veel Ameri- kaansch toegaat, en de kleine be drieger door groote, heel groote bedriegers zijn vervangen gewor den, die wel zorgen, dat ze door wetten niet gevat kunnen wor den, en voor de rest een ge weten hebben zoo groot als de stille Zuidzee, en misschien ook zoo stil, in weerwil van de tallooze slachtoffers, die ze ten gronde hebben gericht. Nu dat was een lange tusschen- zin. Maar toen, toen ging het nog geheel anders toe, vooral op eeni gen afstand van de groote mid denpunten van bevolking, hoe meer naar de bosschen, naar het binnenste van het land, hoe vrijer men in zijn doen en laten was, mits men met pistool en ge weer fatsoenlijk kon omgaan, en zijn eigendom met de wapens in gehouden op 20 October 1031 des nam. 3 uur. Voorzitter de heer O. L. P. van de Loo, burgemeester. Secretarisde heer A. F. M. van Haaren. Tegenwoordig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der vergaderingen van 27 Augustus en 1 September ongewijzigd worden vastgesteld. Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 8 getrokken is, zoo dat bij stemmingen in deze vergadering no. 8 der presentielijst, i.e. de heer van Haren, het eerst zijn stem moet uitbrengen. Vervolgens leest de Voorzitter voor het proces-verbaal van kasopname bij den Gemeente-Ontvanger over het derde kwartaal 1931, waaruit blijkt, dat op 18 September 1931 het totaal der inkomsten bedroeg f 703733.475, het totaal der uitgaven f 627805,12, zoodat op 18 Septem ber j.l. in kas was f 75928,35s, Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. De heer Vermeulen wijst op het groote bedrag, dat renteloos op de postrekening staat. De Voorzitter zegt, dat dit gewoonlijk is op het einde van het kwar taal. Dan moet er in verband met de uitbetaling der tractementen, de aflossing der leeningen enz. veel geld aanwezig zijn. De heer Vermeulen zou er toch zoo min mogelijk op zetten. Dit geeft maar renteverlies. De Voorzitter zegt, dat de groote bedragen er in den regel slechts enkele dagen staan. Daarna is aan de orde voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan eener gemeenschappelijke regeling met de gemeenten Helden, Maasbree, Sevenum, Horst, Meerlo en Wanssum inzake ver betering van diverse beken in Noord-Limburg ten westen van de rivier de Maas. De Voorzitter zegt, dat we reeds jaren bezig zijn met de verbetering onzer beken. We hebben dan ook reeds voorloopige plannen gehad, doch deze betroffen slechts de gemeente Venray. Aanvankelijk was hiervan de verdeeling der kosten als volgt1/4 voor het Rijk, 1/4 voor de Provincie, 1/4 door de belanghebbenden en 1/4 door de gemeente. Voor het nieuwe plan, dat geheel Noord-Limburg omvat, worden de kosten geraamd op 450000. Hiervoor betaalt het Rijk f 250000, de Provincie f 125000, terwijl de rest ad f 75000 door de belanghebbenden zal worden bijgedragen. De gemeenten, waaruit werkloozen zullen worden tewerk gesteld, be talen aan het Rijk tecug een nader vast te stellen percentage in de werkloonen, dat telken jare opnieuw wordt vastgesteld en verband houdt met den finantieelen toestand en den omvang der werkloosheid ter plaatse. Later zal een waterschap worden opgericht en dan zullen ook de zijbeken worden verbeterd en hierin worden opgenomen. In de arbeidsloonen voor de verbetering hiervan heeft het Rijk ieeds in beginsel eene bijdrage van 50 pet. toegezegd, terwijl Ged. Staten zullen bevorderen, dat door de Provincie nog 25 pet. bijdrage worde verleend. Voorloopig blijven de gemeenten garant voor de pl.m. f75000, terwijl als er 'n waterschap komt, deze als kosten van inbreng in het water schap worden gebracht. Het waterschap zal dus beginnen met 'n schuld van f 75000, plus wat rente. Dc bedoeling is de gronden in 5 klassen te verdeelen. Voor de be langhebbende eigenaren der gemeente Venray zullen de kosten per H.A, ongeveer bedragen als volgt Voor klasse 1 65 ct. Voor klasse 2 50 ct. Voor klasse 3 35 ct. Voor klasse 4 8 ct. Voor klasse 5 ct. Het grootste aantal H.A. onzer gemeente valt in de vierde klasse, terwijl een vrij groot gedeelte valt in de 5e en 3e klasse. Natuurlijk zijn dit nog slechts globale cijfers en komen daarbij nog de kosten van onderhoud, doch deze zullen eerst van meer belang zijn als ook al een gedeelte der leening is afgelost en dus.de rente lager is. Verder bestaat de mogelijkheid dat, als de zijbeken verbeterd worden, sommige gronden in een hoogere klasse gaan vallen. Het is nu allereerst noodig een gemeenschappelijke regeling tc sluitea met de betrokken gemeenten, waarvan de goedkeuring zeker is. Spreker leest vervolgens het concept besluit voor en zegt, dat de ge meente dus garant moe' blijven voor pl.m. f 30000. Gelet op het groote belang van dit werk ec gezien de groote bij dragen, die te danken is aan de werkloosheid, adviseert spreker, namens B. en W. het voorstel met algemeene stemmen aan te nemen. De heer Millen juicht het plan toe, ook als afgevaardigde van den arbeidersstand. Hij heeft echter gehoord dat aan loon verstrekt wordt f 2.25 per dag. dit i3 dus maar ongeveer f 13,50 per week. Dit loon vindt spreker te laag en hij zou daarom voor willen stellen het te brengen op f 0,35 per uur, dit wordt dan f 16,80 in de week en is toch zeker niet te veel. De Voorzitter zegt, dat in het algemeen geen cijfer genoemd is. Er is gesproken van f 2.— en wellicht f 2,25 per dag. Bovendien worden door het Rijk bij de werk ver schafling bepaalde normen gesteld en nu gaat het toch niet aan, dat de gemeente hier voorwaarden gaat stellen omtrent de loonen. Dit zou gelijk staan met het verwerpen der gemeen schappelijke regeling. Iets anders is, dat overleg gepleegd wordt. Spreker kan echter wel zeggen dat voor deze streek zeker geen hooger gemid deld maximum bij de werkverschafflog geldt dan f 0,28 per uur. De heer Millen meent, dat de Commissie der betrokken burgemeesters de loonen vaststelt en dan is het wel goed, dat die Commissie thans reeds weet, dat de Raad van Venray een weekloon van f 13.50 te laag vindt. De Voorzitter zeg', dat er naar gestreefd zal worden, voorzoover het van de Commissie afhangt, dat een behoorlijk loon gegeven wordt. Spreker is er echter ook van overtuigd, dat voor deze streek geen uur- de hand kon verkoopen en ver dedigen. Maar geld werd er verdiend en grof. en van geweten en eerlijk heid was geen kwestie, men greep wat men krijgen kon, en de ander gaf, wat hij absoluut geven moest. Meester Dorrens was reeds een afgeleerd een uilgelezen Ameri kaan, in de stond, toen hij Amerika betrad, maar weldra was hij zoo uitgeslapen Amerikaansch, dat het moeilijk zou geweest zijn, behendiger de klanten te plukken en veel geld te verdienen en toch de klaudisie te behouden. Aan God en godsdienst, kerk en geweten, dacht hij volstrekt niet meer. En verdienen deed hij veel Hij en zijn vriend Schleicher. Wel had het hem iu den be ginne vreemd geschenen, dat deze laatste zooveel geld had hij hun aankomst, omdat hij zich vroeger wel eens anders had uitgelaten, maar zijn geld was het niet, hij had Engelsch goud, terwijl hij wat hij nog bezat, in Duitsch goud met zich voerde. Maar bij het geringste teeken slechts dat hij gaf, bij het minste woord dat hij sprak, dat maar eenigszins wantrouwend klonk, dan kwam er zulk een rare blik uit de kaltenoogen, dan klauwde hij zoo naar met zijn harige ge- worvelde pooten zich zeiven vast, en dan blafte hij Dorrens zoo kurieus aan, dat dezen alle lust verging, om op dien weg voort te gaan. Hun verstandhouding scheen dan ook de beste, en hun zaken gingen opperbest. Zij breidden ze steeds meer en meer uit. Schleicher ging rond en verkocht veel Dorrens zat thuis en ver kocht niet minder. Met de inkoopen was Schleicher belast. Hij onderhandelde met de groote huizen, hij verkocht ook bij groote- re partijen. Tegen zijn vennoot was hij in schijn de eerlijkheid zelve. Zoo ging het dan ook een paar jaren uitstekend. Men wilde dan ook den klein handel laten waren en in het groot beginnen. Verdienen wat de groothande laars ook verdienen, zaken in hel groot doen, hun zaak over doen, of wel ze door anderen la- len besturen, en niet meer zoo lastig en zoo pieterig werken voor de winst, toen er iets zeer Amerikaansch gebeurde. Van zeer Amerikaansche dingen. Op een vroegen morgen was de edele heer Schleicher weg en verdwenen. Hoe men zocht en wachtte. hij was en bleef weg. Meester Dorrens begon zware vermoedens te krijgen. Hij kwam maar niet terug, en

Peel en Maas | 1931 | | pagina 9