TVf A A
Pater Innocentius Verriet O.P.
benoemd tot Vicaris Apostolicus
en Bisschop van Curasao.
Ia twee werelddeelen
FEUILLETON
Openbare vergadering van den
Raad der gemeente Venray
ZATfiRDAtl 21 NOVOMB3R 1931
Twee en Vijftigste Jaargang No 47
Vrijdagavond ontving men hieruit
Rome de verblijdende tijding, dat
opvolger van wijlen. Mgr. Gregorius
Michael Vuylsteke tot Vicaris Apos
tolicus en Bisschop van Curasao is
benoemd, onze oud-dorpsgenoot de
Zeereerw. Pater Innocentius Verriet
O.P., die sinds 1909 als missionaris
op Curasao werkzaam is.
Zondag bracht Venray's Fanfare
corps eene serenade aan Zijne Excel
lentie Mgr. Vecriet O.P., die bij
zijne familie alhier de vacantie door
brengt.
Een groote menig! e wés saamge-
stroomd voor het huis, waarin Z Exc
thans verblijft. Nadat de Fanfare een
muziekstuk ten uitvoer gebracht had,
nam de President der Fanfare, Dr.
Sala het woord en wees er op, dat
Venray zoo gaarne genoemd wordt
de parel der Peel, doch een andere
eeretitel zou spreker er bij willen
voegengeboorteplaats van priesters.
Binnen en buiten onze Vaderland-
sche grenzen zijn immers zoo vele
edele zonen als priester in den dienst
des Heeren werkzaam, terwijl nu zelfs
een zoon van Venray is uitverkoren
tot het hooge Bisschopsambt.
Spreker deed ons het geheele
leven van zijne Excellentie zien, vanaf
zijn kinderjaren, die geleid werden
door den grooten godsdienstzin zijner
brave ouders, zijne studententijd, zijn
lecraarstijd aan h«t College te Nij
megen, zijn werken en streven als
volijverige Missionaris gedurende
ruim 20 jaren in het verre Curacao,
al hetwelk bekroond werd door zijne
uitverkiezing tot Bisschop na een zeer
eervolle voordracht voor dit hooge
ambt door zijne mede-missionarissen.
Een zoo werkzaam leven voor het
zielenheil van ontelbaren is voor
allen een voorbeeld en Venray mag
terecht trots zijn.
Spreker eindigde zijne rede, met
het verzoek, dat Zijne Excellentie
indien het mogelijk is, zou bevot
deren dat de Bisschopswijding in
onze monumentale Parochiekerk zou
geschieden.
Na een „Lang zal hij leven" van
de Fanfare, dankte Zijne Excellentie
zichtbaar aangedaan voor de hem
gebrachte hulde, die hij echter niet
voor zich aanvaardde, doch geheel
terugbracht op den ouden godsdienst
zin der Venrayers, die steeds hun
priesters hooghouden.
Naast God dankte Z. Excellentie
zijnen priesterlijken staat aan zijne
ouders, wier godsdienstzin Dr. Sala
zoo juist geschetst had. Thans zijn
er een 70-tal priesters uit Venray
in den dienst van God. die even zoo
velen getuigen zijn van Venray's
katholiciteit.
Zijne Excellentie verzocht allen
voor hem te willen bidden, opdat
hij kracht moge krijgen om het zware
Bisschopskruis, Gode welgevallig te
dragen.
Nadat velen persoonlijk Z. E. ge
feliciteerd hadden, terwijl de Fanfare
nog musiceerde, gingen allen onder
den indruk van het gesprokene huis
waarts.
Over deze voor Venray zoo eer
volle benoeming lezen wij in de
Maasbode
't Heeft wel lang geduurd, voor
er een opvolger werd benoemd van
Mgr. Vuylsteke, die 4 Augustus,
Sint Dominicusdag, 1930, overleed.
Maar uit Rome werd bepaald, dat
de gezamenlijke Dominicanermissiona
rissen, die in West-Indië werkzaam
zijn, ieder voor ?ich een voordracht
mochten opmaken, wie zij 't liefst
als opvolger van Mgr. Vuylsteke
zagen aangewezen.
Als ooit het oude „Vox populi,
vox Dei" mag gelden, dan is dit
zeker het geval met de benoeming
van dezen nieuwen Bisschop van
Curasao.
Uit deze benoeming blijkt, welk
een groote genegenheid en vereering
door zijn confraters en medemissiona-
risseu dezen bescheiden, heiligen en
werkzamen priester wordt toege
dragen.
Pater Innocentius Verriet werd op
4 November 1880 te Venray ge
boren. De plaats van zijn geboorte
wees den jongeman, die roeping
voor het priesterambt voelde, als van
zelf aan waar hij zijn voorbereidende
studies zou beginnen. In Venray toch
hebben de Paters Franciscanen hun
gerenommeerd college voor priester
studenten-opleiding en de jonge Ver
riet behoorde ongetwijfeld tot de beste
leerlingen van zijn tijd, die een groote
belofte voor de toekomst in zich
droegen.
Op achttienjarigen leeftijd trad de
jonge Verriet als novice in de Orde
der Dominicanen. Een voorbeeldig
religieus, een voortreffelijk en veel
belovend student, een algemeen ge
liefd confrater.
Leeraar in Nymcgen.
Priester gewijd in 1905, werd hij
tot leeraar benoemd aan het Sint
Dominicuscoliege te Nijmegen, een
taak, die hem ideaal leek en vol
komen strookte met den heiligen
ijver van zijn priesterhart, een taak,
die hij, nog jong, zelf eenmaal schet
ste als „geen schooner en verhevener
werk dan zijn krachten en talenten
te wijden aan de opleiding van
jeugdige levieten, die geroepen zijn
om zelf eenmaal door woord en
voorbeeld een licht der wereld te
zijn, om eenmaal als middelaar te
staan in Christus' Naam en met
Christus' gezag omkleed, tusschen
God en de menschen."
In deze schoone woorden teekende
de jonge Pater Verriet wel zijneigen
hooge opvatting van zijn priesterlijke
roeping en taak.
Slechts drie jaren mocht Pater
Verriet als leeraar aan het Sint
Dominicuscoliege verbonden zijn
met even groote toewijding en ge
hoorzaamheid gaf hij gevolg aan het
verzoek zijner Oversten om voortaan
zijn uitverkoren talenten en zeer ge
waardeerde krachten te gaan wijden
aan het Dominicaansche missiewerk
op Curasao.
In de Missie.
16 Mei 1909 kwam Pater Innocen
tius op Curasao. De roep van zijn
talenten behoefde hem niet vooraf
te gaan, hij droeg ze blijkbaar zicht
baar mee in zijn toch zoo bescheiden,
bijna bedeesde persoonlijkheid.
Hij werd allereerst kapelaan te
Pietermaai en Otrobanda, daarna
geruimen tijd secretaris van den Bis
schop. Dan Pastoor te West-Punt
en daarna Pastoor te Playa op het
eiland Aruba.
De beste mensch van de wereld,
wijlen Pastoor Saris, een patente
17
Het zijn schandelijke, diploma
tieke geheimenissen.
En toch, die hebben over het
lot van dat heldenvolk beslist, dat
wij de Boeren noemen, en dat op
de gemeenste, de wraakroepenste
wijze, door datzelfde Engeland is
veitrapt en uitgemoord.
En dat onder de oogen der
zich beschaafd noemende wereld
neen om ook maar één woord
te spreken, tegen zulk verkrachten
van alle menschen- en volken
rechten.
Geen enkele, ik vergis me,
onze lieve Koningin heeft het ge-
durft, en het heldenstuk bestaan,
om voor dat volk op te komen,
en onze eerste* minister, de
eenige ook onder alle eerste mi
nisters. heeft de stem verstaan
van het ongelukkig broedervolk.
En dat zal Neerland's glorie
zijn.
Maar wij moeten tot onze lui
terugkeeren, en dat heeft haast.
Zij gingen aan land, anders
immers waren zij er niet geko
men, -- maar in de stad, neen,
daar wilde Meester Dorrens het
niet probeeren, daar was het hem
Rotterdammer, die voor enkele jaren
plotseling op zijn missiepost gestor
ven is. volgde hem op. Maar bij had
geen kans om zijn eminenten voor
ganger bij de bevolking in de scha
duw te stellen.
Weet je", placht Pastoor Saris
van zijn voorganger te zeggen, „hoe
het volk van West-Punt pastoor
Verriet noemt Pastoor Ta Bon I"
Het woord heeft geen vertaling
noodig.
"t Moest al heel mis zijo, wilde
Pastoor Verriet iemand wat weigeren
Van West-Punt werd hij Pastoor
te Playa op het eiland Aruba. Dat
heeft hem zijn gezondheid gekost.
Zijn buurtgenooten getuigen nog
bewonderend van hei vele werk,
dat hij daar verzet heeft.
Was hij, zooals bekend, gul met
aalmoezen, „een aalmoes verdwaalt
nooit" placht hij te zeggen, nog gul
ler was hij met spreken.
Het Brood des Levens hetfc hij
overvloedig voor zijn voik gebro
ken. Voor den biechtstoel was hij
altijd te vinden en dat de oprichter
van een inlandsche kinderkrant punc
tueel was in den catechismus voor
de jeugd, spreekt bijna vanzelf. Geen
dokter ging zijn zieken af als Pas
toor Verriet, hij vergat nimmer een
van zijn parachianen.
Geen wonder, dat zijn gezondheid
er onder moest lijden. „Op een goe
den dag" zoo vertelt een zijner
buurtgenooten, de oud-Rotterdammer
pater Kuypers, pastoor op het aan
grenzende Santa Cruz „deelde Pas
toor Verriet mij mede, dat hij bin
nen eenige weken Aruba zou veria
ten om voor ziekte naar Holland te
gaan Ik nam 't als gekheid op en
zei plagend: „Gelukkig, da's een op
ruiming, hoe eerder hoe beier, rie
mand zal je missen."
Die grap moet hem pijn gedaan
hebben, al liet hij niets merken.
Toen ik eenige dagen later in de
gaten kreeg, dat het wel degelijk
ernst wa3, kon ik niet nalaten ver
legen en wel pardon te vragen voor
dat niet zoo bedoelde onhartelijk en
grievend gezegde. „Maar ik wist 't
niet", voegde ik er als excuus bij.
..O, dat dacht ik wel was zijn
laconieke antwoord. Geen wolkje
was er meer aan de lucht.
Een paar weken later bracht ik
hem naar de bark, in gezelschap van
eenige notabelen van Aruba. Schei
den doet wee. Passtoor Verriet had
Aruba lief, zijn beste krachten en
een deel van zijn gezondheid had hij
voor Aruba gegeven."
Hij is er niet meer terug geweest,
maar nog altijd heeft Aruba zijn
voorliefde en uitgesproken sympa'
thie.
„Let er maar eens op, spot Pater
Kuypers, hoeveel ruimte er woedt
afgestaan in La Union en De Ami-
goe; de twee kranten door Pater
Verriet geredigeerd aan de Aru
bianen
Maar hoe heeft Pater Kuypers
zijn goeden trouwen missiebuurmau
gemist. Hij, die altijd vroolijk was
en opgeruimd, altijd eender van hu
meur, altijd gastvrij met de bekende
jovialiteit van een echten Limbur
ger. En daarbij een voorbeeld, dat
men niet gaarne missen wou.
Afgekeurd
in Holland op zijn eerste gedwon
gen verlof wachtte hem een groote
teleurstelling, op medisch advies
werd hij voor de missie afgekeurd,
Maar Pater Verriet kon in dit harde
vonnis niet berusten. Curasao trok
hem met hart en ziel. Tenslotte
mocht hij teruggaan, maar op voor
waarde. dat hij geen zielzorg meer
mocht uitoefenen, niet meer preeken
en biechthooren.
„God zal ec in voorziendacht
hij met Vader Abraham en welge
niet pluis, wie weet! of men
hem niet zou erkennen, daar
kon iemand wezen, die hem vroe
ger te Maastricht gezien en ge
kend had.
Hij had wel gehoord en meer
dan eens, dat er van Heer en
Meersen en ook van Sint Pieter
en Maastricht zelve, enkelen naar
Amerika waren verhuisd, en
die zouden misschien Meester
Dorrens van de Kleine gracht ge
kend hebben, en dat on» geen
prijs.
Dus was het zaak om dieper
landwaarts in te gaan en dan
heil en geluk te zoekeu en een
zaak op te richten.
Maar hier in de groote stad
werden de voorraden opgedaan en
ingeslagen en daarna trok men
verder.
Amerikaansche practijken,
zoo goedkoop mogelijk inslaan,
a! was het slecht of min, en dan
tegen den hoogst mogelijken prijs
van de hand doen, overigens,
wilden de klanten niet koopen, zij
konden het laten staan, maar
moesten ze niet, zoo ver van
allen handel, en had men niet
de moeite gehad, waren van aller
lei aard, zoo ver te transporteeren
en hun te koop aan te bieden
Dat er een hel, een eeuwigheid,
een ziel is, dat deert de Ameri
kanen niet, dat alles is afgedaan
afgeschud en uitgemaakt, hoe
zou men rijk worden, als men
aan zijn ziel begon te denken,
dan moest men eerlijk en recht
schapen zijn, en ja! wel zoo
kwam het dat wij weldra in een
kleine open vlakte, te midden
van eindelooze bosschen, niet ver
van de oevers van de Hudson-
rivier, een houten huis zagen
staan, tamelijk goed gebouwd
en hecht, dat van buiten er
waarlijk niet slecht uitzag, en
dal een schild voerde boven de
deur: „Rendors Harril^<".
Dat was de naam der nieuwe
firma. Wie die Rendor was, dat
wist niemand.
Het was een zeer bedrijvig,
steeds werkzaam man, die bij
na niet sprak, maar iedereen
met de grootste zorg bediende in
zijn winkel, die druk, overdruk
beklant was, en die ongeveer alles
aanbood, wat een menschen kind
maar zoo al noodig kon hebben
vooral in een wildernis, zooals
die rondom zich uitstrekte.
Alle etenswaren verdrongen zich
hier om strijd, afwisselend met
alle benoodigdheden voor elk huis
houden, voor jagers en boeren
voor visschers en reizigers,
voor mannen, vrouwen en kinde
ren, alle keukengerief, niets
minder, en akkergereedschap
pen incluis.
In één woord, het mogelijke en
het onmogelijke, het denkbare en
hei ondenkbare, een magazijn,
een bazar, alles, alles, alles
hebbende en biedende, en voor
niets bijna alles biedende.
moed keerde hij naar Curasao terug.
Een werker als Pater Verriet vindt
altijd wel weer een andere taak.
Zijn taak lag al voor hem gereed
toen hij op Curasao terug kwam.
Terug als sociaal werker.
Onze veel gesmade kolonie begon
in die dagen economisch op te leven,
vooral door de gelukkige vestiging
van de Bataafsche Pater Verriet zag
hier zijn taak aangewezen, de orga
nisatie van de meestal katholieke
arbeiders. Pater Verriet heeft toen
prachtig werk gedaan. De R.K.
Volksbond kwam hier tot een zeld-
zamen opbloei.
Maat hij heeft er „bien payé de
sa personne." 't Was geen sinecure
voor hem, en persoonlijk heeft hij er
geen gemakkelijker leven mee ge
kregen.
In de plaats van zijn vriendelijke
pastorie op Aruba kreeg hij nu weer
een klein en bekrompen klooster-
jcajnertje. Z'n preekstoel slonk tot
'n lessenaar, waarop hij het eigen
orgaan voor de arbeiders, de „Union"
redigeerde. En toen dat zoo voor
treffelijk lukte, kreeg hij er spoedig
de redactie van de „Amigoe di
Cura^oa" nog bij. En als hij dan
na de hitte van den tropischen dag
zijn bureautje sluit, waar hij heel
alleen heel zijn redactiestaf vertegen
woordigt en de zetters en drukkers
gaan rusten van hun vermoeiende
dagtaak, dan wacht Pater Verriet
altijd weer de eene of andere ver
gadering met of zonder spreekbeurt.
En is dat dan ook niet precies eiken
avond, dan toch zeker drie- of vier
maal in de week.
Waar men in de kolonie wel op
eikaars vriendschap en genegenheid
moet steunen, beteekende dat voor
Pater Verriet altijd opoffering, ver
sterving en zelfverloochening.
Maar plicht is hem steeds vóór
alles gegaan. Als wij dit nu alles
overwegen, dan zal 't ons wel be
grijpelijk voorkomen, dat waar de
paters missionarissen nu zelve in de
gelegenheid werden gesteld hun stem
uit te brengen op een candidaat voor
het hooge bisschopsambt, hun voor
keur, liefde en genegenheid eenstem
mig zijn uitgegaan naar den man,
die, eenvoudig en deemoedig van
hart, maar achttienkaraats goud van
karakter en gemoed, hen meer dan
twintig jaar lang gesticht heeft door
zijn pastoralen arbeid, zijn socialen
zin, zijn groote menschenkennis, door
zijn arbeidslust en toewijding, door
zijn wetenschap en eruditie, den man,
die zelf zeker nooit het „opus bonum
t magnum van het episcopaat'- zou
hebben begeerd, maar die door zijn
karakter, aanleg, wetenschap en deugd
daartoe werd voorgedragen en ge
schikt bevonden.
Toen tien jaar geleden ter gele
genheid van het gouden feest der
werkzaamheid der Paters Domini
canen op Curasao een keurig ge
denkschrift verscheen, was 't ook
Pater Verriet, die daar een aanmer
kelijk deel toe heeft bijgedragen.
Moge 't nu aan Bisschop Verriet
vergund zijn aan deze missiegeschie
denis een nieuw hoofdstuk toe te
voegen, dat van zijn eigen zoo veel
belovend, heilbrengend geestelijk be
stuur over de hem zoo dierbare
vaderlandsche kolonie.
Een dosis Foster's Maagpil-
len bij het naar bed gaan
verschaft 's morgens ge
makkelijke en normale ont-
f 0.65 per
En het was er druk bij Ren
dors Harrike, en, wie wai
hij
Onze lezers, die in rechst- er
handelszaken thuis zijn, zullen
misschien verwonderd opgezien
hebben, hoe dat zoo alles, zonder
verdere wettelijkheden en moei
lijkheden, zoo maar van stapel
loopen kon, en niet zonder reden
Tegenwoordig zou men in New-
York en omstrekeD, zoo makkelijk
niet meer geworden, of de politie
zou dien op de hielen zitten en
gauw ook.
Maar toen, hoewel in Ame
rika ook thans nog veel Ameri-
kaansch toegaat, en de kleine be
drieger door groote, heel groote
bedriegers zijn vervangen gewor
den, die wel zorgen, dat ze door
wetten niet gevat kunnen wor
den, en voor de rest een ge
weten hebben zoo groot als de
stille Zuidzee, en misschien
ook zoo stil, in weerwil van de
tallooze slachtoffers, die ze ten
gronde hebben gericht.
Nu dat was een lange tusschen-
zin.
Maar toen, toen ging het nog
geheel anders toe, vooral op eeni
gen afstand van de groote mid
denpunten van bevolking, hoe
meer naar de bosschen, naar het
binnenste van het land, hoe
vrijer men in zijn doen en laten
was, mits men met pistool en ge
weer fatsoenlijk kon omgaan, en
zijn eigendom met de wapens in
gehouden op 20 October 1031 des nam. 3 uur.
Voorzitter de heer O. L. P. van de Loo, burgemeester.
Secretarisde heer A. F. M. van Haaren.
Tegenwoordig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der
vergaderingen van 27 Augustus en 1 September ongewijzigd worden
vastgesteld.
Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 8 getrokken is, zoo
dat bij stemmingen in deze vergadering no. 8 der presentielijst, i.e. de
heer van Haren, het eerst zijn stem moet uitbrengen.
Vervolgens leest de Voorzitter voor het proces-verbaal van kasopname
bij den Gemeente-Ontvanger over het derde kwartaal 1931, waaruit
blijkt, dat op 18 September 1931 het totaal der inkomsten bedroeg
f 703733.475, het totaal der uitgaven f 627805,12, zoodat op 18 Septem
ber j.l. in kas was f 75928,35s,
Dit wordt voor kennisgeving aangenomen.
De heer Vermeulen wijst op het groote bedrag, dat renteloos op de
postrekening staat.
De Voorzitter zegt, dat dit gewoonlijk is op het einde van het kwar
taal. Dan moet er in verband met de uitbetaling der tractementen, de
aflossing der leeningen enz. veel geld aanwezig zijn.
De heer Vermeulen zou er toch zoo min mogelijk op zetten. Dit
geeft maar renteverlies.
De Voorzitter zegt, dat de groote bedragen er in den regel slechts
enkele dagen staan.
Daarna is aan de orde voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het aangaan eener gemeenschappelijke regeling met de gemeenten
Helden, Maasbree, Sevenum, Horst, Meerlo en Wanssum inzake ver
betering van diverse beken in Noord-Limburg ten westen van de rivier
de Maas.
De Voorzitter zegt, dat we reeds jaren bezig zijn met de verbetering
onzer beken. We hebben dan ook reeds voorloopige plannen gehad,
doch deze betroffen slechts de gemeente Venray. Aanvankelijk was
hiervan de verdeeling der kosten als volgt1/4 voor het Rijk, 1/4 voor
de Provincie, 1/4 door de belanghebbenden en 1/4 door de gemeente.
Voor het nieuwe plan, dat geheel Noord-Limburg omvat, worden de
kosten geraamd op 450000. Hiervoor betaalt het Rijk f 250000, de
Provincie f 125000, terwijl de rest ad f 75000 door de belanghebbenden
zal worden bijgedragen.
De gemeenten, waaruit werkloozen zullen worden tewerk gesteld, be
talen aan het Rijk tecug een nader vast te stellen percentage in de
werkloonen, dat telken jare opnieuw wordt vastgesteld en verband houdt
met den finantieelen toestand en den omvang der werkloosheid ter
plaatse.
Later zal een waterschap worden opgericht en dan zullen ook de
zijbeken worden verbeterd en hierin worden opgenomen.
In de arbeidsloonen voor de verbetering hiervan heeft het Rijk ieeds
in beginsel eene bijdrage van 50 pet. toegezegd, terwijl Ged. Staten
zullen bevorderen, dat door de Provincie nog 25 pet. bijdrage worde
verleend.
Voorloopig blijven de gemeenten garant voor de pl.m. f75000, terwijl
als er 'n waterschap komt, deze als kosten van inbreng in het water
schap worden gebracht. Het waterschap zal dus beginnen met 'n schuld
van f 75000, plus wat rente.
Dc bedoeling is de gronden in 5 klassen te verdeelen. Voor de be
langhebbende eigenaren der gemeente Venray zullen de kosten per H.A,
ongeveer bedragen als volgt
Voor klasse 1 65 ct. Voor klasse 2 50 ct.
Voor klasse 3 35 ct. Voor klasse 4 8 ct.
Voor klasse 5 ct.
Het grootste aantal H.A. onzer gemeente valt in de vierde klasse,
terwijl een vrij groot gedeelte valt in de 5e en 3e klasse.
Natuurlijk zijn dit nog slechts globale cijfers en komen daarbij nog
de kosten van onderhoud, doch deze zullen eerst van meer belang zijn
als ook al een gedeelte der leening is afgelost en dus.de rente lager is.
Verder bestaat de mogelijkheid dat, als de zijbeken verbeterd worden,
sommige gronden in een hoogere klasse gaan vallen.
Het is nu allereerst noodig een gemeenschappelijke regeling tc sluitea
met de betrokken gemeenten, waarvan de goedkeuring zeker is.
Spreker leest vervolgens het concept besluit voor en zegt, dat de ge
meente dus garant moe' blijven voor pl.m. f 30000.
Gelet op het groote belang van dit werk ec gezien de groote bij
dragen, die te danken is aan de werkloosheid, adviseert spreker, namens
B. en W. het voorstel met algemeene stemmen aan te nemen.
De heer Millen juicht het plan toe, ook als afgevaardigde van den
arbeidersstand. Hij heeft echter gehoord dat aan loon verstrekt wordt
f 2.25 per dag. dit i3 dus maar ongeveer f 13,50 per week. Dit loon
vindt spreker te laag en hij zou daarom voor willen stellen het te
brengen op f 0,35 per uur, dit wordt dan f 16,80 in de week en is toch
zeker niet te veel.
De Voorzitter zegt, dat in het algemeen geen cijfer genoemd is. Er
is gesproken van f 2.— en wellicht f 2,25 per dag. Bovendien worden
door het Rijk bij de werk ver schafling bepaalde normen gesteld en nu
gaat het toch niet aan, dat de gemeente hier voorwaarden gaat stellen
omtrent de loonen. Dit zou gelijk staan met het verwerpen der gemeen
schappelijke regeling. Iets anders is, dat overleg gepleegd wordt. Spreker
kan echter wel zeggen dat voor deze streek zeker geen hooger gemid
deld maximum bij de werkverschafflog geldt dan f 0,28 per uur.
De heer Millen meent, dat de Commissie der betrokken burgemeesters
de loonen vaststelt en dan is het wel goed, dat die Commissie thans
reeds weet, dat de Raad van Venray een weekloon van f 13.50 te laag
vindt.
De Voorzitter zeg', dat er naar gestreefd zal worden, voorzoover het
van de Commissie afhangt, dat een behoorlijk loon gegeven wordt.
Spreker is er echter ook van overtuigd, dat voor deze streek geen uur-
de hand kon verkoopen en ver
dedigen.
Maar geld werd er verdiend en
grof. en van geweten en eerlijk
heid was geen kwestie, men greep
wat men krijgen kon, en de ander
gaf, wat hij absoluut geven moest.
Meester Dorrens was reeds een
afgeleerd een uilgelezen Ameri
kaan, in de stond, toen hij Amerika
betrad, maar weldra was hij zoo
uitgeslapen Amerikaansch, dat
het moeilijk zou geweest zijn,
behendiger de klanten te plukken
en veel geld te verdienen en toch
de klaudisie te behouden.
Aan God en godsdienst, kerk
en geweten, dacht hij volstrekt
niet meer.
En verdienen deed hij veel
Hij en zijn vriend Schleicher.
Wel had het hem iu den be
ginne vreemd geschenen, dat deze
laatste zooveel geld had hij hun
aankomst, omdat hij zich vroeger
wel eens anders had uitgelaten,
maar zijn geld was het niet, hij
had Engelsch goud, terwijl hij
wat hij nog bezat, in Duitsch goud
met zich voerde.
Maar bij het geringste teeken
slechts dat hij gaf, bij het minste
woord dat hij sprak, dat maar
eenigszins wantrouwend klonk,
dan kwam er zulk een rare blik
uit de kaltenoogen, dan klauwde
hij zoo naar met zijn harige ge-
worvelde pooten zich zeiven vast,
en dan blafte hij Dorrens zoo
kurieus aan, dat dezen alle lust
verging, om op dien weg voort te
gaan.
Hun verstandhouding scheen
dan ook de beste, en hun zaken
gingen opperbest.
Zij breidden ze steeds meer en
meer uit.
Schleicher ging rond en verkocht
veel Dorrens zat thuis en ver
kocht niet minder.
Met de inkoopen was Schleicher
belast.
Hij onderhandelde met de groote
huizen, hij verkocht ook bij groote-
re partijen.
Tegen zijn vennoot was hij in
schijn de eerlijkheid zelve.
Zoo ging het dan ook een paar
jaren uitstekend.
Men wilde dan ook den klein
handel laten waren en in het
groot beginnen.
Verdienen wat de groothande
laars ook verdienen, zaken in
hel groot doen, hun zaak over
doen, of wel ze door anderen la-
len besturen, en niet meer zoo
lastig en zoo pieterig werken voor
de winst, toen er iets zeer
Amerikaansch gebeurde.
Van zeer Amerikaansche dingen.
Op een vroegen morgen was de
edele heer Schleicher weg en
verdwenen.
Hoe men zocht en wachtte.
hij was en bleef weg.
Meester Dorrens begon zware
vermoedens te krijgen.
Hij kwam maar niet terug, en