sanatogen Tweed© Blad van WPEEL EN MAAS" Ia twee werelddaelen Zenuwklachten Peelherinneringen FEUILL&ToN Wat leert Spanje ons. Een kijkje in het Russische abattoir. Opgeruimdheid. verwin ZATERDAG 31 OCTOBER 1931 Twee en Vijftigste Jaargang No 44 door A. F. VAN BEURDEN. Er is ook in den ouden tijd dik wijls gesproken over het on ginnen der groote Peel. die daar als een groote scheiding der Brabanders en Limburgers, der stammen die met hard werken en ploeteren hun kostje aan den zuren grond moesten af bedelen en de band van Kesselschen die betere beekweiden en bouwgron den ge/onden hadden. Men schreef er brochures over, maar daar bleef het bij. Toch trachten de Meijerijers en de Maaskanters de schijnbaar on vruchtbare Peel, die daar zoo troos teloos lag. in hun bedrijf in te schakelen. Wat van der Grint voor de Peel deed behoeven wij niet te herinneren. Wij spreken hier alleen over de exploitatie door de bevol king, dus door de omwonenden. Men haalde er turf onder toezicht der gemeentebesturen, die eeuwen geleden van hunne Opperbeeren de uitgestrekte gronden, ieder tegen zijn grond ten geschenke hadden gekre gen. Men haalde het hoogveen er af en exploiteerde hier en daar zoo ongelukkig en zoo onregelmatig, dat er langer hoe meer gaten en kuilen ontstonden, welke dan van zelf maar weer dicht moesten groeien. Toen deze particuliere verveeningen in het begin dezer eeuw opgemeten werden en op kaart gesteld, had de afbeelding of plattegrond den vorm eener reuzenzaag. Dat deze exploitatie dikwijls aanleiding gaf tot felle twis ten, valt wel aan te nemen, want de Peel beschouwde iedereen zoo wat als niemandsland. Het plaggen halen was feitelijk wel verboden, maar iedereen deed het. Een paar keeren in het jaar trok iedere boer, zelfs van uit de Maasdorpen de Peel in met een kar door hekjes afgeschoten, om maar zooveel mogelijk te kunnen laden. In den rosdoek onder de kar, had de boer voor zijn proviand een grooten spekkoek en voor het paard de noodige haver enhaksel geborgen. Hij had klompen bij zich, om warme voeten te houden en had een ouden blauwen keel aangetrokken, want in de Peel kon de wind scherp waaien. Bij regenbuien, die men ver genoeg kon zien aankomen, kroop hij onder de kar, terwijl het losse paard, zoo veel mogelijk achter de kar uit den wind gezet werd. Zoo zag men dan hier en daar, dikwijls ver van ééo, de turfhalers den reeds vroeger te drogen gezetten turf meenemen tot winterbrand. Iedere gemeente beheerde haar Peel op de eigen manier, zooals dat het voordeeligst en het best uitkwam, éénheid was er niet. Zelfs in de alleroudste stukken worden slechts enkele voorschriften gegeven, om een bederven der Peelqronden te voorkomen, maar de Peelpoiiiie was gering in aantal, slecht bewapend, kende alle Peclgebruikers niet het te bewaken gebied lag bovendien ver van huis. was onherbergzaam, slecht toegankelijk, zoodat de peelschutten liever om en bij huis waren dan in 't turfland. De Peel bevatte natuurlijk vele lage gedeelten, vennen en moerassen of zompen, maar ook wel hoogvlak ten, waar de klokheide welig tierde en zandbanken bij hun witte koppen jeneverbesstruiken droegen, die er in de verte als stilstaande kabouters uitzagen. Dat bracht althans eenige afwisseling voor het rondwarende oog. Die wijde heidevelden lieten de boeren, die in de randdorpjes en gehuchten de met riet en stroogedekte woningen bewoonden geen rust, ze 14 Men zog ze dikwijls bij elkan der. De vreemdeling was iels als de lange Amerikam in het klein. Hij had ook beenen, ook dun ne, ook klarinetten beenen, ook iets zeer inperlinenls, blond en slank ook, kleine oogjes, kattenoogjes, geen lippen maar des te meer mond, twee smalle, dunne, vezelachtige bakkebaardjes, die er uitzagen als buiten dienst gestelde tandenborsteltjes, versier den de wangen, van aan de sla pen tot ongeveer aan de kaak. Het gezicht was eigenlijk een driehoek, waarvan de kin, de ui tersle punt vormde en de lange smalle bakkebaarden, die tot bijna aan den mond reikten, zagen er uit, als kwijnend kreupelhout bij een half uitgedroogden greppel. Iels mogen wij echter volstrekt niet vergeten, dat waren zijn on gelooflijk lange, smalle handen, vingers en voeten want die waren erg opmerkenswaardig de vingers stonden bijna krom, zoo klauw- of grijpachtig, dal men er bang van was, zooals voor zonden er schapen op, en ook de boeren in de groote dorpen volgden hun voorbeeld, terwijl de schapen houders zich bijzonder voor die goed- koope weidegronden interesseerden. Wordt vervolgd. Wie zich aan een ander spiegelt.. Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht, zegt het Neder- landsche spreekwoord. Dat wil zeggen: hij kan daardoor leeren zich intijds voor veel onge lukken te behoeden, zijn voorzorgen te nemen enz. En zoo moeten wc ons maar eens spiegelen aan Spanje. Wie de kranten geregeld bijhoudt, die weet, dat daar rare dingen staan te gebeuren. Eerst de (onbloedige) revolutie toen de republiek met een regeering, die wel goed wilde en nu hebben eindelijk de meer radicale en meer anti-godsdienstige menschen de re geering in handen genomen en dreigen nu met een vervolging van Je religieuze zullen het onderwijs ongodsdienstig maken enz. enz. Hoe kan dat alles in een land, dat Katholiek wordt genoemd Men zegt wel eenseen volk krijgt de regeerders, welke het ver dient. De Katholieken in Spanje schijnen voor een groot deel zelf de schuld er aan te zijn, dat de toestand zóó is. Natuurlijk, want die regeerders, die leden van de Cortes (wat bij ons de Ilde Kamer is) hebben ze toch zelf gekozen. Dus de Katholieken ^an Spanje hebben niet geleerd om intijds hun stembiljet goed te gebruiken. Maar daar zijn we niet verder mee. We kunnen vragen hoe komt bet, dat ze hun stembiljet niet goed hebben gebruikt Omdat ze niet voldoende zijn op gevoed in deze gedachte dat men, altijd en overal Katholiek moei zijn. Voor zoover ze aan de gods dienstige opvoeding hebben gedaan (en ook dat zelfs heeft, vooral in de groote steden, zeer veel te wenschen overgelaten) voor zoover ze aan de godsdienstige opvoeding hebben ge daan, is die opvoeding heel eenzijdig geweest, maar aan één kant, om het zoo eens te noemen. Ze hebben niet of niet genoeg geijverd voor een Katholieke pers, en de on- of anti-godsdienstige pers heeft de idieeën der menschen ver giftigd. Ze hebben niet of niet genoeg geijverd voor het Katholieke ver- eenigingsleven en de socialistische en communistische organisatoren hebben nu de leiding onder hec arbeidende volk. De rijken en groot-grondbezitters en industrieelen hebben zich van de pauselijke encyclieken over het Sociale Vraagstuk niets aangetrokken nu zullen ze met geweld gedwongen worden het heelemaal af te geven, wat vroeger voor een gedeelte hun christelijke plicht wasen, indien ze dar intijds gedaan hadden, veel zou hebben voorkomen, wat nu de revo lutie tot het uiterste doordrijft. Maar het is in de heele geschiedenis zoo geweest, en het schijnt, helaas, altijd zoo te zullen blijven er zijn men schen, ook zelfs onder de Katho lieken, die niet schijnen te (willen) leeren dan door een... Revolutie I De Spanjaarden hebben niet ge noeg gedaan aan Katholieke actie naar buiten, aan doelbewust en ge organiseerd optreden tegen de ver derfelijke machten, welke toch al jaren lang godsdienst en gezag de pooten van een spin en zij waren altijd vocht en nat en gaven bij het aanraken of druk ken der hand het gevoel een kik- vorsch aangeraakt te hebben. Hij was er ook wel iets ver legen mee en verborg ze in de broekzakken, of stak ze met een gevoel van welgeplaatste schaamte kruiselings over elkander tusschen vest en rok, alsof hij zich zeiven klauwde, bij gebrek aan anderen, tot onder de armen, Over iets had hij zeker zich te schamen. Over wat? dat was een geheim, dat za8gt ge aan alles, dat lag in oog en blik, aan hou ding, aanstem, aan alles. In 't leven van dien man haperde iets. Dat was zeker. Nu aan het leven van Meester Dorrens haperde ook wel iets en veel. Dus hadden zij zich /niels te verwijten. Maar deze jonge Duitscher. een aspirant-Amerikaan, was nog meer Amerikaan dan de lange uit de „drie Moriaentjps", hij scheen een leeraar in Amerikaansche dingen te zijn, opzettelijk gemaakt om de Amerikaansche opvoeding van Dorrens te volmaken. Een Amerikaansche opvoeding is iets geheel bijzonders. De begrippen van eerlijkheid en oprechtheid en goede trouw, zijn tamelijk verward in dat opvoedings systeem, nog erger dan Noord- en Zuid-Amerika, in de beenen ma- ondermijnden. Het godsdienstonderricht, schijnt zeer veel verwaarloosd te zijn de zielzorg door al te groote en te weinig parochies niet intentief genoeg; te massaal, zoodat er geen contact was tusschen priester en volk en een groot gedeelte van de Kerk ver vreemde. Men heeft voortgeteerd op een eeuwenoude sleur, op „dat het toch altijd zoo geweest is", niet vermoe dende, dat ondertusschen de tering van een kwijnend Katholicisme plot seling het bloed der revolutie zou opgeven als een teeken van zijn innerlijke zwakte. Door al die oorzaken, en nog veel meer, is het mogelijk, dat een land, dat eeuwen'ang als Katholiek bekend heeft gestaan, nu zal geregeerd worden door een handvol anci-gods- diensiige menschen, al hebben we hoop, dat er een groeiend verzet zal komen. Want al is de toestand er over het algemeen treurig te noemen, we gelooven, dat een eigenlijke Kerkvervolging, zooals b.v. in Mexico eenige jaren geleden, in Spanje toch nog wel niet mogelijk zal zijn. Wat leert Spanje ons Spanje leert ons deze eene groote waarheid, dat de godsdienst niet iets is voor de Kerk en de binnenkamer, maar dat de godsdienst alle uitingen van het menschelijk leven moet doordringen. Eigen Katholieke pers, eigen Ka tholieke school, eigen Katholieke radio, eigen Katholieke vereenigingen, eigen Katholieke Kamerleden enz., eigen Katholieke Universiteit. kortom. Katholieke actie overal en altijd, waar dat pas geeft en waai de godsdienst recht van meespreken heeft. Dat zal onze sterkte zijn en onze sterkte blijven. En wie daar onder de Katholieken niet aan meedoet, wie op een of ander terrein (van de opgenoemde) de Katholieke actie niet steunt, of erger nog, de niet-Katholieke actie steunt (in pers, radio, enz.) bij werkt mee aan de revolutie. Hij steekt den dolk in den rug van zijn mede-Katholieken, die op het voor plan vechten. Hij is een verrader en lafaard. En verraders en lafaards hebben we altijd te veel. En zeker in onzen tijd Wat leert Spanje ons nog meer? Spanje leere ons de kracht van het, gebed. Z. H. Paus Pius XI heeft op het feest van Christus Koning (Zondag 25 October) een gebedsactie voor geschreven in Spanje en heel de wereld verzocht daaraan mee te doen. Door het gebed wordt Gods s'ar'cen arm bewegen. Moge de gewetens in Spanje wor den wakker geschud. Moge de goede Katholieken christelijke kracht en wijsheid vinden om de ergste rampen af te wenden en zich door een stevige organisatie langzaam maar zeker doen gelden. Bidden we tot Maria als de „Hulp der Christenen. Reeds meermalen in de geschiedenis is Maria onder dezen titel aange roepen en heett zij door hare rnach- ige voorspraak groote rampen van Europa afgewend. Wat de geschiedenis ons leert, is altijd zeer leerzaam Hulp der Christenen, bid voor de wereld. Hulp der Christenen, bid voor Europa. Hulp der Christenen, bid voor Spanje. Hulp der Chistenen, bid voor ons. nouvers van den Lange. Dat waren kleinigheden welke de Heer Schleicher, zoo heetle de Pruis, zoo ruim gepootte, ge- voete, gemonde. al languit de wereld had geklauwd, en onder zijn armen in welbezorgde bewa ring had gesteld. Iels dat Meester Dorrens niet heel klaar wilde worden, dat was het waarom" dat dit heerschap naar de Nieuwe Wereld trok, hij sprak altijd van het lot, het noodlot, het ongeluk, enz. maar Dorrens wist niet waarom hij zich dat lot voorstelde, met een helm, een pickelhaube op, en in blauwe jas met blinkende knoopen, zooals de politieagenten in de meeste Duitsche sleden. Dan grinnikte hij wel in zich zei ven en scïu.dde bedenkelijk het hoofd. Schleicher noemde dan met kleinigheden opruimen, en kwam dan gewoonlijk met„Zulke din gen hinderen groote geesten niet." Meester Dorrens verloor in deze school, in dit gezelschap nog de laatste resljens van rechtschapen heid en eerlijkheid. Zijn geweten had ruim schip gemaakt. Nog een beetje oefening, en hij was over alles heen. Trouwens, de Duitscher klauw de zoo alles weg in figuurlijke zin. „Kom kom I vriend," en hij keek hem met zijn kleine oogje,s, die hij ook nog half dichtkneep, In een paar jaar werden in Theo- doria in de Krim 7500 personen gefusileerd. in Simferopol 12000 in Sebastopol 9000 in Jaffa 5000. In Theodoria fusileejrde men 3 schooljongens, 4 schoolgaande meis jes van 15 jaar, dokter Koudrini, zijn vrouw, twee andere medici en 17 ziekenverpleegsters. In een jaar werden in de Krim 100.000 menschen van kant gemaakt. De Jood Bela Kun bad de leiding. Te Lipka werden 272 gewonden en zieken afgemaakt. Te Piatigorsk werden de gegijsel- den naar het kerkhof gevoerd met de handen op den rug gebonden. Ze moesten knielen voor den gemeen- schappelijken kuil. Men brak ze eerst armen en beenen, men sneed ze eerst den neus af men verbrijzelde eerst de tanden men sneed eerst den buik open. Ondertusschen werden ze nog en passant afgeranseld met gummistokken Te Odessa werden officieren op de sfoomer „Sinope" met kettingen aan balken geketend en zoo neerge legd bij den gloeienden stoomketel en langzaam geroosterd. 400 andere officieren werden ge dood door ze bloot te stellen aan den gloeienden stroom, afgewisseld met stroomen lucht op vriestempe ratuur. De Tcheka doodt ook door giftige gassen door het laatste slachtoffer levend op te sluiten in de kist waarin de dooden lagen. Een half uur daarna opent men de kist, ondervraagt den stervende en als het antwoord niet bevredigend is, begint men opnieuw tot de dood volgt. Te Kief, onder de dictatuur van Latsis zijn adjudant, een Jood met den naam „Roses", werden 12000 gedood. De buizen waarin deze legers van menschen afgemaakt werden, werden genoemd „Boynia" is abattoir. Zoo zijn er 16 te Kief. Men doodde van 's morgens tot 's avonds. Op een dag werden 127 personen geslacht in huis No. 5 van de Sado- vajastraat, 100 in de tuinen van de Tcheka, 70 in de Jeretotzkajastraat. De gevangenen waren met 15 tot 20 personen opgeslpten in cellen van 4 bij 2 meter. De Tchekisten omsingelden op sommige dagen heele wijken en or ganiseerde jachtpartijen. Vele men schen werden krankzinnig van den doorgestanen angst, omdat ze te veel gezien haddenen te veel wisten. Dc aanvoerders namen als schijf voor hun schietoefening een jongen van 18 jaar, aan een boom gebonden. Gedurende de schietoefening dronken ze. (eigenlijk moest hier een ander woord staan) champagne. Van al deze gegevens is geen enkel overdreven. Alles berust op nauwkeurige docu mentatie. En een heele wereld alle gouver nementen laten deze gruwel toe zonder een kruistocht te prediken ter bescherming van recht, vrijheid en godsdienst, Opgeruimd zijn We bedoelen de opgeruimdheid van gemoed, die. wanneer vooral de vrouw ze bezit, zoo zegenrijk kan zijn. Is er wel iets prettigers in het huisgezin denkbaar, dan een altijd grijnzend aan, van ter zijde aan, ,,uit zulke dingen mag men zich niets maken, hoe zou men dan rijk wordeu en in korten tijd? onmogelijk, vriend 1 en daar komt het toch op aan. dat is alles, de zaak de eenige zaak. Hoe dat men rijk wordt, dat moet ieder zelve weten, daar komt het minder op aan. en eens rijk, dan is alles vergeten en vergeven en loopt men u na, en buigt en strijkt en likt alles." en toen liet hij zulk een vervaarlijk mondblad zien, dat men niet best begreep, hoe zulk een ding, anders dan opgerold, in de slout alias mond, tusschen het woeste struikgewas of bakkebaar den werd opgeborgen, en dan eindigde hij ^gewoonlijk zijn zede- lessen, met de langharige ge wervelde handen onder de armen vast te klauwen, alsof men voor goed met zulke nietigheden had afgerekend. Hoe het zij, hij klauwde weldra de laatste overblijfselen van eerlijkheid en deugd uit het hart van Meester Dorrens weg, en naarmate deze operatie met goed gevolg gekroond werd, was hun vriendschap vuriger en druk ker het scheen dat het een ware broederschap zou wezen, waren niet geheele bijzondere om standigheden tusschenbeide geko men. Het weer was niet gunstig, het mï Pdaagbszwaren Vermoeidheid verdwijnt doen de zenuwster kende werking vatl Sanatogen. j Slapeloosheid ko:nt voort uit r.rr. Sr-.natogen -rkt de Na een tijd van inspannend werk (zorgen of ziekten), treden dikwijls verschijnselen op die men „zenuwklachten" noemt. Gebrek aan eetlust, lusteloosheid, slapeloosheid, zenuwhoofdpijn zijn enkele dier zeer uiteenloo- pende verschijnselen. Het spreekt vanzelf, dat ge die klachten alleen kunt overwinnen door de oorzaak ervan de ze nuwzwakte te bestrijden. Neem daarom eens eenigen tijd Sanatogen. Ieder korreltje van dit uitnemende zenuwvoedselzal krachtig bijdragen aan den op bouw van Uw zenuwkracht, om dat het de natuurlijke bouwstof fen van zenuwenergie phos phorus en geconcentreerd melk- eiwit bevat. Reeds na enkele weken Sanatogenge- bruik zult ge dien versterkenden invloed op Uw zenuwgestel constateeren. Ver moeidheid zal wijken, eetlust en rustige slaap terugkeeren, kwalen en kwaaltjes verdwijnen. Begin nog vandaag Sanatogen te gebruiken. Het Zenuwsterkend Voedsel. Verkrijgbaar bij alle Apothekers. opgeruimde, opgewekte, vtoolijke vrouw en moeder Hoe prettig voor de kinderen, wanneer ze met hunne kleine ver drietelijkheden uit school komend, daar moeder vinden met een glim lach op de lippen, die vriendelijke lach. die het leed nog voor het is geuit al bijna doet vergeten. Hoe weldadig voor den man, die vermoeid van zijn werk of zaken thuiskomend, daar een vrouw vindt, die hem opgewekt ontvangt, met be langstelling informeert naar wat hem dien dag overkwam. Hem weet op te beuren, wanneer hij tegenslag heeft gehad hem op tactvolle wijze hare waardeering weet doen gevoelen, wanneer hij met zijo werken succes heeft gehad. Ongelukkig het gezin waar de vrouw alleen vriendelijk is. wanneer er vreemden op bezoek zijn of wan neer zij zelf op visite is. Te beklagen is de man, wiens vrouw alleen kan lachen, wanneer weer een nieuwe hoed of japon is afgebedeld ook al weet ze dat het den man hoofdbrekens kost om haar die te bezorgen. Zeker, iedere vrouw heeft wel eens hare zorgen en moeiliijkheden voor velen zelfs zijn de zorgen groot en talrijk. Doch wat baat het, hierover te mokken en met een zuur gezicht rond te loopen 7 Laat ze trachten alles van de zon zijde te zien Want alles heeft ten slotte ook zijn lichten kant. Welk een zegen zal er uitgaan van Je vrouw, die na een blik op het kru.s en een stil gebed tot Hem, die gezegd heeft„Werpt al uwe be kommernissen op Mij en Ik zal er u uit helpen," zich schikt in hare levensomstandigheden, ook als het leven soms zwaar moge zijn. Hoe dankbaar zullen zich later de kinderen deze moeder herinneren, die altijd een troostend woord voor hen had; hoe noode zullen zij het ouder huis verlaten. En vooral hoeveel gemakkelijker zal het voor zulk eene moeder zijn, hare kinderen om zich heen te houden op die tijden waarop het zoo moei lijk wordt hen aan huis te binden. Wanneer haar kinderen den leef tijd hebben bereikt, waarop de machtige invloed van bioscoop en danslokaal zich aan hen opdringt, dan zal zij dien invloed weten te keeren door daartegenover te stellen de macht van haar prettig humeur. Gaarne zullen zij in den huiselijken kriog blijven, waar zij moeder wetea, schip vorderde weinig en dwaalde nog al van zijn koers af Het kanaal is een gevaarlijk water, en dat ondervond ook de kapitein, die diep ophaalde, toen hij eindelijk in open zee was ge komen. De Storm. Meester Dorrens was geen held. Zooals alle zelfzuchtige zielen was hij een lafaard. Een volmaakte lafaard. Niet eens door zijn zelfzucht kon hij tot moed en dapperheid gebracht worden. Dat is klaar. Alleen zelfverloochening en of fervaardigheid maakt helden. Kent gij grootere zelfverlooche ning, grootere offervaardigheid, d8n die van Missionarissen en Liefdezusters, Apostelen der liefde beide? Kent ge grootere Helden Zelfzucht verkleint, verlaagt, verstomt de ziel, knot de vleugelen, kruipt over den grond, kent geen eergevoel, erkent geen gegeven woord, speelt onteerend met elke belofte nog zoo heilig, heeft alle eer bied voor anderen zooals voor zich zelvpn verloren, heeft geen hart, bepaalt alles op wat ijdelheid en watveel baag. Van plichten geen begrip, geen besef. Dezulken kunnen geen vriend, geen vader, geen broeder zijn, in den waren zin des woords Zij kunnen niels dan zich zelve zijn, zoeken slechts zich zei ven. Zij leven in zich, voor zich, door zich. Zij zoeken alles en allen aan die zucht dienstbaar te maken wanneer ze slechts de onnoozele halzen ontmoeten, daar toe geschikt. Zoo worden ze voor zich zeiven, doel en uitgang. Het zijn verachtelijke wezens. Zulk een wezen was Meester Dorrens. Een volmaakt, verachtelijk we zen. En de zee is iets grootsch, iets verhevends, iets verheffends. Daarvan had hij geen begrip. Angst kende hij beter. Dat zou hij weldra bewijzen. Uren reeds ging de kapitein onrustig op en af. Hij had gelezen in het groote boek der stormen, en de profetische teekenen gezien, die ze vooraf gaan, voor oningewijden on leesbaar. Aanhoudend beschouwde hij dan de horizon, dan de golven, die steeds loodkleuriger, onvrien delijk ruischten, en als geheime bedreigingen rondgingen door bet schuim, dot de kiel van het schip omspatte, en die steeds luider en heviger werden. Enkele matrozen, ervaren in de kunst van het zeevaren, zagen dan eens op naar den kapitein,

Peel en Maas | 1931 | | pagina 7