sanatogen
Tweed© Blad van WPEEL EN MAAS"
Ia twee werelddaelen
Zenuwklachten
Peelherinneringen
FEUILL&ToN
Wat leert Spanje ons.
Een kijkje in het
Russische abattoir.
Opgeruimdheid.
verwin
ZATERDAG 31 OCTOBER 1931
Twee en Vijftigste Jaargang
No 44
door
A. F. VAN BEURDEN.
Er is ook in den ouden tijd dik
wijls gesproken over het on ginnen
der groote Peel. die daar als een
groote scheiding der Brabanders en
Limburgers, der stammen die met
hard werken en ploeteren hun kostje
aan den zuren grond moesten af
bedelen en de band van Kesselschen
die betere beekweiden en bouwgron
den ge/onden hadden.
Men schreef er brochures over,
maar daar bleef het bij.
Toch trachten de Meijerijers en
de Maaskanters de schijnbaar on
vruchtbare Peel, die daar zoo troos
teloos lag. in hun bedrijf in te
schakelen. Wat van der Grint voor
de Peel deed behoeven wij niet te
herinneren. Wij spreken hier alleen
over de exploitatie door de bevol
king, dus door de omwonenden.
Men haalde er turf onder toezicht
der gemeentebesturen, die eeuwen
geleden van hunne Opperbeeren de
uitgestrekte gronden, ieder tegen zijn
grond ten geschenke hadden gekre
gen. Men haalde het hoogveen
er af en exploiteerde hier en daar zoo
ongelukkig en zoo onregelmatig, dat
er langer hoe meer gaten en kuilen
ontstonden, welke dan van zelf maar
weer dicht moesten groeien.
Toen deze particuliere verveeningen
in het begin dezer eeuw opgemeten
werden en op kaart gesteld, had de
afbeelding of plattegrond den vorm
eener reuzenzaag. Dat deze exploitatie
dikwijls aanleiding gaf tot felle twis
ten, valt wel aan te nemen, want de
Peel beschouwde iedereen zoo wat
als niemandsland.
Het plaggen halen was feitelijk
wel verboden, maar iedereen deed
het. Een paar keeren in het jaar
trok iedere boer, zelfs van uit de
Maasdorpen de Peel in met een kar
door hekjes afgeschoten, om maar
zooveel mogelijk te kunnen laden.
In den rosdoek onder de kar, had
de boer voor zijn proviand een
grooten spekkoek en voor het paard
de noodige haver enhaksel geborgen.
Hij had klompen bij zich, om warme
voeten te houden en had een ouden
blauwen keel aangetrokken, want in
de Peel kon de wind scherp waaien.
Bij regenbuien, die men ver genoeg
kon zien aankomen, kroop hij onder
de kar, terwijl het losse paard, zoo
veel mogelijk achter de kar uit den
wind gezet werd.
Zoo zag men dan hier en daar,
dikwijls ver van ééo, de turfhalers
den reeds vroeger te drogen gezetten
turf meenemen tot winterbrand.
Iedere gemeente beheerde haar
Peel op de eigen manier, zooals dat
het voordeeligst en het best uitkwam,
éénheid was er niet. Zelfs in de
alleroudste stukken worden slechts
enkele voorschriften gegeven, om
een bederven der Peelqronden te
voorkomen, maar de Peelpoiiiie was
gering in aantal, slecht bewapend,
kende alle Peclgebruikers niet het
te bewaken gebied lag bovendien ver
van huis. was onherbergzaam, slecht
toegankelijk, zoodat de peelschutten
liever om en bij huis waren dan in
't turfland.
De Peel bevatte natuurlijk vele
lage gedeelten, vennen en moerassen
of zompen, maar ook wel hoogvlak
ten, waar de klokheide welig tierde
en zandbanken bij hun witte koppen
jeneverbesstruiken droegen, die er in
de verte als stilstaande kabouters
uitzagen. Dat bracht althans eenige
afwisseling voor het rondwarende
oog.
Die wijde heidevelden lieten de
boeren, die in de randdorpjes en
gehuchten de met riet en stroogedekte
woningen bewoonden geen rust, ze
14
Men zog ze dikwijls bij elkan
der.
De vreemdeling was iels als de
lange Amerikam in het klein.
Hij had ook beenen, ook dun
ne, ook klarinetten beenen,
ook iets zeer inperlinenls, blond
en slank ook, kleine oogjes,
kattenoogjes, geen lippen maar
des te meer mond, twee smalle,
dunne, vezelachtige bakkebaardjes,
die er uitzagen als buiten dienst
gestelde tandenborsteltjes, versier
den de wangen, van aan de sla
pen tot ongeveer aan de kaak.
Het gezicht was eigenlijk een
driehoek, waarvan de kin, de ui
tersle punt vormde en de lange
smalle bakkebaarden, die tot bijna
aan den mond reikten, zagen er
uit, als kwijnend kreupelhout bij
een half uitgedroogden greppel.
Iels mogen wij echter volstrekt
niet vergeten, dat waren zijn on
gelooflijk lange, smalle handen,
vingers en voeten want die
waren erg opmerkenswaardig
de vingers stonden bijna krom,
zoo klauw- of grijpachtig, dal men
er bang van was, zooals voor
zonden er schapen op, en ook de
boeren in de groote dorpen volgden
hun voorbeeld, terwijl de schapen
houders zich bijzonder voor die goed-
koope weidegronden interesseerden.
Wordt vervolgd.
Wie zich aan een ander spiegelt..
Wie zich aan een ander spiegelt,
spiegelt zich zacht, zegt het Neder-
landsche spreekwoord.
Dat wil zeggen: hij kan daardoor
leeren zich intijds voor veel onge
lukken te behoeden, zijn voorzorgen
te nemen enz.
En zoo moeten wc ons maar eens
spiegelen aan Spanje.
Wie de kranten geregeld bijhoudt,
die weet, dat daar rare dingen staan
te gebeuren.
Eerst de (onbloedige) revolutie
toen de republiek met een regeering,
die wel goed wilde en nu hebben
eindelijk de meer radicale en meer
anti-godsdienstige menschen de re
geering in handen genomen en
dreigen nu met een vervolging van
Je religieuze zullen het onderwijs
ongodsdienstig maken enz. enz.
Hoe kan dat alles in een land, dat
Katholiek wordt genoemd
Men zegt wel eenseen volk
krijgt de regeerders, welke het ver
dient.
De Katholieken in Spanje schijnen
voor een groot deel zelf de schuld
er aan te zijn, dat de toestand zóó
is.
Natuurlijk, want die regeerders,
die leden van de Cortes (wat bij
ons de Ilde Kamer is) hebben ze
toch zelf gekozen.
Dus de Katholieken ^an Spanje
hebben niet geleerd om intijds hun
stembiljet goed te gebruiken.
Maar daar zijn we niet verder
mee. We kunnen vragen hoe komt
bet, dat ze hun stembiljet niet goed
hebben gebruikt
Omdat ze niet voldoende zijn op
gevoed in deze gedachte dat men,
altijd en overal Katholiek moei zijn.
Voor zoover ze aan de gods
dienstige opvoeding hebben gedaan
(en ook dat zelfs heeft, vooral in de
groote steden, zeer veel te wenschen
overgelaten) voor zoover ze aan de
godsdienstige opvoeding hebben ge
daan, is die opvoeding heel eenzijdig
geweest, maar aan één kant, om het
zoo eens te noemen.
Ze hebben niet of niet genoeg
geijverd voor een Katholieke pers,
en de on- of anti-godsdienstige pers
heeft de idieeën der menschen ver
giftigd.
Ze hebben niet of niet genoeg
geijverd voor het Katholieke ver-
eenigingsleven en de socialistische en
communistische organisatoren hebben
nu de leiding onder hec arbeidende
volk.
De rijken en groot-grondbezitters
en industrieelen hebben zich van de
pauselijke encyclieken over het Sociale
Vraagstuk niets aangetrokken nu
zullen ze met geweld gedwongen
worden het heelemaal af te geven,
wat vroeger voor een gedeelte hun
christelijke plicht wasen, indien ze
dar intijds gedaan hadden, veel zou
hebben voorkomen, wat nu de revo
lutie tot het uiterste doordrijft. Maar
het is in de heele geschiedenis zoo
geweest, en het schijnt, helaas, altijd
zoo te zullen blijven er zijn men
schen, ook zelfs onder de Katho
lieken, die niet schijnen te (willen)
leeren dan door een... Revolutie I
De Spanjaarden hebben niet ge
noeg gedaan aan Katholieke actie
naar buiten, aan doelbewust en ge
organiseerd optreden tegen de ver
derfelijke machten, welke toch al
jaren lang godsdienst en gezag
de pooten van een spin en zij
waren altijd vocht en nat en
gaven bij het aanraken of druk
ken der hand het gevoel een kik-
vorsch aangeraakt te hebben.
Hij was er ook wel iets ver
legen mee en verborg ze in de
broekzakken, of stak ze met een
gevoel van welgeplaatste schaamte
kruiselings over elkander tusschen
vest en rok, alsof hij zich zeiven
klauwde, bij gebrek aan anderen,
tot onder de armen,
Over iets had hij zeker zich te
schamen. Over wat? dat was een
geheim, dat za8gt ge aan alles,
dat lag in oog en blik, aan hou
ding, aanstem, aan alles. In 't
leven van dien man haperde iets.
Dat was zeker.
Nu aan het leven van Meester
Dorrens haperde ook wel iets en
veel. Dus hadden zij zich /niels te
verwijten.
Maar deze jonge Duitscher. een
aspirant-Amerikaan, was nog meer
Amerikaan dan de lange uit de
„drie Moriaentjps", hij scheen een
leeraar in Amerikaansche dingen
te zijn, opzettelijk gemaakt om de
Amerikaansche opvoeding van
Dorrens te volmaken.
Een Amerikaansche opvoeding
is iets geheel bijzonders.
De begrippen van eerlijkheid en
oprechtheid en goede trouw, zijn
tamelijk verward in dat opvoedings
systeem, nog erger dan Noord- en
Zuid-Amerika, in de beenen ma-
ondermijnden.
Het godsdienstonderricht, schijnt
zeer veel verwaarloosd te zijn de
zielzorg door al te groote en te
weinig parochies niet intentief genoeg;
te massaal, zoodat er geen contact
was tusschen priester en volk en een
groot gedeelte van de Kerk ver
vreemde.
Men heeft voortgeteerd op een
eeuwenoude sleur, op „dat het toch
altijd zoo geweest is", niet vermoe
dende, dat ondertusschen de tering
van een kwijnend Katholicisme plot
seling het bloed der revolutie zou
opgeven als een teeken van zijn
innerlijke zwakte.
Door al die oorzaken, en nog veel
meer, is het mogelijk, dat een land,
dat eeuwen'ang als Katholiek bekend
heeft gestaan, nu zal geregeerd
worden door een handvol anci-gods-
diensiige menschen, al hebben we
hoop, dat er een groeiend verzet zal
komen. Want al is de toestand er
over het algemeen treurig te noemen,
we gelooven, dat een eigenlijke
Kerkvervolging, zooals b.v. in Mexico
eenige jaren geleden, in Spanje toch
nog wel niet mogelijk zal zijn.
Wat leert Spanje ons
Spanje leert ons deze eene groote
waarheid, dat de godsdienst niet iets
is voor de Kerk en de binnenkamer,
maar dat de godsdienst alle uitingen
van het menschelijk leven moet
doordringen.
Eigen Katholieke pers, eigen Ka
tholieke school, eigen Katholieke
radio, eigen Katholieke vereenigingen,
eigen Katholieke Kamerleden enz.,
eigen Katholieke Universiteit.
kortom. Katholieke actie overal en
altijd, waar dat pas geeft en waai
de godsdienst recht van meespreken
heeft.
Dat zal onze sterkte zijn en onze
sterkte blijven.
En wie daar onder de Katholieken
niet aan meedoet, wie op een of
ander terrein (van de opgenoemde)
de Katholieke actie niet steunt, of
erger nog, de niet-Katholieke actie
steunt (in pers, radio, enz.) bij
werkt mee aan de revolutie. Hij
steekt den dolk in den rug van zijn
mede-Katholieken, die op het voor
plan vechten. Hij is een verrader en
lafaard.
En verraders en lafaards hebben
we altijd te veel. En zeker in onzen
tijd
Wat leert Spanje ons nog meer?
Spanje leere ons de kracht van
het, gebed.
Z. H. Paus Pius XI heeft op het
feest van Christus Koning (Zondag
25 October) een gebedsactie voor
geschreven in Spanje en heel de
wereld verzocht daaraan mee te
doen.
Door het gebed wordt Gods
s'ar'cen arm bewegen.
Moge de gewetens in Spanje wor
den wakker geschud. Moge de goede
Katholieken christelijke kracht en
wijsheid vinden om de ergste rampen
af te wenden en zich door een
stevige organisatie langzaam maar
zeker doen gelden.
Bidden we tot Maria als de „Hulp
der Christenen.
Reeds meermalen in de geschiedenis
is Maria onder dezen titel aange
roepen en heett zij door hare rnach-
ige voorspraak groote rampen van
Europa afgewend.
Wat de geschiedenis ons leert, is
altijd zeer leerzaam
Hulp der Christenen, bid voor de
wereld.
Hulp der Christenen, bid voor
Europa.
Hulp der Christenen, bid voor
Spanje.
Hulp der Chistenen, bid voor ons.
nouvers van den Lange.
Dat waren kleinigheden welke
de Heer Schleicher, zoo heetle de
Pruis, zoo ruim gepootte, ge-
voete, gemonde. al languit
de wereld had geklauwd, en onder
zijn armen in welbezorgde bewa
ring had gesteld.
Iels dat Meester Dorrens niet
heel klaar wilde worden, dat was
het waarom" dat dit heerschap
naar de Nieuwe Wereld trok,
hij sprak altijd van het lot, het
noodlot, het ongeluk, enz. maar
Dorrens wist niet waarom hij
zich dat lot voorstelde, met een
helm, een pickelhaube op, en in
blauwe jas met blinkende knoopen,
zooals de politieagenten in de
meeste Duitsche sleden.
Dan grinnikte hij wel in zich
zei ven en scïu.dde bedenkelijk het
hoofd.
Schleicher noemde dan met
kleinigheden opruimen, en kwam
dan gewoonlijk met„Zulke din
gen hinderen groote geesten niet."
Meester Dorrens verloor in deze
school, in dit gezelschap nog de
laatste resljens van rechtschapen
heid en eerlijkheid.
Zijn geweten had ruim schip
gemaakt. Nog een beetje oefening,
en hij was over alles heen.
Trouwens, de Duitscher klauw
de zoo alles weg in figuurlijke zin.
„Kom kom I vriend," en hij
keek hem met zijn kleine oogje,s,
die hij ook nog half dichtkneep,
In een paar jaar werden in Theo-
doria in de Krim 7500 personen
gefusileerd.
in Simferopol 12000
in Sebastopol 9000
in Jaffa 5000.
In Theodoria fusileejrde men 3
schooljongens, 4 schoolgaande meis
jes van 15 jaar, dokter Koudrini,
zijn vrouw, twee andere medici en
17 ziekenverpleegsters.
In een jaar werden in de Krim
100.000 menschen van kant gemaakt.
De Jood Bela Kun bad de leiding.
Te Lipka werden 272 gewonden
en zieken afgemaakt.
Te Piatigorsk werden de gegijsel-
den naar het kerkhof gevoerd met
de handen op den rug gebonden. Ze
moesten knielen voor den gemeen-
schappelijken kuil.
Men brak ze eerst armen en beenen,
men sneed ze eerst den neus af
men verbrijzelde eerst de tanden
men sneed eerst den buik open.
Ondertusschen werden ze nog en
passant afgeranseld met gummistokken
Te Odessa werden officieren op
de sfoomer „Sinope" met kettingen
aan balken geketend en zoo neerge
legd bij den gloeienden stoomketel
en langzaam geroosterd.
400 andere officieren werden ge
dood door ze bloot te stellen aan
den gloeienden stroom, afgewisseld
met stroomen lucht op vriestempe
ratuur.
De Tcheka doodt ook door giftige
gassen door het laatste slachtoffer
levend op te sluiten in de kist waarin
de dooden lagen.
Een half uur daarna opent men
de kist, ondervraagt den stervende
en als het antwoord niet bevredigend
is, begint men opnieuw tot de dood
volgt.
Te Kief, onder de dictatuur van
Latsis zijn adjudant, een Jood met
den naam „Roses", werden 12000
gedood.
De buizen waarin deze legers van
menschen afgemaakt werden, werden
genoemd „Boynia" is abattoir.
Zoo zijn er 16 te Kief.
Men doodde van 's morgens tot
's avonds.
Op een dag werden 127 personen
geslacht in huis No. 5 van de Sado-
vajastraat, 100 in de tuinen van de
Tcheka, 70 in de Jeretotzkajastraat.
De gevangenen waren met 15 tot
20 personen opgeslpten in cellen van
4 bij 2 meter.
De Tchekisten omsingelden op
sommige dagen heele wijken en or
ganiseerde jachtpartijen. Vele men
schen werden krankzinnig van den
doorgestanen angst, omdat ze te
veel gezien haddenen te veel wisten.
Dc aanvoerders namen als schijf
voor hun schietoefening een jongen
van 18 jaar, aan een boom gebonden.
Gedurende de schietoefening dronken
ze. (eigenlijk moest hier een ander
woord staan) champagne.
Van al deze gegevens is geen enkel
overdreven.
Alles berust op nauwkeurige docu
mentatie.
En een heele wereld alle gouver
nementen laten deze gruwel toe
zonder een kruistocht te prediken ter
bescherming van recht, vrijheid en
godsdienst,
Opgeruimd zijn We bedoelen de
opgeruimdheid van gemoed, die.
wanneer vooral de vrouw ze bezit,
zoo zegenrijk kan zijn.
Is er wel iets prettigers in het
huisgezin denkbaar, dan een altijd
grijnzend aan, van ter zijde
aan, ,,uit zulke dingen mag
men zich niets maken, hoe zou
men dan rijk wordeu en in
korten tijd? onmogelijk,
vriend 1 en daar komt het toch
op aan. dat is alles, de zaak
de eenige zaak. Hoe dat men rijk
wordt, dat moet ieder zelve weten,
daar komt het minder op aan.
en eens rijk, dan is alles
vergeten en vergeven en loopt
men u na, en buigt en strijkt en
likt alles." en toen liet hij zulk
een vervaarlijk mondblad zien, dat
men niet best begreep, hoe zulk
een ding, anders dan opgerold, in
de slout alias mond, tusschen het
woeste struikgewas of bakkebaar
den werd opgeborgen, en dan
eindigde hij ^gewoonlijk zijn zede-
lessen, met de langharige ge
wervelde handen onder de armen
vast te klauwen, alsof men
voor goed met zulke nietigheden
had afgerekend.
Hoe het zij, hij klauwde
weldra de laatste overblijfselen
van eerlijkheid en deugd uit het
hart van Meester Dorrens weg,
en naarmate deze operatie met
goed gevolg gekroond werd, was
hun vriendschap vuriger en druk
ker het scheen dat het een
ware broederschap zou wezen,
waren niet geheele bijzondere om
standigheden tusschenbeide geko
men.
Het weer was niet gunstig, het
mï Pdaagbszwaren
Vermoeidheid
verdwijnt doen
de zenuwster
kende werking
vatl Sanatogen. j
Slapeloosheid
ko:nt voort uit
r.rr. Sr-.natogen
-rkt de
Na een tijd van inspannend
werk (zorgen of ziekten), treden
dikwijls verschijnselen op die
men „zenuwklachten" noemt.
Gebrek aan eetlust, lusteloosheid,
slapeloosheid, zenuwhoofdpijn
zijn enkele dier zeer uiteenloo-
pende verschijnselen.
Het spreekt vanzelf, dat ge die
klachten alleen kunt overwinnen
door de oorzaak ervan de ze
nuwzwakte te bestrijden.
Neem daarom eens eenigen tijd
Sanatogen. Ieder korreltje van
dit uitnemende zenuwvoedselzal
krachtig bijdragen aan den op
bouw van Uw zenuwkracht, om
dat het de natuurlijke bouwstof
fen van zenuwenergie phos
phorus en geconcentreerd melk-
eiwit bevat.
Reeds na enkele weken Sanatogenge-
bruik zult ge dien versterkenden invloed
op Uw zenuwgestel constateeren. Ver
moeidheid zal wijken, eetlust en rustige
slaap terugkeeren, kwalen en kwaaltjes
verdwijnen.
Begin nog vandaag
Sanatogen te gebruiken.
Het Zenuwsterkend Voedsel.
Verkrijgbaar bij alle Apothekers.
opgeruimde, opgewekte, vtoolijke
vrouw en moeder
Hoe prettig voor de kinderen,
wanneer ze met hunne kleine ver
drietelijkheden uit school komend,
daar moeder vinden met een glim
lach op de lippen, die vriendelijke
lach. die het leed nog voor het is
geuit al bijna doet vergeten.
Hoe weldadig voor den man, die
vermoeid van zijn werk of zaken
thuiskomend, daar een vrouw vindt,
die hem opgewekt ontvangt, met be
langstelling informeert naar wat hem
dien dag overkwam.
Hem weet op te beuren, wanneer
hij tegenslag heeft gehad hem op
tactvolle wijze hare waardeering weet
doen gevoelen, wanneer hij met zijo
werken succes heeft gehad.
Ongelukkig het gezin waar de
vrouw alleen vriendelijk is. wanneer
er vreemden op bezoek zijn of wan
neer zij zelf op visite is.
Te beklagen is de man, wiens
vrouw alleen kan lachen, wanneer
weer een nieuwe hoed of japon is
afgebedeld ook al weet ze dat het
den man hoofdbrekens kost om haar
die te bezorgen.
Zeker, iedere vrouw heeft wel eens
hare zorgen en moeiliijkheden voor
velen zelfs zijn de zorgen groot en
talrijk. Doch wat baat het, hierover
te mokken en met een zuur gezicht
rond te loopen 7
Laat ze trachten alles van de zon
zijde te zien Want alles heeft ten
slotte ook zijn lichten kant.
Welk een zegen zal er uitgaan van
Je vrouw, die na een blik op het
kru.s en een stil gebed tot Hem, die
gezegd heeft„Werpt al uwe be
kommernissen op Mij en Ik zal er u
uit helpen," zich schikt in hare
levensomstandigheden, ook als het
leven soms zwaar moge zijn.
Hoe dankbaar zullen zich later de
kinderen deze moeder herinneren, die
altijd een troostend woord voor hen
had; hoe noode zullen zij het ouder
huis verlaten.
En vooral hoeveel gemakkelijker
zal het voor zulk eene moeder zijn,
hare kinderen om zich heen te houden
op die tijden waarop het zoo moei
lijk wordt hen aan huis te binden.
Wanneer haar kinderen den leef
tijd hebben bereikt, waarop de
machtige invloed van bioscoop en
danslokaal zich aan hen opdringt,
dan zal zij dien invloed weten te
keeren door daartegenover te stellen
de macht van haar prettig humeur.
Gaarne zullen zij in den huiselijken
kriog blijven, waar zij moeder wetea,
schip vorderde weinig en
dwaalde nog al van zijn koers af
Het kanaal is een gevaarlijk
water, en dat ondervond ook de
kapitein, die diep ophaalde, toen
hij eindelijk in open zee was ge
komen.
De Storm.
Meester Dorrens was geen held.
Zooals alle zelfzuchtige zielen
was hij een lafaard.
Een volmaakte lafaard.
Niet eens door zijn zelfzucht
kon hij tot moed en dapperheid
gebracht worden.
Dat is klaar.
Alleen zelfverloochening en of
fervaardigheid maakt helden.
Kent gij grootere zelfverlooche
ning, grootere offervaardigheid,
d8n die van Missionarissen en
Liefdezusters, Apostelen der
liefde beide?
Kent ge grootere Helden
Zelfzucht verkleint, verlaagt,
verstomt de ziel, knot de
vleugelen, kruipt over den
grond, kent geen eergevoel,
erkent geen gegeven woord,
speelt onteerend met elke belofte
nog zoo heilig, heeft alle eer
bied voor anderen zooals voor
zich zelvpn verloren, heeft geen
hart, bepaalt alles op wat
ijdelheid en watveel baag.
Van plichten geen begrip, geen
besef.
Dezulken kunnen geen vriend,
geen vader, geen broeder zijn, in
den waren zin des woords
Zij kunnen niels dan zich zelve
zijn, zoeken slechts zich zei ven.
Zij leven in zich, voor zich,
door zich. Zij zoeken alles en
allen aan die zucht dienstbaar te
maken wanneer ze slechts de
onnoozele halzen ontmoeten, daar
toe geschikt.
Zoo worden ze voor zich zeiven,
doel en uitgang.
Het zijn verachtelijke wezens.
Zulk een wezen was Meester
Dorrens.
Een volmaakt, verachtelijk we
zen.
En de zee is iets grootsch, iets
verhevends, iets verheffends.
Daarvan had hij geen begrip.
Angst kende hij beter.
Dat zou hij weldra bewijzen.
Uren reeds ging de kapitein
onrustig op en af.
Hij had gelezen in het groote
boek der stormen, en de profetische
teekenen gezien, die ze vooraf
gaan, voor oningewijden on
leesbaar.
Aanhoudend beschouwde hij
dan de horizon, dan de golven,
die steeds loodkleuriger, onvrien
delijk ruischten, en als geheime
bedreigingen rondgingen door bet
schuim, dot de kiel van het schip
omspatte, en die steeds luider en
heviger werden.
Enkele matrozen, ervaren in de
kunst van het zeevaren, zagen
dan eens op naar den kapitein,