mmimh
tWORDEmGStf
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
manufacture!
{manufacture!
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
De positie der
ambtenaren.
Ons Weekpraatjè.
De Kippenhouderij op
het platteland
Provinciaal Nieuws
ZATERDAG 31 OCTOBBR 1931
Twee eo Vijftigste'Jaargang No 44
BLIJKEN
TOCH HET
1 BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENT1KN: 1—8 regels 60 cent, elke regel meer T-,\ ct.
bij abonnement lagere tarieven.
l'iïgava THii FIRMA VAN DEN MUNOKHOF
Telefoon 51 GIRO 150652
ENRAY
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct-, per post 75 cent
voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent
Laten we het erkennen het amb
tenarencorps is. in het algemeen ge
sproken. niet bepaald populair. Tegen
de menschen individueel heeft men
gewoonlijk niets, maar hun totale
gemeenschapje wordt nog al eens
beschouwd als een... nu ja, zoo'n
beetje parasietendom, dat zich zonder
veel inspanning verzadigt aan de
vruchten van den arbeid van deo
ploeterenden medemensch. Deze
voorstelling van zaken zal de een
wat overdreven vinden, de ander
nog lang niet krachtig genoeg ge-
teekend. maar ze geeft o.i. toch wel
zoo'n beetje de gemiddelde opvat
ting weer van den veel of weinig
of géén belasting betalenden burger,
Vooral de laatsten. de menschen dus,
die weinig of geen belasting betalen,
hebben nog al eens de hebbelijkheid
om luid te protesteeren tegen de
kwistige wijze, waarop de overheid
met „hun" geld een vegeteerend
ambtenarencorps onderhoudt.
Is die anti-ambtenaarlijke geest te
rechtvaardigen of te verklaren
Te rechtvaardigen geenszins, te
verklaren in enkele opzichten. We
krijgen in het leven soms wel eens
gelegenheid om te constateeren, dat
sommige ambtenaren met succes
pogen te ontkomen aan de eens op
gelegde beproeving, dat de mensch
„in het zweet zijns aanschijns" zijn
brood zat hebben te verdienen. En
dat nemen we ze dan kwalijk,
niet omdat in het particulier bedrijf
nooit aan dagdieverij doet en ook
nie<, omdat we dat kwaad zelf altijd
zoo consequent hebben geschuwd,
maar omdat die ondeugd, waar het
ons zelf of andere particulieren geldt,
een zaak is tusschen den „baas" en
zijn bediende, waarmee geen ander
iets heeft uit te staan, terwijl een
ambtenaar slechts luieren kan ten
koste van ons geld, van u dus en
ons allen te samen, den duizendkop-
pigen „baas" van den ambtenaar.
Dan en hier raken we inder-
daad een donkere zijde van het
ambtenaren-vraagstuk ambtenaren
worden voor een groot deel benoemd
door dames en heeren, die aan poli
tiek doen en dat geeft tot velerlei
bevoorrechting, kruiwagerij, aanlei
ding. Het is soms een kliekjesgeest,
die het ambtenarencorps vormtdeze
i3 hier en daar een kaste, die door
bepaalde protectie omsloten wordt
gehouden.
Die protectie leidt wel eens tot
ongezonde verhoudingen, overbodige
aanstellingen of onbillijke cumulatie
van betrekkingen. In Amsterdam
kennen we iemand, die gepension-
neerd is bij het onderwijs, daarna
werd benoemd tot chef van een
afdeeling bij de gemeentelijke admi
nistratie en wiens echtgenoote
kinderen zijn er niet eveneens in
gemeentedienst is. Hier wordt in éen
klein gezin een drievoudig inkomen
uit de openbare kas getrokken, ter
wijl de gemeente duizenden werk-
looze vaders heeft te onderhouden.
We hebben naar dit „geval" niet
speciaal gezocht en er is ons ook
niet expresselijk op gewezen gewor
den, we kennen het bij toeval.
Maar soortgelijke verhoudingen be
staan méér en die worden door
anderen gekend, waardoor de publie
ke opinie omtrent ons ambtenaren
corps nu juist niet in een bewonde-
renden geest wordt geleid.
Daar is tenslotte nog de soms
buitensporige salarieering van be
paalde ambtenaarsposten. Het publiek
veralgemeent de zaak hier wel te
vaak, maar buitensporige salarieering
komt inderdaad voor en geeft veel
stof voor critiek.
En dat geldt niet alleen de hooge
ambten. In de gemeente N»euwer-
Amstel werd dezer dagen nog een
salarisregeling vastgesteld, krachtens
welke een gewone agent van politie
een aanvangsloon krijgt van 1800
gulden, na enkele jaren oploopend
tot 2300 gulden, alles vermeerderd
met f50,— vergoeding voor een rij
wiel en f 150,— voor bovenkleeding.
Zijn ondergoed schijnt hij zelf te
moeten betalen, maar dat kan een
dorpsagent, als hij omstreeks 50 gld
per week incasseert.
Minister Coliju, die eens den gul
den veilig stelde, mag zijn broer,
den burgemeester van Nieuwer-Am-
stel, er wel eens op wijzen, dat hij
op zoo'n manier den gulden weer
aan het wankelen zou brengen.
Wie uit het bovenstaande nu zou
concludeeren. dat we aan de hetze
tegen de ambtenaren willen meedoen,
haar vuur inblazende, heeft het mis.
We hebben dat alles geschreven,
om te kennen te geven, dat ook wij
de ambtelijke misstanden kennen,
maar ook om den lezer nu eens
precies voor te houden, tot welke
grenzen de fouten blijven beperkt.
Als in dat wereldje wel eens
wordt geluierd, dan zal het toch
niet meer zijn dan elders.
Schept protectie al eens bevoor
rechting van den een en onbillijk
heid tegenover den ander, dan
betreft het uitzonderingen.
Zijn de salarieeringen wel eens
royaal, over het algemeen, en
daarop willen we den nadruk leggen,
is van een te ruime salarieering
geen sprake.
Het moge buitensporig zijn, dat
men in een dorp aan een politie
agent net maker» van zijn rondjes
met 50 gld. per week honoreert, er
staat tegenover, dat het overgroote
deel van ons ambtenarencorps uit
nijvere, arbeidzame lieden bestaat,
die met een bescheiden salarisje hun
week of maand moeten weten rond
te komen. Tot ons ambtenarencorps
wordt ook een intelligente onderwij
zersstand gerekend, die steeds van
veel plichtsbewustzija getuigt en
intellectueel op hoog peil staat, ter
wijl velen onderwijzers nog niet het
inkomen van een dorpsagent wordt
waardig gekeurd.
Eens brachten de ambtenaren reeds
een salarisoffer aan de gemeenschap
en nu eischt een minister weer het
zelfde van ze. Is dat billijk
Vóór men zich te dier zake een
meening vorme, denke men niet
alleen aan bepaalde voordeelen van
het ambtenaar-zijn, d.i. de vrij groote
bestaans-verzekerdheid en verzorgd
heid van de toekomst, maar óók aan
de ambtenaarlrke plichten. Inderdaad
zou in geen enkele tak van nijver
heid of handel bet personeel duld-
zaam een behandeling aanvaarden,
als waarmee men de ambtenaren
bejegent, de ambtenaren, die met
de aanvaarding van hun positie, hun
lot ook vertrouwensvol in handen
der overheid stellen, die ze het recht
van staking ontnam
Tn het bestek van dit artikel is
het niet mogelijk om gedocumenteerd
te beoordeel en, of de minister al
dan niet anders kan We willen ons
daar dan ook geenszins over uit
spreken, doch er slechts op wijzen,
dat men ook bij de beoordeeling
van de positie en rechten der amb
tenaren, de billijkheid en rechtvaar
digheid heeft te betrachten en zich
niet door bliDd vooroordeel mag
laten leiden.
Fm uil o overalHet geknoei in
goerle iy-ien komt in slechte tjyden
aan het licht. Belgisch brooil en
Deensch vioesch. Een verbeterde
korte golf f
Na de belangrijke fraude aan het
departement van financiën, zijn nu
weer groote verduisteringen ontdekt
bij den Pensioenraad. Het blijkt, dat
de omvangrijke organen van con
tröle, waarover de staat beschikt, de
mogelijkheid van ernstige knoeierij
nog lang niet uitsluiten. In dat op
zicht heeft ook de Rekenkamer ons
teleurgesteld.
Het is intusschen niet bij het rijk
alléén, dat handige schurkea of in
het nauw gedreven slachtoffers van
speculatie-woede hun slag weten te
slaan. Bijna dagelijks leest men van
verduisteringen hier en daar, en
overal. In de goede tijden, die we
achter ons hebben, blijken er heel
wat menschen met klinkende namen
en hooge borsten te hebben rond
geloopen, die hun financieele wel-
vaarispositie dankten aan de weinig
scrupuleuze wijze, waarop ze met
het geld van anderen omsprongen.
Toen ging het hun wel. Omdat de
meeste waarden voortdurend stegen,
groeide als van zelf het geld aan,
dat ze in hun handen namen en dus
konden ze voor het oog van de
buitenwereld eerlijke en respectabele
lieden blijven, omdat ze in staat
waren om hun onoirbare handelingen
te dekken. Toen de conjunctuur
terugliep, kwamen er tekorten,
moesten ze putten dempen door het
graven van weer nieuwe en diepere
kuilen, totdat ze zich eindelijk een
afgrond hadden gegraven. Bankiers,
advocaten, ambtenaren, procuratie
houders, industrieelen, onder al
die menschen, die dagelijks met veel
geld omgaan, blijkt er een vrij hoog
percentage onbetrouwbare elementen
te schuilen, wier wandaden in deze
dagen van ongunstige conjunctuur
aan het licht komen. De een wordt
gevangen genomen, de ander meldt
zich aan, een derde schiet zich voor
den kop.
Van de deze week ontdekte frau
des was die van een Jonkheer wel
van den meest ontstellenden aard.
Het gold hier den firmant van een
Rotterdamsch assurantiekantoor, die
er met speculaties ongeveer zeven
ton van andere menschen doorgelapt
blijkt te hebben. Tot groote schade
natuurlijk \veer van kleine luyden,
die van de bescheiden resultaten
van hun ploeteren een deeltje afzon
derden tot „verzekering" tegen on
gunst van komende tijden
Aan het bedoelde verzekeringkan
toor is al weer de naam „Ktöller"
verbonden, een naam, die een onwel
luidende klank heeft gekregen voor
de financieel geinteresseerden bij de
Rotterdamsche Bankvereeniging, de
HolLand-Amerika-Lijn en vele ande
re groote zaken.
Van Oss in de Haagsche Post
oordeelt niet malsch over de groote
financieele z.g. deskundigen in binnen-
en buitenland.
Die menschen hebben altijd ge
sproken met een gedecideerdheid als
waren ze onfeilbaren godheden.
De gunst der tijden was met ze,
maar toen de crisis kwam, bleken ze
warhoofden hun talenten bleken
volstrekt niet uit te steken en ze
bleken bovendien soms ook nog de
moreele waarden te missen, die velen
kleinen zaken lieden eigen zijn.
De H.A.L. betaalde in vijf jaren
220 procent uit, hield 66 millioen in
ka*, kende 6 millioen tantième toe
aan haar directeuren, haar aandeelen
noteerden boven 500. Thans staan
diezelfde aandeelen op 5 en zelfs
voor dien prijs zijn ze niet te ver-
koopen. Ook de rente der obligaties
kan niet meer worden betaald deed
de maatschappij dat, dan zou ze
geen cent meer in kas hebben
Zoolang alles goed ging, zegt
Van Oss, waande men die groote
heeren knap. Maar hun succes kwam
door toeval, door omstandigheden
en toestanden, waarop zij niet meer
invloed hadden dan op de zwaarte
kracht of op de snelheid van het
licht. En hun val kwam ook door
invloeden, die buiten hen omgingen,
en waarmee zij niet beter raad wis
ten dan andere doodgewone men
schen, die niet door blind toeval
waren geheschen naar groote posities,
Wat kan worden gezegd van onze
groote financieele deskundigen, schijnt
helaas ook te gelden voor onze
politieke leiders.
Het is geen kunst om in tijden
van hoog-conjunctuur een naam te
verbinden aan mooie, maar dure wet
ten, maar wat weet staatsmans
kunst nu te bereiken ter leniging
van den nood in handel en bedrijf?
De akkerbouwers werden geholpen
met een Tarwewet. Zij hadden in
derdaad hulp noodig. Maar hebben
de staatslieden niet misgetast inzake
de middelen
Door de Tarwewet worden vele
bakkers geruïneerd; overal voert men
het Belgisch brood in, dat zelfs iD
de Hollandsche steden voor elf cent
per brood verkocht blijkt te kunnen
worden. Belgen zijn bij het bakken
van brood niet gehouden aan een
Nederlandsch menggebod of aan
Nederlandsche sociale wetten.
De bakkers dreigen... broodeloos
te worden en de regeering radeloos!
Die weet niet, hoe ze den stroom
van Belgisch brood kan keeren. Net
zoo min als ze maattegelen weet
of aandurft om het Deensche
vleesch te weren, dat het bestaan
onzer veeboeren bedreigt.
Men heeft de Denen in Den Haag
genood om ze te vragen, of zij zich
zelf geen beperking wilden opleggen
aan den invoer van Deensch vleesch
in Nederland. Dat laten onze wetten
niet toe, zeiden de Deneri.
Als maatregelen noodig worden
geacht, zoo meenden ze, dan moeten
die van een anderen kant komen.
De shmmerds Ze wisten wel, dat
aan dien kant geen dapperen zitten.
Onze politieke leiders zijn o, zoo
bang, dat ze hun vingers zullen
branden aan koud water. Ze blijven
liever mtt iedereen goede vrienden
en dat is op den duur toch niet
mogelijk.
De radiolhfhebbers worden bin
nenkort misschien van een groote
misère verlost.
De zeer slechte golf van Huizen
zal, vermoedelijk althans voor wat
de avonduren betreft, verwisseld
worden voor een wat betere, zij het
nog niet volmaakte golf van dezelf
de lengte op Kootwijk.
door
JOS. BOSHOUWERS te LENT
Piepkuikenvoer.
Van twee zijden vraagt men ons,
hoe oud piepkuikens moeten zijn,
om gemest te kunnen worden, en
welke samenstelling men daarvoor
nemen moet.
Aan het schrijven der beide in
zenders te merken moet ik opmaken,
dat men met de hand wil mengen,
alleen om goedkooper uit te zijn.
Opfokvoer mengen met de hand
nimmer aan te bevelen en zeker
niet, als het voor piepkuikens is,
want dan komt er als noodwendig
bestanddeel ook levertraan bij, dat
de boer er nooit goed onder kan
krijgen.
Met het mesten der piepkuikens
begint men gewoonlijk, als ze 7, 8
of 9 weken oud zijn. Liefst niet te
vroeg, eerst moeten ze de grootte
hebben, want als men eenmaal begint
te mesten, worden ze wel zwaarder,
maar niet van beteekenis grooter
meer.
Windeieren en sterfte.
VRAAG: Ik heb ruim 160 jonge
hennen en een 90-tal van 1930. Ze
zitten apart en loopen in gescheiden
vakken, groot genoeg, ze kunnen
het gras zelfs niet aan. Ik raap ge
regeld van de jongen 4 a 5 wind
eieren per dag. De kippen zijn niet
te vet. Twee zijn er dood gegaan,
zonder dat ik er ook maar het minst
aan bemerkt heb. Ik zond de laatst
gestorvene op naar de seruminrich-
fing te Rotterdam en nu bleek, dat
die kip gestorven was aan eileider
ontsteking. Wat raadt u mij aan te
doen Ik sluit postzegel in voor
rechtstreeks antwoord, want in Peel
en Maas dan duurt het nog haast
een week"
De leg is uitstekend. Ik gebruik
het voer van den Landbouwbond
en heb daar nog 5 pond vischraeel
op de 100 pond aan toegevoegd en
ook nog 2 pond voederkalk, doch
de windeieren blijven komen.
Vooral over de sterfte maak ik
mij ongerust. Iedereen zegt, wat een
mooie kippen zijn het. De twee ge
storven kippen waren iets aan den
lichten kant, doch lang niet wat
men noemt mager.
Uit Venray.
ANTWOORD: Als ik u was,
dan had ik maar niets toegevoegd
aan dat voer van den Landbouw
bond. Bijmengen is steeds onge-
wenscht en ook meestal overbodig.
Mogelijk hebt u nu wel wat veel
dierlijk eiwit in het ochtendvoer.
Kippen kunnen ook te straf leggen.
Als ze dan niet heel veel kalkstof
krijgen, gaan ze windeieren leggen
(net als bij vervetting) en daardoor
kan eierleider ontsteking ontstaan.
U hebt aan het voer van den
Bond nog 2 pCt. voederkalk toege
voegd, zeker omdat ge in de meening
verkeert daardoor de schaalvorming
te bevorderen. Dat is echter niet zoo.
Voederkalk dient daar niet voor.
Al geeft u nog zooveel voederkalk,
de windeieren zullen ei niet om
achterwege blijven.
U moet volop grit geven of ge
malen schelpen.
Dat is altijd noodig, als de kippen
in grasland loopen, want daar vin
den ze geen scherp voor de verza
meling van het voedsel, en ook geen
kalk.
De koolzurq^kalk, die in gemalen
schelpen zit, lost langzaam op in de
verteringstoppen en wordt daarna
afgezet in de eierschaal, waarvan de
koolzure kalk het voornaamste be
standdeel is.
Grit bevordert dus de verbetering
van het voedsel en geeft eieren met
sterken schaal.
Nog eenseene weide is een
prima uitloop voor de kippen, maar
de weide geeft geen scherp en ook
weinig koolzure kalk. Die moet dus
per sé worden verstrekt.
Ik hoop, dat al onze lezers, die
hun kippen in de wei hebben loopen,
bovenstaande in het oor zullen
knoopen.
Verder zou ik vraagsteller ook
aanraden, de hanen tijdelijk af te
zonderen. Het vaak betreden door
den haan bevordert het windeieren
leggen ook wel eens.
Kunt u ergens een kar muurpuin
krijgen, waar een huis afgebroken
wordt, haal dan 'n karvol en stoot
die ergens in de wei, niet al te ver
van het kippenhok af, neer.
De kippen zullen daar aan blijven
pikken en oude muurkalk is voor de
schaalvorming buitengewoon goed.
U behoeft den gestooten hoop
muurkalk niet uit elkaar te spreiden,
laat hem zoo maar liggen.
De kippen zullen overal zelf wel
voor zorgen.
Karschop.
VRAAGMijne W. L. hebben
een goed hok. maar het is te klein,
om ze bij slecht weer geregeld bin
nen te houden.
Dicht er bij heb ik echter een
schop of afdak, waar ik wel eens
katren neerzet, doch ik kan die ook
in de schuur bergen als het moet.
Zou ik zoo'n afdak, dat alleen
aan den Zuidkant open is niet voor
daghok kunnen gebruiken.
Tochten doet het er niet in, dan
alleen bij Zuidenwind, maar dan is
het toch meestal niet koud.
Gaarne vernam ik hierover iets in
Peel en Maas.
Om het hok te vergrooten, dat
gaat ook moeilijk en het kost altijd
weer meer. Als het noodig is, kan
ik wel een koker of planken buis
maken tusschen het hok en het af
dak. Zouden de kippen er door
gaan Die koker zou dan 3 M
lang moeten zijn.
Uit Maashees.
ANTWOORD Als die karscbop
zoo is, dan kunt u hem wel voor
daghok gebruiken. Maar breng dan
aan den voorkant, langs den groDd
eene plank aan, om het naar buiten
krabben van het strooisel te voor
komen.
De bodem van de schop zal wel
droog zijn, veronderstel ik. Houd
hem dan droog, want dat is des
winters eene voorname zaak. U kunt
er stroohaksel over heen brengen, of
kaf of turfstiooisel en hierin eiken
namiddag het hardvoer strooien. Dus
niet alleen bij slecht weer, maar ge
durende het winterhalfjaar altijd.
Voor een tunnel voel ik niet veel.
Mij dunkt echter, als het hok er zoo
dicht bij staat, dat u wel een dak
kunt leggen over de ruimte van 3
Meter en aan den Noordkant een
schutting van stroo. Dan hebt u de
karschop waarschijnlijk niet noodig.
Zoo iets kost toch maar weinig.
Het dak kan bestaan uit gegolfde
platen. In den zijwand van het hok
maakt u een uitloopgat naar deze
overdekte ruimte.
VENRAY, 31 October 1931
Plechtige Inzegening van het
nieuwe Gymnasium.
Dinsdagmorgen had alhier de
plechtige inzegening plaats van het
nieuwgebouwde Gymnasium der Eerw
Zusters Ucsulinen in Jerusalem. Om
9 uur werd door Pastoor Thielen
een H. Mis van dankzegging opge
dragen in de prachtig versierde kapel.
Onder de autoriteiten werden opge
merkt Mgr. Bauduin, vicaris van
het Bisdom, Mgr. Dr. Poels. de
geestelijkheid van Venray, Eerw
Paters Franciscanen, Pater de Wit,
Prof. Schrijnen, Dr. Molkenboer,
Dr. Moller, de Inspecteur v. het
Hooger Onderwijs, Jan Poels, Bur-
gemeester, Wethouders en Gemeente-
Secretaris van Venray, architect
Wielders, de aannemers Gebrs.
Oudenhoven, alle leeraren, en oud-
leeraren en -leeraressen, de Eerw.
Zusters, Pensionnaires, vele ouders
hiervan en vele anderen.
Na de H. Mis werd processies-
gewijze naar het nieuwe gebouw
getrokken en werd de inzegening
verricht door Mgr. Bauduin.
Na deze plechtigheid vereenigden
allen zich in de receptiezaal en werd
achtereenvolgens het woord gevoerd
door Mgr. Bauduin. Pater Ohnings,
de heer Reukema, namens de Mi
nister van OnderwijsJan Poels
namens de Commissaris der Koningin
in de Provincie Limburg, Burge
meester v. d. Loo, de heer J. Loog-
mann, namens de Dames en Heeren
Docenten van het Gymnasium, de
heer Stulemeijer namens de Leerlin
gen. terwijl twee leerlingen nog het
woord voerden waarvan een speci
aal sprak tot Mgr. Bauduin en een
namens al de leerlingen van het
Gymnasium. Bij de vele ingekomen
telegrammen van gelukwenschen
waren een van Mgr. Schrijnen Bis
schop van Roermond.
Vervolgens werd een rondgang
gemaakt door het nieuwe gebouw.
Allen waren zeer voldaan over de
keurige inrichting.
Na afloop der officieele receptie
werd den genoodigden een lunch
aangeboden.
Naaa wij vernemen is met in
gang van 16 Nov. a.s. benoemd tot
kommiesdienstgeleider alhier de hee
I. Nymeier, thans ass. dienstgeleider
te Baarlo.
Verhuizing en uitbreiding van de
li. K. Parochiale Leesbibliotheek
te Venray.
Met genoegen kunnen wij mede-
deelen, dat onze bibliotheek haar
verblijf boven het kerkportaal heeft
verlaten en een betere huisvesting
heeft verkregen.
Hare bezoekers bespaart zij voor
taan de bestijging van een smalle
wenteltrap. Zij heeft gemeend hen
tegemoet te moeten komen, niet
alleen door gelijkvloersch zich te
gaan vestigen maar ook hen meer
gelegenheid te geven om haar te
kunnen bezoeken.
Zij woont voortaan bij den heer
Bern. Kruysen op de Groote Markt.
Daar heeft zij een flink en mooi
appartement betrokken.
Men moet meegaan met den tijd
cd het den menschen gemakkelijk
maken naar het „zingzoldertje"
klauteren de dames en heeren niet
graag.
Toch voelt zij een zekere wee
moed, niet omdat zij hare hooge
woning heeft verlaten, maar omdat
met het verlaten daarvan noodzake
lijk iets verbenden is, dat haar doet
gevoelen de waarheid van het ge
zegde „Scheiden tut Weh" het
vaarwel zeggen aan hare goede
trouwe vrienden, die haar jaar in
jaar uit belangeloos terzijde stonden
de Heeren Henri Jacobs en Henri
Sijbers.
Zij zal hen steeds dankbaar ge
denken, evenals zij hare vioegere
medewerkers o.a. Martin Wijnhoven
en Jean Pijpers niet vergeten zal.
Zij moest uitbreiden, wilde haar
zaak aan de behoeften van 't publiek
tegemoet komen. De familie Bern.
Kruysen zal haar daarmee helpen.
Niet alleen 's Zondags kan het
publiek terecht van 11 uur tot half
één namiddags maar ook door de
week en wel op Dinsdag, Donder
dag en Zaterdag, telkens in den
namiddag van 5—6 uur.
Iedereen kan tegen 2,50 gulden lid
worden van de bibliotheek, dan kan
men telkens twee leesboeken (ook
meerdere studieboeken) verkrijgen.
Dus wanneer men op Dinsdag één
boek haalt, kan men als lid Donder
dag weer een nieuw krijgen.
Willen meerdere personen van
één huishouden lid worden, dan kan
de 2de en de 3de tegen het betalen
van slechts één gulden het lidmaat
schap verwerven.
Men kan ook dit is voorloo-
pig tegen vier cent een boek
verkrijgen. Maar dat boek mag men
niet langer dan één week in bezit
houden, wil men 't langer houden,
dan moet men dit aanvragen.
Wanneer iemand een boek wil
lezen wat niet in de bibliotheek
voorradig is, dan behoeft hij dit
maar op te geven, dan is het binnen
één week ter zijner dispositie (geen
portokosten te betalen.)
Wanneer er liefhebbers zijn om
zich te abonneeren op een z.g.
„portefeuille", dan kan men dat doen
tegen 15 gulden per jaar (zich
aanmelden bij den Directeur).
Pater Elzearius Tulp O.F.M. f
In het R.K. ziekenhuis „De God
delijke Voorzienigheid" te Sittard
overleed in den ouderdom van 64
ijaar de WelEerw. Pater Elzearius
Tulp O. F. M. assistent aan de rec-
toraatskerk der E.E.P.P. Franciscanen
te Ophoven-Sittard.
Pater Tulp werd geboren te Zwol
le op 31 Augustas 1867, deed zija
lagere studies aan het gymnasium
der Franciscanen te Megen en trad
in de Orde van St. Franciscus te
Wychen (Alverna) in 1890.
Óp 3 Maart 1897 ontving hij de
H. Priesterwijding.
Na zijn Priesterwijding was Pater
Elzearius als assistent werkzaam te
Maastricht, Venray en Heerlen.
Daarna werd hij geroepeD om te
arbeiden in het nieuwe peeldorp
IJselsteyn, alwaar hij, bij gebrek aan
een kerk, de H. Mis moest opdragea
in een schoolgebouw.
Na vervolgens werkzaam te zijn
geweest in het klooster te Ha>len
en in het R.K. Sanatorium te Horn,
werd Pater Elzearius in 1921 be
noemd tot assistent aan de Cphoven-
sche rectoraatskerk.
Te Ophoven was Pater Elzearius
een zeer geziene en beminde per
soonlijkheid, die voor vele een uit
stekend geestelijk leidsman is geweest.
De onthulling van het
H. Hartbeeld.
Na een schitterende triduum, geleid
door den Z. E. Heer Rector Jennes-
kens uit Mook, had Zondag 25 Öct.,
den feestdag van Christus-Koning, te
Venray de onthulling plaats van het
H. Hartbeeld.
Van uit de Parochiekerk gingen
na het Lof ontzaggelijk velen op
naar de plaats, waar het H. Hart
beeld stond, als het ware bedolven
onder een schat van bloemen, samen
gebracht door alle vereenigingen uit
Venray, terwijl ook de firma Hekkens
Vaassen uit Tegelen een schat van
rozen voor de versiering der Parochie
kerk en het H. Hartbeeld had afge
staan.
De Commissarissen van orde had
den een zware taak om op het plein,
alle met hun vaandels opgekomen
kerkelijke en wereldlijke vereenigin
gen ordelijk op te stellen. Nog nooit
zullen er op één plein zooveel Ven-
rayers aanwezig geweest zijn.
Als Voorzitter van het H. Hart
beeld-Comité, beklom Dr. Janssen
het spreekgestoelte, die dezen dag
een ware jubel- en vreugdedag
noemde voor Venray, waarop dc
aloude godsdienstzin zich zoo indruk
wekkend uitsprak. Deze onverzette
lijke godsdienstzin is toch oorzaak,