Transpirearende Zomersproeten ver Een jaar bij het Fransche Vreemde lingen-Legioen. m PENHOUDERS ■PÖTLOODEN Gemengde Berichten beter is dat Jansen tracht dit perceel aan een ander over te geven en beschikt afwijzend op het verzoek. b. Op een verzoek van F. H. Bekkers te Maashees om overdracht van pacht van een perceel gemeente grond aan M. H. de Hoog wordt gunstig beschikt, onder voorwaarde dat Bekkers aansprakelijk blijft voor de betalng der pachtpenningen. c. Een verzoek van het R. K. Kerkbestuur te Overloon om een subsidie evenals andere jaren voor de bewaar- en naaischool wordt aan gehouden tot bij de behandeling der gemeentebegrooting 1932. d. Wordt voorgelezen een schrij ven van den Voorzitter van het schoolbestuur te Overloon, waarbij deze er bij de gemeente op aandringt, om elk klaslokaal van twee licht punten te voorzien, om reden een lichtpunt onvoldoende is. Tevens wordt de mededeeling gedaan dat in de meisjesschool in elk lokaal twee lichtpunten zijn aangelegd, omdat schrijver meende, dat dit ook de bedoeling was. De Voorzitter zegt, dat B. en W. hebben besloten in elk lokaal een lichtpunt te doen aanleggen, terwijl in een lokaal, waar eventueel ver volg- of landbouwcursus wordt ge geven twee lichtpunten kunnen worden aangelegd. Hij rreent, dat de verlichting alsdan voldoende moet worden geacht en dat meer licht punten overbodig zijn. Het lid Jans is er voor dat in elk lokaal twee lichtpunten worden aan gelegd. De andere leden gaan accoord met het besluit van B. en W. e. Verzoek om vermindering van pacht van enkele pachters in de Biesplanken te Overloon. De Voorzitter zegt, dat deze pachters over 1931 voor het eerst betaling van pacht voor deze per- ceelen verschuldigd zijn. Op het verzoek wordt met alge- meene stemmen afwijzend beschikt. f. Naar aanleiding van een in de vorige vergadering aangehouden schrijven van den Brigade-Comman dant der Rijksveldwacht wordt be sloten het arrestantenlokaal te Maas hees in orde te laten brengen, omreden dit niet aan de eischen voldoet. De Voorzitter zegt, dat in een vorige vergadering werd besloten tot het aangaan van een geldleening ad f 3000, voor verbetering van den klinkerweg te Overloon. B. en W. stellen thans voor den geheelen weg te Overloon in orde te laten brengen. Aan den Tech nisch Ambtenaar Lamers te Boxmeer is gevraagd een kostenbegrooting op te maken. Deze begrooting is echter nog niet ingekomen, zoodat thans nog geen besluit kan worden genomen. Weth. Crooymans zegt, dat het zeer gewenscht is dat de heele weg wordt in orde gebracht, omdat de toestand onhoudbaar is, ook wat betreft de waterafvoer. De Voorzitter spreekt een kort woord van afscheid tot het lid Goe- mans, in wiens plaats bij de j.l. verkiezing een ander is gekozen. Spreker dankt het scheidend lid voor alles, wat hij voor de gemeen te heeft gedaan en voor de gezel lige samenwerking met hem onder vonden. Het lid Goemans daukt den Voorzitter voor de gesproken woor den, dankt wederkeerig voorzitter en leden voor de goede en gezellige samenwerking en hoopt, dat het nieuwe lid aldus zijn plaats zal in nemen. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering met gebed. dwijnen in korten tijd geheel door Sprutol. Bij alle Drogisten Pot 90 ct., Tube 50 ct. Zeep 60 ct. Men kon werkelijk zeggen, dat de Amerikaan het hem aangedaan had. Onze lezers weten misschien, dat aan den Rijn een rots lig', die de Lorelei heet, en dat in den ouden tijd verteld werd, dat daar een allergevaarlijkst menseh huis de, die zoo mooi zong, dat iedereen die haar hoorde, met een bootje naar die rots toewilde, door de wateren van den Rijn hetgeen gewoonlijk allerjammerlijkst ein digde, dat de rotsbeklimmers zoo veel water bekwamen, dat ze er hun bekomst van hadden en nooit meer bijkwamen, en dan zei men, dat heeft het toovergezang, de Lorelei gedaan Neen, wij zouden hier wel willen zeggen, van die vreeselijke ingenomenheid van Harri Dorrens, dat heeft met zijn vertellen de Amerikaan ge daan. Ging hij dan naar huis, dan was het hoop en al, wanneer hij even de ziekenkamer binnen ging, om te vragen hoe het met zijn goede vrouw ging. Maar nooit trad hij bij haar binnen, dan na eerst san de deur geluisterd te hebben, en dan heette het dikwijls, wanneer hij een ietwat zware stem vernam: Die verwenschte Pater is er weer, daar moet ik niets van hebben. Dan was Pater Lambertus bij de arme zieke en beurde haar op, zoo goed het ging. Hij was Annekens oom van moederszijde, te Maastricht gebo ren, en minderbroeder en priester geworden in het klooster in de Pieterstraat. Het was een heilige kloosterling, uil de parochie van De vierde ontvluchtingspoging met succes bekroond. Men herinnert zich wellicht, dat het vorig jaar (31 Maart 1930) plot seling zekere Jan Meyer uit Helmond was verdwenen, zijne jeugdige echt- genoote met kind achterlatend. Van de vermissing werd kennis gegeven aan de politie, doch geen ander spoor van M. werd ontdekt dan dat hij waarschijnlijk per transportfiets de stad had verlaten via Geldrop naar Eindhoven. Eerst op 6 Mei d.o.v. kwam er licht in de zaak door een brief uit Algiers... van den ver miste. Meijer schreef daarin o.m. door een Belg geronseld te zijn voor het Fransche Vreemdelingen legioen na in een paar café's te zijn dronken gemaakt, waarbij hij ook in gezelschap was geweest van zijn kennis P. Damhuis. Hij zou zich om hebben laten koopen voor f 500, doch had van dit bedrag nooit 'n cent ontvangen, betuigde z'n spijt in Algiers te zijn aangeland en verzocht alle mogelijke stappen te doen om hem vrij te krijgen. Deze brief ver meldde verder nog dat hij reeds deelgenomen had aan een gevecht tegen opstandelingen, waarbij 71 dooden en een groot aantal gewon den gevallen waren. De Helmondsche politie hechtte niet veel geloof aan dit verhaalhet onderzoek had uitgewezen^ dat M. niet dronken was gemaakt in het door hem genoemde café (in de Ameide-straat); dat geen verdachte vreemdeling noch auto gesignaleerd was, weshalve verondersteld werd, dat M. z'n fiets te gelde had gemaakt en vrijwillig was verdwenen naar later bleek naar het Fransche Vreem delingenlegioen. Sindsdien werd niets meer van het geval vernomen. Vanwege de familie (M. is een in Duitschland geboren Nederlander en met een Helmondscb meisje gehuwd) zijn stappen gedaan om Meijer van zijn 5-jarige verbintenis vrij te krijgen. Het eenige resultaat was een officieele mededeeling, dat M., toen hij z'n verbintenis teekende, den 20-jarigen leeftijd (hij was toen 21 jaar oud) had overschreden en er dus niets aan te doen was. Meijer is wel steeds, tot 'n paar maanden terug, in ge regelde briefwisseling met zijn vrouw gebleven. Zaterdagavond nu is Meijer totaal onverwacht - ook voor zijn familie in Helmond teruggekeerd. Dins dagmiddag vervoegde hij zich op ons bureau, aldus de Zuid-Willems vaart. naar aanleiding van het inder tijd door ons gepubliceerde over zijn verdwijning. Nadat we hem kennis hadden laten nemen van het hier boveD in 't kort weergegeven relaas over zijn plotselinge verdwijning vertelde hij ons het volgende ver haal over zijn nogal avontuurlijk wedervaren in de afgeloopen 15 maanden. Het begin klopt niet geheel en al met de in zijn eersten bij zijn familie ontvangen brief gedane mede- deelingen. In hoeverre „Wahrheit und Dichtung" hier vermengd zijn, laten we voor M.'s rekening. Ziehier 'n samenvatting van zijn relaas Meijer was in dienst van de Mij. „Karno" van den heer J. Otten, waarvoor bij boter, koffie en thee per transportfiets langs de huizen in Helmond en omgeving aan den man trachtte te brengen. Hij verdiende hiermee 'n weekloon van circa f 15. Op den „noodlottigen" Maandag middag (31 Maart) kwam hij van Deurne, toen hem achter in de Molenstraat een heer achterop reed (per fiets) die 'n gesprek met hem den H. Malhias geboren, was hij bemind, en hoog geacht door de geheele stad. Iedereen, tot het kleinste kind toe op de straat, kende Pater Lambertus. En de ernstige man die alleen voor God leefde om zijn ziel en de zielen van anderen, was toen het klooster werd opgeheven en de kloosterlingen verjaagd, in zijn parochie teruggekeerd, las de H. Mis en verrichtte zooveel mogelijk geestelijke functiën in de St. Mathias, waar hij ook gedoopt was Hij bewoonde een klein oud huisje in de Gubbelstraat, dat zijn kluis genoemd werd, omdat hij of in de kerk of in zijn woning te vinden was, en van de wereld niets wilde weten, dan van hare ellende en beproevingen om te troosten en op te beuren, te ster ken en te helpen. Sinds het begin der meester schap van Dorrens had hij het huis zijner nicht gemeden. Niet dan wanneer hij moest, kwam hij er, en toch om der wille van de kinderen, wilde hij niet alle ver keek afbreken, want het waren inderdaad lieve kinderen, de twee jongens, Frans en Servaas en klein Anneken, en slim waren ze ook en opgewekt en bij de hand, en vroolijk en gehoorzaam ook, dus met alle eigenschappen uitge rust. En dat was moeders troost. Hare hoop was op Pater Lam bertus gevestigd, van haren man kon zij niets dan alles vreezen voor de kleinen, Helaas Hoe zou hef met hen gaan als zij er eens niet meer zoude zijn Wordt vervolgd. aanknoopte over z'n baantje enz. en Meijer voorstelde 'n glaasje bier te gaan drinken bij De Kok in de Ameidestraat (het thans leeg staande pand). M. sloeg het aanbod niet af en nadat hier 'n enkel glaasje ge dronken was, ging men naar een café op den Mierloschen weg. Hier werd ook 'n glas gedronken en in- tusschen was afgesproken, dat M. mee naar Eindhoven zou gaan om een kijkje te nemen in de zaak van den heer, waar een betere betrekking als M. thans had, vacant was. De nog onbekende betrekking-aanbieder aan z'n praten te hooren 'n Belg, verliet het café om z'n auto te gaan halen en was weldra weer terug. Waar die auto zoo plotseling van daan gehaald was, wist Meijer niet te zeggen. Zijn transportfiets werd erop gebonden en men vertrok naar Eindhoven. Op voorstel van zijn nieuwen „patroon" naar Meijer tenminste dacht werd in Geldcop aangelegd en enkele biertjes genuttigd. M. verklaarde in 't geheel niet dron ken te zijn geweest, doch toen hij weer instapte wel 't gevoel van dronken-worden te hebben gekregen en onmiddellijk in slaap te zijn ge vallen. Zijn fiets was te Geldrop van den auto gehaald onder voor wending, dat M. dan slechts tot deze plaats teruggebracht behoefde te worden en verder per fiets naar Helmond kon terugkeeren Toen Meijer weer tot bewustzijn kwam of uit z'n slaap ontwaakte lag hij op een krib in een Fran sche kazerne, n.l. te Avesne. Hij wist zich van z'n reis absoluut niets j te herinneren en vermoedt, dat hem te Geldrop in het bier een of ander bedwelmings- of slaapmiddel is toe gediend. Toen hij in de hem geheel vreemde omgeving ontwaakte hoorde hij Duitsch praten en dacht in Duitschland te zijn. In de slaapzaal bleken aanwezig te zijn een Hollan der (uit Amsterdam) enkele Duitschers en een Pool. Meijer hoorde spoedig, waar hij terecht was gekomen. Men bracht hem eten en drinken ('n flesch wijD) en daar hij verging van den honger liet hij het zich goed smaken. M. vermoedde toen nog geeszins. dat ze hem daar konden houden, want wist niet, dat hij een verbintenis voor het Vreemdelingenlegioen had geteekend. Hij maakte zich, na ge geten te hebben, op om de kazerne te verlaten, doch de wacht liet hem niet passeeren. Spoedig werd hij bij 'n officier gebracht, tegen wien M. krachtig tegen zijn gevangenhouding protesteerde. De Fransche officier lachte hem echter uit en toonde M. een bedrukt en beschreven stuk pa pier, dat hij wel is waar niet lezen kon, doch waaronder de handteeke- niog en twee vingerafdrukken van Meyer stonden. Zooals gezegd wist M. in t geheel niet, dat hij ergens op geteekend had, doch hij moest de haodteekening als de zijne erken nen. Ze was geplaatst op 3 April. In zijn woede ging hij den officier te lijf en sloeg hem overhoop Een paar toesnellende soldaten legden hem de boeien aan en stopten hem in een cel. Na twee dagen hierin verbleven te hebben zonder dat men 't den arrestant aan eten en wijn liet ontbreken werd hij met 37 andere legionairs op den trein naar Marseille gezet. Omdat hij zich met geweld tegen het aantrekken van de uniform was blijven verzetten, kreeg hij ook in den trein een apart hokje, doch overigens ontbrak aan de verzorging niets, terwijl wijn en rookmateriaal zelfs in rijkelijke mate verstrekt werden. Ook de genoemde Amsterdammer maakte deel van het transport uit. In Marseille waar M. met geweld de uniform was aangetrokken, werd ingescheept voor Oran op de Noord- Afrikaansche kust. Tijdens den ge heelen overtocht over de Middel- landsche Zee zeide M. geweldig zeeziek te zijn geweest en hij bleef zich krachtdadig tegen de Fransche officieren verzetten. Slechts op aan raden van zijn Hollandschen „collega" had hij zijn verzet opgegeven en besloten onmiddellijk na aankomst te Oran naar huis te schrijven om van daar uit stappen tot invrijheidsstelling te laten doen. Bij de ontscheping in Oran had Meijer hooge koorts, welke zijn overbrengiug naar het hospitaal in Saida noodzakelijk maakte. Hier heeft hij allereerst 2i/s maand ver bleven (dit o.a. klopt niet met de mededeeling in zijn brief over deel name aan een gevecht Red.) en werd toen bij het regiment van het Vreemdelingen-legioen'In de kazerne te Saida ingelijfd. De africhting tot werkelijk legionair begon... Na ruim 'n maand in de kazerne van Saida geïnstrueerd te zijn, moest de compagnie, waarbij Meijer inge deeld was, een opstandje onder de disciplinairen (gestrafte legionairs) te El Hadscha gaan bedwingen. Deze opstandelingen slechts met hun schop pen en ander gereedschap gewapend, werden na een kort gevecht, waarbij er twee werden doodgeschoten onderworpen. Na deze „excursie" werd Meijer bevorderd tot soldaat le klasse (niet tot korporaaldit had hij zijn familie slechts geschreven om zijn bevordering duidelijk te maken. Bij de inlijving zijn de legio nairs soldaat 2e klasse). Onmiddellijk na den terugkeer te Saida uit El Hadscha werd de com pagnie van Meijer naar Ousdja in Fransch-Marokko gedirigeerd. Kort na aankomst alhier deed Meijer in gezelschap van een drietal lotgenoo- ten z'n eerste ontvluchtingspoging (einde Juli). Twee dagen later werden de vluchtelingen echter al gesnapt en naar Oudsja teruggebracht. Als straf kreeg Meijer een flinke aframmeling en 15 dagen arrest met steenen-kloppen. Niet afgeschrikt trok M. twee dagen na het ouder gaan van zijn straf er opnieuw tus- schen uit. geheel in 't wilde weg zonder z'n ontvluchting voorbereid en 'n plan ontworpen te hebben. Hij werd dan ook spoedig weer gesnapt en een straffe aframmeling was wederom het gevolg met bovendien 60 dagen werk-atrest. Tot Nieuwjaar '31 heeft hij zich toen „goedgehouden", sprak al tamelijk goed Fransch en kon het uitstekend vinden met kapitein Roux, die hem promotie in uitzicht stelde. Deze officier werd echter krankzinnig zooals er velen in het legioen worden volgens verklaring van M. en vertrok uit Ousdia. Toen rijpte bij Meijer wederom een ontvluch tingsplan en in gezelschap van twee Duitschers deserteerde hij. Thans vielen zij pas den negenden dag in handen van Marokkaansche tirail leurs, toen zij bijna Casablanca be reikt hadden. Per trein werden de vluchtelingen naar hun garnizoen plaats teruggebracht waar ze voor den Krijgsraad terecht stonden. Meijer werd veroordeeld tot inlijving bij de Compagnie disiplinaire Sahara te Colombeschial, welke plaats aan den rand der groote woestijn ligt. Hij had hier nog nauwelijks twee weken vertoefd of een oproep werd gedaan voor vrijwilligers naar Boven- Marokko, waar 'n geheel Bataljon zgn. „goubis" (kleurling-soldaten van het Legioen) met Europeesche offi cieren door opstandelingen was uit gemoord. Aan degenen, die zich als vrijwilliger opgaven werd alle straf kwijtgescholden. Meijer was van de partij en begin Februari werd naar het onherbergzame gevechtsterrein, waar nog slechts enkele Fransche voorposten waren ingericht, vertrok ken. Aan tal van schermutselingen met de opstandige kabylen heeft M. deelgenomen. De Amsterdammer, dien Meijer in de kazerne te Avesne het eerst ont moette. is bij een dezer gevechten gesneuveld, terwijl een andere Neder- laodsche legionair, zekere G. uit Zundert, hier de hand aan zich zelf sloeg. Meijer haalde zich tijdens dit ver blijf te velde een ziekte op den hals en moest per vliegmachine naar Meknes (circa 60 K.M. van Fez gelegen) worden overgebracht. Hier werd hij vijf weken in het St. Louis- hospitaal verpleegd en na het ontslag wederom bij het 3e regiment te Fez (vanuit Colombeschial was M. van het le naar het 3e regiment over gegaan) ingelijfd. Meijer verbleef hier vier dagen, waarna hij met een transport van circa 40 „opgelapte" legionairs weer naar de streek, waar de opstand heerschte werd overgebracht. Juist daags voor zijn vertrek ontving hij nog een brief van zijn vrouw. De tocht ging thans ver het bin nenland in. Na zoover mogelijk met vrachtauto's te zijn getransporteerd, moest nog zeven volle dagen door ongebaand gebied gemarcheerd wor den. Daar vooral M. door de officie ren zeer streng behandeld werd, omdat hij reeds driemaal getracht had te ontvluchten, smeedde de Helmondsche legionair met een in dezelfde tent gekampeerde Duitscher een nieuw plan om te deserteeren, niettegenstaande er de kogel op staat als men te velde deserteert. Terwijl de Duitscher 's nachts op een der wachtposten stond, maakte Meijer alles in orde. De twee ezels van de compagnie waarmee Meijer geregeld water moest halen, werden met zooveel voedselvoorraad, munitie en granaten als buit gemaakt kon worden b?pakt en in het nachtelijk duister werd de tocht in het onbe kende aangevangen. Na twee dagen gemarcheerd te hebben werden de twee avonturiers reeds door eenl troepje rondzwervende Kabylen opgemerkt en aangevallen. Een ge vecht ontstond, dat eindigde met den aftocht van de Afrikaners nadat drie huDner door de kogels van M. en den Duitscher waren neergelegd. Deze laatsten betreurden het, dat munitie uit de zadeltasschen der Kabylen niet op hun geweren paste, daar zij maar heel krap in hun voor raad zaten en nog meer ontmoetingen vreesden. Dit laatste bleek maar al te juist. Den geheelen nacht werd doorge marcheerd om zoover mogelijk van het gevaarlijke trefpunt te komen, doch reeds tegen den morgen werden zij opnieuw aangevallen, waarschijn lijk door leden van dezelfde bende. De twee legionairs slaagden er slechts in heelhuids weg te komen, doordat ze in een gunstiger terrein positie verkeerden. Daar hun muni tie nagenoeg op was besloten ze van nu af alleen des nachts te reizen en zich overdag schuil te houden. Op deze wijze bereikten zij na tien dagen de kust, naar hun later bleek van den Atlantischen Oceaan. Hier wer den de ezels met geweren en alle misbare uitrustingsstukken bepakt, waarna de dieren werden weggejaagd. Langs de kust trekkend, bereikten de twee deserteurs een kleine haven plaats, waar twee Fransche oorlogs schepen en een vrachtschip voor anker lagen. Zonder door de politie of de bemanning te worden opge merkt, slaagden zij er in aan boord van dit laatste schip te komen en zich in de kolenbunkers te verbergen. Reeds den volgenden morgen verliet het vrachtschip de haven, welks naam M. vergeten was. Hij wist ook niet waarheen het schip koers zette en van welke nationaliteit het was. Toen na een verblijf van twee dagen zonder voedsel in de bunkers de Duitscher bewusteloos werd. is Meijer 's nachts aan dek gekropen om af te luisteren, welke taal de matrozen spraken. Hetwas een Deensche vrachtboot, dus gelukkig geen Fransche De verstekeling werd opgemerkt door een matroos, die.... een Rotterdammer bleek te zijn en bereid was de twee legionairs te helpen, nadat M. hetn den toestand had uiteengezet. Gedurende 11 dagen zorgde de Hollandsche matroos voor voeding en drank, waardoor de Duitschers weer opknapte. Het Deensche schip voer naar Dakar (Senegal) om, na te Koulac een lading kolèn te hebben gelost een lading olienootjes in te nemen, 's Avonds voor de aankomst in Dakar bracht de matroos de ver stekelingen oude mattozenkleeren, welke tegen het militaire plunje ver wisseld werden, die in zee verdwenen. Ook bracht hij hen naar een andere schuilplaats, n.l. den kettingbak van het anker. Hier werden de twee blinde passa giers door den 2en stuurman gesnapt, die hun onmiddellijk voor den kapi tein bracht. M. deed het woord en vertelde, dat zij zeelui waren, die van een Hollandsch schip in Dakar waren achtergebleven en geen mid delen bezaten om naar Nederland terug te keeren. De kapitein hechtte geloof aan dit verhaal en stond de twee mannen toe met zijn. schip naar Bordeaux te varen, indien ze onder weg matrozen werk zouden verrichten. Het schip arriveerde begin Juni in Bordeaux, waar de twee oud legio nairs aan land werden gezet. Meijer nam hier afscheid van den Duitscher om de kans dóór de Fransche politie gesnapt te worden te verkleinen te meer nog, daar de Duitscher zich nogal eens verpraatte. Deze vond reeds een dag na aankomst een Duitsch vrachtschip, waarop hij den overtocht naac Hamburg tegen ver goeding van werk aan boord, mocht maken. Meijer heeft sindsdien niets meer van zijn collega gehoord. Hij zelf was nog niet veilig buiten de macht der Fransche autoriteiten. Na vier dagen had Meijer een Nederlandsch vrachtschip gevonden, dat hem tegen vergoeding van werk mee naar het vederland wilde nemen, doch juist daags voordat de boot zou uitvaren scheen de politie le Bordeaux lucht van het verblijf der twee deserteurs gekregen te hebben. Het Nederlandsche schip werd geheel doorzocht, doch doordat Meijer tusschen de overige bemanning de gewone werkzaamheden aan boord verrichtte, bleef hij onopgemerkt Tijdens dit onderzoek werd een der koks een belooning vau 1000 francs aangeboden als bij het verblijf van een verstopten legionair wilde ver raden. De man liet zich gelukkig voor Meijer niet omkoopen en na een voorspoedige vaart werd Zater dagmorgen om 8 uur te Poorters haven het anker uitgeworpen en had Meijer weer vaderlandschen grond onder de voeten..De reis naar Helmond was toen nog slechts 'n kwestie van enkele ure". Aldus het verhaal van Meijer over zijn avonturen bij bet Fransche Vreemdelingenlegioen en de met succes bekroonde ontvluchting. Hij vertelde nog. dat de behandeling in de Noord-Afrikaansche garnizoens over 't algemeen niet zoo slecht was, doch te velde was het leven ontzet tend zwaar. De aanvallen der op standige Arabieren en Kabylen waren meestal gericht op eenzame posten, losse patrouilles enz. en gruwelijk zijn de verminkingen, welke zij hun slachtoffers toebrengen. In het Vreemdelingenlegioen waren den laatsten tijd vooral veel jeugdige Duitschers, w.o. zelfs jongens vau 16 en 17 jaar, die geronseld werden en men doet doorgaan als ouder dan 20 jaar. oksels en voeten behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel daarvoor. Purolpoeder kost 45 en 60 ct. per bus en is evenals Purol, verkrijgbaar bij Apoth. en Drog FIRMA VAN DEN MUNCKHOF Mynbouwschado. De buurtschap Chevremont gem. Kerkrade heeft de laatste jaren veel te lijden van de mijnverzakkingen. Verschillende huizen moesten wor den gesloopt en de parochiekerk moest grondig worden gerestaueerd. Op het oogenblik zijn het vooral de woningen in de Pieterstraat, die de lasten van den mijnbouw voor de bewoners wel droevig demonstreeren. Haast huis aan huis is gescheurd van onder tot boven. En wat voor scheurenAan elkaar gebouwde woningen worden van elkaar ver wijderd. De huizen verzakken. De groote glasruiten der winkels vallen in gruizelementen en de openingen worden vanwege de exploiteerende mijn Laura met planken dichtgespij kerd. Met zware palen en balken moeten woningen worden onder schraagd om ze voor invallen te behoeden. Huizen moesten reeds ontruimd worden. De trottoirs zak ken in elkaar en de waterleiding buizen springen om een haverklap, de gasbuizen raken defect. Het gas dringt door de scheuren, soms hon derden meters verwijderd van de breuk. Verdronken. Woensdag j.l. geraakte het twee jarig kind van den heer J. V., te te Sittard, bij het spelen te water. De in allerijl ontboden geneesheer kon slechts den dood constateeren. Botsing tusschen auto cn motor. 'Te Eindhoven had Maandag op den Boschdijk 'n aanrijding plaats) tusschen den auto van den heer de B. uit Tilburg en den motorrijder D., uit Eindhoven. De laatste be kwam een hersenschudding, brak een pols en kreeg meerdere verwondin gen aan hoofd, borst en beenen. Hij is naar het R. K. Gasthuis vervoerd. De politie onderzoekt de zaak. Boodeijjke hondenbeet. Te Eindhoven-Gèstel werd Zater dag het 10-jarig zoontje van G. aan de Hoogstraat door een hond zoo danig gebeten, dat bij Zondag in het R.K. ziekenhuis aan de gevolgen is overleden. Roodelyk jacht-ongeluk. Maandag bevond zich te Eersel de 20-jarige M. Bazeman met een vriend in het jachtveld. De laatste gaf aan B. zijn geweer over, waar van de haan gespannen stond in de richting van B. De haan haakte achter het takje van een boom het geweer ging af en B. kreeg het schot in de volle borst. Geestelijke en ge neeskundige hulp werd spoedig gehaald, maar de heer B. is ter plaatse nog overleden. Fietsen met olectrisclieaantirly ving. Naar de Msb. verneemt, bereidt de N.V, Philips het in den handel brengen van fietsen met electrische aandrijving voor. Boven het achter wiel komt een accu, welke 's nachts geladen kan worden. Het rijwiel zal, zonder trappen, een snelheid van 40 K.M. kunnen ontwikkelen. Aan het stuur komen de schakelaars. De firma Burgexs levert de fietsen. Storm op de Zuiderzee. Maandagmiddag zijn bij stormweer ten Zuiden van Enkhuizen nabij de Broekerhaven twee Rijnaken gezon ken, namelijk de „Niwana", die ge trokken werd door de sleepboot „Ar.tonie" en de „Orpheus", getrok ken door de sleepboot „Pieter." Beide sleepschepen zijn geladen met basalt en waren onderweg naar den Oever en Harling^n. Alle opvarenden, in totaal negen personen, konden nog bijtijds door de sleepbooten worden gered en zijn te Enkhuizen aan den wal gebracht. Hot gevaar van ondeugdelijk drinkwater. Door het drinken van ondeugde lijk water zijn twee arbeiders, werk zaam bij het bouwen van een nieuwe brug over het Reitdiep onder Dork- werd voor den nieuwen vaarweg van Groningen naar de Zuiderzee ongesteld geworden en met typhus In het ziekenhuis te Groningen op genomen waar zij beiden zijn over leden. De roofoVervul te Ede (Old.) Begin dezer maand werd op het erf der Gebr. van Egdom te Ede gepoogd kippen te stelen. De gebr. van E. onraad op hun erf hoorende togen op onderzoek en vonden in een der kippenhokken een onbeken den man. die, zich ontdekt ziende, de beide gebr. te lijf ging en enkele schoten op hen loste. Een der gebr. werd hierdoor in een der boven- beenen gevaarlijk gewond. De dief wist in het nachtelijk donker, waar schijnlijk met behulp van een auto te ontkomen. Ter plaatse waar de worsteling had plaats gehad werd bij het krie ken van den dag door de inmiddels gewaarschuwde gemeentepolitie uit Ede gevonden een houder van een parabellumrevolver alsmede een hor loge, waarin eenige inscripties voor kwamen welke als een aanwijzing van den dader konden dienen. Deze inscripties leidden het onderzoek naar Tegelen. Enkele personen hadden den be- wusten nacht in de omgeving van de plaats des misdrijfs een Limburg- sche auto gezien. In verband met een en ander nu verscheen Zaterdagmiddag te Blerick het Parket uit Roermond geassisteerd door een aantal Marechaussees ten einde een onderzoek in te stellen ten huize van zekeren Bernard J. aldaar Juist toen de Marechaussees de woning van J. naderden wilde deze het dorp per auto verlaten. Hij werd aangehouden, terwijl nadat onder leiding van den Officier van Justitie en den Rechter-Commissaris het ge-

Peel en Maas | 1931 | | pagina 6