Volk en taal
MmiöSTO
iJACfONqfr
Weekblad voor VENB-AY, HOBST en Omstreken. L-sk
[manufacture
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Ons weekpraatje.
Eet rijpe vruchten.
Uw Zenuwen £7™' Iu:fn
Buitenl. nieuws.
Provinciaal Nieuws
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1931
Twee en Vijftigste Jaargang
No. 34
manufacture!
1 BLIJKEN
TOCH HET Jj
EEL EN
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7 t ct.
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF VENRAY
Telefoon 51 GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent
voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent
O. L. Vrouw Behoudenis
der Kranken, Oostrum
door A. F. van BEURDEN.
Reeds meermalen hebben wij in
onze artikelen uit laten komen, dat
Noord-Limburg, bijzonder het ge
deelte, dat vroeger geheel afgesloten
was van deNoordbrabantsche dorpen
Liessel, Deurne, Bakel, dus Venray,
Horst en Sevenum en door eene
andere rij Maasdorpen Geijsteren,
Wanssum, Blitterswijck, Swolgen,
Meerlo en de Vorsten van de Maas,
de hoofdrivier, afgesloten was. daar
door op zichzelf, op zijn landbouw,
zijn betrekkelijk kleinen veeteelt, zijn
schapenfokkerij aangewezen was. Die
betrekkelijk afgesloten ligging, buiten
vreemde invloeden, buiten het groote
verkeer, zooverre het oudtijds be
stond, onderlinge huwelijksverbindin
gen bewaarde het stamverband
tusschen de drie dorpen Venray,
Horst en Sevenum, behield de oor
spronkelijke taal, uitte zich in den
bouw der boerderijen en keuters-
woningen, bewaarde ook den eerbied
voor den aangeboren godsdienst,
deed de machtige torens en kerken
bouwen, zorgde dat de mooie, oude
kleedij niet geheel verdween, bracht
eenheid in de dorpstaai, zonder dat
daar geschreven wetten voor noodig
waren.
De spreekwoorden zag men ont
luiken en als bloemen prijken, dan
tijdelijk in bescheidenheid verder
leven en telkens weer tot op den
huidigen dag in de levende taal
opkomen en geuren en fleuren. Wel
kan men, als men goed luistert en
toehoort, de kleine wijzigingen ver
nemen, die de fantasie en de smaak
der opeenvolgende geslachten der
drie dorpen in de stamtaal brachten.
Dat kon wel niet andersDoor
lieden, die zich uit den Brabantschen
hoek ot uit den Maaskant daar
vestigden, werden hier en daar
vreemde elementen in de taal inge
voerd, maar over het geheel genomen
zijn de dorpstalen van Venray, van
Horst, van Sevenum wel degelijk
verwant.
Het behoud van de goede oude
zeden, van den godsdienstzin, van
den eenvoud van leven, van den
onderling gemoedelijken omgang, die
hoog en laag één doet zijn, van de
degelijke oude kleedij, die de boerin
er van afhoudt om een pothoed op
te zetten, die haar niet staat, en den
boer niet in een confectie-pakje jaagt,
dat hem van alle kanten te nauw is,
dat heeft zelfs het hedendaagsche
snelverkeer nog niet kunnen verdrin
gen al doet het ook in deze
streek zijn invloed gelden en grijpt
het bij het jongere geslacht wel
dieper in, dan men oppervlakkig zou
meenen.
De tijden zijn ook anders gewor
den. De boer dreef zijn landbouw
nog niet zoolang geleden, zóó als hij
dat van zijn vader gezien had en de
nieuwe uitvindingen, de machines,
hebben slechts langzaam haar plaats
kunnen veroveren.
Vooruitziende mannen hebben ook
in deze streek gezorgd, en zorgen
dat door cursussen, door landbouw
scholen, door ontwikkeling naar alle
zijden, de boer op de hoogte kwam
en komt van het gebruik van kunst
mest, men leert hem coopereeren,
zijn veestapel verbeteren en vanzelf
is men aldus tot nieuwe inzichten
gekomen.
De schilderachtige boerderijen met
de rieten daken hebben plaats moeten
maken voor nieuwe meer practische
woningen, waarbij in plaats van de
potstallen, meer hygiënische vee
stallen verrezen. Men kan het weg
ruimen van die antieke huizen,
waarin geslacht op geslacht in werk
zaamheid en soberheid woonde be
treuren, het moest. Men moet geen
achterblijver zijn en vooruitgang moet
men toejuichen.
Aldus verdwijnt er veel, maar de
dorpstalen, kloek en logisch van
bouw, houden het uit, al lijden ze,
zooals reeds gezegd is, door het
jagend en ijlend verkeer, het veel
vuldig bezoek van vreemden. Maar
de dorpstaai is een schat, door de
voorouders getrouw overgeleverd
sinds vele opvolgende eeuwen. Wij
bewonderen steeds dit vaststaand feit.
Daarom treft ons zeer het artikel
van W. J. in Peel en Maas, waarin
hij opkomt voor het behoud der
dorpstaai in Venrayeen prijsbaar
voorbeeld
Het Venraysch lijdt onder het
toenemend gebruik van het oflicieele
Nederlandsch, dat slechts een ver
leden heeft in zijn tegenwoordigen
vorm van enkele eeuwen. Men kan
dit overal 't beste zien, dat men in
iedere Hollandsche stad het officieele
„beschaafd" Hollandsch hoort spre
ken, maar spreekt eens met het
eigenlijke volkdat vertelt II zijn
leven, zijn ervaringen, zijn gevoelens
in de oude werkelijke omgangstaal
met zijn geheel andere klanken, die
de hoogere standen als een teeken
van ontwikkeling verlaten hebben.
Wij zullen den schrijver in zijn
betoog niet volgen, omdat wij dan
te uitgebreid zouden worden, maar
reiken hem gaarne de hand, om zijn
kloek voorstel.
Maar eene enkele opmerking houde
hij ons ten goede. Hij zorge mede
standers en medehelpers te krijgen,
ook in Horst en Sevenum. dorpen
van dezelfden groei en ontwikkeling,
met dezelfde zeden, gewoonten,
kleedij, voor zoover ze nog bestaan;
dorpen die in strijden en lijden naast
elkander pal gestaan hebben. Dan
kan men te samen een dam opwerpen
tegen de 3teeds voortdringende ver
vaging en verdwijning van het oude,
eerbiedwaardige in volk en taal en
doet dan een goed en vruchtbaar
werk.
Erich Maria Remarque, de beken
de schrijver van het grootsche anti-
oorlogswerk „lm Westen nichts
Neues", heeft vele van zijn enthou
siaste bewonderaars lichtelijk ver
baasd, anderen ontstemd en een
enkeling tot „doffe woede" gebracht.
En dat alles in verband met het
antwoord, dat hij aan het Fransche
blad „L'Oeuvre" zond. op een
enquête-vraag, of de Duitsche oud
strijders weder ten oorlog zouden
trekken, indien er nieuwe strijd tus
schen de volkeren zou ontbranden,
Remarque schreef o.m.
„De oorlog is voor mij de meest
volmaakte negatie van het leven
geweest, de wreedste vorm van den
dood, van het niet-leven, waartegen
ik me verplicht heb gevoeld te rea-
geeren. Doch ik ben geen politieke
ideoloog. Indien vandaag vijandelijke
legers Westpbalen mochten binnen
dringen, zal ik morgen opnieuw sol
daat worden. !k ben een vredelievend
man maar geen pacifist."
Het valt niet te ontkennen, dat
zulk abt woord wel eenige oogenblik-
ken tot verbazing stemt. Immers,
hebben wij, die den oorlog niet heb
ben meegemaakt, ons dezer verschrik
kingen niet juist door Remarque's
boek gerealiseerd Hebben de citaten
uit zijn werk velen onzer niet tot
het teekenen van het petitionnement
voor algemeene ontwapening geleid
En dan toch zou, als het moest, die
man zelf weer naar de wapens grij
pen
Ja. als het moest...
Men kan van Remarque's oprechte
vredesgezindheid overtuigd wezen
anders zou hij niet zoo over den
oorlog hebben kunnen schrijven. De
meeste menschen houden er, gelukkig,
niet van om anderen pijn te doen,
te dooden. Maar als we straks wor
den aangevallen door een booswicht,
die ons dreigtje geld of je leven
en we zouden dan de kans krijgen
om den kerel een tik op zijn hoofd
te geven...
Wat de vredesbeweging betreft,
onderscheiden we ij veraars voor
algemeene en gelijktijdige ontwape
ning, en daarnaast menschen, die
ook, ja allereerst eenzijdige, eigen
ontwapening propageeren. De laatste
zijn zeer zeker beste brave menschen,
uitnemende idealisten. Maar wat de
gezindheid voor den vrede betreft,
doen de eersten voor de laatsten
niet onder al zijn ze voor alles
realisten, 't Is heel mooi, om te
prediken zelfs al vallen ze ons aan,
doen we toch niets terug, verzetten
we ons niet, maar zal zulke
ideologie tegen de nuchtere zakelijk
heid van de practijk opgewassen
blijken Zal, als het er op aan komt,
de natuur haar rechten niet boven
de leer laten gelden We vieezen
van wel en Remarque komt er rond
voor uit, dat hij hoezeer hij den
vrede ook mint met hen naar de
wapenen zal grijpen, die worden
aangevallen. Hij is er ons niet minder
om.
Wij gelooven zelfs niet, dat dege
nen, die nu in „doffe woede" over
Remarque's woorden neerzitten,
anders zullen handelen, als het er op
aan komt. Elke oorlog gaat met be
dreigingen en bruut geweld gepaard.
En nu reeds te zeggen, dat men in
geen geval tegenweer zou bieden, al
komen vijandelijke legers het land
binneo, al zouden ze hier onze land-
genooten. onze families, onze gezin
nen, de eer der onzen bedreigen,
dat lijkt een miskenning der realiteit,
een miskenning van... het karakter,
dat we toch heusch wel bezitten.
Daarom behoeft onze vredesactie
nog geenszins te verslappen inte
gendeel, ons gevoel voor realiteit
moet ze nog versterken we moeten
ze dragen tot ver over de grenzen.
Het vredesideaal moet een bezieling
worden van alle beschaafd heetende
volkeren. Dan zullen er geen aan
vallers meer zijn en kunnen dus ook
de verdedigers thuis blijven. En de
eenzijdige ontwapenaars behoeven
de kracht hunner idealen niet aan de
werkelijkheid te toetsen.
Het bieden van weerstand, waar
dat noodig is, zit ons, Nederlanders
anders geweldig in hec bloed. Dat
bewijst de herrijzing van ons Pavil
joen in Vincennes. Al hebben we
wel eens gemopperd over de geheim
zinnigheid van het Tentoonstellings-
comité en derzelver weinige geneigd
heid om open kaart te spelen over
de gevolgen van den brand, toch
is het een mooi staaltje van energie
om zich zoo spoedig over zijn ramp
spoeden heen te zetten.
Wij zitten nooit bij de pakken
neer Daar hebben we b.v. dezen
vacantietijd. We worden getreiterd
met stormen en regens, maar treuren
we Vast niet. We kijken de krant
na, waar de beste anthraciet is te
krijgen en waar een goede kachel
bestellen vlug het een en ander, en
zitten malkaar dan wijs te maken,
dat een winteravond wat gezellig is.
Vooral in Augustus.
Onder de vruchten, die als genees
middel dienst kunnen doen, behooren
in de eerste plaats de druiven te
worden genoemd.
En ze zijn er al, heerlijke sappige
druiven, en waarlijk niet duur, de
blauwe noch de witte. De blauwe
soorten zijn zeer voedzaam en zuive
ren in hooge mate het bloed.
Daarop volgen de perziken in
geneeskracht gelijk aan de druiven,
wanneer men ze des morgens op de
nuchtere maag gebruikt.
Een sinaasappel (ze zijn er het
geheele jaar tegenwoordig) is een
voortreffelijk middel tegen slechte
spijsvertering en.... kwaad humeur.
De appel, het ideale gezondheids
middel, bevat zeer vele vitaminen en
zachte aangename zuren, welke op
het lichaam een weldadigen invloed
uitoefenen.
Iemand die veel appelen eet, zal
zelden aan slechte spijsvertering of
keelpijn lijden.
Vooral zeer bevorderend voor de
gezondheid is een appel te eten, vóór
men te slapen gaat.
De appel bezit zeer veel phosphoi
en is voor personen, die in steeds
geprikkelden tóestand verkeeren een
zeer geschikt en heilzaam werkend
middel.
De appel voedt de hersenen, wekt
de werkzaamheid van den lever op
en verfrischt zoowel den geest als
het lichaam.
Met uitzondering van de aardbeien,
zouden wij eerder alle andere vruch
ten kunnen ontberen, dan de appel
alleen.
De plaats die de appel inneemt is
moeilijk te vervangen.
Geeft men kinderen veel gekookte
appelen, appelmoes te eten, dan zul
len poeders en medicijnen voor
spijsvertering onnoodig zijn.
Ook de citroen is een der nuttigste
en geneeskrachtigste vruchten. In den
zomer, bij groote hitte, koel gedron
ken, in den winter, als warme groc,
is citroen een geliefde en begeerens-
waardige drank. Citroenwater stilt
den dorst, verkoelt het gistend bloed;
door een kop heete thee gemengd,
doet citroen de hoofdpijn bedaren,
en kan warm gedronken met wat
sinaasappelsap er doorheen, wonderen
uitwerken bij koorts, griep, hevige
verkoudheid, galligheid enz. enz.
Geeft den kinderen vooral veel
citroen, veel druiven, veel appelen,
't Is een versnapering, veel gezonder
dan bonbons, toffee's, drups enz. enz.
niet duurder.
worden daarbij tevens gesterkt door
het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en
Drogisten.
Engeland's binnen- en buiten-
landsche moeilykheden.
Stryd op tal van fronten.
De geheele wereld tobt met de
gevolgen van de malaise, waarover
tegenwoordig iedereen den mond vol
heeft en waarvoor de gemiddelde
man de oplossing gemakkelijker bij
de hand heeft dan de grootste eco
nomen van onzen tijd.
De depressie in het zakenleven
doet zich het ergste gevoelen in de
sterk geïndustrialiseerde landen, met
name in Duitschland, Engeland en
Amerika.
De meer landbouwende staten, als
Frankrijk, Nederlanden Indië onder
vinden den terugslag lang niet in
zoon ernstige mate, al blijven we
b.v. in ons land ook lang niet vrij
van de gevolgen der malaise, die
zich o.m. efteekenen in ons werk
loozenleger, in de ontstellende terug
loop der rijksmiddelen, in den nood
van industrie en landbouw.
Gaan we heden eens even een
kijkje nemen in Engeland's moeilijk
heden.
We zien dan direct, dat hier de
binnenlandsche moeilijkheden gecom
bineerd zijn met die van buitenland-
sche aard.
De laatste zijn heusch niet de
minste. Wij zullen de ergste eens
even kort de revue laten passeeren.
In Ierland
laait de oude strijd tusschen de on
ver zoenlij ken onder leiding van De
Valera en de grondwettelijke repu
blikeinen, wederom op. Ierland is
zeltstandig. maar is nog met een zij
den draad, den eed, aan 't Britsche
rijk verbonden. We gaan verder en
zien, dat
Egypte
tracht om de laatste banden te bre
ken, waarmede het nog aan Enge
land gebonden is. Dat is de diepe
oorzaak van den strijd, tusschen den
koning en de Wafdpartij. En dan
Britsck-Indië.
waar we nu weer in een nieuw en
belangrijk stadium van den strijd
zijn gekomen. Op de eerste Ronde-
Tafel-Conferentie ging het er niet
om te weten of Indië zelfstandig
zou wezen, doch welken vorm die
zelfstandigheid zou aannemen, Een
flauwe hoop koesterde sommigen
nog, dat de zelfstandigheid zou af
springen op
de oneenigkeid tusschen Hindoo's
en Mohammedanen.
Dat zou in hun opvatting voor
Engeland een geldige reden zijn om
de teugel? niet los te laten, daar het
niet verantwoord zou zijn, Indië aan
onderlinge twisten te laten lijden
Wij noemen het 'n voorwendsel.
De tweede Ronde-Tafel Conferen
tie dreigt nu te mislukken wegens
dezelfde ongewijzigde oneenigheden
tusschen Hindoe's en Mahommedanen
beweert men.
De waarheid is, dat het Al-Indisch
Congres
behendig, doch krachtig, schrede
voor schrede tegen Engeland
vooruit treedt.
Nu eens met gewelddaden, dan weer
met diplomatische onderhandelingen,
nadert Indië zijn doel.
En het lijkt ons niet twijfelachtig,
of uiteindelijk zal dat doel bereikt
worden.
Op 't oogenblik is het nog een
ontkennen en dan weer bevestigen
van de deelname van Ghandi aan
de conferentie te Londen. Zoo is
bet ook met het bericht, dat
de ongehoorzaamheidsveldtocht
tegen de Britsch-Indische regeering
weer hervat zal worden.
Ghandi heeft dit bericht beslist
tegengesproken. Wij zullen moeten
afwachten, wat hieruit groeit, maar
zeker is, dat Engeland in Britsch-
Indië moeilijke dagen tegemoet gaat.
Nn nog enkele woorden over
de binnenlandsche moeilykheden
in Engeland..
We wezen er al eens meer op,
dat na Duitschland en Oostenrijk
het Britsche Rijk wel het ergste de
gevolgen voelt van de malaise.
Mac Donald heeft dan ook zeer
ingrijpende bezuinigingsmaatregelen
aangekondigd en het zal nog zeer
de vraag zijn, of de parlementaire
commissie der Labourpartij en de raad
van het vakvereenigings-congres de
voorgestelde maatregelen zullen goed
keuren.
Men ziet: Engeland verkeert in
binnen- en buitenlandsch opzicht in
een alles behalve benijdenswaardige
positie.
De jaarlyksche bedevaart naai
den Yzer,
A.s. Zondag zal de jaarlijksche
Bedevaart naar den Yzer" worden
gehouden, dat is de optocht der
Vlamingen naar Dixmuide, waar zij
een monument voor hunne gesneu
velden hebben opgericht.
Bij dit monument zullen zij in open
lucht het H. Misoffer bijwonen, het
welk door een krijgsaalmoezenier
wordt opgedragen en zullen zij de
toespraken van den aalmoezenier en
van een leider hunner Vlaamsche
Oud-Soldatenvereeniging aanhooren.
Ernstig en diep godsdienstig is
deze plechtigheid steeds geweest en
zal zij immer blijven.
Het monument is een toren met
twee dwarsstukken, die een kruis
verbeeldt. Het geeft den vorm weer
van het kruis dat de Vlaamsche
soldaten lieten oprichten, met hunne
karige soldij-„centen", op de graven
hunner gevallen makkers. Die kruisen,
alle gelijkvormig, droegen alle het
opschrift „Alles voor Vlaanderen,
Vlaanderen voor Christus."
De oorsprong dezer leus is het
motto van het in 1880 gestichtte tijd
schrift „De Student", hetwelk tot
aan den oorlog bestendig het zuiverst
de richting der Vlaamsche jong-
Studentenbeweging aangaf.
De oorlog in 1914.
Die richting bracht mede, dat de
Vlaamsche jongelingen in 1914 door
hun leiders werden aangezet om als
vrijwilliger op te trekken, en werke
lijk, massa-ge wijs optrokken.
De Katholieke opvatting was» dat
zij hun plicht jegens België moesten
volbrengen. Als Vlamingen meenden
zij dat zij dien plicht moesten vol
brengen, om, na hun loyalisme door
het hoogste offer bewezen te hebben,
de zekerheid te bekomen, dat België
den Vlamingen eindelijk recht zou
laten wedervaren.
Men kent het verloop. De Koning
had een beroep op de Vlamingen
gedaan „Gedenkt den Gulden Spo
renslag De Vlamingen hadden den
Godsvrede op het gebied van den
Vlaamschen ontvoodingsstrijd aange
nomen, en deden dien ook aanvan
kelijk oprecht en stipt gestemd.
Onderdrukking der Vlaamsche
beweging.
Onmiddellijk echter begon de
tegenpartij tegen hen te ageeren en
onverholen verkondigde zij dat de
oorlog er mede toe dienen moest om
de Vlaamsche Beweging voor goed
te onderdrukken.
Na een vruchteloos beroep op
den Koning, begonnen de Vlamingen
zich te weer te stellen, eerst op wet
telijke wijze, door het organiseeren
aan het front van cultureele instel
lingen, ontwikkelings-cursussen,
Vlaamsche lectuur, tooneel, enz.
Deze onderneming werd onder
drukt, wat het verzet versterkte en
de Frontorganisatie nam een ander
karakter aan.
Na den oorlog beloofde de Koning
„gelijkheid in rechte en in teite,"
maar nu, in 1931, is die gelijkheid
er nog niet.
Het Yzermonument.
Als protest tegen het wegnemen
der kransen op de graven der ge
sneuvelde Vlamingen werd het Yzer
monument opgericht.
De onwil, om aan de VlamingeD
voldoening te schenken, heeft bewerkt
dat jaarlijks de deelname aan de
bedevaart grooter wordt.
Verleden jaar i3 bij de bedevaart
een bloedbad nog nauwelijks ver
meden.
Thans zijn maatregelen genomen
om incidenten te vermijden.
De deelname belooft weer enorm
te worden.
Van verschillend terrein.
Moskousche toebereidselen.
Een heel Azië omvattend complot
ontdekt.
De activiteit der autoriteiten in de
buitenlandsche concessie te Shanghai
heeft wellicht heel het Verre Oosten
behoed voor een dreigende revolutie 1
Men is er n.l. in geslaagd, een
groote communistische propaganda-
centrale op het spoor te komen, die
haar vertakkingen heeft over heel
Azië en het gebied van den Stillen
Oceaan.
llit de in beslag genomen docu
menten blijkt de uitgestrektheid van
het bewerkte gebied.
Uit de kasboeken is voorts geble
ken, dat alléén de laatste paar maan
den de som van 8000 p. st. is be
steed aan propagandistische doelein
den.
De ramp aan de Jangtse in China.
30.000.000 mensehen dakloos.
Volgens berichten uit Hankow zijn
op het oogenblik, ten gevolge van
de overstrooming in het Jangtsege-
bied, minstens 30 miliioen menschen
dakloos.
Tien miliioen menschen zijn van
alles beroofd.
Oorlogsverklaring aan de Kerk in
Spanje
Onheilspellende berichten.
De arrestatie van den vicaris-gene
raal van het bisdom Victoria, gevolgd
door het herderlijk schrijven van het
geheele Spaansche episcopaat, schijnt
aan de godsdienstkwestie een nieuwe
wending te hebben gegeven.
Men meent te weten, dat de regee
ring besloten heeft tot het benoemen
van een commissie, samengesteld uit
de ministers Zamora, Lerroux en
Los Rios, welke terstond het vol
gende vraagstuk zou hebben op te
lossen
ofwel door bemiddeling van den
Pauselijken nuntius te protesteeren
bij het Vaticaan.
ofwel eenvoudig te breken met
den H. Stoel.
De regeering zou besloten zijn.
tegen de geestelijkheid op te treden
als tegen vijanden van het regiem.
VENRAY, 22 Augustus 1931
Kostelooze koepokinenting.
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ter openbare kennis,
dat in een lokaal der scholen aan
eenieder, die zich daartoe aanmeldt,
gelegenheid zal worden gegeven tot
kostelooze inenting en herineDting.
Dorp, Woensdag 2 September a.s.
2 uur namiddag (Jongensschool)
Oostrum, Donderdag 3 September
a.s., 4 uur namiddag.
Oirlo, Donderdag 3 September
a.s., half 5 namiddag.
Castenray, Donderdag 3 Septem
ber a.s., half 6 namiddag.
Leunen, (Jongensschool) Donder
dag 3 September a.s., 6 uur nam.
Ysselsteyn, Vrijdag 4 September
a.s., 4 uur namiddag.
Heijde, Vrijdag 4 September a.s.,
5 uur namiddag.
Merselo, Vrijdag 4 September a.s.,
6 uur namiddag.
Belanghebbenden moeten
le. Medebrengen het trouwboekje,
waarin de te enten personen staan
aangeteekend.
2e. Op denzelfden dag en het
zelfde uur in de week na de inenting,
dus voor het Dorp op Woensdag
9 September, ./oor Oostrum, Oirlo,
Castenray en Leunen op Donderdag
10 September en voor Ysselsteyn,
Heijde en Merselo op Vrijdag 11
September a.s. terugkomen in dezelfde
school, om het verloop der inenting
te laten onderzoeken en daarna te
ontvangen het bewijs, dat die inenting
met goed gevolg heeft plaats gehad.
Venray, 18 Augustus 1931.
Burgemeester en Wethouders van
Venray,
O. VAN DE LOO.
De Secretaris,
VAN HAAREN.
Drankwet.
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ter openbare kennis,
dat is ingekomen een verzoek van
Catharina van Osch, weduwe van
M. Arts, wonende te Venray, om
krachtens het bepaalde bij artikel 26,
le lid, le der Drankwet, de haar bij
besluit van Burgemeester en Mot
houders verleende vergunning tot
verkoop van sterken drank in het
klein, over te schrijven ten name
van haar zoon Hendrikus Hubertus
Arts. wonende te Venray, die de
vergunning zal uitoefenen in het
lokaal aan den ingang en de daar
achter gelegen zaal van het pand
gelegen te Merselo M 24, welke
lokaliteiten deel uitmaken van een
inrichting voor maatschappelijk ver
keer.
Zijnde de toestemming tot deze
overschrijving gegeven bij Ministeri
eel beschikking van 25 Juni 1931,
Ministerie van Arbeid, Handel en
Nijverheid No. 910 G, afdeeling
Volksgezondheid.
Binnen twee weken na de dag-
teekening dezer bekendmaking kan
eenieder tegen het verleenen dezer
overschrijving schriftelijk bezwaren
indienen.
Venray 19 Augustus 1931.
Burgemeester en Wethouders vrnd.
O. VAN DE LOO.
De Secretaris,
VAN HAAREN.