Tweede Blad van „PEEL EN MAAS Openbare Vergadering Gemeenteraad van Venray. Om twee miliioen van den FEUILLETON ZATERDAG 11 JULI 1931 Twee en Vijftigste Jaargang No. 28 Gehouden op 5 Juni 1931 des namiddags half 4. Voorzitter: de heer O. L. P. van de Loo, Burgemeester. Secretaris de heer A. F. M. van Haaren. Afwezig met kennisgeving de heer Van Bergen. De Voorzitter opent de vergadering met gebed, waarna hij den heer Jacobs welkom heet, die thans geheel hersteld aanwezig is. Spreker feliciteert hem namens den Raad en spreekt de hoop uit, dat het herstel blijvend zal zijn. Dan is aan de orde vaststellen der notulen van 8 April 1931. De heer Odenhoven meent den vorigen keer gevraagd te hebben of, als b.v. 10 Venraysche vergunning- of verlofhouders toestemming zouden vragen voor het plaatsen van een tent en het daarin houden van dansmuziek, de Burgemeester dan daarvoor aan alle IX) die toestem ming zou geven; dit staat niet in de notulen. Spreker verduideüjkt het door hem gesprokene in zake het houden van dansmuziek en vraagt dienaangaande eene toelichting aan den Voorzitter, welke deze geeft, waarna de notulen worden vastgesteld. Bij de hierna gehouden trekking blijkt dat no. 13 getrokken is, zoodat bij stemmingen in deze vergadering, zijnde no. 13 niet aanwezig, no. 1 der presentielijst i.e. de heer Geurts het eerst zijn stem moet uitbrengen. Het kohier der hand-, span- en voerdiensten, wordt hierna vastgesteld met 2168 handdiensten, 1709 spandiensten en 65 voerdiensten. Vervolgens is aan de orde het voorstel van B. en W. tot het aan gaan eener rekening-courant-overeenkomst met de Nederlandsche Land- bouwbank bijkantoor Venray, voor de periode 1 Juli 193130 Juni 1932. De Voorzitter deelt mece. dat de thans geldende overeenkomst met 30 Juni a.s. eindigt en B. en W. zich voorstellen onder dezelfde voor waarden en zekerheidsstelling een nieuwe overeenkomst voor den tijd van een jaar aan te gaan. Wordt algemeen goedgevonden. Dan is aan de orde, wijziging en aanvulling der Gemeentebegrooting 1930 en der Gemeentebegrooting 1931. De Voorzitter leest de voorgestelde wijzigingen en aanvullingen voor, welke algemeen worden goedgevonden. De heer Stoot vraagt, waarom de post drukwerken zoo overschreden is, deze was toch hoog genoeg uitgetrokken. De Voorzitter antwoordt, dat naar hij vermeent, dit zijn oorzaak vindt in de aanschaffing van nieuwe bevolkingsregisters. Hierna wordt aangeboden de rekening van het Burgerlijk Armbestuur over 1930 en de begrooting voor 1932. De Voorzitter wijst eene commissie aan, bestaande uit de heeren Wethouder Houben, Goumans en Millen, die de begrooting en rekening kunnen onderzoeken en dan in de volgende vergadering verslag uit brengen. Na toelichting van den Voorzitter wordt vervolgens met algemeene stemmen besloten tot het aangaan eener geldleening groot f 39000, tegen 4i/* pet. a pari met de Gemeente-Spaarbank te Venlo, waarin de clausule zal worden opgenomen, dat de gemeente vanaf 30 Juni 1936 het recht heeft tot versterkte of algeheele aflossing over te gaan, terwijl bij andere banken voor vervroegde aflossing vaak J of 2 pet. wordt geeischt. Hierna is aan de orde vaststelling der vergoedingen ten behoeve der verschillende bijzondere lagere scholen over 1929, overeenkomstig het bepaalde bij de artikelen 101 en 103 der Lager Onderwijswet 1920. De Voorzitter deelt mede, dat de vergoeding eerst kan worden be paald, als de rekening over het desbetreffend dienstjaar is vastgesteld. Dit is geschied en overeenkomstig de gelijksoortige openbare school bedraagt de vergoeding per leerling f 7,29 en is het totaal bedrag voor het St. Josephsgesticht f 1018,78; voor de bijz. school Oostrum f745,40; idem Oirlo f 998,73 idem Castenray f 758,16 idem VenrayKom f 3245,87 idem Ysselsteyn f 780,03 idem Jongensschool Leunen f 228,42; idem Meisjesschool Leunen f 257,58 voor school A der Zusters Ursu- linen f 1809,74 voor school B f 1211,96 en voor de U.L.O.-school f 70,40 (als overeenkomstige school hiervoor is genomen de school voor uitgebreid lager onderwijs te Ulrum). Vervolgens wordt behandeld het voorstel van Burgemeester en Wet houders tot vaststelling der afschrijvingen overeenkomstig de verorde ning, regelende het gasbedrijf. De Voorzitter leest de verschillende afschrijvingspercentages en bedra gen voor, in totaal f 4850,34, en zegt, dat het nog te dekken verlies, groot f 2763,92, overeenkomstig art. 41 der rekeningsvoorschriften uit de gemeentekas aan het bedrijf moet worden uitgekeerd en wel f 1000 ten laste van het dienstjaar 1930 en het resteerend bedrag, groot f 1763,92, kan worden gedekt door onttrekking van een gelijk bedrag aan het belegd reservefonds. Spreker wil hierbij nog opmerken, dat het verlies, dat begroot was op f 3500 nog ongeveer f 800 is meegevallen. Wordt algemeen goedgevonden de afschrijvingen vast te stellen over eenkomstig het voorstel van B. en W. Dan is aan de orde, voorstel van B. en W. tot onttrekking aan den openbaren dienst van een gedeelte van Sectie C 5633 (beken), loopende vanaf het huis Tillemans langs de pastorie, Jerusalem tot aan den Maasheesche weg en verkoop van dit strookje grond aan J. Tillemans e.a. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders deze zaak ge publiceerd hebben en de zitting de commodo en incommodo is gehou den. Spreker leest het procesverbaal hiervan voor, waaruit blijkt, dat noch mondeling, noch schriftelijk bezwaren zijn ingekomen. De belendende eigenaren, te weten de Parochie St. Petrus Banden, het Zedelijk Lichaam Ursula's Zusters, J. P. Tillemans en A. A. Sanders die er belang bij hebben, zijn bereid f 1.— per M2 te betalen. De heer Vermeulen vraagt, of deze zaak zoo tot genoegen der aan vragers is geregeld, waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt. Wordt algemeen goedgevonden. Nog is aan de orde voorstel van B. en W. tot verkoop van een strookje grond gedeelte van Sectie C 5916 (wegen) reeds vroeger aan den publieken dienst onttrokken aan G. Verstraelen. De Voorzitter zegt, dat dit strookje grond reeds in 1915 aan den publieken dienst is onttrokken en hierop bij den in November 1918 plaats gehad hebbenden verkoop geen bod is gedaan. Met het oog op een goede bebouwing is verkoop gewenscht en de geboden som, f 45, aannemelijk. Wordt algemeen goedgevonden. Nog wordt op voorstel van Burgemeester en Wethouders en na toe- lichiing van den Voorzitter algemeen goedgevonden twee strookjes grond aan de Heuvelstraat, ter gezamenlijke grootte van circa 200 M2 toebehoorende aan M. Peters en de Kapelanie te Venray aan te koopen voor f 1.— per M2, zulks ter verbreeding van de Heuvelstraat. Vervolgens wordt op voorstel van Burgemeester en Wethouders al gemeen goedgevonden overeenkomstig artikel 5 der Algemeene Voor waarden aan de Stroomverkoopmaatschappij kosteloos ter beschikking te stellen voor den duur der concessie een terreintje, eigendom der gemeente, gelegen aan de Gasstraat, voor het plaatsen van een trans formator-inrichting. Dan is aan de orde rapport van B. en W. inzake het request van den R. K. Venrayschen Middenstand ter verkrijging van een nacht- en i Zondagsdienst der Rijkstelefoon in de gemeente. I De Voorzitter zegt dat hoewel alle leden het rapport hebben thuis gehad, hij toch nog enkele zaken zal toelichten. Bijvoorbeeld waar ge sproken wordt over vergoedingen, wijst spreker er op, dat het aller minst de bedoeling is voor de gemeente winst te maken, maar dat het een vergoeding is voor de kantoorhouders, die moeten openmaken of openhouden. Hiervoor moet toch iets betaald worden, dat is niet meer dan biilijk en tevens een rem, dat geen misbruik gemaakt wordt van hun goedheid. Verder moeten we onderscheid maken tusschen degenen die recht streeks zijn aangesloten op het kantoor Venray en degenen die gebruik moeten maken van de tusschenkomst der hulpkantoren. Rechtstreeksche verbinding met het Postkantoor is voor een beperkt aantal abonné's in elk der gehuchten wel mogelijk, doch slechts tegen een extra-betaling van f 40.— plus aanlegkosten, heigeen dus practisch uitgesloten kan worden geacht. Er zijn verder gemeenten, die eene vrijwillige jaarlijksche bijdrage vragen van degenen, die het meest bij de doorfoopende openstelling belang hebben, doch de ervaring heeft geleerd, dat deze bijna na kor ten tijd geheel zou ophouden. Burgemeester en Wethouders achten de openstelling van voldoende belang voor de gemeente, doch degenen, die ervan profiteeren, moeten er ook wat voor over hebben. Gewone gesprekken tusschen rechtstreeks aangeslotenen of opgeroepenen kosten slechts 10 ct. enkel voor den- gene, die oproept. Blijkt het te veel op te brengen, dan kan het na een jaar altijd nog veranderd worden. De heer Vermeulen vraagt of het de bedoeling is, dat voor de ge huchten dubbel betaald wordt. De Voorzitter zegt, dat dit inderdaad niet duidelijk is. De bedoeling is dat slechts dubbel betaald wordt als de kantoorhouder iemand moet gaan roepen. De heer Vermeulen vraagt waarom voor de gesprekken met de ge huchten meer moet betaald worden dan met de kom, het werk is toch hetzelfde De Voorzitter acht dit wenschelijk als rem om van de goedheid van den kantoorhouder geen misbruik te maken. Hij zal ook met den Di recteur van het Postkantoor hespreken om in den telefoongids alleen te zetten, dat de dag- en nacht-openstelling is voor de kom en de recht streeks aangeslotenen. De heer Stoot vindt den sprong van f 0.30 op f 1 te hoog. De Voorzitter antwoordt, dat B. ervW, geen bezwaar hebben om er 50 ct. van te maken. Er zit enkel aè bedoeling bij, dat niet te licht vaardig wordt opgeroepen. Hun voorstel wordt dienovereenk, gewijzigd. De heet Stoot merkt nog op, dat er nergens gesproken wordt over het tarief tusschen 6 en 8 uur des morgens. De Voorzitter vindt deze opmerking juist. Het voorstel van Burge meester en Wethouders wordt alsnog hiermede aangevuld. De heer Vermeulen vraagt of B. en W. het aldus met de postadmini stratie zullen klaar krijgen. De Voorzitter hoopt van wel, doch wijst op de clausule in het rapport van B. en W., waarbij B. en W. zullen gemachtigd worden in overleg met het Staatsbedrijf der Posterijen wijzigingen aan te brengen. De heer Vermeulen vindt dit goed, mits het voor het publiek maar niet duurder wordt. De heer Geurts merkt op, dat niet uit het oog mag verloren worden, dat door de kantoorhouders veel vrijheid verloren wordt, vooral op Zon dagen., waarvoor z.i. gerust goed betaald mag worden. De heer Stoot vindt dat ook voor Zondagen extra betaald moet worden. De Voorzitter is het hier heelemaal mee eens en het voorstel van B. en W. wordt dien overeenkomstig gewijzigd. Wethouder Pubben geeft in overweging bij de kantoorhouders 'n nachtschei aan te brengen. De Voorzitter zal dit met den Postdirecteur bespreken. Nog vraagt de heer Vermeulen, wanneer de regeling ingaat, waarop de Voorzitter antwoordt, dat de meeste spoed zal worden betracht. Wordt algemeen goedgevonden B. en W. te machtigen met het Staats bedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie eene overeenkomst aan te gaan. Vervolgens is aan de orde behandeling der aanvrage van M, Bonants, Smakt B 18, om eene tegemoetkoming in de kosten, verbonden aan het bezoeken zijner kinderen der R.K. bijzondere school te Maashees, gelegen op grooteren afstand dan 4 K.M. van zijne woning, ingevolge art. 13 der L.O. wet 1920. 87 Tegen haar eigenlijken wil, tegen haar betere overtuiging, door de macht der omstandigheden, door dien ellendigen kerel werd zij op den weg der misdaad voort gedreven en gestuwd. Zoo is het in zijn werk gegaan, anders kan het niet. Gaudentia is strafbaar, natuurlijk is zij dat, maar niet op de wijze zooals het gr rechtshof het dit waarschijnlijk zal opvatten. Waarlijk, ik zou de verdediging dier arme vrouw op mij willen nemen, het zou interessant wezén en de moeite loonen, om hier als verdediger de onbarmhar tige gestrengheid der wet, zoo mogelijk, af te wenden.Maar dacht Rembold dan weder ik zelf ben in het geval verstrikt np een wijze, die grond geeft tot de verdenking, dat ik met broeder en zuster gemeene zaak kan hebben gemaakt. Het zou me verwonderen zoo ik niet allereerst noodig had, mij zeiven van deze verdenking te zuiveren Het ging precies zooals dr. Rembold had voorzien. In den loop van den morgen kreeg hij een uitnoodiging van den heer Peere boom om zoo spoedig mogelijk tot hem te komen. Zonder verwijl begaf dr. Rem bold zich naar het gerechtshof. De heer Peereboom verzocht hem, zoo nauwkeurig mogelijk uit een te zetten, welke redenen hem aanleiding hadden gegeven, zoo ijverig voor dezen Henri Busum op te treden. Rembold verklaarde alsnu in den breede, op welke wijze hij zoozeer was misleid geworden, dat hij tot het laatste oogenblik den misdadiger voor den gezochten erfgenaam had gehouden. De heer Peereboom schudde onder dit verhaal meermalen het hoofd en liet Rembold toen gaan, daarbij een koel, strak gezicht toonend, dat den jongen advocaat allerminst beviel. Rembold gevoel de zich nu nog meer beklemd en somberder te moede dan te voren en bracht een bezoek aan zijn vriend Steen, om diens raad in te winnen. Terwijl hij in het donker ver trek van den griffier dit onder houd had, bevond Bertha Sigis- mund op een bovenverdieping van het gebouw zich bij den heer Peereboom. Wat gij mij hebt aangeraden mijnheer, heb ik gedaan, sprak zij tot hem. Mevrouw Reinkens is échter zeer zwak en sluimert bijna voortdurend. Gisteren-avond, ter De Voorzitter zegt, dat alles nog eens nauwkeurig is nagemeten en de meisjesschool op korteren afstand dan 4 K.M. der woning gelegen is. De jongensschool is, als men tot het uiterste gaat, iets verder dan 4 K.M. en daarvoor kan dus vergoeding gegeven worden. De heer Odenhoven zegt, dat volgens iemand, die in deze deskundig is, de afstand tot de meisjesschool, als men enkel gebruik maakt van openbare wegen, 3980 M. is. De jongensschool is dus vanzelf verder dan 4 K M. en over den grintweg is ook de meisjesschool nog een halve K.M. verder. De Voorzitter zegt, dat de afstand naar de Meisjesschool onder de 4 K.M. blijft en B. en W. dus voorstellen alleen voor de jongens steun te verleenen. De heer Stoot vraagt of deze jongens nu ook de jongensschool te Venray moeten bezoeken, waarop de Voorzitter ontkennend antwoordt. Men krijgt geen vergoeding als er een school is in de gemeente zelf, welke op minder dan 4 K.M. afstand ligt, maar indien dit niet het geval zooals i.e. voor de jongens, dan wordt wei vergoeding verleend, ook als de jongens naar elders, b.v. naar Maashees ter school gaan. De heer Odenhoven vraagt, hoe hoog de vergoeding is, waarop de Voorzitter antwoordt f 30 per kind per jaar. Wordt algemeen goedgevonden. Vervolgens worden aangeboden a. verslag der bebossching met renteloos voorschot. b. verslag der Commissie van Toezicht op het L.O. c. verslag van den Vleeschkeuringsdienst. Wordt algemeen goedgevonden deze verslagen voor de leden ter Secretarie ter inzage te leggen. Dan wordt behandeld het voorstel van B. en W. tot het verleenen eener subsidie groot f 125, aan de Prov. Ver. van R.K. openbare leeszalen in Limburg in veiband met de stichting van een correspondent schap te Venray van de R.K. Leeszaal te Venlo. De Voorzitter zegt, dat vanuit de in de Provincie Limburg bestaande 6 leeszalen correspondentschappen worden opgericht in de belangrijkste gemeenten van haar rayon. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de eventueel bestaande plaatselijke bibliotheken. De inwoners der betrokken gemeenten kunnen op dezelfde condities als in de leeszaalsteden lid worden der betrokken leeszaal. Het Kerkbestuur zou eene dergelijke regeling zeer op prijs stellen, terwijl het de gemeente slechts f 25 meer kost, want de f 100 die we thans geven, vervallen, en ons komen ten goede de hooge subsidies van Rijk en Provincie. Alle gemeentenaren kunnen hiervan profiteeren, 't is dus niet uitslui tend voor de Kom, want de gehuchten kunnen er even goedkoop van profiteeren, zelfs als ze vereenigingsgewijze toetreden, nog goedkooper. Dit alles moet echter nog met den ZeerEerw. Heer Pastoor geregeld worden. Venray en Tegelen komen het eerst in aanmerking. Zoude Venray nu b.v. niet willen, dan komt een andere gemeente aan bod en duurt het misschien jaren, eer we weer in aanmerking komen. De heer Van Dijck vraagt, of ook groepsgewijze b.v. door Ysselsteyn boeken gehaald kunnen worden, waarop de Voorzitter antwoordt, dat dit later geregeld moet worden. Spreker is er van overtuigd, dat hel den menschen zoo gemakkelijk mogelijk zal gemaakt worden. De heer Millen vraagt, waar onze tegenwoordige bibliotheek blijft, waarop de Voorzitter antwoordt, dat deze er in opgenomen wordt. Dit alles moet natuurlijk nader geregeld worden. De heer Odenhoven zou deze gelegenheid met beide handen aangrij pen, waartoe de Raad met algemeene stemmen besluit. Nog wordt behandeld het voorstel van B. en W. tot het verleenen eener jaarlijksche bijdrage van f 100 gedurende vijf jaren, aan de op te richten N.V. ter bevordering van de industrieele belangen van de pro vincie Limburg. De Voorzitter zet het voorstel uiteen en zegt, dat. wie aandeelhouder wordt voor f 200, telken jare bovendien f 400 moet betalen. Dit is >r Venray te hoog en daarom stellen B. en W. voor geen aandeel te nemen, doch een subsidie te géven van f 100 per jaar, gedurende vijf jaar, om aldus onze sympathie te betuigen en de zaak te steunen. De heer Odenhoven vraagt of bekend is, waaraan die thans reeds binnenkomende gelden besteed worden, waarop de Voorzitter antwoordt, dat zoolang niet bekend is hoeveel geld er beschikbaar is er nog wel geen vaste plannen zullen zijn. De heer Stoot vraagt, wat er moet gebeuren als nu eens, zooals Noord-Brabant al doet, alle provincies zoo beginnen. Dan krijgen we allemaal aparte beschermde gebiedjes. De heer Vermeulen juicht het plan toe, doch heeft gehoord, dat er verschillende gemeenten zijn, die er weinig mee sympathiseeren, dat er zelfs groote gemeenten zijn, die er nog geen f 250 voor over hebben. Verder is Spreker verzekerd dat er ook een bureau zal worden opge richt, waarvan de kosten ongeveer f 20000 zullen bedragen. Als dit waar is, hoopt Spreker maar dat er ook gewerkt wordt en het werk ook buiten dit bureau komt. De Voorzitter zegt, dat de meeste aandeelen in handen der provincie zijn, die er dus wel degelijk iets in ziet Spreker ziet er overigens geen bezwaar in de bijdrage lager te stellen, maar zou het wel goed vinden, dat we door het toekennen eener bijdrage onze sympathie met het plan betuigden. Wordt algemeen goedgevonden eene jaarlijksche bijdrage van f 50 toe te kennen voor de eerste 5 jaren, gerekend van de oprichting af. Evenals vorige jaren wordt vervolgens afwijzend beschikt op de aan vrage van den Ned. R.K. Politiebond St. Michael om toekenning eener gemeentelijk subsidie. In verband met het voorstel van B. en W. tot vaststelling eener nieuwe Algemeene Politieverordening zegt de Voorzitter, dat de bedoe ling is dat het ontwerp bij de heeren raadsleden zal circuleeren. Hebben de heeren aanmerkingen, dan kunnen ze hiervan aanteekeningen maken en den Burgemeester of Secretaris inlichtingen vragen. De heer Millen vraagt, of het niet beter ware eene voorvergadering te houden evenals bij het behandelen der begrooting. De Voorzitter gelooft niet dat dit noodig zal zijn, dit kunnen we nog altijd zien. Een ingekomen schrijven van de vereenigrag van leeraren en onder wijl zij sliep, ontdekte ik om haar hals een smallen lederen riem. Ik trok er zachtjes aan, en toen kwam dit kleine leeren laschje te voor schijn. Bertha overhandigde het voor werp. Ik tornde het aan alle zijden toegenaaide taschje open en vond er dit oude papier in. De heer Peereboom ontvouwde voorzichtig het geel geworden papier. Het was de trouwacte van mej. Marie Reinkens met den heer Oswald Braun van Keulen, in New York uitgereikt. Alle zweem zelfs van twijfel, of de door de oude dame als haar zoon herkende wel Braun's werkelijke erfgenaam was, verdween hierdoor. Gij hebt uw groot werk thans voleind, voegde de heer Peere boom zijn bezoekster met blijde schitterende oogen toe. Die man is inderdaad de erfgenaam. Hij is u veel verschuldigd, en ons, ge achte dame, hebt gij, door deze erfenis kwestie tot een oplossing te brengen, een werkelijken dienst bewezen. Gij zult dan ook in elk geval da door den erflater uitge loofde prernie van honderd vijf en twintig duizend gulden bekomen. Gij zijl toch niet voornemens, die af te wijzen Neen, ik zal de belooning aannemen, verklaarde Bertha op vasten toon. De zaak zal nu spoedig ge regeld zijn... U verlaat Amsterdam toch voorloopig niet? Alleen reeds de toestand der oude dame noopt mij, nog langer hier leblijven. Van nu af behandelt de president Van Hees weder het ge val. Ik zal dezen uwe vondst ter hand stellen, en genoemde heer zal u verdere berichten doen ge worden. Gij hebt u kloek, moedig en offervaardig gedragen, dame. verklaarde de heer officier van justitie ten slotte. Zulk een gunst van het toeval wordt niet ieders deel. Het gesprek liep hiermede ten einde. De heer Peereboom had het dien dag niet rustig. Nauwelijks toch had BerLha hem verlaten, of een collega trad bij hem binnen. Na eenigen met den heer Peereboom te hebben gesproken, begaf hij zich tot Gaudentia. Uit de aan haar gestelde vragen begreep Gaudentia aanstonds, dat haar commensaal dr. Rembold, door haar in een pijnlijke positie was gekomen, dat een hoogst onaangename schaduw op zijn eerlijkheid was gevallen Mijnheer de rechter, ver klaarde zij, ik weet waarop u doelt, maar wanneer ooit een mensch door een hatelijke ver denking onrecht geschiedt, dan is dit hier ten opzichte van dr. Rem bold het geval. Als ik u verzoe ken mag, hoor mij dan enkele minuten geduldig aan. En nu deelde zij mede, zonder zich zelve of haren broeder ook maar in 't minst te sparen, in alle bijzonderheden, hoe geraffineerd zij den jongen advocaat bedrogen en voor haar doeleinden gebruikt had. De goede, brave man,besloot zij, hij heeft daardoor veel geld verloren, zich veel moeite en arbeid, verdriet en zenuwachtig heid op den hals gehaald, zou hij thans ook nog zijn eer erbij moeten inboeten Onder buitengewone sensatie in geheel Nederland werd het proces tegen Henri Busum en zijn zuster Gaudentia wegens bedrog in de bekende erfeniszaak van Braun gevoerd. Het zorgvuldig geleide onderzoek en e^enzoo de oprechte bekentenis van Gaudentia Busum stelden le schuld van broeder en zuster buiten twijfel, en evenzeer het feit, dat zij ook dr. Rembold op schandelijke wijze hadden be drogen. Bij het verhoor der getuigen deed zich het merkwaardige geval voor, dat de voor Gaudentia ge vaarlijkste getuige u charge, de door zuster en broeder bedrogen dr. Rembold, in zijn verklaringen een teekening van het wezen en van de eigenaardige karakter trekken van Gaudentia gaf, welke er wezenlijk toe bijdroeg, de straf voor deze beschuldigde te verlich ten. Henri Busum werd wegens be wezen diefstal en bedrog, en voorts wegens poging tot moord op den dierentemmer Erich Reinkens, genaamd Rinconi, tot vijf-en-twin tig jaren gevangenisstraf veroor deeld. Ten opzichte van het laatste punt der beschuldiging werd hem noodlottig de in een zak van Erich's burgerkleeding gevonden brief, welke deze voor de voor stelling naar een cafó in de Von delstraat ontbood en die als onder- teekening den naam droeg van een kapitein van het parelvisschers- station Kossak. Ofschoon de brief niet door Henri Busum was ge schreven, kon toch niemand anders dien naam kennen. Ook brachten nasporingen over het tijdstip der aankomst van den bewuslen kapi tein te Amsterdam aan het licht, dat hij omtrent dien tijd met zijn kotter in de haven van Colombo, op Ceylon, gelegen had. Deze brief, in verband met de andere omstandigheden, voltooide de keten der bewijsgronden, dat Henri aan de in het circus bedreven euvel daad indirect medeplichtig was. Gaudentia kreeg voor de aan haar broeder bij diens gepleegd bedrog verleende hulp een jaar gevangenisstraf. Henri Busum hoorde onverschil lig zijn vonnis aan, en ook Gau dentia bleef bij het vernemen van de over haar uitgesproken straf rustig, zonder een enkelen traan te vergieten. Toen men haar vroeg, of zij niet om gratie zich lot de Koningin-Regentes zou wenden,

Peel en Maas | 1931 | | pagina 7