Tweed© Blad van „PEEL. EM MAAS"
Om twee millioen
Moeders
Over verkiezing en
raadsleden.
FEUILLETON
Gezondheid van
mensch en dier.
Bij Examens
Te veel gloria.
De Ziel van den
misdadiger.
Zomersproeten ver
Hierop letten!
ZATERDAQ 27 JUNI 1931
Twee en Vijftigste Jaargang
No. 26
Gemeenteraadsverkiezing.
Het voornaamste nieuws van de
laatste weken voor onze streek was
ongetwijfeld de Gemeenteraadsver
kiezingen.
En zeker is ons dorpsleven in de
verloopen week goeddeels geconcen
treerd geweest om deze verkiezingen.
En nu is alles waarom het dorps
leven is gegroepeerd, nog wel niet
het belangrijkste, maar de vaststelling
van onze besturen der Gemeentes
achten wij toch wel zéér belangrijk
en zoo zou er b.v. heel wat on-
noodig en onrechtvaardig en onge
motiveerd gekanker achterwege blij
ven, wanneer onze dorpsbewoners
wat beter op de hoogte waren van
hun eigen bestuur.
De inacht van den Raad.
Zegt niet de Gemeentewet, dat de
Raad staat aan het hoofd der Ge
meente
De Raad Niet de Burgemeester,
niet de Wethouders, maar de Raad
in zijn geheel en niemand anders.
Burgemeester en Wethouders zijn
slechts uitvoerders van de wetten
en van datgene, waartoe de Raad
heeft besloten.
Dat wordt veelal totaal misver
staan en veelal weet de Raad zelf
niet, welke macht in zijn handen is
gelegd.
En veelal komt er van dat „aan
het hoofd staan der Gemeente" dan
ook een „bedroefd schijntje" terecht.
Doch daarom is het niet minder
waar.
Het is de Raad zijn eigen schuld,
als er zoo veel en zoo vaak in onze
dorpen geregeerd woïdt of er geen
Raad bestaat.
Een Raad, die zijn rechten en zijn
plichten kent en daarvan een behoor
lijk gebruik weet te maken, kan een
dorp ook werkelijk regeeren en als
er iets verkeerd gaat, is het zijn
schuld.
Wij leven nog altijd onder de
vigeur van een zéér democratische
wet, die de macht der openbare zaak
legt in handen van het volk zelf.
Wie de uitvoeders zullen zijn van
den volkswil hebben wij deze week
kunnen uitmaken, voor een periode
van 4 jaren en daarom was deze
week zoo kolossaal belangrijk.
Veel theorie
En nu weten wij wel 0, wij
weten maar al te wel, dat er van
die mooie theorie van „het volk
regeert en de Raad regeert", vaak
zoo bitter weinig terecht komtmaar
wij weten evenzeer, dat het volk
dan zelf de schuld draagt en de
Raad evenzeer
Zoo vaak en zoo dikwijls wordt
het volk misleid en de Raad misleid
en beide misleidingen zijn erg gemak
kelijk.
Maar daarin behoeven we nog
niet te berusten.
Daarom behoeven wij alles nog
niet bij het oude te laten.
Een openbare zaak moet openbaar
behandeld worden en elk raadslid
heeft den duren plicht van elke zaak,
die te zijner beslissing wordt voor
gelegd, zoo goed mogelijk kennis te
nemen en zich daarvan zoo goed
mogelijk op de hoogte te stellen
Een zware plicht
Daaromtrent heerschen de aller
zotste toestanden en er zijn Gemeen
ten bij de vleet waar de meerderheid
der Raadsleden zich schaamt of bang
is nadere inlichtingen te vragen aan
Burgemeester en Wethouders over
de meest belangrijke zaken. Bang
35
Marie Braun kromp bij het noe
men van dien naam ineen. Haar
oogen flikkerden onrustig, zij sloeg
de armen op eigenaardige wijze
over de borst te zamen, doch gaf
geen antwoord op die vraag.
De heer Peereboom schudde het
hoofd. »Zijt gij met Oswald
Braun gehuwd geweest? Hebt gij
u van Oswald Braun in Amerika
gescheiden, en bezit gij papieren
en dienaangaande? hernam de heer
Peereboom.
De oude dame werd nog angsti
ger en maakte met de armen
dezelfde zonderlinge beweging.
Volg mij, als ik u verzoeken
mag, sprak thans de Officier van
justitie, en de vijf personen bega
ven zich naar de kleine gerechts
zaal.
De jaloezieën waren nu geheel
opgetrokken en de zaal was dus
buitengewoon licht; drie stoelen
stonden zóó langs den muur, dat
de daarop zittenden in de schaduw
zaten. Men verzocht Bertha, met
de oude dame en den huisvader
daar plaats te nemen. Tegenover
hen stonden twee andere, ledige
zijn, of zich schamen
En niet alleen is dat nadere inlich
tingen vragen hun recht, maar zelfs
hun duren plicht.
En wij durven het aan te beweren,
dat het in vele gemeenten niet zoo
raar" zou toegaan, als de raads
leden beter hun rechten en plichten
kenden en beter van hunne rechten
wisten gebruik te maken.
Om 't Gemeentebelang.
Raadsleden zitten waarachtig niet
aan de groene tafel, om een sigaar
te rooken, of gezellig wat te kletsen
over koetjes en kalfjes en het weer
ook niet om den Burgemeester wat
stroop om den mond te smeren, of
elkander wat liefs toe te voegen,
waar men geen sikkepit van meent.
Raadsleden zitten om de groene
tafel om de gemeentebelangen naar
best vermogen te behartigen, om het
vaak zuur verdiende belastinggeld,
naar best vermogen zuinig* en recht
vaardig te beheeren.
Ai het geld, dat er in een Ge
meente wordt uitgegeven ten behoeve
van de Openbare zaak, moet de
goedkeuring wegdragen van den
Raad.
Al het geld. dat de Gemeente
noodig heeft om hare huishouding
te besturen, moet door den Raad
door middel van belastingen van de
Gemeentenaren worden verkregen.
En om dat geld, hetzij uit te geven
of te ontvangen geen geld is
van de Raadsleden persoonlijk, noch
van Burgemeester of ^Vethouders,
daarom moeten zij méér dan ingeval
het van hun eigen was, omzichtig
zijn, wat ze met dat geld van de
gemeenschap doen
Een zeer verantwoo^elyke taak
Het lidmaatschap van den Raad
is geen sinecure het algemeen ge
bruikelijke vreemde, maar prachtige
woord, dat letterlijk beteekent
„zonder zorg".
Het lidmaatschap van den Raad
is geen ambt „zonder zorg".
Het wordt veelal opgevat als een
eerebaantje waarom men een hooge
borst opzet en waarvan men tusschen
een gesprek door zoo ongemerkt
weet melding te maken, door te
zeggen b.v. „ik als lid van den
Raad" enz...
Neen, het lidmaatschap van den
Raad is veelal een erg verantwoorde
lijk en erg ondankbaar baantje,
waarbij men na vier jaren telkens
ook nog de kans loopt, dat men er
door de ontevreden kiezers, die het
ergers op zoeken willen, minder
eervol van wordt ontheven.
En nu zouden wij nog veel van
dat lidmaatschap van den Raad, dat
in het brandpunt stond onzer belang
stelling deze week, willen en kunnen
zeggen.
Misschien dat we daarvoor binnen
kort nog de gelegenheid krijgen, als
de R. K. Staatspartij eens met een
behoorlijk program voor onze dorpen
afkomt,
Want op het stuk van wat moet
en wat niet moet, en hoe het moet
op onze dorpen, en wat daar kan
en niet kan, daaraan ontbreekt op
het stuk van voorlichting voor de
Raadsleden nog alles aan.
De Noord-Limburger.
U weet wel, zooveel ziekten kun
nen vaD dier tot mensch over gaan
Verschrikkelijke voorbeelden zijn er
van en veel. Zouden nog veel tal
rijker wezen als de natuur zelf er
niet een stokje van stak.
Maar niet alleen in dit verband
leeft de gezondheid van den mensch
nauw samen met de gezondheid van
het dier en met de behandeling der
dierlijke producten, dus met de ge
zondheid van die producten.
Een paar voorbeelden van beide
wil ik eens behandelen.
Heel vaak ontmoeten we bij het
uitbrengen van gevraagd advies over
stalverbetering stallen, die niet zin
delijk te houden zijn door verkeer
den bouw of verkeerde inrichting.
De eigenaar en eigenares doen zich
méér moeite dan een buitenstaander
meent, om den stal rein te houden.
Misschien zelfs meer moeite dan de
eigenaar van een zindelijken, maar
goed ingerichten stal. De moeite is
echter vergeefsch.
En als nu de stal verbeterd wordt,
dikwijls met zeer weinig kosten,
maar zóó, dat hij werkelijk zindelijk
kan gehouden worden, dan zien we
meestal dat zulks ook werkelijk ge
schiedt.
Maar we zien méér. We zien heel
vaak, om niet te zeggen altijd, dat
met het zindelijker worden van den
stal, de zindelijkheid in huis ook
toeneemt. De keuken, huiskamer, de
kinderen zelfs. Men heeft thans onder
vonden, dat het mogelijk is, zindelijk
te wezen. Men krijgt er plezier in.
Men went zich de zindelijkheid ge
leidelijk en in alles aan.
Een tweede indirect verband,
waarbij de gezondheid van de dier
lijke producten direct verband houdt
met de gezondheid van den mensch
is wel op de eerste plaats de behan
deling van de melk.
Ik' begin met nogmaals nadrukke
lijk er op te wijzen, dat, hoe jonger
de melk is, hoe gezonder. Hoe ver-
scher, hoe grooter de voedings
waarde, hoe grooter de gunstige
werking op de gezondheid van den
mensch en hoe minder kans op
schadelijke nevenwerking.
Daarom alleen is geitenmelk, versch
uit den stal veel en veel beter, dan
koemelk, die men langs de deur
koopt. Ik herhaal dit en zal het
nog weieens vaak herhalen, of men
er kwaad om wordt of niet.
Zelfs als zou men voor de con
sumptie moeten koken, dan lijdt de
hoedanigheid van de melk er des te
minder onder, naarmate zij verscher
We hebben dezer dagen bij toe
val een burgemeester ten plattelande
daarover gesproken, Hij meende
eerst, dat het bij hem zoo prachtig
was ingericht melk aan huis bezorgd
door zuivelfabriek. Maar nu zou hij
de geitjes van vroeger toch maar
liever in zijn gemeente terug zien.
Neemt niet weg, dat voor de
groote consumptie van melk in de
steden het van groot gewicht is, dat
de koemelk op boerderijen en elders
behoorlijk en kundig wordt behan
deld. En gelukkig is hierin veel ver
betering gekomen in den laatsten
tijd. De stalverbeteringscommissie
schenkt haar volle aandacht ook aan
de behandeling der melk op de
boerderij.
Maar a propos van stalverbetering
gesproken. Een van de uitgaven, die
op de boerderij en in het boeren
bedrijf zich nog lang betaald zal
blijven maken is voor een doel
matige, praktische stalverbetering,
waarbij volstrekt geen luxe wordt
beoogd maar alleen de geldelijke
voordeden in den vorm van verbe
tering in de houding van ons vee
en dus van meerdere en betere op
brengst.
Zindelijkheid op de boerderij in
het algemeen bevordert de gezond
heid van mensch en dier. We moeten
zoo tusschen de bedrijven door thans
profiteeren van het feit, dat ons vee
niet op stal is. En deze dus nu
verbeteren en in ieder geval thans
groote schoonmaak houden, waarbij
stoelen. Ter zijde van al die stoe
len bevond zich de half-cirkel-
vormige tafel, waaraan reeds vier
heeren waren gezeten, in wier
midden nu de officier van justitie
en de president plaats namen.
De president gaf een teeken met
de bel, en door een deur tegenover
de drie stoelen werden thans twee
mannen binnengeleid. Erich Rein-
kens en Henri Busum. Beiden
werd verzocht zich op de twee
ledige stoelen neer te zetten. Zij
deden aldus.
Plotseling echter deinsde Henri
als verlamd terug, hij scheen te
wankelen, was doodsbleek gewor
den, zijn mond opende zich en
zijn onderlip beefde zichtbaar. Hij
had zijn zuster onder de drie per
sonen, die daar langs den wand
zaten, herkend. Het hoofd gebogen
en de oogen op den grond geves
tigd schreed hij eindelijk weer
vooruit.
Bertha had, Erich ziende, op
dezen een liefdevollen blik gewor
pen en den anderen man slechts
vluchtig aangezien. Thans keek
zij vol verwachting en in de hoog
ste spanning naar de oude vrouw
naast zich. Deze keek evenzoo de
binntntredenden rustig, onverschil
lig aanalleen haar mompelen
had zij gestaakt.
Ik verzoek u, dame, zie die
heeren eens goed aan, sprak thans
de officier van justitie zeer luide
tot de oude vrouw.
De oude vrouw stond, die woor
den hoorend, op, doch zag niet de
twee mannen, maar den officier
van justitie angstig aan. Op het
oogenblik, dat de vrouw opstond
keek Erich deze scherper aan. Hij
deed een schrede naar haar, beefde
en tranen biggelden over zijn
wangen.
Moeder, riep hij snikken I
De oude vrouw wendde bij dien
uitroep haar hoofd naar dien kant,
alsof zij wilde luisteren, en op haar
gelaat had een vreemde werking
plaats. De spieren vertrokken zich,
beurtelings kneep zij haar oogen
toe of zette ze wijd open, zij greep
met de handen voor zich heen.
dat was een angstig oogenblik
Moeder, lieve moeder! riep
Erich nog ééns.
Erich, mijn zoon kreet thans
de oude vrouw gillend en wierp
zich vooruit, in de armen van
haar herkenden zoon.
Op dat oogenblik had Henri
Busum verschrikt het hoofd op
geheven. Met een door tranen be
nevelden blik keek Bertha thans
den man aan, en plotseling hiel
den hare tranen op te vloeien
Henri, riep zij ontsteld. Mijn
broeder Henri
Henri keerde zich haastig om,
maar het was geschied, de uitroep
was gehoord geworden.
De officier van justitie was van
verrassing van zijn stoel opge
sprongen. Hij wenkte de twee
mannen, die aan de deur op post
stonden. Zij trokken hun sabels
schrobben met soda en kalken van
hout en steen niet mogen vergeten
worden.
Licht, lucht (ventilatie), goede
temperatuur, goed drinkwater. Dat
al zijn factoren, die zoowel bij den
mensch als bij het dier de gezond
heid bevorderen.
We weten dat wel allemaal, maar
denken er te weinig aan. Speciaal
wil ik nog eens wijzen op goed
drinkwater. Men maakt zich vaak
maar wijs, dat men in huis en op
stal goed drinkwater gebruikt. Men
went zoo gemakkelijk aan bijsmaak
jes, ontstaan door verontreinigingen.
Zoodoende weet men niet precies,
afgaande op eigen smaak, of men
wel met. goed drinkwater te doen
heeft. In twijfelachtige gevallen moet
men het dan ook werkelijk laten
onderzoeken.
We hebben allemaal wel eens van
vitaminen gehoord. Zelfs de appelen
koopman, die op de Canadeesche
appelen spuwt, en ze dan opwrijft
met een vuile kous van zijn vrouw,
weet die appels nog aan te bevelen
meter zitten veel vitaminen in.
In fruit, in groenten enz. zitten
werkelijk veel vitaminen. Gelukkig
is het gebruik daarvan toegenomen.
De dieren hebben ook veel vita
minen noodig, welke zij krijgen in
den vorm van groenvoerdus voer
met een groene kleur. Ook wortel
en knolgewassen bevatten een beetje
vitaminen. En hooi zelfs.
Maar we doen toch goed bijtijds
voor voldoende vitaminen in den
winter te zorgen.
Tenslotte dit. Het houden van
kleinvee bijv. geiten of (en) varkens
door menschen, die in een kolonie
wonen, kan onhygiënisch worden,
als de desbetreffende stallen niet
goed zijn ingericht of niet voldoende
voor kwijt worden van mest en gier
wordt gezorgd.
Maar met het verbod om klein
vee te houden bevordert men zeker
niet de gezondheid van den mensch.
Ai was het maar enkel door het feit,
dat ik omtrent de groote beteekenis
van zeer versche melk zoo juist in
het midden bracht.
N.K. Ir. Jacq. Timmermans.
Rijksveeteekconsulent.
luid gekakel aan over de eieren zijner
barmhartigheid.
Ongelukkig is de glorie, die voor
komt uit de aanzienlijke afkomst.
Ook moeilijk te genezen. Die hier
door aangetast zijn, zien op de an
deren neer, als op een lager menschen-
ras.
De kwartieren van den geslacht
boom zijn voor de twaalf artikelen
van hun geloof.
En dan voorname familie, deftige
omgang, distinctie in de kleeding.
Het geld, hierin moet veel lucht
zitten. Want hierdoor wordt menig
eerzaam burger opgeblazenmaar
wat moet er armoede zijn in verstand
en hart, als bij dezen alle grootheid
in een handvol geld zit.
Bij al deze glorie meent men zoo
heilig, dat men slim en verstandig
is, dat men doorzicht heeft, en wer
kelijk vooruit komt.
Doch onderzoekt u zelf eens, aan
wien geeft gij uwe achting, niet een
kale groet, maar de oprechte achting.
Aan zulken wind 1 Gij lacht er
mee, zoo ge hem bij anderen ziet.
Uwe achting bewaart ge voor den
eenvoudigen, ongekunstelden op
rechten man.
Al gaat gij niet naar zijn huis.
naar zijn begrafenis, achting kunt gij
hem niet ontzeggen.
„Ga heen en doe insgelijks."
Eenvoudig, recht door zee gaan
de beste wijze om veel echte
glorie te krijgen.
Men moet begrijpen, dat niet op
ieder hoofd een hoogen hoed past,
maar dat er verschil moet wezen.
„Zalig de armen", zei Christus,
omdat ze er niet spoedig toe komen
opgeblazen te worden, ze hebben er
geen reden en geen aanleiding toe.
Zoo ze grootheid zoeken, kunnen ze
deze slechts vinden in een eerlijken,
flinken levenswandel.
Maar al de glorie, die al om de
wieg van een rijk of voornaam kind
zweeft, en die hem blijft vergezellen,
leidt zijn aandacht af.
Eenvoud moeten we hebben.
blijft men kalm en helder, indien men
vooraf Mijnhardt's Zenuwtabletten
gebruikt.
Koker 75 ct. Bij Apoth. en Drog.
Bij allerlei huideuvels van kinderen
en ook van volwassenen is Purol
een onmisbaar geneesmiddel. Allen
die dezer dagen in Apotheek of
Drogisterij een doos of tube Purol
koopen, ontvangen daarbij zoolang
de voorraad strekt, gratis een nuttig
boekje over huidverzorging.
Menigeen wandelt door het leven
met hooge borst en den neus in de
lucht.
„Als je niets van je maakt, telt ge
niet mee", is de gedachte, die bij
velen de richting van hun laten en
doen bepaalthoog vliegen zonder
machine.
Zoo komt de gloria in de wereld.
Het is de mensch wat aangeboren.
Adam was ook een „Streber" die
niet tevreden was met zijn mensche-
lijke waardigheid.
Zijn zonen en dochters weten bij
instinct wat hun kan verheffen boven
hun buurman.
Bij de een doet de kennis het. de
z.g. wetenschap deze glorie behoort
tot de hardnekkigste en meest onge
neeslijke hoe minder de kennis, hoe
erger de kwaal.
Bij een ander het goed. de wel
dadigheid. Als een kip heft hij een
en posteerden zich dichter bij de
open deur.
Bertha had in een oogwenk be
grepen, welke rol haar Lroeder
hier had gespeeld en wat zij ge
daan had, en hare handen voor
haar gezicht slaande, schreide ze.
Juffrouw Sigismund, ik ver
zoek u even hier te komen, sprak
de officier van justitie.
Gij noemdet dien man daar
Henri en uw broeder. Is het waar,
is hij dat? ging hij ernstig en
streng voort.
Moet ik dat zeggen snikte
Bertha.
Dat zijt gij krachtens de wet
gedwongen te zeggen, méér
echter, zoo het ten laste van uw
broeder is, niet.
Hij is mijn broeder, ant
woordde Bertha schreiend.
Heet u Sigismund?
Neen, Agnes Mieka, geboren
Busum.
En deze heer is dus Henri
Busum
Zoo is het, sprak Bertha
schreiend.
Erkent gij, dat gij Henri
Busum heet en een broeder van
deze dame zijt? vroeg de officier
van justitie aan Henri.
Dat erken ik volstrekt niet,
antwoordde Henri Busum somber.
Ik ken die persoon niet, deze dame
is waanzinnig.
Erkent gij, deze papieren van
dien heer daar te hebben ont
vreemd vervolgde de officier van
Retraite in de gevangenis.
In de gevangenis-kerk zitten ze
opgesloten in hokken met gaas,
amphitheatersgewijze opgestapeld
boven elkaar. In doodscbe stilte
luisteren ze, de genummerden, men
schen zonder naam. Even snikt een
jongen. Van tijd tot tijd verzitten ze
of kruipen tegen het traliewerk als
een angstig gevlerkte vogel tegen de
kooi.
Wat gaat er om in die onbeken
den uit andere wereld
Na afloop liet o.a. no... me roepen.
Langs de rood-gemeniede ijzeren
deuren zochten ze hun cellen op in
dit gebouw van ijzer en steen, door
trokken van lysol-lucht, doorsnerpt
van het plotseling snerpend gefluit
der bewakers, van het eeuwig-ram
melend geluid van sleutelbossen.
No.... legde z.n loodgieterswerk
terzijde toen ik binnenkwam en ging
voor me staan 'n machtige kerel,
met een borst als een kuras, met
vuisten als stootblokken en van zware
spieren doorkabelde armen, gemilli
meterd, met een domwreede uitdruk
king in zijn Mongolenkop, met
schouders als schoften van een stier.
Hij bekeek me met een zekere
welwillendheid. Zoo moet de reus
dwijnen in korten tijd geheel door
Sprutol. Bij alle Drogisten
Pot 90 ct.. Tube 50 ct. Zeep 60 ct.
justitie, op Erich's papieren enden
leeuwentemmer wijzend.
Neen, dat erken ik hoege
naamd niet, hield Henri brutaal
vol.
Dr. Peereboom keek een lijvig
notitieboek in en zocht naar iets.
Gij beweert dus Erich Rein-
kens te heeten en de rechtmatige
bezitter te zijn van deze papieren?
vroeg hij nogmaals.
Dat beweer ik, ja.
De president wenkte den bode,
schreef eenige woorden op een
blad papipr en overhandigde dit
den man, die er zich vlug mede
verwijderde.
Er verliep schier een half uur,
gedurende 't welk de heeren aan
de groene tafel een ijverig gesprek
met elkander voerden.
Erich zat naast zijn moeder, hij
hield hare hand in de zijne en
richtte troostwoorden tot Bertha,
die, geheel buiten zich zelve, luide
schreide en snikte, zich beschul
digend haar broeder te hebben
aangeklaagd en niet lettend op 't
geen oom Beerblock haartoevoegde.
Wederom werd eindelijk de
deur geopend, en Gaudenlia,door
den bode gehaald, trad binnen
Zij liep rechtop en met vasten tred
naar de groene tafel.
Bertha liet bij het zien van haar
oudste zuster weder een luiden
gil hooren. Door Gaudentia's hooge,
statige gestalte voer een huivering.
Zij groette heur zuster met de
hand en boog het hoofd, zonder
naar Klein Duimpje gekeken hebben,
als hij wilde zeggen Jou zal ik niet
vermoorden.
Zonder omhaal maakte hij me weg
wijs, zooals hij zonder veel omhaal
zijn moorden en zijn diefstallen be
kende, nu en dan in eigen oogen
overgloried door een soort misdadi-
gers-grootheid.
„Ik wou er 's met u praten. Niet
om te bekeeren of zoo iets. Ik ben
een oude rot in 't vak,-ziet u."
Hij kruiste zijn armen en verhaalde
doodkalm alsof hij over 't overkoken
van theewater sprak.
Alles bij elkaar zit ik nu 15 jaar
ia het Spinhuis. Nou zit ik voor den
moord op... Dat zal u wel weten.
Ik geef niet zóóveel en hij knipte
met zijn nagels om een menschen-
leven. Een menschenleven kan me
niet zooveel schelen als en hij
tikte op het ijzer van zijn opgeslagen
krib dat ijzer hier.
We gingen er des nachts heen. Ik
had mijn jongsten broer meegenomen.
Die jongen was nog nooit mee ge
weest hij had nog nooit gestolen.
Hij moest me helpen en als ie het
niet deed, nou dat wist ie wel, dan
had ik hem misschien een kopje
kleiner gemaakt.
Toen we bezig waren hoorden we
iemand aankomen. Het was de direc
teur zelf, die het trapje afkwam. Hij
had een revolver in zijn hand en
een electrisch zaklantaarntje. Toen
hij ons zag. schoot hij en schoot
m'n broeder recht onder zijn hart,
hartstikkedood. Toen nam ik een
koevoet en sloeg dien kerel recht in
zijn nek, z'n lampjes uit. Hij gaf
geen kik meer. Ik er van door.
Maar ze hebben me toch te grazen
gekregen."
Onbewogen vertelde hij verder,
met z'n scheeve Mongolen-oogen
voor zich uit kijkend alsof alles zich
opnieuw voor hem afspeelde. Jaren
lang had hij in de donkerste buurtjes
van Rotterdam zijn obscuren handel
gedreven in levende waar, met al
de geraffineerde verleiding van mooie
kleeren, met de dierlijke schennis van
pas ontloken onschuld, met de onfeil
baar werkende praktijken van chan
tage.
Zijn onbewogen koud verhaal
werd van tijd tot tijd even afgewis
seld door zijn misdadigersbluf over
zijn onverschilligheid voor een men
schenleven, door zijn ingenomenheid
over zijn eigen mannelijke gestalte.
Als ik een fijn colbert aan had,
dan was ik een heer. LI begrijpt....
Ja, ik begreep. Maar ik begreep
nog meer.
Ik begreep ondanks zijn quasi-
onverschilligheid, dat hij in heel dit
verhaal van niet te tellen gruwelijk
heden, van gewurgde menschen en
geschonden zielen, van afpersing en
diefstal, van losgebroken dier-instink-
ten, zich zocht te bevrijden van den
ondraaglijken last van duizend mis
daden.
„Ik wou'weten wat dat was. De
dag gaat best. Maar heele nachten
kan ik niet slapen. Dan wordt ik
met een schok wakker. Ik kan het
in bed niet uithouden. Dan sta ik
op. Dan zie ik den vloer soms niet
meer. Dan is het net of ik dien
directeur weer zie liggen. Dan zie
Poeders en tabletten zijn alléén echt,
als de verpakking voorzien is van
den naam Mijnhardt. Let bij het
koopen daar speciaal op, want dit
alleen garandeert U de echtheid.
Henri een blik waardig le keuren.
Ik heb u laten roepen, juf
frouw Busum, ving de officier van
justitie aan, opdat gij ons eenige
vragen zoudt beantwocrden. U
heet Gaudentia Busum
Ja.
Staat u in eenige verwant
schap tot dien man hernam de
heer Peereboom, op Henri Busum
wijzend.
Ja, deze man is mijn broeder,
antwoordde duidelijk en klaar
Gaudentia.
Hij woonde bij u onder den
naam Erich Reinkens uit New-
York
Ja Ik gaf hem aldus bij de
politie aan.
Met welk doel?
Zoo ik deze vraag beantwoord
de, zou ik tegen mijn broeder
getuigen, hier schenkt mij de
wet bescherming. Hoe slecht hij
ook zij, hij is mijn broeder. Ik
beantwoord dus die vraag niet,
verklaarde Gaudentia kalm en
beslist.
Dat is uw recht, merkte de
officier van justitie op. Maar uw
antwoord is ons voldoende. Heeft
uw broeder u gedwongen, hem
voor Erich Reinkens uil te geven
Neen, dat heeft hij niet ge
daan.
Gij wist echter, wal hij deed?
Niet alles, maar de hoofdzaak.
Dwong uw broeder u, zijn
handeling te dulden?
Wordt vervolgd.