ïweecl© Blad 'Fan „PEEL EN MAAS" Om twee millioen "'Zotyeti Langs de straat. Een leerschool des levens FEUILLETON Kippenfabrieken. Vroolijkheid en gelukkig huwelijk. Geven.onzin RugpijnNierenPtlleni Voor het groote gezin ZATERDAG 20 JUNI 1031 Twee en Vijftigste Jaargang No. 25 We hebben eens ergens gelezen, dat er des zomers meer zonden zouden gebeuren, dan des winters. Het was een uitspraak van een heilige. Nu zijn heiligen zonder twijfel de beste kenners van het zieleleven en van de „wereld", onder het oogpunt van goed en kwaad. En al is het natuurlijk niet met ge tallen uit te maken, hoeveel zonden er des zomers meer zouden gebeuren dan des winters, we gelooven dat er wel verschillende redenen en oor zaken kunnen worden aangehaald, waarom die heilige tot die uitspraak kwam. We zullen daar echter niet verder over uitweiden. Maar over één oorzaak of althans iets, wat zeer gemakkelijk aanleiding geeft willen we het hier toch hebben, nl. over het fla- neeren langs de straat en het staan op hoeken en kanten. Nu moet men ons dadelijk goed verstaan 1 We begrijpen heel goed en vinden er natuurlijk volstrekt niets verkeerds in, integendeel, dat men in de zomer maanden des avonds een wandeling maakt. Dat men d'r eens uit wil, na den heelen dag wellicht in een warm vertrek of lokaal te hebben gearbeid Een luchtje happen eens uitwaaien wat beweging nemeneens een praatje maken met vrienden en ken nissen enz. En dat men dus die wandeling daar maakt, waar wat vertier en leven is en waar het bonte, fleurige leven als een immet- varieerend filmbeeld voorbij komt. Want de echte minnaars der stille natuur, welke in het avonduur als zacht te droomen ligt in den gouden gloed der ondergaande zon, och, die zijn er zoo weinigen. Dus daar niet van. Wanneer we het hier hebben over „langs de straat," en vragenis dat „een leerschool des levens dan bedoelen we daarmee vooral aan komende meisjes en jongens, opge schoten lummels enz., die op iets anders azen dan wat we daar zoo juist beschreven. Och ja, men weet wel, wat we bedoelen. Met een banaal woord noemt men die „straatgekken". Overal kan men ze vinden, komt men ze tegen, staan ze te wachten of hebben d'r al een aangeklampt, vandaag met die, morgen met die, overmorgen alweer met een ander. Soms vindt men ze in heele troepen bij elkaar en kom er dan een meisje voorbij, wel, dan hebben ze al een „aardigheid," natuurlijk heel dikwijls van bedenkelijken aard, 't Schijnt dan, dat ze een vuil... hart hebben, tenminste te oordeelen naar hun vuile... tong Laatst hoorden we nog een droeve klacht van een gehuwde vrouw over dergelijke vuilpoetsen. „Ik schaamde me dood"' sprak ze. maar de schaamte was bij anderen beter op de plaats geweest Dat doet de straat in den zin, zooals we dat hier eigenlijk bedoelen. Die „straat" maakt gevoelloos, schaamteloos, ruw, brutaal, ongege neerd en, al is het juist niet zedeloos, dan toch zeker wel losser van zeden, Ziet maar eens toevallig zoo'n troep opgeschoten lummels bezig Kijk maar eens in die lokkende en lonkende en loerende oogen van die „straatgekken". Hoort maar eens wat voor taaltje ze uitslaan. Die straat is een slechte leerschool des levens. 34 In het gesticht Wérd een bel geluid en de oom stond op. Adieu kind, sprak hij, 't is tijd voor het ontbijt, en daar moet ik bij zijn. Tot morgen dus. Ja, spreek in den breede met den arts, drong Bertha nog aan... Ik betaal alles, 't komt er niet óp aan, wat het kost. Bertha drukte haar oom harte lijk de hand en verliet na een pijnlijken blik op de oude dame den tuin. Zij reed aanstonds naar huis en schreef een langen brief aan den officier van justitie te Amsterdam. En een even uitvoe- rigen brief met een beschrijving van 't geen haar wedervaren was en met de vraag, of zij niet ter stond de moeder van Erich Rein kens naar Arasterdam zou over brengen, zond zij aan den president van het rechterlijk college, den heer Van Hees. Ook zoo die heeren haar niet antwoordden, of voor het geval dat het antwoord te lang mocht uitblijven, was zij vast besloten, met de gevondene naar Amsterdam af te reizen. Stipt op het afgesproken uur Zeer te prijzen zijn dan ook de ouders, die daar streng op zijn. En daar al mee beginnen, als de kinderen nog klein zijn. Zeker, leg jongens en meisjes niet aan een ketting laat ze ravotten na schooltijd laat ze vrij rondspringen op markt en plein en laan, maar, zooals dat, vroeger wasals de koster luidt, m.a.w. als de avondklok het „Engel des Heeren" of het „Koningin des Hemels" door de lucht voorbid* -wel, dan is het onverbiddellijk tijd om naar huis te komen. 't Is vooral de donkerte, welke ze wild begint te maken. En... Vroeger was dat ook voor de grooteren het geval, en zeker voor de vrijende paartjes. Een moeder zei me eens „Vroe ger moesten we thuis zijn, als het avond werd tegenwoordig beginnen ze met... uit te gaan, als het avond wordt 1" En toch ligt tusschen dat vroeger en het tegenwoordige nu geen tijds verloop van honderd jaar, nog niet van 50, hoogstens van 25. Snel, zeer snel, onrustbarend snel veranderen de zeden en de gewoon ten. „Vroeger," zoo zei me iemand anders, „was het een schande voor een vrijend paartje om „daar of daar" te loopen" (bedoelend een bepaalden wandelweg). Tegenwoordig val je over de paartjes „daar of daar". Het schaamtegevoel speelt geen of weinig rol meer want daar kwam het op neer. Het is voor een groot deel „de straat," welke tot die algemeene verruiming het hare bijdraagt. Te prijzen zijn daarom de ouders, die er streng tegen waken, dat hunne rijpende jongens en dochters niet avond aan avond maar de straten afjakkeren. Die d'r maar altijd „uit" willen, alsof het ouderlijke huis in brand stond en het dak hun op het hoofd viel. Huiselijke gezelligheid kweekt familiegeest en familiezin ook dat, ja dat op een der eerste plaatsen, moeten de vaders en moeders der toekomst hebben en dus intijds aan- kweeken, begrijpen en waardeeren. Door „de straat" gaan ze behooren tot Jan en Alleman en tot Griet en alle wijf ZAAIER. Kippenfabrieken zijn fabrieken, waarin kippen worden gemaakt, natuurlijk uit vooraf door kippen gelegde eieren. Nu moet men niet minachtend zijn schouders ophalen en zeggen, dat er dan toch eigenlijk geen kippen worden gemaakt. Dat gaat niet. Wie zal trouwens kunnen uitmaken, of er in een kippenfabriek al of niet kippen worden gemaakt? Dat gaat niet. Wie zal trouwens kunnen uitmaken, of er in een kip penfabriek al of niet kippen worden gemaakt? Zoolang de filosofen het er niet over eens kunnen worden, wat er eerder was, het ei of de kip, valt deze vraag immers niet zoo gemakkelijk te beantwoorden, En één ding is zeker, n.l., dat in de kippenfabrieken in ieder geval kippen uit kuikens worden gemaakt. Er bestaan reeds tallooze hoender parken, die practisch kippenfabrieken zijn. Maar de echte kippenfabrieken schijnen zich toch in Amerika, het land der wonderen te bevinden. Daar worden kippen afgeleverd, die nooit een hoenderpark, laat staan een boerderij hebben gezienDe arme dieren weten zelfs niet, wat daglicht is, maar desondanks oordee len de deskundigen toch, dat ze van beter kwaliteit zijn dan op de boer derijen in het wild opgroeiende scorfgenooten. Die deskundigen hebben uitgevonden, dat kippen genlijk geen zonlicht noodig heb ben. Dit doet in een gemiddelde kip slechts in zooverre goed, dat het 't benoodigde aantal vitaminen levert of liever in het kippenlichaam doet gedijen. Hetzelfde wordt echter door levertraan gedaan en dank zij lever traan worden de fabriekskippen zwaarder en vetter dan huis- of tuinkippen. In de fabriek wordt gezorgd, dat het leven van een kip op hoogst gelijkmatige wijze verloopt. Een fabriekskip heeft geen zorgen voor het dagelijksche voedsel, verkeert niet dagelijks in doodsangst over roekelooze automobilisten en ergert zich niet aan den haan. Ze zit in een metalen hokje en eet het voeder, dat haar wordt voorgezet. Ze kan dit oppikken, maar alleen zoo, dat er niets van op den bodem van het hokje vallen kan, zoodat dit zoo trisch en hygiënisch mogelijk blijft. Het voedsel is natuurlijk nauwkeurig berekend en het bestaat grootendeels uit vleeschrapsel, lijm, vischmeel etc. Het heele leven van de fabrieks kip is stelselmatig ingedeeld. Het begint al met de moederkip, die haar ei op een bepaalde plaats legt en altijd op dezelfde manier en in dezelfde omgeving, zoodat haar taak vrijwel overeenkomt met die van den arbeider in de massa-productie, die ook niets anders te doen heeft dan alsmaar dezelfde schroef in te zetten of dezelfde, moer vast te schroeven. Het ei wordt direct aan moeder kip ontnomen en gaat in een broei- machine en het kuiken wordt onmid dellijk bij de geboorte mechanisch behandeld. Het komt in een machine terecht, die het precies zoo koestert als de moederkip het zou hebben gedaan en zelfs nog beter. En net zooals het kuiken bij de hen beschut ting zoekt, doet het dit bij de machine, die zorgt, dat het zich steeds in een goede temperatuur bevindt. Maar van escapades in buurman's tuin of over den levensgevaarlijken dorps weg is geen sprake. Vier metalen muren vormen de wereld van de fabriekskip, die op wetenschappe lijke wijze wordt vetgemest en klaar gemaakt voor de consumptie, met vleeschresten en levertraan... Een kippenfabriek heeft veel weg van een bibliotheek, maar in plaats dai er op de planken boeken staan, ziet men niets anders dan smalle hokjes, waarin het kuiken tot kip wordt „gemanipuleerd". Alle ver blijven zijn eenheids verblijven, nie mand heeft een beter hoekje of een betere plaats op den stok. Daarover behoeft in de kippenfabriek niet ge vochten worden. Maar we hebben een idee, dat zelfs een kip zoo'n eentonig, welge ordend bestaan niet erg zal kunnen waardeeren. De kip heeft evenwel geen stem in het kapittel. Natuurlijk is alles in de kippen fabriek electrisch en het systeem werkt zoo goed, dat de gemiddelde kip na 2 maanden ongeveer twee pond weegt. Dan is ze klaar voor de markt, indien ze tenminste niet in het leven wordt gehouden om eiers te leggen, het eenige, dat de ver nuftige mannen van de kippenfa brieken nog niet kunnen. Behalve, dat een kip in een kip penfabriek een heerenleventje heeft, wordt ze nog tegen allerlei onheilen, als ziekten etc. beschermd. Terwijl in het vrije veld levende kippen automobilisten, vossen etc. tot doods vijanden hebben, worden ze bij hun doorwoelen van den grond door allerlei infecties bedreigd. Dat is in een kippenfabriek vrijwel uitgesloten. En het is er voor de kippenparasieten waarlijk geen pretje. Dezen wordt het bestaan zoo zuur mogelijk ge maakt. Het resultaat van de steeds meer in aantal toenemende kippenfabrieken is, dat de kippen evenals de men- schen een neiging vertoonen, naar de steden te trekken. Niet langer zal het platteland op de grootste kip- penbevolking kunnen bogen Het grootste aantal kippen zal zich ergens in een fabriek blijken te bevinden en dan liefst in het centrum van een groote stad, zoodat transportkosten etc. zooveel mogelijk vermeden worden. De kippenindustrie heeft in de Vereenigde Staten reeds een grooten omvang bereikt. Kuikens worden er gewoon over de post gezonden. Niet per vliegtuig, maar in postpakketjes, die de brievenbesteller bij de men- schen thuisbrengt. Het is er met Paschen gewoonte geworden, dat men zijn evennaaste in plaats van met echte of suikeren eieren, met levende kuikens gelukkig maakt. Dit gebeurt, sinds de technici hebben ontdekt, dat een kuiken na de ge boorte als we ons niet vergissen ongeveer twee da^en zonder voedsel kan blijven. Op dit feit nu heeft zich een groote handel in kuikens gebaseerd. De dieren worden netjes ingepakt, zoodat ze zich niet kunnen bewegen en dus ook niet van schok ken hebben te lijden. Een gaatje in het doosje zorgt, dat ze adem kunnen halen. En meestal komt het kuiken levend te bestemder plaatse aan. Intusschen, het komt ook wel voor, dat het 't transport niet heeft over leefd. En met het oog hierop ver zekeren assurantiemaatschappijen per post verzonden kuikens, met het gevolg, dat hiervan in de Vereenigde Staten zooals van alles, misbruik wordt gemaakt. Er zijn boosaardige lieden, die halfdoode kuikens ver zenden en dan bij de assurantiemaat schappij om schadevergoeding aan kloppen. Natuurlijk gaat dit met groote partijen, zoodat er verdienste aanzit. Door deze verdienste was het den oplichters mogelijk, post ambtenaren om te koopen, die dan de pakketjes van een later poststem pel voorzagen dan dat van den dag, waarop de kuikens op het postkan toor werden afgeleverd. De kuikens bleken dan gedurende het transport te zijn gestorven, omdat ze te vroeg waren ingepakt. Door het poststem pel gedwongen, moest de betrokken assurantiemaatschappij betalen. Aan gezien er onder de bepaalde leveran ciers aan bepaalde adressanten ver zonden kuikens zulk een opvallend groot percentage sterfgevallen voor kwam. ging men achterdocht koeste ren. En het kwaad bleek zoo ver spreid, dat de algemeene directeur der posterijen zijn ambtenaren open lijk liet waarschuwen, zich niet met de praktijken van fraudeerende kuikenleveranciers in te laten... huishouden weet te bestieren met tact en zelfbeheersching, maar ook met een vroolijk hart. Want een tobberige, zeurende vrouw is niet de persoon voor het scheppen eener gelukkige verhouding. Bij zoo'n vrouw, die altijd klaagt en tobt, zal een man zich al spoedig vervelen en lang zal het niet duren, of hij zoekt zijn pleziertjes buitenhuis. Een verstandige vrouw zal haar man dan ook nooit vervelen met altijd dezelfde verhalen over huiswerk, tekortkomin gen van personeel of dergelijke. Een vroolijke, opgewekte vrouw, een vrouw met tact, die leiding weet te geven aan haar kinderen, haar personeel, kortom aan het geheele gezin haar man incluis is wel de beste waarborg voor een gelukkig huwelijk. Want in weerwil van allen vooruitgang en de verlichting der 20e eeuw op alle gebied, blijft het vaststaan als een paal boven water, dat de eigenschappen, die door den man in de vrouw als vrouw en moeder het meest worden ge waardeerd zijnopgewektheid, orde, zindelijkheid en een belangstellend medeleven met zijn werk. Vooral dit laatste, dat belangstel lende medeleven moeten wij, vrouwen, niet uit het oog verliezen, en dat niet alleen met den man en vader van het gezin, maar ook met onze kinderen. Wij moeten voor onze kinderen zijn de vertrouwde vriendin' aan wie ze te allen tijde hun kleine en grootere belangen en geheime nisjes kunnen toevertrouwen, waar ze raad en hulp kunnen vragen en verwachten. De vrouw en moeder, die al deze goede hoedanigheden in zich ver- eenigt, bezit wel den zekersten waarborg voor een gelukkig huwelijk." goddelijke vrijgevigheid, mee te vieren. Hij begrijpt niets van de wonderbare wijsheid en van het Evangelie: Het is zaliger te geven, dan te ontvangen. Zoo iemand behoort niet thuis in het doop-boek trad den volgenden ochtend Bertha door de deur van het groote, den tuin van het gesticht afsluiten de hek. Zij had zich zeer smaak vol, maar eenvoudiger, minder modern gekleed, meer passend bij den toon, die haar toescheen in het gesticht te heerschen. Het zwarte crêpe-hoedje op haar blond krullend haar stond voortreffelijk, en het kleine zwarte manteltje evenzoo, terwijl een ceinture van geel leder om de taille van haar zwart-kasjemiren kleed aan hare slanke gestalte een jeugdig, meisjesachtig karakter gaf. Oom Beerblock scheen op zijne nicht te hebben gewacht, want hij kwam haar dadelijk tegemoet. Ik heb met den arts en met eenige leden van het bestuur over het zeldzame geval gesproken, ving 'hij, na de begroeting, aan. De zaak wekte groote verwonde ring en verbazing. Men keek de oproeping na, ik moest veel ver tellen van 't geen je mij hebt gezegd, ook wat ik met mijn eigeD ooren heb gehoord, namelijk toen ze zei: In Ostende ging hij van me weg. De heeren willen echter jou persoonlijk spreken. Wees nu verstandig en vergeet niet op te merken, dat je wenscht, dat ik, als waardig persoon en huisvader, die de vrouw reeds sinds acht jaren kent, voor hulp je zal vergezellen naar Amsterdam. Natuurlijk, dat spreekt van zelf, verzekerde Bertha, en oom Beerblock begeleidde zijne nicht, wier kleeding en uiterlijk hem thans veel beter aanstonden dan gisteren, naar den geneesheer van het gesticht. Op Bertha's bezorgde vraag, of hij geloofde, dat de oude vrouw haar verstand en geheugen terug zou krijgen, antwoordde de dokter, dat hij dit niet voor onmogelijk hield. Bij zeer sterke gemoedsbewegin gen, bij verrassend te voorschijn treden van zekere gewichtige punten, die wezenlijk lot de ver standsverbijstering van zulke per sonen hebben bijgedragen, was het zelfs niet onwaarschijnlijk, meende hij, dat plotseling het licht van het gezond denken weer doorbrak en hel herinneringsvermogen ont waakte, óf blijvend óf slechts voor enkele minuten, dat kon men niet weten. Ten opzichte van Marie Reinkens was de lange tijd, waarin zij reeds in dien toestand van volslagen geestes-dofheid ver keerde, een weliswaar groot be zwaar, maar toch bleef hij moge lijk oordeelen, dat onder de hem bekend geworden omstandigheden plotseling een helder bewustzijn kon ontstaan. Een ernstige ver storing der gezondheid van Marie Reinkens vreesde hij bij denoodige voorzichtigheid niet, zoodat hij dan ook geen bedenkingen tegen de reis had, mits de huisvader haar vergezelde. Dat klonk niet bijzonder hoop' t Stond in De Tijd en Mannen- adel en Vrouweneer nam 't over. 't Moet gelezen en behartigd worden en daarom geven we 't ook hier een plaats „Ik voor mij geloof, dat de grootste kans tot een gelukkig huwelijks- en gezinsleven daarin ligt, dat de vrouw en moeder, naast de plichten, haar door Kerk en Staat opgelegd, haar Het Christendom is de godsdienst van het geven. Het materialisme zegtgeven is onzin. Geven maakt arm. Zie te krijgen, wat je kunt, dat is haar wijs heid. Maar dat is een onmenschelijk en harteloos heidendom, aldus „De Kandelaar." Het Christendom heeft een heel andere maatschappij-leer dan dit modern materialisme. Haar eerste princiep is de boodschap, die Paulus jubelend verkondigt„De goedheid en de menschlievendheid van God onzen Heiland is ons verschenen." Middelpunt en doel der Christelijke maatschappij is niet het geld, maar de menschheid. De mensch is hoofdzaak Het geld bijzaak Christus kwam om wille van den mensch God schiep de aarde en alles, wat daarin is omwille van alle menschen. Om wille van den mensch bestaat de Kerk met haar heilige Sacramenten, met haar altaar en tabernakel, met haar doopvont en haar preekstoel. Alles is er omwille van den mensch. Maar bestaat alles omwille van den mensch, dit wil zeggen, omwille van alle menschen dan kan ook het geld voor niets anders bestaan dan omwille van alle menschen. En zijn doel is en moet zijn aan allen een menschwaardig bestaan te geven. Wat de enkeling teveel heeft, moet hij weer ten goede laten komen aan de maatschappij. Dus aalmoezen geven is plicht. Is het Christendom de godsdienst van de geheele menschheid, dan is het ook de godsdienst van het geven. Wie geven kan en niet geven wil is geen Christen. Hij heeft er geen recht op om Kerstnacht, het hoogfeest van de wekkend, maar meer had Bertha eigenlijk ook uiet verwacht. Zij bedankte den dokter recht hartelijk en begaf zich thans, door haar in de gang wachtenden oom begeleid, tot de op dat uur dagelijks in het huis aanwezige leden van het bestuur. Hier trad Bertha bescheiden, doch met de noodige overredende spraakzaamheid op en wist ten slotte alle bedenkingen uit den weg te ruimen. Uiterlijk bedaard en ernstig, maar inwendig luidde jubelend over de verkregen ver gunning tot de reis voor Marie Reinkens en haren oom, verliet zij weder de vergaderzaal. Nu talmde zij niet langer, doch maakte aanstonds toebereidselen, zonder nog op antwoord uit Am sterdam te wachten. Den volgen den dag reeds zat zij met de oude dame, die geduldig en werktuigelijk met zich lietbegaan, en haar oom, gekleed in een pak van zwart glanzend laken en met een hoogen hoed op het hoofd, in een coupé van den sneltrein, die haar naar Nederland zou voeren Tien uren later reden de reizi gers bereids het station aan de Weesperpoort binnen. lasnaad» XidiinllBEsa. Zorgen dragen het hunne bij tot ontwikkeling van nierkwalen. De nieren hebben toch reeds genoeg te doen met hun taak om het bloed te filtreeren van de hierin voorkomende onzuiverheden. Als deze organen overbelast worden, is het derhalve geen wonder, als zij hun werk niet meer behoorlijk doen, waardoor een overmaat van urinezuur zich in het lichaam kan ophoopen, Dit urinezuur kan zich in den vorm van scherp gekante kristallen afzetten en rheumatiek, spit of ischias veroorzaken. Soms vormt zich nier- gruis en vaak doen zich urine- of blaasstoornissen voor. Maak bijtijds gebruik van Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Deze kunnen trage nieren weder opwekken en versterken, het overtollig urinezuur afvoeren en een einde maken aan uw kwalen. Bij alle drog. enz. a f 1.75 p. flacon Het groote gezin ondervindt nog lang niet de bescherming, waarop het om zijn beteekenis voor de samenleving recht heeft. De staat geeft vermindering van directe be lastingen, maar haalt van het groote gezin des te meer binnen aan in directe belastingen: de accijnzen op levensbehoeften, schoolgelden enz. Daarenboven verleent de overheid van den staat en van eenige hon derden gemeenten eenigen kinder toeslag aan haar personeel, welke dikwijls veel tegenstand ondervindt, zelfs van katholieke zijde. Voor het overige wordt het onderwerp veel bepraat, maar er wordt weinig gedaan, terzij van particuliere zijde, met nagie in het Zuiden. De voorzitter 'vvan den Katholie ken Bond voor Groote Gezinnen geeft een beschouwing* in het bonds orgaan. „Het Gezin" over het voor komen van kindertoeslagen voor gemeentelijk personeel in gemeenten boven 5000 zielen. In ons land kennen van 293 ge meenten boven 5000 zielen 116 een kindertoeslag toe, terwijl in 177 gemeenten van dit aantal inwoners, de zorg voor het groote gezin in de loonbepaling ontbreekt. Het artikel vervolgt Volgens de provincies gezien, staat de toestand aldus Aantal ge meenten Met kin- Zonder boven de dertoesl. kind.toesl. regeling rapporteerden de geheime politie beambten, dat hij een speler was, in slecht gezelschap verkeerd had en dikwijls met den tijgertemmer Stockton was gezien geworden. Voorts ontving hij de belang rijke mededeeling, dat Stockton voor het ongeluk in het circus in hoogen geldnood had verkeerd. Hij had van den directeur een voorschot gevraagd, doch deze had dit geweigerd, wijl hem zijn gage van verscheiden maanden reeds vooruit was betaald. Daarop borgde Stockton geld van de be dienden van het koffiehuis, dat hij gewoon was te bezoeken,doch plotseling, op den ochtend van het ongeluk in het circus, scheen de Schot over groote sommen te kunnen beschikken. Hij wisselde tenminste in het bewuste café een bankbiljet van vrij hoog bedrag, betaalde zijn schuldenen nameen overvloedig ontbijt. Dr. Peereboom wist, dat de bewuste Erich Reinkens zonder middelen was. Hij nam derhalve ambtelijke informaties bij dr. Rembold, of deze den erfgenaam, wiens aanspraken hij behartigde, geld had gegeven, en verzocht den datum te mogen weten, waarop de eventueel voorgeschoten som was verstrekt. Aan den wensch van den officiervan justitie, dit te weten, meest Rembold gehocr geven, en alsnu bleek mr. Peereboom, dat Groningen 22 1 21 Friesland 33 6 27 Drente 14 1 13 Overijsel 29 9 20 Gelderland 44 17 27 N.-Holland 31 9 22 Z.-Holland 42 22 20 Zeeland 7 0 7 Utrecht 9 3 6 N.-Brabant 39 28 11 Limburg 23 20 3 Bij de nasporingen, die de offi cier van justitie door de recherche liet doen, kwam niets wezenlijks voor noch tegen den leeuwentem mer aan het licht. Betreffende den anderen «Reinkens echter circus de bewuste Êrich Reinkens1 waren, die Marie Reinkens heet- een som van twee honderd en vijftig gulden van den jeugdigen advocaat had ontvangen. Verdere nasporingen brachten aan het licht dat Stockton, zoolang hij te Am sterdam had vertoefd, geen post wissels of aangeteekende brieven had gekregen en wegens zijn onaangenaam karakter geen ande ren vriend behalve dien Erich Reinkens had gehad. Dat was het eenige gewichtige, maar volstrekt niet afdoende feit, dat de officier betreffende Henri Busum had kunnen te weten komen. Het was hem derhalve zeer aangenaam, dat door de energieke ooievaarsdresseerster thans gang en licht zou komen in de zaak. Zij toch meende de doodgewaande moeder van den waren Erich Reinkens te hebben gevonden. Blijkens uiteenzettingen in haren brief bestond inderdaad alle waar schijnlijkheid daarvoor. De papie ren der oude vrouw moesten het verdere uitwijzen. De uitroep van het oudje, dien ook de huisvader zou hebben gehoord, sprak in elk geval in hooge mate voor de juistheid der bewering van juffrouw Sigismund. Hij bewees toch, dat haar te Ostende een zoon was ontloopen, die Erich heette, en het niet goed aan te nemen dat -I Was "«v.. QVVU UUU TO MCIIIOII één dag voor het ongeluk in het destijds twee vrouwen te Ostende p.irr.ns rlp Rpwncla j:~ i_. i. i

Peel en Maas | 1931 | | pagina 7