Tweed© Blad van „PSEL El MAAS"
Om twse millioen
Het geheim der
overgave.
FEUILLETON
De Kogel.
Bij Hoesten
Een dominee over
den Paus.
(iemengde Berichten
ZATERDAG 14 MAART 1931
Twee en Vijftigste Jaargang
No. II
Snoeien van hagen en struikgewas.
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen in herinneripg de
navolgende bepalingen van het Pro
vinciaal Wegenreglement van Lim
burg:
„Al de binnen den afstand van 1
M. van de grens der wegen en
■"oetpaden in 't algemeen staande
hagen, moeten telken jare, aan de
wegzijde ter hoogte van minstens
1.50 M. boven den grond waarop
ze geplant zijn, opgeschoren worden,
in dier voege, dat op 1 Juli aan die
zijde slechts hoogstens 0.30 M. hout
buiten den stam mag aanwezig zijn.
Vóór datzelfde tijdstip moeten
jaarlijks insgelijks wegger .md wor
den de over de wegen, voetpaden,
slootenen greppels hangende boomen,
struiken, hagen ot takken."
Wij vertrouwen, dat in het belang
van de wegen en voetpaden zoowel
als in het belang van de belendende
gronden dit jaar het opscheren als
bovenbedoeld tijdig en naar behooren
zal plaats hebben, opdat geen enkel
proces-verbaal wegens niet-nakoming
dezer voorschriften zal behoeven te
worden opgemaakt.
Venray, 26 Februari 1931.
„Niet Jttuu wil, maar Uw wil
geschiede."
Onze Vader, Die in den Hemel
zijt, geheiligd worde Uw Naam....
Geef ons heden ons dagelijksch
brood...
Hebben we niets overgeslagen
Ja, nu met opzet, maar practisch
gebeurt dat nooitLigt dat aan de
aandacht, waarmee we het Onze-
Vader bidden Neen, laten we het
ronduit zeggen uit sleur slaan we
niets over. Door die sleur bidden
we alles, maar bidden we niets of
heel weinig. Want indien we 't kost
bare geheim kenden van het „Uw
wil geschiede," dan werd ongetwij
feld onze gedachte over het gebed
en bijzonder over het „vraag-gebed"
een geheel andere.
't Is onderhand een gemeenplaats
geworden „Christus is ons in alles
een voorbeeld geweest"; we beschou
wen het dikwijls nog als een ver
bindingszin tusschen twee preek-
gedeelten. Maar waar blijft het, dat
we heel ons leven eiken dag, ieder
uur, bij elk werk, gewichtig of een
voudig, ons kunnen afvragen hoe
is Jezus mij daarin voorgegaan,
hoe beschouwde Jezus deze gedachte,
deze opinie
Onze Goddelijke Meester heeft ons
een subliem voorbeeld van gebed
gegeven. Christus, onze held heeft
in den Olijfhof een heldenlied gezon
gen, geen zegezang, maar een smeek
lied, een lied, dat den Hemelschen
Vader bekoorde, een lied van een
sterke ziel, hetwelk wij, met onze
zwakke zielestemmen na moeten
zingen, al klinkt dit ook nog zoo
gebrekkig.
„Uw wil geschiede" het heilige
lied der overgave.
Wat een stalenboek van variaties
vertoonen onze gebedsintenties te
zamen genomen. Natuurlijk, daar zijn
de menschen voor. We moeten bid
den voor onszelf, voor onze familie
leden en vrienden, levenden en over
ledenen, voor onze zaken en die van
anderen.... en wie die variatie zou
willen vereenvoudigen, krijgt een
afdoend antwoord van den catechis
mus in de les over de liefde. En wat
het gebed voor den naaste betreft,
dit heeft dikwijls nog meer succes
als 't gebed voor zichzelf. Ik meen,
dat het St. Theresia was, die sprekend
over het gebed, beweerde„Ik heb
nog nooit zooveel voor mij zelf ver
kregen, als toen ik voor anderen
bad."
Maar we blijven zoo vaak onver
hoord
We bidden in de nachten van
onze verdrukkingen pijnen en weeën,,
en toch blijkt den hemel van koper
en staal, dicht als een pantser, ge
voelloos als een lijk, koud van uit
zicht als een blinde muur, hopeloos
als een matglazen dakvenster, onbe
wogen als een stuk hardsteen. We
willen den Godsburcht openbonzen
met lange, herhaalde gebeden. We
schreeuwen om hulp als kinderen,
bang voor de zwarte schaduw op
't witte gordijn, voor 't geritsel, dat
nadert... Vader Vader luistert Gij
niet Vader, kom me helpen
Dan pogen we ons te sussen en
gerust te stellen met het „wat vreest
gij kleingeloovigen," jawel, maar 't
blijft ons uit de keel persenVader,
ziet Gij niet, dat ik dit of dat noodig
heb, Gij moet mij Jaelpenals Gij
niet helpt, dan...
Dan Als God u niet helpt let
welzooals gij wilt ondanks uw
vurige, hartelijke, eerlijke gebeden,
dan voorzeker blijkt Hij uw nooden
beter te begrijpen dan gij. Hij kent
u beter dan gij uzelf kent, en dan
kijkt Hij verder dan gij kijkt, of kunt
kijken. Bovendien, Hij kan u ant
woorden „Wat hebt gij gebeden
Onze Vader, Die in den hemel zijt....
Uw wil geschiede...
Dat is hef geheim der overgave,
die ons na elk gebed tevreden doet
zijn Vader, ik bid wel, ik vraag wel
om 't een of ander, maar dit blijft
staan, dit is de stempel onder elke
verzuchting en aanroeping „Uw wil
geschiede."
Denk erom, het is geen gemakke
lijk geoed, tenminste als het wel
bewust uit 't hart komt. Want, och,
we zien het toch zoo goed in 't
voordeel van een genezing, ons
kapot-zijn om een dreigend faillisse
ment, de noodzakelijkheid van een
positie...
De Noveen is ten einde, de rozen
krans rondgebeden, de H. Mis ge
lezen, de kaars opgebrand.... niets...
we maken een oogenbiik in den
Olijfhof mee... één moment maar-
bij Jezus... Welnu, zet door. Troost
Hem door uwe bewuste berusting I
„Vader, niet Mijn wil, maar Uw
wil alleen
Verhaal uit den oorlog 1914-1918.
20
Die gil scheen het sein voor
een vreeseüjk alarm, een hulp
geroep van de duizenden aanwe
zigen. Men'stond op endrongnaar
de uitgangen In een oogenbiik
ontstond een onbeschrijfelijke
paniek. Daarna werd het weder
stil; want een buitengewone ge
beurtenis in de arena boeide en
verlamde het in naamlooze span
ning toeziende publiek.
Een jonge vrouw, de ooievaars-
dresseerster Bertha Sigismund, met
een ijzeren slaaf in de hand, had
de deur der groote kooi openge
reten en was deze binnengerend.
Gevolgd door eenige, eveneens
gewapende oppassers wierp zij
zich op den woedenden leeuw.
Deze bief bij het zien van de
toesnellenden den kop, staarde
met onheilspellend wijdgeopende
oogen het meisje aan, blies luide
en richtte zijn manen nog hooger
op. Fraulein Sigismund stormde
evenwel zonder vrees op hem af
en hield hem de ijzeren staaf
voor de oogen. De leeuw stond
alsuu snel van zijn slachtoffer
op, ging met den staart tusschen
Ik had mijn examen, dat jaar, met
succes afgelegd en in de vacantie
die volgde, zou ik veertien dagen
gaan logeeren bij mijn Oom en Tante
te Brussel. Ik was er nooit langer
dan twee dagen geweest en zoo had
ik nog niet de gelegenheid gehad,
hei huis waarin ik twee weken zou
doorbrengen, eens goed te bezich
tigen.
Na het diner, den eersten' dag,
nam mijn oom me mee naar de
bibliotheek „Als je nu niets te doen
hebt mijn jongen," sprak de goede
man, „kom je maar gerust hier bin
nen en neemt waar je trek in hebt,
Je ziet, boeken genoeg
Al pratend wandelden we rond
langs de boekenrekken en toen viel
mijn oog op een koperen plaquette,
op den schoorsteenmantel. Geïnteres
seerd bleef ik staan het stelde voor
een Belgisch en een Duitsch soldaat,
die zich de hand reikten, over een
echten Duitschen geweerkogel heen,
die er midden in gevat zat.
Mijn belangstelling was opgewekt,
maar voor ik mijn oom eenige vragen
kon stellen, nam hij zelf het woord,
met tranen in de oogen.
„Ja, jongen, daar zit een mooie
de poolen, luide brullend
blazend, langzaam achteruit en
drukte zich op de tegenoverge
stelde zijde tegen de staven aan.
Dit oogenbiik benuttigden de
oppassers, om den bewusteloozen
temmer uit de arena te slempen
Een breede bloedstreep teekende
zich af op den vloer. Bertha Si
gismund volgde snel en wierp de
deur der kooi achter zich in het
slot. De leeuwen in de kcoi spron
gen als razenden rond en brulden,
dat zelfs den moedigste de angst
om het hart sloeg.
De muziek, welke met een
schreeuwenden wanklank plotse
ling had opgehouden met spelen,
zette nu weer een vroolijk deuntje
in. Het publiek Werd rustiger,
keerdenaar zijn plaatsen terug, en
verscheiden personen op de eerste
rij gaven zich moeite, Gaudentia
want zij was het, die met een
gil vooruitgesprongen en met haar
handen de slaven der kooi wan
hopig omklemd had van haar
gevaarlijke plaats weg te brengen
Daar zij op geen der tot haar ge
richte vragen antwoordde, maar
de vragenden wild, wezenloos aan
staarde, hield men het ervoor, dat
zij door het schokkend geval waan
zinnig was geworden.
Achter de gang naar de arena
bevond zich een planken lokaal,
dat behangen was en een groote,
met dagbladen bedekte tafel, be
nevens eenige stoelen bevatte. Dit
vertrek heette: »de conservatie
geschiedenis aan vast en ik kan er
nooit aan terugdenken, zonder dat
mijn oogen vochtig worden. Deze
kogel," en mijn oom wees naar de
Duitsche geweerkogel, „is eens be
stemd geweest voor mij"...
Vragend keek ik hem aan ik wist
dat hij aan het front was geweest,
ar van zooiets had ik nooit wat
gehoord.
„Als je even wilt gaan zitten, zal
ik je de geschiedenis vertellen."
„Om meer dan een reden, kan ik
niet in bijzonderheden treden omtrent
tijd en plaats, maar het zij jt vol
doende de geschiedenis zelf te hooren.
Het was dien dag een zware dag
geweest, en aan een stuk door had
den de kanonnen gebulderd, en vlieg
machines gecirkeld, hoog in de lucht.
Toen de avond viel, werd het kal
mer. Het werd een heerlijke, rustige
maan-nacht. De Duitschers lagen
eenige kilometers verder, achter een
kleinen heuvelrug. Wij werden uit
gezonden op patrouille, om den ge
stand te verkennen, zoo goed als
mogelijk was. Met ons tweeën had
den we order vooruit te dringen,
zoover we konden. Boven op den
heuvelrug stond een rij boomen, ge
deeltelijk stukgeschoten ik moest
daar vlak op af, terwijl mijn vriend
meer links moest aanhouden, om het
heuveltje heen. In den beginne
kwamen we snel vooruitdoor een
hollen weg slopen we nader, zonder
een woord te spreken, met altijd de
mogelijkheid voor oogen, dat de
dood op ons loerde van achter een
struik of een stukgeschoten boom.
We spraken geen woord en toen we
waren, waar we moesten scheiden,
gingen we zwijgend uiteen... Zouden
we elkander nog wederzien Dek
king zoekend achter alles wat maar
eenigen schaduw gaf, want de maan
verlichtte het landschap met zijn
spookachtig licht, kroop ik verder,
tot ik eindelijk den eersten boom,
boven op het heuveltje bereikt had.
Voorzichtig stond ik op, steeds in
de schaduw, en overlegde even wat
ik verder doen moest. Sluipende van
boom tot boom, wilde ik verder
doordringen wellicht dat ik dan op
het uiterste puntje van den heuvel
rug, eenige ontdekking zou doen.
Geruischloos" liet ik me weer op den
grond zinken en kroop naar den
volgenden boom, 'n meter of dertig
verder. Tot dan toe had ik niets
verdachts' bespeurd. Weer kroop ik
verder maar toen ik juist midden
tusschen den tweeden en derden
boom was, hoorde ik een korte droge
klik.,, op hetzelfde moment klonk
vlak voor me een krachtig „halt" en
zag ik een geweerloop glinsteren in
het licht... Ik was verloren... Daar
lag ik, onbeschut, vlak in het maan
licht. Ik sloot de oogen en trachtte
even een gebed te verrichten, wach
tend op het doodende schot..:
Maar er gebeurde niets toen ik
weer opkeek, blikte ik nog in den
loop van het geweer-
Mijn zenuwen waren gespannen
tot het uiterste... Waarom schoot
die man niet... Of wilde hij zich nog
langer verlustigen in mijn doodstrijd.
Ik hield het niet langer uit. „Om
Gods wil schiet," riep ik hem toe,
„en kwel me niet langer met dralen."
Achter den boom klonk een snik.
„Ik kan niet 1"
„Schiet," sprak ik weer, „het is
het recht van den oorlog ik zal
weten te sterven als een man."
„Ik kan geen mensch neerschieten
als een hond, een weerloos mensch,
In de hitte van het gevecht, tusschen
het bulderen der kanonnen, is dat
wat anders... Nu kan ik niet... Wie
ge ook zijt, gooi je geweer van je
af en sta op... Je dooden, kan ik
niet."
Op dat oogenbiik dacht ik weer
aan vrouw en kinderen... Even aar-
en ziek door gevatte koude, alsmede
bij pijnen van velerlei aard, zullen
een van de hieronder genoemde
Mijnhardt's Poeders
U spoedig helpenMijnhardt's
Hoestpoeders. Grieppoeders.
Hoofdpijnpoeders. Verkoudheids-
poeders. Kiespijnpoeders. Maag
poeders. Rheumatiekpoeders. Op
poeders en doos staat de naam
Mijnhardt. Let bij het koopen hierop 1
Prijs per poeder 8 ct. en per doos
45 ct. Verkrijgbaar bij Uw drogist.
kamer" en was bestemd voor de
artisten. Daarheen werd Rinconi
gebracht en hierheen gingen uit
het publiek eenige geneesheeren,
die den gewonden onderzochten.
De leeuw had hem in den
schouder gebeten en met zijn
klauwen een arm opengerukt. De
wonden echter kwamen den ge
neesheer minder bedenkelijk voor
dan de aanhoudende bewusteloos
heid van den temmer, een gevolg
van zijn val, toen de leeuw met
zijn volle kracht op hem was ge
sprongen.
Zij vroegen naar verbandmid
delen. Uit de kamer van den
directeur werd een doos gehaald,
die het noodzakelijkste inhield,
doch de voorraad was ontoerei
kend.
Bertha Sigismund wist van
Rinconi, dat deze in zijn ouden
groenen matrozen koffer, waaraan
hij zeer gehecht was en welken
hij dus overal meesleepte, over
eenkomstig zijn ordelijken, zorg-
zamen aard, verbandmiddelen in
hield. Zij snelde derhalve de
kleedkamer van den temmer bin
nen en deed door middel van een
schaar en een hamer het slot der
kist springen.
De angst en vertwijfeling gaf
haar zwakke, fijne handen een
ongemeene kracht. Bertha zocht
haastig naar het verlangde, greep
den bundel en ijlde reeds weder
heen. Aan haar handen ontglipte
echter een boekje, dat zij in de
zelde ikdan nam de natuur de
overhand... Diep geroerd, gooide ik
mijn geweer terzijde en stond op.
Ook ue ander liet zijn geweer zak
ken.
„Kom hier," sprak hij weer in
gebroken Fransch, „kom hier in de
schaduw."
Ik ging naar hem toe en blikte
hem in de oogen... Het was een
flinke jonge kerel ook zijn oogen
waren vochtig... Zwijgend stak hij
zijn hand naar me uit. „Vrede 1"
Ik kon geen woorden vinden,
maar in een opwelling van bewon
dering en liefde, om zijn mensche-
lijke daad, sloot ik hem in mijn
armen. Hij liet me begaan. „Wie
zijt ge, vriend
Ik vertelde hem wie ik was, ver
telde hem van thuis, van mijn vrouw
kinderen. Ook hij was vader..,
toen hij me gezien had, voort
kruipend langs den grond, had hij
instinktmatig den haan overgehaald
gemikt. Doch dan was hem de
gedachte door het hoofd geflitst, aan
eigen vrouw en kind... Zijn heele
wezen kwam in opspraak tegen wat
hij had willen en kunnen doen.
Lang stonden we te praten, als of
we elkander jaren gekend hadden
maar dan drong de wreede werke
lijkheid zich weer aan mij op.
„Ik zal rapport moeten uitbrengen
bij mijn overheid," zei ik angstig,
„en dan..."
,Heb je iets gezien 7" vroeg de
Duitscher.
„Niets bijzondershernam ik
weer.
Welnu dan kan het toch zeker
niemand benadeelen dat ik je ge
spaard heb. Een man meer of minder
dat komt er niet op aan... Ik wil
geen nutteloos bloed vergieten... Ga
terug en dank den hemel dat je een
vader hier hebt aangetroffen..."
Geroerd reikte ik hem de hand.
„Zullen we elkander ooit weder
zien 7"
„Dat weet alleen God," sprak hij
zuchtend, „in alle geval, wij zijn in
Zijne hand."
„Vriend," sprak ik weer „nooit
zal ik vergeten dat je mij het leven
gered hebt. Mochten we ooit weer
samenkomen dan zal het eerste
woord, dat we samen gewisseld
hebben, ons herkenningsteeken zijn
„Vrede
Nog eens blikte ik hem lang in
de oogen, om zijn trekken zoo diep
als mogelijk in mijn geheugen te
prenten... dan wilde ik gaan.
Maar hij hield me terug. „Wacht
even." Met een vlugge beweging
haalde hij den kogel uit het geweer
en reikte hem mij over. „Hij was
voor jou bestemd," glimlachte hij
droevig, „neem hem mee al? een
aandenken aan dezen gedenkwaar-
digen avond. En voor we scheiden
laten we samen, vriend en vijand,
een Onze Vader bidden voor onze
vrouw en kinderen..."
In de schaduw van den boom
knielden we neer, en in den serenen
zomernacht, midden tusschen de ver
woestingen van den oorlog, steeg
een zonderling gebed ten hemel, half
Duitsch en half Fransch.
Toen stond ik op en ging heen.
Er wrong iets in mijn keel... spreken
kon ik niet meer...
Mijn oom zweeg en staarde pein
zend voor zich uit, als herleefde hij
weer dien wonderen nacht.
„En hebt u den Duitscher nog
weergezien
„Ja jongen, ik heb hem weerge
zien. Het was eenige jaren na den
oorlog en ik maakte een zakenreis
door Duitschland. Tegen mijn ge
woonte in, reisde ik derde klas. Te
stapten eenige arbeiders op den
trein, na het volbrengen hunner dag
taak en daar er weinig plaats meer
was zette een hunner zich vlak
tegenover mij. Ik zat te lezen in mijn
krant en sloeg er geen acht op.
Doch toen ik mijn krant opvouwde,
blikte ik mijn overbuur toevallig
aan. Dat gezicht kwam me bekend
voor, maar ik ontmoette op mijn
reizen zooveel menschen, dat ik in
den aanvang Diet vermoedde wie
het was. Maar ondanks me zelf
begon ik na te denken en plotseling
dacht ik weer met felle levendigheid
aan den kogel, dien ik toen nog
trouw bij me droeg. Weer keek ik
mijn overbuur aan en hoe langer ik
naar hem keek, hoe meer zekerheid
ik kreeg. Hij lette niet op mij, doch
keek naar buiten.
Om zijn aandacht op te wekken,
liet ik mijn krant schijnbaar uit mijn
handen glijden, en stiet hem even
aan met mijn knie, als toevallig.
Oogenblikkelijk bukte hij zich, raapte
de krant op en reikte ze me over.
Doch toen onze oogen elkander
ontmoetten, zag ik dat hij, even
maar, schrikte dan blikte hij weer
naar buiten...
Ook hij dus had geen zekerheid.
Dan fluisterde ik zachtjes het woordje
„Vrede". Als hij op me lette, zou
dat voldoende zijn, vergiste ik me,
dan zou hij het niet een hooren.
Maar met een schok keek hij me
weer aan, een vreugdig licht straalde
in zijn oogen.... Inpulsief stak hij me
de hand toe. „Dus toch..."
Ik zal je ons wederzien niet in
bijzonderheden vertellen. Trouwens,
ik zou het niet kunnen. Met alle
geweld wilde hij me mee hebben
naar huis, ik zwichtte voor zijn aan
drang en maakte aldus kennis met
zijn vrouw en kinderen. Dat was
een heerlijke avond en toen de klei
nen naar bed waren hebben we nog
lang bij elkander gezeten, hij. zijn
vrouw en ik, en ging de kogel van
hand tot hand.
Geregeld bleven we daarna in
correspondentie en zelfs is hij een
keer hier geweest, nu twee jaren
geleden.
Mijn oom stond op en uit de lade
van zijn bureau haalde hij een por
tret 'n Duitscher in uniform, een
kind op de armen en naast hem een
jonge vrouw.
„Dat zijn", verklaarde mijn oom
met warmte, „dat zijn mijn beste
vrienden."
Toen ik opstond beschouwde ik
nog eens lang de koperen plaquette.
grootendeels voorbij gingen. Nu de
groote bladen zullen ze morgen wel
ongeschonden overbrengen 1
Maar toch ontroerde mij die stem
van den man, in wien millioenen
geloovigen den onfeilbaren opvolger
van Petrus zien, en die „urbi et orbi"
zijn apostolischen zegen gaf „in
nomine Patris ac Filii ac Spir.
Sancti."
Welk een breed gebaar
Welk een universeele opvatting
van de kerk 1
En vergelijk daarmee nu eens het
armelijk gedoe van een pas gesticht
kerkje no. 37 of 151. omdat het
clubje zus of zoo niet langer met
hun dominé tevreden was 1"...
Er waren „groote bladen" in ons
lieve vaderland, waarin dr. Gunning
vergeefs naar de rede van paus
Pius XI zou hebben gezocht. Er
zijn altijd dingen, waarin sommige
onzer groote niet-katholieke bladen
klein weten te zijn, die de grootheid
der pauselijke figuur toonen door
hun wegkruipen.
Dominee Gunning heeft eerlijk
getuigenis afgelegd van zijn ontroe
ring alleen maar bij het hooren van
des Pausen stem.
En merkwaardig is de beschouwing
welke die oogenblikken hun hebben
ingegeven.de vergelijking van de
ééne katholieke Kerk met de ver
splintering buiten haar.
iBgiiondea Ifcfoddlla:».
haast had meegenomen. Zij nam
het op, doch gunde zich geen lijd
meer, om het weer in den koffer
te leggen, stak het derhalve in
haar zak en snelde terug naar 't
vertrek, waar Erich lag.
Daar had men inmiddels een
tweeden verwonde neergelegd. De
temmer Slockton was, in zijn
bloed badend, onder de kooi van
zijn dieren gevonden.
De rechter hals van den Schot
toonde een afschuwelijke wonde,
de slagader was opengereten en
de rampzalige was al bijna dood
gebloed toen men hem vond. Er
was slechts een verklaring voor
dit nieuwe ongeluk.
Men had, terwijl Rinconi de
arena binnenging, den Scbot voor
zijn tijgerkooi zien staan. Op het
oogenbiik der opschudding, toen
in de groote kooi het akelige
drama speelde, was bij waarschijn
lijk zijn kooi te dicht genaderd.
Het brullen en blazen der leeuwen
had ontwijfelbaar ookx de tijgers
in staat van de grootste opwinding
gebracht en woedend gemaakt,
en een van hen, zooals dat in
zulke gevallen pleegtte geschieden,
had door de staven van de kooi
met zijn klauw een verraderlijken
slag gedaan naar den voor hem
staanden temmer, diens nek getrof
fen en hem ter aarde geworpen.
Voor die veronderstelling sprak
ook de verwonding der reenter-
halszijde en de houding, waarin
Stockton onder den kooiwagen
ICys/ücdf
De vrouw werd zoo verstandig,
dat zij haar kwalen en pijnen niet
alleen aan haar sekse meer wijt zij
werd er zich van bewust, dat de
nieren de oorzaak kunnen zijn.
In normalen staat' kunnen deze
teere organen den bloedstroom zuiver
houden, maar op sommige tijden en
bij het keeren der jaren kan hun taak
te zwaar worden. Alleen gezonde
nieren kunnen deze volbrengen bij
tragere werking blijven urinezuur en
andere schadelijke onzuiverheden
achter en raakt het gestel in de war.
Daarom kan iedere vrouw de hulp
van Foster's Rugpijn Nieren Pillen
noodig hebben om de verzwakte
nieren te versterken en weer gezond
te worden. Dit speciaal niermiddel
wordt aanbevolen tegen rugpijn,
urine- en blaaskwalen, rheumatische
pijnen, waterzuchtige zwellingen,
hoofdpijn, duizeligheid, een vermoeid,
zenuwachtig en afgemat gevoel en
andere verschijnselen van nierzwakte.
De N.K. Schrijft
De bekende predikant dr. Gunning
schrijft in zijn weekblad „Pniël" over
de eerste radio-rede van Z. H. den
Paus
,Op dezen dag (12 Febr.) heb ik
den Paus hooren spreken. Veel
onduidelijker dan zijn medesprekers
Markies Marconi en een Pater,
wiens naam mij ontschoten is, maar
wiens Italiaansch mij vrij goed ver
staanbaar was, terwijl de radde,
onregelmatig overkomende Latijnsche
volzinnen van den Santo Padre mij
Auto-weg Roermond-Eindhoven
In de vergadering der Nederland-
sche Heidemaatschappij te Roermond
is het plan ter sprake gekomen om
'n grooten autoweg te doen aanleg
gen tusschen Roermond en Eind-
loven, dwars door de heidevelden
van Leende, Someren en Nederweert
en dit werk als werkverschaffing te
doen uitvoeren.
Een streek van bijna 20000 H.A.
woeste gronden zou daarmede uit
haar isolement worden verlost.
gevonden was. De doctoren ston
den tegenover deze vreeselijke
kwetsuren machteloos. In de alge-
meene verwarring was de onder
den wagen gerolde te laat ontdekt;
weinige minuten nadat men hem
in de kamer had gebracht, stierf
hij aan verbloeding.
De directeur begaf zich naar de
arena en kondigde het angstig
toeluisterend publiek aan, dat de
toestand van den leeuwentemmer
niet hopeloos was, doch dat de
voorstelling niet kon worden
voortgezet. De aanwezigen konden
echter hun kaarten voor de eerst
volgende voorstelling behouden.
In de conversatiekamer was in
middels de politie verschenen, om
den staat van zaken nauwkeurig
op te nemen.
De geneesheeren gelastten de
overbrenging van Rinconi, wiens
bewusteloosheid nog altijd voort
duurde, naar het gasthuis.
HOOFDSTUK XIII.
Henri Busum was na het vertrek
van zijn zuster alleen in haar
woning achtergebleven. Dat hard
nekkige volhouden van zijn zuster,
om dien avond het circus te be
zoeken, kwam hem hoogst onge
legen. Onrustig ging hij in zijn
kamer op en neer.
Vrouwenkoppigheid, mompel
de hij, juist vandaag, en ik kon
er haar onmogelijk van terug
houden 1 De zaak scheen haar a
Bij alle drogisten enz. f 1.75 p. flacon
36
verdacht, want zij is bij de hand,
verbazend bij de hand. Nu
moge zij zien, hoe zij het met
haar teere zenuwen klaar speelt.
Het was overigens dóm van mij,
te pogen haar een bezoek aan het
circus te ontraden. Waarom deed
ik dat eigenlijk? Die overgroote
bezorgdheid voor haar zenuwen
was onnoodig, zeer onnoodig. Ik
liet me dan ook door mijn ver
stoordheid medesleepen. Dat moet
men niet doen, dat is noodlottig
bij een persoon als Gaudentia,
die het gras kan hooren groeien.
Het zal me heel wal moeite kosten,
om haar die argwaan uit het hoofd
te praten.
Aldus mompelde Henri Busum
verdrietig voor zich heen, terwijl
hij zijn rustelooze wandeling voort
zette.
Alle commensalen van zijn
zuster waren uitgegaan. Henri was
alleen in het groote huis. Plotse
ling klonken hem zijn schreden
luide en angstaanjagend in de
ooren Er heerschte een zonder
linge stilte in het vertrek. Henri
liep dus zachter; zijn gedachten
zwierven in den circus rond. Hij
haalde zijn horloge te voorschijn,
ademde zwaar en stak een sigaar
aan. Daarna liep hij weder op en
neder, steeds sneller en gejaagder
aan zijn sigaar trekkend. Hij
proefde in het geheel niet, dat hij
rookte en nam de sigaar meermalen
uit den mond en bekeek ze. Ver
volgens wierp hij ze verachtelijk
weg en hervatte zijn wandeling,
met zijn horloge in de hand.
Wordt vervolgd.