Tweede Blad ▼au „PEEL El MAAS ontwikkeling. Om twee millioen Bevatte Koude Politieke FEUILLETON Neus en Borst. Brieven aan Tante Jet Revolutie Doen we mee ZATERDAG 7 FEBRUARI 1931 Twee en Vijftigste Jaargang No. 6 I)a verkiezing: voor Provinciale Staten en de hoogere belangen. Weldra staan we in onze Katho lieke Kiesvereenigingen voor de verkiezing van de candidaten voor de Provinciale Staten, voor de samenstelling van de candidaten lijst. We krijgen bij zulk een stemming steeds met allerlei menschelijke dingen te maken, persoonlijke zaken, groeps belangen en van alles, wat met den menschelijken kant eener verkiezing samenhangt. Daarom is het mij steeds een bij zonder genoegen, als een tegenwicht, zoo'n politieke gebeurtenis eens een oogenblik omhoog te heffen buiten ons eigen kleine kringetje. Limburg is een klein stukje Neder land. een nog veel kleiner stukje Europa, nauwelijks een speldeknop op een groote wereldkaart. In alles worden we er aan herinnerd, dat we niet alleen bestaan. En dat moe ten we ook op staatkundig terrein steeds voor oogen houden. We zijn een deeltje van de groo te samenleving der menschen. We kunnen niet alleen rekening houden met ons tusschen grenzen gewron gen landsdeeltje, noch in hetj gods dienstig leven, noch in het sociale leven en evenmin in het politieke leven. De stroomingen van het brui- schende maatschappelijke leven hou den niet op aan onze grenzen, maar we zijn opgenomen in die strooming, wij ruim half millioen Limburgers. Maar even goed als die anderen rondom ons en ver buiten ods kun nen we, volgens onze kracht, mede- sturen, mede richting geven aan dien stroom, hem in banen leiden. Limburgers, die een halve eeuw oud- zijn welk een korte'tijd in de wereldgeschiedenis hebben in ons kleine Nederland de liberale ovetheerscbing nog in hare najaren meegemaakt. Ze hebben de Christe lijke partijen zien opkomen en groeien, het socialisme de liberalen zien ver dringen, de scheiding der geesten scherper zien worden. Den oorlog hebben ze een groote omwenteling zien brengen in de gedachten, overal, ze hebben de revolutie zien optreden in het grootste gedeelte van Europa, tronen hoorden ze kraken en ineen storten, het bolsjewisme zagen ze te voorschijn treden, zijn klauwen slaande in het goedhartige Russische volk en thans de heele wereld bedreigend*». Dat alles in een halve eeuw en nog minder tijd En zij allen zullen moeten erkennen,^dat liberalisme en socialisme en communisme misluk kingen zijn geweest. Deze hebben nergens kunnen brengen, wat ze beweerden en beloofden, het geluk van den mensch op deze wereld. En wie katholiek denkt en katho liek leeft, is vaster geworden in de overtuiging, dat alleen de door Christus geopenbaarde godsdienst het leven van den mensch kan vul len. We staan nu weer voor een ver kiezing. Een groot aantal candidaten staat voor ons. \Ve zullen in ons eigen kamp kleine schermutselingen waarnemen van belang tegen belang, soms van candidaat tegen candidaat, wellicht van platteland tegen stad, in kleine proportie over het algemeen, zonder het rumoer van twintig, dertig jaar geleden. De Katholieke Kiesver eenigingen hebben immers zoovele verbeteringen gebracht. Maar ook dat klein-menschelijke zal een poli tieke verkiezing wel altijd bij blijven en dat er belangen tegenover belan gen staan, zal ook wel altijd zoo 15 Henry deed evenzoo. De heer ging voorbij en keek om. Ook Henry had dat gedaan. Beiden bleven nu slaan, en Busum trad thatis langzaam op den anderen toe. Ik geloof u te kennen, mijn heer, zei Henry weifelend. Ik u ook, antwoordde de andere. Wij hebbenelkanderal ergens ontmoet, meen ik, hernam Henry. Ja, ik geloof gisteren voor de arena, gaf Stockton want deze was het ten antwoord. O zoo, dat zal wel zoo wezen, neem me niet kwalijk, zei Henri, en lichtte den hoed. Is merkwaardigmenschen van hetzelfde slag vinden elkan der gemakkelijk en sluiten zich spoedig bij elkander aan. Stock ton had een zeer bedenkelijk ver leden en was bereids wegens ernstige misdrijven met het gerecht in aanraking gekomen, maar tot nu toe nog aan langdurige straffen ontkomen. Hij moest dus wel in Henry iemand van gelijk allooi hebben herkend. Bijgevolg sprak zijn, zoo lang wc menschen zijn, die stoffelijke en geestelijke belangen hebben en onze partij verschillende stroomingen omvat. Maar laten we onzen blik zuiver houden en van zulke dingen alleen onze stem niet laten afhangen. Ook in de provinciale vergaderzaal gaat de strijd meer en meer voor en tegen de katholieke gedachte, ook hier kleiner geproportionneerd in even redigheid met de beteekenis van het vertegenwoordigend lichaam, maar de strijd is er en zal er voortdurend blijden. Nu zal de dag weldra komen, dat wij in onze Kath. Kiesvereenigingen den strijd in eigen kring uitvechten. We gaan weldra op 22 Februari heeft de stemming in de Kiesver- eeniging plaats onze candidaten- lijsten samenstellen. Straks zullen we ze plaatsen tegenover die der ver tegenwoordigers van andere wereld beschouwingen, welke we overal zien optreden in het internationale leven van socialisten, communisten, liberalen en wat we al tegenover ons zullen krijgen. Ook in ons katholieke Limburg hebben we voortdurend een politieken strijd gekend. Nog in de laatste kwarteeuw kenden we hier in de steden een tamelijk sterk liberalisme, in latere jaren kregen we ook te doen met een zich inspannend socialisme, de laatste Kamerverkiezing gaf zelfs groeiende communistische cijfers te zien. Laten we daaraan bij het kiezen van onze afgevaardigden, al is het dan ook maar voor Provinciale Staten, een oogenblik denken. Beschouwen we dan ook de katho lieke samenleving in haar geheel. Niet den stand alleen, waartoe we behoo ren, moeten we in het oog houden en bevorderen, maar het geheel. De katholieke candidatenlijsten onzer provincie moeten dan ook het geheele maatschappelijke leven om vatten. Stemt dus allen, leden der Kath, Kiesvereenigingen, in de eerste plaats als katholieken. Zorgt dat onze partij bij de a.s. Statenverkiezingen ver tegenwoordigd worde door mannen, die uwe belangen kunnen behartigen, maar denkt ook aan de hoogere belangen, welke met zulke verkiezin gen gemoeid zijn. ROELAND. Bij neusverkoudheid en koude op de borst had men vroeger de goede gewoonte om neus en borst in te wrijven. Tegenwoordig gebruikt men hiervoor de geneeskrachtige Purol Reis, Missie en andere herinneringen. III. Geliefde Tante. Wederom dan, geliefde tante, vat ik de pen op, doop hem in de inkt koker zouden ze vroeger zeggen, maar dit is tegenwoordig met vul pennen niet meer noodig, en vervolg mijn verhaal. Ik weet wel, tantelief, het is niet erg netjes om altijd over je zelf te praten, maar een reisbeschrijver is nu eenmaal noodgedwongen zelf altijd het middelpunt van zijn eigen lotgevallen en wederwaardigheden. Ik zou U natuurlijk ook wel kunnen gaan schrijven over algemeene malaise werkloozen, noodlijdende midden stand, crisis in de aardappelen-meel of suikerbieten. O, gut, nee Heerneef, schei uit, daar word ik zoo akelig van, ik heb er mijn buikje al heelemaal vol van, je leest tegenwoordig niks anders meer dan van malaise, criesis- se of hoe noemen ze die dingen ik ben echt blij, dat U tenminste weer eens over iets anders schrijft. Elke avond zie je hier in de stad bios- coopen, theaters, café's stampvol en de volgende dag mot je maar weer lezen van crissie hier en criessie daar, een knap mensch, die er wat van snapt. Neen, schrijft U maar er eens over wat U al zoo beleefd hebt, da's ook wel eens aardig. Maar als Uwes me het niet kwalijk neemt dan moet U een beetje opschieten. Wanneer gaat U nu op de boot. ik zou wel er eens willen weten hoe zoo'n boot er uit ziet en of U ook zeeziek geweest is. Ik zeg maar zoo daar is toch moed voor noodig. ik heb ook wel ei... Tante Jet, zooals U ziet, zit ik weer te denken wat U denkt, dat is nu al de derde keer, dat ik mezelf daarop betrap. Het is eigenlijk veel beter om aan- je eigen te denken, want je hoort tenminste dikwijls zeggen waar bemoei je je mee, denk maar aan je eigen Enfin, tante, als U bijgeval dit allemaal toch echt mocht gedacht hebben, dan ;hebt U schoon gelijk, vooral wat het laatste betreft. Oome Ko z.g. zei ook altijd, dat U bijna altijd gelijk had ook als U soms per ongeluk wel er eens een keertje ongelijk had, dan gaf hij U toch altijd maar gelijk, zei hij. Ja. tantetje. Oome Ko z g. dat was pas een goeie man ik krijg de tranen nog in mijn oogen als ik aan hem denk. Kwaad sprekende tongen beweren wel eens, dat hij niet voor niets zoo vroeg ontslapen (deftig woord voor dood, tante) is en dat U, tante Jet, wel nooit meer zulk een man zult terug krijgen. Allemaal praatjes, hoor tante, daar moet U zicb maar niets van aantrekken. Als ze er tegen mij over beginnen dan komen ze aan een verkeerd kantoor. Om dan weer op ons verhaal terug te komen en, zooals gezegd, een beetje op te schieten, we waren dan gebleven, dat ik bijna evenals Cesar had uitgeroepen „de teerling is ge worpen", dat ik een paar wekeD vacantie kon gaan nemen, dat ik den 8sten Nov. 1916 op de boot aar- wezig moest zijn, dat mijn bloed erg warm was (van geestdrift, tante) en dat ik ten slotte met datzelfde warne bloed voor dat ik 't wist weer in de „ijskoude" kloostergang stond. Dat was toen nog in de goede oude tijd, tante, tegenwoordig hebben we centrale verwarming die hebt Uwes geloof ik ook, dus dan behoef ik niet uit te leggen wat die centralig- heid beteekent, dat snapt U nu wel. Als er iets niet aan deugt, tante, dan kunt U dit het beste merken aan de radiatoren óf kachels, die zijn dan meestal koud als ze warm moesten zijn. Waarom ze toch altijd praten over die gceie ouwe tijd. tante, is me een raadsel, krèk alsof het dan zoo leuk was om in de kou te staan bibberen of zoo komiek om met een rooie neus en tintelende ooren op zoo'n ouderwetsche harde huifkar met harde stoelen met een dikke knol er voor (ik bedoel voor de kar, tante) door een mullige zandweg te hobbelen en te stooten... denk U zich er nog eens in, tante... walmende petroleum-lampjes, vetkaarsjes, stin kende kachels, rookende haarden, modderige wegen, katten voor hazen, paarden voor koeien-vleesch, zieke beesten geheimzinnig verdwijnend, water in de melk (gaat tegenwoordig niet meer zoo makkelijk, tante) trek schuiten, hondenkarren, zonnewijzers, aderlatingen, bloedzuigers, wonder olie... geen kunstmest, geen vulpen nen. geen autobus, gi*en fiets, geen telefoon, geen gas, geen electrisch, geen stoomboot (waar kwam Sinter klaas toen var-daan geen lippen hij tot dezen zoo vriendelijk als zijn somber, grimmig gezicht dit toeliet Geen verontschuldigingen, mijnheer. Ik ben hier vreemd, ken niemand, en verlang vurig naar eenig gezelschap zoo gij mij dus op mijn kleinen wandeltocht wilt vergezellen, zoudtgij mij zeer verplichten. Gaarne, mijnheer, met ge noegen, betuigde Henry. Ik ver keer in dezelfde omstandigheid, daar ik eerst sedert kort hier van overzeesche landen ben aangeko men. Laten we naar den Singel gaan, zoo u dat goedvindt. Mij best, dus naar den Singel, zei Stockton, en de twee mannen liepen naast elkander in die rich ting voort. Ik heb u gisteren bewonderd, loog Henry. Ik betuig u mijn compliment. Gij zijt een meester in uw vak. Och wat, handwerkmerkte Slockton op. Spreken we niet verder daarover. Ik stel belang in dierencir- cussen en in het bijzonder in de menschelijke artisten, ging Henry, niet lettend op de onderbreking van zijn begeleider, voort. Ook de leeuwentemmer maakte grooten indruk op mij, hoe heet hij ook weer? O, ja, Arrigo Rinconi. Is dat zijn ware naam Dat weet ik niet, antwoordde de Schot. Wij bekommeren ons in het geheel niet om dergelijke zaken bij lieden van den troep Daarbij dragen wel zeer weinigen hun eigen naam. Wat is deze dierentemmer voor een soort van mensch Hij ziet eruit als een lam, en dat schijnt weinig bij zijn beroep te passen, vorschte Henry voorzich tig verder. 't is 'n brave Hendrik, en alle vrouwen schijnen verliefd op hem te worden, grijnsde de lange Schot en zijn gelaat werd nog valer dan het al was.. Henry ontging die verandering in Stockton's trekken niet, en ook uit diens loon klonk iets, dat hem hoogst aangenaam aandeed. Die brengen het ook meestal het verst en hebben dikwijls een ongehoord geluk, sprak Henry. Nou, nou, een prinses zal hij wel niet tot vrouw krijgen, meende de dierentemmer, tot nu toe lijkt het er ten minste niet naar... Maar laten we van dit onderwerp afstappen, vervolgde de Schot grimmig, en zijn oogen hadden een zoo boosaardigen, valschen glans, dat Henry erdoor aan een tijger herinnerd werd. Die waarneming stelde Busum bijzonder tevreden. Die kan me dienstig zijn, dacht hij en hij keek den naast hem loopenden vaalgelen Schot buitengewoon vriendelijk aan. Er is hier jalousie in het spel, en wanneer die een snuiter als dezen Ie pak ken heeft, dan is hij tot alles in stift, geen verfkam, geen rouge, geen haar-olie, geen radio van de Kro, geen poudre de riz, geen likdoorn pleisters... Brrr, hoe is 't mogelijk tante, dat ze vroeger hier niet alle maal zijn doodgegaan... en dat noemen ze dan de goeie ouwe tijd ze lijken wel besjokke, tante. Cesar (U weet wel, diezelfde van hierboven) en andere Romeinsche schrijvers schreven ook al over de goede oude tijd. Larie, tante, het zijn allemaal gaven Gods grootmoeder z.g. kon dit altijd zoo plechtig zeggen en die was heelemaal niet, wat je noemt, electrisch aangelegd. De eenigen, die recht hebben, tante om de goeie ouwe tijd te beklagen, vind ik, dat zijn persfotografen... dat zijn menschen, tante, die met zoo'n kiekkastje, een paar lange stokken en een groote zwarte doek het land doortrekken. Dat noemen ze tegen woordig met „de Camera door Nederland". Nou, tante, die men schen zijn toch wei te beklagen, daar moet je toch moed voor heb ben om in deze tijd van 't jaar met zoo'n camera door de elf Provinciën te trekken. Ze schijnen het vooral gemunt te hebben op kerktorens, windmolens, eerste steenleggers of legsters en andere hoogwaardigheids-bekleeders. Ja, je moet wat doen om je broodje te verdienen, ze hebben het allemaal niet zoo makkelijk als U. Denk U maar er eens aaa dat liedje 't is de kleine man met zijn confectiepakje an I Zingt U dat mopje ook maar eens, dan vroolijkt U heelemaal op als U soms bij gelegenheid eens een kwade bui mocht hebben. Gelukkig hebt U daar niet veel last van Oome Ko zei altijd (zaliger zal ik er nu maar aflaten, tante, anders wordt het saai) dat U zoo opgeru md kon zijn als U goede zin had, dat had U van uw stiefmoeder, zei hij. Nou, tante, die is goed, nu ben ik weer heelemaal van mijn apropo (Fransch-Hollandsch woord, tante) afgedwaald, zoo kom ik nooit op de boot. Kort en goed, ik stond dan in die koude gang, wachtte Dog een oogenblikje totdat mijn bloed een beetje gestold*was en vertelde toen het groote nieuws aan iedereen, die het maar wilde weten. Ik zal nu maar overslaan, tante, wat ze allemaal tegen mij zeiden, want dat zal toch wel niet interesseeren. Ik zal dus maar beginnen met het begin en eens vertellen hoe ik die paar weken voor mijn vertrek, welke volgens algemeen gebruik „vacantie" genoemd wordt, naar^Zuid-America (hmheb doorgebracht. Ik ril er nog van, als ik er aan denk. Heel de aardbol begint weer voor mijn oogen te draaien, te draaien krèk als toen en weer zie ik hem duidelijk voor mijn geest die aardbol als een heele groote, ronde biefstuk Alles leek me toen biefstuk, tante I Och ja, tantelief, wat is eigenlijk vacantie I Dit geweldige woord, dat als een machtig reclame-bord iedereen heel het jaar voor de geest hangt; dit woord, dat fabrieks arbeiders. kantoorklerken, boekhou ders, schoolmeesters, winkelbedienden en drukkers alleen bij de gedachte reeds een vluchtige blos op de wang jaagt I Vacantie, die spijker of nagel (waarom ze hier altijd nagel zeggen, begrijp ik niet tante) aan de dood kist van zoovele ouders, die niet weten waar ze met hun lieve kinde ren zes weken lang moeten blijven! Vacant'e, zoo vurig verlangd en die altijd tegenvalt vacantie.... tante, o tante, weet U wel wat dit woord zeggen wil voor een arme missionaris? Weer U wel wat dit zeggen wil voor hem, die niet alleen de moed heeft om naar de Missie te trekken, maar de nog veel ijselijker moed om drie weken lang held en slachtoffer te zijn van familie, magen (U begint slaat. Zoo ik slechts tijd had, maar elk uur, elke minuut kan mijn ongeluk komen van dien mensch, welken het noodlot zoo boosaar dig juist nu op mijn weg heeft geplaatst. Willen wij niet een partij biljart spelen? vroeg de Schot, door hel spiegelglas van een café dat zij voorbijgingen, kijkend. 0, heel graag, verzekerde Henry. Veroorloof me intusschen dat ik me even aan u voorstel vervolgde hij met een lichte bui ging. Mijn naam is Erich Rein- kens. Bij die woorden haalde hij een visitekaartje te voorschijn en over handigde dit aan den dierentem mer, dezen, terwijl hij het kaartje las, scherp onderzoekend aanzien de. De trekken van den Schot toon den, dat die naam geen bijzondere gedachten of herinneringen in hem wekte. Mijn naam is u bekend, antwoordde de Schot, Ebenezer Stockton... kaartjes heb ik niet bij mij... uil Edinburg. Henri boog, en de beide hooge gestalten verdwenen in het café Gaudentia was dien morgen bleek en vermoeid opgestaan Slechts haar oogen hadden een bijzonderen glans, over het gebrui kelijke scherpe ervan lag als een waas, Het beeld van Rembold was het nu zeker al te snappen, hé tante, ik bedoel dat van die biefstuk) vrienden en kennissen I Lindberg heb ik diep beklaagd na zijn terugkeer te New-York I Stil maar tante, ik zal het U wel even zeggen. Lindberg is die vlieger, die over den Oceaan gevlogen is, tante, zoo maar in een stukje 36 uur achter elkaar „zonder in slaap te vallen" I Dat laatste valt niet mee, hé tante Nou, schattige tante, die man moet wel een jaar lang het ongelukkigste schepsel van de wereld geweest zijn, toen hij met de boot (hij ging liever met de boot terug, tante, dan kon hij beter uit slapen, zei hij) weer te New-York was teruggekeerd. Ze zeggen, dat een race Amerikaan (die zijn allemaal een beetje raar, tante) 100.000 dollar geboden heeft voor de maag van Lindberg om die na zijn dood als curiositeit in een van zijn antiek- moderne museums te bewaren als het toppunt van magelijke, taaiïgheid, weerstandsvermogen en elasticiteit... Wat dit allemaal beteekenen moet, tante, als U het bijgeval nog niet mocht gesnapt hebben, hoop ik li de volgende keer zoo duidelijk te maken als Oome Ko U nog altijd voor den geest staat. Ik kon vroeger altijd zoo ontroerd worden als U zei: Ja, Heerneef, het was een beste man. uw Oome Ko staat me nog krèk zoo duidelijk voor den geest als gisteren Nou, tante, tot de volgenden keer dan, houd U maar goed hoor Uw innig verknochte HhERNEEF B. B. Bij gevatte Koude in hoofd en ledematen, Rheumatische pijnen, Griep en Influenza, Hoofdpijn, Kiespijn, Aangezichtspijn en vastzittende Hoest, gebruike men Mijnhardt's Poeders Deze werken genezend en nemen de pijnen weg. Prijs per poeder 8 cent en in doozïn van 6 stuks 45 ct. Alleen echt wanneer doos en poeders voorzien zijn van den naam Mijnhardt. Let hierop I Vraag ze Uw Drogist. Een kleine repetitie vooraf We zagen, wat revolutie iswe zagen, of een revolutie een goed middel is ter verbetering van een gewenschten toestand we zagen, dat de toestanden tegenwoordig op velerlei gebied slecht te noemen waren. En we stelden vast, dat het waarschijnlijk nóg slechter) zou gaan worden. Nu zijn noch willen we profeet zijnmaar volgens wat we zoo lezen in kranten en tijdschrijften, volgens wat we zoo hooren van dezen en genen, die er wél iets van weten kunnen, meenen we te mogen vast stellen, dat het er in de eerste jaren niet beter op zal worden, noch op economisch, noch op maatschappelijk, noch op godsdienstig-zedelijk gebied En altijd blijft dan nog als de grootste bedreiging het bolsjewisme in en vanuit Rusland. Want het is vast en zeker de bolsjewieken maken daar zelf geen geheim van, dat zij het er op aanleggen, in de geheele wereld de revolutie te ont ketenen, om dan de geheele wereld deelachtig te kunnen maken aan de „zegeningen" van het bolsjewisme. Daarom moeten ze eerst in Rusland zelf klaar zijnonafhankelijk van het buitenland in de productie der goede ren van alles dus zelf genoeg dan steeds meer. om in het buitenland op nu geheel in haar verflauwd. Zij begreep zelfs niet meer, dat deze haar ooit had kunnen behagen Tegenover Rinconi was hij een nuchtere, zwakkelijke figuur. Even wel moest zij hem op gelijke wijze als vroeger blijven behandelen daar hij haar doeleinden moest dienen. Gaudentia meende nu zeker te zijn dat Rinconi ongehuwd was. Zij had geen bepaalden grond daartoe, maar zij geloofde het, omdat zij het wensehte. Zij had verder bedacht, dat veel geld een ongehoorde macht uitoefent en ook op Rinconi een groote aan trekkingskracht zou hebben. De dierentemmer arbeidde in zijn levensgevaarlijk beroep, om zich door het leven te slaan. Bood zich nu de gelegenheid voor hem aan om met een vrouw met een half millioen te trouwen, dan zou hij zich wel niet lang bedenken Buitendien was zij immers knap, nog betrekkelijk jeugdig en be koorlijk. Dat kon niemand haar betwisten. Zoo deze leeuwentemmer zich voorstelde: Met deze vrouw kunt ge als een rijk man en onaf hankelijk van de rente van haar kapitaal 's winters in een fraai huis in de stad, en des zomers op een villa leven, zou zij dan niet Lijna zeker zijn van de overwin ning Maar hel geld moes', je eerst hebben, daar zat 't 'm, en de zaak was nu tot stilstand gekomen. Sedert maanden reeds economisch gebied de baas te zijn; vervolgens een reusachtig leger, vooral van vliegtuigen, om met ge weld van wapenen de volkeren te kunnen dwingen dan nog de Russen opvoeden in godsdienstloosheid, ja In haat tegen God en tegen allen godsdienst en zijn ze eenmaal met dat alles klaar, dan zal het groote spel beginnen. En als men nu weeL dat in alle landen der wereld zelf al veel bolsje wisme gevonden wordtdat er veel verkeerd is op maatschappelijk, eco nomisch en godsdienstig-zedelijk ge bied, wat dat bolsjewisme in de hand werktdat er duizenden, millioenen zijn, die met dat bolsjewisme mee zullen gaan doen, zoodra het maar een kans heeft dan mogen we, neen dan moeten we wel zeggen, dat het bolsjewisme als een donkerzwarte slagschaduw van onheilspellende be dreiging over de wereld hangt. En dan ten slotte nog dithet is in de geschiedenis der menschheid meermalen voorgekomen, dat, gelijk we al eens geschreven hebben, groote beroeringen de volkeren hebben ge teisterd als zuiverende onweeren, om alles schoon te maken en op te frisschen. Groote rampen, in de hand der Goddelijke Voorzienigheid, door de schuld der menschen, gebruikt als kastijdingen tot genezingder volkeren. Wane het ontzettende kwaad in de wereld roept om wraak ten hemel I De weegschaal met het kwaad en het goed mag niet blijvend doorslaan naar en door het kwade, want dan is de maat van Gods gerechtigheid ook vol. Dan komt Gods straffende hand, niet om te straffen alléén, maar om de tuchtiging aan te wenden als een roede ter verbetering.... Ook Gods straffende hand is dan nog een weldaad maar wee de genen, die ze treft Zijn er dan geen lichtzijden Geen 100, geen 50, geen 10 rechtvaardigen, die het hemelvuur kunnen afwenden van het moderne Sodoma enGo- morha Zeker, er is nog veel, zeer veel goeds in de wereld. Zie naar'den bloei van het diep- godsdienstig leven in vele landen zie naar den reusachtigen vooruit gang van het missiewerk zie naar den groei van het leeken-apostolaat; zie naar de stijgende zedelijke macht van den Paus, het opperhoofd der Kerk, de plaatsbekleedec van Christus hier op aarde, naar wien zeer vele niet-katholieken beginnen op te zien als naar de eene en de eenige, die de redding weet voor de velerlei raadselen en vraagstukken zie naar de wereld-organisaties aishet apostolaat des gebeds het apostolaat der zieken de intronisaties van het Goddelijk Hart, in de huisgezinnen en in de landenzie naar de tallooze kloosters in hun verschillende activi teit of leven van gebed, die al het goede zoo enorm in de wereld ver meerderen zie naar de ontzaglijke sommen gelds, welke er „voor de goede zaak" in de heele wereld ge offerd worden enz. enz. Zeer zeker, er is nog zeer veel goeds in de wereld en het ziet er ook naar uit. dat er allerwege met verdubbelde energie gewerkt wordt, om het goede steeds hooger op te voeren en het kwadd steeds minder kansen te geven. Een geweldige strijd is ec gaande in de tegenwoordige wereld! Wie zal het winnen Kan of mag ons dat onverschillig laten Mag een mensch, mag een katho liek zeggen: „dat gaat mij niet aan"; of „ik ken d'r toch niets aan doen"; of „dat zullen anderen wel uitvechten" of „wat weet ik daar nou van" enz. enz. Neen en duizendmaal neen. had zij Henri op haar hals, en hij verbruikte veel geld, zonder den- gene te vinden, dien hij noodig had. Haar broeder deed wat hij kon, maar dr. Rembold scheen haar toe, de zaak niet ijverig ge noeg aan te pakken. Zij besloot derhalve hem wat aan te sporen, tot meer spoed maken te prikkelen. Door onophoudelijke zinspelin gen en kleine prikken, waarover zij overvloedig beschikte, bracht zij er den jongen advocaat toe, dat ook deze ongeduldig werd, zich niet alleen op ITenri's zoeken meer verliet, maar ook zijnerzijds begon te handelen. Hij wachtte er niet langer op, dat Gaudenlia's broeder den ge tuige, welken hij behoefde,gevon den had, legde aan het rechterlijk college ITenri's papieren voor met een document, waarin hij diens aanspraken op de erfenis uiteen zette en verdedigde. Hij trachtte te bewijzen, dat het bij het leven, 't welk deze man had geleden, licht mogelijk ware, dal geen ge tuigen konden worden verkregen De kapiteins, op wier schepen Erich Reinkens had gediend, door kruisten toch alle zeeën, konden vandaag in de Chineesche watere-, jeen paar weken later in den In- Idischen Oceaan zijn en weder eenige weken later op den Atlan- I lischen Oceaan rondzwalken. Hij plaatste echter desniettemin gelijktijdig in alle voorname datr- rdaden van havenplaatsen op

Peel en Maas | 1931 | | pagina 7