Tweede Blad ▼au „PEEL El MAAS
ontwikkeling.
Om twee millioen
Bevatte Koude
Politieke
FEUILLETON
Neus en Borst.
Brieven aan Tante Jet
Revolutie
Doen we mee
ZATERDAG 7 FEBRUARI 1931
Twee en Vijftigste Jaargang
No. 6
I)a verkiezing: voor Provinciale
Staten en de hoogere belangen.
Weldra staan we in onze Katho
lieke Kiesvereenigingen voor de
verkiezing van de candidaten voor
de Provinciale Staten, voor de
samenstelling van de candidaten lijst.
We krijgen bij zulk een stemming
steeds met allerlei menschelijke dingen
te maken, persoonlijke zaken, groeps
belangen en van alles, wat met den
menschelijken kant eener verkiezing
samenhangt.
Daarom is het mij steeds een bij
zonder genoegen, als een tegenwicht,
zoo'n politieke gebeurtenis eens een
oogenblik omhoog te heffen buiten
ons eigen kleine kringetje.
Limburg is een klein stukje Neder
land. een nog veel kleiner stukje
Europa, nauwelijks een speldeknop
op een groote wereldkaart. In alles
worden we er aan herinnerd, dat
we niet alleen bestaan. En dat moe
ten we ook op staatkundig terrein
steeds voor oogen houden.
We zijn een deeltje van de groo
te samenleving der menschen. We
kunnen niet alleen rekening houden
met ons tusschen grenzen gewron
gen landsdeeltje, noch in hetj gods
dienstig leven, noch in het sociale
leven en evenmin in het politieke
leven. De stroomingen van het brui-
schende maatschappelijke leven hou
den niet op aan onze grenzen, maar
we zijn opgenomen in die strooming,
wij ruim half millioen Limburgers.
Maar even goed als die anderen
rondom ons en ver buiten ods kun
nen we, volgens onze kracht, mede-
sturen, mede richting geven aan dien
stroom, hem in banen leiden.
Limburgers, die een halve eeuw
oud- zijn welk een korte'tijd in
de wereldgeschiedenis hebben in
ons kleine Nederland de liberale
ovetheerscbing nog in hare najaren
meegemaakt. Ze hebben de Christe
lijke partijen zien opkomen en groeien,
het socialisme de liberalen zien ver
dringen, de scheiding der geesten
scherper zien worden. Den oorlog
hebben ze een groote omwenteling
zien brengen in de gedachten, overal,
ze hebben de revolutie zien optreden
in het grootste gedeelte van Europa,
tronen hoorden ze kraken en ineen
storten, het bolsjewisme zagen ze te
voorschijn treden, zijn klauwen slaande
in het goedhartige Russische volk en
thans de heele wereld bedreigend*».
Dat alles in een halve eeuw en
nog minder tijd En zij allen zullen
moeten erkennen,^dat liberalisme en
socialisme en communisme misluk
kingen zijn geweest. Deze hebben
nergens kunnen brengen, wat ze
beweerden en beloofden, het geluk
van den mensch op deze wereld.
En wie katholiek denkt en katho
liek leeft, is vaster geworden in de
overtuiging, dat alleen de door
Christus geopenbaarde godsdienst
het leven van den mensch kan vul
len.
We staan nu weer voor een ver
kiezing. Een groot aantal candidaten
staat voor ons. \Ve zullen in ons
eigen kamp kleine schermutselingen
waarnemen van belang tegen belang,
soms van candidaat tegen candidaat,
wellicht van platteland tegen stad,
in kleine proportie over het algemeen,
zonder het rumoer van twintig, dertig
jaar geleden. De Katholieke Kiesver
eenigingen hebben immers zoovele
verbeteringen gebracht. Maar ook
dat klein-menschelijke zal een poli
tieke verkiezing wel altijd bij blijven
en dat er belangen tegenover belan
gen staan, zal ook wel altijd zoo
15
Henry deed evenzoo. De heer
ging voorbij en keek om. Ook
Henry had dat gedaan. Beiden
bleven nu slaan, en Busum trad
thatis langzaam op den anderen
toe.
Ik geloof u te kennen, mijn
heer, zei Henry weifelend.
Ik u ook, antwoordde de
andere.
Wij hebbenelkanderal ergens
ontmoet, meen ik, hernam Henry.
Ja, ik geloof gisteren voor
de arena, gaf Stockton want
deze was het ten antwoord.
O zoo, dat zal wel zoo wezen,
neem me niet kwalijk, zei Henri,
en lichtte den hoed.
Is merkwaardigmenschen
van hetzelfde slag vinden elkan
der gemakkelijk en sluiten zich
spoedig bij elkander aan. Stock
ton had een zeer bedenkelijk ver
leden en was bereids wegens
ernstige misdrijven met het gerecht
in aanraking gekomen, maar tot
nu toe nog aan langdurige straffen
ontkomen. Hij moest dus wel in
Henry iemand van gelijk allooi
hebben herkend. Bijgevolg sprak
zijn, zoo lang wc menschen zijn, die
stoffelijke en geestelijke belangen
hebben en onze partij verschillende
stroomingen omvat.
Maar laten we onzen blik zuiver
houden en van zulke dingen alleen
onze stem niet laten afhangen. Ook
in de provinciale vergaderzaal gaat
de strijd meer en meer voor en tegen
de katholieke gedachte, ook hier
kleiner geproportionneerd in even
redigheid met de beteekenis van het
vertegenwoordigend lichaam, maar
de strijd is er en zal er voortdurend
blijden.
Nu zal de dag weldra komen, dat
wij in onze Kath. Kiesvereenigingen
den strijd in eigen kring uitvechten.
We gaan weldra op 22 Februari
heeft de stemming in de Kiesver-
eeniging plaats onze candidaten-
lijsten samenstellen. Straks zullen we
ze plaatsen tegenover die der ver
tegenwoordigers van andere wereld
beschouwingen, welke we overal
zien optreden in het internationale
leven van socialisten, communisten,
liberalen en wat we al tegenover
ons zullen krijgen.
Ook in ons katholieke Limburg
hebben we voortdurend een politieken
strijd gekend. Nog in de laatste
kwarteeuw kenden we hier in de
steden een tamelijk sterk liberalisme,
in latere jaren kregen we ook te
doen met een zich inspannend
socialisme, de laatste Kamerverkiezing
gaf zelfs groeiende communistische
cijfers te zien.
Laten we daaraan bij het kiezen
van onze afgevaardigden, al is het
dan ook maar voor Provinciale
Staten, een oogenblik denken.
Beschouwen we dan ook de katho
lieke samenleving in haar geheel. Niet
den stand alleen, waartoe we behoo
ren, moeten we in het oog houden
en bevorderen, maar het geheel.
De katholieke candidatenlijsten
onzer provincie moeten dan ook het
geheele maatschappelijke leven om
vatten.
Stemt dus allen, leden der Kath,
Kiesvereenigingen, in de eerste plaats
als katholieken. Zorgt dat onze partij
bij de a.s. Statenverkiezingen ver
tegenwoordigd worde door mannen,
die uwe belangen kunnen behartigen,
maar denkt ook aan de hoogere
belangen, welke met zulke verkiezin
gen gemoeid zijn.
ROELAND.
Bij neusverkoudheid en koude op
de borst had men vroeger de goede
gewoonte om neus en borst in te
wrijven. Tegenwoordig gebruikt men
hiervoor de geneeskrachtige Purol
Reis, Missie en andere
herinneringen.
III.
Geliefde Tante.
Wederom dan, geliefde tante, vat
ik de pen op, doop hem in de inkt
koker zouden ze vroeger zeggen,
maar dit is tegenwoordig met vul
pennen niet meer noodig, en vervolg
mijn verhaal.
Ik weet wel, tantelief, het is niet
erg netjes om altijd over je zelf te
praten, maar een reisbeschrijver is
nu eenmaal noodgedwongen zelf
altijd het middelpunt van zijn eigen
lotgevallen en wederwaardigheden.
Ik zou U natuurlijk ook wel kunnen
gaan schrijven over algemeene malaise
werkloozen, noodlijdende midden
stand, crisis in de aardappelen-meel
of suikerbieten.
O, gut, nee Heerneef, schei uit,
daar word ik zoo akelig van, ik
heb er mijn buikje al heelemaal vol
van, je leest tegenwoordig niks
anders meer dan van malaise, criesis-
se of hoe noemen ze die dingen ik
ben echt blij, dat U tenminste weer
eens over iets anders schrijft. Elke
avond zie je hier in de stad bios-
coopen, theaters, café's stampvol en
de volgende dag mot je maar weer
lezen van crissie hier en criessie
daar, een knap mensch, die er wat
van snapt. Neen, schrijft U maar er
eens over wat U al zoo beleefd
hebt, da's ook wel eens aardig. Maar
als Uwes me het niet kwalijk neemt
dan moet U een beetje opschieten.
Wanneer gaat U nu op de boot. ik
zou wel er eens willen weten hoe
zoo'n boot er uit ziet en of U ook
zeeziek geweest is. Ik zeg maar zoo
daar is toch moed voor noodig. ik
heb ook wel ei... Tante Jet, zooals
U ziet, zit ik weer te denken wat
U denkt, dat is nu al de derde keer,
dat ik mezelf daarop betrap. Het is
eigenlijk veel beter om aan- je eigen
te denken, want je hoort tenminste
dikwijls zeggen waar bemoei je je
mee, denk maar aan je eigen
Enfin, tante, als U bijgeval dit
allemaal toch echt mocht gedacht
hebben, dan ;hebt U schoon gelijk,
vooral wat het laatste betreft. Oome
Ko z.g. zei ook altijd, dat U bijna
altijd gelijk had ook als U soms
per ongeluk wel er eens een keertje
ongelijk had, dan gaf hij U toch
altijd maar gelijk, zei hij. Ja. tantetje.
Oome Ko z g. dat was pas een goeie
man ik krijg de tranen nog in mijn
oogen als ik aan hem denk. Kwaad
sprekende tongen beweren wel eens,
dat hij niet voor niets zoo vroeg
ontslapen (deftig woord voor dood,
tante) is en dat U, tante Jet, wel
nooit meer zulk een man zult terug
krijgen. Allemaal praatjes, hoor tante,
daar moet U zicb maar niets van
aantrekken. Als ze er tegen mij over
beginnen dan komen ze aan een
verkeerd kantoor.
Om dan weer op ons verhaal terug
te komen en, zooals gezegd, een
beetje op te schieten, we waren dan
gebleven, dat ik bijna evenals Cesar
had uitgeroepen „de teerling is ge
worpen", dat ik een paar wekeD
vacantie kon gaan nemen, dat ik den
8sten Nov. 1916 op de boot aar-
wezig moest zijn, dat mijn bloed erg
warm was (van geestdrift, tante) en
dat ik ten slotte met datzelfde warne
bloed voor dat ik 't wist weer in
de „ijskoude" kloostergang stond.
Dat was toen nog in de goede oude
tijd, tante, tegenwoordig hebben we
centrale verwarming die hebt Uwes
geloof ik ook, dus dan behoef ik
niet uit te leggen wat die centralig-
heid beteekent, dat snapt U nu wel.
Als er iets niet aan deugt, tante, dan
kunt U dit het beste merken aan de
radiatoren óf kachels, die zijn dan
meestal koud als ze warm moesten
zijn.
Waarom ze toch altijd praten
over die gceie ouwe tijd. tante, is
me een raadsel, krèk alsof het dan
zoo leuk was om in de kou te staan
bibberen of zoo komiek om met een
rooie neus en tintelende ooren op
zoo'n ouderwetsche harde huifkar
met harde stoelen met een dikke
knol er voor (ik bedoel voor de kar,
tante) door een mullige zandweg te
hobbelen en te stooten... denk U
zich er nog eens in, tante... walmende
petroleum-lampjes, vetkaarsjes, stin
kende kachels, rookende haarden,
modderige wegen, katten voor hazen,
paarden voor koeien-vleesch, zieke
beesten geheimzinnig verdwijnend,
water in de melk (gaat tegenwoordig
niet meer zoo makkelijk, tante) trek
schuiten, hondenkarren, zonnewijzers,
aderlatingen, bloedzuigers, wonder
olie... geen kunstmest, geen vulpen
nen. geen autobus, gi*en fiets, geen
telefoon, geen gas, geen electrisch,
geen stoomboot (waar kwam Sinter
klaas toen var-daan geen lippen
hij tot dezen zoo vriendelijk als
zijn somber, grimmig gezicht dit
toeliet
Geen verontschuldigingen,
mijnheer. Ik ben hier vreemd,
ken niemand, en verlang vurig
naar eenig gezelschap zoo gij mij
dus op mijn kleinen wandeltocht
wilt vergezellen, zoudtgij mij zeer
verplichten.
Gaarne, mijnheer, met ge
noegen, betuigde Henry. Ik ver
keer in dezelfde omstandigheid,
daar ik eerst sedert kort hier van
overzeesche landen ben aangeko
men. Laten we naar den Singel
gaan, zoo u dat goedvindt.
Mij best, dus naar den Singel,
zei Stockton, en de twee mannen
liepen naast elkander in die rich
ting voort.
Ik heb u gisteren bewonderd,
loog Henry. Ik betuig u mijn
compliment. Gij zijt een meester
in uw vak.
Och wat, handwerkmerkte
Slockton op. Spreken we niet
verder daarover.
Ik stel belang in dierencir-
cussen en in het bijzonder in de
menschelijke artisten, ging Henry,
niet lettend op de onderbreking
van zijn begeleider, voort. Ook de
leeuwentemmer maakte grooten
indruk op mij, hoe heet hij ook
weer? O, ja, Arrigo Rinconi. Is
dat zijn ware naam
Dat weet ik niet, antwoordde
de Schot. Wij bekommeren ons in
het geheel niet om dergelijke
zaken bij lieden van den troep
Daarbij dragen wel zeer weinigen
hun eigen naam.
Wat is deze dierentemmer
voor een soort van mensch Hij
ziet eruit als een lam, en dat
schijnt weinig bij zijn beroep te
passen, vorschte Henry voorzich
tig verder.
't is 'n brave Hendrik, en
alle vrouwen schijnen verliefd op
hem te worden, grijnsde de lange
Schot en zijn gelaat werd nog
valer dan het al was..
Henry ontging die verandering
in Stockton's trekken niet, en ook
uit diens loon klonk iets, dat hem
hoogst aangenaam aandeed.
Die brengen het ook meestal
het verst en hebben dikwijls een
ongehoord geluk, sprak Henry.
Nou, nou, een prinses zal
hij wel niet tot vrouw krijgen,
meende de dierentemmer, tot nu
toe lijkt het er ten minste niet
naar... Maar laten we van dit
onderwerp afstappen, vervolgde
de Schot grimmig, en zijn oogen
hadden een zoo boosaardigen,
valschen glans, dat Henry erdoor
aan een tijger herinnerd werd.
Die waarneming stelde Busum
bijzonder tevreden. Die kan me
dienstig zijn, dacht hij en hij
keek den naast hem loopenden
vaalgelen Schot buitengewoon
vriendelijk aan. Er is hier
jalousie in het spel, en wanneer
die een snuiter als dezen Ie pak
ken heeft, dan is hij tot alles in
stift, geen verfkam, geen rouge, geen
haar-olie, geen radio van de Kro,
geen poudre de riz, geen likdoorn
pleisters... Brrr, hoe is 't mogelijk
tante, dat ze vroeger hier niet alle
maal zijn doodgegaan... en dat
noemen ze dan de goeie ouwe tijd
ze lijken wel besjokke, tante. Cesar
(U weet wel, diezelfde van hierboven)
en andere Romeinsche schrijvers
schreven ook al over de goede oude
tijd. Larie, tante, het zijn allemaal
gaven Gods grootmoeder z.g. kon
dit altijd zoo plechtig zeggen en die
was heelemaal niet, wat je noemt,
electrisch aangelegd.
De eenigen, die recht hebben, tante
om de goeie ouwe tijd te beklagen,
vind ik, dat zijn persfotografen... dat
zijn menschen, tante, die met zoo'n
kiekkastje, een paar lange stokken
en een groote zwarte doek het land
doortrekken. Dat noemen ze tegen
woordig met „de Camera door
Nederland". Nou, tante, die men
schen zijn toch wei te beklagen,
daar moet je toch moed voor heb
ben om in deze tijd van 't jaar met
zoo'n camera door de elf Provinciën
te trekken.
Ze schijnen het vooral gemunt te
hebben op kerktorens, windmolens,
eerste steenleggers of legsters en
andere hoogwaardigheids-bekleeders.
Ja, je moet wat doen om je broodje
te verdienen, ze hebben het allemaal
niet zoo makkelijk als U. Denk U
maar er eens aaa dat liedje 't is de
kleine man met zijn confectiepakje
an I Zingt U dat mopje ook maar eens,
dan vroolijkt U heelemaal op als U
soms bij gelegenheid eens een kwade
bui mocht hebben. Gelukkig hebt U
daar niet veel last van Oome Ko
zei altijd (zaliger zal ik er nu maar
aflaten, tante, anders wordt het saai)
dat U zoo opgeru md kon zijn als
U goede zin had, dat had U van
uw stiefmoeder, zei hij.
Nou, tante, die is goed, nu ben
ik weer heelemaal van mijn apropo
(Fransch-Hollandsch woord, tante)
afgedwaald, zoo kom ik nooit op de
boot. Kort en goed, ik stond dan in
die koude gang, wachtte Dog een
oogenblikje totdat mijn bloed een
beetje gestold*was en vertelde toen
het groote nieuws aan iedereen, die
het maar wilde weten. Ik zal nu
maar overslaan, tante, wat ze allemaal
tegen mij zeiden, want dat zal
toch wel niet interesseeren. Ik zal
dus maar beginnen met het begin en
eens vertellen hoe ik die paar weken
voor mijn vertrek, welke volgens
algemeen gebruik „vacantie" genoemd
wordt, naar^Zuid-America (hmheb
doorgebracht. Ik ril er nog van, als
ik er aan denk. Heel de aardbol
begint weer voor mijn oogen te
draaien, te draaien krèk als toen en
weer zie ik hem duidelijk voor mijn
geest die aardbol als een heele groote,
ronde biefstuk Alles leek me toen
biefstuk, tante I
Och ja, tantelief, wat is eigenlijk
vacantie I Dit geweldige woord,
dat als een machtig reclame-bord
iedereen heel het jaar voor de geest
hangt; dit woord, dat fabrieks
arbeiders. kantoorklerken, boekhou
ders, schoolmeesters, winkelbedienden
en drukkers alleen bij de gedachte
reeds een vluchtige blos op de wang
jaagt I Vacantie, die spijker of nagel
(waarom ze hier altijd nagel zeggen,
begrijp ik niet tante) aan de dood
kist van zoovele ouders, die niet
weten waar ze met hun lieve kinde
ren zes weken lang moeten blijven!
Vacant'e, zoo vurig verlangd en die
altijd tegenvalt vacantie.... tante, o
tante, weet U wel wat dit woord
zeggen wil voor een arme missionaris?
Weer U wel wat dit zeggen wil
voor hem, die niet alleen de moed
heeft om naar de Missie te trekken,
maar de nog veel ijselijker moed om
drie weken lang held en slachtoffer
te zijn van familie, magen (U begint
slaat. Zoo ik slechts tijd had, maar
elk uur, elke minuut kan mijn
ongeluk komen van dien mensch,
welken het noodlot zoo boosaar
dig juist nu op mijn weg heeft
geplaatst.
Willen wij niet een partij
biljart spelen? vroeg de Schot,
door hel spiegelglas van een café
dat zij voorbijgingen, kijkend.
0, heel graag, verzekerde
Henry. Veroorloof me intusschen
dat ik me even aan u voorstel
vervolgde hij met een lichte bui
ging. Mijn naam is Erich Rein-
kens.
Bij die woorden haalde hij een
visitekaartje te voorschijn en over
handigde dit aan den dierentem
mer, dezen, terwijl hij het kaartje
las, scherp onderzoekend aanzien
de.
De trekken van den Schot toon
den, dat die naam geen bijzondere
gedachten of herinneringen in
hem wekte.
Mijn naam is u bekend,
antwoordde de Schot, Ebenezer
Stockton... kaartjes heb ik niet bij
mij... uil Edinburg.
Henri boog, en de beide hooge
gestalten verdwenen in het café
Gaudentia was dien morgen
bleek en vermoeid opgestaan
Slechts haar oogen hadden een
bijzonderen glans, over het gebrui
kelijke scherpe ervan lag als een
waas, Het beeld van Rembold was
het nu zeker al te snappen, hé tante,
ik bedoel dat van die biefstuk)
vrienden en kennissen I Lindberg heb
ik diep beklaagd na zijn terugkeer
te New-York I Stil maar tante, ik
zal het U wel even zeggen. Lindberg
is die vlieger, die over den Oceaan
gevlogen is, tante, zoo maar in een
stukje 36 uur achter elkaar „zonder
in slaap te vallen" I Dat laatste valt
niet mee, hé tante Nou, schattige
tante, die man moet wel een jaar
lang het ongelukkigste schepsel van
de wereld geweest zijn, toen hij met
de boot (hij ging liever met de boot
terug, tante, dan kon hij beter uit
slapen, zei hij) weer te New-York
was teruggekeerd. Ze zeggen, dat
een race Amerikaan (die zijn allemaal
een beetje raar, tante) 100.000 dollar
geboden heeft voor de maag van
Lindberg om die na zijn dood als
curiositeit in een van zijn antiek-
moderne museums te bewaren als
het toppunt van magelijke, taaiïgheid,
weerstandsvermogen en elasticiteit...
Wat dit allemaal beteekenen moet,
tante, als U het bijgeval nog niet
mocht gesnapt hebben, hoop ik li de
volgende keer zoo duidelijk te maken
als Oome Ko U nog altijd voor den
geest staat. Ik kon vroeger altijd zoo
ontroerd worden als U zei: Ja,
Heerneef, het was een beste man.
uw Oome Ko staat me nog krèk
zoo duidelijk voor den geest als
gisteren
Nou, tante, tot de volgenden keer
dan, houd U maar goed hoor
Uw innig verknochte
HhERNEEF B. B.
Bij gevatte Koude in hoofd en
ledematen, Rheumatische pijnen, Griep
en Influenza, Hoofdpijn, Kiespijn,
Aangezichtspijn en vastzittende Hoest,
gebruike men
Mijnhardt's Poeders
Deze werken genezend en nemen de
pijnen weg. Prijs per poeder 8 cent
en in doozïn van 6 stuks 45 ct.
Alleen echt wanneer doos en poeders
voorzien zijn van den naam Mijnhardt.
Let hierop I Vraag ze Uw Drogist.
Een kleine repetitie vooraf
We zagen, wat revolutie iswe
zagen, of een revolutie een goed
middel is ter verbetering van een
gewenschten toestand we zagen,
dat de toestanden tegenwoordig op
velerlei gebied slecht te noemen
waren. En we stelden vast, dat het
waarschijnlijk nóg slechter) zou gaan
worden.
Nu zijn noch willen we profeet
zijnmaar volgens wat we zoo lezen
in kranten en tijdschrijften, volgens
wat we zoo hooren van dezen en
genen, die er wél iets van weten
kunnen, meenen we te mogen vast
stellen, dat het er in de eerste jaren
niet beter op zal worden, noch op
economisch, noch op maatschappelijk,
noch op godsdienstig-zedelijk gebied
En altijd blijft dan nog als de
grootste bedreiging het bolsjewisme
in en vanuit Rusland. Want het is
vast en zeker de bolsjewieken
maken daar zelf geen geheim van,
dat zij het er op aanleggen, in de
geheele wereld de revolutie te ont
ketenen, om dan de geheele wereld
deelachtig te kunnen maken aan de
„zegeningen" van het bolsjewisme.
Daarom moeten ze eerst in Rusland
zelf klaar zijnonafhankelijk van het
buitenland in de productie der goede
ren van alles dus zelf genoeg dan
steeds meer. om in het buitenland op
nu geheel in haar verflauwd. Zij
begreep zelfs niet meer, dat deze
haar ooit had kunnen behagen
Tegenover Rinconi was hij een
nuchtere, zwakkelijke figuur. Even
wel moest zij hem op gelijke wijze
als vroeger blijven behandelen
daar hij haar doeleinden moest
dienen.
Gaudentia meende nu zeker te
zijn dat Rinconi ongehuwd was.
Zij had geen bepaalden grond
daartoe, maar zij geloofde het,
omdat zij het wensehte. Zij had
verder bedacht, dat veel geld een
ongehoorde macht uitoefent en
ook op Rinconi een groote aan
trekkingskracht zou hebben. De
dierentemmer arbeidde in zijn
levensgevaarlijk beroep, om zich
door het leven te slaan. Bood zich
nu de gelegenheid voor hem aan
om met een vrouw met een half
millioen te trouwen, dan zou hij
zich wel niet lang bedenken
Buitendien was zij immers knap,
nog betrekkelijk jeugdig en be
koorlijk. Dat kon niemand haar
betwisten. Zoo deze leeuwentemmer
zich voorstelde: Met deze vrouw
kunt ge als een rijk man en onaf
hankelijk van de rente van haar
kapitaal 's winters in een fraai
huis in de stad, en des zomers
op een villa leven, zou zij dan niet
Lijna zeker zijn van de overwin
ning Maar hel geld moes', je
eerst hebben, daar zat 't 'm,
en de zaak was nu tot stilstand
gekomen. Sedert maanden reeds
economisch gebied de baas te zijn;
vervolgens een reusachtig leger,
vooral van vliegtuigen, om met ge
weld van wapenen de volkeren te
kunnen dwingen dan nog de Russen
opvoeden in godsdienstloosheid, ja
In haat tegen God en tegen allen
godsdienst en zijn ze eenmaal met
dat alles klaar, dan zal het groote
spel beginnen.
En als men nu weeL dat in alle
landen der wereld zelf al veel bolsje
wisme gevonden wordtdat er veel
verkeerd is op maatschappelijk, eco
nomisch en godsdienstig-zedelijk ge
bied, wat dat bolsjewisme in de hand
werktdat er duizenden, millioenen
zijn, die met dat bolsjewisme mee
zullen gaan doen, zoodra het maar
een kans heeft dan mogen we,
neen dan moeten we wel zeggen, dat
het bolsjewisme als een donkerzwarte
slagschaduw van onheilspellende be
dreiging over de wereld hangt.
En dan ten slotte nog dithet is
in de geschiedenis der menschheid
meermalen voorgekomen, dat, gelijk
we al eens geschreven hebben, groote
beroeringen de volkeren hebben ge
teisterd als zuiverende onweeren, om
alles schoon te maken en op te
frisschen. Groote rampen, in de hand
der Goddelijke Voorzienigheid, door
de schuld der menschen, gebruikt als
kastijdingen tot genezingder volkeren.
Wane het ontzettende kwaad in de
wereld roept om wraak ten hemel I
De weegschaal met het kwaad en
het goed mag niet blijvend doorslaan
naar en door het kwade, want dan
is de maat van Gods gerechtigheid
ook vol. Dan komt Gods straffende
hand, niet om te straffen alléén, maar
om de tuchtiging aan te wenden als
een roede ter verbetering....
Ook Gods straffende hand is dan
nog een weldaad maar wee de
genen, die ze treft
Zijn er dan geen lichtzijden Geen
100, geen 50, geen 10 rechtvaardigen,
die het hemelvuur kunnen afwenden
van het moderne Sodoma enGo-
morha
Zeker, er is nog veel, zeer veel
goeds in de wereld.
Zie naar'den bloei van het diep-
godsdienstig leven in vele landen
zie naar den reusachtigen vooruit
gang van het missiewerk zie naar
den groei van het leeken-apostolaat;
zie naar de stijgende zedelijke macht
van den Paus, het opperhoofd der
Kerk, de plaatsbekleedec van Christus
hier op aarde, naar wien zeer vele
niet-katholieken beginnen op te zien
als naar de eene en de eenige, die
de redding weet voor de velerlei
raadselen en vraagstukken zie naar
de wereld-organisaties aishet
apostolaat des gebeds het apostolaat
der zieken de intronisaties van het
Goddelijk Hart, in de huisgezinnen
en in de landenzie naar de tallooze
kloosters in hun verschillende activi
teit of leven van gebed, die al het
goede zoo enorm in de wereld ver
meerderen zie naar de ontzaglijke
sommen gelds, welke er „voor de
goede zaak" in de heele wereld ge
offerd worden enz. enz.
Zeer zeker, er is nog zeer veel
goeds in de wereld en het ziet
er ook naar uit. dat er allerwege
met verdubbelde energie gewerkt
wordt, om het goede steeds hooger
op te voeren en het kwadd steeds
minder kansen te geven.
Een geweldige strijd is ec gaande
in de tegenwoordige wereld!
Wie zal het winnen
Kan of mag ons dat onverschillig
laten
Mag een mensch, mag een katho
liek zeggen: „dat gaat mij niet aan";
of „ik ken d'r toch niets aan doen";
of „dat zullen anderen wel uitvechten"
of „wat weet ik daar nou van"
enz. enz.
Neen en duizendmaal neen.
had zij Henri op haar hals, en hij
verbruikte veel geld, zonder den-
gene te vinden, dien hij noodig
had. Haar broeder deed wat hij
kon, maar dr. Rembold scheen
haar toe, de zaak niet ijverig ge
noeg aan te pakken. Zij besloot
derhalve hem wat aan te sporen,
tot meer spoed maken te prikkelen.
Door onophoudelijke zinspelin
gen en kleine prikken, waarover
zij overvloedig beschikte, bracht
zij er den jongen advocaat toe, dat
ook deze ongeduldig werd, zich
niet alleen op ITenri's zoeken meer
verliet, maar ook zijnerzijds begon
te handelen.
Hij wachtte er niet langer op,
dat Gaudenlia's broeder den ge
tuige, welken hij behoefde,gevon
den had, legde aan het rechterlijk
college ITenri's papieren voor met
een document, waarin hij diens
aanspraken op de erfenis uiteen
zette en verdedigde. Hij trachtte
te bewijzen, dat het bij het leven,
't welk deze man had geleden,
licht mogelijk ware, dal geen ge
tuigen konden worden verkregen
De kapiteins, op wier schepen
Erich Reinkens had gediend, door
kruisten toch alle zeeën, konden
vandaag in de Chineesche watere-,
jeen paar weken later in den In-
Idischen Oceaan zijn en weder
eenige weken later op den Atlan-
I lischen Oceaan rondzwalken.
Hij plaatste echter desniettemin
gelijktijdig in alle voorname datr-
rdaden van havenplaatsen op